CASE STUDY
716,g4M-Tio.MEfe. - KIZISW-att-f.cif sgm.),"Voorspellen en minimaliseren van
de golfweerstand van schepen"
door Hoyte C. Raven
(MARIN Wageningen.)
TECHN/SCHE UNNERSITEIT Laboratorium mar Scheepshydromechanica Archlef 'Mekelweg 2, 2628 CD Delft Tel7015 756873 - Fax: 015 781338 -7 r-tszaHet probleem.
Een varend schip ondervindt,weerstandskrachten van verschillende .a.ard. Het
belangrijkst zijn meestal de viskeuze weerstand en de golfweerstand. De viskeuze weerstand heeft te maken met het feit dat, net als bij vliegtuigen
auto's, langs de romp een grenslaag wordt gevormd,
die overgaat in een zog achter het ,schip. Op de
romp werken daardoor een wrijvingsweerstand en een viskeuze drukweerstandscomponent. De
golf-weerstand hangt samen met het golfpatroon dat het schip opwekt en ,dat achter het schip meeloopt (zie
Figuur 1). Het wordt bepaald door interferentie van golfcomponenten met verschillende richtingen die opgewekt worden op verschillende plaatsen op de romp; vooral aan beg en achterschip. De go!-yen veroorzaken een verandering van het drukveld iangs de romp en daarmee een weerstandskracht;°
aldus wordt, de benodigde golfenergie door het schip
geleverd.
Afhankelijk.van de vaarsnelheid en de rompvorm
varieert deze golfweerstand van 15% tot wel 60% van de totale weerstand. Verminderen van de
golf-weerstand is dus van .g,root praktisch belang uit een
oogpunt van energiehesparing.. Dr komt bij dat
de golfweerstand.erg gevoelig is voor details van het
rompvormont-werp en dat dus met relatief kleine
wijzig-,ingen vaak aanzienlijke winst te behalen is.
In het onderzoek naar het minimaliseren van de weerstand van sch.epen speelt het Maritiem
Research Instituut, Nederland (mAREN) een
be-iangrijke rol. Rederijen, scheepswerven, marines
en ontwerpbureaus uit de hele wereld komen
hier voor advies en laten het ontwerp, van een
rompvorm optimaliseren met betrekking tot
weer-stand, voortstuwing en gedrag in golven. Voor
dit optimalisatieproces zijn vaak maar een pa.az
.weken beschikbaar. Voorafgaand aan de vrij kost-bare en tijdrovende modelproeven wordt daarom tegenwoordig een g,root deel van de ,optimalisatie gedaan met, behulp van berekeningsmethoden...
Zulk.e methoden moeten dus efficient, routinematig
toepasbaar en toch nauwkeurig zijn belangrijkei
randvoorwaarden,
ook voor een methode om
golfpatroon en golfweerstand te berekenen..Het mathematisch Model.
Bij het berekenenvan een door een schip opgewekt golfpatroon kun-nen we viskeuze effekten bij goede benadering
ver-waarlozen. We mogen dan een potentiaalstroming
veronderstellen:. her snelheidsveld is de gradient
van een scalaire potentiaal die, vanwege de
in--compressibiliteit van de stroming, aan de
Laplace-vergelijking ,moet voldoen:
VO
(V fi
V26 = o .Op de romp moet de normaalcomponent van de
snelheid nul zijn: de stroming gaat langs de romp, niet er doorheen. Echter, de stand die de romp tij-dens de vaart aanneemt, wordt mede bepaald door de hydrodynamische drukverdeling en die kennen.
we niet van tevoren. Aan het wateroppervlak
moe-ten twee randvoorwaarden worden opgelegd: ook
bier moet de normaalsnelheid nul zijn, maar boven-dien moet de druk gelijk zijn aan de atmosferisch.e druk.. Samen met (niet, .geheel triviale) voorwa.ar-den op oneindig is hiermee het stationaire probleem volledig bepaald.
De belangrijkste rnoeilijkheid Zijn de randvoor-waarden aan het wateroppervlak: Deze moeteri
worden opgelegd op een golfopperviak dat nog niet bekend is en ze zijn boven.dien niet-lineair
in de onbekeirde potentiaal 5 Mathematisch is dit dus een niet-lineair vrij opperviak probleern.
Een methode waarbij
linearisatie van de vrii
oppervlak randvoorwaarden werd toegepast, was
al jaren met succes in gebruik op het MARIN..
Maar de beperkingen en onnauwkeurigheden van de linearisatie gaven toch problemen en de opzet
van een volledig niet-lineaire methode was gewenst.
