"
Voorontwerp van een epichl.oorhydrine
;}
fabrfek.
,
Bereiding door ctirecteoxidati
_
e van
a11y1chloride
m.b~v..
pèl'tàzijnzuur
. , .... ,•
1971
, .'" ,~ ot., I"-W.B.Wl1yster
R.M.J~van
der Meer
TECHNIS€HE
.
HOGESaHf®OL DELFT
.
>I f • '" ,,"< •"!itI" ,
"AFDELING DER WERKTlilGBOUWKUNDE VOOR CHEMISCHE WERKTUIGEN.'
,
",
exempl •• r Nr:..
, , " ,dit rapport verstrekt aan: exempl.ren van
'.
.".
, , ,.
~i .-, , , A',,,,
.
~ ;,)t.?
~". 8 ~.
" "1 ..::..
:-l... .El,." .
C:
'T'.
'"
">', " ü .."
.
"
"
.'
~.
"
0 "I ' ~.
.
,J, .' -" "".
" ot "f.~ • ~'•
E,
.:1.
..':"::.
':'t.
'"~,....
'!~ • '1.' " " ·r.
F r. 't~ ...'E eX.. '~', J;..
,G..
.
" ,~.
r,
# ,,,>,, ~. : ' I· ;!" ~ H ,",
~·t "
ei' ~.~ ,- 0 , ,,'\.}.
.;;..
"
.
',,' , " ~..
,;. .-.. '$ ' ,.
.
, " ,. ~ '- " ," ' .',,,
t." !t' ·i. J.
.
, .. " '1 ,'i' 1 •• '. ,",' '" \ • 'r ',,::, " .,~.
~.:
.
~ 'ti ) t" 1 -:ti" :: "..
' . \ ,.',
IA, v ~ : ..
.
~Voorontwerp vQn een epichloorhydrine fabriek.
Bereiding door direct~ oxidatie van allylchloride m.b.v. perazijnzuur.
augustus 1971 W.H.Wuys-cer
R.~.J.van der ~eer
.,'-C:'"
.
'
-r
•
Conclusie.
De fabricage van epichloorllydrine via een &&n-trapsreactie (oxidatie
I
van allylchloride met perazijnzuur) is technisch uitvoerbaar. { Door het ontbreken van voldoende fysische gegevens van de systemen AC/ECH/ AZ/HE en AZ/ECH/H
20 zullen deze proefondervindelijk bepaald
dienen te worden.
Of het proces economisch kan concurreren tegen de huidi5e route van epichloorhydrine via dichloorhydrine,is niet nader onderzocht.
•
Innoudsopgave.
Conclusie
Inhoudsopgave
1 Algemene inleiding
11
.
Huidige route naar ECn1. Productie van AC
2. Productie van DCR uit AC
3.
Productie van ECR uit Dcn4.
Bezwaren huidige route111. Directe oxidatie van AC tot
EeR
1. Inleiding
2. Productie van PAZ
3.
Oxidatie van AC met PAZ tot ECR4.
Uitgangsptinten voor het fabrieksvoorontwerpIV • Massabalans
1. Over een continu werkende reactor
2. Over een ladingsgewijs werkende reactor
V • Berekening van de reactiewarmte
1. Berekening via de vorrningswarmten
2. Berekening via de verbrandingswarmten
VI • Reactorkeuze
1. Berekening van het reactor-volume
a. ladingsgewijs werkende reactor
b. ideale buisreactor
c. continu geroerde taru~
d. aantal geroerde tanks in serie
2. Conclusie over de keus van de reactor
3.
Berekening van de af te voeren hoeveelheid warmtea. continu werkende reactor
b. ladingsgewijs werkende reactor
4.
Berekening warmtewisselaar i i blz i i i 12
3
45
6
8
10 11 12 1315
16
17
19
20 2122
VII • Scheiding van de reactie-producten
VIII. Literatuur-o"Ierzicht
IX • Lijst van Gebruikte synbolen en afkortinGen
Appendix I • Gegevens van de bij de reactie betrold;:en stoffen
Appendix 11 • Gegevens fasenscheiding
Appendix 111. Figuren blz
28
30
33
43
45
I • AlGemene inleid~ng. (lit. 1,2,3,4,10)
Epichloorhydrine (afgekort ECR) is een tussenproduct bij de glycerolr
~ bereiding , maar er zijn eveneens zelfstandige toepascincen bekend.
I
•
De be1angrijste hiervan is condensatie met polyhydroxy-verbindingen tot
polyethers (zgn epoxyharsen).Deze en vele andere condensatie-producten
hebben alE: toepassingseebiecl oppervlakte-coating
ceutica , kleurfotografie en de textiel-industrie.
verfstoffen ,
farma-Verder is epichloorhydrine een goed oplosmiddel voor cellulose-acetaat (harsgom) en wordt het gebruikt als ontsmettingsmiddel.
De wereldproductie aan epichloorhydrine bedroeG in
19
69
300.000 ton/juitgaande van allylchloride (lit. 1).
De huidige route naar
E
eR
bestaat uit de chlorering van propeen totallylchloride , gevolgd door reactie met HOCI tot een menGsel van
di-chloorhydrinen , VriJ.arna !:let kalklEelk HCl wordt onttrokJ.cen onder vorming van epichloorhydrine •
Het bezwaar van deze route is dat veel chloor gedegradeerd nordt tot
calciumchloride dat verder geen waarcle heeft.
Het chloorverbruik maakt
44
%
van de productiekosten uit (lit. 10). (zie paragraaf 11)Een goed alternatief voor de huidige route lijkt de directe oxidatie
van allylchloride tot epichloorhydrine.
Di t vindt (nog) geen cO!:lr::erciële toepassing.
(zie paragraaf 111)
Dit fabriel:svoorontwerp is een pogins de technologische aspecten van
een productie van ECR door directe oxidatie van AC aan een nadere
ana-lyse te onderwerpen.
-.
11 • Huidige route naar ECH.
(lit. 1,2,3,4,5,6,7,8,9)
Allylchloride ----~ dichloorhydrine
( AC ---;. DCR ----. ECH )
1. Productie van allylcilloricle.
----~~ epichloorhydrine
Allylchloride wordt bereid door niet-katalytische chlorering van propeen
in de danpfase , bij ongeveer 5000C in adiabatische reactoren.
De voornaaEste reactie is de substitutie van een waterstof-atoom in het
propeen-~olecuul door een chloor-atoom :
+ + HCl
De belangrijkste volgreactie is verdere chlorering van allylchloride
4 tot 1,3-dichloorpropeen.
r
De belangrijkste nevenreactie is de additie van chloor aan propeen tot
1,2-dichloorpropaan.
Proces-gegevens
temp. : 500 - 510
°c
druk : atmosferisch
mol-verhouding propeen-chloor 5:1
reactie-tijd : 0,3 - 1,5 sec
opbrengst aan producten in gew-% (berekend op verbruikt chloor)
verz. en onverz. dichloriden 16%
allylchloride 80%
specificatie zuiverheid allylchloride
gehalte 2-èhloorpropeen
>
97i~('
2. Productie van dichloorhydrine uit allylchloride.
Door reactie van allylchloride met onderchlorigzuur in de waterige
fase wordt dichloorhydrine gevormd
Er ontstaat een mengsel van isomere dichloorhydrinen.
