RAPPORTEN
EN MEDEDEELINGEN VAN
DEN RIJKSWATERSTAAT.
N°.
22.
INHOUD:
VERSLAG BETREFFENDE HET GEBRUIK VAN INDISCHE EN AUSTRALISCHE HOUTSOORTEN VOLGENS DOOR DEN RIJKSWATERSTAAT VERZAMELDE GEGEVENS, SAMENGESTELD DOOR DE INSPECTEURS-GENERAAL Ir. W. K.
DU CROIX EN Ir. A. R. VAN LOON.
UITGEGEVEN DOOR HET MINISTERIE VAN WATERSTAAT.
INLEIDING EN ALGEMEENE OPMERKINGEN.
De hierna vermelde gegevens, welke betrekking hebben op het in het
jaar I925
ingesteld onderzoek betreffende de verwerkte vreemde houtsoorten, 3luiten zich aan bij die, v_ermelcl in het N°. 19 der Rapporten en Mededeelingen van den Rijkswaterstaat; het in de inleiding van laatst genoemd rapport medegedeelde is ook op dit verslag van toepassing.BIJZONDERE OPMERKINGEN OMTRENT
BENIGE HOUTSOORTEN.
A. Oost-Indisch hout.
J.
Teak/zout (Engelsc!z-Indië).
Dit hout is in 1896 te IJmuiden verwerkt aan stijlen en gordingen van remstÓelen en aan een meerpaal; deze constructiedeelen verkeeren nog in goeden staat.
II. Kajoe Besi (IJzer/zout).
Is vóoral in 1897 voor proefstukken gebruikt, die nog alle gaaf zijn; bovendeksplanken van een brug over de Regge te Rijssen waren echter spoedig versleten.
JJbis.
Onglen (Palembangsc!z fjzerlzout).
Deze houtsoort is in 1922 voor palen verwerkt, doch leverde moeilijk-heden bij het heien, omdat de kop in sterke mate losvezelig werd.
JIJ.
Nani.
Van eenige in het jaar 1897 geplaatste palen vertoonen enkele een begin van verrotting in den grond; van 12 andere palen is één sterk verrot.
IV. Lasi.
Leuningpalen van deze houtsoort, verwerkt 111 het jaar 1897,
ver-toonen een begin van verrotting in den grond.
V. Boisse.
Van de 111 1897 geplaatste palen• zijn de koppen ingescheurd; ter
plaatse van boutgaten zijn zij ingewaterd.
VI. Rcssak.
Deze houtsoort is nog slechts korten tijd in gebruik en vertoont geen gebreken. Het trekt de aandacht, dat het onderhevig is aan talrijke fijne oppervlakte scheurtjes.
VIbis. 1/llarbauwlzout.
Deze houtsoort is 111 1923 verwerkt voor eenige onderdeelen van
sluisdeuren in den syphon te Zeeburg, verkeert in goeden staat en vertoont geen oppervlakte scheurtjes.
B. West-Indisch hout.
VII. l/1ambarklak.
Het mambarklak is wegens zijn hardheid moeilijk te bewerken; gebeurt dit met dissel of bijl, clan blijft de oppervlakte daarbij ruw. Het wordt veel gebruikt voor palen, waarvan de meeste vrijbleven van paalworm; enkele vertoonden sporen daarvan, doch één .werd sterk aangetast, maar het is niet zeker, dat deze paal inderdaad van mam-barklak was.
Enkele mambarklakpalen vertoonen een bederf, dat op olm gelijkt, terwijl vele sterk gescheurd zijn. Dit laatste gebrek kan worden bestreden door het gebruik van ijzeren paalmutsen en omwikkelingen van bandijzer.
VIII. Bruinhart.
Deze houtsoort is in 1904 verwerkt aan twee buitendeuren voor woningen en houdt zich zeer goed.
IX. Mora.
Heeft twee gebreken. De kern is soms geheel vermolmd, zoodat daarop bij de keuring goed gelet moet worden ; voorts is Mora voor plankhout minder geschikt, omdat het te sterk trekt.
C. Australisch hout.
X. Jarralz.
Het oordeel over jarrah is niet onverdeeld gunstig. In Noordholland is het gebruikt voor bestrating van blokjes (Kopshout), die regelmatig afslijten; het dek van de stoompont Kennemerland, aangebracht in 1913, was echter over 2 5 M2• vermolmd. In Overijssel bleek het bovendek
van de ophaalbrug over de Vecht in den Rijksweg Zwolle-Meppel sterk uitgesleten.
fo
Limburg blijkt het jarrahhout sterk te scheuren. 4l 1
XI. Karri.
Deze houtsoort 1s in 1906 gebruikt voor sluisdeuren op de
Zuid-Willemsvaart, waarvoor het goed voldoet, behoudens dat de beplanking sterk gekrompen is.
XII. Stringy Bark.
Verwerkt in 191 l voor het bovendek op de brug over de Bergsche Maas te Heusden; het hout is hard, doch bladdert en splintert te veel. Niettemin wordt het in tegenstelling met de mededeeling in het vorig verslag, thans wel geschikt geacht ook voor bovendekken van bruggen.
XIII. Blue gum.
Het hout is niet bestand tegen paalworm en is onderhevig aan sterk scheuren.
D. Braziliaansch hout.
XIV. Braziliaansch groenhart.
Deze houtsoort is in 1920 met het oog op weerstand tegen paalworm in beproeving genomen door te Hansweert twee blokken op te hangen tusschen de hoogte van laagwater en 0,50 M. daar beneden; het werd
reeds in geringe mate aangetast bevonden.
STAAT
VAN VERWERKTE HOUTSOORTEN
BEHOORENDE BIJ HET VERSLAG BETREFFENDE
HET JAAR
1925.
INDEELING.
Groep A. OOST-INDISCH HOUT.
>> B. WEST-INDISCH HOUT.
>> C. AUSTRALISCH HOUT.
>> D. BRAZILIAANSCH HOUT.
Voor elke houtsoort is medegedeeld de soort van werken, waarbij zij is toegepast, verdeeld in de volgende rubrieken:
a.
Zeewerken en kanaal- en rivierwerkenin
het paalwormgebied,b.
Kanaal- en rivierwerkenbuiten
het paalwormgebied,c. Brugdekken, leuningen enz.,
d. Woningbouw.
In elk dezer rubrieken worden de gegevens vermeld 111 volgorde
van het jaar, waarin het hout is verwerkt.
v. v. beteekent: vorig verslag (N°. 19 van de Rapporten en Mede-deelingen van den Rijkswaterstaat).
I. 2 3 I Plaats vail waarnemmg. 2, vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.
3·
A. OOST-INDISCHE HOUTSOORTEN.
I. Teak uit Engelsch-Indië.
b. Kanaal- en rivierwerken. IJmuiden (buiten
paalwormge-bied).
Tien remstoelen m het buitentoeleidingskanaal naar de groote schutsluis.
Verwerkte deelen.
4.
Gordingen, wrijfstijlen, liggers en klossen.
Idem. Vier remstoelen m het Idem.
binnentoeleidingskanaal naar de groote schutsluis.
Idem. Meerpaal op den ooste- 4 kruishouten.
lijken kop van het sluis-eiland.
c . . Brugdekken, leuningen enz.
Heenvliet (Nieu-1 Rolbrug over de schutsluis. we sluis) d. Woningbouw. Idem. 1 Woningblok op . eiland. het
sluis-II. Kajoe Besi (ijzerhout).
a. Zeewerken.
Stootbalk voor de rol-brug.
3 buitendeuren.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Van 1,44 M. tot 4,74 M. boven L.W. Van 1 o M. beneden tot 2,9 5
M. boven Kanaal peil. Van 0,50 M. tot r M.onder den grond.
Hoek van Hol-land. Zuider- en N oorderhoof-den. Ribbenonderhetspoor. 1 M. à r,60 Mboven L.W. b. Kanaal- en Rivierwerken.
,·
1 ' 1 ~ ,,Koudum. Koudumersluis. Vijf beschroeiingspalen
der vleugelbeschroei-ïng aan de N.O.-zijde der sluis en de dek-sloof der beschoeiing.
De palen staan ge-deeltelijk in het j water; de deks loof , bevindt zich boven water.
8
Jaar van verwerking.
6.
1 Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Onbekend. Idem. 1clem. Onbekend. Uitkomsten van het laatste onderzoek.8.
Voor zoover nog aanwezig verkeert het hout in goeden staat.
Idem.
In yrij goeden toestand.
In goeden staat.
In goeden staat.
In gaven gezonden toestand.
In goeden staat.
Opmerkingen. 9·
Wegens schadevaring is het hout grootendeels vervangen door greanhart of eikenhout.
Idem.
In dezelfde jaren zijn hier , geplaatst eikenribben, van welke de hoeken en
zij-kanten meer zijn
afge-sleten clan die van Kajoe Besi.
