o
o
o
o
o
o
o
o
·
o
O·
o
·
Laboratqrium voor Chemische Technologie
Verslag behorende bij het fabrieksvoorontwerp
van
... ~.~~~ .... ~~ .. ~~~ ... ~ ... ~~ ... ~~;J;. ... .
onderwerp: ....
... ~~IJ;>J.:N'~ ... y.!!»À .. 1.,.4:_=l3.V.~~lQI1 ... Q.Q.9.+: ..•..••
HYDROFORMYLERING van ALLYLALCOHL
, , • t'" , 1 , " Nr: 2493
,..
..
'adres: Nwe. Schoolstr. 15, Delft
Ronald Holstlaan 11~, Delft
opdrachtdatum : mei 1980 verslagdatum: 17 se-pt
o
o
o
o
o
o
o
o
o
a
{ ( ( ( (
o
ClBEREIDING VAN 1,4-BUTAANDIOL DOOR
HYDROFORMYLERING VAN ALLYLALCOHOL
( ( ( ( ( (
o
o
Hoofdstuk 11 111 IV V-A V-B V-C V_Dl 2 V-E V-? VI VII-A VII_B3 VII_C4 VII_D4 VIII-A VIII-135 VIII_Ç5 VIII-D5 VllI-:ó5 VIII-F5 5 VIII-G 5 VIII-HIX-A.
IX-B X-A X-B X-C X-D Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage L~ Bijlage 5 Onderwerp Samenvatting Conclusies en aanbevelingen Inleiding Uitgangspunten, capaciteit " , grond- en hulpstoffen,
,
, afvalstromen, ,
, fys. constanten, ,
, explosiegrenzen& giftigheid
" , katalysatoren Procesbeschrijving Procescondities, reacties, ,
, ,
, ,
, evenwichten , kinetiek 1 e reactie , kinetiek 2e reactieA~paratuur, reactorsectie algemeen
, ,
,
,
, ,
,
,
, ,
, ,
, ,
, hydroformyleringsreactoren , hydrogeneringsreactor , drukval reactoren , gas-/vloeistofscheiding , destillatiekolom , warmtewisselaars, pompen
&
compressoren Massa- en warmtebalans,
,
, componenten Apparatenlijst, warmtewisselaars, ,
,
,
,
,
, reactoren, pompen
&
compressoren , kolommenFysische constanten (2 pag.)
Giftigheid
&
explosiegevaar (4 pag.) Thermodynamica (2 pag.)Reactiekinetiek (2 pag.)
Apparaatberekeningen
(9
pag.)X= verwijzing naar bijlage
pag. 2
3
4 6 6 7 7 7 8 9 11 11 1213
1415
20 2223
2427
31
33
38 4245
47
48( ( ( ( ( ( (
o
o
1I-3amenvatting:net onderhavige fabrieksvoorontwerp behandelt de productie van
1,4 butapndiol, uitgaande van allylalcohol. De bereiding vindt
~laats via de hydroformylering van allylalcohol, gevolgd door
de hydrogenering van het gevormde 4-hydroxy butyraldehyde.
De reacties die plaats vinden zUn heterogeen gekatalyseerde
gasfase reacties. De katalysatoren zijn respectievelijk een
rho-dium-co~plex en een koper/nikkel/chroom-verbinding. Beide re-acties worden uitgevoerd in een vast-bed buizenreactor.
BU een over-all rendement van ca.
95
%
ligt de jaarproductierond de 37000 ton. Volgens een recente economische evaluatie (D. S .1'1.) zal het proces zeker kunnen concureren met het, nu
( ( ( ( ( ( (î
o
o
lIl-Conclusies en aanbevelingenHet verrichte werk leidt tot de volBende globale conclusies: -De heterogeen gekatalyseerde hydroformylering geeft
aanlei-din5 tot een,t.o.v. het Reppe-proces relatief eenvoudig ont-werp ter bereidinG van 1,4 butaandiol.
-B~ keuze voor constante reactietemperaturen l~kt het gebruik van drie reactoren optimaal; twee voor de hydroformylering, een voor de hydrogenering.
-De voedings/product-stroom kan zonder tussenliggende schei-dingen door alle reactoren worden geleid.
-Om zonder tussenliggende scheidingen toch een optimale voe-dingssa'11enstelling voor alle reactoren te bewerkstelligen r.1oet gebruik ,'lorden gemaB-'k:t van een split-recycle
-3en deel van de geproduceer de warmte kan in de fabriek zelf worden gebruikt. Er bl~ft echter ook een aanzienl~ke hoeveel-heid onbenutbare \'rarmte over (te l age temperatuur).
Aangezien een v66ront~\Terp niet in de láátste plaats uitblinkt door aam'Jezige hiaten, volgen hier enkele aanbevelingen om in de meest voor de hand liggende te voorzien,b~ verdere uitwer-king:
- lTauvJkeurige gegevens over de kinetiek van de hydrogenering ontbreken volkomen. Experimenten z~n nOdig om hierin te voor-zien.
-Er is uitgegaan van constante reactietemperaturen; het is ech-ter wél mogelijk dat oplopende temperaturen economisch gunsti-ger Ûjn. Voor de berekeningen zijn dan wel meer kinetiekgege-vens van zowel de hydroformylering als de hydrogenering ver-eist.
-Er is gepoogd de vrijkomende warmte zoveel mogelijk 1..veer in de fabriek te gebruiken. Toch moet het mogel~k z~n om het ont-\"Jerp energie-efficiënter te maken.
( ( ( ( ( Cl
o
IV-Inleidinf5De hydroformylering ofwel Oxo-synthese is een proces ter
ver-vaardi ging van aldehyden uit olefinen, waterstof en
koolmon-oxide. Het proces, dat in 1938 door U.Roelen! werd ontdekt, be-hoort tot de belangrUkste homogeen gekatalyseerde reacties van
di t moment. r'Tet name de stijgende vraag naar weekmakers voor de snel groeiende plastics-industrie heeft na de tweede wereld-oorlog een enor~e expansie tot gevolg gehad van de p
roductie-capaciteit van enkelvoudige en meervoudige alcoholen en
dien-tengevolge van de productie van Oxo- aldehydes.
Je l aatste belangrUke ontwikkeling op het gebied van de
hydro-formylering is de verschuiving van het gebruik van
cobalt-com-• 2,3:4,5
pI exen naar rhodlum-complexen als katalysator. De reactie kan
hierdoor onder veel mildere omstandigheden plaats vinden. Een
nadeel van de rhodium-katalysatoren is hun hoge prijs,die een kVlanti tatieve terug','linning noodzakelijk maakt. Veel
researchin-spannÏ!"l.g is dan ook verricht aan het heterogeniseren van de rhodium-katalysator. Dit werk ~or~o.a. gedaan i4 het laborat o-riu~ voor Chemi sche Technologie van de afdeling Scheikunde van
67
de 'l:.H.Delft. De resultaten' van dit hydrof ormyleringsonderzoek
tot nog toe zijn dusdanig, dat ze de basis kunnen vormen van een
fabrieks-voorontwerp.
3et in dit verslag beschreven proces heeft dan ook de hetero-geen gekat alyseerde hydroformylering als basis. Beschreven wordt de synthese van 4-hydroxy butyraldehyde uit allylalcohol
en synthese-gas over een rhodium-katalysator. Tevens wordt aa
n-gegeven hoe uit dit tussenproduct via hydrogenering over een
koper-nik~el-chroom-katalysator het 1,4 butaandiol verkregen
kan \'lorden.
De vraag naar 1,4 butaandiol is door zijn toenemende toepassing in de kunststoffenindustrie nog steeds stijgende. Verestering
van dit diol met t ereftaalzuur geeft polybutyleentereftalaat,
een engineering plasti~ dat door zijn goede chemische en
fysi-sche eigenschappen veel in de automobielindustrie wordt toeg
e-past ter vervanging van metalen. Een andere belangrijke
toepas-sing van 1,4 butaandiol ligt in de synthese van
( ( ( { ( (
c
o
o
r
1,4 butaandiol vervaardi~d kunnen worden.
~e hui dige productiecapaciteit van 1,4 butaandiol l igt rond
de 280.000 ton per j aar met als bel angrUkste route het Rep
-pe-proces. ~en economische evaluatie, gedaan door D.S. M.,
heeft ui tGewezen dat de route via de heterogeen geka
taly-seerde hydrofor~ylering kan concureren met het Reppe-proces.
