• Nie Znaleziono Wyników

Nota betreffende eene getijberekening voor den verbeterden Hollandsche IJssel (plan 1934, variant)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Nota betreffende eene getijberekening voor den verbeterden Hollandsche IJssel (plan 1934, variant)"

Copied!
25
0
0

Pełen tekst

(1)

DIR BEN.EDEN RIVI E.Rc.i"J BOTA BE'IREFFENDE ÈENE GETIJBEREKENING VOOR DEN .- - - -'-,"'"-=".J.f--:-:-:-_--..:m:m:m.,~-·:rrERDEN HOLLANDSCl.IEN IJSSEL (plan 19341 va.riant).

~

R7ö

...

Volgens het in 1934: ontworpen en goedgekeurd plan tot verbetering van den Hollandsehen IJssel,-waarbij de bochtaf-snijdingen zoodanig werden ontworpen, dat de bandijken niet zouden worden aangetast,-zou vooral het midden- en boven-gedeelte der rivier niet•onaanzienlijk verruimd worden

(zie bi.jlage l).

I:Ioewel reeds à priori, gezegd kan worden, dat deze ver-betering op de getijbeweging betrekkelijk weinig invloed zal uitoefenen, omdat deze rivier kort 1s en de getijbewe-ging zoowel voor als na. de -verbetering uit een eenvoudige komvulling en -lediging bestaat, zoo scheen het nochtans noodig een nauwgezette berekening op te zetten in het bij-zonder voor wat betreft het veranderen van het verticaal getij.

Bij deze berekening• die uitgevoerd werd door den t1 jde-11 jk wiskundige J.J.Dronkers, werd uitgegaan van de grond-veronderstelling, dat het verticaal getij in den mond van den IJssel na verbetering ni~t zal veranderen. Dit, gecom-bineerd met het feit, dat de horizontale getijbeweging aan het uiteinde bij Gouda op ieder oogenbl1k steeds= O zal moeten zijn, veroorloofde eene berekening, welke in wezen volkomen bepaald was.

A. Doorrekening van den bestaanden toestand.

Voor eene doorrekening van dEtl bestaanden toestand moest, teneinde de te gebruiken berekeningsmethode te toetsen en de plaatselijke constanten te bepalen, de rivier natuurlijk geschematiseerd worden. Dit geschiedde door aanneming van drie vakken, elk van ongeveer 7 km lengte, waarbij voor elk

(2)

2.

vak een constante breedte en diepte werd aangenomen. Als mond van den IJssel werd km. 21 aangehouden.

In onderstaand staatje zijn de aangenomen af'm.etingen der drie vakken aangegeven ( bestaande toe stand).

10.,vak van km.21 - 13.5, breedte 100 m, diepte 5.50 m - M.E.

20. 30.

"

"

"

"

" 13. 5 - 7 ,

"

7 - 1.2,

"

"

3.50 " n

"

"

3. 3) "

"

De boven km 1.2 gelegen riviertak werd als te

ombedui-dend beschouwd; de komberging 1s hier door de zeer geringe breedte te verwaarloozen.

Dit schematiseeren van een tamelijk "wilde" rivier als de Hollandsche IJssel vere:ischt een nauwgezette bestudeering van meetgegevens. Het was b.v. vooraf niet te zeggen of de bochten groqten invloed op de getijbeweging uitoefenden of niet. Weliswaar heeft_ de rivier zelf' voor een eenigszdlns regelmatige voortpl~ting gezorgd, door de diepten in de

bochten grooter te doen zijn dan elde~s, doch niettegenstaande dat, bleek de bochtinvloed tooh vrij groot te zijn.

Ook moest ,de invlo~d.van de vele zellingen worden nage-gaan. Slechts nauwkeurige ~etingen kunnen een inzicht verschaf fen in het regiem der rivier en een toetsing leveren voor de theoretische formules ~n constanten, welke men voor de bereke-ning van de toekomstige getijbeweging wenscht te gebruiken. Dezel -formules moten in staat zijn alle eigenaardigheden der C meetgegevens voldoende.te verklaren, voordat er vertrouwen aan kan worden geschonken.

.

De volgende meetgegevens waren beschikbaar:

10. De afvoermeting van 13 Mei 1932 in den mond van den IJssel (zie biJla5e 2). Daar de gemeten afvoerkromme betrekkelijk ver getoetst kon wordm aan de komberging was het mogelijk

.

(3)

omstandigheden. Men zie hiervoor de zwaar getrokken lijn van deze bijlage.

20. De getijlijnen op 4 verschillende plaatsen van den

IJs-sel op 16 :mn. 27 November 1934 (bijlage 3). De daarvoor ge-bruikte peilschalen werden vooraf gewaterpast terwijl deze waterpassing nauwkeurig aan de middenstanda:i werden getoetst.

