Fourier- en Laplace-transformaties
Tentamenopgaven met uitwerkingen
H. Bavinck
libliotheek TU Delft
\\1\',lIl',I''11 \,I\\'1'1'II\"1'1
C OOOJlS1 J970Delftse Universitaire Pers
2414
406
3
Bavinck, H.
Complexe functietheorie Fourier- en Laplacetransformaties : tentamenopgaven met uitwerkingen
IH.
Bavinck. - Delft: Delftse Universitaire Pers. - IJl.Uitg. in opdracht van: Vereniging voor Studie- enStudentenbelangen te Delft. - Oorspr. uitg.: Delft: Delftse Uitgevers Maatschappij, 1989
ISBN 90-407-1153-4 NUGI 811 Trefw.: functietheorie ©VSSD Tweede druk 1995 Uitgegeven door: Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1, 2628 CN Delft
tel. 015-783254, telefax 015-781661.
Inopdracht van:
Vereniging voor Studie- en Studentenbelangen te Delft Poortlandplein 6, 2628 BM Delft
tel. 015-(2)782124, telefax 015-(2)787585,e-mailVSSD@dutiws.twi.tudelft.nl
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
All rights reserved.No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.
Voorwoord
Functietheorie TN 2 Functietheorie Et emMk0 2 3 4 Functietheorie Wi en In0 2 3 4 a 23B a 18De vraagstukken in deze bundel zijn ontleend aan tentamens over Complexe Functietheorie en Fourier- en Laplacetransformaties die in de jaren 1987 t/m 1989 aan de Technische Universiteit te Delft zijn gehouden. Het betreft hier tentamens voor een aantal verschillende vakken bestemd voor studenten van diverse faculteiten, nl.
a 14A
a 180A Fourier- en Laplacetransformaties Mk: 4,LR: 4,Wb:,ST: 4,CT:,MT:
a 180B Complexe Analyse Mk: 4,LR: 4,Wb:,ST: 4,CT:,MT:
Ik ben me bewust van het gevaar dat studenten deze vraagstukkenbundel wellicht verkeerd zullen gebruiken. Indien men enig profijt van dit boekje wil hebben, zal men de opgaven eerst zelf moeten proberen te maken alvorens naar de uitwerkingen achterin te gaan kijken.
Als gebruikers van dit boekje fouten of kleine slordigheden mochten constateren, zou ik dat gaarne van hen vernemen.
Veel dank ben ik verschuldigd aan René Swarttouw die de tekst kritisch heeft bekeken, waardoor verschillende fouten konden worden hersteld.
Delft, november 1989 H. Bavinck
Bij de tweede druk is een aantal correcties aangebracht.
Inhoud
VRAAGSTUKKEN
1. Differentieerbaarheid 5 1.1
2. Functies. Conforme afbeeldingen 7
3. Singulariteiten. Laurentreeksen 10 4. Integratie. Residuenstelling 13 5. Nulpunten. Argumentenprincipe 19 6. Fourierreeksen 21 7. Fouriertransformatie 23 8. Laplacetransformatie 26 1.2 UITWERKINGEN 1.3 1. Differentieerbaarheid 29
2. Functies. Conforme afbeeldingen 32
3. Singulariteiten. Laurentreeksen 37 4. Integratie. Residuenstelling 41 5. Nulpunten. Argumentenprincipe 54 6. Fourierreeksen 59 1.4 7. Fouriertransformatie 65 8. Laplacetransformatie 73 1.5
1 + i.
Vraagstukken
1. Differentieerbaarheid
1.1 (16-6-87) a18z is een complex getal. Men stelt Re z
=
x: lm z=
y. f is een analytische functie die aan het complexe getal z het comp l exe getal w= f(z) toevoegt. Gegeven is:Re w
=
log (x2 + y2) + Y en f(i) Bereken lm w voor y ~ O.1.2 (26-10 -87) a18
Onderzoek voor welke waarde(n) van z de functie g(z) analytisch is .
1.3 (14-6-88) a18
z+z e
De functie f is analytisch. We schrijven z
=
x + iy en f(z)=
u(x,y) + i v(x,y). Er is gegeven datu(x,y)
=
sin x cosh y en f(O)=
i. Bereken v Ix, y).1.4 (12-6-89) a14A
De functie f is analytisch in het gehele complexe vlak. Men stelt f(z)
=
u(x,y) + i v(x,y), waarbij u en v reële functies zijn en x=
Re z; y=
lm z. Berekenav
ax
=
12xy + 4x - Y1.5 (15-6-87) a14A
u(x,y) en v(x,y) als nog gegeven is en f(O)
=
3 - 2i; feil=
3~ - i.2
z is een complex getal. Men stelt Re z
=
x: lm z=
y.f is een analytische functie die aan het complexe getal z het comp l exe getal w·
=
fez) toevoegt. Gegeven is:2 2
Re w eX -y sin 2xy + y en f(O) =
o
.
Bereken lm w.1.6 (Z5-8-87) aZ3B
Onderzoek voor welke z e e de functie f : C~ C gegeven door fez)
=
sin z differentieerbaar is.(2
is de complex geconjugeerde van z ) ,1.7 (13-6-88) aZ3B
Zij z
=
x + iy, x,y E ~. f is een analytische functie en w=
fez). Gegeven is:Im w
=
Z sin x cosh y + xy en f(O)=
-Z. Druk w uit in x en y en druk w ook alleen uit in z ..1.8 (14-8-89) a14A
Men definieert de complexe logarithme voor alle complexe getallen
Z.l
(Vermijd het gebruik van het met uitzondering van die op Voor welke waarden van z is
de negatieve 1 log (z +
z)
kenmerk van reële as en de oorsprong. analytisch? Cauchy-Riemann). 2. ;;2.:
2. Functies. Conforme afbeeldingen
2.1 (16-6-87) a18Men stel t z
=
x + iy me t re ë l e x en reël e y. In het z- v l a k is gege ven de hyperbool H bepa a ld doo r:H
=
{zI
x2 - y2=
1}.Hiervan beschouwt men de ta k T die in het rechterhalfvlak ligt. a. Geef ee n parametervoorstelling van T, alsook een
parameter-interval.
Men beeldt·het complexe z-vlak af in het complexe w-vlak door te stellen
w
b. Bepaal het beeld van T onder deze afbeelding en geef daarbij aan in welke richting dit beeld doorlopen wordt, wanneer T in een door u te kiezen richting wordt doorlopen.
Aanwijzing: voer de afbeelding in twee stappen uit.
2.2 (16-6-87) a18
De complexe variabele z loopt langs de geschetste kro~e van 0 naar 2.
(z i e figuur). Men stelt
f Iz )
=
I
(z2 + 4) (Z2 - 1) en spreekt af : f(O)= -
~.
Welke waarde heeft deze functie aangenomen als z de kromme heeft doorlopen van 0 naar 2?2
2.3 (26-10-87) a18
Het gebied G is gegeven door
G
=
{z E ICI I
zI
< 1 en 0 < arg z < ;}. Bepaal het beeld H van G onder de transformatie1 - z3 f'{z ) =
-1 + z3
2.4 (14-6-88) a18
Het gebied G is gegeven door
2.9
G
=
{z E ij; (Re z)'(Im z) > 1 en Im z > Ol.Bepaal het beeld van G onder de transformatie f Cz )
=
!.-
+ i.2 Z
2.5 (14-6-88) a18
Men brengt in het complexe vlak een coupure aan en beschouwt D
=
ij; , {zI
Im z=
0 en Re < Ol.w(z)
=
vz
is de tak van de wortelfunctie op Dbepaald door V+T=
-1. Bepaal het beeld wel) van de rechte lijnL
=
{zI
Im z=
2}.2.6 (15-4-88) a180B
Men beschouwt de transformatie z - 1 w
=
logZ"""+1 '
waarbij de hoofdwaarde van de logarithme wordt bedoeld.
a) Voor welke waarden van z is deze transformatie niet conform? b) Bepaal het beeld van het reële interval
-1 < Re z < I, Im z
=
O.c) Bepaal het beeld van het bovenhalfvlak Im z > O.
2.7 (14-8-89) a14A
2.10
2.11
2.12
Los z op uit: cos z
2.8 (29-1-88) a180B
i sinh 1.
Z + 1
Men beschouwt de transformatie w =
z-=-r
a) Voor welke waarden van z is deze transformatie niet conform? b) Toon aan dat deze transformatie de cirkel Iz - 1\ =
V2
inzichzelf overvoert (d.w.z. in de cirkel Iw - 11
=
V2 ).
Bepaal de punten z die onveranderd gelaten worden (d.w.z. waarvoor geldt w z).c) Waar gaat het gebied Iz - 11 <
V2
in over? d) Bepaal de beeldfiguur van de cirkel Iz +11
=V2
2.9 (12-6-89) a23B
Bewijs voor reële x en y de volgende identiteit: Isin (x + i~)12
=
Isin x + sin iyl 22. 10 (12-6-89) a23B
De complexe variabele z loopt langs de geschetste kromme K van
o
naar -3. Men stelt fez)=
~
z2+ 1 endefinieert f(O)
=
1. Schrijf de waarde die deze functie heeft aangenomen, als z de kromme K heeft doorlopen van 0 naar -3, in de vorm a + bi (a,b E ~).2. 11 (19-6-87) a23B
-1 deze functie aangenomen als z de kromme K
heeft doorlopen van 0 naar -iY3 ?
De complexe variabele z loopt langs de geschetste kromme K van
o
naar -iY3. Men stelt Hz) =~
z4 - 1 endefinieert: f(O)
=
-1. Welke waarde heeft2.12 (14-1-88) a23B
-2
De complexe variabele.z loopt langs de geschetste kromme K van
o
naar 2. Men stelt fez) =~(z
+ 1)(Z2 + 1)en definieert f(O)
=
1. Schrijf de waarde die deze functie heeft aangenomen, als z de kromme K heeft doorlopen van 0 naar 2, in de vorm a + bi (a, b E IR).3. Singulariteiten. Laurentreeksen
3.63. 1 (16-6-87) a18
3 Z f Iz )
De functie f is gedefin iee rd door:
1
2(ez - 1) sin2z
a. Geef de ligging en de aard van de singularit e i ten va n f, .
alsmede de ligging en de multipliciteit va n de nulpunten van f.
b. .In dit onderdeel wordt met E de eenheidsci rkel bedoeld .