~et beschikbaar komen van de benodigde technologie gepaard
éi3Jl de ge bl eken ec onomi sche hao.l baarheid zijn reden gewee st voor het uitwerken van genoemd proces in een
r
( ( ( ( ( ()r
V-UitgangsDunten voor het ontwerp
A--;)e c3.Dacitei t
Ije~i:;:'1 de omvang vaD ele "Jerel dmarkt voor '3utaandio~o (zie
In-l eidin;) en de verwachte toekomst ige ontwikkelingen daarin,
is ui t [er;aan van een tamelijk forse capaciteit. De productie
zou in de ordegrootte van 35000 á 40000 ton per jaar moeten
liGc:~en. ~Cie ~en we voor een Allylalcohol doorzet van 25000 ton
Der jaar en 8000 bedr~fsuren per jaar, dan resulteert dat in
een jaar opbrengst van 3 6853 ton 1,4 Butaandiol (b~ een
over-al l omzetting van 9 5 96) • Di t betekent een productie van 4.61
ton per uur.
~=2E2gS=_~g_h~bE~!2ff~g_
De grondstoffen voor het beschreven proces z~n Allylalcohol,
Koolmonoxide en Waterstof. Het product Allylalcohol zoals
be-schreven in het fabrieks-voorontwerp van Hittenhausen en
Reints Bok9met een zuiverheid van meer dan 98
%
,
zou primavoldoen als grondstof. De enige restrictie zou z~n dat het
waarschUnl Uk eerst gedroogd zou moeten worden. ~ater in de
processtroom zou nl. moeil~kheden kunnen geven met een van de gebruikte katalysatoren. De overige verontreinigingen (Aceton,
?ropeenoxide en Propionaldehyde) geven geen enkel probleem.
Voor de eerste reactie is nog een 1:1 mengsel Koolmon
-oxi de/Waterstof nodig en voor de t weede reactie Waterstof.
Jeze grondstoffen kunnen op verschillende w~zen verkregen wor
-den. J:vJee mogel~kheden zijn:
1-Reformen van f1ethaan, gevolgd door het ui t\'Jassen van CO2 en
een CO-shift.
CH4- + 2.H 20 ~ CO 2 + 4.H2
~t>'~ ) CH4 + CO2 ~ 2.CO + 2.H2 \\~ '.
L' \ I-'
~ ~t De tweede reactie levert het benodigde 1:1 mengsel
Koolmon-tfl~
oxide/dat erstof, de eerste (na uitwassen van CO
2) het
beno-digde Waterstof. Waterstof wordt dan wel in overmaat gepr
o-duceerd.
2-Gebruik mru<en van de producten van steenkool vergassing. Het
o
Shell Koppers-'l'otzek" proces levert een 2:1 mengselKoolmon-oxide/1:Jaterstof. Via een CO-shift en
ui
~
las
s
en
van CO2 kan
r '-( ( (
o
o
r;
, )--I~ \\,.w·v ' .". ~,/ o!! 2.80 + 2.I120 + H2~ 2.C0 2 + 3.H2De aldus verkregen '.laterstof kan gebruikt worden om van het
2:1 mengsel een 1:1 mengsel Koolmonoxide/\vaterstof te maken
en tevens als grondstof voor de tweede reactor.
~ulnstoffen zUn niet nodig. De katalysatoren worden elders
be-schreven.
De huidige processen voor de bereiding van 1,4 Butaandiol
leve-ren een product met een zuiverheid van meer dan 99 )'6. Ook ons
product zal dus aan die vereisten moeten voldoen.
C-Afvalstromen
Na destillatie van het rm'Je product blijven naast het zuivere
1,4 Jjutaandiol nog twee afval-stromen over. Eén stroom
(±
4%
van de totale doorzet) bevat de lichte producten zoals ~opa
nol en 4-hydroxy Butyraldehyde, de ander (+ 1 á 2 9:6) de zware
. ..-
-
---
---..--producten die tijdens de hydrogenatie gevormd zijn. Beide
stro-3en kun~en als brandstof gebruikt worden.
Q=~y~~~~~~_~~~~!~!!!~!!~
,13In bijlage 1 zi.jn een aantal fysische constanten gegeven van
stoffen die in de processtromen voorkomen. Ook de gegevens
over koelwater en het dragermateriaal van de katalysator zijn
in deze bijlage opgenomen. Tot slot zijn enkele formules
ver-meld ter berekening van fysische constanten van mengsels.
Aangezien niet al tijd exacte gegevens beschikbaar waren zijn
hier en daar schattingen gemaakt met behulp van
vuistregel-tjes (zoals bijv. in Perry gegeven).
E -~AP -::;\.~ 1 oSle. grenzen en gl . ft' h 19 el ' . dl4 15
----~---Gegevens over giftigheid en explosiegevaren van
waterstof,kool-monoxide en allylalcohol zijn te vinden op chemiekaarten. Deze
zUn weergegeven in bijlage 2. Over 4 hydroxy-butyraldehyde is
, voor zover nagegaan, niets bekend. Van 1,4 butaandiol konden
'del enkele veiligheidsaspecten achterhaald worden. Ook deze
zijn terug te vinden in bijlage 2. In het algemeen kan natuurlijk
gezegd worden, dat voor een mengsel van waterstof,
koolmonoxi-de en organische gassen de brand- en explosieveiligheid scherp
in het oog gehouden dienen te worden. Geen open vuur op
fabrieks-terrein, vonkvrije elektrische apparatuur, goede aarding van
tanks en reactoren zijn hiervoor eerste vereisten. Binnenlekken
( ( ( ( ( ( (
o
o
onder druk •. -'cangezien allylalcohol en mogelijkerwijs 4- hydroxy-butyraldehyde
gi f t ige stoffen z~n,dienen voorzieningen als gasmaskers en
gasmeetapparatuur getroffen te worden.
i-De hydroformylering
Als katalysator voor de hydroformylering wordt het hydridocar
-bonyl tris (trifenylfosfine) rhodi'lm I -complex gebruikt. De
drager voor deze kat. is silica (cylinders, 2 x 6 mm). De be-reidingswUze is als volg~:
Het rhodiumcomplex wordt opgelost in tri (p-tolyl)fosfine en vervolgens worden ze samen in benzeen opgelost. De silica wordt
~et deze oplossing geImpregneerd en de benzeen wordt weer
afge-dampt. Het resultaat is een supported liquid phase catalyst.
J .':!. z. een katalysator (rhodiumcomplex) , die zich opgelost in
een vloeistoffilm (tri (p-tolyl)fosfine) op het drageroppervl~~
bevi!ldt. in ons geval is zelfs sprake van een supported solid
phase catalyst, omdat het tri (p-tolyl)fosfine bU de
reactie-temueratuur (110°C) nog vast is (smeltpunt=14-0oC). Het grote voordeel hiervan is een sterk verminderd rhodiumverlies bU pro-cesvoering. De structuur van het rhodiumcomplex is de volgende:
De hydrogenering wordt uitgevoerd over een koper/nikkel/chroom supported catalyst. Ook hier is het dragermateriaal silica (cylinders, 2 x 6 mm). Voor de exacte samenstelling en de be-reidingswUze zU verwezen naar U.S. Patent 3.925.4-90 •
WATERSTOF SYNTHESE GAS P I
I
VOEDINGSPOMP H 2, VERDAMPER H J WARMTEWISSELAAR R 41 REAKTOR H 5 VERHITTER H 6 KONDENSOR V 7 BUf"FERVAT P B R 9 CID H 11 H 12 P13 R 14 PB KOELWATERPOMP H15 VERHITTERREAKTOR H16 WARI~TEWISSELAAR
COMPRESSOR H 17 WARMTEWISSELAAR
WARMTEWISSELAAR Hle KOELER
KOELER V 19 GAS-VLOEISTOF SCHEIDER
KOEL WATERPOMP H20 VERHITTER
REAKTOR T 21 DES T1LLATIEKOLOM P22 POMP H2J KONDENSOR H24 REBOILER H25 VERHITTER T26 DESTILLATIEKOLOM H27 KONDENSOR H2e REBOILER T21 Koelwater Naar slobs
-H27( Koelwaterr
T261..
1,4 BUT AANDIOL ( Naar SJObSBEREIDING van 1,4 BUT AANDIOL door HYDROFORMYLERING van ALL YLALCOHOL
GBol OStroomnr. en juni 1980 DTemp In °C JE. de Leur
OAb.
drul<lnalm( ( ( ( ( ( Cl (î 1 VI-?rocesbeschrijving
Het proces wordt beschreven aan de hand van het processchema.