Uit de op bijlage 3 afgebeelde waarnemingen volgt o.a. dat de bochten bij de Essepolder en·b1j Spreeuwenhoek een

~ vertraging van het getij tengevolge hebben en dat het tij-verschil stroomopwaarts eetdgszins onregelmatig toeneemt

(zie ook bijlage 4). Het ligt voor de hand dat deze tijver-schiltoenaltte bij den verbeterden Hollandschen IJssel zal blijven bestaan en daarbij regelmatiger

zat

worden.

Uit interpolatie tussohen Rotterdam en Krimpen a/d Lek blijkt, dat het gemiddeld tijverschil bij den mond van den IJssel bedraagt 1.52 men bij de Waaiersluis 1.71 m (10 jaar-lijksche gemiddelden 1921-'30). De vloedrijzingsduur kan voor den IJssel worden aangenomen op 4 uur en 40 minuten en

de ebdalingsduui' op 7u.50'. De voortplantingstijd van den mond tot de Waaiersluis bedraagt gemiddeld ongeveer 60 min. tijdens vloed en 40 min. tijdens eb. Dit verschil houdt natuurlijk verband met den korten vulti jd tijdens vloed en de daardoor veroorzaakte grootere snelheden en weerstanden.

Bijlage 5 geeft behalve de gegeven getijkromme in den mond nog dele en 2e harmonischen dezer.kromme, welke ge-bruikt werden voor de berekening. Met behulp van deze 2 harmonischen blijft de afwijking t.o.v. de werkelijke getij-kromme betrekkelijk gerlng. Het tijverschil blijkt in _

werke-lijkheid een weinig (4 cm) lager te zijn dan dat der

tbeo-retische kromme.· welke gevormd is door samenstelling d-e~ le

i ·,

en 2e harmonischen, terwijl de voortplantingst1jd der hotg-en laagwatertopphotg-en tamelijk veel is verschovhotg-en. Bij eerste

(4)

4.

benadering is de overeenste~ing echter wel voldoende te

achten, terwijl later met ~eze verschillen rekening werd gehouden.

Een berekening met behulp van dele h&.rm.onische alleen,

zooals bij de Zuiderzeeberekening voldoend nauwkeurige

uit-komsten gaf, geeft hier onbevredigende uitkomsten.

Bij elke harmonische van het verticaal getij beho_ort een

afvoerkromme, terwijl de "werkelijke" afvoerkromme samenge-steld J,can worden uit

de

part1eele, daar aangetoond kan worden

dat het superpositiebeginsel hier mag worden toegepast. Wel•

iswaar is de spli tsin.g van den stroom slechts f ic•tief' en e-veneens werken op elk waterdeeltje slechts 2 fictieve

krach-ten krach-tengevolge van de 2 denkbeeldige verhangen der beide

har-monischen, doch de weerstandskracht wordt door de totale snel> heid veroorzaakt en kan modanig woruen bepaald dat de totale

arbeid der beide ha-rmonisphen gedurende eèn volledige periode·

even groot i~ als de weerstandsarbeid in die periode.

. -=4

,/3~

Ter bepaling :van den weerstandsfactor

k~wi?~U

t~egaan

van gemiddelde ~x. ~nelheden 1n de drie aangenomen vakken va1 resp. 55, 325 en 20

om/seo.

Deze bedragen volgen uit de

kom-zre

berging. (rnoo:fdstule ;t:X: van mijn nota van December 1934 over

het plan tot verbetering van den Hollandschen IJssel). De constante van Eytelwein (c} werd bepaa_ld uit de stroommeting

van 13 Mei 1932. Deze bleek gemidde·ld 50 te bedragen (weinig

varieerend in grootte),

Een andere methode werd nog onderzocht, waarbij uitge-gaan. w~r9- van afzonderlijke weerstandstac toren k voor elk

der twee harmoni~ehen. De arbeid der uit elk dezer harmoni• schen·_ volgende beweegkracht.· werd daarbij gelijk gesteld aan

den. bi jbehoorenden. weerstand., Deze laatste methode gaf wat-de

amplituden betreft· wein~ verschil met de···voorgaande en ook

(5)

Bijlage 6.geeft aan elke geringe verschillen voor beide

methoden gevonden worden bij de berekening van de

afvoer-krommen in den mond~ De maximum-afvoer bedraagt thans

nor-maal bij vloed 400 m3/sec. (zie bijlage 2), volgens de be-, rekening, met -de enkelvoudige k : ·365 m3/sec. en volgens de

berekening me-t de tweevoudige k : 370 m3/sec. De

maximum-afvoer t1jdens eb bedraagt thans normaal 276 m3/sec. en vol-gEE.s de berekeningen resp. : 275 m3/sec. en 265 m3/see. Deze

berekeningen werden uitgevoerd met de methode Lorentz

(line-aire weerstandswet), terwijl da~rbij de genoemde 3-voudige vakindeel1ng werd aangehouden. Niet alleen bleken de maximum

stroomen dus behoorlijk benaderd te kunnen worden, doch ook

.de\algemeeneh,vorm der afvoerkromme. Dit is dus voor een

groot deel het gevolg van ·.het werken met twee harmonischen.