Geef de waarde van
f
f(z) dz in de vorm va n ee n onei ndi g E+voort lopende.reeks en geef daarvan de al ge mene term aan.
3. 7
3.2 (26-10-87) a18
Bepaal het residu in nul van de functie
3.8 1 . 2 Z SIn z gIz )
=
--=--3.3 (14-6-88) a18Bepaal de Laurentontwikkeling van 1
f(z)
=
z(z _ 1) in het gebied G (z ]I
zl
> H.3.4 (14-6-88) a18
Bepaal de singulariteiten van de funct ie 3.9
f Iz )
=
3.5 (12-6-89) a14A
Bepaal de aard en de ligging van de singularite iten van
2iz
e - 1
z2 sin 3z
3.6 (14-8- 89) a14A
Men ontwikkelt
(z + i)(z 3iJ om het punt 4i in een
Laurent-reeks die conve r ge e r t in het gebied, bepaald door {z e"Cl 1 < Iz - 4il < S}
Geef de coëfficiënt van (z - 4i)n in deze ontwikkeling voor n ~ 0
en voor n < O.
3.7 (14-8-89) a14A
De functie f is gegeven door: fIz ) = (sin z)(sin
.!.).
z
Men ontwikkelt fez) in een Laurentreeks omO.
a) Toon aan dat in deze ontwikkeling geen termen voorkomen met
oneven machten van z.
in de vorm van
4
Z
en ook die van z
z
b) Geef de coëfficiënt van
een oneindige reeks.
c) Geef de coëfficiënt a van zzn in de gedaante van een
Zn
oneindige reeks, maar met behulp van het E-teken, voor n ~ O.
3.8 (12-6-89) a23B
De functie f is gedefinieerd door iz
f Iz ) = e - 1 z sin3 z
a) Bepaal de ligging en de aard van de si ngu l a r i t e i t en van f.
b) Bereken het residu van f in O.
3.9 (17- 8- 88 ) a23B
Bepaal de Laurentontwikkeling van 1 om het punt (Zz + l)(z - 1) 1 z
= -
2 '
geldig vooro
< [z +21
1 < 32
.
3. 10 (17- 8- 88 ) a23B g(z) , z '" O. Zi j C = {z e Cl Izl = l }Bep aal de Laurentreeks van
f
Z 6 g(z) dz C+ en g om z=
0 3 Z en bereken3.11 (14-1-88) a23B
4.1 2
Z
Men ontwikkelt in een Laurentreeks om het punt
(Z2 - 1)(z - 2)
z
=
1. Geef van deze reeksontwikkeling de algemene term en het gebied waar deze ontwikkeling geldig is.3.12 (25-8-87) a23B
Geef de ligging en de aard van de singulariteiten van de functie f bepaald door:
fez) en bereken het
sin z z3(e 4Ï z - 1)
residu in elk der polen.
3.13 (25-8-87) a23B
Bepaal de Laurentontwikkeling van 1
Z2 - 4iz - 3
om het punt z = 4i, geldig voor 1 <
Iz
-
4il < 3.4.2
vraagstukken 13
4. Integratie. Residuenstelling
4. 1 (16-6-87) a18
ill
bepaald wordt door:
Tl
2";
0 < 0 < RL de cirkelboog met Vii. co co enJ
sin x dx.o
vx
1J
e-x x 2 dxo
Hz) dz=
O. Hz) dz O. coJ
cos x dxo
vx
N.B. Gegeven is ook: c ) Bereken:De contour K is de rand van het gebied G dat
G
=
{zl 0 < Izi < R; 0 < arg z <De cirkelboog met straal R wordt Cl genoemd,
straal 0 noemt men C
2' Zie ook de figuur.
De functie f is gedefinieerd door:
-z
Hz)
=
evz
a) Toon aan: lim f+
R-)<O C
1
b) Toon aan: lim f_
0-1-0 C
2
4.2 (26-10-87) a18
Zij C+ de in positieve zin doorlopen eenheidscirkel.
f
dzBereken
.C+ z2 + 4z + 1
4.3 (26-10-87) a18
Zij a een reëel getal, a > O.
iaz
e
Hz) =
(1 + Z2)2
a. Bepaal de singulariteiten van f en bereken de residuen in de
De functie f is gedefinieerd door
singuliere punten.
b. Zij ~ de halve-cirkelboog in het bovenhalfvlak van R naar
co
J
cos ax dx.c. Bereken
o
(l + X2)2 Licht uw antwoord kort toe.-R, R > O. Toon aan dat lim f fez) dz
=
O.R-)<O L
4.4 (14-6-88) a18 4.9 {zl + z cos z 3} linksom doorlopen. 4.5 (14-6-88) a18 <Xl Bereken dx - 2x + 4
Laat zien hoe u aan het antwoord komt.
4.6 (24-10-88) a18
De functie f is gedefinieerd door fez) 1 hierin
is ~ een getal met Im ~ > O.
a) Bepaal de singuliere·punten van f en he t residu van f in elk
van die punten. b) Bereken de waarde van
co P.V.
J
dx (x - ~)2(X-
1) -<Xl cc 4.1 4.7 (24-10-88) a18 1 de functie f Iz )=
-
- --
-z2 sin llZN is het vierkant met hoekpunten achtereenvolgens
Cl - il. QN = (N +
à)
Cl + L},(- 1 + i) en 5
=
(N +~) (-1 - i). Hierin is N e ~.N 2
singuliere punten van f en het residu in elk van die We bestuderen De contour C P (N 1 N +
2)
R (N 1 N +2)
a. Bepaal de punten. 1b. Toon aan dat
I
s i n llZI
~ 1 voor alle z e C.N
c. Bewijs dat lim § f {z ) dz
=
O.N~ C N d. Toon aan da t co 2
L
(_1)n+l 2 1l12 n=l nf
+ z2 - 4z + 1 C Bereken (21-8-89) a18.Zij C+ de in positieve zin doorlopen eenheidscirkel.
dz 4.8
Men definieert
Hz)
4.9 (21-8-89 ) a18
Zi j p > O. De functie f is gedefinieerd door
2
z
4
z + p
voor iedere Rde contour Cdoor
dz.
31l
z <
2
C= C + C + C
1 2 3
lijnstuk + cirkelboog + lijnstuk
a. Bepaal de singuliere punten van f en het residu in elk van die punten.
b. Toon aan dat lim f Hz) dz O. R
R-)al C 2 C2 m C3
J
2 c. Bereken _x_ _ dx 4 0 X + p 0 C, R 4. 10 (12-6-89) a14AR en r zijn positieve getallen waarvoor geldt: 0 < r < 1 < R. De contour K wordt gevormd door:
-De halve-cirkelboog Cl' bepaald door Izi
=
R, ImZ
~ O. -Het lijnstukt
1 op de reële as, dat -R verbindt met -r. -De halve-cirkelboog C
2' bepaald door Izi
=
r, Im z ~ O. -Het lijnstukt
2 op de reële as, dat r verbindt met R. De functie f is gegeven door
fez)
=
(in z)2~
z2 + 1 Afgesproken wordt: n- 2:
:5 arg a. Bereken § fez) K+b. Toon aan: lim f+ fez) dz O. R-)al C
1
c. Toon aan: lim f+ fez) dz
=
O. r,J,O C2
d. Bereken met behulp vàn a, b en c:
m m
J
(in x)2.;x
dx enJ
(in x).;x
dx 2 + 1 2 + 1 0 x 0 X m als ook isJ
.;x
dx 1l gegeven 2 + 1 Y2 0 x4.11 (15-6-87) a14A
De contour K wordt gevormd door:
ia
1. De halve-cirkelboog Cl waarop geldt: z
=
0 e en 0 ~ a ~ n.2. De lijnstukken AB, BD en DE die resp. de punten A
=
0 met B=
R;B
=
Rmet D=
R + i; D=
R + i met E 0 + i verbinden .3. De halve-cirkelboog C
2 waarop geldt: z
=
0 ei a
+ i en -n
~
a~
O.4. De lijnstukken FG, GH en HK die resp. F
=
-0 + i met G=
-R + i;G
=
-R + i met H=
-R; H -R met K=
-0 verbinden.Hierbij geldt steeds 0 < 0 < ~ <R. Zie ook de figuur.
2 4.1:: 4.14 F -R.~+:...i_-+-_--, G -RL..:.H.:...-~_~ R+i D B R nz 2
De functie f is gedefinieerd door fez) sinh nze
a. Bereken i+f(z) dz.
b. Toon aan: lim f fez) dz
=
O.R~ BD
Daarna mag men aannemen dat ook lim f f(z) dz
R~ GH
O.
c. Bereken het residu van f in 0 en in i.
d. Bereken vervolgens lim f fez) dz en
o~O C 1
als Cl en C
2 in de aangegeven richting
e. Bereken met behulp van a, b, c, d:
Dl nx
J
sinh 2: sinh nx dx.o
4.12 (29-1-88) a180B lim f f Iz ) dz , o~O C 2 worden doorlopen. Bereken de integraalJ~
lol eZ - 1vraagstukken 17 4.13 (29- 1-88) a180B Bereken m.b.v. contourin t eg r a t i e CD
J
o
Aanwijzing : 2 (In x) dx 1 + x2Neem als con t ou r twee halve-cirkelbogen van Izi
=
R en Izl=
0, verbonden door twee stukken van de reële as.4.14 (29-1-88) a180B
CD 1
Bereken \ -- door uit te gaan van de integraal
k~l
k4J
,-,Il--=.c..:..~..:..t--,-,Il=z dz ,C .z
1
waarbij C de cirkel Izi = N+
2
voorstelt.N.B. Het feit dat Icot Ilzl op C uniform begrensd.is, behoeft niet te worden aangetoond.