De optredende nevenreacties in de organische fase , reactie van chloor
met AC tot trichloorpropaan en reactie van chloor , AC en DCH tot
tetrachloorpropylether , dienen zo veel mogelijk onderdrukt te worden.
Hiertoe wordt C1
2 zo min mogelijk in contact gebracht met AC.
Dit wordt bereikt door de HOC1-oplossing (in uater) in een aparte
reac-tor te fabriceren. Bovendien wordt de oplossnelheid van AC in water
ver-groot door het allylchloride in water te dispergeren (deeltjes
<
100;,,)
teneinde zo min Dogelijk AC in de organische fase te hebben.
De gedispergeerde AC~oplossing in water wordt intensief geDen~d met de
HOCl-oplossing.
Onderchlorig zuur wordt gevormd door chloor in water op te lossen
+ ---~~ HOCI + HCl
Een andere,betere methode is chloor in een hypochloriet-oplossing te
leiden
+
+ NaOCl ---~~ 2 HOCl + !TaClDeze laatste methode geeft minder vrije chloor in de HOCl-oplossi ng.
Proces-gegevens telj,p.
druk
30
-
80
°c
atmosferisch
reactie enigszins exotherm reactie-tijd
pH 2,5 -
6
(ter vermindering corrosie)opbrengst aan DCH 90:~
1 - 10 min.
..
/'3.
Productie van epichloorhydrine uit dichloorhydrine.De productie van epichloorhydrine vindt plaats door behandeling van
dichloorhydrine met kalkm.elk
+ -} CaC1
2
Na reactie met een 15%-kalkmelkoplossing in een geroerde tank , volgt
een azeotrope destillatie onder verminderde druk (150 Torr) ,
waarbij
over de top de azeotroop (ECH-water : kpt
88°c
,
75 gevl-% ECH) wordtver-kregen .en als bodemproduct H
20 , HaCl , CaC12 en Ca(OH)2 •
Na fasenscheiding wordt de waterige laag in de destillatiekolorn
terug-gevoerd, terwijl het ruwe ECH verder wordt gezuiverd (ontwatering).
Proces-Gegevens;
temp. drlL~
60 -
80
°c
atmosferisch reactie-tijd 1 - 30 min opbrenGst aan ECH>
90% Specificaties product ruwe ECH zuiver ECR81
C /"0' ongeveer9
,Qv,
0
iO°'
,4.
Bezwaren huidige route •water-gehalte
De bezwaren van de huidige route zijn
O 201
, /0.
a. Veel chloor wordt gedegradeerd tot calciu
mchloride dat verder geen
waarde heeft.
b. Aparte fabricering van HOC1.
c. Productie geschiedt in tvree trappen.
d. Vanwege de hoge corrosiviteit van de proces-vloeistof is
duur
wand-materiaal (of coating) noodzakelijk.
Teneinde aan deze bezwaren tegemoet te komen is gezocht naar een
-,
111. Directe oxidatie van allylchloride tot epi,,~loorhydrine.
1.
Inleiding.Van de directe oxidatie van allylchloride tot epichloorhydrine is slechts
weiniG bekend.
Dat er over dit proces zo weinig gepubliceerd is komt omdat vrijwel alle onderzoek naar de directe epoxidatie van olefinen zich gericht heeft op het oxideren van propeen tot propeenoxide.
Nen mag echter verwachten dat de resultaten met betrekl;:ing tot de oxidatie
van propeen eveneens geldig zijn voor de oxidatie van allylchloride.
Wel dient opgemerkt te worden dat de reactiviteit van de dubbele band bij AC geringer is dan bij propeen.
(lit. 10)
De mogelijkheden van directe oxidatie van AC tot ECR kunnen als volgt
ingedeeld worden
a. Oxidatie met lucht of zuurstof in de gasfase.
b. Oxidatie met lucht of zuurstof in de vloeistoffase • 1/.:.
~~
v-<.tl'"';Jl,Uv!.: <-!-vlA & 1- : .
c. Oxidatie met een organisch perzuur of perhydroxide in de
vloei-/~
stoffase. /-~ ~
d. Electrochemische oxidatie in de vloeistoffase.
De processen waarbij de oxidatie met een peroxydrager of electrochernisch plaats vindt, zijn aantrekkelijJ::er omdat de opbrengsten aan epoxide hier-bij veel hoger zijn dan bij oxidatie met lucht of zuurstof.
I
'VOlgenS genoemd te naarvan Asselt (lit. 10) zijn de productiekosten van de processen,
onder c. en d. aanzienlijk lager dan bij de conventionele
rou-Ecn
via DCH.In dit fabrieksvoorontwerp is gekozen voor de directe oxidatie met een organisch perzuur (perazijnzuur) omdat hiervan relatief de meeste gege-vens bekend zijn.
.
.
2. Productie van perazijnzuur (PAZ).
(lit. 13,19,20)
Perazijnzuur kan op de volgende wijzen geproduceerd worden
o
11CH -C-O-
H
. -
3
.
+ Proces-condities temp.druk atmosferisch
reactie-tijd 16 uur
kat. : st erk zuur
,
meestal H2S0L~ (1%)overmaat azijnzuur 90%-ige H
202
reactie-procluct PAZ 35
-AZ 40
-water 12 -H 202 3 -+ 40 cl IJ 50 O/~ l 14 cl 1° 6 0/ {Ob. door oxidatie van aceetaldehyde in de vloeistoffase.
Deze oxidatie geschiedt in twee stappen.
Eerst wordt aceetaldehyde in ethylacetaat-oplos~inc bij OOC met zuu
r-stof of lucht Let weinig ozon geoxideerd tot aceetaldehyde-m
onoperace-taat (ABP).
Vervolgens ontleedt dit zeer i nstabiele product bij kamertemp. (boven
20oC) in perazijnzuur en aceetaldehyde.Dit laatste wordt met een ge
deel-te van het oplosniddel (ethylacetaat) onLi{dellijk uit de reactor
ver-wijderd.
Reactie-product 25 - 30
%
PAZ in ethylaceta2.t.c. door oxidatie van aceetaldehyde i n de gasfase.
Auto-oxi datie van aceetaldehyde (vrije radicaal keten-reactie)
+
o
11c
n
-C-O-O-
H
3
6A
r
De reactie
wo
r
dt gekatalyseerd d
oor
UV-straling,verscheidene
metaa
l-zouten en
ozon.
De perazijnzuur-conccntratie dient
beneden
de
45
gew
-
%
te
blijven
i.V.E.het
explosiegevaar
(ster
k
exot
he
rn:e
011tlccling van
PAZ
).
Tijdens o}):3lng
tC!:!l).beneden 30
0C
houden
.
3.
Oxic'L:l.tie vanA:
netPAZ
tot ECH.+
HOH
2C 0
I
11Volgreactie ECH +
AZ
geeft HC-O-C-CHI
3
CH 2Cl en + CH"l:COOE ./o
11 CH -o-c-dHI
2I
3
HC-O-HI
CH 2Clo
-chloorpropeenglycol - 0( enft
-acetaatEen aa~tal auteurs (lit. 11,12) geven aan dat slechts met perbenzoëzuur
of met perazijnzuur in een niet-polair oplosmiddel bevredigende
opbreng
-sten aan epoxiden kunnen \'lorden verkregen.