Wat.de methode der weerstandbepaling aangaat zal in het

vervolg worden gmomen die, welke.het eerst werd genoemd, dus

waarbij dek bepaald wordt uitgaande van de totale maximum

~

stroomen. -n1t sohijBt iets Juister dan de andere methode,

waarbij twee k's worden bepaald.

B. Berekenin van het eti ·inden verbeterèan Hollandschen IJssel

De berèkening was.tweeledig: a, met de methode Lorentz ("lineaire methode, weerstand evenredig met de enkele macht der snelheid) b, met de "quadratische methode" '(weerstand

evenredig met het quadraat van de snelheid).

Op ~1jlaga 7 wordt een sohema gegeven van den

verbeter-den IJssel. Er werden daarbij aanvankelijk weder drie vakken

aangenomen van resp. 6700, 5400 en 5870 m lengte, terwijl

het gedeelte tussehen Gouda en de Waaiersluis niet mee werd geteld.

a} Het tijverschil in.den mond {km 21) werd gesteld op 1.52 ~

\

terwijl voor de berekening met de methode Lorentz werd ui tge-1

(6)

gaan van _de twee harmonischen, welke blijkens het voorgaande hoofdstuk (bijlage 5) de gemiddelde getijkromm.e in den mond

tamelijk juist benaderen~ De vakafmet1ngen zijn daarbij

aangehouden op:

:vak 1

.

.

breedte 100 m, diepte

L.W.

4.5 m •

"

2

"

90 ff

"

"

4

"

J

"

3

"

65

"

"

tt 3. 35 m.

'

.Hierbij is op. te merken, dat de gemiddelde 'çUepte van

vak _l kleiner moesten worden aangehouden dan bij den

verbeter--den toestand, omdat de d1e,m>e "bochten afgesneden zullen worden.

Met behulp van de h1erbovenstaande gegevens werd het horizontale en het verticale getij berekend voor ö

verschil-lende plaatsen langs den Hollandschen IJssel. Bijlage 8 geeft

de afvoerkromm.en, welke op deze wijze werden g~ onden. De

maximum vloedstroom zou 370 m3/sec., de maximum ebstroom 251 m3/sec. bedragen. Voor onverbeterden toestand werd

gevon-den resp. 400 en 276·m3/sec., doch hierbij moet in acht worden

genomen, dat men bij afvoermetingen.steeds.± 4% te groote

waarden verkrijgt.

Het verschil in stroomsterkte tusschen den nieuwen en den

bestaanden toestand zou dus volgens deze berekening vrijwel te verwaarloozen zijn. Verder valt op _bijlage 8 nog op te

merken, dat voor Gouda (km 3.9) een onregelmatige stroom wordt gevonden. Dit is een fout van de berekeningsmethode, daar de stroom hier in werkelijkheid steeds klein moet zijn. De vorm dezer kromme voor km 3. 9 geeft aan, welke graad van zuiverheid

met de methode Lorentz bereikt kan worden in een geval als het onderhavige.

b) Op bijlage 9 werden de uitkomsten geteekend van de meer nauwkeurige quadratische methode. Volgens deze berekening zou de afvoerkromme bij km. 21 een iets hooger maximum tijdens

(7)

en de totale vloed- en ebafvoeren niet veel zoudm veranderen (de komberging wordt iets kleiner, doordat enkele loswallen

.in het zellinggebied werden ontworpen). Tijdens vloed zou

h.-t maximum toenenen met± 6%, tijdens eb afnemen met± 15%.

Dit heeft betrekking op de afvoeren in m3/sec. door het ge-.

heele profiel. Daar de profielsinhouden .meestal toenemen, zal in vele gevallen de maximum stroom

m.

de toekomst iets geringer zijn dan thans.

Bij deze "quadratische" methode was het noodzakelijk de vaklengte niet grooter te nemen dan 3 km om de verander-lijke komberging behoorlijk in rekening te kunnen brengen

(zie bijlage 7}. Deze komberging veroorzaakte eenige moei-lijkheden, welke door een dubbele berekening. voor elk vak, n.l. zonder en met de kombergingshoeveelheden, werden opge-lost. De werkelijke verandering werd dan geïnterpoleerd tusschen de uitkomsten der beide berekeningen. Bij de "line-aire" methode werd meer globaal gewerkt en ken deze subtiele

benadering niet worden verkregen.