4.15 (19-6-87) a23B
Bereken m.b.v. contour integratie CD -1 < a:< 3. a: x
J
0-o
4.16 (14-1-88) a23B iz2Integreer e langs een gesloten contour waarvan de in het z
eerste kwadrant gelegen kwartcirkels met middelpunt 9 en stralen E en R (0 < E < R) delen zijn en bereken
CD
J
sin x2 dx. xo
4.17 (17-8-88) a23B co x1/3 s InIx + ~) BerekenJ
3 dx .o
x2 + 14.18 (13-6-88) a23B <Xl
J
1/3 Bereken x dx door 2 0 X + x + de geschetste contour. integratie van 1/3 Z 2 Z + z + over R 5.1 5. 2 5.3 5.45. Nulpunten. Argumentenprincipe
5.1 (12-6-89) a14A
Gegeven is: g(z)
=
Z4 + iz3 + 1.a. Toon aan dat g(z) geen nulpunten heeft op de reële as en ook
niet op de imaginaire as.
b. Het punt z doorloopt in het complexe vlak de volgende baan:
langs de reële as van 0 naar R (R > 0), vervolgens langs de
kwart-cirkel met middelpunt 0 en straal R van R naar Ri,
tenslotte langs de imaginaire as van Ri naar O.
Hoe verloopt arg g(z) als z deze baan doorloopt en R~ m ?
(arg 1
=
0)Wat zegt dit over de nulpunten van g(z).
5.2 (14-8-89) a14A
De veelterm p(z) is gedefinieerd door P(z) = z5 - Z + 16.
Toon aan dat de nulpunten van P(z) liggen in de ring, bepaald
door 1 < Izi < 2.
5.3 (16-8-89) a23B
De functie f is gedefinieerd door fez)
Onderzoek hoeveel nulpunten f heeft a) op de reële en de imaginaire as. b) in het eerste kwadrant.
c) binnen de ring gegeven door R
=
{zlSchets de ligging van de nulpunten..
1 3
Z < Izi <
z}.
5.4 (12-1-89 ) a23B
De functie f is gedefinieerd door f Iz )
Onderzoek hoeveel nulpunten f heeft
a) op de reële en de imaginaire as.
b) in het eerste kwadrant.
c) binnen de ring R, gegeven door R
=
{zlSchets de ligging van de nulpunten van f.
Z4 + Sz + 1.
5.5 (17-8-88) a23B
Onderzoek hoeveel wortels de vergelijking
2ez + 2z3 - 1
=
0 6.1heeft binnen het gebied bepaald door 5.6 (13-6-88) a23B
1
"3 <
Izl
<2.Onderzoek het verloop van het argument van fez)
=
z3 + Z2 + 4z + 9,als z de imaginaire .a s doorloopt van ioo naar -ioo. Leid hieruit af, hoeveel nulpunten f in het rechter halfvlak Re,z ~ 0 heeft. 5.7 (14-1-88) a23B
Bewijs dat de functie f'{z ) = ez
2"
1 z - 1 één nulpunt heeft in het halfvlak Re z < 0 en dat dit nulpunt reëel is.Aanwijzing: Toon eerst aan dat f Lz) één nulpunt heeft in het halfvlak Re z < - c met
o
< c <2"
16.2
6. Fourierreeksen
6.1 (12-1-89) a23B
Zij f:
~ ~ ~
gegeven door fIx) = Isin~
xl , - rr~
x < rr,en fIx)
=
fIx + 2rr) voor alle x E ~.a. Ontwikkel f in een Fourierreeks.
b. Sommeer m.b.v. deze Fourierreeks
co 1
L
2 n=l 4n - 1 co (_Un enL
--'-=2--'--nei 4n - 1c. Geef de formule van Parseval en sommeer hiermee
co 1
n~l
(4n2 - 1)26.2 (19-6-87) a23B
De functie f wordt gegeven door
fIx) cos ax, -rr < x ~ rr, ~ E ~ \ z,
fIx) fIx + 2rr) voor alle x E ~.
a. Ontwikkel f in een Fourierreeks.
b. Bereken met behulp hiervan
co 2 ~
L
2 2n=l ~ - n
c. Bewijs dat termsgewijze integratie van de reeks onder b. naar ~
van 0 tot y met 0 <
d. Leid hieruit af: sin rr y
rry lim n~ < 1 n
rr
k=l is toegestaan. 2 (l -l...).
k2 6.3 (16-8-89) a180AZij f op [-n, nl gegeven door
fIx)
=
rr2 - x2 en zij verder fIx + 2rr)=
fIx).a. Ontwikkel f in een FQurierreeks t.o .v . het stelsel
{1, cos x, sin x, ..., cos nx, sin nx, ...} .
b. Onderzoek of de Fourierreeks puntsgewijs convergent is op
[ -n,n].
Vul x
=
0 en x=
rr in.Welke reeksen kunt U dan sommeren?
co
c. Geef de formule van Parseval en sommeer hiermee
r
L 4
rr rr voor -2: ~ x ~ 2:
.
rr tt < voor - rr s x < - 2: en 2: x ~ rr. 6.4 (17-8-88) a180AOp [-rr. rr] is de functie f gegeven door
f(x)
= {
~
a. Ontw i kk e l f in een Fourierreeks t. o.V. het stelsel
7.1
{ 1, cos x. sin x, • • •t cos nx • si n nx •. ..}
7.2
b. De functie g [- rr. rr] ~ IR wordt gegeven door
= { :
rr rr
g(x ) voor - 2: ~ x ~ 2: ,
rr n
voor - 1t :s x < - 2: en 2: < x ~ rr.
Bepaal de Fourier reeks van g t.o.v. het ste lsel {1, cos x. sin x • ...• cos nx. sin nx,... } .
c. Onderzoek of de Fourierreeks van g puntsgewij s converge er t op [-rr. rr]. Vul x rr2: in.
6.5 (19-1-88) a180A
Op [-rr. rr] is de functie f gegeven door f(x) X2.
a. Ontwikkel f in een Fourierreeks t.o.v. het stelsel
{1. cos x. sin x • ...• cos nx. sin nx •. .. } .
b. Onderzoek of de Fourie r reeks uit a. puntsgewi js convergee rt op
rr
[- rr. rr]. Vul x = 2: in.
c. Pas de relatie van Parseval toe op de Four i e r r e eks uit a.
6.6 (19-8-87) a180A
Op [-rr, rr] is de functie f gegeven àoor f(x)= { -2 x + rr voor 0 ~ x ~ rr,
-2 x - rr voor -rr ~ x < O.
a. Ontwikkel f in een Fourierreeks t,o. v. het stelse l
{1, cos x, sin x, ..., cos nx, sin nx, .. .} .
b. Onderzoek of de Fourierreeks uit a. puntsgewijs conv e r gee rt op
[-rr, nl, Vul x _ rr
-"4
in.c. Pas de relatie van Parseval toe op de Fourierreeks ui t a.
x
7.
Fouriertransformatie
Bereken de Fouriergetransformeerde van
7.1 (12-6-89) a23B
7.2 (17-8-88) a23B
Zij f : R ~ R gegeven door [(x) = {
a. Toon aan dat de
2 - lxi voor lxi ~ 2,
o
voor lxi > 2.Fouriergetransformeerde van f gelijk is aan
b. Bereken
J
Ol • 2 sln 2 u cos u duoo
u 0:>c. Bereken
J
sin: u duoo
u7.3 (13-6-88) a23B
Zij f de functie gegeven door f(x) = x e -lxi .
a. Toon aan dat de Fouriergetransformeerde van f gelijk is aan
[(u) -1
.ff
2 u1l
(l + u2 ) 2
b. Bepaal met behulp van de formule van Plancherel
0:>
J
U2duo
0 (l + U
7.4 (14-6-89) a180A
Zij f de functie gegeven door
7.7 1 [(x)
= {
~1
voor 0 ~lxi
~ i, voor 1 <"
l
X
i
~ 2, voorlxi
> 2.a. Bepaal de Fouriergetransformeerde van f.
u b. Bereken co
J
.
3 SIn u uo
COS u du en coJ
.
3 SIn uo
2 COSmet behulp van de omkeerstelling van de Fouriertransformatie.
met behulp van de stelling van
==---=.----::..:..:=---=u du
o
Plancherel.J
sin6 u cos 2 c. Bereken 2 u 7.5 (17-8-88) a180AZij f de functie gegeven door f Ix ) = Cl +
lxi)
e-1xl.
a. Toon aan dat de Fouriergetransformeerde van f gelijk is aan
7.8
[(u) = 2
ff
1rr
Cl + u2) 2
ee
b. Bepaal
J
cos u duo0 Cl + u 2 ) 2 \Xl c. Bereken
J
duo 0 Cl + u 2 ) 4 7.9 7.6 (17-1-89) a180AZij f de functie gegeven door
f(x)
voor 0 < x < i,
voor -1 < x < 0,
elders.
a. Bepaal de Fouriergetransformeerde van f.
eo sin2 1 \Xl
J
"2
uI
Si~3
t b. Bepaal sin u du en dt u 0 0 co BerekenJ
sin 4 t dt. C. -0 t 27.7 (19-8-87) a180A
Zij f de functie gegeven door
2 [(x) = {
~
- lxivoor
l
xi
~ 1,voor 1 <
l
xi
< 3,voor Ixl.~ 3.
a. Toon aan dat de Fouriergetransformeerde van f gelijk is aan
u cos U 2 U . 2 Sln 4
fT'
----::---J[ [(u) b. Bepaal c. Bereken al'"
J
sin2J
sin2 u cos u du u duo en -2 2 0 U 0 U'"
J
sin4 u cos2 u duo 4 0 U 7.8 (14- 6- 89 ) a180AZij h de reguliere distributie die correspondeert met
h(x) x cos x. Bereken de Fouriergetransformeerde van h.
7.9 (17-8-88) a180A
Zij g de reguliere distributie die correspondeert met de
functie g(x)
=
(1 + x) eix. Bepaal de Fouriergetransformeerde8. Laplacetransformatie
8.78.1 (16-8-89) a23B
",- 1 (
Bepaal oL s - 1 ) met behulp van de comp l ex e
(s + 1)4
(l
+ 1)omkeerformule van de Laplacetransformatie.