1''1. b. v. ?1 ':Jordt vloeibare allylalcohol opgepompt en door de
warmtewisselaren H3 en H2 geleid. Het gas dat H2 verlaat komt
samen met de synthesegasstroom en wordt vervolgens in warmte
-wisselaar H5 m.b.v. stoom op reactietemperatuur (11000) ge
-bracht. In de reactoren R4- en R9 vindt dan bij constante
tem-peratuur de hydroformylering plaats. Aan de productstroom wordt
extra synthesegas toegevoegd en via de compressor 010 en de
~armtewisselaren H11 en H15 wordt de gasstroom op de juiste
drwc en temperatuur (1800C, 5 atm) gebracht voor de
hydrogena-tie, die in reactor R14- plaatsvindt. Het eindproduct wordt in
de warmtewisselaren H16, H17 en H18 afgekoeld tot 4000. Het bij
deze temperatuur volledig gecondenseerde 1,4- butaandiol wordt
tesamen met enig bijproduct opgevangen in vat V19. Set
resteren-.J:
de CO/H? mengsel wordt via de warmtevlisselaar H16 terug~evoerd~ - .
V naar zO'.'lel de voedingsstroom voor R14 als die voor R4-. Het deel
-van de recycle-stroom dat naar R14 wordt gevoerd moet eerst met
;t ':Jaterstof aangevuld worden alvorens
~'~ __ ~" ;io;den ingebracht. De vloeistof uit
het in de processtroom kan
vat V19 wordt in de 1;Jarmte -.
.,-.:-'\ '!!isselaren H17 en H20 opge1:Jarmd tot kooktemperatuur. In de des
-tillatiekolom T21 wordt vervolgens een scheiding teweeg gebracht
tussen de lichte fractie bestaande uit o.a. propanol en ~-~o
xy butyraldehyde en de zware fractie bestaande uit 1,4-
butaan'=...
-diol en zwaardere hydrogenatieproducten. De zware fractie wordt
via warmtewisselaar H25 opgepompt naar destillatiekolom T26 door pomp P22. In kolom T26 vindt dan de SCheiding plaats tussen het eindproduct 1,4 butaandiol en de zware hydrogenatieproducten.
ZO\'lel de lichte fractie uit T21 als de zware uit T26 worden als
brandstof gebruikt.
Voor de koeling van de reactoren zijn twee extra circuits nodig.
Het eerste circuit voorziet in de koeling van de reactoren R4
en R9. R4- en R9 worden gekoeld met verdampend water, waarbij de
~~~
mate van koeling met een drukregelaar bepaald kan worden. De~
.--vJaterdamp, die de reactoren verlaat wordt gekoeld en
geconden-seerd in de warmtewisselaren H3 en H6, waarna het in vat V7
be-l and. M.b.v. pomp P8 en een niveauregeling in de koelsectie van
( ( ( (
c
(o
r
'tIet tHeede koelcircuit voorziet in de koeling van reactor R14.
Koelwater onder druk wordt in gel~kstroom langs de
reactor-bui zen ge90mDt en houdt de temperatuur in de reactor constant.
De rnassastroom koelwater wordt geregeld met een
temperatuurs-cOYltrole in de ui tgaande gasstroom. Het opge1:1armde koelwater
wordt in de warmtewisselaren H11 en H12 weer op de vereiste
temueratuur gebracht en m.b.v. pomp P13 door de reactor ge-pompt.
Zen motivatie voor de gekozen opstelling en condities is in
c
(c
( (o
VII-De urocescondities A-De reactiesIn de eerste reactor vindt de hydroformylering plaats. Al lyl
-alcohol, waterstof en koolmonoxide reageren tot
4-hydroxy-butyraldehyde. Afkoeling van dit reactiemengsel kan (naar bl~kt
" " )18
Ul t experlmenten doorreageren van het aldehyde tot het ring
-product t ot gevolg hebben. Dit dient voorkomen te worden. In
de tweede reactor wordt vervolgens het lineaire aldehyde g ehy-drogeneerd tot het 1,4 butaandiol.
I
I I
o
I1I
I
I
-C==C-C-
+
H
2
+CO
--~)-C-C-C-C-I
OH
1 I 1 I-C-C-C-C-I -C-C-C-C-I -C-C-C-C-I -C-C-C-C-I
OH
OH
I I
1OH
I
I
-C-C-I
I
-C
C-OH
I'è{ I
2eide reacties z~n behoorl~k exotherm. De reactiewarmten zUn:
hydroformylering 121.78 KJ/mol
hydrogenering 70.94 KJ/ mol
(Voor berekeningen: zie bUlage 3)
D " ht 1" " 17
~=_~_~~~2~~~
__
~_~~~~2~~2Zowel voor de hydroformylering als voor de hydrogenering geldt
dat het aflopende reacties zUn onder procesomstandigheden.
D.w.z. bU resp. 110 en 180oC. De evenwichtsconstanten z~n als
12 volgt; k 1= 1.74 x 10 k 2
=
4.7 x 10 10Uit experimenten is gebleken,dat onderprocesomstandigheden geen rGkening gehouden hoeft te worden met nevenreacties. Dit, gecombineerd met de gunsti ge evenwichtsligging ,
bete-kend dat de reacties naar verwachting zullen verlopen.
( ( ( (
c
( (o
o
( 7C -hlne T T · t· le1 ~ van d e eers e t reac le t· 19
Aan de eerste reactie, de rhodium-gekatalyseerde
hydroformy-lering van allylalcohol, is op het laboratorium van Chemische
'
rechnologie onderzoek verricht door de groep van Prof. Schol ten.
Op kleine scha~l z~n experimenten gedaan in een continue reactor. Belangrijke resultaten l,'Jaren o.a.:
-Verband tussen de conversie en het quoti~nt van de hoeveelheid
rhodium en de flow.(1)
-De reactie-orden(2)
-Outimale druk, temperatuur en reactiemengselsamenstelling.(3)
ad-1
Tussen conversie(t) en quotiënt van hoeveelheid rhodium en
flow (VIJF) is een verband gevonden als weergegeven in fig.1
uit betekent dat b~ de gegeven
be-l adingsgraad (0.24 mg/gr) de opti-male ;.'l/F-verhouding 10.8 mg.s/ml AA
:r:s; ~
en extrapolatie ~an dezegege--
- - - / 'vens naar een conversie van 100
%
leidt via enige berekeningen naar een outimale verbl~ftUd van 16.5 s.
ad-2
_ - - -j
1.0
W/f~·8
fig.1
J
""
Er is gevonden dat de reactie e in allylalcohol is. Gezien,,\ .1;\)-'0
o
orde' • .1\ '\ de grote overmaat kan voor waterstof en koolmonoxide een pseudo
\. \'Oe orde kinetiek ,'lorden aangenomen.
' ... ~'IJ ~-" , , " , . .,)'" , ,,- . . , J,~v~ ad-3
Voor de optimale druk is een waarde van 4 atm. gevonden, voor (\1
o .. _--...
de optimale temperatuur 110 C. Voor de samenstelling van het
\
~
~,{
re
a
ctiemengSel
geldt dat de overmaat waterstof evenalskool-~~ monoxide minimaal
7
á 8 (vol.verh.) dient te bedragen. Tevens)"'1
geldt dat de verhouding waterstof/koolmonoxide vrijwel 1 dient. 0-,
\ ~ te zijn; merzijds om de reactie goed gaande te houden, anderzijds om hydrogenering te voorkomen. Gekozen is voor een molen (en
dus volume-) verhouding van 1/8/8.
De aldus gekozen reactiecondities zijn dusdanig dat geen con den-satie van allylalcohol of 4-hydroxy butyraldehyde zal
plaats-vinden.
De berekeningen zijn weergegeven in bijlage 4.
( ( ( ( ( (
o
D-Kinetiek van de tVleede reactiel6
Voor de uitwerking van de tweede reactie is gebruik gemaakt
van het U.S.-patent "Hydrogenatie-katalysator en proces ter
ver'.vijdering van aldehyden en ketonen uit gas stromen rijk aan
koolmonoxide" . Dit patent geeft geen fundamentele
beschrij-ving van de kinetiek, maar vJel een aantal zeer bruikbare min
of meer "ljr aktische uitgangspunten voor ons ontvJerp.