Buiten het paalwormgebied.
r. 2 3 4
5
l 2 3 4 Plaats van waarneming. 2. /\msterdam. Vreeswijk. Helmond. Koudum.v\T
aterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.3· Schutsluis \Villem I. Rijkshulpschutsluis. Helmondsche ophaalbrug. Koudumersluis. Verwerkte deelen. 4. Een schankschoor en twee rinketstijlen van de binnenvloeddeu-ren der groote ope-nmg.
Westelijke waaierdeur.
Vier gordingen met vier koppelstukken voor
de remmingwerken
boven de brug.
Twee sluisdeuren.
c. Brugdekken, leuningen1 enz.
Kiesterzijl (Fra-nekeradeel). Rheden.
Rheden.
Rijssen.
Brug over den noordelijken Bovendek.
koker der sluis.
Brug in den Ellecomschen 2 5 onderdekplanken.
dijk.
Leuning langs den Elle- 4 leuningspalen. cornschen dijk.
Brug over de Regge. Onder- en bovendek.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Gedeeltelijk 111 het
water.
Idem.
Twee gordingen lig-gen steeds boven water; de beide andere komen met den onderkant bij
hoogen
kanaal-stand met het wa-ter in aanraking. Gedeeltelijk in het water. Jaar van verwerking. 6. 1898
Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden staat.
In goeden staat.
In goeden staat.
In goeden staat.
De 9 nog aanwezige planken vertoonen niet meer gebre-ken dan de reeds in 1920
vermelde scheuren. Drie der aanwezige palen zijn
ongeveer 2 c.M. rondom
aan den grond ingeteerd; de vierde is nog gaaf. Het onderdek verkeert nog
111 goeden staat, slechts
kleine scheurtjes komen daar in voor.
Opmerkingen. 9·
Buiten het paalwormgebied. De deuren werden in Juni
1924 uitgenomen en in Juli
d.a.v. weder ingehangen.
De in r 897 ingehangen ooste-lijke waaierdeur van eiken-hout is in 1920 vernieuwd.
In 1924 bij de vernieuwing van
de brug opgeruimd; de gor-dingen waren toen nog in goeden staat.
Buiten het paalwormgebied. In de regels enkele dunne hartscheuren.
Het dek 1s zeer glad.
Het bovendek was reeds
r. I I Plaats vàn waarneming. 2, V\T atersiaatswerk waaraan
het hout gebruikt 1s. 3·
Ifbis, Onglen (Palembangsch ijzerhout). a. Zeewerken.
Vlissingen. Nieuwe
Wester-Koop-mansha venhoofcl.
b. Kanaal- en rivierwerken. Slikkerveer
(Rid-der kerk).
Beschoeiïng nabij den
mond van de Noord (eigendom van de N. V. v.h. de Groot en van Vliet. III. Nani. den Helder. a. Zeewerken.
Voorhaven der zeeclok-sluis 111 de
Rijkszee-haven »het Nieuwe
Diep«. b. Kanaal- en rivierwerken. Koudum. Koudumersluis. IZ Verwerkte deelen. 4.
r paal aan de westzijde van de bekisting vóór dit hoofd.
7 palen.
I4 palen geplaatst aan den voet der steen-glooi'ing.
Vijf beschoei'ingspalen der vleugelbeschoei-ïng aan de Z. W.-zijde der sluis en de dek-sloof der beschoeiing.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Bovenkant 2,90 M. boven L. W. De
grondslag waar
deze paal 1s m-geheid, ligt bene-den L. W.
l)alen staan m het water.
Kop op o,rn M. boven L. W.
De palen staan ge-deeltelijk in het water; de deksloof bevindt zich bo-ven water.
Jaar van verwerking.
6.
Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Zoodra de paal eenigs-zins op stuit kwam, begon het hout tij-dens het verder heien aan den kop te ver-vezelen; kleine wol-achtige vezels lieten zich los en verstoven. Het hout liet zich goed disselen en bo-ren.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden toestand, geen sporen van aantasting door paalworm of Limnoria lig-norum.
De 13 M. lange vier- In goeden staat. kant beslagen palen
(aan den kop 24 X
24 c.M.) waren goed verwerkbaar.
Geen zichtbare gebreken.
In goeden staat.
Opmerkingen. 9·
Het hout bood weinig weer-stand tegen zwaar heien. De paal is van gegoten ijzeren muts voorzien.
Buiten het paalwonngebied.
I. 2 Plaats van waarneming. 2. Rijssen. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.
3· Brug over de Regge.
";,/ erwerkte deelen.
4·
I 2 aanvaar- en
schoor-palen.
c. Brugdekken, leuningen, enz.
Rheden. Leuning langs den Elle-
5
leuningpalen.comschen dijk.
IV. Lasi.
c. Brugdekken: leuningen, enz.
Rheden. Leuningen langs den Elle- 6 leuningpalen.
comschen dijk.
V. Boisse.
b. Kanaal- en rivierwerken.
Helmond. Helmomlsche ophaalbrug.
VI. Ressak.
12 palen voor 2
rem-mingwerken boven
de brug.
a. Zeewerken.
Schellingwoude. Binnen- en buitenvleugel- 4 Gordingen.
remmingen der Oranje-sluizen.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Gedeeltelijk m het water. Koppen op 2,50 M.--t-
K.P., de punten op 7,70 M.-K.P. Binnenvleugelrem-ming o, 1 7 M. bo-ven K.P., buiten-vleugelremming 1 M. boven L. W. ! Jaar van verwerking. 6.Ondervinding bij het verwerpen opgedaan.
7.
Uitkomsten
van het laatste onderzoek. Opmerkingen.
8. 9·
Één paal is sterk door ver- Twee palen zijn 111 1911
rotting aangetast. vervangen.
Één paal 1s aan de achter- Vergelijk sub Il. C. 3 en IV r.
zijde nabij den grond 3 c.M. diep verteerd. De overige palen verkeeren nog in goeden staat.
Drie palen zijn nabij den Vergelijk sub III C. 1. grond
¼
c.M. en een paal2 c.M. rondom ingeteerd.
De twee overige palen zijn gaaf.
In 1924 bij de vernieuwing
van de brug opgeruimd; de palen waren toen aan den kop tamelijk gescheurd en bij de scheuren alsmede nabij boutgaten sterk mge-waterd en verrot.
Laat zich goed verwer- In zeer goeden staat. ken.
Buiten het paalwormgebiecl.
No. J. 2 3 4 I 2 3 4
Plaats van vVaterstaatswerk waaraan
waarneming. het hout gebruikt lS,
2. 3·
Ooltgensplaat. Aanvaarrooster voor clen
aanlegsteiger. Idem. Idem. Idem. Idem. b. Kanaal- en rivierwerken. Meppel. Heumen. Idem. Zeeburg. r6
Parnclijssluis van de Drent-sche Hoofdvaart.
Sluis van het Maas- Waal kanaal. Idem. Westelijke sy1Jhonhoofd. Noordelijke binnenvloed-deur in: de noordelijke opening. » middelste )) )) zuidelijke »
Zuidelijke binnen
vloed-deur in: de noordelijke opening. )) middelste » ).) zuidelijke » Verwerkte deelen. 4.
Belegstuk tegen den zuidelijksten paal.
Belegstuk tegen het
noordelijk einde van den steiger.
Idem.
Regelwerk der beneclen-sluisdeuren.
Aanslaglijsten van de deuren.
Aanvaarroosters langs de voorhoofden. Aan elk der deuren:
een schuif.
)) loopplank.
Aan elk der deuren: de Schrnnkschoor. Schuif met regelwerk. Beschieting.
Loopplank.
Ligging ten opzichte van het water.
5. Onderkant 0,10 M. - L.W. Idem. ldem. Gedeeltelijk m het water. Gedeeltelijk onder water. Idem. 0,24 M.+ G.W. 3,34 » + » Van 0,30 M. +G.W: tot 2,69 » + » 0,24)) + ,, Vano,30 » + » tot 2,69 » + » 1 3,34 » + » Jaar van verwerking. 6. 1915 1920 1922 2
Ondervinding bij het verwerken opgedaan. 7.
-Geen bijzonderheden.Vrij goed te bewerken, doch indien de be-werking niet met
vol-doende zorg
ge-schiedt, scheurt het hout gemakkelijk in.
Idem.
1
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden staat.
Idem.
Idem.
Het regelwerk was (behoudens kleir1e scheurtjes, eigen aan tropisch hout) tot in 1922 volkomen gaaf. In dat jaar zijn de deuren uitgenomen en in het stroomkanaal in reserve opgelegd zoodat het hout sedert 1922 onder water ligt.
In goeden staat, met talrijke oppervlaktescheuren. Idem. Opmerkingen. 9. -1
-De sluis 1s nog niet 111
ge-uruik genomen, de scheuren treden m het bijzonder op over die gedeelten, welke het sterkst aan de zon zijn blootgesteld.
Idem.
Goed verwerkbaar hout. Vele oppervlakkige kleine Buiten het paalwormgebied.
windscheurtjes.