8. 8
8.2 (25-8-87) a23B
",-1 ( S )
Bepaal oL
(s2 + 2s + 2),(s + 1)4
met behulp van de complexe omkeerformule van de Laplacetransformatie.
voor s > 1. t > 0 a > -1, ta + x v(t,a) =
J
o rca
+ x + 1) 8.3 (16-8-89) a180ABepaal de Laplacegetransformeerde ~(s,a) van
co
8.4 (16-8-89) a180A
Bepaal met behulp van Laplacetransformatie de oplossing y(t)
van de differentiaalvergelijking
y" + 4 y
=
hftI, t ~ 0met h(t)
= {
01 voorvoor IIo
~~ tt ~<II211,en t > 211,8·11
die voldoet aan y(O)
=
1,v'
(0)=
o
.
8.5 (14-6-89) a180A
O. y(O)
Bepaal met behulp van Laplacetransformatie de oplossing x(t), y(t)
van het stelsel
x" - 2x' + 3y' + 2y 4
2y' - x' + 3y
=
0die voldoet aan x(O)
=
x'(O)8.6 (17-1-89) a180A
B.7 (17- 8-88) a18üA
De func ti e erf'Lz) wordt gedefin i eerd door
z 2
erf Iz) = -2 J e-L dL.
-/Ti Ü
t
Bepaal de Laplacegetransformeerde va n [(t) e erf(v't).
B.8 (17-8-88) a180A
Bepaal met behulp van Laplacetransformatie de functie y(t) die voldoet aan en y(O) 2 2
~
- 4 Y dt2=
v' (0)=
1. t + 9 J y(t - L) sin 2L dLo
2t B.9 (19-8-87) a180ADe Besselfunctie Jo(t) wordt gegeven door J (t) o
00 (_l)n t
\' (_2)2n. =
n~o
(n! )2 Bepaal de Laplacegetransformeerde van J (2 v't).o
B.l 0 (19-1-88) a18üA
Zij f de periodieke functie met periode 2 bepaald door {
l voo r 0 S t S 1,
f(t)
=
0 voor 1 < t < 2.Bepaal de Laplacegetransformeerde van f.
8.11 (19-1-88) a18ÓA
2t, dy dt
Bepaal met behulp van Laplacetransformatie de oplossing x(t), y(t) van het stelsel
{
3
::~
+d2y _ 3 dx
=
-10 , dt2 dt die voldoet aan de beginwaarden
Uitwerkingen
Notatie: Wij zullen, tenzij anders vermeld, steeds schrijven
z = x + iy en w = u + iv (x, y, u, veR).
1. Differentieerbaarheid
h'(x)=
-I, 'dus u 2y + l. y 2 2 X + y 2y - 1 (2) 2 2 X + y dus en v x en 2x 2 2 X + y u x 2x (1) 2 2 X + y - 2 arctan ~ + h(x) en yCombinatie met (2) levert v
y
v(x,y)
fez) = log (x2 + y2) + y + i(- 2 arctan ~ - x + A).
y
f(il 1 + i. Invullen levert f(il = 1 + iA, dus A = l.
2 arctan x - x
7
1. Y Imw + h' (x). 2 y A. 2 X + -x + v x h(x) Gegeven was Derhalve is Cauchy-Riemann leert Uit (1) volgt 2y1. 1 u(x ,y) = log (x2 + y2) + y, dus
1.2 gIz ) = eZ + z e2X= u(x,y) + iv(x,y). U
x = 2 e 2X~ 0 = vy' voor alle
x. Voor geen enkele (x,y) is aan de vergelijkingen van Cauchy-Riemann
voldaan.
1.3 u(x,y) = sin x cash y. Cauchy-Riemann leert v
u = cos x cash y en
y x
dus v(x,y) = cos x sinh y + C(x) en vx = - sin x sinh y + C'(x).
Maar uy sin x sinh y en dus wegens Cauchy-Riemann is C'(x) = 0 en
C(x) = A. Dus v(x,y) cos x sinh y + A. Daar f(O) = i volgt A=l.
De gevraagde v(x,y) cos x sinh y + l.
1.4 Gegeven is v = 12xy + 4x - y, dus v = 6x2y + 2x2 - xy + g(y) en x 6x2 -x + g'(y) v y u y (1). Cauchy-Riemann levert u = - v y X 2 1 2 - 12xy - 4x + y, dus u = - 6xy - 4xy +
2
y + h(x) en zodat _6y2 - 4y + h' (x) X + g/(y) X - h/(x)(2) . Uit (1) en (2).volgt wegens Cauchy-R iemann
_6y2 - 4y + h' (x) oftewel
_6y2 - 4y - g'(y). In deze uitdrukking hangt het
linkerlid alleen van x af en het re ch t e r l i d alleen van y. Dit kan
slechts als ze beide gelijk zijn aan een constante K. Dus
h' (x) 6x2 - K, zodat h(x) 2x3 _ 1 2
- Kx + Kl
- x
2
x eng'(y) -6/ - 4y - K, zodat g(y) -2/- 2y2 - Ky + K
We vinden dus: u(x,y) 1.8 K = -5. 1 2
- 2
x + 5x + 3zl
+ 5y - Z. 2 X - Kx + Kl) + = 3 - Zi, zodat Kl = 3 en i(-Z - Z - K - Z) = ~ - i, zodat 2 2 1 2 3 -6xy - 4xy +2
y + Zx 6x 2y + Zx2 xy _ Zy3 -v(x,y) 2 1 2 3 1 = (-6xy - 4xy +2
y + Zx -2
+ i(6x2y + zx 2 - xy _Zy3_ Zy2 u + iv=
Kl + iKZ 1=(2
+ 3) + f Iz ) [(0) en u y 1.5 2 2 2 2 2 2u(x,y) = eX -y sin Zxy + y, dus u
x = Zx eX -y sin Zx~ + Zy eX -y cos Zxy
2 2 2 2
-Zy eX -y sin Zxy + Zx eX -y cos Zxy + 1. Cauchy-Riemann levert
2 2 2 2
V = Zx eX -y sin Zxy + Zy eX -y cos Zxy, dus Y
2 2
v(x,y) = - eX-y cos Zxy + h(x), zodat
2 2 2 2
V Zx eX -y cos Zxy + Zy eX -y sin Zxy + h'(x). Met Cauchy-Riemann
X
volgt dan h'(x) = -1, dus h(x) = -x + A. We hebben dus
2 2 2 2
fez) u(x,y) + iv(x,y) = eX -y sin Zxy + y + i(- eX -y cos Zxy - X+ A).
2 2
f(O) 0, zodat A = 1. Dus v(x,y) = - eX -y cos Zxy - X + 1.
1. 6 f Iz ) sin z sin (x iy) =.sin X cos iy - cos X sin iy =
sin X cosh y - i cos X sinh y. Nodigen voldoende voor differen-tieerbaar is u = v en u = -v ,dus cos X cosh y = -cos X cosh y
X Y Y X
en sin x sinh y = -sin x sinh y. Dit leidt tot: cos x 0 en sin x sinh y = 0, waaruit volgt: y = 0, x = n
2
+ kn , k E 71..+ e-y 1 2
Z +2 z - Z
Zi sin z +
2
1 z2 - z. v(x,y) = Z sin x cosh y + xy. Dus vx = Z cos x cosh y + Y en v Z sin x sinh y + x. Cauchy-Riemann levert dan
y u
x Z si n x sinh y + x en dus u = -Z cos x sinh y +
~
x 2+ C(y), zodat u Z cos x cosh y + C' (y). Maar Cauchy-Riemann leert ook
y 1 2
U = -v -Z cos x cosh Y - y, zodat C' (y) = -yen C(y) = -
2
y + A.y x 1 2 1 2
W= fez) = -Z cos x sinh y +
2
x2
y + A+ i(Z sin x cosh y + xy ) . f(O) = -Z leidt tot A = -Z.w.= -Z ei x + e-i x eY- e-y + Zi ei x - e-i x eY
Z Z Zi
i(x + iy) _ e-i(x + iy) 1 2
e +2 z - Z
O. Het gaat er dus om: wanneer 1.8 log w
is z +
is analytisch, behalve als w ~
1 .
z ~ 0 ~ x + iy + X + iy ~ 0
-
x + iy + x - iy2 2 ~ 0X + y
-x(1 1 2) iy(1
1
2) ~ 0, dus y(1 2)
=
0 ( llen+ + -
-2 2 2
X + y x + y x + y
x(1 + ) ~ 0 (2) . Uit (1) volgt: y
=
0 V X2 + y2 1 ; uit (2)2 2 X + y
volgt x ~ O. Dus als (y
=
0 A x ~ 0) V (x2 + y2 1 A X ~ 0), dan is f niet analytisch, elders wel.2. Functies. Conforme
afbeeldinqen
2.1 a. Een parametrisering van T is x cosh t, Y sinh t, t door loop t ~ van - D ) naar D).
b. Zij s
=
1 - z2=
1 - (cosh t + i sinh t)2=
-2i sinh t cos h t -i sinh 2t i P met p lopend van D) naar -D) .Verder is w
=
VS
.
2.4
z-vlak
l'
s-vlak w-vlak
2.2 fez)
=
~(z
+ 2i)(z - 2i)(z + l)(z - 1).f(2)
=
If(2)1 ei arg(f(2))I~~~~I
f(O) ei(arg f(2) - arg f(O)) Stellen we arg f(2) - arg f(O)=
6 arg f, dan geldt:1 .