-~Iydrogenatie van aldehyden in aanwezigheid van koolmonoxide ismogelUk m. b.v. een koper/nikkel/chroom-katalysator.
-~e koolmonoxide-concentratie kan tot 65 vol.% van het totaal
jedragen, zonder verstoring van de hydrogenatie.
-·.:aterstof dient minimaal in een 10-voudige (vol. verh.)
over-maat in het reactiemengsel aanwezig te zijn.
- Je temperatuur dient tussen 100 en 2000C te zijn; beter is
tus-sen 120 en 1800C.
-Je druk moet liggen in het gebi ed van 5 tot 30 atm.
-Voor de aldehyde doorzet moet gelden dat deze kleiner moet zijn
dan 250 gr/hr.lit.katalysator+drager. (In patent,molgew.ald=73)
Al s aan bovengenoemde restricties wordt voldaan, kan een
conver-sie (aldehyde naar alcohol) behaald worden van minimaal 98~6.
Als tevens aangenomen wordt dat de hydrogenering 1eorde in
al-dehyde is (hetgeen meestal geldt voor dit soort
hydrogenering-en) , dan kan een optimale reactordimensionering plaats vinden. De reactiecondities zijn op grond van het bovenstaande als volgt
gekozen~ Temperatuur= 1800C
Druk= 5 atm.
'\1,y.~. molverh. aldehyde/waterstof/koolmonoxide= 1/13/12
aldehyde-doorzet= 2.74- mol/hr.lit.kat. (=8096 van max.) '.
Druk, temperatuur en molverh. zijn overigens ook zodanig
geko-zen, dat geen condensatie van het product, 1,4- butaandiol kan
plaatsvinden.
4-( (
c
c
c
(o
o
VIII-De aunaratuur, motivering en berekeni ng A-De reactorsectie al gemeen
---~---~---In de reactorsectie vi nden twee reacti es pl aats. Aller e9r st de hydrofor~ylering van al lylalcohol i n de eerst e twee react oren, ten t~eede de hydrogenering van 4-hydroxy butyraldehyde tot het
eindoroduct 1,4 buta2ndi ol. Beide zUn heterogeen gekat alyseer
-de ~asfase-reacties. Het type reactor dat gebruikt wordt i s de
vQst-oed-ouizenreactor met koeling aan de shel l - si de. De eerste
en tweede reactor worden gekoeld met kokend water, de derde met
stromend koelwater. Het opsplitsen van de eerst e reactie over
t~ee reactoren vloei t voor t ui t de gekozen koel methode.
De indeling van de reactorsectie is dusdanig gekozen dat voldaan
~ordt aan een aantal voorwaarden:
- In de eerste en t weede reactor bedr agen de overmaat waterstof
en koolmonoxide mi nimaal een fact or
7.
-In de derde reactor bedraagt de overmaat waterstof mini maal een factor 10.
- In de derde reactor i s het percentage kool monoxide ni et gr oter
de,n S5 :;.
- In de eerste en t1:.Jeede reactor mag geen condensatie van all yl
-alcohol of 4-hydroxy butyraldehyde optreden.
-In de derde reactor mas geen condensati e van 4-hydroxy butyr
-aldehyde of 1,4 butaandiol optreden.
-Tussen tweede en derde reactor mag ni et gekoeld worden,omdat dan het ringproduct 1-hydroxy tetra hydrofur an gevormd kan worden. Di t zou de hydrogenati e zeer bemoeil Uken.
-De gasstromen di enen zo klei n mogel~k gehouden te worden i.v.m. de reactorvolumina en dus de kosten.
Ui tgaande van het bovenstaande i s voor de volgende opstel l ing
gekozen: 7·7 12, 12 5 5
--A-A-""'--l...:--::1.
8-::-1,8R
.
1
R.2
1----.---~1.-13 ,-112R. 3
I--I~ R = reactorBD
C=
condensorDe cUfers geven de molverhoudi ng org.gas/H
2/CO aan in de res -pectieve stromen.
c
('-c
o
" Î I j \..-t Er vindt dus een vOQrtdurende recycling plaats van waterstof
-
"- .---.~en kool monoxi de. Door het opsplitsen van de recycle-stroom kan het volume van de eerste t wee reactoren met bijna 40 ;6
beperkt Horden.
~=~~_~Z~E2f2E@Z~~~~~§§~~~~~2E~~
i-~eactorvolume en hoeveelheid katalysator.
Gezien de gewenste capacitei t is een allylalcoholdoorzet van
15 ~ol/s benodi gd.
EU
een vereiste verblUf tUd van 16.5 s eneen molverhouding AA/H
2/OO van 1/8/8 betekend di t onder de
sangel egde procescondities (11000, 4atm) een reactorvolume
van
33
.0
m3
•
Er is dus ook33
.0
m3
katalysator nOdig; dit komtneer op een hoeveelheid rhodium van 5.28 kg
i i -Koeling der beide reactoren.
Je eerste en t weede reactor worden gekoeld met kokend water.
Door instelling van de druk kan de kooktemneratuur en dus de ~at2 van koel ing geregeld worden. Het grote voordeel van de-ze 1:1ijze van koeling is,dat de temperatuur van het koelmedium
uniform i s. \'!e hebben te m8..-'k:en met een Oe orde reactie en dus
met een homogeen verdeelde vlarmteproductie over het bed.
Het is dus mogelUk om, door een correcte keuze voor de tempe
-ratuur van het koelmedium, de temperatuur in de reactor
over-al op 11000 te houden. Om ervoor te zorgen dat de k
ooktempe-ratuur in het koelmedium overal ongeveer gel~k is, moet de
hoogte van de reactor beperkt worden tot maximaal 6
m.
Wordt-
-
~de reactor hoger, dan gaat de invloed van de hydrostatische
druk een te grote rol spelen.
B~ de berekening van de koeling is uitgegaan van de volgende
aannamen~
-Het is mogelijk de geproduceerde warmte volledig af te voeren.
Er is dus alleen een radiaal en geen axiaal
temperatuurspro-fiel.
-Het warmte transport kan opgesplitst worden in vier stappen 1-transport door het bed
2
-3
-,
,
, ,
van het bed naar de binnen-buiswand
door de buiswand
4- " van de buiten-buiswand naar de kokende vloeistof
-Het temperatuursverschil over het bed mag maximaal 60C
be-dr agen.
( ( (
c
( (c
o
o
de buislengte, het aantal buizen berekend worden.
ad-1, Temperatuurs~rofiel in het katalysatorbed
Als \'Je het katalysatorbed even beschouwen als een "homogene
koek!! met eigen karakteristieke stofeigenschappen, dan geldt voor het \varmtetransport in een ronde buis de volgende
verge-, . . . 20
l \Jl<:lng:
2T(r x ) . dT/dr = -q x TIr 2 met: r
=
straalT
=
temper atuura
=
warmteproductie/inhoudX
warmte
g
ele
i
din
g
sco~ff
ici~
n
t
(1 )
De eni ge onbekende in deze r el atie i s de ~ia~~t8geleidingsco~f
fici~~t en het i s dus zaak deze te berekenen.
~!oor een niet doorstroomd bed kan al s volgt een \'Jarmteg
elei-dingscoëffici~nt ()..e) gedefinieerd worden:
)..ei)..
f
=
9).J.~/.:\
f
+(1_~).:\
f
S/~f
(2) met:P
= 1-V1-e
(3 ))t=
van het fluidum1~=
voor moleculaire geleiding en straling vanall§~n
de deeltjes
)
~/
).f
=
1 +E.Nur (4-)
Nu
=
Nusseltsgetal voor warmtestralingr
Nu r
=
O.04-.C s /(2/6 -1) r x (T/100)3 x d r/À
fmet:C s
=
~ r=
stralingsgetal van een zwart lichaam emissie-ratio van stralende oppervlakken
(5)
d
=
effectieve deeltjesdiameterr
3
ivoor warmte straling
d r
=
'(j
3.1/2.
d a x da (6)met:d
a= doorsnede van de cylinder (dragerdeeltje is cylindrisch)
1= lengte van de cylinder
Ter berekening van het tweede gedeelte van vergelUking (2)
staan ons de volgende relaties ten dienst:
~
fs
/X=
2/(N-f1) x (B. N-H)/(N- I1)2 x ln(N/ i1) - (B-1 )/(N-M) +( ( ( ( ( ,-( ()
o
o
met M=
B \f/\f (8) • 0 N = 1 + Bi r(9)
Bir=
NUr.1f/1~
(10))S
= \'Iarmtegel. coëff. van silica(eigenl~jk
de ). van silicao
gecorrigeerd voor katalysatorbelading)
r;
1
1 • 1B = C x 61-C)/&J (11)
C = vormfactor (2.5 voor cylinders)
Met de tot nu gegeven relaties kan de
warmtegeleidingscoëffi-ciënt voor het niet doorstroomde bed berekend worden.