..,

Bijlage 10 geeft een voorspelling van

,,,

het verticaal getij op dm verbeterden Hollandscben IJssel volgens de

quadratischa:methode •. .

He~ ~ooS!ater zal bij Gouda gemiddeld 1 vm hooger . .:worden dan thans, terwijl het laagwater na verbetering 4 cm lager zal afloopen. De voortplantingstijd zal on-geveer 10 minuten worden verkort, terwijl de getijkromm.e bij Gouda zoodanig van vorm zal veranderen, dat een snellere rfjz1p.g tijdens vloed kan word.en verwacht. Van eenige practische beteekenis zijn deze veranderin-gen natuurlijk. niet.

Bijlage 11 geeft behalve de met de "quadratische" me-thode berekende nielfitle get.ijl:1..jn. te Gouda., ook die welke

(8)

a.

Hierbij werd uitgegaan, niet van het werkelijk getij in den mond, doch van de samengestelde der twee harmonischen, dus

van een amplitude van 1.55 m inplaats van 1.51 m. Het volgens de "lineairew ,methode gevonden H.W.van 1.14 m + N.A.P. moet dus met 2 cm verlaagd worden en het gevonden L.W. van 58 cm

- N.A.P. moet met 2 cm verhoogd worden, om de werkelijke

voor-spellingen te verkrijgen. Alsdan blijkt, dat volgens de me-thode Lorentz het

H.w.

na verbetering met 3 cm zou verlagen en het L.W. met Oom. Gemeend wordt dat de uitkomsten der meer exacte "quadratische'' methode meer den werkelijken

toe-stand zullen benaderen. Opvallend is het verschil in voort-plantingsti jd, welke bij de ,beide methoden wordt gevonden. t-1.. • De te korte voortplantingsti jd volgens de met bode Lorentz

'

.

duidt er op, dat de met deze methode ber.eikte uitkomsten minder zuiver zullen zijn •

C. Berekening van een stormvloed.

Het 1~ vanzelfsprekend, dat de amplitudevergrooting van

het getij te Gouda ten opzichte van het getij te Krim.pen zich ook bij stormvloeden zal voordoen.

Beschouwt men b.v •. den stoa:,m van 26 November 1928 dan vindt men een hoogste stand te :Krimpen van± 3.05 (geschat)

en te Gouda (sluis) van 3.20 m + N.A.P., dus een toename van dezelfde orde van grootte als de dagelijksche (thans 11 om,

·1n de ;toekomst 12 om).

Een uitzondering op dezen algemeenen regel maakte de hoogst bekende vloed (van 13/14 Januari 1916), waarschijnlijk tengevolge van het ove~loopen der dijken (zie het gedrukte verslag van dezen stormv1oed). De hoogste stand te Gouda(sluis bedroeg daarbij evenweel als de hoogste stand te Krimpen

(3..34

m +

N.A.P.). De

registreerende peilschaal te Haastrecht (waaiersluis) die niet hooger teekende dan 3~30 m +, liep

(9)

t

9.

waarschijnlijk minder juist.

Uitgaande van de getijlijn voor 13/14 Januari 1915 te Kr!mpen werd de getijlijn te Gouda voor den verbeterden

toestand berekend (bijlage 12), waarbij de volgende

afmetin-gen werden aangenomen.

Vak

lengte kombergings-m breedte m l 3350 200 2 3360 240

.

3 2'100 200 4 2700 230 5 2936 200 6 3935 185 1/v l"J() stroombed-l:i7'eeä.te

.

m 160 190 140 . 180 150 120 • gem.diepte stroombed m 6.5 6.1 ö.O 5.3

s.o

5.5 58" 'I

1:8

-

35,--;J

Een iets grooter dan normale verbooging van het

hoog-(

water naarmate men het doodloopend einde nadert, werd zooals

_.,_

te verwachten was daarbij duidelijk geconstateerd (15 om

.

tusschen Krimpen en Gouda), zoodat met een groote mate van

zekerheid mag worden voorspeld, dat een stormvloed als die

van 1916 na verbetering van den IJssel te Gouda een stand

van+ 3.48 m + N.A.P, bereikt zou hebben. Deze verhooging met 15 om moet nagenoeg uitsluitend te wijten zijn aan de omstandigheid• dat de dijken sinds 1916 verhoogd

werden.

Bij den bestaanden toestand is het verschil bij gemiddelde stormen ll cm en volgens een berekening bij den zeer kraoh-tigen storm van Januari 1916 eveneens ongeveer 15 cm (Zie ook

de tabel voor de verschillen tusáchen Rotterdam en Gouda op bl-z. 101 van het Verslag der Staa tscom.miss ie inzake hooge vloèden}. Door de toekomstige verbetering zal deze hoogwater-verhooging tusschen Krimpen en Gouda dus niet merkbaar worden be invloed.

