De fabricage van gecondenseerde gesuikerde volle melk

1 STOOM 1eYERDAMPER ~.

-.

~

r ,- I

J

.

'

_-

~

~

~

I I "

1\

'

n

/

i

~.

I

I

Cc'? YOORGEWARMDE

I

OESUIKERDE

MEL~

~

, . ,

r

~

J

I/

-t><J

Î

~

I

J

~

1 I

I

IL

I

I

I

~

i

1 I r - - - -_ p NAAR BARCJETRISCHE COt{)ENS()R

~~

I I

I

I I

J

KOELER LrM--WATËR

II

JI

lIU I Ijl ~l """I r== i / / " I OPSLAG I - - - ~ I --- . ~~---- ./

1-I

t

"

~ORWARM~

I IMENOER

.

.~

{

-:1l± '

:

1

J\

f

I

.:1.

~

11-J

\

\ ~

'i/ - h

j

,

~

:1'

t

r

~ENSI'OT

I,

t-

(

-

-

-

_.

/

~1:?,--~ll~

t

,<

d/

/i

.

.

.

.

.•

Icci'j / CECONDENSEERDEMELK- -' l l d d j --J,.- _

.::=-

.::.;:._

~

. . / T J OA Hl N SOEY 16 JANUAR 1 1958 --==---...:..~~--.J~==-~==~~d;:::::ft==~·LI SCHAAL 1 : 10

I

I

I

i i

D E F A B R I C A G E V A N G E CON DEN S EER D E GES U I K E R D E VOL L E M ELK

Schema ontworpen door Tjoa Rin Soey voor het ingenieursexamen

28 januari 1958.

Technische Hogeschool Delft, Afd.

Tjoa Rin Soey Kon. Emmalaan 151 Delft, Nederland.

I

'

-D E F A B R I C A G E V A N G E CON DEN S EER D E GES U I K E R D E VOL L E M ELK

INHOUD blz.

I. Inleiding

.

. . .

.

. .

. .

.

.

.

. .

. .

.

.

.

. .

.

. .

.

. .

.

.

1

11. Fabricage-proces van gecondenseerde

gesuikerde volle melk •••..••••••..••••. 3 111. Berekeningen van de verdampers •.••••••

7

Raming van de capaciteit van het

ge-projecteerde bedrijf .•••••.••••••••••• 12

Literatuur . . . 13

Bijlage : Processchema

Technische Hogeschool, Delft, Holland.

Delft, januari 1958.

I

- - - - ' - - - -- - - - ~

• • ~ • I

' . r • . , .

DE FABRICAGE VAN GECONDENSEERDE GESUIKERDE VOLLE MELK I. Inleiding.

Nederland is thans de grootste exporteur van gecondenseerde melk

ter wereld met een aandeel van 45~ in 1951 van de werelduitvoer.

Gecondenseerde melk is een verzamelnaam, waarmee doorgaans die ver-schillende soorten melk worden aangeduid, nl. gecondenseerde gesui-kerde volle melk, gecondenseerde gesuigesui-kerde magere melk en niet ge-suikerde gecondenseerde melk, de zgn. geëvaporeerde melk.

De Nederlandse export van gecondenseerde melk toonde over een aantal jaren het volgende beeld:

1938 1949 1950 1951 1952 1000 ton 152,1 115,7 152,7 175,4 199,3

Volgens de bovengenoemde splitsing volgt hieronder een overzicht van de Nederlandse uitvoer in 1952:

Gecondenseerde gesuikerde volle melk

Gecondenseerde gesuikerde magere melk

Gecondenseerde melk zonder suiker tonnen 111.306 19.462 68.541 1000 gld. 163.264 19.921 80.107

De binnenlandse consumptie van gecondenseerde melk is practisch te verwaarlozen; vrijwel de gehele productie wordt geëxporteerd.

De uitvoer van gesuikerde condens neemt in Nederland steeds de

voornaamste plaats in, zij het dat het aandeel van de geëvaporeerde melk in 1952 belangrijker is geworden ten opzichte van voorafgaande

jaren. De uitvoer gaat naar de volgende vrij scherp omlijnde ge-bieden, waarbij vermeld de belangrijkste afnemers:

Zuid Oost-Azië:

Indonesië, Malakka, Siam, Birma, Hongkong, Vietnam, Ceylon, India, Philippijnen en Oost-Pakistan.

Middellandse Zeegebied:

Griekenland, Malta, Frans Noord-Afrika en Cyprus.

Afrika:

Frans West-Afrika, Portugees Oost-Afrika, Goudkust en Nigeria.