6 arg f
=
3
(6 arg (z+2i) + 6 arg (z-2i) + 6 arg (z+l) + 6 arg (z -l))1 7 7 _ Tl
1[(2)
I
=
IS.3
=
I;:
=
3
(ïlTl - ïlTl + 0 + Tl) -3
Maar f(0) ~ , dus3~ 3~ iTl/3 3~ 1 + iv'3 3~
[(2) = 'I' 6 (-'I' 4 ) e -2 'I' 3 2 - (l + iv'3) 'I' 3 .
t(z) 3 wet) 1
-
t 2.3 Zij=
z en=
'1+t 1:=0 I' . 3 ':=0 I". 1-
tI
~=O'
1. z=
x => t=
x => w=
'1+t11. z
=
ei</>I
Tl</>=0/3 => Il'. t=
e 3i</>I
Tl/3=
eit/JI~=o
</>=02. 5
11". w
Tl -e-it/J/2 + e it/J/2 -2i Tl
It/J=o
=
-it/J/2 it/J/22IIt/J=o
e + e t/J
I
Tl -i tan2'
t/J=o' Il1. z = x ei Tl/3 10 lIl'. t _x3 10 = x3 10 x=l x=l x=-l III".w=
~
10 . 1 + t t=-lJálL
--r'
z-vlak t-vlak2.4 Zij t(z) = z,2 set ) - t4 en w(s) = s + i.
t(z) = x2 - y2 + 2ixy, dus het beeld van 1.
I' . t = x2 - 1 + 2i
1:=0
=
p + 2i1:=_00
'
2 X en xy 1 bij t(z) is a=~ p2 + 4 -2 ~ Invullen levert bO. Dit is een cirkel met
en dus p Zij s
=
a·+ ib. Dan is p2
4(p - 2il p2 + 4 zodat5
4 s=
p + 2i -8 2 P + 4 -8 I" . b=
b middelpunt (0,-1) en straal 1.I''', w
=
s + i. Tr-ansl at Ie naar de eenheidscir~el u2 + v2 1.o
z-vlak t-vlak
l.~
~i.
s-vlak w-vlak
2.5 We parametris e ren de lijn L door
kan genomen worden arg 1
=
2rr enz
=
x + 2i,
-00
.
AangezienY+f
=
x=oo
loopt arg z van 2rr naar 3rr.
-i ,
tak van de hyperbool in het der de
hyperbool, en omdat
w= u + iv =
I
x + 2i, dus u2 - v2 + 2iuv = x + 2iEr volgt: uv
=
i, een orthogonalerr naar ~rr, is het beeld van L de
2
kwadrant.
en arg w
=
2
1 arg z.arg w 'l oop t van
2i
z-vlak w-vlak
2.6 a. De afbeelding w
=
log s , waarbij de hoofdwaarde van de log isis de transformatie elders conform. ~ 0 - 1 ~ 0, 2 z2 - 1 y
=
0 A x2 (logZ+1
z1)'
bedoeld, is niet conform als s ~ O. Het gaat er dus om: wanneer is
~
<_ 0 (x - 1) + iy < 0 (x2 + y2 - 1) + 2iy <_ 0 dusz + 1 *=* (x + 1) + iy - *=* 2 2 '
(x + 1) + y
X - l 1 x - i 1
b. w
=
log ---1x +I
x=-l=
log1---
X + 11 + ni Ix=-l. Het beeld van-1 < x < 1 , Y
=
0 is dus de lijn v~,=
ni.1 -x - 1 1 X + 1 1
C. I. z
=
-x I ,I'. w=
log - - - I=
log --- Ix=- ' de reë l ex=oo -x + 1 x=oo x - i ~
as doorlopen van 0 naar +00.
11. (zie b}. d. lIl. z
=
x 100 , 111'. W x=l -00 naar O. z-vlaklog x - i 100 , de reële as, door lope n van
i<"+1
x=l2.7 cos z
=
i sinh 1=
sin iAlternatieve oplossing.. cos (~ - ij, 2 dus z
=
±(; - i) + 2kn, kE I . iz -iz -1 2iz iz e + e=
i e-
e-
e-
He - e -l)e + 1=
0, dus 2 2 He e-1) / -(e e-1)2 He -1 ±i / e2 -2 2 iz ±-
-
4 - e ) + e + e 2 2 He-
e-l.) ± He + e-1) 1 + ilU2{
ie=
e=
-1 -1-
inl2 2 -ie e Dus iz 1 + 1.n + 2kn:i n: i + 2kn:2
q z=
2
en iz -1 - 1.n 2kn:i n: i 2kn: (k E.I).2
+ q Z=
-2
+ + 2.9I
sis alleen voor z = 1 niet conform.
2.8 a. Zij f(z)
z::-T '
z + 1 dan is f ' (z ) -2 ~ O. Dus de transforma t i eb. We parametriseren de cirkel met z
=
1 +12 ei</>I~:o'
2 + 12 ei</> 12 e-i</> + 1, dus Iw - 11
=
12.w
=
'</>z
=
w12 el i</>
e- i</>
-
</>=
krr , De punten die onverande rd blijve n_ e DI
Iw -
11
=
12 rechtsom doorlopen. Het gebied Iz -1
1
<12 gaatover,in Iw - 11 > 12.
zijn dus 1 + 12 en
c. Als de cirkel Iz - 11
1 - 12 .
d. We parametriseren de cirkel met -1 + VZ eil/> 1 2 1l Dan is z = 1/>=0' VZ eil/> 1 -VZ eil/>+ 1 w =
+ VZ eil/> e-il/> +
(-VZ
e-il/> + eil/>-2 -VZ 1)
(-VZ
+ 1)1 - VZ cos I/> - iVZ sin I/> 3 - 2VZ cos I/>
Dus VZ cos I/>
3 - 2VZ cos I/>
en v - VZ sin I/> 3 - 2VZ cos I/>
Omdat we uit de theorie van de gebroken, lineaire transformaties weten dat cirkels worden afgebeeld in cirkels of rechte lijnen, berekenen we
2 2
u + v 3 - 2VZ cos I/>
(3 - 2VZ cos 1/»2 3 -
2V2
cos I/>1 - 2u of
(u + 1)2 + v = 2, dus het beeld van
Iz
+11
Iw
+11
=vz.
VZ is
~.9 [sin (x + iy)12
l
e i (X+ iy) _ e-i(x2i + i Y)12=e i x - y _ e- i x + y e-i x - y _ e i X+ y
2i -2i
e-2Y - e2i x - e-2i x + e2Y 1 2x)
4 =
2
(cash 2y - cosIsin x + sin iyl2
-ix - e 2i + e-y - eY -2i ) Dus linkerlid
1 - e 2 i x _ e-2 i x + 1 + e i x-y _e i x+y _ e- i x-y + e- i x+y 4
e-y- i x _ e-y+i x _ ey- i x + e y+i x + e-2Y _ 1 _ 1 + e2Y
+ 4
1
2
(cash 2y - cos 2x). 1rechterlid =
2
(cash 2y - cos 2x).~.
lo
f{z ) =I
(z - i)(zi f(-3) = If(-3)1 e Stellen we arg
+ t ).
arg f(-3) = If(-3)1 f(O) f(O) f(-3) - arg f(O) = ~ arg f,
ei(arg f(-3) - arg f(O)) dan geldt:
Dus [(-3)
=
6 arg f _ 1
- 3
_ 1- 3
(6 arg (z - i) + 6 arg (z + i))
Srr 1 3rr 1 4rr
(- -z
+ arctan3 - -Z -
arctan3)
3 1 [( - 3 ) 1 [(0) e-4rri/3=
~(_.!.
+.!.i 113) [(0) Z Z . ,..
a 3,---~Z.ll fez) =
1
(z - il(z + i)(z - IIIz + 1).f(-i1l3) If(-i1l3)I ei arg f(-i1l3)
=
'fl;~~l'
f(O) ei 6 arg fwaarbij 6 arg f
=
arg f(-i1l3) - arg f(O).6 arg f
=
~ (6 arg (z-i) + 6 arg (z+i) + 6 arg (z-l) + 6 arg (z+l))=
~
(-Zrr + rr +j - j)
= -
j
.
1:
Dus f(-i1l3) Z (-1)
(~
21 i1l3) -1 + i1l3.Z.lZ fez) =
ï
(z + 1) (z + i)(z - il.ei arg [(Z)
I~I
i 6 arg f 3.2 ~feZ) = I[(Z)1 [(0) [(0) e
waarbij 6 arg f = arg [(Z) - arg [(0).
(6 arg (z + 1) + 6 arg (z + i) + 6 arg (z - i))
6 arg f
- "4
_ 1 _ 1- "4
(-Zrr + arctan .!. _ rrZ2
arctan 2 + Z1 ~) rr2' a
Dus feZ)
=
\f(Z)1 f(O)[(0)
-rnzz
e
i~
.
3. Singularit
eiten.
Laurentreeks
en
f heeft een essentiële singulariteit in z . 2 SIn 2 (ez - 1) 3 z a. f(z ) _ =---'-=--_--,-::c-=--:....:..:.c.---'. z = 0, enkelvoudige nulpunten in z nulpunten in z = krr (k E I'{O}). 1 1
2krri (k E I'{O}) en tweevoudige
2 (ez - 1) b. 3 Z . 2 SIn z 1 (eZ - 1)(1 - cos 2z) 3 Z 1 (~ + _1_ + z 3 z 2! z 2 3! Z3
~!
fez) dz = a 2rrl:r
-1 E+Het gaat hier oma_I' dus omde coëffic iënt van z2 in (... )( ...).
_2 4 26 28 00 (-1 )n- l 22n 2! 4! + 4! 6! -
~!+
= [ (2n - 2)! (2n)!' n=2 3.2 g(z) 1 2 z sin z 2z 1 2 (2Z)4 1 2 1 - cos ((2z)..
.
) 2 (l 2 ...L sin z = + z - 3 z + 2"2
2! 4! g(z) 1 - -1 (a + a z + a z2 +...
). 3 1 1 2 3 0 1 2 Z -3 z + ... z 1 1 a 1, a = O. a - 3 Dus Res g(z) - 3 0 1 2 z=o 3.3 AlsIzi >
.
dan is 1 < 1. We schri jven dusTZT
00 fez) 1 (l 1...
) =[ z-2-n Izl > 1. z(z - 1) + + + , z2(l-
~) Z2 Z Z2 n=o z z = 2krri (k E I). Dus z = O. De teller heeft een enke l voud i g nulpunt alsz
eZ - 1
De noeme r heeft enkelvoudige nulpunten voor
fez)
fez) heeft in z = 0 een ophefbare singularitei t en voor z ='2krri (k E I'{O}) polen van de eerste orde.