(10)

Gerekend moet worden op stormvloeden, welke te Gouda ongeveer 15 cm hooger zullen zijn dan te Krimpen. Dit is zonder opwaaiïng. Gewoonlijk zal bij hooge vloeden geen zuid-westen-, doch een noordwesten wind voorkomen, zoodat er dan practisch geen opwaaiing in den Ijssel zal voorkomen. Veilig

1s· echter te rekenen op 1eenige opwaa1Ing te Gouda van bv. 10 cm en de dijken• na. bij Gouda dus + 25 om hooger te leggen dan bij Krimpen. Tot nog toe werd met deze verbooging der vloeden op den IJssel, blijkens bijlage 13 (waterpassing

Landmeetlrundigen Dienst omstreeks 1930} naar het schijnt geen rekening gehouden.

D.

SamenvattinB.

lo. Het gemiddeld tijverschil te Gouda zal na de voorgestelde

verbetering van den IJssel met ongeveer 6 cm toenemen. Indien. ·

het getij te Krimpen niet verandert (doar verbeteringen aan

den Waterweg, enz.) zal het , ~pèil van M.V. hier ongeveer

1

cm hooger en het pèi1L van M.E. ongeveer 4 otn lager komen te liggen dan thans. Het stijgende deel der getijkronime te

Gouda zal steiler-zijn dan thans.

E!iL,. De voortpiantingstijd van den getijgolf zal ongeveer met

tusschen Krimpen en Gouda

10 minuten verminderen en dus na verbete~ingVongeveer 40

mi-.

nuten bedragen.

ZQ.._ De gemiddelde vloedstroomsterkten zullen niet veel ver-anderen, de gemiddelde ebstroomsnelheden zullen iets afnemen. De afvoerkrommen zullen een weinig gewijzigd worden (grooter ,

vlo edmaximum. kl~iner ebmaximum) •

~ liet H.W. loopt gemiddeld thans 11 cm booger op te Gouda dan te Krimpen. Na verbetering zal dit ongeveer 12 cm zijn.

Bij stonnvloeden kan dit zoowel vóór als nà de verbetering ongeveer 15 om worden.

(11)

11.

5o. Het is veilig deze 15 cm te vemoogen tot 25 cm, daar

er eenigen kans op opwaai!ng in de richting Krimpen - Gouda

bestaat (thans zoowel als nà de verbetering).

Juli 1935. DE HOOFDINGENIEUR,

(12)
(13)

HOL LAN DSC HE -1

J

S SE L

... ►---... ◄

..

o►•----·

...

Schaal 1

à 25000

olders

f

~ '"

Cupelle

j"

elle

!

ZiJde-Nieuwerkerk

A/D USSE~ GOUOA

E.s.se

Gansdorp-Polcle:i•

Ouderkerk.

.

Pold

:,: m ., ;r: A/ o IJ55EL 1--- - - j KleÏ"'li.. Wt'n.l';" 1

Kromme

po der

'"-3

""·

111 i:l ~ T"nl> ... "1-1\

""

wftel'i11 p ft>

Zvid-

Plas-Moordrecht

Polder-~ Il,

Ka.tt

en

tb.jk.s-

.

..

:s 'll

I

~ () f () r "' ... !,ll 'ts

.Blok

: 0 3 ... } )

Polder

Mi

Blok

OUDE l.ENGTE. NIEUWE. LENGTE 21.870 20.170 K.M. K.M. Oo.si 81NHE"'-.Sl\,I old Polder RE.G.PE1L"CHAAL Veerséa.lblok M.V.=I.J6+ N.A.P. M.E.=058-N.A.P. VE.RKLARING PLAN 19:,'1

MOTORGEMAAL

~ WE.G TE. BAGGEREN GROND S!J

NIEUWE. BRUG

-

LOSWALLE.H

RIJKSWATERSTAAT

01 R ECTl E BENEDEN RIVIEREN

(14)

/ 400

(15)

JO 0 N.A.R 9 h.. 1. 1 VERTICAAL C,E.T!J 80 1

~,1

- 1

i.

1 WAAIE.RSLUl5 (K.M.R. o) 5TOO MGE.MAAL.. (K.M.R.8.J) OUDERKERK (K.M.R.14)

l(RI MPE:.N 3/o.!/SSEL (K.M.r.! .20)

l

1

1

- .t r-

-R.Ul<SWATER.STAAT.

DIRECTIE. ~ENE.DENAIVIE.REN.

~ ·

GETULUNEN

vA.N

us·&N27Nov.·s~

LANOS

DEN HOLL..

USSE.l..