Amerika:

Cuba, ~rinidad, Jamaica, Nederlandse Antillen en Peru.

Nabuurlanden:

Engeland en België.

Het zwaartepunt van de Nederlandse uitvoer van condens ligt in

Zuid Oost-Azië. De vooruitzichten voor deze grote markten zijn be-vredigend; een kleine verhoging van het levenspeil aldaar kan de afzet sterk doen stijgen. Verder is het niet waarschijnlijk, dat deze landen vooralsnog in staat zijn hun melkproductie sterk op te voeren, waarbij tevens moet worden gedacht aan de moeilijkheden

bij het vervoer en de bewaring van de melk in deze tropische landen •

. Wij zullen thans enige van de belangrijkste exporterende landen

van gecondenseerde melk aan een nadere beschouwing onderwerpen. Deze landen zijn de Verenigde Staten van Noord-Amerika (U.S.A.), Denemarken en Australië.

vereni~de Staten van Noord-Amerika:

- - - c - -

-(2)

en ruim 13.000 ton gecondenseerde melk. Bijna de helft van de uit-voer van geëvaporeerde melk ging in 1951 naar de Philippijnen

(40.000 ton). Andere belangrijke afnemers waren Engeland {16.000 ton), Griekenland (14.000 ton) en Cuba (11.000 ton).

De productie van condens (gezoet en ongezoet) is in de V.S. zeer groot; de export in 1951 was nog geen 6% van de totale productie. In verhouding tot voor de oorlog lag de Amerikaanse uitvoer hoog; in 1938 bedroeg deze 13.000 ton, tegen 100.000 ton in 1951.

Denemarken.

Deense uitvoer van condens toonde in 1951:

Gesuikerde volle condens 27.382 ton

Gesuikerde magere condens 4.435 ton

Geëvaporeerde melk 9.061 ton

.Deze uitvoer is belangrijk minder dan de Nederlandse; deze bedroeg

in 1951 nl. 175.000 ton. Overigens zet Denemarken zijn condens in hoofdzaak af in die landen, waar ook Nederland op de markt is.

In verhouding tot voor de oorlog is de Deense export van condens sterk toegenomen, nl. van 15.000 ton in 1938 tot ruim 40.000 ton in 1951.

Australië:

De uitvoer van condens uit Australië bedroeg van 1 Juli 1950 tot 1 Juli 1951 30.000 ton, waarvan slechts 2.000 ton geëvaporeerde melk. De belangrijkste afnemer van gesuikerde condens was Malakka met 15.000 tonen Singapore met 6.000 ton. Kleinere afnemers waren

Hongkong (2.000 ton), Trinidad (1.500 ton), Ceylon (1-.,300 ton),

India (1.000 ton) en Siam (650 ton). De geëvaporeerde melk ging in hoofdzaak naar Trinidad (1.300 ton).

Blijkens het voorgaande, zien wij dat de gecondenseerde volle melk in de Nederlandse uitvoer van condens een belangrijke plaats inneemt.

De gesuikerde volle condens is een zeer visceus product, dat ver-kregen wordt door indikking van verse koemelk tot een volume dat 2,5-4,5 maal kleiner is dan het oorspronkelijke. Suiker (sucroeeof dextrose) wordt als conserveermidel toegevoegd tot het uiteindelijk product een suikergehalte heeft van 40-45%.

samenstellin~.

De samens elling van gecondenseerde gesuikerde volle melk hangt

in hoge mate af van de kwaliteit van de gebezigde veree melk. De

uit analyses verkregen gemiddelde waarden zijn als volgt:

Totale vaste stoffen in melk 75,6%

Vet 9,1% Minerale stoffen 1,9% Proteine 8,4% Lactose h _ ,> 12,2% f t SQ8P9 &e IW-J·(Aj:..t~) 44,4% ./ Water 24,4%

Opgemerkt mag worden, dat gecondenseerde melk aan de door de Over-heid gestelde eisen moet voldoen. Hieronder volgen de door Engeland resp. V.S. gestelde eisen:

1. Groot Brittannië

a. Volle melk, gesuikerd b. Ondermelk, gesuikerd

%

Vet 9,0

%

totale vaste stof

31,0 26,0

I~

2. U.S.A.

a. Volle melk, gesuikerd b. Ondermelk, gesuikerd

%

Vet

8,0

%

totale vaste stof

28,0 24,0

Hieruit blijkt, dat de voor Engeland bestemde producten sterker ingedikt moeten worden dan die voor de V.S.