8
Door anderen (lit. 13,14,15) i s aangetoond dat het openbreken
van de ep
oxi-de-ring door azijnzuur,hetgeen vorming van hydroxy-acetaat-verbindingen
veroorzaakt bij de experimenten van lito 11 en 12 , te
wijten is aan het
feit dat bij deze proeven het product niet
geIsoleerd werd en bovendien
het reactie-mengsel zeer l ange tijd op te hoge temp. werd gehouden.
(hoge temp. bevordert de volgreactie).
Het is dus niet noodzakel i jk om met een niet-polair oplosmiddel te werken.
In een azijnzure oplossing bij 20-25°C met een reactie-tijd van 2-4 uur
vindt
90%
conversie vanPAZ
pl aats.Opbrengst is 60-80% aan epoxy-verbinding.
( l i
t.
14, 15 ) •De epoxidatie is een tweede orde reactie (lit. 12,15,16)
De reactiesnelheidsconstante
oplossing bij 25,SoC is
(lit. 15,17,18)
voor propeen met perazijnzuur i n azijnzure
-5
k
=
7.10 I/Dol. sec •De reactiesnelheidsconstante voor allylchloride
met perbenzoë~uur in
benzeen bij 25°C is
k
=
1,7 10-5 I/mol. secBehalve
m
et "geiGoleerd"
perazijnzuur
is de epoxid
a
tie
oo
k
mo
g
elij
k
door
"in situ"
te
wer):en
,
<1. V!.z.
het perazijnzuur
rea
Gee
rt onr
.
liddellij
l:
zodra
het
gevormd
wordt.
Op
het
laboratoriu
m
van Che
nis
che Tec
hn
olo
G
ie
TH Delft
wordt
o
nderzoek
ver-richt a
an
de epoxida tie van
AC
raet PAZ,
w
aarbij
het PAZ
Ifin si tu
lfwordt
e;e-bruikt via de
bereiding bes
c
hreven
in paragraaf 111 2b.(lit. 23).
Voor moeilij
k
ere epoxidaties is
he
t
vlerken
met geisoleerd PAZ
te
prefere-ren
(lit.
20).
Op het scheiden
v
an
de
reactie-
pr
oducten
wordt in
paragraaf
VII nader
10
4.
Uitgangspunten voor het fabrieksvoorontwerp.Bij het fabrieksv)oront~erp is uitgegaan van
1. een productie van 60.000 ton ECn/j
2. 8000 "draaiu!'en" per jaar.
I
3.
epoxidatie met PAZ in azijnzuur-oplossinG.?
4.
90% conversie van Pl\.Z .I '7 0)
,6--<;J&' (;" ., (, t~
5.
90% opbrengst aan ECH (10% hydroxy-aceto.ten (HE) ).6.
2e orde reactie wet reactiesnelheidsconstante k=
7.10~5
I/mol. sec
~
7. temp. reactie 250C . ..J 1~
L--J ""AJ -:; .. 1'-v-, ("vv' 'Ji J V.k "1. r-- ./"I-~
V
~ S~~
lK'-c
'
~
Aan de bezwaren van de huidige route ,genoemd in paragraaf
11
4
,
wordthiermee gedeeltelijk tegemoet gekomen.
Het belangrijkste bezwaar , het werken met HOCI
(kosten chloor) wordt
IV. De ~2ssa-bal&ns.
éL. Je r;:::.ssa-balc::ns over '.'Oe:: co:1tir.'..1 I'lerke::cl'! re:-:cctor.
U
it
gegaan
wordt van:90~~' conve~sie
90;~ op'Jrer'ss-t
P:·~ ~~ . '0 ,A I ' , Z
_i._ ~n
e
e
n
q ge','T/c op OSSlnc van i-_T
·
1
=
~!,-C==
2
(zie
ber
p
k
e
nir.
g-
reac
"t
orvolume)
c
pAZ
60.000
ton
2CHper jaar.
60.000
t
on
~CHper jear betekent illet
8000draai uren
per
jaar:
60,000.
mol
.t. -Cer.1 / S-22
- ,5?
~mo_
,
;:-",T/
~v.~ s.e000'3600.92,5
H
iervoor
isnoeig
:
22
,5
2
O~§:O,9
27,
8
0
col
PAZ
/s
Met
M==2
nodig
a
an
AC
2.27,CO=
55,60
oo
l/s
De
PAZzit in
een
40;~oplos
si
ne
var.
Stel x
mo
l
PAZ
:x.
76
g PAZY :ilO 1
AZ
:y.
60
rr '-' AZ7...76
0 A;C:g-:t-y:
t;
O:::
,l~H
ieruit
volgt:
.
l:::
x
1,9
Er
is
dus nodig a
an AZ
: 1,9.
27
,
8
0
Du
s d
e
in
ga
ande
molen-stroo~: AC55,
60
~ol/sPAZ
27,80 ~01/3 AZ 52,82mol!s
l l.i '7 . .J 52,82mol/s.
Als
de ingaande
FAZ-stro
om
27,
e
O
molls
is
en
de
co
nversie
90~dan blijft
er aan
P~Zover:
2,78Dol/s
.
7'1 .!.t l..
l h ' d
p "r, (2r ()" , j I f'4 t 00,.-1CJe oWlgeze J e :loevee , el. .'l.LJ " :),' é. mo~, SI gee_ ~ me
een"
<:b~e::cst:
22,52
~oljsB
C
H
op
-22,52
r:ol/s.
'\.2
.
v
e~ner,
r
e
G.
-
!
"eer
.!. v 2 , ) _ro
, ~..ol . " /~ 0:> -;-r1.' '->v .. ,..,"'t' .. ,c: - , ? 50"heav~r
enel;"
C8'-
chloo:.'-pro?e en-c:l~-cola...-ffi
ol/s
AZdoor
tot
2
,
5
0
Do1!s
enp' -acetaat)
Jus
de
uitga~ndemolenstroom
:
22,52
:;;
ol/s
ECR
75,34
:;lol,/s ,,~~2 , ~ ,',-0 :::0 1 ,. I s '.,T,' -:-:
- -
--
-Totaal: 1:0 t2.al :In
r;lOl/s (~/sGit
:;;01/3e/
s :~C 55, ~O4253
,
,
10
----;>.30,58
2339
,
37
.' r< ~1.' .... PAZ27
,
80
2112
,
20
...;.2
,
78
21'1,28
ë)1: ,:~' ' ' ' ' ~, ;.2 52,923169,20
75
,
34
452Cl
,
40
.'\ -, _:.. i..J2
,
5Cl
38-:
, ':Je:; ~'T .:.; ~..J22
.52
201:3,10 -'.~ ,"tT;-7
136,22
9535,~8!3
3
,
72
9j35
t
<O
<
b.ne cassa-bal~ns over ee~ ladi~zsgswijs we~ke~de
reactor.