___J_ - - - -/. . . . , _ ...

t

1 1 L 1 1 1

--r

1 1 1 ' j;, ,.,/.:rr ---1--..--·· ✓-✓..Li. 1 .- ✓• / / / j_./ , / i ..t' // / - -/ .L' _, t / / . / ' / / / f _/ ~--r· -/ / / 1 / _I / I / ' . . · ---!

f'

··

/ ' 'i _/ / / ,· ' / 1 ---l r·- i ·-r--11 / /

/

i

/

i . _/ f-.-f -

r

--J L / i .j i / / -i .. { - -i -i / / i I _I - - -1- - f --'-+ 1-/ 1 i ' i } . --41" I I

i

' ;' I I. I / + 1\. i - - - - i-L '

J

-+ 1 1 1

-T

1 UREN _I_

(16)

HOl..t.. :,aSEL.

ll!JLAGE.

4 .

R

Ul<SWATE~~TAAT.

Dl DEC.TIE.

~E.NE.DE.NAIVIEREN

GEGEVENS

Y.H.W. E.NL.W.

OP 01:.N

c.,m.

c.m.

1201---.,...-...,.---,.--+-...;.-,-.:...--,,,;.."T_,;;;..-.;,;;;.;;;;....,:;..;....;..,...;;;.,;...:...~'---i---,-~-1120.

HOL.L.

USSEL

oPIG

S.N ~

NOV.34

MÎC cield 0 i01cu lubc.l

Hoo~w'Ol~,!:i!.2~.!..:

~~

""'l'

c.=---

~-~-110J::t~t;~~JÉ=Î:~~=:f--~1:-::7====r-s..

~- __ i--_____

-

,,=Hr.o:î~o1J15iw'i;aä",,tEt"=-öo~Jo22rl7fN:;j'.

"J

o

Ö,vf931±8LJF:-r-1-1

I L - - ~

193.< ±8, ur.

IOO.t=t=1=j==t==t=~~=

+

==+===

r=

==t=1rH-;;o;;-o~

·

~~WV.01;t~,1~r::-;;o~p1~1,~N~o;-;,

1

t'93Î-;-2Î-;;:;;--'r-r-1

-+--+---+--~--+---1-

1'.:)"3• :t:. 2.' uur:

---+----t

90.1--- - 1 -- - ' - - - - < + l l + , . . . + + ·

-80.~=~=J;::;;:d:::::.

-

::+~=-=-=-lr-::

-

_:::.±

-~

.,;::;_

J

;:.--~"'

-

,--~~

t

=

--

--

-1

r=

-

H

-

~0

-

f~9=w=a~tJ~

_

rr~o~P=1ip~

--

N~ov~

,

-~~~

-

~+=--=t=+=~==i

IC)J-4.

--60_,___-+---+--. . . ; i - - - - + - - _ .

J ..i---•• 1 Mi d.etisi 01.nd. < ► P i; Nov. jq:,--4

~ : . .-+-·· ! 1 ! 1 1 ' Î •

o. 1

"!·A(

1

(0. ,.._____ . _ _ - -1 - + ;

-M I c der>s ornd oio ,~ Nov. 934.

20.1-tJ-- - t ---+- - l - - - -· J-=ö -- - - -- -- - --~ ---0 tJ ~ ~ ---l - - - . 0 0 ...c 30. _::. . ~- - _ _ - -- . - -- ,___ __ - - - ---1----1----+---m .::! ,J Q) Q_ 40. '-·----+---l-- - - + - - - + - - l - - - - --1-· - -- · - - - · 1 ·

-so'.F'"-,,,_--+_

-

_

-

d

,....

~ -

--=....,.. .... ,__.,,-_~1---+---4· ---.-.; _ _;:_

~

, ++t· · -

·-.z.

- -110. 100. 90. eo. 0. 10. 20. 30. 40. so. 1 1

•-a

60.t--- - t ---1-- - 1 - - - - .

-· - -+--1

!_ - i r

-::F=f=1===t::::;:::~~:::~:·:·::i.:--::_:~-:.~_~~:~-::_::1,:-:::~::·1~J::.~::.::.::~.jte-:e::·:-:o~t~:-:;~6~'~!N~~·~o~0~:~:~f:'·~9i3:3:~~~ï·~~:-~j~~:~t= 60.

~-c-t·

- -70. 1

~-J

&o. 2c uur. [ 1 go. 1 1 100.

(17)

7°1

6o.:...-I

-

~1

-50•1 - - - - - ~ -40,1 - - - -~ - - ---l 3 , 1 20,-- - - -+-10,-- - ----1---' 1 Mia-el_en. ta12ol. 0. '

t

-~ - -- ~--1

- -

1'

=

-. ---

-t---,i

---

-

--1-. '' uren. ...