3. 5 fez ) e2iz - 1 . De teller heeft enkelvoudige nul punten als z = krr
z2 sin 3z
(k E I) en de noemer heeft een drievoudig nulpunt als z = 0 en enk e l
-voudige nulpunten als z = k; • (k E I'{O}). Dus f(z) heeft een poo l van
1
c. zLfk + ~)1[ e 3 - 1
..
.
). Dus 2i a z + a :3 en ~1 -2 2i(k + ~)1[ 3 1 e - 3.8 a. 3(k +.!.)
3 21[2 cos 3(k + 3)1[1 lim (z-(k +~)1[)
fez) 2 3 z-Hk+-) 1[ 3 lim (z-(k + !)1[) fez) 1 3 z-Hk+-)1[ 3 (_llk(_9 + 3iV3) 2(3k + 1)2 1[2 Res Hz) 2 z= (k+-)1[ 3 Res Hz) z= (k+!.)1[ 3 4z2 2iz --zT
+ ...=
(3z-~~3
fez)=
a_1~
. 2 en z=
(k + 3)1[, (k E I). We schrijven nue 2i z _ 1
=
z2 sin 3z (a-!
+ a - + ...) hetgeen leidt tot-2 2 -1 Z z 9 3
2
z + ...)(a_ 2+ (_1)k-l(9 + 3iV3) 2(3k + 2)2 1[2 b.3.6 Stel z - 4i
=
h, dan 1 <Ihl
< 5. 1 . 1 i 1 41 4 1 1 1 1 (z + i)(z 3i) z + i z - 3i - 4 i h + Si 4 i~
---41 i 1 -.!.i 1 5i(1 +5~)
4 h(l +~)
1r (_
~)n
hn _ .!.~
r
(_On = 20 n~o 51 4 h n~o h n '" n+l co 1 \ (-i) +-! \ ( _
~)n hn 4 n~o h n+1 20 n~o 51 1r'"
~
+ 1r (_
-!)n hn- 4
L 20 L Si . n=-l (_i)n n=o Dus a n 1 1 .n _ (- 51.)n - _1__ n 2:: 0 en a 20 Sn 20 ' n 1 lon 04
, n < .f
c
3.10 g 1 + ...J. 7! z7 + 1 1 3! z3 5! z5 1 - 5! 7! 1 + 9! 5! + coëfficiënt van z2: - 1 13T1T
3! 5! coëfficiënt van z4: 1 1 5T1T + 7! 3! 3.7 Hz) = (sin z )(sin.!.).
za. In de Laurentontwikkeling van f om 0 komen geen oneven machten van
Z voor, omdat f een even functie is.
z3 z5 z7 1
c. f'Lz ) Eis:
= (.[
(_lli 1=0 2i + 1 - 2t z2i +1 ) ( !Xl t 1 (2i+ll! t t (-ll (2t+ll! - 1 2n , d.w.z. i=
t + n. Dus !Xl (_lln a 2n=
Jo (2t + 2n + ll! (2t + ll! . 3.8 a. f fz ) iz e - 1 . 3 Z Sin z. De teller heeft enkelvoud ige nulpunten als z 2kll (k e I), de noemer heeft een viervoudig nulpunt al s z
=
0 en drievoudige nulpunten als z=
kll (k e I\{O} ). Dus fez ) heeft in z=
0 een pool van de derde orde, in z=
(2k + 1) 1leen pool van de derde orde (k e I) en in z=
2kll een poo l van de tweede orde(k e I\{O}). b. eiz
-
1 z si n3 Z (a z-3+ a z-2+ a z-1+ a +.
. .
). Dus -3 -2 -1 ·0 2 iz3 3 5 iz-
z (z z z ...)3(a z-2 -1 ...) 2TF
+ ... 3f + 5! - -3 + a-2z + a-1+ 5 (z3-
3 z .. . )(a -2 -1...
)6
+ -3z + a-2z + a-1+ 2 (a 1a Jz3 a z + a z + - +...
-3 -2 -1 2 -3 Dus i a 2:1=
a - 1 i 1 i.6"
=
a - 2: -3 -2 -1 Res f'{z ) a 31 i.. z=o -1 Dus a -31 , a -1 n 2-
cos 3.10 gIz ) z 3 z 1 1 -- - + 3 h 3.9 We schrijven h 1 (Zz + tl Iz - II!
Z6 gIz ) dzT+
C 1 3 z + 2:' 0 <Ih
l
<.2: . 2 1 1 1 -3 2Z+1 + 3"Z=1
1 ( !Xl n 13"
1 -L
(-ll (2n)! z n=o !Xl 22n \' (-1)n-1 -2n-3 L (2n)! z n=l 43
rri , 1 1 3 h _ ~ 2 -1 2 (1 + 2h 3 + 4h2 h - 9 9 + " ')a
4
4.1 2 Z (z - 1)(z + 1)(z - 2) .en passen we breuksplitsing toe, dan vinden we
en 2 Z a -1 Dus 3.11 f'{ zl = (z2 - tlïz - 2) Stellen we z - 1
=
h , (h + 1)2 fez)=
h(h + 2)(h - 1)De afstand van 1 tot de dichtstbijgelegen singula\iteit (n.l. 2) is I, zodat de Laurentontwikkeling geldig is voor 0 < Iz -
11
< 1.b (-1)k-1 2i (2k + 1)3rr3 sin z z
-
-c=---==-3 Z lim z~(2k+1) rr/2sin z . 'De teller heeft enkelvoudige nulpunten als z = krr z3(e 4i z - 1)
(k EZ). De noemer heeft een viervoudig nulpunt als z
=
0 en enkelvou-dige nulpunten als z=
k ; (k E Z,{O}). Dus fez) heeft in z=
0 een pool van de derde orde , ophefbare singulariteiten als z=
krr (k E Z,{O}) en polen van de eerste orde als z=
(2k + 1)~2 (k EZ).(2k + 1)~ 2 3.12 f Lz) Als f Iz ) a z + a z-3 -2 + a z + a +-1 -3 -2 -1 0 dan is c 3 Z (z - 3' + ...) Dus a -3 i 4 ' (4iz)2 (4iz)3
(4iz + - -2-'-- + --3-'-- + ...) (a_ 3+ a_2z 4ia z + (4ia - Sa-)z2 + (4ia - Sa --3 -2 -3 - 1 -2 1 3 a_ 2
= - '2
'
a_1 ~;5f(z)S i .
+ a z2 + ...) -1 32 ia )Z3 + .. "3 -3u
(z - 3U 1 00 -È.)n 00 ~) n 00L
(-L
(-=
L
6 3i 2h h n=o n=o n=o 00 Dus al s f'Ïz)=
L
an (z - 4Un n=-oo 1 1 i 1 i 1'2
~- '2
z - 3i)
hO +h)
i 1 (~)n (z - 4Un .6'
3 (z - 4i)n+1 dan is < 3, dan is .( 1 1 hair
i + 3i) 1 (_un+1'2
1 (z 4i, 1 <Ihl
h :i)
i
3.13 f Ïz ) = z2 - 4iz - 3 Stellen we h=
z fez)=
i
i( 3i1+ h a n voor n 2: 0 en an voor n < 0 (n EZ) .4. Integratie. Residuenstelling
4. 1 a. We parametriserenc
:
z=
ReiaI
rr/2. 1 0:=0 rr"2
-R(cos a + i sin a) IJ Hz) dzI
IJ e ia/2 R eia i dal s C 0v'R
e 1 n n n - - -2 2 2 ~R{3 oSJ e-R cos av'R
da J -R sin f3v'R
df3 J rrv'R
as
e oS e 0 -R 0 0-
~v'R
(e - 1) 0 als R ~ eo, 2R ~ b. We parametriseren C: z2=
ö ei ala
o:=rr/2' 0 -ö(cos a + i sin a) IJ Hz) dzI
IJ e ö eia i dal s ..f5eia/2 C 11: 2 -2 rr 2 J -ö cos a ..f5 d« oS ; ..f5 ~ 0 als ö .,1. O. oS e 0 c. Op R -xJ
~
dx. öYX
en O. Dus als R~ <Xl dy. e- i Y i J~~ rri/4 vy e I I I z=
iyI
ÖJ
--=---~
y=R REr zijn geen polen dus
f
fez) dzK+ Op <Xl -x
J
edx-YX
o
-rri/4 e dy 0, waaruit volgt co -x rri/4J e d e - xoYX
- i <Xl J cos y - i sin y dyo
..;y
o
en dusIf·
dy, zodat <Xl J sin y dyo
..;y
co 1 + i - - ..fT[ = i J cos y dy + J sin y IZ0 ..;y
O..;y
<Xl <Xl J cos yj1f'
dy=
2: eno
..;y
4.5 " (z + 2 + 13)(z + 2 - 13)
Z2 + 4z + 1 f'{z )
=
-4.2Binnen C ligt dus in z = -2 + 13 één pool van de eerste orde. Re s c fez) = lirn r» 1 _1_
z=-2+V3 z~-2+V3 Z + 2 + 13 213
i
fez) dz = 2rri Res oC fez ) = rrir,
z=-2+V 3 13 C F,
4.3 f'{ z) iaz e 16 4.6 d ( iaz ) a (a - 1) Res f Iz ) = lirn _ e = - i e 4 z=-i z~-1 dz, (z _ i)2 b. We pararnetriseren~
z = R e i4>I
n . 4>=0 n iaR(cos 4> + i sin 4»IJ
f'{z ) dz ]IJ
e iR ei4> d4>1 :s rrR ~ 0 .~ 0 Cl + R 2 e2i4»2 (R2 _ 1)2 als R~ 00. R 0 iax R iaxJ
f(x) dxJ
e dx +J
e dx c. -R -R Cl + x2)2 0 Cl + x2)2 R -iax R iax R~
J
e dx +J
e dx 2J
cos ax dx . 0 Cl + x 2)2 ·0 Cl + x2)2 0 Cl + x 2)2 Als R ~ 00 dan vinden we00
J
cos ax dx = -21i
fez) dz = -21 2rri Res fez)(1 + x 2)2 j z=1
o
-a
rre (a+l).