Idem. Idem. Idem. Idem.
5
6 7 8 9 Plaats van vaarneming. 2. Nigtevecht. Idem. Idem. Nigtevecht. Idem. Idem. Gouda. Idem. Slikkerveer (Ridderkerk). vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.3·
Groote schutsluis. Zuidelijk sluishoofd
weste-lijke deur. Verwerkte deelen. 4. Achterhar. Bovenste tusschenregel. Beschieting Schrank-schoor. Loopplank. Zuidelijk sluishoofd ooste- Beschieting.
lijke deur.
Oostelijke en westelijke reservedeur.
Kleine schutsluis. Noordelijk sluishoofd
wes-telijke en ooswes-telijke deur. Zuidelijk sluishoofd
weste-lijke en oosteweste-lijke deur. Oostelijke en westelijke
reservedeur.
Remmingwerk langs den
noordelijken
buiten-frontmuur van de Malle-gatsluis.
Gedeeltelijke beschie-ting.
Van elke deur een groot gedeelte der beschie-ting.
Van elke deur een loop-plank.
Van elke deur: beide harren. bovenregel. bovenste tnsschen-regel. schrankschoor. beschieting. Gedeelte van de
boven-ste gording.
Remmingwerk Rabatbrug.
bij de Vier schoren tegen de hoekpalen.
Beschoeiingen aan den
mond van de Noord. (Eigendom van de N. V. Fabriek van Klinknagels v /h Joh. Smit en de N. V. v/h de Groot en van Vliet).
6 r palen, gording en deksloof.
Ligging ten opzichte Jaar van
van het water. verwerking.
5. 6. Van3,55 M.-G.W. tot r,60 »
+
» 0,16 » ~ » Van3,23 » - » tot 1,03 »+
» 1,60))+ ))
Van3,23 M.-G.W. tot 1,03 »+
» Van2,68M.-G.W. tot r,13 ,,+
» Boven water. Idem. Palen staan in hetwater; gording op L. W., deksloof boven \Vater. 1923 1923 1923 1923
Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8. Idem. Idem. Idem. Idem. Idem. Idem. Idem.
Geen bezwaren onder- ln goeden staat. vonden.
Idem. De 1 2 M. lange
be-zaclgde palen, zwaar 18 X 24 c.M., waren voor een deel eenigs-zins krom getrokken, hetgeen echter weinig
bezwaar opleverde.
Het hout vertoonde weinig scheuren en was goed verwerk-baar. Idem. Idem. Opmerkingen. 9· Liggen in de sluiscleurenberg-plaats onder w:iter.
In het zuidelijk sluishoofd ingehangen.
In het noordelijk sluishoofd ingehangen.
Liggen in de sluisdeurenberg-plaats onder water.
r. 10 I I 12 Plaats van waarneming. 2. Capelle (N.-Br.). Dwingelo. Smilde. 20 Waterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.
3·
Houten sluis in de Zomer-kade van de Bergsche Maas.
Haarsluis van de Drentsche Hoofd vaart.
Molenwijksluis.
Verwerkte deelen. 4.
Stijlen, deksloven en beplanking voor be-schoeiingen met vleu-gels; 2 puntstukken; 2 voorharren.
De sluisdeuren.
Idem.
Ligging ten opzichte Jaar van
van het water. verwerking.
5. 6.
Stijlen, beplanking
en voorharren
deels in het water;
het onder-punt
stuk steeds; dek-sloven en boven-puntstuk zelden onder water. De bovenkanten der boven- en bene-dendeuren komen overeen met het K. P. van het
bovenpand. De
onderkant van de bovendeuren ligt
2,10 M., de
onder-kant van de bene-dendeuren 2, r 5 M. beneden de Ka-naalpeilen boven en beneden de sluis. De bovenkanten der boven- en bene-dendeuren komen overeen met het K. P. van het bo-venpand der Mo-lenwijk. De onder-kanten van boven-en bboven-enedboven-endeurboven-en liggen 2, ro M.
be-neden de Kanaal-peilen boven en beneden de sluis.
Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7. Goed verwerkbaar.
In het verwerkte hout werd geen enkel ge-brek geconstateerd. Eén plank, die ver-warmd bleek te zijn, werd afgekeurd. Het hout liet zich goed bewerken.
In het verwerkte hout werd geen enkel ge-brek waargenomen; het liet zich goed bewerken.
Opmerkingen. Uitkomsten
van het laatste onderzoek.
8. 9·
Idem.
Idem.
Idem.
2 (n°. 1 v. v.) 3 4
5
6 7 8 9 Plaats van waarneming. 2. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.3·
Verwerkte deelen.
4.
c. Brugdekken, leuningen, enz. Zeeburg. ~ Jutfaas. Schutsluizen. Oostelijke binnenebdeuren in de oostelijke en m de westelijke doorvaart-opening, en westelijke binnenebdeur in de o?stelijke doorvaartope-nmg
Aan elk der deuren een loopplank.
Draaibrug over. het Merwe- Bovendek.
dekanaal in den weg Utrecht- Vreeswijk.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
1,70 M.
+
G.Vl.Utrecht. Draaibrug over het
Mer-wedekanaal in den Leid-schen straatweg.
Bovendek
helft). (voor de Boven water.
Idem.
Breukelen.
Velsen.
Draaibrug over het Mer-wedekanaal in den Vleu-tenschen weg.
Draaibrug over het Mer-wedekanaal.
Toegangsbruggen naar de vrijvarende stoompont.
Muiderstraatweg. Draaibrug over het
Mer-wedekanaal. W eesperkarspel.
Purmerend.
22
Draaibrug bezuiden het smal
1V
eesp. Draaibrug. Onder- en bovendek. Idem. Onder- en bovendek-ken. Onclerdeksplanken over 1 7 M. lengte. Onderdeksplanken over r 2 M. lengte. Draaibalken, broekbal-ken, koningstijlen, kromhoutenonder- · deksplanken en straatblokjes tus-schen de zij-ijzers. Idem. Idem. Van 0190M. tot r,50 M. boven K. P. 2,35 M.+
G. W. 2,60 M.+ G W. Boven water. Jaar van verwerking. 6. 1911Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
Vele oppervlakkige kleine
windscheurtjes.
In vrij goeden staat, (gedeelte-lijk versleten).
Het hout vertoonde In goeden staat.
geen of weinig ge-breken.
Idem.
Idem.
Laat zich vrij goed ver-werken.
Vertoonde geen ge bre-ken. Vereischt scherp gereedschap, doch is daarmede goed te bewerken.
In goeden staat. Enkele boven-dekdeelen vertoonen ge-rmge afalijting.
Idem.
In zeer goeden toestand.
Vele oppervlakkige kleine
windscheurtjes. Idem.
In goeden staat.
Opmerkingen. 9·
Niettegenstaande het drukke verkeer is de slijtage gering.
Stukken van ten hoogste
+,2
5 M. lengte.No. Plaats van 1 waarneming. I • 2, ' IO Heumen. II Zwolle. 12 Heusden. Maarssen. Zuilen, Vreeswijk. 16 Voorschoten. Neerbosch.
,v
aterstaatswerk waaraan het hout gebruikt IS,3·
Hefbrug over de sluis.
Draaibrug over de Willems-vaart bij de V eelading.
Brug over de Bergsche Maas.
Draaibrug over het Mer-wedekanaal.
Idem.
Schipbrug over de Lek.
Verwerkte deelen.
4.
Onderdek.
Het onder- en het
bovendek.
Bovendek benevens en-kele onderdeksplan-ken, van de 2deen3de overspanning zuid-zijde en de 1ste over-spanning noordzijde. Vulstukken onder- en
bovendek.
Idem. Onderdek.
Nieuwe Vinkbrug in Rijks- Bovendek.
weg Haagsche Schouw_:_ Leiden.
Spoorwegviaduct over den
Graafschen weg. Looppaden op de brug.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
-Boven water. Idem. Içlem. Idem. Jaar van verwerking. 6. 1923 1923Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Vrij goed te bewerken. Indien de bewerking niet met voldoende zorg geschiedt, scheurt het_ hout ge-makkelijk m. Bij het verwerken deden
zich geen bezwaren voor.
Het hout, mits zorgvul-dig gelegd, voldoet zeer goed en lijkt bij-zonder 1Ieschikt en deugdelijl( voor brug-dek.
Het hout vertoonde geen of weinig ge bre-ken.
Idem. Idem.
Het hout spleet licht.
De spijkergaten
moesten geboord worden. Schaven ging lastig.
Vrij goed te bewerken. Indien de bewerking niet met voldoende
zorg geschiedt,
scheurt het hout ge-makkelijk in.
Uitkomsten van het laatste onde_rzoek.
8. Idem.
In zeer goeden staat.
Dit hout is nog in zeer goeden staat en vertoont geen enkel gebrek.
In goeden staat.
Idem. Idem. Idem.