b-De \',a~utegele~dingsco~fficië~t voor ~et wel ~oorstr02mde bed ~let de volgende vergel~king kan de warmtegel. coëff. van het wel doorstroomde bed berekend worden:
A/Y
met :
Pe =
met ~
=
X
/À
f + pe/Kr (12)Ä= warmtegel.coëff. doorstroomd bed
K r = constante (8 voor cylinders) Pe= Pecletgetal voor gepakt bed
(v.Pf.c~.df)/Àf
(13) v= superficiële gassnelheid11= dichtheid van het fluidum
c = p soortelijke Harmte van het fluidum
df = kara.1.cteristieke deel tj esafmeting
df
~0.5
+ l/da x da (14)De warmte geleidingscoëfficiënt van het wel doorstroomde bed kan nu berekend worden.
c-Berek~ning va:g, de bui§diamete.f' en he~ aantal_ buizen _
M.b.v. vergel~king (1) kan nu de buisdiameter berekend worden
die garant staat voor een temperatuursval van minder dan 60C.
Het resultaat is een diameter van 0.044 m.
• 13
Een realistische keuze voor de buizen is een 2-inch bUls.
Dit houdt in: buitendiameter = 2.375 inch " Q i I "
,Á I-f"'vl \1"' ,/1 ... , Î
binnendiameter = 1.939 inch J J
Een keuze voor de buislengte van
~
legt
het aantal buizen vast :Vb. UlS = rr 1\ r 2 • L = 0.015 m3 V tot. = 33.0 m3
r ·
~)
o
ad-2, ~RrmtetransDort van bed naar binnen-buiswand
~e \·mrmteoverdracht naar de buiswand kan berekend worden met
13
de v8rge10king van Leva. Deze luidt als volgt:
h = 3.50 x ).î /db x e-4 •6 x dp/d b x (dp.f.v/'h)0.70 (15)
met : h
=
warmteoverdrachtsco~îfici~nt0..
0= buisdiameter
dp
=
dffL= viscositeit van het fluïdum
:
·
1
.
b. v. de vlarmteoverdrachtscoëîficiënt en de volgende relatiekan de temgeratuurs9rong over de grenslaag berekend worden.
~
\V
= h.A.dT = h.21\r.dT (16)ad-3, WarmtetransDort door de buiswand
Voor het varmtetransDort door de buiswand geldt:
( 17)
3et
:1
b= varmtegeleidingscoëîficiënt van Cr/Ni staal 18/8Na integr atie van (17) volgt:
lrl(ro/r,,) = Àb/Ow x 21\.(To-T1 . .,) (18)
met : ro= 0.5 x buitendiameter buis (temp.=To)
ri:
J= 0.5 x binnendiameter buis (temp.=Tw)
De temperatuurval over de buiswand is nu ook bekend.
ad-4, 'c'laY'mtetransDort van buis1,vand naar kokend water 2-23
H. b. v. de vergelijking van Kirschbaum is hier een warmte
over-drachtscoëfîiciënt te berekenen:
h' .Ó/P.).w= 0.236 x dT.cp.r x (fl/103 fv)0.5 x
('7l
w/7h)o.25 (19)met : h'=warmteoverdr.coëîî. buis naar kokend water
6
=oppervlaktespanning van het waterP =druk
"\ =warmtegel. coëîî. van '.vater
>.""
c =soortelijke warmte van water
p
r =verdampingswarmte van water
Pl=dichtheid van vloeibaar i'later
jlv=dichtheid van waterdamp
71
IV =viscositeit van water in de grenslaag( ( ( ( ( ( (
n
o
n
Het resultaGt is de warmteoverdrachtscoëfficiënt als functie
van het aangelegde temperatuursverschil. Als we dit invullen in de ver c;el i,iking voor de ':!armtestroom, dan krijgen Vle :
I
= F( dT2 )'f
w
Aangezien de warmtestroom bekend is, is het
temueratuursver-schil te berekenen.
2et plaatje is nu compleet ; we weten welke temueratuur het
koelmedium (het kokende water) moet hebben om de gemiddelde
temueratuur in het katalysatorbed op 1100C te houden. In het
volgende grafiekje is alles nog eens kort samengevat:
' 1' (oC)
r
, I ;1:1 111 ' IV V 113.0 I 107.0 104.6 104.4 101.5 0.0 0.044 0.066 -~"> r (m) I=
katalysatorbed11
=
grenslaag tussen kat. bed en buiswand111
=
buiswandIV
=
grenslaag tussen buisvJand en bulkV
=
bulk, koelmediumDe totale warmteproductie is gel~k aan het product van de
mas-sastroom AA en de reactiewarmte. Alle warmte wordt afgevoerd
via stoomproductie. De massastroom stoom is dus eenvoudig te
berekenen.
l
JAAo
C-De hydrogeneringsreactor
---~---~---i-]eactorvolume en hoeveelheid katalysator
Onder optimale condities bedraagt de 4-hydroxy butyraldehyde
doorzet 15 mol/se Samen met de maximum belastingsgrens voor
de kat alysator geeft dit het katalysator- en dus het
reactor-volume:
v
r = 15 x 3500/(2.74 x 1000) = 19.71 m3Samen met de volume stroom geeft dit de verblUf tUd:
tv = Vr/F tot
F, , = 15 x 26 x 22.4 = 8736 ilJL/s t;0t;
Via P.V=n.R.T wordt dat voor de heersende omstandigheden: F~ ~
=
453/ 273 x 1/5 x 8736 = 2899 L/svOv
ii-De koelin~ van de reactor
Ook in deze reactor willen we de temperatuur constant houden.
3en te l age temperatuur geeft nl. condensatie van 1,4
butaan-diol en een te hoge temperatuur geeft ongunstiger
reactieom-standi gheden. Aangezien we te maken hebben met een 1 e orde
re-actie, zal de hoeveelheid geproduceerde warmte afnemen met de l engte van de reactor • .óen gelijkstroom-warmtewisselaar is dus de meest aangewezen koelmethode in dit geval.
Voor de concentratie aldeh.geldt (zie bUlage 4, pag.2)
BA
=
BA .e-0 •6 x to
met ~ BA
=
concentratie aldehydeBA = concentratie aldehyde op tUdstip t=O
o
De war~teproductie is het product van de omzettingssnelheid en de reactiewarmte :
rt (t) =6~I 'x dBA/dt =~H x 0.6 x e-O•S x t
t
w
r rBU keuze vo.n de l SDc;t3 van de reactor ligt het doorstroomd op
-Dervlak vast. Samen met de volume stroom geeft dit de gassne
l-heid. De gassnelheid geeft het verband tussen tUd en afgeleg
-de 'deg.
Voor de warmteproducti e al s functi e van de pl aats geldt dan:
,:r
(x) =.6.H x 0.6 x e-1•13 x 0.6x. BA (v = 0.88 mis) (21)~w r o g
Alle ~armte moet worden afgevoerd. De uitkomst van vgl.(21)
on een bepaalde plaats x, moet dus gelijk zijn aan de warmte
-stroo~ in radiale richting. Voor die warmtestroom geldt:
l
=6
T x U x A (22)'t'w
met = II T = temp. verschil tussen koelmedium en reactor-as
U = overall warmteoverdrachtsco~ffici~nt A = oppervlakte per eenheid van inhoud GeJjjkstellen van (21) en (22) geeft:
T d= T -b.T = T -t6.H .O,S.BA I(U.A). e-O,68.x (23)
me as as r 0
Voor de opwarming van het koelmedium geldt:
T:1ed= To +
?