_

_..,,., - - - - .J. ·- - - --. - - ... - -' + L -l - - - ~ - - - · +-- - --· ' 1

(18)

M~ / 5 ( ( . 1 400'---- -- -t-\ \ -'i 150 - - - 1 - - -- - l - - - - + - - - + - - - -i 200- - - + - -- - - 1 - - - + - - - ~ 300- - - +- - - 1 - - - + - - -- 1 - - - -350,___ _ _ ___,__ _ _ _ _,__ _ _ - - - + - - - ~ -400- - - + 1 1 + + - t-l

1

- - t 1

HOLL. !JSSEL. B!)L.àGE

G.

RUl<'.SWATEASTA6T.

OIAECTIE'. BENEDENAlVIE.RE.N.

P.aEREl<EN0

HORIZONTAAL

GET!J ,

A:J

1<.M.Q. !al

J VOL.C.EMS METM.

LORENTZ

MCT SNkE.1-VOUDICaE. I<' •

- - - MET 'TWEl:.VOUDIGE. IC..

-

î

L -

__

i

- + - - - + - - - ~ - - - 1 - - - - 4 - - - - -1 i

-(

--- +- --

.

~

_

___,__

_

_,__--+----_

/

__

~

---t- --~

,,~

-

-=-

~

~

--+----"-:-

_

l_,___.1

: - 7---

/;7

-

'~

\

~

/ /

r.. - - - -

-

-

-~---/

- - - ! -- - - t - - -- - - _ _ _,__ 1 _ _ _ _ . . _ _ -- - · -1--- - - - - + - - - 1 1 1

(19)

1.

I{' Väk

J_

2e//ak ~ ê', l • ~ V> ' '---' ...,

J.

RUKSWATEQSTAA.T

OIQECTI~:

&ENEOEHRIVIEREN

GESCH[MATISl!ERDE

VER8E-·

TERDE HOLLAND~CHE

USSE.L

3.e J/ak

J

C

~

(20)

200

MOl.1. • !).SSE.L. l!»!)L.ACaE.

8.

RIJ KSWATE.RSTA.AT

DIRE.tTlE BENEDENRIVIEREN.

BE.R.EKENb MORIZONTAAL

GETU

BIJ

K.M.R. 2.1

VOLGE.NS METH.

LORE.NTZ..

'100

(21)

-500 M3/sec. 1;00 0 1 150 200' 350

VLOED

••• 2 3

R

1

JKSWATERSTAAT

DIRECTIE BENE.DE.NRlVlERE

----4---+---t--,---1---

-1AFVOERKROMMEN

OP

VERSC,MILLENDE

PLAAT.SEN

_ _ _

LANGS DEN VERBETERDEN MOLLANDSCMEN

USSEL

( Berekend volgens de ,.

9va.dra.ti.sche"

methode.)

1 Î - - --\ 1 l L . ' -KMR 1 KMA 3 ~ KM R 6.8 KMR 10 5" KMR 13.6

--,---1 1 1

7

1 1 ---+---·--- - - - 1 - - - . - - - ---..

EB

·

-lcM

2 =

40000

M

1 /

Sec.

(22)

cm..

go 00 20 Jo. 0 0 1 ·- 1 1

_L.

1 1 1 1 - -~-! -1

l'hdd.enstund va.n

2. i l

I

/

/

,-

-/

I,

f

-1

/.

/

/.

./

~1/

~/

.I

4 1 ,o+ NAP[N,Jvw] .J.---=~ +NAP[o40} _ T - 1 l ' 1

Jl

1

JKSWATE:flSTAAT Dl~ECTIE BENEDl::NR.IVIERE

GETUK.ll.OMMEN OP VER.f>CMILLENDE:

PLAAT5EN

LANGS DEN VE2BETEl2DEN MOLLANDSCMEN • ~

.. ~UAD

.

AATISC.HE.•• METHODE.

\

\ \ \

\

UREN ~o H 2.0 - - ·-· - ·- - - --- - - .. - +-- - - - "· - - - - --\ \ ...,. NA.P • - • - • - · - • - · t •• - • -, · - • -• • • - • - ·

1

-·-

.-

.-•-·-•-•-•-• I <50 - • - - - -~ • _, • - - - - 1--- - - • [ - ~ - --- - - r -1 t:"' '. I ,. . 40 _50·~

-l

l ~ ' I / ..,_,'» / _;;" I \ r - -

~~

z.,_

.

1{/- • ·.•· /

.

•-<. 1 > - - -~v__

j_

---

-t 1 ' - ---1--60-NAP[NIEUW] 1·-_J 1

.L

.

l

1 -f· · -I' -,_ - - . t

- +

1

(23)

C•M 901---+- - - - + - - - t - - - ; 40

!

1 - -90..,_____._ _ _ _ + t i i > t

-HOLI.. !JSSEL.. e~LAGEII

R.UKSWATERSTAAT.