In goeden staat, met talrijke oppervlakte-scheuren. ---Opmerkingen. 9·
-25
I. 2 2 3 4 Plaats van waarneming. 2. 1 VVaterstaatswerk waaraan
het hout gebruikt is.
3·
V Ibis. Marbauwhout.
b. Kanaal- en rivierwerken.
Zeeburg. Syphon Zuidelijke
binnen-vloeddeuren in: de noordelijke opening. » middelste » » zuidelijke » Verwerkte deelen. 4.
Aan elk der deuren: bovenregel.
2 tusschenregels.
Nigtevecht. Groote schutsluis Zuidelijk Bovenregel.
sluishoofd westelijke deur. B. WEST-INDISCHE HOUTSOORTEN. VII. 111ambark!ak. a. Zeewerken. Rijkszeeha ven »het Nieuwe-diep«. Idem. Rijkszeeha ven »het Nieuwe-diep«. Idem.
Havendijk bij de Koop-vaarder-schutsluis.
Het Wierhoofcl.
Het Wierhoofcl.
Steenglooiing bij de Ma-rinesluis.
1 meer- of stoppaal in
den dijk.
1 2 palen langs de
zuid-zijde.
6 palen.
44 palen langs deze glooiing.
Ligging ten opzichte Ja::tr van van het water. verwerking.
5.
2,64 lVI.+
G. W. r,79 »+
» en 0,94))+ ))
0,95 M.+
G. W. Kop op 3,75 M. boven L.W. Kop op 2./10 JVI. boven L.W. Als voren. Koppen op o,ro M. boven L. W. 6. 1861 1 1892Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
verwerkbaar hout; 1s niet voor blank werk geschikt.
Wegens zijne hardheid
is »Mambarklak«
moeilijk te bewerken.
-Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
Goed gesloten. Idern.
Idem.
Idem.
Het spint is op de hoogte van den beganen grond verteerd. De paal is gescheurd. Behalve het spint van enkele
het hout niet palen heeft
van den paalworm geleden.
De palen zijn sterk ge-schemel.
-Verschillende palen zijn ge-scheurd; enkele eenigszins door paalworm aangetast.
Opmerkingen.
9·
Buiten het paalwormgebied.
Idem.
Deze palen werden in 1861 aan het Wier hoofd verwerkt en in 1892 getrokkenenherplaatst
De juiste plaats is niet meer bekend.
Van deze palen zijn enkele reeds in 1861 in het Wier hoofd verwerkt, doch m
1894 getrokken en her
No.
' I, 5 6 7 8 9 IO II Plaats van waarneming. 2, W emelclinge. Vlissingen. Tramweghavens aan het Zijpe.Molkwerumerzijl.
Urk.
Tramweghavens aan het Zijpe.
Tramweghavens aan het Zijpe.
28
1Vaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.
3·
Remmingwerk in de_ bui-tenhaven van het kanaal door Zuid-Beveland. Oude W
esterkoopmansha-venhoof<l.
Goederensteiger in de ha-ven aan den Willem-polder.
Aanlegsteiger langs de Z. 0. zijde van het zeehoofd.
Remmingwerk voor en langs den dam aan de westzijde van den haven-mond.
Jukken van de ponton in de haven aan den Stoof-polder en geleidingsduc-dalven van de pontons in beide havens. Laagwaterkopsteiger.
Verwerkte deel en.
4.
I vierkant beslagen
proefpaal.
l vierkant beslagen
proefbalk.
Jukpalen rn den stei-ger en de loopbrug en schoorpalen van de dukdalven bij den steiger. 58 steiger- en schoor-palen. 6 palen. 12 jukpalen en 24 an-kerpalen. 6 jukpalen.
Ligging ten opzichte Jaar van van het water. verwerking. \
5. 6. Kop op 1,80 M. boven L. vV. Bovenkant 0,10 M. onder L. W. Koppen 3,45 à 4,35 1900-1901 M. boven L. W. Gedeeltelijk m het 19°1 water. Koppen op 3,40 M. 19°2 boven L. W.
Koppen der jukken 1903
op 1,55 M. boven L.W.; die der clucdalven 3 M. boven L. W. Koppen 2,-á 2,80 1903-1 M. boven L. W.
Ondervinding bij het \ verwerken opgedaan.
7.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden toestanc'.. Geen sporen van aantastmg door paalworm.
In goeden toestand, geen sporen van aantasti!1g dot::r den paalworm of L1mnona lignorum.
ln goeden toestan~l, geen · sporen van aantastmg door
den paalworm.
De in enkele palen reeds
vroeaer aangetroffen scheu-ren ~vascheu-ren in 19 2 5 sterk verwijd; vooral die. in de schoorpalen, welke met op--der den steiger staan, z1Jn boven water sterk gespleten. In goeden toest~nd; gee11 aantasting door den paal-worm.
Opmerkingen. 9·
De paal is voor het onder-zoek getrokken en daarna weer geplaatst.
Deze balk werd geplaatst op verzoek van den Directeur van het Koloniaal :Museum te Haarlem.
In goeden toestand, geen sporen van aantasting door den paalworm.
In goeden toestand, ~een spo-ren van aantastmg door den paalworm.
Deze palen maakten to~ r 9o8
deel uit van een m het jaar 1903 geplaatsten hanen-poot in de haven aan den Stoofpolder.
No. I. 12 14 r6
i:8
Plaats vaü waarneming. 2. Tramwerrhavens aan h~t Zijpe. Vlissingen. IJmuiden (Vis-schershaven). Rijkszeehaven »het Nieuwe-diep«. Marken. Wieringen. Hansweert. îVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.3·
Haven aan den Stoof-polder.
Nieuwe îVesterkoopmans-ha venhoofcl.
Remmingwerk voor den steiger van gewapend beton.
Plankier.
Beschoeiingen langs de noordzijde van den ha-veningang,langs de oost-zijde van de oude ha-venkom en langs den landtong tegen den ha-vendijk.
Verwerkte deelen.
4.
Vloei paal.
12 palen aan de oost-zijde en 11 palen
aan de westzijde van het hoofd.
5 paleri.
29 .palen.
r6 vloeipalen en 8 beschoeiïngspalen.
Los- en laadplaats van de 26 vloeipalen. haven aan de Haukes.
Lichtopstand op den Zuid-havenclam.
Alle palen van den lichtopstand.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Kop op 6,5 5 lVf.bo-ven L. W.
De grondslag waar deze palen geheid zijn, ligt beneden
L. W., de koppen reiken tot 5,37 M.
boven L. W.
Van 5,06 M. bene-den tot 3,94 i:t
5,44 M. boven L.W. Van 7 stuks is de kop op 3,40 M. en de overige op 2 M. boven L. W.
Koppen der vloei-palen 2,60 i:t 3,30 M. boven L. W.; die der beschoei-ingspalen 0,70 M. boven L. W.
Kop op 2,30 M. boven L. W.
De dam is ter plaatse 2,25 M. lJoven L.
vV.
' \ Jaar van verwerking. 6. 1905, 1907 en 1908.Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Het hout vertoont groote neiging tot scheuren bij inheien.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden toestand, geen sporen van aantasting door den paalworm.
De 3cle paal van af den zee-muur is lichtelijk aangetast door paalworm. De overige palen verkeeren in goeden toestand en vertoonen geen sporen van aantasting door den paalworm of Lirnnoria lignorum.
In goeden staat.
Een der palen is sterk aan-getast door paalworm; en-kele andere palen in geringe mate. De palen zien er overigens gaaf uit.
Niet door paalworm aange-tast. Enkele palen zijn door bederf, gelijkende op olm, aangetast. Overigens in goeden staat.
In zeer goeden s~aat, niet door paalworm aangetast.
In goeden toestand.
Opmerkingen.
9·
De paal maakte tot 1914 deel uit van een 111 het jaar
1903 geplaatsten hanenpoot in de haven aan den Stoof-polder.
De palen zijn van gegoten ijzeren mutsen voor~ien.
De palen staan zoo ver boven
L. W., dat aantasting door paalworm onmogelijk is.
No. Plaats van waarnemmg. r. 2. 19 Hansweert. 20 Ter Neuzen. 21 IJmuiden. 22 Vlieland. Medemblik. Urk. Vlissingen. Ter Neuzen.
32
·waterstaatswerk waaraan het hout gebruikt lS,3. Drie dukdalven 111 de buitenhaven. Buiten-basaltmuur der middensluis. Buitenkanaal (zuidzijde). Verwerkte deelen. 4. , 3 koningspalen en 9 schoorpalen. 3 wrijfpalen. 1 meerpaal.
Basaltmuur langs de oost- 4 vlocipalen. zijde der haven.
Houten hoofd met plan- 23 remrningpalen.
kier langs het Noorder-ha venhoofd.
Dukdalf in de oosthaven-korn bij den aanleg-steiger.
Beschoeiing aan de oost-zijde der Marinebuiten-haven.
1 koningspaal en 2
schoorpalen.
64 palen.
