6-5-2012
Naar een effectief gemeentelijk
instrumentarium voor
particuliere woningverbetering
Rollen particuliere
woningeigenaar en
gemeente bij P
WV
*
Particuliere woningeigenaar
Verantwoordelijk voor kwaliteit woning.
Gemeente
Woningwet: gemeente moet toezicht houden op kwaliteit woningvoorraad, die niet onder ‘Bouwbesluitniveau bestaande woningen’ mag komen.
Uitblijvende kwaliteitsinvesteringen particuliere woningvoorraad
kunnen negatief effect op leefbaarheid, waarde en imago straat en buurt hebben = aanleiding tot gemeentelijk ingrijpen.
* PWV = Afkorting in deze presentatie voor ‘Particuliere Woningverbetering’
PWV beleidsinstrumenten gemeente
‘in theorie
*
’
(1)
Informatieoverdracht
(bv. over kwaliteit woning; advies; ondersteuning)
(2)
Financiële middelen
(bv. subsidies, laagrentende lening)
(3)
Wettelijke voorschriften
(bv. Handhaving Woningwet met ‘aanschrijving als stok achter de deur’)
(4)
maar ook: Samenwerking
(bv. met woningcorporaties, makelaars, banken etc.)
* Zie bv. Derksen en Schaap, 2007 Lokaal Bestuur, Reed Business bv, ’s-Gravenhage
Voorbeeld 1
Voorbeeld 1
Laagrentende lening in 2 wijken
Laagrentende SVn-lening
Ambitie gemeente: driekwart doelgroep wijk 1 (773 particuliere woningen) maakt gebruik van deze lening.
Ondersteunend team
Gemeentelijk project en werkt vanuit stadhuis (frontoffice)
Ondersteunt particuliere eigenaren sociaal, financieel (leningaanvragen) en technisch en geeft hen advies (backoffice).
Prestatieafspraken
Woningcorporatie en gemeente nemen initiatief tot opknappen particulier woningbezit. Corporatie stelt € 100.000 beschikbaar voor nieuwe werkwijze projectteam (ooit als stichting opgericht op initiatief corporatie en gemeente).
Effectiviteit (oktober 2007 – juni 2011):
• 4,7% doelgroep wijk 1 (en 0,3% wijk 2: lening sinds januari 2011 aangeboden; doelgroep wijk 2 zijn 917 particuliere woningen) kon gebruik maken van
laagrentende lening,
• 5,7% doelgroep wijk 1 (en 0% wijk 2) heeft woning gerenoveerd,
• Totaal 39 renovaties gefinancierd met laagrentende lening en 13 renovaties zelf gefinancierd (waarvan één deels zelf en deels met laagrentende lening).
Effectiviteit afhankelijk van onder meer:
• Financiële situatie particuliere woningeigenaren,
• (Informatie over) tijdsduur dat de laagrentende lening wordt aangeboden,
• Benader-, communicatie- en ondersteuningswijze particuliere woningeigenaren,
• Keuzemogelijkheden verbetermaatregelen voor particuliere woningeigenaren, …
Voorbeeld 1
Kosteneffectiviteit voor gemeente:
• Beheerkosten revolverend fonds & rentederving (gedekt via € 3,5 miljoen rijkssubsidie voor verstrekken laagrentende leningen),
• € 150.000 per jaar structureel aan menskracht voor ondersteunend team,
• Waardebehoud verbeterde (ook qua uitstraling) particuliere woningen.
Kosteneffectiviteit voor particuliere eigenaren:
• Hypotheken en leningen te grote woonlast voor zelfstandige woningverbetering,
• Meeste particuliere eigenaren komen niet voor laagrentende lening in aanmerking,
• Motieven eigenaar-bewoners, te investeren in:
a) gevelrenovatie: verbetering uiterlijk woning, besparen op onderhoudskosten, b) energetische verbetering: besparing op energiekosten.
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
Samenwerking gemeente & woning-
corporaties bij PWV in buurt ‘X’
Integrale aanpak particulier & sociaal woningbezit in buurt ‘X’?
Nog niet, want:
• Versnipperd bezit
• Verschillende belangen en verwachtingen
• Ontbrekend bewustzijn van noodzaak tot & gevoel van urgentie voor integrale aanpak particulier èn sociaal woningbezit in deze buurt
• Geen juridisch bindende prestatieafspraken over rol woningcorporaties bij PWV en over fysieke kwaliteit te verkopen sociale woningen