L:.:
::':
:-fdel
ider
cíer:ouwk
-- -
..-.
-- - Lt
i
;.? h?
t,.
5taticìe tilt-t
:e Z1L
rker vo1es de
ethîe va
t:
.
-:iikt i
eer Tchebtccff3pa:.te:.raa
et 1 ' ver
epa:te:
l:25., uit:et
p1w-te o:
eDeler. van Let
iite.
eze 1ejte, zijì
-iet
eeren;
ero;.ì
rwaarics.
-e open
werd LiCt neer,-..
;e 1vì Dod vs:. hot ä9thi3 is Iatr af-o;:c'riiTh
paa1-.
e
e7onde:. reu1tate. werìer gecoLtrD1erd aa
e ha;1d vaì
roevw
eoi
aodel
-aL.et soLir
et iekhuis
scha-al i: ?
r'e
it;evoerd :;der d
eLteri:ìicator va:-
et
LJrat-Driu-n v:-r -3ceep bow
e te Jet
ìO heree1:.ren
zi.
e'iaakt
vor de te'e1a:e: watervrp1atsir
.
'.
Ç Di.3 :iet voor
e ;aderhnid
eve
:;
De
hr:er: ziji eenvo
igLei-±sL:. ie
eg,eìate
.w: co':..eet
'?er.31ad- :-t de:e e. voiCeLo beree:i.e
i:
-c;tor .at':i.
eordeii..T va: de
tabi1iteit aa:
de ha:d vn
criteria var
laL ola.
Tar d
lii:ig va:: Let
eicht3zwaart::t L
it etad1
i:og.Let b&-:e;d was
w'rd
e-Dcht
aar dekieLt
aardeL,
wiar-i
de 'rDr.e var. statische are. a
de voor7ardw.. va:. :ahoi
D. :-DCt.
Iio
tabel wordt hiraar
ij
-1 = C,
5oc-veer
vo1daa:.
(a cijfer
herber; hetre-ì-. ij o. ht scthip zo:der
:Lii
voileciheidshE Ive zijr.
k de vcoraar.ieì
vai:
iii de tahel
geve'-trtische ariezi;
tracler
h31
-e:jar!in
230
2.250
.1-3
50°
0266
2.2:22 2 : 20iax. ar:: bLj
250':r:-r
E> -6°
1ethkHøoL
Deift
-2--dnamische wen:
9trawler
Rahola
flenjarin
ij
=hek waarbi
rax.arrn
r
optreedt
co
u 3.073 ni >0.060 ni 0.091 -0.163 >3.15Ceoorde1jn, van de stabiliteit vo1ens Sziner
De hoek, waarbij de ax. ari optreedt, en daardoor de dynanisohe weg
bi
die hoek, zin aar. de kleine kant. Oak het bereik van
de
stabi-lìteit voldoet aar net aan het criteriurn van Rahola. De dynamische stahiliteit bij 600 is te klein volgens Benjamin.
Overwegende,
dat san de voorwaarden van Rahala rriaar net wordtvol-dau,
en tevans dat de betrokken trawler cerischit
is van kleineaf-metingen, kleiner
dan
de meemte schependIe Rahola onerzocht, en
verder overwegend, dat eer klein echipin
het algemeen groterearrnen
van stabiliteit heeftdan grote
schepen, conciuderer. we, dat=
0,75 ni voor
de Researchtrawler te klein io.Orn een MGaarde te virden, die voci' het betrokken scbit aanneaelijk is, vergelijken we deze et die
van
dergelijke schepen.De ongeveer
even grote, eu uitstekend gebleken trawler "Job Gouda'heeft een MG van
1.30
ni; de breedte van ditschip is
.00 ni,
dus4
0,143. Roorda geeft (Schip en erf'44)
voor nictorloggers en kleine gladdekstoonitrawiers = ,l2 0,14.Vaor het ontwerp betekent dit ZG 3.56 s &
1.00 ni.
(B
= 7.20 niaar voor de esearchtrawler eer. rustige beweging in zeegar.g van groot belang is, zullen we M zo 1eir mogelik kiezerì, echter zo
groot, dat het schip als veiìi
beschouwd kan worden. Een
redelijkeaarde van MG
zal dus hijv.zijn
0.90 ni.
In
bijgaande
teker.ing zijn de stabiliteitskromnen voor MG = 0.75en MG = 0.90 ni gegever.. Voor MG =
0.75 is tevens
de invloed van hetdekmis aangegeven.
rp --.
Skinner behandelt de
kenterende
niomenten, die opcen
achip in.enwerken,iru zijr lezing getiteid: "Safety of email Shipsr$.
C.075
Zoals Rahola in zijn boek oprnerkt, is het onrnogelijk de groot8te
ken-terende monenten die cen schip
door wind en zeegang kan ondervinderi,net enige zauwkeurigheid te sthatte:.