2 dukdalven in de W estgeul Alle palen. der Oostbuitenhaven.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Koppen 6,2 5~8,25
]'VI. boven L.W. Kop op ongeveer 4,50 M. boven L.W. ( 0,90 M. boven het _terrein). Koppen op 3,48 M. boven L.W. Koppen op 3.,80 M. boven L.W. Kop op 3140 M. bo-ven L.W. Koppen op 2,90 M. boven L.W. Koppen op 4,5 5 M. boven L.W. Grondslag 1,50 M. boven L.W. ,Jaar van Ondervinding bij het
verwerking. 1 verwerken opgedaan. 6. 7.
3
Uitkomsten van het laatste onderzoek.8.
In goeden toestand; geen
sporen van aantasting door paalworm.
In goeden staat; geen aan-tasting door paalworm.
De paal is gescheurd en ook overigens niet geheel gaaf.
Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.
Idem.
Idem.
Geen spoor van paalworm of Limnoria lignorum. De in het jaar 1920 vermelde
scheuren zoomede het ver-teren van het hout nabij een scheur in een der pa-len, zijn niet veranderd. Geen aantasting door
paal-worm. De in 1920
gecon-stateerde verwoesting van het hout door schimmel bij de verbinding van ko-nings- en schoorpalen heeft geen verderen voortgang gemaakt.
Opmerkingen. 9·
Het vorige verslag had be-trekking op
5
dukdalven; daarvan zijn er 2 opgeruimd, waartoe de drie door paal-worm aangetaste palen, ge-noemd in het vorige verslag, behoorden.In de nabijheid der palen bevindt zich eene loozing van stedelijk afval- en regen-water.
De palen zijn afgedekt door een sloof. Van de in 1920
in drie palen geconstateerde Limnoria lignorum was niets meer te zien.
No. Plaat·s van waarneming. I. 2. IJmuiden. 28 Vlissingen. IJmuiden. Medemblik. 31 Marken. 32 Urk. 33 Ter Neuzen. Waterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.
3·
Dukdalf in de Visschers-haven.
Kettinghoofd in de Wester-of Koopmanshaven.
Aanlegsteiger voor zee-schepen aan de zuidzijde van het lmitentoelei-dingskanaal naar de oude Noordzeesluizen. Verwerkte deelen. 4. Koningspalen en schoor-palen. 21 palen. Palen, schoorpalen,gor-dingen1 liggers, scho-ren, dekslooven en kruisen.
Houten hoofd met plankier 24 remmingpalen. langs het
Zuiderhaven-hoofd.
Beschoei'ing langs het 17 palen. gronddepot.
Dukdalf in de Oosthaven-kom.
Remmingwerk in de Oost-geul der Oostbuitenha-ven.
r koningspaal en 3
schoorpalen.
Palen, schoren en gor-dingen.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Van 5,06 M. beneden tot 4,74 M. boven L.W. Gedeeltelijk beneden en gedeeltelijk bo-ven L. W.; de kop-pen reiken tot 5,3 7 M. boven L.W. Van 8,06 M. beneden tot 4,44 M. boven L.W. Koppen op 2180 M. boven L.W. Koppen op 2,30 M. boven L. W.Kop der koningspaal op 3,40 boven L.
vV.
die der schoor-palen op 2,90 M. boven L. W.Jaar van Ondervinding bij het verwerking. verwerken opgedaan.
1
6.
7.
Groote neiging tot scheuren bij inheien.
1909
-Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden staat.
Een der palen is a/d noord-zijde sterk aangetast door paalworm. De overige palen zien er gaaf uit en vertoon en geen aantasting door paal-worm of Limnorialignorurn. De palen zijn meerendeels sterk gescheurd, maar ver-toonen verder geen gebre-ken. Het overige hout ver-keert door inwatering 111
minder goeden staat. Geheel gaaf, niet door
paal-worm aangetast.
Enkele palen zijn eenigszi~1s gescheurd. Overigens 111
goeden staat; niet door paalworm aangetast. In goeden staat; geen
spo-ren van aantasting door paalworm.
Aanvankelijk geconstateerde vermolming van enkele deelen, of aantasting door paal worm, heeft geen voort-gang gehad, zoodat deze zich waarschijnlijk tot eenig spinthout heeft beperkt. Slechts van een paal was de kop sterk vermolmd; daarin kon echter worden voorzien door een ijzeren muts.
Opmerkingen.
9·
D~. palen zijn van gegoten IJzeren mutsen voorzien be-halve die 111 de midclenrij, welke afgedekt zijn door het plankier.
In vorig verslag (Rapport
n°.
19) is het aantal palen niet juist vermeld.
-Niettegenstaande de oostgeul tijdens spuiing met de Oost-sluis en loozing met de uitwateringssluizen in den Oostbeer veel zoet water afvoert, wordt paahvorm in levenden vorm daar wel aangetroffen.
No. r. 34
35
37 39 41 Plaats van waarneming. 2. Hansweert. Wemeldinge. Marken. Urk.Bron wersha ven.
Marken. Urk. Rijkszeehaven »het Nieuwe-diep«. ,Vaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.
3·
Verwerkte deelen.
4.
Beschermingswerken in de r 2 palen.
kolk der middenschut-sluis.
Dukdalf 111 de buiten- 4 palen. haven.
Beschoei'ing langs de noord- en oostzijde van de Onde havenkom en remmingwerk met plan-kier tusschen de Wester-en Nieuwe havWester-enkom. Remmingwerk langs den
dam aan de oostzijde van den haveningang en ge-deeltelijk langs den Oost-havenkom.
2 dukdalven op de
binnen-reede.
Baken op het kruis.
Dukdalven in beide haven-kommen en remming-werk langs den dam aan westzijde van den haven-mond.
Noordzijde van de Jacht-haven. 6 vloeipalen en 20 rem-mingpalen. 46 palen. Koningspalen en schoorpalen. 1 koningspaal en 4 schoorpalen. 55 remmingpalen, 2 ko-ningspalen en 6 schborpalen. 1 wrijfpaal.
Ligging ten opzichte van het water.
5· Koppen op 4,90 M. boven L W. Koppen op 8,2 5 M. boven L. W. Koppen op
2,45
à 3,30 M. boven L. W. Koppen op 2,83 M. boven L.W. Koppen op3,55
à 5,15 M. boven L.W. Koppen op 3,70 en 2 170 M. boven L.W. Koppen op 2,83 en 3,33 M. boven L.W. Kop op 3,40 M. boven L. W., diep-tepunt niet be-kend.Jaar van verwerking.
6.
Ondervinding bij het verwerken opgedaan. 7. -Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden toestand; de bij het onderzoek in 191
5
ge-vonden geringe aantasting heeft zich niet uitgebreid. In goeden toestand. Bij het trekken van cl~ palen bleek een zeer germge aantas-ting door paalworm op de hoeken, niet dieper clan0,5
à 1 c.M.Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.
Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.
In goeden toestand. Geen sporen van aantasting door paalworm.
Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast. In Opmel·kingen. \ 9. 1
1922 lS deze dukdalf op-geruimd.
-.
-Enkeleremmingpalenzijndoor
-bederf, gelijkende op olm, aangetast. Overigens in goe-den staat, geen sporen van aantasting door paalworm.
Geen zichtbare gebreken. Deze paal 1s 111 1907 uit cle haven opgevischt en ver-moedelijk afkomstig van partij palen aangevoerd 111
het jaar 1860.
I. 42 43 44 45 Plaats van waarneming. 2. Wieringen. Marken. Medemblik. M2lrken. 46 Urk. 4 7 Terschelling. (no. 48 v. v.) 48 Marken. (no. 49 v. v.) 49 Vlieland. (no. 50 v. v.) 50 Wieringen. (no.
5
I v. v.) Emmeloord op Schok land. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.3·
Los- en laadplaats in de haven aan de Haukes. Buitenvleugels van het ge-metseld havensluisje.
Houten hoofd met plankier langs het Noorderhaven-"hoofd. ·
Zuidelijk remmingswerk in de nieuwe havenkom.
W esteincle der beschoeiing in de Oosthavenkom en aanlegsteiger. Plankierwerken m de
ha-'
ven. Zuidelijk Remmingwerk in de vV esthavenkom. Plankieren en afheiïngen langs beide zijden van den hàvenmond. Remmingwerk metplan-kier langs den oeverdijk bij de haven nabij den Oever.
I ,oopsteiger aan de west-zijde van de haven.
Verwerkte deelen. 4. 2 vloeipalen 6 palen. 1 remmingpaal. 1 7 remmingpalen en 2 schoorpalen. 30 schoeiïngspalen, 11 steigerpalen en 8 schoorpalen. 97 palen. 15 palen.
r 4 juk palen en r 8 steun-palen. 21 remmingpalen en 11 schoorpalen. 23 remmingpalen en 12 schoorpalen. Palen.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Koppen op 2,70 en 3,20 M. boven L.W. Kop op 3,77 M. bo-ven L.W. Koppen op 3 M. boven L.W.Koppen op o,88 tot
3,33 M. boven L.W. Koppen op 1,92 à 4, 1 o M. boven L.W. Koppen op 3,08 M. boven L. W. Koppen op 0,51 à 3,28 M. boven L. W. Koppen op 1,59.en
11
3,31 M. boven L. W. Gedeeltelijk boven water. Jaar van verwerking. 6. 1914 1915 1915Ondervinding bij het verwerken opgedaan. 7. -Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In zeer goeden staat; niet door paalworm aangetast. Geheel gaaf, niet door
paal-worm aangetast.