Voor
do.
l'€.J.ctir? is nodi.::-2
,
3
H'Jr(r=8341
s,zie tE'rek8r.ing)Stel dat voor ~f]&t0n p~ vul10~ v&n de r~ac~ar no~i~ is
1
,
2
uur.:oté..al is dar: :'!o':3i,::: 'loor oerJ. C~·&::'5t:=
3
,
5
~Ll;J..r.Stel ~at er per jaar ~r<~0 draai ~re~ zijn,dan zijn er
ET
:no 1 •1
n:..4
g. ~()~ I \.. IU
i
t
.
4
filOl . 10 .AC70,O6
53~1 ,1238
,
54
P'''' l\LJ35,04
266~,,043
,
50
A ", ,,'-'66
,
58
399<
,
80
94,96
3,
1628,38
eo~o -3--~ , ch&:rges. Jg
.10
4
2948
,
3
1
.tiC260
,JO
Fl~Z5';97
,
60
\7 J-!~481,90
v-, -, - '2625,15
~C=-I 12 I t,l. 'f ~168
,
54
12018,96 ~. ..lf... ... J.1,)::-y;;
I 7~ ...12018,9G
171 , 70 ;> -.~e~en
~e
voor dedich~teid3van
het reactie~engEel
10) kg/m)V . 1)e 1)erekeninc ya.:" ie 1":: ac tie-war;:,!:e.
+ +
de son van de vormingswarmten
(YE'r1-'r""Y'dl' n:-rs"" r ..
,-I-o ,," Y-'" dp.
\ -, ~ c;;,.J..l_ t., .... i~v. 1.01 ~ __ .~" CI .... ~. producten minus de
waroten van de reactanten.
id l
a
H
...
+ 1:>.:3 6. Hf 'Cf r l.ECH Ar; AC u of tl HA
U
u +A
H
L}}{ r cECi-I c ,.. '7 C " ,.., '\.LJ J:".\.,A.Berekening via de vormingswa.r~ten.
- A Ef' .... AC AHf F.\Z
-
.6 H cP
AZ
- II H ... .cpAZ
vor:liine s-I
I
~aar slechts de vor~inGswar~ten van azijnzuur en
e~ichloorhydrine
bekenfl zijn,dienen die van perazijnzuur en allyJ.chloride b~rekend
Volgens :::nternal~io!1al Critical l'at1e8(21) is dit n:et de voJt;'eclde
for:::ule woge 1i jk ui t de verbTanr!.in::-s ',.'ar::-:ten:
,
.94
,
38
.
3.
+34
,
19
.
b
+ O.à +()
.
h)
-
. 'v/",I b
~li""Ilv..t'L .JUy.
vv'1/iwa3.:rbi.j H vorminE"s',rarmte
f' verbrandin gsyarmte "(. a aEI: t2.1 C-atoffi8D b aé.ntél ::J'-atO::len d aantal Cl-atof;ien h aantal C-éi~O~Sr:.
Voor azijnzuur net
,1
=209
,
4
kca:!./:::ol ;';ordttl F
f f '7 =
209
,
4
-
34
,
38
.
2 -
3!~,19.4 ==-11
6
,12
kcal/",-101Ü<.J
~eze waarde is on~eveer in ovcreenste=nina ~et gegevens uit de li~era
t'J.1
-1T(
2.pP'?!1dix I).,6 ';If' .... :.-'."'-;:: ~-
4E
,
S
-
9/:
,
39
.
3
-
3L~ , 1S'.5 =, -35,5~ )cci:;.}/rJo1Berekenin~ vor~in~~~ar~te perazijnzuu~.
met ÓH" (1) -68,32 kcal/mol
J."r
- 2°
en b. H(
g):
0 (:?ossini)f,/
2 02-23
,
1,4
=
-68
,
32
+0
- IJ.H
f
(1)
H 202-4
4
,
88
kcal/nol (Rossini:-
44
,
84
kcal/mol )Verder is
d
e
reactie-war~te bek~nd van de r~actieazijnzuur en ~eroxide to~ rerazijnzuur en water in de vloeistof
-fase bij 25 oe,
na~elijk
1,6.10-3
kcal/mol (22)(1)
~ H r ~ ry T'f°
_.L. + n 2 2 =6 tI ~ .LpAZ-3
1 ,6.1 J : Ä Hf Pl.Z v°
+ '·2(-
68
,
32)
-92,92 kcal/ruolI
I
.a
Hf AC Ai1.(' .!. P.AZ-
35
,
6
-
116
,
4
-
13
,
3
-
92
,
3
+LZ
- .1 Hf' .I. A.Ck
c
al/nol
k
c
e.l/:::o 1
k
c
al/r:lol
~ H r-35,
6
-
116,
4
+
13
,3
+
92
,
9
-
45
,
8
k
c
al
/
mol
B
.
Bereken
i
ng
vi
a de
ve=brandin~s~ar~ten.- 6E
cp -\~
418
,5
k
c
al
/
l"l
ol
209,
4
kc
al/n
ol
440
,
8
kc
a
l
/::wl
!)
e v
erbrand
i
n;-s·.:ar::1te
v
an
P
.
s.:::
d
i
ent berekend te 1.fordpYl
.
Bekend
is
:
v
ornincswarmte
H20 = - 68,32
k
c
a
l
/mo
l
vo
rcing
s
warmte B
2
0
2
= -44,8~k
c
a
l
/mol
v
ers
c
hi
l
-23,4~k
c
a
l
/mol
vo rr::i !1gs\·:arrtit e
:J . ..., _ .d .. ':; -1 16 ,~
k
c
al/ma}
-
92
,
92k
c
a
l
/mC'1
v
erschi
l
-
23
,
48
k
c
al/no
l
(1,
25
(1,
2
5
(
1,
25
(
1.
25
15
oe)
oe)
o
e)
o
e
)
De
vo
r:aielgs'."ra!'::te
vo
o!'
e
eel :per
oxid
e
ZUllrst
of-
a
COO!';l i sdus
-
23
,
t.8
kcal/mol
De
verbrandineswarm~eis
d~s23
,
43
k
c
al/mo
l.
Da
t
v:iJ. zeggend E c PriZ Hisn:i tv
o
lgt vo
o
r
L.UI~=
6 R c, + 23,t;S ~ jI, .. 4..J418
,
5
+209
,
4
·
-
23=
,
88
-
4/
0,8-
45
,
8
kc
a}./r;;o
l.
l
:1
-,,-,
I
I, .. 1 I-
. I IC
1 I ... I!
I1
\;VI ~eactür keuze.
De conversie v0r~clijking luidt:
~e verblijftijdsvergelijking luidt:
X / d V 1 ·1 ~f,_V + - ~'- 1 . .\. V-C,.}], '7 ~._,- .
rr
:-r-·
_n,.,(1-
'r)
... ·...J e II ..:..ccr>~~z .I. l~_~ o 03
ku' Het!'=10
;.:>/
3
Hordt c -) n;er.ese1 m PAZ -oX=0
,
9
-"i 1k=7
.
10 /
/::101.s
3,
7S~?
'"'01/12"
q~ , / I2,3
8
4
2
,
016
1
,
74'(
r·~= 1 r·~ ==2r:=
3
H
=S
De v8rblijftijder. worden:
De
volu~ina woreen:t."'1I"
n=5:
429
8
s
V=9
,
S354.8341
.