Een iteratieve oplossing. Om het aiet-lineaire
vrij, oppervlak probleem op te lossen zullen we een
stapsgewijs (iteratief) praces moeten toepassen, In
,elke iteratie berekenen. we een stroming in het
ge-bied onder het golfoppervlak dat we in de vorige
iteratie gevonden hebben. Met de oplossing die we
zo krijgen, passen we de vorm van dat golfoppen
vlak aan en gaan naar de volgende stap. Als het
14 CASE STUDY ITW-Nieuws
I
en
Man rt 1996, Nummer 1
iteratieproces juist geformuleerd is, ,convergeert de
oplossing naar die van het exacte vrij oppervlak:
probleem.
Op deze manier hebben we in elke iteratie een
probleem in een bekend gebied, ma.ar de
randvoor-waarden zijn nog wel niet-lineair. We lineariseren ideze door aan te nemen dat, de nieuwe
snelheids-verdelin.g op het wateroppervlak weinig afwijkt van die van de vorige iteratie. Zo krijgen we twee
geli-neariseerde randvoorwaarden; mar we kunnen. er
maar .een opleggen aan de oplossing van de
Laplace-vergelijking. De andere moeten we gebruiken om na de iteratie het golfoppervlak aan te passen. Om
een goede convergentie te krijgen leggen we echter een combinatie van de beide randvoorwaarden op,:
1
=-9Fri7V(13 V [V(1) 2'74) Vc,d1
+V(p( V.H .13 y
waarin H (x, z) de hoogte van het golfoppervlak uit
de vorige iteratie is; y is de vertikale coordinaat;: V.I. is de snelheidsverdeling aan het
wateropper-vlak in de vorige iteratie; en (pi de onbekende
ver-andering van de potentiaal die in de betreffende
iteratie gevon.den moet worden. Niet bepaald een
vorm die je eLke dag tegenkomt; maar voor de im-plementatie konden we ervaringen met de vroegere
gelineariseerde methode gebruiken. De afgeleiden van de factor tussen vierkante h.aken worden met
.differentieschema's in de snelheidsv,erdeling aan het
wateroppervlak uitgedrukt. Wrr` - -Zoo.-- ...rm- ";1.r..1017-;-" CASE STUDY 15
Ads we met deze, randvoorwaarde het probleem
in een iteratie hebben opgelost, krijgen we een
nieuwe benadering van de snelheidsverdeling op het wateroppervlak, V, vervolgens krijgen we uit de drukrandvoorwaarde een nieuwe vorm van het wateroppervlak, H. Stap voor'stap evolueert aldus
het golfpatroon,, tot ,een geconvergeerde, oplossing
verkregen is..
Raised panels., Om het potentiaalstromingspro-bleem in elke iteratie op te lossen .wordt een
pa-nelenmethode gebruikt. In een conventionele pa-: nelenmethode wordt op de beg,renzingen van het gebied een verdeling van bijvoorbeeld
bronpane-len met onbekende bronsterkten. Het
snel-heidsveld is dan de som van de ongestoorde
aan-stroming en de door alle bronnen geinduceerde snel-heidsvelden en voldoet per definitie aan de
Laplace-vergelijking.. De onbekende tronsterkten moeten gevonden worden Mt de randvoorwaarden. In het
midden van elk paneel kiezen we een collocatiepunt
waar we de randvoorwaarde opleggen. Deze druk-ken we uit in het snelheidsveld, dus in alle bron-stetkten. Doen we' dit voor a.11e N pa.nelen, da,n krijgen we een stelsel van N algebraIsche
vergelij-kingen voor de N onbekende bronsterkten. .Ads we
dit stelsel oplossen kunnen we het hele
stromings-veld berekenen.
We zouden deze aanpak kunnen. gebruiken ora
het probleem in elke iteratie op te Iossen. DaArvoor zouden we de romp ea een stuk van het
wateropper
-Figuur 1: Berekend ,golfpatroon van een schip.
0
viak met panelen moeten beleggen. Masr met de
verandering van bet wateropperviak in elke iteratie
zou dus ook die paneelverdeling steeds mee moe-ten veranderen. Op grond van eerdere publikaties rees bet vermoeden dat dat ongunstig was voor de
stabiJiteit van het iteratieproces. Een onconventio-nele keus die danrom gemaakt is, is om de paonconventio-nelen
niet op bet wateropperviak te leggen, maar op een
korte afstand erboven (ongeveer édn paneellengte). Het bijbehorende collocatiepunt. waar de
randvoor-warde wordt opgelegd, blijft natuurlijk nog wel op op het werkelijke wateropperviak. Binnen zekere grenzen is de afstand tussen panelen en
waterop-pervlak arbitrair. Da2rdoor kunnen bij verandering
van het wateropperviak van iteratie tot iteratie de panelen meestal gewoon op hun plants blijven en
bewegen alleen de collocatiepunten omhoog of om-lang. Dat is simpeler en stabieler. Bovendien is het in de stroming geinduceerde snelheidsveld een stuk
gladder dan wanneer de panelen op het
waterop-perviak zouden liggen. En als onverwacht voordeel
bleek, zowel theoretisch als in de praktijk dat deze aanpak leidt tot een veel grotere nauwkeurigheid
van de voorspelde golfieng-ten. Figuur 2 toont een
paneelverdeling op de romp en (geprojecteerd) op
bet golfopperviak.