Ret is dus uiteraard onoge1ijk, orn uitgaande van dergelijke kentererde
noienten, eer criteriu voor da stabiliteit op te stellen.
Is het niet mogelijk de grootste
kenterende momenten die eon schip kan
ondervinden te bepalen, het is w1 rnogelijk, het gedrag van het sthip
te bekiken onder inviced van bepaalde, voor berekening toegankelijke
moerten; deze moeten dan
z5
worden gekozen,dat bun o;treden niet
on-waarschijnlijk wordt geacht.
Op deze wijze kan men zich ean oordeel
voren over de stabiliteit van
bet te
onderzoeen schip.
Vinden we
voigens Rahola dus
ceri bepaalde min. MG, volgens Skinnerzullen we niet tot een dergelijke uitgesproken or.dergrens koen.
it
de volende beschowingerÀ moge echter blijen, dat de MG zeker niet
kleiner mag worden dan
0.90
n. SkInner beschouwt hiertoe:a. 7indmornenten.
iri overeenstemíiing
et de Th3sisohe veiligheldsvoorschriften neemt
hij aan, dat bet windmornent constant is. Hierdoor
wordtde
werkelijk-heid waarschijniijk het best benaderd,
terwi1 heteffect van de
windzeker niet onderschat wordt.
Gcgvors:
zi4elings opperviak bovenwatersohip
(incluief dekhuis en schoorsteeri, doch zorLder masten)
119.03
a=
rn2==afstand van bet zwaartopunt van dit opp. tot lateraalpunt:
3.375
= =
Getekend zijn de windomenten bij
windkract 7 (34.8 Kg,/m2)
2
D13
windkracht 11
( o
112.5
g1rn )en vo..gens
ir.ner ( o= 137
g/rn).
Voor de winddruk
a is de druk
genomen,die optreedt bij een bepaalde
virAkracht t.g.v. een regelmatige wind tijdens
een bui (zie Johow) J&ffect van deze momeiten op het schip, bij MG 3.90 .3ij eer. dwarswind van kracht 7 zal een helling
3optreden, bij eeri
windetoot van dezelfde sterkte Is
eenslagzij van 60 mogelìjk.
ind-acht 7 is de ootste
wndsterkte, waarbij nog gevist zal Iinnen
wor-den. Eierbij
moet mendwarszee's ku.nnen liggen.
Gezien de kleineoptre-deride hellingshooken is hiertegen geen enkel hezwaar.
en dwarswind van kracht lì zal een helli.g van 10° veroorzaken, .'en
etoot van die kracht zeifs 200. Ook dit s op zich zeif niet
gevaar-lik. Xindkracht 11 l waarschijnlijk ongeveer de grootste wirAdkracht,
ie in de
iropese
wateren te verachten is.3kinzier
geeft een nog lets grotere wizddxuk. ierbij zljn heilinger.o
van 1 , resp. 25 voor rege1ratige wind er. wir.dstoot moge1ik. Ook
it is nog toeltbaar
b. Water aan dek.
Skir.ner beschouwt
vervolgens de invloed van
water aan dek.iTIj denkt zich het gangboord aarh n zijde geiee1 gevuld met zeewater.
Hat effect van de
loospoortenwordt verwaarloosd.
In het midden van het schip staat
het water dan gelijk
et
hatlaagste pant van de verschansing, doch naar de emden toe kan het
atcr i
.2' hoer staan.
en
dergelijke hoeveelheid water aan dekbehoort zeker
tot de mogelijkheden.
?ie
zullen nu de uitwerkir.g
nagaan van een dergelijke massa water aandek van de Research-trawler.
/e veronderstelìe;i eenvodigheidshaive, dat het dekhuis over de
ge-hele lergte van het schip doorloopt,
en dat hat zo ortstaxie gangboordaar.
ér. zijde vol water
staat. en viakkewaterspiegel is
aangenomen,echter 10 c. hoger dar.
het
laagst pant van de verschasing.rijgt het schip een helling, dan loopt een deel van het water
over
de verschasing weg, tot bij 30°de verschansing geheel onder water
i verdwenen, ener dus geen
extra water meer aan dek is.Het za berekende
watermoment is dus max. bij nul graden, en nul bij
0°. Het verloop van de comenten is
op de tekerdr.g aarigegeven.Door bovengeroede aannaìen is de hoeveelbeid water
aan dekvastge-iegd. Daar de
trawler eengeheel
open voordekheeft, is het duidelijk,
dat ander ostandigheden noggrotere
watermassa's aanboard kunnen
komen.
Hetberekende
oent is du
geenszins extreem tenoeznen.
Ect effect van water aar. dek or het schip.