Idem.
Idem.
Idem.
Geheel gaaf, niet door paal-worm aangetast.
Idem.
Idem.
In zeer goeden staat; niet door paalworm aangetast.
De palen vertoonen, voor-namelijk aan de koppen, algemeen neiging tot scheu-ren. De paalmutsen hou-den deze werking tegen.
Opmerkingen.
9·
In Rapport n°. 19 is het
aan-tal schoeiïngspalen niet
juist vermeld.
-Eén remmingpaal langs een ouden barst afgebroken ten-gevolge van aanvaring m November 1925.
I. 52 (no. 53 v. v.) 53 (no. 54 v. v.) 54 (no.
55
v. v.) 55 (no. 56 v. v.) Plaats van waarneming. 2. ,,vieringen. Idem. Idem. Idem. 56 Wieringen. (no. 57 v. v.) 5 7 Vlieland. (110.58 v. v.) 58 (no. 59 v. v.) 59 (n°. 60 v. v.) 60 61 62 Idem. Wieringen. Vlieland. Terschelling. Idem. vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.3·
Paalscherm met plankier voor het oeverhoofd.
Los- en laadplaats.
Remmingwerk met plan-kier om den kop van het oeverhoofd. Paalscherm met plankier
aansluitende aan het
Wierhoofd.
Lantaarnpaal voor het
Zuiderhoofd. Verwerkte deelen. 4· 4 remmingpalen. 1 vloeipaal. 9 remmingpalen. 4 vloeipalen. 1 paal.
Plankier langs de westzijde 16 jukpalen. van de haven.
Afhei'ing langs de westzijde 5 steunpalen. van de haven.
Los- en laadplaats in de 3 vloeipalen. haven aan de Haukes.
Plankier langs de noord- 24 jukpalen. en de westzijde der ha ven.
Plankierwerkenindehaven. 28 palen.
Idem. Gordingen en
koppel-houten.
Ligging ten van het water.
5·
Koppen op 3,31 boven L. W. Koppen op 3,3 1 boven L. W. Idem. Koppen op 2,41 3,3 1 M. bovenW.
Kop op 6,15 boven L.W. Koppen op 3,68 boven L.W. Koppen op o,68 boven L.W. Koppen op 3,3 r boven L.W. Koppen op 3,68 boven L.W. Koppen op 4,10M. Van L.W. tot2,35 boven L.W. Jaar 'van verwerking. 6. 1921Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Geen moeilijkheden on-dervonden.
Idem. Idem.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden staat; niet door paalworm aangetast.
In zeer goeden staat; niet door paal worm aangetast.
Idem.
Idem.
In zeer goeden staat, niet door paalworm aangetast.
Eén paal is sterk gescheurd en vertoont in en bij die scheuren begin van
111-watering en verrotting. Ove-rigens in goeden staat. Niet door paalworm aangetast. Enkele palen zijn eenigermate aangetast door paalworm. Overigens in goeden staat. In zeer goeden staat en niet door paalworm aangetast. In goeden staat, geen sporen van aantasting door paal-worm.
Idem. Idem.
Opmerkingen. 9·
Deze palen zijn in 1924 bij de wijziging van den mond der oude haven getrokken en weder ingeslagen.
No. r. 2 (no. 3 v. v.) 3 (n°. 4 v. v.) 4 (no. 5 v. v.) l 2 3 Plaats van waarnemmg. 2. Waterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.
3·
b. Kanaal- en rivierwerken. Vreeswijk.
Vlissingen.
Bruggen over het kanaal door Zuid-Beveland.
Kanaal door
Zuid-Beveland.
Keulsche vaart.
Fundeering van den kaai-muur aan de noordzijde van het Marinedok.
Remmingwerk.
Dukdalven.
VIII. Bntinliart.
d. Woningbouw.
Maastricht. Brugwachterswoning bij
de O.L. Vrouwepoortbij het kanaal Luik-Maas-tricht.
lX . . Mora. a. Zeewerken. Emmeloord op
Schokland.
Loopsteiger aan de west-zijde van de haven. Vlieland.
Terschelling.
42
Plankier langs de noord-en cle westzijde der haven.
Plankierwerken m de haven.
Verwerkte deel en.
4. 1 meerpaal. 28 palen. Palen. 1 Te zamen 80. Palen. 2 buitendeuren. Gordingen en klossen.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Gedeeltelijk m het water. Koppen op 0,45 M. beneden K.P. De grondslag waar de palen zijn inge-heid, ligt 2,50 à 3M. benedenK.P. Koppen op 3 à 3,75 M. boven L.W. Koppen op 3 à 1,75 M. boven K.P. Gedeeltelijk onder water. Gordingen en planken.dek-. Van 2,70 tot 3 M. boven L.W. Gordingen, koppelhou-ten en dekplanken. Van 1,50 tot 2150M. boven L.W. Jaar van verwerking. 6. 1901 1909 1909
Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
-Liet zich goed ver-werken.
Idem.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
In goeden staat.
De scheurén in de palen zijn nog gelijk aan die, waar-genomen in 1920.
4 palen, waarvan 2 in ernstige mate, zijn boven water aan-getast door bederf, gelijken-de op olm; gelijken-de overige palen zijn in goeden toestand.
In zeer goeden staat. Ge-breken zijn niet waar te nemen.
In goeden staat.
De planken zijn aan trekken onderhevig. Overigens m goeden staat.
Idem.
Opmerkingen. 9·
Bij een onderzoek in Februari 1q20 bij een kanaalaflating tot 1,50 M. beneden K>.P., bleek niets van paalworm of Limnoria lignorum.
De deuren werden aanvanke-lijk geolied en later vernist.
No. r. 4
5
6 7 8 9 l 2 3r~
Plaats van 1 waarnemmg. 2. Terschelling.Haven van Delf-zijl. Vlissingen. Terschelling. Numansdorp. IJmui<len. vVaterstaatswerk waaraan-het hout gebruikt lS.
Verwerkte deelen.
3· 4.
Plankierwerken lll de Dekplanken. haven.
Steigers. Sloven en gordingen.
Nieuwe Wester Koop mans- Gordingen. havenhoofd.
Plankierwerken m de Dekplanken. haven.
Geleidehoofden in de tram-weghaven.
Drie aanlegsteigers aan de zuidzijde van het buiten-toeleidingskanaal naar de oude Noordzeesluizen.
8 hoofd-, 4 schoor-palen en klossen. Deksloven, gordingen,
schoren, liggers, dek-planken en trappen. b. Kanaal- en rivierwerken. Gouda. Jutphaas. Nigtevecht. (Groote sluis.)
44
Twee dukdalven 111 den Alle palen. Hollandschen IJssel bij
de Mallegatsluis.
Remmingwerk. Palen.
3 dukdalven ten noorden.
2 ,, » zuiden.
Dukdalven.
Ligging ten opzichte van het water.
5·
2,50 M. boven L.W.
Ten deele boven-dagelijksch hoog-water en ten deele tusschen dage-lijksch hoog en laagwater. Bovenkant van r,95 M. tot 2,45 M. boven L.W. 2,50 M. boven L.W. Gedeeltelijk m het water. Van 0,10 M. tot 6,40 M. boven L.W. Koppen op 4, 7 5 M. en 3,2 5 M. boven L.W. Gedeeltelijk m het water. Bovenkant op 2,75 M. +G.W. Bovenkant op 2 ,&o M.+ G.W. Jaar van verwerking: 6. 1922 1921
Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
Liet zich goed ver- Eenigszins getrokken. Overi-werken. gens in goeden staat. Het verwerken leverde In goeden staat.
geen moeilijkheden op.
Liet zich goed disselen, Idem. kepen en boren.
Liet zich goed ver- Eenigszins getrokken. Overi-werken. geus in goeden staat.
Verschillende deelen waren vrij sterk ge-trokken.
In goeden toestand.
Idem.
Geen bezwaren onder- Drie schoorpalen zijn eenigs-vonden. zins gescheurd. Overigens
in goeden staat. Het hout vertoonde In goeden staat.
behalve neiging tot scheuren geen ge-breken.
Onder het inheien wer-den de paalkoppen spoedig murw gesla-gen, bij het begin van de stuit scheurden de palen spoedig over een deel van de lengte.
Behalve dat al het hout vele oppervlakkige kleine windscheurtjes vertoont, komen ook in een konings-paal en in verschillende schoorpalen grootere scheuren voor.