Toepassing. De RAPID methode (RAised Panel
Iterative Dawson) bestaat nu in essentie uit bet
boven beschreven iteratieproces. waarbij de speci-ale panelenmethode in elke iteratie wordt
toege-past. Deze aanpak blijkt in de praktijk efficient
en behoorlijk robuust. Met 10 tot 20 iteraties is
de oplossing meestal geconvergeerd. In de regei.
worden 3000 tot 6000 panelen per symmetrische helft gebruikt. De totale rekentijd ligt dan tussen 2 en 10 minuten op de CRAY C98 supercomputer
van SARA. De meeste doorlooptijd van een projekt zit in het invoeren van de scheepsvorm.
De voorspelde golfpatronen blijken in de regel zeer goed overeen te stemmen met metingen.
Fi-guur 3 toont een vergelijking tussen
langsdoorsne-den door een golfpatroon. berekend met de ge-lineariseerde en de niet-lineaire methode en
zo-als gemeten in een MARIN sleeptank. Met name
voor het boeggolfsysteem (links in de figuur) hlijkt
niet-lineair veel beter te kioppen. De verbetering
van de nauwkeurigheid die met de niet-lineare
me-thode bereikt is, heeft de verwachtingen
overtrof-fen. Maar ook het toepassingsgebied is een stuk groter dan dat van vroegere methoden.
Inmiddels wordt het RAP ID-progTamma op bet MARIN routinematig gebruikt; voor zon 80 tot 100
.d -_______________ . - #
-______________ - k.'.
--__-.-- --
_ . -.., 0 #_- -
i 4 ##_..________,- ---
d / ,,-- ---..--
:---
'V___ r
. 4-'--
#-_-.4H
.-,juuiIIIw
_______- ----
.#p- -. -.
-- . A1Li, .;--ii-_.
-
__-
-'
.'...-.-- J.---
-...--
jy__-
___
____w
-
----w____
-.w -
-. -w-w*
m rFiguur 2: Paneelverdeling op romp en wateropperviak.
Figuur 3: Twee langsdoorsneden door een golfpatroon van een containerschip; zoals gemeten in een
modelproef. en berekend met gelineariseerde (DAWSON) en niet-lineaire (RAPID) methode.
EXPERIMENT
-
DAWSON
--- RAPID
-0.8
-0.4
scheepsvormen per jaar in het ka,der van praktijk-projekten. Daarbij wordt voor een initieel onrwerp een golfpatroonberekening gemaakt en wordt op een gjarisch werkstation het volledige stromings-veld geanalyseerd. We bepalen wat de dominante golfcomponenten zijn, en hoe deze samenhangen met de drukverdeling en dus met de rompvorm.
Op basis van ervaring en inzicht in de fysische
verschijnselen kan daaruit afgeleid worden hoe de
rompvorm gewijzigd moet worden om de
golfweer-stand te verminderen; met inachtneming van alle specifieke praktische eisen die aan het betreffende schip gesteld worden. Met een berekening voor de gewijzigde vorm wordt getoetst of inderdaad winst behaald is en of een verdere stap wenselijk is. Meestal is na twee of drie stappen het optimum
voldoende dicht benaderd.
Bij het minimaliseren van de golfweerstand
speelt dus menselijk inzicht toch nog een belang-rijke rol en er wordt niet een of ander automatisch optimalisatieproces toegepast. De subtiele romp-vormdetails zijn moeilijk in een beperkte set para-meters te vangen en het opleggen van constraints aan al die parameters is al even moeilijk.
Z=0.30 L
X/ L
Daardoor is het "timmermansoog" bij de
ana-lyse van de berekende omstroming nog moeilijk
versiaan. Mani- de mogelijkheid om in een vroeg
stadium van het ontwerp veel inzicht te krijgen
in het stromingsveld is daarvoor onontbeerlijk.
Zo maakt Computational Fluid Dynamics ook
voor golfweerstand van schepen een doelgerichte optimalisatie mogelijk waarmee belangrijke
ener-giebesparingen bereikt worden.
Literatuur
Raven, H.C., "Nonlinear ship wave calculations
using the RAPID method", 6th Int. Conf. on
Numerical Ship Hydrodynamics, Iowa, USA, 1993.
Raven. H. "A Solution Method for the
Nonli-near Ship Wave Resistance Problem", Proefschrift
TU Delft, juni 1996.
Inlichtingen: Jr. H.C. Raven, Ylaritiem
search Instituut Nederland, Afdeling Ship
Re-search, Postbus 28, 6700 AA Wageningen. E-mail: h. c raven@mar in. na. .
Maart 1996, Nummer 1 CASE STUDY 17
0.4
0.8
1.2