-4-Hierdoor verkrïjgt
hetsohip een
evenwichts-stand bij helling A(zie fig..l), doch
wan-neer het schi
zch
aanvankelijk in rechte stand bevindt, zal hat--verdor hellen tot B, waar de arboid,
verricht door hot wateroment,
gelijk is aan de arbeid
van het oprichterd koppel,
als de
ge-arceerde opp. gelijk zijrx.
Bij ;G
.3.90
nis
A 14en
B280.
Ret i8 hier de plaats te
wijzexi op het grote belang
van eeu goode
rater-lozing. Indien hot water niet
snel genoeg kan worden afgevoerd,
zal hot
schi;, ais er geen enkel
ander kentereid nornent in
aaierking wordt
ge-nomon, gaan siìgeren orn eon evenwichtsstand bij 140.
Bìj een goode
wateriozirg is deze hock aanmerkelijk kleiner.
erhaaldeiijk wordt er in de literatuur op
gewezen, dat bij trawlers
aan dit punt te weinig aandacht wordt besteed, wellicht door
de
af-ijzeride houdir
van de vissers,
ie met het water
ook hun vis door
de loospoorten zieri
verdwijnen.
Spanner (T.I.i'4.A. '47) raadt
zeifs aan, hot
loospoortenopperviak 15%
van het verschansingsopp.
te maken. Qok Throwbrldge
(T.Soc... t47)
wijst op hot oelang
van de loospoorten
bij trawlers.
Effect van wind
eri water sacien.
Bevindt er zieh water in het lijgangboord,
en ugt het schip
dwarszoe's,
dan ciceten de
afzorder1ike ciornenten
van
iid en water
worden opgeteld.
oStatisch evenwicht
treodt op voor
winthracht
,
bi3 16
I, fi 11
"
21°
volgeris :3kinrter
23°.
:et sthi
gaat dus orn doze
hoeken slinigeren.
Bevindt hot schi; zieh in de
evenwichtsstand p voor eon bepaalde
wind-kracht, era kocit dan
hot water aan dek. dan za? hot schip verdor hellen
tot de gearceerde
opp. in fig. 2 geiijk zijn.
6
Het
i5
echteraltijd
rnogeiijk, ook bij sterke zijwind, dat hot schip rolt tussen de rechte stand. en eon bepaalde croDtste helling, terwiji er nog geen water aan dek is. Juist in de rechte stand is dan de kans op over-korend water het grootat.ie zullen du rr iaaan, hoe hot schip z±ch order deze o3tandigheden
gedraagt.
De dynaiuische evenwichttazd voigt uit f ig.3, waar de gearceerde opp.
eer
geìijk zijn.p,
Op deze marier vinder. we voor MG = 0.90 m:
bij windkracht 7 t, ti 11 t, t, voigens Skinner o
ever:wicntsst.p = 33
= kapseizen = kaseizenInvloed van het ìekads op de tabiiiteit.
Uit de
tekenirg i
te zien, dathot
dekhui9 bij gote hellirgen eer.aar-zierili.jke hijdrage tot het oprichtend koppel kan leyeran.
Dit kan onder o8tandigheden ais
boyen ondersteid. bet behoud var. hotschip betekeren. Joch deze bijìrage kan het dekhuis alleen dan leyeren, ais hot voldoende sterk geconstrueerd is orn de grote krachten, die het te verduren krijt op te nemen. speciale aaridacht inoet worden geschenken
a de constructie van de detiren. Deze inoeten ten alle tijde volkoen waterdicht genloten
kunner.
worden. Daar dergelijke deuren gemakkelijk be-scadigd kunen worden, is voortdurende cor:trle noodzakeiijk.Conclusie t.a.v. de rnìn.MG.
Ioewel voigens Rahola een MG van 0.75 in teelaatbaar ken worden
geacht,
bleek dit in vergslijking cet andere soortgelijke schepen te klein.Toorgesteld i.rerd sen MC, . van O.13 in.
ten alle tijde te waarborgen. Dit bleek niet het geval. Indien het schip door motorstoring of andere oorzaken bij zware storrn dwarszee'o komt te liggen, moet raet kapseizen rekening worden geho.iden.
0ver;vegerde, dat voor
het schip
een stige bewegirLg in zeegang, endus een kleine MG vari belang is, kan G = C.90 n wel toelaatbaar 'crden
geacht, mits bet dekis voldoende oterk gecontrueerd is, en voor een
effectieve waterlozing wordt gezorgd.
;3. Volgens de gegevens ons door de Heer KatzlrLger
verstrekt,
i
Set
deplacenent groter geworden, nl. 310 ton (vol toegeladen t = 2.93 ;
0r:derstaarde tabel geeft de door ans berekende waardec, aan de
hand van eec carnediagram, in verelijking met
'le
warden volger,s Hr Katzirger.
:r
?atzier
Lab.-. :cheebouwkundeepl. 310 315 ton depl. 510 m'
319 ton