OIAECTlf: 8ENEOe:NRIVIEREN.

BEREKEND

VERTICAAL

GETU TE

GOUDA.

1 C.M - ~ - - - - , 5 0 · - _ _ _ __,__ _ _ 90

(24)

S<..b01od Horiz.on.taal Ciet!).

- -

!'!J}{ec;.

_ _ _ _ 1 -1

---j-1

--- --

t-1 r,!.Ul~-- - ~ e - - - > -1 J 1 1 - i - l . l ' - l . . - - - 1 - - -- -

--i -

l5e.reke.nol Hor. ûetï. 1 1 1

r

1

''·

J 1

!

l 1

H O 1. 1. •

!J

.SI E 1. , Il!) a.à c, &. Ua.,

R!>K!.WATEASTAAT.

DIA.

r\E.NE.DE.NQIVIEAE.N •

-STORMVLOED v•H l~-14 JANUAQI

I91G.

~EQEl<E.NOE. GETULUNE.N

CN

AFVOERk'QOt:iMEN

oP OE:N

VE:RBETE.RDEN

HOL.LAN0.SC.HEN

SSEL

\ \ i '

i

l

.j. 1 1 + .S ~h.a 1 Verti<aal '<lüj. <:. rn.t o.v. N.A.P. 340 ' 1 -~ --· - - -

----

·-- - ---'(- - - 1 \ \ 1-4 Joiri.. ·,G. 1. 3. 1 , - - - ~ -

--+-

- ·- - - --1

+1 . -1 _ _ L_ + - - - - - -1 1 - - - ' - - - + 1 t 1

-,

r -1 1

(25)

RIJKSWATERSTAAT DIR.

BENEDENRIVIEREN .

.STORMVLOEDSBEREKENINC:. .. (9UAORATISCME. ME.TMODE) 21 20 19 18 cm KM. 22. ½30--P---+---t---+---+---t---+---+---+---+----t--+---+---!t----+---+--t----+---+--t----+---+--+---+----+-Y"!.0 11 15 IY 13 12 Il 10 9 8 7 6 5 3 2 o KM. cm '-,204---+··- _ - - - - _ _ Y I0-4----+--__ 390

-1

380 1 370;---+---t 330 _______ _ :SIO o+ -300_ ~ -· - -2qo ----

·-~

280 --- -ij tt! :,:

ui

\ - ,f -\

,,

' 1 1 1 1 1 \ 1 1 '. - ,' 1 T 1

-l-

--- - -- - - - - ---1 1

µ

- 1 : - - + - - + - - - - + - - - - + - - + - - - + - - - + -'tlO -~ -·"')

\

1'

/\

ll---+---+-400 1 1 1 l f l i -! 1 1 ' ' 1 1 1 1 - - . l . - -~- -+---+---+---t--2.90 ' -

---t

-- -+--....,...--1 ~ - - - - 0 - - - -- - 280 ('.! tl -210 1

l

1 1 ' ;r. -r----i---r---r----t--T"""--+---t---+---+--t----+---+--+---+--~--+---+----t---+---+----t--+---+---4-270 KM. 22 21 20 19 IB 17 16 15 l'-t 13 12. Il 10 9 8 7 6 5 'i ) 2 O K.M

Cytaty

Powiązane dokumenty

Pyszkowskiego, który kwestyę genezy zapatrywań filozofi­ cznych Reja, oraz kwestyę (?) jego »uczoności« wogóle, radby rozwiązać jednym zamachem, ukazując jako

de sociale huursector teveel denkt vanuit een zelfredzame-klant perspectief, waarbij mensen die iets extra’s nodig hebben (voorrang, begeleiding, afspraken met andere organisaties,

When applying Gauss–Seidel as a smoother, the number of iterations needed with Bi-CGSTAB is significantly lower compared to the number of p-multigrid cycles and even restores

Kryteria wyznacza się kolejno dla pojedynczych wyro- bisk badawczych, dla pól eksploatacyjnych i dla obszarów górniczych łącząc w taki sposób efektywność eksploatacji z

When variability of grain size in beds of chipped minerals is low and minerals are excavated with multi-buckets dredger excavators with electronic recorders it is possible

Het diagram blijkt niet geschikt te zijn om scherpe grenzen te trekken tussen duinen, overgangsfase, vlakke bodem en antiduinen

III. Sąd Najwyższy w yłącza stosowanie odpowiednie art. dotyczy kolejności sensu stricto. Czyż m ożna mieć wątpliw ości co do tego, że przy przyjęciu istnienia

Opracowała ona in­ deksy rzeczowe do wszystkich pozostałych tomów „Systemu”.. Za zaistniałą lukę informacyjną w przedmowie i na