Jtr2.~
1:/x
).
dX
I(M.cp/nb ) (24) o~;a integr atie volgt dan :
T d= T + 7\r2 • .6H .0,6.BA 1(0,68.I'1.c In, ) x (1 - e-O,68.x) (25)
:18 0 r o p 0
met : T =
0 te::nneratuur van koelmedium op x=O
r = straal van de reactorbuis
r~I = massastroom koelmedium
c p = soortel ijke warmte van koelmedium
n
b = aantal reactorbuizen
o~ de gewenste warmteafvoer te realiseren moet vgl. (23)
iden-t i ek zijn aan vgl. (25). Hieruit vloeien twee voorwaarden voort:
-T + ïïr2.L\H .0,6.BA 1(1,13.f·l.c In
b) = T (26)
o 'I . r o p as
-1\r2
I(
0,68. I':I. cp/nb) = 1I
(U. A) (27)Met de relaties (26) en (27) zijn de massastroom koelmedium en
de ingangstemperatuur te berekenen. \'/e moeten dan echter wel de over all warmteoverdrachtsco~ffici~nt kennen.
Berekening van de overall warmteoverdrachtsco~ffici~nt
Voor de warrnteweerstand van ons stapsgewijs warmtetransport
gel dt:
1/u
=
r./1
~ r w w + 1/hb + d11
+ 1/h me d + R. ~ + R u (28)met
u
= overall warmteoverdrachtsco~ffici~ntr.= straal binnenkant vld buis
'\ ~=
À warmtegeleidingsco~ffici~nt van doorstroowd bed r
h
b= warmteoverdrachtsco~ffici~nt bed naar buis
d = dikte van de wand
o
IJ h=
~n R.= l R u=
warmtegeleidingsco~ffici~nt van de wand
warmteoverdrachtsco~ffici~nt van wand naar koelmedium
vervuilings'.:"eerstand aan binnenkant vld buis
,
,
aan buitenkant,
,
~e berekeni ng van de verschillende parameters is analoog aan
het geen voor de eer ste reactoren is gèdaan. Alleen voor de
':larmteover dr achtscoë.fficiënt van wand naar koelmedium moet
~en andere relatie gebruikt worden.
Voor die '.'.rarmteoverdrachtsco~fficiënt van wand naar koelmedium ~<ll ' .... ·Z.4 6~ U v . -T 0.36 x ReO.
5
llU=
Nu=
h.D/~
e m Re = [.J. D/Tl.
A .e s A = D .c.B/s s s ?r =1\.
cpi\
m
xPr
°
.
33 x(n,:
/
/\
)0
.14
(29) (30) (31 ) (32) (33),
- -De= 4.(0.43.s2-IT/
8
.
d~
)/(0.
5
(34)met : : h
=
\'larmteoverdrachtsco~ffici~nt wand naar medium1
=
wa
rmte
g
eleidin
g
sco~ffici~nt
koelmediumm
n
b
=
viscositei t bulk koelmed.- viscosi tei t grenslaag koelmed. en \'land
"1\
\.
,-D = di ameter shell
s c = clear ance
=
s - d u B = baffle afstand s=
steek d=
buitendiameter vld buis u .d ) uhmed kan nu berekend worden en dus ook U. Het uiteindel~ke
re-sultaat wordt dan als volgt:
M
=
4.6 kg/s (water)T o
=
128.400D-De drukval over de reactoren
---De drukval over de reactoren is te berekenen met de vergelij
-king V3...'1. Erguri
3
voor gepakte bedden. Deze vergel ijking luidt
als volgt: p
=p~L.V
g
/
dp
.(1-f)/ê.3.
t70:71/(f.Vg.dp).(1-E.) +1.7~
met : P = drukvalf
=
dichtheid fluldum L = lengte vld buis v=
superfici~le gassnelheid g (35)('" ~
c
( ( ('o
o
d p = karakteristieke deeltjesafmeting
E,--= "9orositeit
TL= viscositeit van fluldum
net resultaat voor de drie reactoren is:
Reactor 1 = P = 0. 32 x 10 4 N/m2 ... {eactor 2 p = 0.32 x 104
, ,
104 Reactor 3 p = 0.31 x,
,
Z-De condensor en de gas/vloeistof scheidin~
---~-Om de organische producten van het koolmonoxide/waterstof
meng-sel te scheiden wordt gebruik gemaakt van een condensor,
ge-volgd door een gas/vloeistof scheidingsta~k. Op de condensor
'dordt nader ingegaan in het hoofdstuk over warmte1:Jisselaars.
'I'. a. v. de gas/vloeistofscheidirlg bij 400C en 4.5 atm. valt het
volgende te zeggen:
condensoruitgang- Gas ~ 24 x 15 x 22.4 = 8064 Iili/s
VIst: 1 x 15 x 90 x 1.015/1000
=
1.37 L/sVoor de dampspanning van 1,4 butaandiol geldt:
1010g P = 8.267 - 2705.69/T
=::=;::::
400C ~ P = 0.00055 atm.met P = verz.dampsp. (torr)
T = temperatuur (oK)
Voor ideaal gas geldt : pa= xa• ptot
=~:;. xBD= 0.00012 (mol-of vOlumefractie)
Er zal dus in de recycle-stroom steeds een zeer lage 1,4 bu-taandiol-spiegel aanwe zig zijn. Deze bedraagt:
0.00012 x 8064/22.4 = 0.04 mol/s (= 0.3
%
van totale BD-stroom)Over de oplosbaarheid van koolmonoxide en waterstof in 1,4
bu-taandiol is niets bekend. Om een orde grootte-schatting te
kun-nen maken is de oplosbaarheid van beide gassen in andere
alco-. D .. 'l5
holen gebru1kt. eze z~n :
CO 0.2 cc/cc (in pentanol)
H2 0.05" ( " )
Deze getallen gelden bij '1 atm. Bij 4.5 atm. zullen ze grofweg
50 96 hoger zijn.
De hoeveelheden gas, die met de vloeistof meegevoerd worden
kunnen nu berekend worden.
CO H 2 1.37 x 0.2 x 105 1.37 x 0.05x 1.5 = 0.4 I\TL/s
=
0.1 NL/s (= 0.01 (= 0.003%
van tot.CO-stroom) 96 van tot .H 2-stroom)( (
c
(o
o
In de volgende figuur z~n de resultaten samengevat.
GAS CO: 4-032 NL/s r---~.---H2 : 4-032 NL/s BD: 0.90 NL/s VLST CO: 0.4-0 NL/s ~---~.---H2: 0.11 NL/s BD: 1.37 L/s
Concluderend kan gezegd worden, dat de SCheiding praktisch ge
-sproken als volledig beschouwd kan worden.
F-De destillatiekolom
Conversie en selectiviteit van de tv.,ree reacties zullen nooit
echt 100 ;6 zjjn. Dat heeft tot gevolg, dat de vloeistofstroom
uit de condensor naast 1,4- butaandiol ook andere organische
~roducten bevat. Zr is dus een scheidingssectie nOdig om het
1 ,L~ butaandiol redelijk zuiver in handen te krijgen. Deze
schei-dingssectie bestaat uit twee destillatiekolommen. De eerste
dient ter verw~dering van lichte producten als propanol en
4--hydroxy butyraldehyde. De tweede ter verwijdering van zware
producten, ontstaan in de hydrogeneringsreactor. T.a.v. de
voeding van de eerste kolom is nog met enige redel~kheid een
2,anname te maken v.w.b. de samenstelling. '.r.a.v. de tweede
ko-lom i s dat ondoenl~k. Een dimensionering is dus alleen voor
de eer st e kolom mogel~k.
Voor de voeding van de eerste kolom kan de volgende
samenstel-ling aangenomen worden:
Product
96
Kookpunt•
1,4- butaandiol 95 229°C
1,3 iso-
,
,
1 2200Cn-propanol 2 97°C
4--hydroxy but. aId. 0.5 14-3 OC·
diverse lichte prod. 1.5
-=
evt. andere zware producten inbegrepen( (
c
(c
(Het niet 100
%
zuiver zUn van de allylalcohol isvanzelfspre-kend ook in bovenstaande tabel verdisconteerd.
BU de berekening van de kolom zUn 1,4 butaandiol en n-propanol als key-componenten genomen in concentraties van respectieve-l ijk 96 en 4 56. De aan de scheiding gestelde eisen 1.varen:
xBD in topproduct = 0.005 BD
x in bodemprod. = 0.995
Een massabal ans voor BD gecombineerd met een overall massaba-l ans leveren dan de massastromen:
~
f
=
1.35 kg/s~t=
0.05 kg/sSamenstelling en grootte van de stromen zijn nu bekend en de mol-fracties kunnen berekend vJorden. Voor propanol gelden dan de vol-gende ('raarden :
-:J P P
x_, ~= 0.059 x t = 0.997 x b = 0.0075
'Zs
il.b.v. de Fenske vergelijking kan het aant al scheidingsstappen b~
oneindi 3e reflu:~ ber ekend worden (n+1).