10
-
~~33
=79
,
S3
~~
V=11
,
6621.5323.10
m
=67
,9
1
m
V = 1 3, 768c
.
ft
83
S.
i () -3
r)
=6
6
,
66
m
3
V=15,915S.429
S
.
10
-
3
m
3
=66
,
35
m
3
V=7
,
4087
.3,
~3.104
.
1a-3m3=254
,
12
m
3
•
Het
werkelijke volu~e wordt groter omdat reke~ing gehouden moetworden met het vulle~
T_~_,et ~e -a'nn-~~a ~p~n-~
e~ ~fJaten van de tanks.
\Jo. Ç\, ... d...;.~ -
3
:.:J:. ... c,.;.. c..._ inI
V
.
'b. 'dordt ~et Herkel:ij(e volumewet 11=2: 120 m • b.ldeale Ri'€rvoor vle rke!,cl e Voor 1':=2 b'..1.Ï sreac tor.
;elden dezelfde for~ules als
"",o-c+or
_~c.. , •
3
\:o1"d t ~e t vol UCTIe dus 80 !TI
voor de ladingsgewijs
Voor de ideale buisreaclor is het r.odig dat de vloeistof er in
propstroom doorgaat.De eise~ hiervoor zi:n:
L
d
1
SO er. Re ') 2ClOODit lijkt coeilijk te realiseren.
,\
"
.: \., I'J ...-i \_.:. - jtJ / c.~-
r...
--~-
l
Cf - -JI. --""?C
~
Voor het geval dat we een war~~ewisselQar als reactor E~bruiken
kOE~n we tot de volg~~de berekeningen:
Een war~tewi3selQar heeft ::';;1 en L==6m
Voor )::.e 20()():
(VI
)
0,16
S
=10
3
kg/m3
2 1 0 -3
~-/ 2'VI= • . d GlS
l
R4 totale_~ppervlák van de pijpen moet dus kleiner zijn dan
~L~2~~~~~
m
2=0
,
0596
m
20,1
6
Rët
oppervaK I ' van een P~JP=~ . , 'ITd 2=4,/
,005
•
10-.
4
m 2Het aantal pl. , , ~~ Toen
< .
0. ---
,0596-
-
4
--f> n ( 1224
,
905
.Î
O
m/s
De lenGte van de pi,jpen -;rordt: L
>
---~~---
-
L / 1340 til.22 "1f r ?
-4
1
'4.
"
,-
5
.1
0
~it zouden 223 war2tewisaelaars in serie zijn!
c.Continu geroerde tankreactor.
Je for2ule voor de ge::.1üldelde verblijftijr1, luidt:
x
=
kcp'---r---<;
----,
'7 ,,1-~{/ (I.:-Xj üLJ or
=~0097 senv=
~O" )0 ... c. s er~ ï,~=?11.~~~~§~2
~
!Q=~
36n
2, ~S4Dit
isze
e
r
;roo~.d.Lant:ö..:!. ~·'?ro0rè.9 tan:':~ in seI'ie.
Is het aa~tal eeroerde tank~ i~ serie )
S
d~n ~:ö..~ het systee~":lo2~è.e:l ~e~c~()~.l.'Jcl L13 ~E-.::l t1.1.i S::'92 .. C :a~.
~ldridcp en Piret ( 24 )geven ee~ erafische methode voor het
b~reken~n van het opti~ale aant&l t~nks in seri~.Vaor een 2e
orde :t~ea.c~ie :::et ovei~:}~a~2..;i de .:·eact2,~ten Geld t :
-,
(
d
C
)
.
- l OC.,-
--
=x
.
a
(~+~)
d t r. 11., n1
~t.. I\Ncj . ~ I-.. - . - - - -
E
De on~~~rp verceliJ~ing voor de ne rSé.i.ctor 11::.idf::
e
=: T n !1 a 11. -1 l ' (., ) ~----
=
+~ ~+a .~ n n a~ " E==c,,-, -cn , .. , =c,(' -C~,., _l.V .10. r .. i...J \ ... .. C •. .c.:'J o 0 n n ~3
:s
r:J-Voor 7 geroerde t·
.
mk
s
in serie vlordt het vo1u
n:
e per
ta
nl:
(
H
=
2)
7-V =:
80/7
Z1
2
m.:l
e
n =
=
1192 sec
•
Ee
t
behulp van de
Gra
fi
s
che
lliet~odevan Eldridge en Piret
(zie
figuur 1)
is
nu
i
n
ieder
v
a:1
de zeven tanks de begin-
en
eind-
co
ncentratie
van
,
PAZ te bepalen
.
(
,.
c
n
r:J.ol
/1
a
n•
V
O
I
:lg
ezet FAZ
t
ank
n
n
(
m
ol)
(
m
ol)
a
2,915
33318,45
0al
2,00
22
860
,00
10458,45
1
a
2
1,42
16230,60
6629
,40
2
a
3
1,03
11772,90
4457
,70
3
a4
0,76
8686
,
80
3086,10
4
a
5
0,56
6400
,8
0
2286
,00
5
a6
0,41
4686,30
1714,50
6
a
7
0,29
3314,70
1371,60
7
In
figu
ur
2
is
het aantal molen
o
mgezet
\
PAZ
ui
t
[:e
zet als functie
van
de
I
tijd.
2. Conclusie over de keuze van de reactor.
Ui t de berel:eningen volgt dat de buisreactor <-n de geroerde ta:rüc ongun
-stig afsteken tege~ de ladingsgewijs werkende reactor en de cascade van
tankreactoren.
Een nadeel van de badge reactor is dat het voluEe groter moet zijn dan
dat van de buisreactor o~dat rekening gehouden dient te worden met het
vullen en aflaten van de reactor.
Met M=2 wordt Vb' 80
m
3
en met de gedane aannanen van vul- en aflaat-u~s
tijd vlOrdt V, d 120 m
3 •
.
r
I 'o a ge ('" (, ><.<_1-<.<. ' )
Bovendien zal hierdoor de af te voeren hoeveelheid warmte per ta~ groter (
(l~ x) zijn bij de badge-reactor.Czie ook paragraaf VI
3).
Een cascade van tankreactoren heeft hier wel de voordelen van een
buisre-actor maar niet de nadelen.
Op grond van deze feiten is gekozen voor een cascade van
7
ta~~reactoren.In de cascade kan het afvoeren van de reactiewarmte op elegante wijze ge
-combineerd worden met het roeren van het reactieri"wngsel door dit via een
uitwendige war~tewisselaar rond te pospen.
Daar het reactiemengsel hoge eisen stelt aan het materiaal (corrosie) is
het zaak zo Din mogelijk gebruik te hoeven naken van dure coatings.
Door de uitwendige warmtewisseling is het nu niet meer noodz~celijk de
re-actor te bekleden met titaan (~) , maar kan volstaan worden de reactor
te moffelen.
Door de procesvloeistof door de pijpen van de warmte-wisselaar te sturen,
wordt het oppervlak van de t i taan-coating 1:1et 25% gereduceerd , afgezien
van het mantel-oppervléL~ van de '7armte-wisselaar.
..
.