Voedingswaarde:

De warmtebehandeling die de gecondenseerde melk heeft ondergaan, heeft weinig invloed op de voedingswaarde van de niet-vitamine

bestanddelen van de melk. Wel, bestaat er gevaar dat door oxydatie het gehalte aan vitaminen A en C sterk gereduceerd wordt.

II. Fabricage-proces van gecondenseerde gesuikerde volle melk

, 'if

Het fabricage-proces verloopt ~oals

in nevenstaande figuur is aangegeven. De aangevoerde verse melk wordt,

na een controle te hebben ondergaan, afgewogen en komt via een melkfil-tef) in de koeler terecht. De tot 16 C gekoelde melk wordt in de op-slag-tank bewaard, waaruit monsters worden genomen ter standardisatie. De melk wordt vervolgens uit de op-slagtank in de voorverwarmer ge-pompt, waarna het product de

voor-verwa~er met een temperatuur van

ca.

78

C verlaat. Een 6~ sucrose

oplossing wordt aan de voorgewarmde melk toegevoegd, en het verkregen

mengsel wordt dan in de

vacuum-verdamper tot de gewenste concen-tratie ingedikt.

Het gecondenseerde product wordt in

eBn opvangvat tijdelijk opgeslagen. Deze tank rust op een weeginrich-ting, waardoor men dus ook het ge-wicht van de afgewerkte partij kan aflezen. Tevens wordt in deze fase de melk wederom gestandardiseerd. Vervolgens wordt het product

afge-I

koeld en in een

geforce.erde-kris-tallisatietank tijdelijk opgeslagen, waarna de eigenlijk bewerking van

de melk beeindigd is en het ver-kregen product gereed komt voor de vulmachine •

" w,

I

---(4)

De voor ons belangrijke onderdelen van het proces zijn: A. Voorverwarming

B. Suiker toevoeging

C. Verdamping onder verminderde druk

D. Koeling en Geforceerde Kristallisatie van de gecondenseerde melk

Ad A Voorverwarming.

De voorverwarming beoogt het volgende:

1. Het product geschikt te maken voor de vacuum verdamper.

Bij het binnentreden van de vacuum verdamper moet de melk de kooktemperatuur benaderen, welke met de heersende onder-druk overeenkomt. Hierdoor is men zich verzekerd van een on-gestoord kookproces en een maximale verdampingsnelheid. Tevens, zou koude melk aangebrand kunnen worden indien deze plotseling in aanraking komt met het warme oppervlak van de verdamper.

2. Het product vrij te waren van de eventueel in melk aanwe-zige ziektekiemen en ziekteverwekkende virussen.

De voorverwarmingstémperatuur kan men zodanig kiezen dat

reeds in deze fase alle schadelijke kiemen worden vernietigd, waardoor men zich van een houdbaar product op de markt

verzekerd is. Door de melk gedurende 30 sec. bij 720_{0 te}

verhitten bereikt men de pasteuriserende werking.

3. Een doelmatig middel te vinden om het stijf worden van

gecondenseerde melk na een bepaalde tijd,"age-thickening",

tot een minimum te beperken. Het is namelijk gebleken dat

er een zekere correlatie bestaat tussen de voorverwarmings-temperatuur en de "age-thickening". Deze moet echter empi-risch en individueel worden bepaald. Bovendien, zou deze, evenals de stabiliteit van de verse melk, afhankelijk zijn van de jaargetijden.

Bij de keuze van de voorverwarmingstemperatuur moet men dus d

_Ö

bovengenoemde factoren in acht nemen. In ons geval is deze 72

o.

Apparaten en methoden.

In de oude zuivelbedrijven, geschiedt de voorverwarming door

"injectie" van stoom in de melk. Deze werkwijze is zeer oneconomisch, aangezien men de geinjecteerde stoom naderhand weer als water moet verdampen.

Een andere mogelijkheid is de melk in een gesloten vat, voorzien van een stoommanteili en roerder te verwarmen. Deze bezit echter het nadeel dat een betrekkelijk lange tijd nodig is voor het bereiken van de vereiste voorverwarmingstemperatuur.

In de moderne zuivelfabrieken zal men dus dergelijke werkwijzen niet meer aantreffen. Tegenwoordig worden de volgende apparaten toegepast:

1. Platenwarmtewisselaars

2. Single-pass buizenwarmtewisselaars 3. Multi-pass buizenwarmtewisselaars

In ons schema, zullen wij de platenwarmtewisselaar gebruiken,

I

(5)

Ad B Suiker toevoe~ing.

Suiker wordt aan gecondenseerde melk als conserveermiddel toege-voegd. In de meeste gevallen wordt hiervoor sucrose aangewend.