Opmerkingen.
9·
Bij het lossen zijn 2 palen gebroken.
I. 4 j 6 7 8 C) 10 Plaats van waarneming. 2. Spaarndam. Velsen, Zaandam en Amsterdam.· Velsen. Schellingwoude. Idem. Idem. Zaandam. (Hembrug-) vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt is.
3· 5 dukdalven in de water-vlakte vóór Spaarndam. 14 meerpalen m N oorclzee kanaal. het V enverkte deelen. 4. Palen.
Remstoelen bij de spoor- 16 palen. weg brug over het
Noord-zeekanaal.
Zuidelijke buitenvleugel- 3 7 palen. remming van de
Oranje-sluizen.
Dukdalven bij het schep- 8 palen. raclstoomgemaal. Buitenremrningen van de Oranjesluizen. 11 bovengordingen en liggers. 14 tusschengordingen. 6 ondergordingen. 30 dwarsliggers. 30 schoren. Remstoelen bij de spoor- 8 palen.
weg brug over het Noord-zeekanaal.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Koppen van onge-veer 1,20 tot 1,70 M. boven kanaal-peil. Koppen op r ,80 M. boven kanaalpeil. Koppen op ongeveer 2,5 M. tot 3 M. boven kanaalpeil. Koppen op ongeveer 1,50M. tot 2,50M. boven kanaalpeil. Van 1.70 M. tot 2,95 M.+ N.A.P. Van 0,65 M. tot 1,65 M.+ N.A.P. Van 0,25 M. tot 0,35 M.+ N.A.P. Van 2,15 M. tot 2,65 M.+ N.A.P. Van 2,15 M. tot 2,65 M.+ N.A.P. Koppen op 1 ,80 M. boven kanaalpeil. Jaar van verwerking. 6.
Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Bij inheien scheuren de koppen vrij sterk ondanks aange-brachte klembanden.
Om inscheuren bij in-heien zooveel moge-lijk te voorkomen, is van den water-straal gebruik ge-maakt.
Idem.
Bij inheien 1s
aan-brengen van een 2den klemband wen-schelijk om scheuren te voorkomen. Idem. Liet zich werken. goed ver-Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
De palen zijn meerendeels erg gescheurd, overigens in goeden toestand. Het overige hout verkeert door inwatering in minder goe-den staat. Idem. Idem. Idem. Idem. Idem.
Om inscheuren bij in- In goeclen toestand. heien zooveel
moge-lijk te voorkomen, is van den
water-straal gebruik
ge-maakt.
Opmerkingen.
9·
De ondergordingen
half boven, half
water.
liggen onder
No. I. I I 12 13 14 I Plaats van waarneming. 2. Schelling,rnude. Terneuzen.
Vlissingen (in het paalwormge-bied).
Oost- en West-Sou burg (in het paalwormge-bied).
îVaterstaatswerk waar~· ani
1 l 1
V erwer de c ee en. het hout gebruikt is.
3· 4.
Binnenremmingen van de 3 bovengordingen.
Oranjesluizen. 7 tussch engordingen.
14 ondergordingen.
3 Meerstoelen bij de Alle houtwerken,
be-kanaalhavens. halve de dekken der
platformen.
Roosterwerken langs de Wrijfstukken en dek-basaltmuren van cle rste sloven.
en 2de Linnenhaven.
Beveiligingswerken en ondersteuningsjukken in het kanaal door Wal-cheren.
Gordingen en schoren.
c. Brugdekken, leuningen, enz.
Rijkszeehaven. Plankier. »Het Nieuwe-diep«. C. AUSTRAÜSCHE HOUTSOORTEN. Vlissingen. X. Jarraiî. a. Zeewerken.
Toegangsbrug van het
meu we vV es
terkoop-manshavenhoofcl naar
den zuidelijken aanleg-steiger.
Dekdeelen.
z jukpalen.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
1,25 M. boven K.P. 0,80 » )> ))
0,15 )) )) ))
-Onderkant der wrijf, stukken r ,90 M. beneden K.P. Bovenkant wrijf-stukken
=
onder-kant deksloven 2,25M.bovenK.P Gordingen boven K P. schoren van 0,20 M. beneden tot 1,30 M. boven K.P. 2)20 boven L.vV. Koppen op ongeveer 4 M. boven L.W. De grondslag waar deze palen zijn in-geheid, ligt be-nedenL.W.
Jaar van verwerking. 1 6. 1922 4Ondervinding bij het Uitkomsten
verwerken opgedaan. van het laatste onderzoek.
7. 8.
Liet zich goed ver- ln goeden toestand.
werken.
Bij keuring van Mora dient op absoluut ge-sloten zijn van het hout gelet te worden.
Laat zich goed disselen, kepen en boren. Idem. Goed te bewerken. Idem. Idem. Idem. Idem.
De palen zijn zoo goed als geheel door de paalworm afgevreten.
Opmerkingen.
9·
De onclergordingen liggen half boven, half onder water.
Tijdens de bewerking bleken
sommige stukken
inwen-dig verteerd te zijn, het-geen bij enkele palen scheu-ring onder het inheien ver-oorzaakte. Een deel van het hout werd deswege afge-keurd.
De wrijfstnkken zijn van den onderkant tot 0,05 M. bo-ven K.P. bekleed met plaat-ijzer.
Idem.
Van het aangevoerde hout moest wegens slechte hoe-danigheid ongeveer 1/7 ge-deelte worden afgekeurd.
De palen zijn na het onder-zoek in Maart r 9 2 5 evei1 beneden laagwater afgezaagd en in een kazemat opge-borgen.
I. 2 3 4
5
6 7 8 9 Plaats van waarneming. 2. IJmuiden. Terneuzen. IJmuiden. Beerta. Rijkszeeha ven »het Nieuwe- diep"-Ter Neuzen. Idem. Idem.50
vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.3·
Verwerkte deelen.
4•
Remmingwerk voor den 6 palen. steiger van gewapend
beton in de Visschers-haven.
Deuren voor het binnen- Alle houtwerk behalve hoofd der Middensluis. de vooraanslagen.
Buitenkanaal. (Zuidzijde). r meerpaal.
Nieuwe Statensclrntsluis.
vVestelijk remmingwerk in de voorhaven cler zee-doksluizen.
Basaltmuur beoosten de micldenschutsluts 111 de
Oostbuitenhaven.
Buitenste meerstoel langs de Westzijde van de West-buitenhaven. Paalhoofd bewesten de Oostbuitenhaven nabij de ruitbaak. 6 paar sluisdeuren. r proefstuk. 1 wrijfpaal. 2 proefblokjes. r proefblokje.
Ligging ten opzichte van het water.
5·
Koppen op 3,94 à 5,44 M. boven L. W. Punten 5,06 M. beneden L.W. Kop op 4,50 M. bo- 1 / ven L.W. (0,90M. /,boven het terrein.)
Gedeeltelijk m het water. 0,30 à r ,56 M. be-neden L.W. Ongeveer op L.W. Op r M. bovenL.W. 1\ ' ! Jaar van verwerking.
Ondervinding bij het 1
verwerken opgedaan.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
6. 7. 8.
1904 - 190 5 Groote neiging tot In goeden staat.
scheuren bij inheien.
1906-1907 Het verwerken leverde
geen moeilijkheden op.
Toestand goed.
In goeden staat.
Idem.
Aan de kanten komen en-kele wormgaten voor, ter-wijl een wormgat midden in het hout wordt aange-troffen.
Toestand goed. Geen aantas-ting door paalworm.
Licht aangetast door paal-worm.
Toestand goed, geen aantas-ting door paalworm.
Opmerkingen.
9·
De deuren zijn m 1923 als binnenvloecldeuren inge-hangen en ,vorden sedert afwisselend als eb- en vloed-deuren gebruikt.
Buiten het paalwormgebied.
Is vervallen 111 1920.
Een in 1918 in de nabijheid aangebracht dennenhouten balkje is geheel door paal-worm verwoest en verdwe-nen.
r. 1, 2 en 3 4
5
6 7 8 9 Plaats van waarneming. 2, vVaterstaatswerk waaraan het hout gebruikt 1s.3·
Ver werkt"! deelen. 4.
b. Kanaal- en rivierwerken.
Sas van Gent. Beveiligingswerken der Palen en gordingen.
Ter Neuzen. Buitenhuijzen. Mierlo. Someren. em. Crevecoeur.
52
Oostsluizen en Oost brug met clucdalven.
Beveiligingswerken van de Palen, klossen en
scho-Hoekschebrug. ren.
N oorclzeekanaal.
Sluis n°. 8 der Zuid-Wil-lemsvaart.
Sluis n°. 11 der Zuid-Willemsvaart.
Idem.
Schutsluis.
3 meerpalen.
Sluisdeuren in het be-nedenhoofd.
Een gedeelte van het houtwerk der deuren in het bovenhoofd.