I
20
3.
Berekeni ng van de af te voeren hoeveelheid warmte.De total e hoeveelheid af te voeren v:armte ,
fJ
W
tot
in een reactor bedraugt
aantal reagerende moleculen x reac tie-Viarr::t e
De reactiewarmte i s [). H
=
-
45,8 kcal/melr
A.
Voor de contine werkende reactor.Hierbij is het aantal reagerende moleculen (zie massabalans)
25,02 mol/sec Dus
1Yw
tot=
45,8. 25,02 •4,19
kJ/sec=
4800 kW(
o L 0Als de proces-vloeistof opgewarmd mag worden van 25 e tot ~o e dan necnt
de vloeistof aan warmte op
met d. 1-'m c P 6T
1Yw
~ 10 -;::::: 2=
15
=
1Ym
.
c p.AT
l:g/ sec.
103
J/l~g oe wordtDit is ongeveer
6
%
van d.'""'V!
tot•
~w
=
300 kHNeemt men
7
reactoren in serie (cascade) van 12 m3
(zie reactor-voluGeberekeningen) dan blijkt dat in de eerste reactor ongeveer 1/3 van de
totale hoeveelheid PAZ vlOrdt omgezet (zie figuur 2).
In de eerste reactor ontstaat dfis ook 1/3 van de totale hoeveelheid
warmte.ln de volgende reactoren wordt steeds minder omgezet zodat er
dus ook mi nder warmte vrijkomt.
De warmtevlisselaar van de eerste reactor dient dfis 1 / 3 . Lr800 =
B. Voor de ladingssewijs werkende reactor.
Per charge reageren
31,
5~-.
10
4
mol (zie massa-balans) dus\'J tot
-De reactie-tijd ir.. de "ger'liddeldelf ~wfJ
w
gem = 31, 5L~ •10
4
.
de ladinGsge\ïi j s rlOrdt dan45,8
.
4,19
kJ=
60
,5
•10
6
l;:.J vlerkende reactor is8360
seckJ/sec =
7240
kWAls, analoog aan de berekening bij de continu werkende reactor, gesteld
\c
4
,-l,.\
van de totale omzetting
)~ k~
warmte vrijkoJ;:t
~
dan0/\
1-wordt dat in
1/7
van de totale reactietijd1/3
plaats vindt
,
dus1/3
van de totale hoeveelheidgeldt / J,
",b
, "
jpv
lJ~}\)/-1Vl--1
1~
"
,}
Y
>'\;~
.:-
L-~,
1
-".~) I:
) i-
(\-f'"l)
'
."Cr'"".
)n
1>-0 I"';d'r
fJ
VI=
1/3
.
-':I tot/
(1/7
• T)=
=
7/3
.
6°
52
•106
=
16890
kW8360
) J-~
'L
~V"\" , 1 - I JI.,.".'~4..JHet totaal benodigde volume van de badge-reactor is
120
m3 •
Cl..D-
'
·"·
"
-Dit volume kan verdeeld worden over meerdere parallelle reactoren.
In de volgende tabel staat de hoeveelheid warmte die afgevoerd móet w
or-den in de eerste
8360/7
=
1200
sec als functie van het aantal parallellereact6ren vermeld.
aantal volume
.
3
fJ
w
in km~n m ,1
reactoren per reactor
1
120
16
8
90
2
60
8445
3
40
5630
L:-30
4223
620
2815
7
17
2413
10
12
16
89
4.
Berekening TIarrn~ewisGelaar.Er wordt uitgegaan van een pijpenbu~del warmtewisselaar TIet vaste
pijp-platen in horizontale opstel ling.
Pijp dianet3r dikt e materiaal stec,k
32
n;.m in driehoel~. pijplengte6
r::l25
mm (uitwendig)I
2,5
r.lli'1I
staal (À=
50 Vllm °C)Vanwege de corrosiviteit van de procesvloeistof is een titaan-coat ing
aangebracht , diJ:te 0,25 mn (À t i taan
=
17 Wim °C)De proces-vloeistof gaat door de pijpen (mi nder kosten voor de coating)
en het koelwater om de pijpen.
Inlaat-temp koelwater
Nei ging tot vervuiling
ma.'{imaal toelaatbare uitlauttemp.
overdrachtsweerstand vuillaag 0,5
Tóelaatbare druk aan koelwater-zijde
1
baro
Uitlaattenp. procesvloeistof
25
C.Af te voeren hoeveelheid warmte 1600 kW
Voor
992
pi jpen wordt de mantel-diameter van de warmte-wisselaar1,10
m
wand
l:oelwater - - - - + -
T
procesvloeistof: I
TOl coating vuillaag 400c •
m2°C/k~
;
!
22
.3erekeni~J.C lilaYr:lte-o. ·.ter.:tI'éi.ch t;:; coi:.~f fici
ër:
ten,.Uitw~ndi~9 dia~eter: 25
dikte :
2
,
5
r..!";1.~r is
een
coatinc aange~r2cht va~ 0,25 8~ dikte,de dia~eter\·rordt dus 19,:;' ;::ju,.
Stel
3
:71/ S 103k
:
~/::1
3
(voo
r
v
=
l
m
is
R
e=1
9500
)
pr
')
0
,
7
Hieruitv
ol
g
t :
~r=
20
.
}.
ol,
~d
.0,027•'
)
0
,
8
T)0
,
33
'te • J.. r 0,1--
-
----::;;
.
19,5.10 ./0
,
027
.
(5
85
00)0
,
8
.
(20)°,3
3=
(voo
r
v=l
mi s 2). 00 de pijpen(
0<.
2)' D t . 1 = 1, 1 Cl ::1. war~ e-W1SS8_ aar aa~tal pijpen=
992
èia::1e t
e
r
..
:n.
JPhyc1 :1.'<:.u1 isc!18
=
25
3=
~atte o~trek.F
~
'
~
.
(1
,
1)2
_
992
.~.(
25
.
1()-3)2
=Tl'
0
,
14
7
5
c2
•
'i q =11
25~9 m24 ""
, c:.. u 'T'w'~ " I li1 20" v •22
e
oo
~Ii er"ui t volG~:' :
I
cA.
=---~!.~:2
. (G2Lrf)D)O,8.70
,
33.
8 ,027 =104
'J/m2o C2 2,28.10 Voor v = 1 w/s ':iordt 0<.2
=
~
140
':,/m2oC v,
ç' ~ Cl- '··-) . I 1 I =2423
-1 r- r',r .. n-
3
O,::.c::;. (--·---:3
0,5.19.5.10-4
10 c;3
1('-
4
,..".
.) r) ~ - r A -~ 1 ( " r ? 1. - ;'\ / ( " " 1: '" 1-
3\
" , _,' • .::. "). ,Cl • ~ n \ _ • ). _5.
I () ) I \', , J • Co O. I 0 " ---~5--- ----1" ~.", 'Y' /1" 73
'2 - l' ", . - . , I - • (') c: ? r ~ (') - .! 1 ·,., ( ' ) r:: ? r - r) - \.1 (f") C J q c: 1 () - .J \ '-'" ~.. ~ _ . , - " ol - ) . I - • __ ~~ " , _,'. - J. ! " I , ",
j
.