:1+ 1 ;,2 /-',1:2 ;'"13D/ r,/lJ3D
0<.
=.
Jt 1 b x . b d
t (36)
ffi9t :
~
= relatieve vluchtigheid =(~t.~b)0.5
M = aantal molen : ) = m.b.t . propanol .J.. BD= m.b.t . 1,4 butaandiol t = m.b.t . het topproduct b = m.b.t . het bodemproduct
Voor de minimale reflux (bij een oneindig aantal schotels) geldt:
P P BD BD
=
1/(0<-1 ) . Xt/Xf - 0< • xt /xf (37)met : 0( = (O(t.exr)0.5
x = molfractie
7.7
Via de Galliland-grafiek kunnen nu combinaties gevonden worden
van refl~~waarden en aantallen theoretische schotelse Via een
economische evaluatie moet nu een keuze gemaa.'k:t worden. Onze keuze was als volgt:
( ( ( ( ( ( i)
o
o
1sDimensionering van de kolom
Zerst '.lorden een anntal parameters voor de top van de kolom berekend, vervolgens voor het deel onder de voedingsschotel
en tot slot 1:Jordt gekeken hoe die uitkomsten aan elkaar te
passen zijn. Daarna ':lOrdt gekeken of aan een aantal
belang-r~ke randvoorwaarden wordt voldaan.
TT.vee belangrij~ce variabelen in die l)erelceningen zijn de flow-pnrameter en de flooding-grens.
!p=
LIG xCf
lp
)0.5g 1 (38)
net
p=
flo':J-DarameterL
=
vloeistofstroom G=
gas stroomPg
=
dichtheid van gasPl= dichtheid van vloeistof
G3.S- en vloeistofstroom worden bereKend m.b.v. de reflux, het
gegeven dat de voeding als vloeistof op kooktemperatuur wordt ingevoerd en de aanname dat de verdampingswarmte van propanol en 1, Lj. outa3.ndiol per kg ongeveer gel!jk zijn. Resultaat voor de
tOD is : G
=
0.10 kg/s '\ T:l ax :TI ex A = u x g net :: ).max = L=
0.05(P
GIPl)0.5 flooding-grens kg/s (39) mal( u~=
max. gassnelheid ClVle kiezen vervolgens een aantal kolomkarakteristieken :
Scotels : zeef schotels
Overlooprandhoogte = 0.05 m
CH )
w
Overlooprfu~dlengte = 1.00 m (b)
Schotelafstand
=
0.50 m (H )s
Via enkele grafieken is de gassnelheid en vervolgens de kolom-diameter te bepalen.
Voor het deel onder de voedingsschotel kunnen we ook weer een
flow-parameter en een floodinggrens berekenen en vervolgens de gassnelheid en de kolomdiameter bepalen. Tot slot moet dan aan een aantal r andvoorwaarden worden voldaan.
c
( ( ( éo
r
-Om entrainment te voorkomen moet gelden: 0.02 ~max 0.11
-Om flooding te voorkomen moet gelden: \
<
~max-Vloeistofhoogte op schotel moet groter zUn dan hoogte van de
overlooDrand (hl>H ) - w
-De perforatie-stm'ldru...1{: moet dusdanig zUn, dat geen
doorrege-nen oDtreedt
Om de capaciteit van de kolom aan de ruime kant te houden
e-ner2~jds en niet het risico van flooding te lopen anderzUds,
1:1ordt een oppervlak van 0.044 m2 gekozen. In beide delen van
de kolom wordt nu aan alle voorwaarden voldaan. Een
schotel-rendement van 50
%
aannemend komen we dan op de volgendeko-lomkarakteristieken: Voeding 1.35 kg/s, 96 96 rOD 0.05 kg/s 0.5;j Bodem 1.30 ~rfY -'-0 / S 99.5;6 Aantal schotels= 8 :r?efluxverh.= 1 Schotelafstand= 0.5 m
Overlooprandhoogte=0.05 m
Overlooprandlengte=1.00 m
~oogte kolom = 4.5 m
~iameter kolom = 0.24 m
G-De warmtewisselaars74
BD, 4 96 PR
BD, 99. 5~6 PR
BD, 0.516 PR
i-Berekening massa- en warmtestromen, + warmtewisselend oppervlak
Voor alle warmtewisselaars is een globale berekening uitgevoerd
resul terend in het vereiste warmtevlisselend oppervlak. Voor twee
o.i. erg belangrUke warmtewisselaars heeft daarnaast ook nog een
gedetailleerde dimensionering plaatsgevonden.
BU het d60rrekenen van een warmtewisselaar zUn de volgende
ge-gevens vereist:
Tube : T. ln = ingangstemperatuur van tube-stroom
Tui t= uitgangs , , , ,
m = massastroom door tubes
= soortelUke warmte tube-stroom
= verdampingswarmte
,
,
(bU condensor/verdamper)( l ( r '. r , " ,
o
o
r
Als de hiervoor genoemde gegevens voor de tube-side bekend
zijn kan de toe- of af te voeren 1:Tarmtestroom berekend
\\Tor-den.
~'
"
= TIl X ct) x1:1
T + m x r (40)CD bekende ingangs- en gekozen uitgangstemperatuur aan de
shell-side kan de massastroom met een relatie als vgl.(40)
berekend worden. Een keuze van de uitgangstemperatuur aan
de shell-side betekent dat het warmtewissel end oppervl~k
( 4. ) vast ligt.
- ':1
A
w
=
~'i'l/(k
• .1 TIn)AfT'
LI-In =(~To -L1Tl)/ln(~To/~Tl)
(41 ) (42)
met : k = overall warmteoverdrachtsco~ffici~nt
~Tl _!1 =logaritmisch temperatuursverschil
~To= temp.verschil tube en shell b~ ingang
.b.TI
=
, ,
,
,
bij uitgangAlle ~armtewisselaars worden volgens het tegenstroomprincipe
bedreven en de temperatuursverschillen z~n dus bekend.
Ve..n de overa II 1:Tarmteoverdrachtscoëfficiënt zijn voor de
ver-schillende warmtewisselaars m.b.v. standaardgegevens en
gra-fieken schattingen gemaakt.
Als we bovenstaande rekenmethodiek toepassen b~ de berekening
van de door ons voorgestelde warmtewisselaars is het
resul-t aat als volgt:
H-2, verdampen van allylalcohol
Allylalcohol: (tube-side) . 2 A = 13.0 m IV o To
=
95 C ln 0 T 0t=150 C UJ. m =0.87 kg/s Stoom (shell-side)H-3, voorverwarmen allylalcohol met stoom uit de reactoren
Allylalcohol: Tin = 20°C Stoom
Ct u be-sJ. Od) e T uit= 950C (shell-sJ.°de)
m
=
0.87 kg/s2
A 1;]
=
G.2 mo
o
H-5, oDwarmen reactiemengsel tot reactietemn. met stoom
Reactiemengsel: T. = 100°C T. = 220°C
ln ln °
(tube-side) Tuit= 110°C Tuit= 180 C m = 5.4 kg/s m = 1.,04 kg/s 0' 1 1 2 A = • m \'J Stoom (shell-side)
~-5, condenseren + koelen van stoom uit de eerste twee reactoren
Stoom T. ln = 100°C KoehJater ~
.
T.= 27°C ln
(tube-side) Tuit= 98°C (shell-side) T uit= 60~C
m = 0.81 kg/s m = 1265 kg/s
?
11.. :::: 44 8 mO
-I'J •
(0.04 kg/s stoom condenseert al in H-3)
H-11, voorver'darmen voeding 3e reactor met koelwater van die reactor. ~l oeding ~tube-side) ? A
=
~-7S m-\'J T. ln = 105°C T lU ·t= 175°C m = 6.75 kg/s Koelwater (shell-side)H-12, koelen van koelwater van de derde reactor.
(tube- side) Ä 2 2 A
=
..J
.
m \" Koeltorenwater: (shell-side) T. =27°C ln°
T ·t=35 C Ul m =4 kg/sH-15, opwarmen voeding derde reactor tot reactietemperatuur Voeding (tube-side)
°
T. = 175 C Stoom ln°
T .t=180 C (shell-side) Ul 2 A=
3.0 m IV m =6.75 kg/s3-16, opwarmen recycle-stroom met product stro om derde reactor Productstroom : T. = 180°C ln 0 (tube-side) T Ul ·t= 172 C m = 6.75 kg/s Recycle (shell-side) Aw= 39.5 m2(partiële condensatie)
H-17, voorverwarmen van voeding T-21 met product derde reactor. Voeding T-21 (tube-side) Productstr. : T.