Een gedeelte van het houtwerk der deuren in het benedenhoofd. Sluisdeuren aan de
ri-vierzijde van het Die-zehoofd der sluis.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Staan in het water;
gordingen voor
een gedeelte even boven K.P., an-dere zijn hooger gelegen. Koppen op ongeveer 1,20 M. boven K.P. Gedeeltelijk 111 hel water. Idem. Idem. Idem. Jaar van verwerking. 6. 1906 1906 1906 1906 1906 1906
Ondèrvinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
Toestand goed.
Toestand goed, maar bij het trekken van een aangevaren paal in 19 2 5 bleek deze juist boven den grond, op
8,75 M. - K.P., over
circa 60 c.M lengte door paalworm te zijn aangetast, ter diepte van ongeveer
..J- c.M. Toestand goed.
De aanwezige harren, regels en schrankschoren in goe-den staat; de beplanking 1s boven water eenigszins gekrompen.
In goeden staat,
In goeden staat. De beplan-king der rechterdeur 1s een weinig gekrompen. De harren en regels
vertoo-nen meer of minder be-langrijke scheuren1 vooral
de zware achterharren
(0145 X 0,65 M.). De be-planking is boven water sterk gekrompen.
Opmerkingen.
9·
In 1923 zijn voorhar en be-planking van de linkerdeur1 wegens scheuren en versplin-teren, vernieuwd van eiken-hout.
Het overige gedeelte van deze deuren bestaat uit Karri. Zie XI b. 2. In 19221 1923 en 1924 zijn de 4 schuiven (J arrah)1 wegens
versplinte-ring en slijtage, vernieuwd van eikenhout.
In 1922, 1923 en 1924 zijn de vier schuiven wegens versplintering en slijtage, vernieuwd van eikenhout.
l '
=========================--;---======~-,·,~============---:==============
... =--,-==
\Vaterstaatswerk waaraan1 1 Ligging ten opzichte •
f
:Jaar van Ondervinding bij het Uitkomstenrnoek.1
No. I. IO l l 12 13 I4
15
I 2 3 45
6 Plaats vanwaarneming. het hout gebruikt is. Verwerkte deel en. van het water. erwerking. ' verwerken opgedaan. van het laatste onderzoek.
J 2. 3· 4. 5. 6. 7. 8.
Vianen. Groote sluis.
Gorinchem. Schutsluis bij de
Alge-meene Begraafplaats.
Ter Neuzen. 4 dukdalven bij de
Oost-draaibrug.
Gorinchem. Schutsluis bij de
Alge-meene Begraafplaats.
Vianen. Groote schutsluis.
Nederweert. Sluis n°. 14 der
Zuid-Wil-lemsvaart.
c. Brugdekken, leuningen, enz.
Gorinchem. Korenbrugsluis.
Beerta. Nieuwe Statenschntsluis.
Wijmbritsèradeel. Zoolslootbrug. Idem. Velsen. Idem.
54
Kerkslootbrug. Stoom pont »Velsen«.»
land«.
»Kennemer-1 paar deuren in het
benedenhoofd. l paar deuren in het
Noordelijk sluishoofd. Alle palen.
l paar deuren in het Zuidelijk sluishoofd. 1 paar stormdeuren in het bovensluishoofd.
1
paar sluisdeuren. Dekplanken op de waaierkassen. 6 paar sluisdeuren. Bovendek van blokjes(kopshout). Idem. Onderdek. Idem. Gedeeltelijk m het water. Idem. -Idem. Idem. -Gedeeltelijk onder water. 1 1 . In goeden staat. Idem. Idem. Idem. Idem.
Een der achterharren op de jaarringen los z.g. geblad-derd ; de andere van af de taats over
1,50
M. lengtesterk gescheurd. Beide
deuren boven de waterlijn betrekkelijk gaaf, daaronder eenigszins ingevreten. Alle deelen vertoonen veel krimp-scheuren. In goeden staat. .Idem. Slijten regelmatig. Idem. In goeden toestand. Ongeveer 2 5 M2• vermolmd,
het overige .in goeden toe-stand.
Opmerkingen.
9·
De sluis waartoe de deuren behoorden, is afgebroken, de deuren zijn gelicht en op stapelplaats van afkomende materialen geborgen.
Plaats van ~V at,rn~tswcck w~,rn~
No.
waarneming. het hout gebruikt is.
I. 2. 3·
Rolbrug over het
Zuider-7 Besoijen.
(no. 5 kanaal in den Zomerdijk.
v. v.)
8 Schoorldam. Draaibrug over het
Noord-(n°. 6 hollandsch Kanaal.
v. v.)
9 Rijksweg Alk- Vaste brug n°. 47.
(no. 7
maar-Nieuwe-v. maar-Nieuwe-v.) dijk.
10 Rijksweg Zwolle Ophaalbrug over de Vecht.
(n°. 8 -Meppel.
v. v.)
I I Katerveer. Ophaalbrug over de Groote
(no. 9 Schutsluis.
v. v.)
12 Nederhemert. Brug over hetHeusdensche
(n°. 10 kanaal.
v.v.)
13 Katerveer. Ophaalbrug over de kleine
(n°. II schutsluis.
.
v.v.)
'
14 Hansweert. Roldeuren van de
oost-schutsluis.
15
Vreeswijk. Schipbrug over de Lek.56
Verwerkte deelen. Ligging ten opzichte
van het water.
4. 5.
1 1
Het geheele boven- en
-onderdek. '1 ' Bovendek. -1 Idem. 1 - 1 \ 1
'
Bovendekken. -;
i
Idem. -Onderdekken. -,, Bovendekken. -1'1
Brugdek. -Bovendek. -h Jaar ·van verwerking. 6.ervinding bij het verken opgedaan.
7.
Het hout vertoonde wei-nig gebreken.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
8.
Het onderdek is voor zoover te zien nog in goeden staat. Het bovendek is wegens slijtage in 1922 vervangen
door gecreqsoteerd beuken-hout.
In goeden staat.
Voor zo over te zien nog in zeer goeden staat; vertoont geen enkel gebrek. Enkele planken vertoonen
scheuren. Door het steeds in hetzelfde spoor rijden der voertuigen is het dek plaat-selijk r c.M. diep uitgesleten. Enkele planken werden reeds door eiken delen vervangen. In goeden toestand.
Idem.
Opmerkingen. 9·
Bovendek in 1922 vervangen
door een betonplaat. De dekken werden in 19 2 I
verwijderd en vervangen
door gecreosoteerd beuken schroten. Zij waren sterk uitgesleten als gevolg van het aanzetten der paarden op de sterk hellende vallen. De afkomende planken ver-toonden in de lengte scheu-ren; zij hadden ook veel ge-leden door de opgespijkerde schrap latten.
N°7
I, 2 3 45
6 I Plaats van waarnernmg. 2.~
aterstaatswerk waaraa1, 1-het hout gebruikt is.3· XI. Karri. a. Zeewerken. Rijkszeehaven »het Nieuwe-diep«. Zuidelijk remmingwerk in de voorhaven der zee-doksluis.
b. Kanaal- en rivierwerken. Beek en Donk.
Someren.
Ter Neuzen.
Sas van Gent.
Idem.
Ter Neuzen.
Sluis n°. 6 der Zuicl-Wil-lemsvaart.
Sluis n°. 1 r der
Zuid-Wil-lemsvaart.
Beschoeiïng bij de stations-loskade.
Brug over de benedenmond der linker waterleiding. Aanlegsteiger bij het
clou-anekantoor.
Beschoeiing bij de stations-loskade.
c. Brugdekken, leuningen, enz.
V e r w e r k t e ~
4~ ~~~•~u• 1
r proefstuk.
Sluisdeuren in het bo-venhoofd.
Een gedeelte van het houtwerk der deuren.
Palen, sloven en be-schoei'ingsplanken. Beschoeiing bij het
zui-delijk landhoofd. Wrijfstijlen van den
stei-ger, gordingen, wrijf-stijlen,klossen en vul-stukken van de aan-vaar hoofden en alle palen.
Palen, sloven en be-schoeiïngsplanken.
Sluiskil. Brug n°. ro over de wes- Dek.
telijke waterleiding.
Ligging ten opzichte van het water.
5.
Van 0,31 tot r,56 M. beneden L.W. Gedeeltelijk m het water. Idem. -Gedeeltelijk onder water. -1 1 Jaar van verwerking. 6. 1906 1906-1907 1907 1910 1914Ondervinding bij het verwerken opgedaan.
7.
Uitkomsten van het laatste onderzoek.
s.
1
De harren, regels en schank-schoren in goeden staat. De beplanking 1s boven K. IJ. eenigszins gekrom-pen.
In goeden staat. De beplan-king is boven K.P. eenigs-zins gekrompen. Toestand goed. Idem. In goeden toestand. Idem. In goeden toestand. Opmerkingen. 9·
Proefstuk dat sterk door paal-worm was aangetast, is in 1920 vervallen.
Het overige gedeelte van deze deuren bestaat uit jarrah. Zie X b. 7.