I . , , ... !. . /---
)
-
---
- --- ---~~---I f C ' A q2 J:)-
1
_,20,., I ,' I, ... . 1 ... J.U \...t/ ".24
~;llS I5
'2 C; () 1 () C; C;7
1 q ,,\ 1 () -5 -
J3
<:7
7 1 n -4
_,20 (' I .r \ j + -," + '. + ./,./ + '" , c... ; . \ - I , _ ,. ', ,Jl '-'; ,', . Voor ·oT = Voor v '" 1;nIs
volg't : I ffi/ S ':Tord. -: :::\.2 Î25
=
-Tö
n
5'
T
§:S
1=-414Ö
~'7'? -rl 20 C 1:;- ':,/ ill ' -~ 12, 75.
1 J ,'r - ~ c: 1. - ~ 20 '" " , c.c:.,J47. ,Cl ;TI !-'/ "'I'e+
r
1. v.t.,
1 1 nd
.
l.n,·.' 1()33
992
10 r- 1()-3 -./ , :"'. _ .oU3
°
2. 10 Jjkg C Hordt8
90
kej
s en,0"
Voor v,,! =1
~js
wordt~
m
=297
1 Het )Ç) ') L y~ é-n ~2 C P2-
13
0 ()'r
~js e'"' _ I ... \ J.'~ .. .Ir. Voor v')=
1rr./
s '.vord t0,
r u.~\.~~.
'/1 :.1 U732
'-; o\'! m r, J. A n.Tf.d.l . d 25.10-3
...
.~.
.
n992
L t" \) :TIStel
Stel
ri. y.;~,i 'I (00 ',,,".i,c,'- , "2 1600. 1()3 -
-
130.... / .,
'j'
.
It
,
1Q./
.
'1,,
\
'
3
•
1720. 103
.
(r
-
~D
) °1 "'125
.
9
0", 1" •• 594.103.(
T
-
T
)
°1 e 1I
,I
T T °2 e 2 llT m Dus
=
20°C=
20 ==
( J:' e 24
40 oe )+
1600=
20,3 oe 1390 •L;:I9
(25,9 - 20,3) - (25 - 20) ln (5,6/5)
==
=
732 • 992 •Tf.
25 .10-3
• 6 • 5,3=
1800 kVI=
Voor v=
1 !TI/sec enPw
=
1 1600 kV., wordt T=
27,7 oe °l Uit ~=
1600 kW volgt nuw
2 Hiermee v!ord t l:! T = 5,91 oe en m=
1230 kWHieruit blijkt dat een stro0l:1snelheid van 1 El/sec in zowel als om de
buizen niet voldoende i s om 1600
kn
af te voeren.Een stroomsnelheid van
3
m/sec voor koelwater en procesvloeistof ismeer dan v61doende om de vereiste hoeveelheid warmte af te voeren.
Tussen deze snelheden ligt een optimum.
26
~-i- Lr~j)JJYYh
-.
De drukval in de leidingen.
( v
=
3 w/sec)Voor de drukval gelden de volGende vergelijkingen f ~-
f
v 2 S L ÁP=
•
•
.
F 4f=
0,316 •R
.e-0,25
met = 4F / S volgt4
1 2 L / A p = f .-;r
f
v .
d h1) drukval binnen de pijpen. 4f
=
0,316 Re-O,25 Re=
58500 =;> ~·f=
0,316 met kg/m3f>
== 1000 v=
3 n/sec L=
6 rJ. d h == 19,5 • 10-3 m 2) drukval om de pijpen. (Fanning-vf:rGelijl:ing)(Blasius-verge1ijking voor turbulente
buistroning) 0,06 4 3
=
0,0203 wordt ~ p=
0,281 bar Re == 68400 ~ 4f = 0,316 0,06183=
0,0195 metfJ
=
1000 kg/r) v=
3 m/sec d h=
2,28 • 10-2 m wordt À p = 0,231 barI
VII. Scheiding van de reactie-producten.
AC en HE vertonen een groot verschil in kookpunt (bij atnosferische
druk) t.o.v. elkaar en de andere reactie-producten, zodat deze
genak-kelijk door destillatie uit het reactie-prod~ct zijn te ver~ijderen.
Het grote probleem bij de scheiding van de reactie-producten is de
scheiding van ECH en AZ.
ECH en AZ hebben bij atnosferische dru~ een gering kookpuntsverschil
(116°C en l18°C).Bovendien vallen de damspanningscurves over het gehele
tenpera tuurgebied nagenoeg saGen (zie figuur 3) , zodat deze tvlee
stoffen niet op eenvoudige wijze door destillatie zijn te scheiden. De gedachte gaat dan uit naar extractie.ln de literatuur is slechts
één ternair systee::1 bekend vlaarin ECH en AZ voorkomen (li t. 25).
De hulpstof is water (figuur 4 geeft het driefasendiagram weer).
In het reactien:engsel is de gevlichtsverhouding ECH/AZ echter 31/69
(punt F) , zodat het ontmenggebied niet doorsnden kan worden. Hiervoor
is ten minste een verhouding 1/1 nodig.
Omdat AZ een stolpunt heeft van 16,6 °c zou door tenperatuurverlaging
gedeeltelijke uitvriezing van het AZ het gewenste resultaat op kunnen
leveren.Over het vast-vloeistof systeem van ECH en AZ is echter niets
belç:end.Kijken we naar he~ systeem H
20/AZ (wat vraarschijnlijJ: veel
gun-stiger is dan ECn/AZ) dan zien vre dat er een eutecticum l igt bij 40
mol% H
20 (temp. -27°C).Het vast-vloeistof systeen ECH/AZ zal er ongeveer
ui tzien als figuur 5. Uitvriezen zal een te kostba.re zaal;;: worden.
Het is mogelijk het AZ uit te zouten met NaOH (lit. 26).Afgezien van de grote hoeveelheid warmte die vrijkont (NaOR + AcH - NaAc
aq aq aq
-13,155 kcal/mol) ontstaat er ten koste van NaOH en AZ waardeloze HaAc.
AZ en BCH vormen een azeotroop (kookpUl'lt 115 °c bij 1 atm ; 34,5 gew-%
AZ ; 1it. 27).Theoretisch is het mogelijk deze azeotroop door
destilla-tie te
scheide~
van AZ (kpt l180C).ITet aantal trappen zal echter zeergroot zijn.Bovendien zou hierna nog een extractie met water dienen te
volgen.
Verder vormt ECH met H
20 een azeotroop (kookpunt 88°c bij atmosferische
druk, 75 gew-% ECTI).ECH mag echter in aanwezigheid van nnter niet boven
de 800c komen omdat het anders met water gaat reageren.
Hoe de azeotroop l igt bij lagere druk is nie t bel;:end.
In principe hebbe~ we hier een nethode om EC3 van AZ te scheiden.
Wanneer we een bepaslde hoeveelheid water aan het systeem toevoegen
is het mogelijk een azeotrope destillatie uit te voeren,analoog aan
het systeem alcohol-uater-benzeen.
Deze azeotrope destillatie dient onder vermi nderde druk te geschieden
i.v.
m
.
de reactie van ECg en nater boven de8o
oc.