=
172°C ln (shell-side) Tuit= 155°C m=
6.75 kg/s(
c
c
(o
o
o
H-18, afkoelen product stroom tot 40°C
Productstr. : (tube-side) Koelwater (shell-side) T. = 27°C ~n T uit= 40°C m l'..w= 70 m2 H-20, op':larmen voeding T-21 Voeding (tube-side) A
=
1.80 m2 1:1 8-23, condensor T-21 Condensaat (tube-side) ? .D..=
1.5
m~ tI : T. = ~n T uit= m=
H-24, reboiler T-21 Dampfase (tube-side) 98°C 98°C 0.1 kg/s Stoom (shell-side) Koelwater : (shell-side) Stoom (shell-side) m = 21.5 : T. = 410°C ~n Tuit= 250°C kg/s m = 0.68 kg/s T. ~n = 27°C 40°C T uit = m=
2.6 kg/s T.=
410°C ~n 250°C T uit= m = 0.57 kg/sii-Gedetaillecrde dimensionering van twee warmtewisselaars
H-~, vo~rve~warmen allylalcohol
Gekozen is voor een shell en tube warmtewisselaar in
tegen-stroom, met vier passages aan de tube-side. De bundel ligt
horizontaal. De karakteristieke afmetingen zUn:
inwendige shell-diameter
uitwendige tube-diameter
inwendige
,
,
, ,
steek
vlarmtewisselend oppervlak lengte aantal buizen 0.305 m 0.019 m 0.013 m 0.025 m 6.24-2.01 52 2 m m H-18, afkoelen vld nroductstroom
Het type warmtewisselaar is identiek aan H-3. De
karakteris-tieke afmetingen z~n de volgende:
inwendige shell-diameter
uitwendige tube-diameter
0.540 m
r '--( C
o
o
0inwendi~e tube-di ameter
steek
~:Jarm t evJi s s e 1 e nd 0 9pe rvI a..1{
lenGte 3.o.ntal buizen 'Z9 H-?omnen en co~pressoren i-Po:î1nen 0.020 m 0.032 m ? 70 m-5.0 176 m m
3~ het berekenen van de pompvermogens worden de volgende
ver ge Likingen gebruikt:
met :
met
P ef'-" = effectief pO!î1pvermogen
~l.
~m
= massastroom-::> druk voor de pomp
~1
D = druk na de pomp
~2
g = ve.l versnelling
h 2-h1= te overbruggen hoogteverschil
p
as = asvermogen
effectiviteit
(44)
2erekening van de pompvermogens geeft de volgende resultaten
P-1, verDomDen van de allylalcoholvoeding
1
r1
0.87 kg/sP
= 854 kg/m3P1 = 1.0 atm
D
-'-2 = 4.7 atm )Pas = 76 Kwatt
P-8, verpompen koelwater hydroformylerin6sreact~~8n
~
:n
= 0.805 kg/sP
= 958 kg/m3P1 = 1 atm
P 2 = 1.1 atm )Pas = 3.2 Kwatt
?-13, verDompen koel water hydrogeneringsreactor
~
m
= 4.6 kg/sf
= 1000 kg/m3 D -'-1=
12 atm D = 12.5 at m )P 54 Kwatt -'-2 as =( ( ( (
o
o
P-22 , 00nomnen voeding kolom T-26
~m
1.35 kg/s 3f
=
1015 kg/m P1=
1.0 atm ?')=
1.5 atm )P=
16 Kwatt c.. as ii-Coffinressor C-10Voor omkeerbare isotherme compressie geldt
p eff Voor
p
~
=f
==
P
ro
•
P2)a
0 ln(P2/P1 ) C-10 geldt6.75
kg/s 2.33 kg/m 3 ?1 = 3.8 atm (45)?2 = 5. 4 e..to ) .? eff = 392 Zwe..tt
7ia de vergeli.lkingen (4L~) volgt dan: D =
766
KVJatt-"-as
Aangezie~ een dergel~ke com~ressie in werkel~kheid niet
iso-ther::1 verloopt, dient een 25 ;b-ige correctie gemaakt te
wor-d en. --he t b eno d1· 9 d e vermogen wor dt d an: pcor --
957
K\',lattIN
waarts
Voor-
Massa -en
Retour
UIT
Warmtebalans
M
Q
M
M
M
Q
Q
Q
0. 87 -2561 .tn
...
iI' p. 1 II
t---•
... 0.32 738.4 st~om H 2 0. 32 -0. 87 ----
- - -CV
-2460. 2..
~ @--~,
0.87 ~r
-1721.8 0. 81-
l9
-
I I h-100.9-
-
-H 3 I-.
@
0.81•
1--h ~,~It-I
--
...
lP'a
I 0.45 -1665.5-
...
\ \ --
-
0.405 4 -}h . 3.60 . • ~~
R ÁI'" t--- . . . - __ r----128L~7.7
--
--I
...
_([Y-
. " 4.47- --
-~,-
~
4.47 --
---14484.9 -14568.E ~,
~ 1.04 t - - -1.04 83.9 sto ~ ... ~i+-H 5 ~~ I 10 14 41
r
~ 1- - 1 - ...
-
...
-;=L,
--~--r
I I
I
I
1I
-~.
I 12.5-,
-
-1736.9 .. _--- II
I
I--_
.
- --~-r
---~---~
,---
___
I_koe 1w H 6 _ _ - --r' ... - - -- I 0.8 1L
I h-18JQ'-----©-r
r - - - .,~
... - - - - I1
12.5 - .-I
--
, T v 7I
I
1 -I - - - L ~--:-J
I I -:J I -.. - --- .. ---1 l - - -- - ---,----~-----
--,---
-~----
- - - - -- -- -- -- -- -- -- -- -1 - - - - -- .-----
---t---
-
-
-
-
-
-
--
-
---'I~-
__
_r----+~--==-==--lJI
f---J1 - 1 -~
--
.
----ir-:---
Î
!p
4 71
@
___ 1-15390.'W-
---4--- __~~=--
__
--1
η
P 8 I - -~
I II -l-r-
---l_~---
--<I
_1
.
~
-,9.40 5 i__Jo
Il-.-
~-
....Q.405---l--'i~~hL-~.
- _ _ __ - J~h
~---f---4 ]I
®
f--~;i=~---+----
'
~
4
7~
'Î5'
---<
R 9 >- - -e-l...J)
O __ ..L..-16296 ---~
I 11180 -.03 -2.2 I - . • 1 . - - -~V
,.
~.
2r---r--~Ir===~1
+
~
==I_r---+---
,
,
-__
---1
r -,'.
-I
[~==---=-+----.-
,
---tr--L---=
~
..
@
____
c2.
1'O--l----t---1
-
C 1 0 ' .:;191 6 9:8l6.7s1
I '
I
--,--+----'-2428)7'- - - -f§2
_-::.-J
_ ~Ir f---I' - - --- - - - 1-
~I . -1 - - --___
pO~.2
lhL~W
~5~i---4
----
-2' -918.9~-==~=~~~r---+----
-
-i
-- --
---- -r--- --- --- 1 --- --- --- --- --- --- --- 1 1---_1 ~ -~ -f - - - 1-
----
-€y_~.60
h' -._ -- Hll-..@-rl
I.. r
1
~I
f--r-, '--I -I -4.60----4---
I
-
-
-+---I
h' 9 18.< - - --L
1
... .. ,- _.-_ _ _ _ L - - --- t -r - - - - -- I - - r - - - - -I..
I I Il
I
-- ,-<
n
(" 6.75 ___@
~ ______ +-_______ ~-_2~33 5. 4.0 Ic elw. 4.60 I-:---:--=---f-- - -1 - -_ __ ~----_+h-' -_1 075. 1. 07 92.7 6.75@
-24332 .8--6.75 - ---24967.1 1. 35
",Q9
-690- 1.2 , 6.75 ... ' --25284.3-
-30 19 H12 4.60 h' P13@_____
-f _ _ 6-=-. 7~5=---l -23272.4 H15@
-
5.40 4.0 157.3 1.07 .. ', - - - - 19 169 • 8 ~~ r-' ~~~+---+---H16 ---@
.40 -19803.8 1. 35 -6584.0 H17- - -
-2930 25 27 29