4
-4.4 fLz) 1 _ cos z . fez)1 + Z heeft in z=O een pool van de tweede orde en verder geen polen binnentC. Als 'fez) = a z-2+ a Z-l+ a + ...• dan is
-2 -1 0 1 + z Dus Cl - cos z)(a z-2+ a z-1+ a + ...) = -2 -1 0 2 4 Z Z -2 -1 I (2 - 24 + ... )(a_ 2z + a_1z + ao + ...)
i
1 + Z j .,....::..--=-- dz = 2rri a = 4rri. c+1 - cos z -1 + ... I 4.71
4.5 Zij Hz)
=
--~-Z2 - 2z + 4
Zij C de contour bestaande uit:
I. de reële as van -R tot R, R ~ 3. 11. de halve-cirkelboog /zl
=
R, arg zI:
.
fez) heeft binnen C een pool van de eerste orde in z
=
1 + il3.1 1
~;r+lV3
Hz) =1~T+IV3
Z _ 1 + il3 2i13IJ
Hz) dz ] :s rrR ~ 0 als R~ co.I! R
2 - 2R - 4 co
Dus als R ~ co dan geldt
J
dx 2rri ~;r+lV3 Hz) rr 2 - 2x + 4 13 x -co Im 0: > O. z=
0:, z=
1. en R > 1. in 1 R, R uit: tot -Reen pool van lim
~
(Z -z~ dz C de contour bestaande de reële as van Hz) heeft Res Hz) = z=o:van de eerste orde in Res fez)
=
lim (z - 1) fez)=
1z=l z~l (1 _ 0:)2 de tweede orde 0:)2 HZ)) = b. Zij 1. Hz) = 1 (z - 0:)2(Z - U
a. fez) heeft een pool
11. de halve-cirkelboog Izi
=
R, Im z ~ O.Volgens de formule van Plemelj is
PV
f
fez) dz=
2rri~;~
fez) + rri~;r
fez)K
We parametriseren 11: z
=
Rei~ I~o'
rrIJ
Hz) dz ] I! als R~ co. - rri rrR ~ 0 co Dus PVJ
f(x) dx - rrir
i _ oc)2 -co 4.7 Hz) = 1 2 sin z rrza. In z = k (k E Z,,{O}) heeft f een
Res fez)
=
lim z - kz=k z~k z2 sin rrz
pool van de eerste orde. (_Uk
c. b. a. I 4.9 f( i t
I
'
= cosh t 2: 1 sinhet vierkant parametriseren we door
a Res fez)
=
~-1 z=O 6
vierkant parametriseren we door
a = 0
-:2
zijden van het 1 + i t It=N+
2
1 t=-N--2~)
cos it + cos Tr(N +~)
fez) Tr a + n a z + (n a -3 -2 -1 1z
=
0 heeft f een pool van de derde orde.-3 -2 -1 a_ 3z + a_2z + a_1z + ao + .. .• dan is 3 3 2 n Z -3 -2 -1 Z (TrZ -
--:n-
+ ...)(a_ 3z + a_2z + a_1z + ao + ...) 3 rr a )Z2 + ..."6
-3Isin TrZI = Isin Tr(N +
en dus 1 < 1
I
sin TrZI -
.
De horizontale zijden van
1 1
I
t=N+-21 z=
t ± i(N + 2) t=-N--2 In Als 1 z=
±(N + ~) 2 Dus a -3 Tr b. De verticale Trit + (N + ~)Tr -Tr i t ± (N + ~)Tr Isin TrZI = Ie 2 2i- e 2 1 2: Isinh (N +2
1) In 2: integrand ~ 4 (2N + 1) (N + ~)2 2 en duso
1 Isin TrZI ~ 1. Tr/2 -Tr/2 2: Isinh ~I =I
e ; eI
2: 1c. Met behulp van b. vinden we
I
f
fez) dz I~
weglengte x max.C N
als N7 00.
Res f Iz )
z=k
d. Uit de residuenstelling volgt: lim
N700 00
Dus n Res f Iz )
- L
Res f Lz)6' z=O z=k k=-OO k;<O 00 (_ll k+1 2 waaruit volgt
L
Tr k2 12 k=1 NL
k=-N 00 - 2L
k=1 Res f Iz ) z=ko
.
00 2L
k=1 4.10 f a 4.8 fez)=
1 1 Z2 - 4z + 1 (z - 2 - V3)(Z - 2 + 13)Binnen C heeft f een pool van de eerste orde in z
=
2 - 13.b ~~~-i3 f Iz )
=
U~-i3
- -
1 z-
2 -13 -213 Dus(
dz=
2Tr i 1 -Tri 2 4z 1 -213 13 z - + Ca. f heeft polen van de eerste orde in z
=
z kk E {O, 1, 2, 3}.
2 2
Res f Lz) = lim (z - z ) - - -z lim z
z=z z--)z k 4 z--)z
4z3
k k Z + p k
Alleen z ligt binnen C. 0 4.9 I
I
I
f(z) 2 Z 4 Z + p , p > O. ï ; ' ie.!!. + .!!. k) 4 2 e -i(.!!. + rr k) 1 4 -2 - - e 4 ï ; ' iy 10y=R' z=
C met 3 R --)co. dx . als dan is R-700 alsJ
C 3 Dus 2 R2 b.I
J
_ z _ dzI
s .!!. R --) 0 CZ4 + P 2 R4 -I
pI
2 R 2 c.J
fez) dz=
J
-4-x- - dx . We parametriseren C O x + p 1 0- J
-l
fez) dz i dy / + p R zodat 1 -irr/4 2rri - - e 4 ï ; ' irr/4 e 2rri Res f Iz ) z=z o 1 4 ï ; ' co 2 Cl + ijJ
-f--
dxo
x + p co 2 IZ irr/4J
x dx 2rr e x4 + po
co 2J
-f--
dxo
x + p Dus!
f Ïz ) dzJ+
C 4.10 f'{z ) On z)2..;z
z2 + 1a. f heeft polen van
rr 3rr
- 2
~ arg z <:z
.
de eerste orde in z
=
i en· z = -i. Alleen z=
iligt binnen K.
i (i .!!.)2 rr/4
On Z)2
..;z
On iJ2 vT e rr2(-1 ijRes fez)z=i
=
z--)ilim Z + i 2i 2 2i +IZ
rr3 IZ
8
Dus
f
fez) dz=
2rri Res fCz ) - 8- ( 1 + ij. z=iK+
R ei</J b. We parametriseren C door z
=
I~o·
a t 4.11 f r-l-O . R~. als als ~ 0 ~ 0 r + 2n
Iln
rl
+ n2) 1 - r2 i (i n R+ it/» 2 YR e R2 e 2i t/> + 1 rr nJ
~---::..;.~---=--
o
n r3 /2 0 n2 :S _ _ ----'- L...:..:C'----...L-_'----_J
Hz) dzI
c
2J
Hz) dzI
C tJ
o
n R3/2(ln2 R + 2n in R + n2) :S---'---'--'---'-:..:...-=-...::..:....-'---- :..-R2 - 1 c. We parametriseren C2 door z = .r eit/>
In
t/>=o.
i
p.
(in r + it/»2vr
e 2 ir ei~ 'I' dt/> r2 e2it/> + 1 d.J
Hz) dzt
2J
Hz) dzt
t R=
J
r r =J
R=
i (in x + in)2 i IK (_dx) K2+ 1 RJ
(in x)2 IK + 2ni in x IK - n2 IK dx . x2 + 1 A 00 2J
On x) IK dx x2 + 1o
=
~.
Stellen we VZ dan is 00 00 2nJ
in x IK dx 2.J
2IK dx - n 1 2 + 1 0 xo
x + 1 00J
2 IK dxo
x + 1 (1 + il. 00 {1+ilJo
n3 VZ 8 -Gegeven is dat rDus als R ~ 00 en r -I-0
n3 VZ + - -2- i n3 VZ . - 8 - 1 3n3 VZ - - 8 - i. n3 VZ 8 -n3 VZ - - - + 8 2n B (1 + il A en
J
in x IK dx B dan vinden we: x2 + 1o
_ 3n3 VZ Dus A - - 8 - - en _ n 2 VZ B 4-z = R + iy 11
y=o'
rrz/2
4.11 f(z)
=
si~h
rrza. f(z) heeft polen als z
=
ki (k E I), dus geen polen binnen K, zodat i+.f(z) dz=
O. b. We parametriseren BD metIJ
Hz) dz ] BD 1 2 err(R+iY)/2IJ
rr(R+iy) -rr(R+i y )o
e - e idyl :s 2 errR/ 2 rrR -rrR ~ 0 als R ~ 00. e - e rr:Z/2 c. Res f(z)=
lim z ~e-,-~ z=o z~o sinh rrz1
rr
rrz/2 Res f(z)
=
lim (z - i) ~e-,-~z=1 z~1 sinh rrz
i
n
1 -i
d. Op Cl: fez)
=
rrz + g(z) en op C2: fez) rr(z _ i) + h(z),met g en h analytisch, dus begrensd in een omgeving van 0 resp. i, dus J g(z) dz en J h( z ) dz naderen na a r 0 als 0 ~
o.
C C 1 0 2
J
dJ
i 0»
dt/> Rest dan z - -i en rrz - it/> C rr·rroe 1 -rr eit/>dt/>J
rr(~
dzJ
-i 0 i -1. Derhalve is - i j rr 0 eit/> C 0 2 lim {'( J
+J
+J
+J
)
Hz) dz - i - 1 } O. R~ o~o AB DE FG HK RJ
Hz) =J
rrX/2 dz e dx. e. sinh nx AB 0 0Op DE: z
=
i + XI
sinh rrz=
-
sinh rrx. x=R 0 RJ
H z)J
i rrX/2J
rrX/2 dz - e dx i e dx. sinh rrx sinh rrx DE R 0 rri-rrx -rri+rrx R e - e Op FG: z=
i - x Ix=o sinh rrz=
2 sinh nx. R RJ
J
-rrxzaJ
-rrX/2 fez) dz i e dO - x) - i e dx , sinh rrx sinh rrx FG 0 0 0 Op HK: z = - xI
x=R sinh rrz - sinh rrx.0 R
J
'[( z )J
-nx/aJ
-rrX/ 2 dz e de- x ) e - sinh rrx sinh rrx dx. HK R 0 Dus als 0-1-0 en R~ is al al al alJ
errX/2J
rrX/2J
-rrx zaJ
-rrX/2 dx + i e dx - i e dx e dx 1sinh rrx sinh rrx sinh rrx sinh rrx + i.