Ret topproduct ECR/water scheidt zich na condensatie af in twee lagen.
De lichte laag (water +
5,9
gew-% ECR) wordt als reflux in de kolom teruggevoerd.De zware laag bevat93,8
gew-% ECH.Bij 20°C is het volume van de Z\'lare laag 70% van het totaal volume. (zie appendix 11 en figuur
6).
Als bodemproduct wordt vrijwel zuivere AZ afgetapt.
Daar geen evem'lichtsgegevens bel::end zijn van de ECH/AC/AZ/HE systemen
en omdat deze polaire stoffen zich zeker niet ideaal gedraGen (m.a~w. met 1JRaoultll 's vlet zijn geen evenwichtslijnen te berekenen) zullen
we niet verder óp de destillatie inGaan.
30
VIII. Literatuur.
1. F.Andreas
,
K.<1röèe
,
Propylenchemie
,
AkadeP-lie-Verlag
,
Berlin
(1969).
2.
K
irk-Oth
uer
,
Encyclopedia
of Chernical TechnoloBY
,
2nd ed.
,volu
me
5
,
p.205
,
305
,
318.
3. F.Asinger
,
Mono-olefins
,
Chemistry and Technology
, lst ed. ,
Perga-Bon PresG
Oxford
(1
968
)
p 515,538,557.
4.
M.Sittig
, Organic Che
mi
cal
Process
En
cyclopedia , 2nd
ed.
(1969) ,
p.
67
,
236
,
291.
5.
Petroleun Refiner
~(11) (1959)
253.
6. D.L.Yabroff
,
J.Anderson
,
Proceedings 3rd world petroleum
congress ,
sect.
V (1951)
22-30.
7.
u.s.
Pat. 2.993.077
(by
F.C.Trager
to
Pittsburg Plate Glass Company)
1961..
8.
u.s.
Pat. 2.769.845
(by
R.Knaus to
Olin
EathieGon Chemical Corp.)
195
6
.
9. P.H.Groggins
, Unit
Processes
in organic
synthesis
, 5th ed ,
I'Ic
Gravi-HilI
,
New York
(1958) p.
271
,
793
•
10.
U.Th.van Asselt , Fabricage
van
epichloorhydrine
,
scriptie
,
Labora-torium Che
nis
che
Technologie,
TH Delft (19
69
).
11.
J\..Byers
,
n.J.Hic1:inbottom
J.Chem.Soc.
1948
12. B.E.Lynch
,
K.H.Pausaucker
, J.Chem.Soc. 1955 , 1525-31.
13.
ref. 3
,
p.
75
6
.
1~·.
T.l
.V
.Findle;y ,
D.Swern
, J.T.Scanlan , J.Amer.Che
m
.Soc.
67
(1945)412.
15.
D.Sviern
,
Chem. Rev
•
.:±.2
(19
lI-9
) 1 •
16.
Y.Ogata
, I.Tabushi , J.A
mer
.Chem.Soc •
.§2
(1961)
3444
•
17.
D.Swern
,
J.Amer.Chem.Soc. 69
(1947) 1692.
18. J.Böese
ke
n , J.Stuur
man
,
Rec.trav.chim.
5
6
(1937) 1034.
19. ref.
9 p.
974.
20.
J.A.Jo
hn
,
F.J.Weymouth
,
Chem.Ind. London
(19
62
)
62.
21. International
Critic~lTables volu
me
V
,
p. 162.
22. J.d'Ans ,
W.Frey
,
Z.Anorg.Chem. 84
(1913) 145.
23. K.T.Kremer
,
De epoxidatie van a11ylch1oride in de vloeistoffase
,
afstudeerverslag Laboratorium
Chemische Technolo
gie
,
TH Delft
(1970).
24. J ..
H
.Eldridge ,
E.L.Piret
,
Chem.Eng.Progr. 46
(1950) 290.
25. P.Leone
,
J,:.Benelli
,
Gazz.
c
him
.
ital.
.2.
11 (1
922
) 75.
25. DunninchaJll
, J.Che
m
.Soc.
1-..Ql
(1912)
431
•
27. Lecat
,
"Azeotropisme" 1918 •
IX. I.Jijst van gebruil:te symbolen en afkor'tingen. A c c d D f F F P o ÀH . r ~
Hf
AH
cAT
k L m m oppervlak concentratiesoortelijke warmte bij constante druk , per kg
diar.1eter dichtheid frictiefactór doorsnede initi~le molenstroom reactiewarmte vorr~lings\'larmt e
verbrandin5swarmte
logarithnisch teffiperatuur gemiddelde
reactiesnelheidsconstante
lengte massa
mol. gew.
M verhouding beginconcentraties reactanten
n brekingsindex p p r R druk druk straal warmteweerstand RA reactiesnelheid component A S "nattelf omtrek S space velocity t tijd T temperatuur
U totale warmteoverdrachtsco~fficient
v snelheid V volume W hoeveelheid warmte X conversie m2 kg/m
3
of kmol/m3
J/kg oe m gr/cm3
2 m mol/ sec kcal/mol kcal/mol kcal/mol oem
kg gr/molN/m
2
lnm Hg m -1 sec sec oe,
W/m2 m/secm
3
JOK
oe .' IRe
=
nu
=
Fr
=
warmteoverdrac~tsco~fficient
dynaEische viscositeit
warTIteGeleidingsco~fficient
dichtheid verblijftijcl debiet
(f>.
v d) / tt
( 0< • d) / À
( c.
~ ) / À p Indices c coating e einde h hydraulisch m massa mol molen 0 initiëelp constante druk
v volume v vuillaag st staal VI warmte Afkortingen AC allylchloride AZ azijnzuur
DCR dichloorhydrine
ECR epichloorhydrine
getal van
getal van getal van
HE heavyends (hydroxy-acetaten) PAZ perazijnzuur Reynolds Husselt Prandtl
"t
;/
JU 20c
2 Hsec/ru Wi m°c
kg/r:l3
)2 sec hoeveelheid/secAppendb:
r.
Gesevens van de bij de reactie betrokl:en stofien.
1. Epich100rhydrine
2. A11ylch1oride
3.
Perazijnzuur!.j .• Azijnzuur
5.
Hydroxy-acetaten6.
Literatuur behorend bij appendix Ib1z
34
36
38
39
41
42
I
1. Epichloorhydrine (EeR).
Mol.gew. 92,5
Struc tuurf orr:mle
EeR is een kleurloze vloeistof en heeft een zeer irriterende ,
chloroform-achtige Geur.
Zeer giftig.
maximaal toegestane eone. 25 ppm
(li
t.
2)Handelsspecificaties (lit . 2)
zuivere ECR 98,0% (\,later-gehalte
<
0,2~.::)prijs
ruwe
ECH
81%27
i
/lb (tank car lots)29,5
J
/lb (ear lot drums)kookpunt (760 nilll) 116,11 oe (lit. 1,2)
116,5 en 117,0 oe (lit.
117,9 oe (li t. b)
stol punt - 57,2
°c
(lit. 2)smeltpunt -25,6
°c
(lit. 2)ontbrandingspunt 40,5 oe (open cup) (lit.
dichtheid DO :: 1,2040 gr/em3 (lit.