0 0 0 0
al 2 . h rrx al
2 sinh rrx
J
sin2
J
2
sinh rrx dx + i sinh rrx dx 1 + i. Dus
0 0 al sinh rrx
J
2
dx 1 sinh nx"2
0J
]IJ
]IJ
]. f heeft in 0 een pool van de tweede orde.en heeft een
bevat enk el z = 0 (k E 1\{0}). Binnen W zlJn er
.;zrr
irr/ 4-.;zrr
3irr/4 1l e ' Z 2 - 1l e , 2krri 2 Z 1 2 eZ - 1pool van de eerste orde als
vier polen van de eerste orde nl zl z
=.;zrr
e-3i rr/4 z=.;zrr
e-i rr/4:3 ' 4
f is een even functie, dus de Laurentreeks van f om
4.12 f Iz )
lim (z z~z
k even machten van z, zodat
Voor k E {1, 2, 3, 4} is Res f Lz)
=
O. z=o Res fez) z= z k z ) k 1 12Z
k 4.14 O. 1 2.;zrr
2rri dz 1t
-=---W Dus4.13 Zij fez) = (log
1 +
We kiezen voor
2
z) ,waarbij voor de log de hoofdwaarde
Z2
C de contour die bestaat uit:
wordt genomen.
I. De reële as van <3 tot R (0 < 0 < 1 < R). II. De halve-cirkelboog [z ] R, arg z
I:
II I. De reële.as van -R tot -0. R
IV. De ha l ve - c i r ke l boog [z ]
=
0, arg zI~
f heeft binnen C een pool van de eerste orde in z
=
i.(log z)2 (irr/2)2 2
Res fez)
=
lim rr .z=1 z~1 Z + i ~
=8
l.
t
(log z)2 2 3Dus dz
=
2rri8
rri= -
rr4:'1 + Z2
R 0
J
f Iz ) dzJ
(l og x)2 dxJ
f(z) dz~
J
(log x +1li)2 elli dx1 + 2 1 2
I 0 x III R + x
1l
IJ
f'{z) dzlIJ
(log R + i4»2 R. ei4> d4>1 :s llR (log R·+ 1l)2 ~ 0 als R ~ co.1 + R2 2i4> 1 R2 _
I l 0 e
0
IJ
fLz) dzlIJ
(log 0 + i4»2 oi ei4> d4>1 :s 110 (log 0 + 1l)2 ~ 0 als 0 .J-o
.
1 + 02 e 2i4> 1 - 02
IV 1l
Als R~ co en o .J- O dan geldt dus
co co co (log 2 + 21li
J
log 11 2J
1 3 2J
x) dx x dx - dx 1l 1 + 2 1 + 2 1 24·
0 x 0 x 0 + xDe laatste integraal is gelijk aan 2:1l Dus
co co (log . 2
J
log 3 3 3 2J
x) x 1l 1l 1l dx + 21li dx=
2:4 -4·
1 + x2 1 + x2 0 0 Dus is co coJ
(log x)2 3J
log dx 1l Bovendien vinden we x dx O. 1 + X2 S· 1 + x2 0 04.14 fez) 1l ca t llZ • f heeft in z = 0 een pool van de vijfde orde en in
4
z
z
=
k (k E 1\{O}) polen van de eerste or de . Res fez)z=k
lim ~ 1l cos llZ = ~
z~k Sin llZ Z4 k4
Omdat f oneven is komen in de Laurentontwikkeling van f slechts oneven
a
=
Res f(z) -1 z=O 1 2- 3"
1l en 3 1l - 2: a -3 1, 1l=
1l a -5 Dus zodat a -5machten voor. Schrijven we
2 2 4 4 1l Z 1l z 1l(1 -
-zT
+ ~ -..)=
(llZ -O. Res f'{z ) z=k Uit de residuenstelling volgt: ~~Aangezien gegeven is dat op de cirkel Izi
=
N +à
geldt Icot llZI :s M +voor zeke r e ME ~ die niet van N afhangt, geldt
If
1lco~
llZ dzl :s 2 1l2(N +à)
M~
0 als N~
co.c+ z (N +
à)4
N
[
k=-NDus 4 rr 45 00 - Res f(z)
= \
Res f(z) z=O L z ek k= -oo k"O 00 2 [ k=1 Res f(z) z=k 00 2 [ k=1 waaruit volgt 00[
k=1 4 _ rr - 90 Cl4.15 f(z) = (1 : Z2)2 ' -1 < Cl < 3. Voor ZCl nemen we de hoofdwaarde .
We kiezen voor C de con t ou r die bestaat uit: I. De reële as van 0 tot R (0 < 0 < 1 < R).
II. De halve-cirkelboog
lil
=
R, arg zI:
lIl.De reële as van -R tot -0.IV. De halve-cirkelboog Izi
=
0, arg zI~
.
R 4.16 • Cl-I Cl 1 Res f(z)
=
lim~
z=1 z~1 dz i tweede orde. 2 ZCl ) (z + U3=
i (Cl-Ilrr/2 e -8i -4 in (z + U2,~=
(2U3 i (Cl-Ilrr/2 e C f heeft binnen Cl .!.(l i(Cl- ll rr/2 iClrrn Dusf
z dz=
2rri - Cl) e rr (1 -Cl) 2: e C+ (1 + z2)2 4 R J J Cl f(z) dz x dx I 0 (l + X2)2 0 iClrr R J f'Lz ) J Cl rri iClrr J Cl dz x e e dx e x dx III Rr
i + x 2)2 0 (l + x2)2 rr Ix. iClI/> . IJ f Iz ) dz ] IJ rr RCl+I R e . Rie 11/> dl/> I ::s ~ 0 als R~ 00, Cl <>3 II 0 (l + R2 e211/»2 (R2 _ 1)2 0 eiClI/> IJ f Iz ) dz] IJ oCl oieil/> dI/>l rr oCl+1 ~ 0 als 0 -l-0, >- 1 + 02 e2il/»2 ::s Cl (1 (1 _ 02)2 IV rrDus als R ~ 00 en 0 -l-
o
geldt: 00 eiClrr)J Cl iClrrnu
+ x dx=
2:n (l -Cl) e 0 (1 + x2 )2iaTt/2
Tt e __Tt (1 - a)
Cl - a)
2
1 + e i a Tt 4 cos (a Tt)2
Voor a = 1 vinden we voor de integraal de waarde
2
1 door limietover-gang of door de volgende elementaire berekening:
'"
'"
iz2
4.16 f Iz )
=
~.z
We kiezen voor C de contour die bestaat uit:
l. De reële as van E tot R (0 < E < 1 < Rl.
Il. De kwart-cirkelboog Izi = R
.
arg z1:/2·
IIl.De imaginaire as van Ri tot Ei.
IV. De kwart-cirkelboog Izl .= E
.
arg z1~/2'
1
2
Binnen C heeft f geen singulariteiten en dus is f+ f Iz ) dz
=
O.R 2 E C R -iy2 -ix2
J
J
ixJ
f'{z ) f Iz ) dz _e_ dx. dzJ
\ y i dy =J~dX.
x I E III R E Tt -iR 2e2iI/J 2IJ
f'{z ) dz]IJ
e Ri R eiI/J II 0 Tt -2J
2 ::s e -R sin l/Jdl/J 0eiI/J dI/J1 ::s
J
e-R2sin 2I/J.dI/J=
~
J
e-R2sin l/J dl/Jo
0 n 2 We kunnen schrijven: . 2 IZ ~= Z Tt -2 ::sJ
2 e -R 2l/J/Ttdl/J 0 2 iz - 1 e + en z z rr _R2 Tt (1 - e ) ~ 0 als R ~ '"2It
de laatste term is begrensd
1 dz\ ::s
i
E M~
0 als E~
0 enJ
~
dzII
en E ~ 0 dan geldt:
+
J
fez) dz ) - ii
=
III
in een omgeving van 0
• 2
J
IZI
e ~ II Dus als R~ '"Um (
J
f'{z ) dz E~O I zodato .
zodat Tt -i2
'" .IX2J
~
dxo
ce • 2 -IXJ~dX
o
J
'" .
2 Tt SlnxX dx i2 .
waaruit volgto
Tt 4IV. De halve-cirkelboog
f heeft binnen C in
1/3 i (Z+II/ 3)
4.17 fez)
=
z e , voor Z1/ 3 kiezen we de hoofdwaarde.Z2 + 1
We kiezen voor C de contour die bestaat uit:
I. De reële as van 0 tot R (0 < 0 < 1 < R).
11. De halve-cirkelboog Izi
=
R, arg z I~III.De reële as van -R tot -0.
o
Izl
=
0, arg zlil
z
=
i een pool van de eerste orde.R 4. 18 -1 e
2
2i ill/6 -1+i lI/ 3e e i (Z+II/3) e z + i 1/ 3 Res f(z ) = lim _z -r-t-_ _ z=! z-H
(
1/3 i (Z+II/3) -1 IIi Dus z e dz=
2IIi 2e -2 + 1 e C z R i (X+II/3)J
J
1/3 f'{z ) dz x e dx . 2 + 1 I 0 x O·1/3 ill/3 i (-X+II/3) R -i (X+II/3) IIi
J
f Iz )J
xJ
1/3 dz e e de-x) x e e dx 2 + 1 2 + 1 III R x 0 xIJ
f Iz ) dz] I l IIIJ
R 1 / 3o
i~/3 iRei~ ill/3
e e e R2 e21~ + 1 IIR4/3 S - - - ~ 0 ·a l s R ~ 00. R2 - 1
IJ
fez) dzl IVi~/3 ·ioei~ ill/3
e e e
02 e2i~ + 1 II 04/3
S - - - ~ 0 als 0 ~
o
.
1 - 02
Dus als R ~ 00 en 0 ~ 0 geldt:
00 1/3 i (X+II/3)