Deze bezit de eigenschap de groei van micro-organismen tegen te gaan en is bovendien goed oplosb~ar.

Dextrose wordt in sommige Staten van de V.S. ook gebruikt, doch deze vergroot de neiging to stijf-wording (nage-thickeningtl_{) van}

het eindproduct. Hoeveelheid suiker:

Voor een goede conserverende werking moet de suiker concentratie dusdanig zijn gekozen dat deze de groei van bacteriën tegen gaat. Deze bedraagt

40

tot

45%

van het eindproduct. Volgens een vuistregel kan deze concentratie worden bereikt door toevoeging van 13,5 tot 16,5 kg suiker aan elke100kg verse melk.

Wijze van toevoe~ing:

1. In een goe geroerde en verwarmde vat wordt de suiker eerst met een kleine hoeveelheid melk opgelost. Hierna wordt de resterende melk van de voorverwarmer in deze tank gebracht. Vervolgens wordt het mengsel in de verdamper ingedikt.

2. Een andere mogelijkheid is een verwarmde

60%

suiker oplossing te mengen met de reeds voorgewarmde melk. Deze methode bezit het nadeel dat men het extra toegevoegd water van de suiker oplossing weer moet verdampen. Daartegenover staat echter het voordeel dat,

door koking van de suikeroplossing, deze vrij is van de in suiker mogiijk aanwezige schadelijke micro-organismen. Tevens kan men de zo verkregen suiker oplossing eerst aan een filtratie onderwerpen ter verwijdering van de eventueel aanwezige stofdeeltjes of vuil in de suiker. Deze tweede methode, ondanks de grotere verdampingskosten, is dus te prefereren boven de eerstgenoemde met het oog op een be-tere kwaliteit van het eindproduct. In het schema zal deze methode dan ook worden toegepast.

Ad 0 Verdamping onder verminderde druk.

De verdamping bij atmosferische druk heeft een nadelige invloed op de smaak van ~et eindproduct. De verdamping onder verminderde druk voorkomt het aanbranden van de in melk aanwezige vetdeeltjes. Tevens is de verdampingsnelhhid bij verminderde druk groter.

De verdamper wordt meestal verhit met stoom van 1,2-1,8 atm. en de verdampingstemperatuur varieert tussen 50 en 550_{0 voor een}

enkel-voudige ~erdamper. Voor een tweevoudi~e verdamper is de temperatuur in het 1 -effect ca.

83

0

₀

_{en in het 2-effect ca.}

_40°0.

Verdampers:

De voor ons doel meest aangewende verdampers zijn de zgn. verticale buizenverdampers met snelle circulatie.

Ad D Koelin econdenseerde

me •

Het koelen van de gecondenseerde melk is een belangrijk onderdeel van het fabricage-proces. Het product moet snel worden afgekoeld om de volgende redenen:

1. ftAge-thickening ft en verkleuring kunnen optreden door langdurig blootstellen van de melk aan hoge temperatuur.

2. Gecondenseerde melk bij de verdampingstemperatuur is eigenlijk een oververzadigde oplossing van lactose, welke zich zeer gemakke-lijk kan uitkristalliseren. Door een snelle koeling toe te passen treedt er een vorming op van een groot aantal lactose kristalletjes die weinig kans hebben zich tot grote kristallen te kunnen uitgroeien. De vorming van grote kristallen geeft het eindproduct een onaangename

(6)

De bovengenoemde factoren inachtnemend, komt men tot de vol-gende werkwijze:

De warme gecondenseerde melk wordt onder toevoeging van een kleine hoeveelheid lactose, heel fijne poeder, gekoeld tot 300C. De snelle koeling voorkomt de vorming en snelle groei van de lactose kristalletjes, terwijl de toevoeging van fijne lactose kristalletjes geeft aanleiding tot de vorming van een groot aantal kristalletjes in de aan lactose oververzadigde gecondenseerde melk.

Na deze geforceerde kristallisatie wordt het product verder tot ca. 200C gekoeld.

De verhouding van gewicht kiem-materiaal tot het gewicht gecon-denseerde melk

=

1 : 1600.

(7) ~-~

--1

- - - ' - ---., -é~ .Jl. 't--:-- --=i:>+- -_ -....,>. -

-,.. P".cI/7

(hr~/A:,,,. S«./'k~;.J ~/uu;­

~. J"I6#Jn r'~I',t'I'''~; ~ ~";

~I 11'1.. = hU~J;t'-e/-'~/d /'"74~'kl'< ffl~/~ ~ .I ;~./,A. Z .

/7

1 ~ r~;-/~//:~teiJ'H4;;#?/~ ", .J"A,t>h7

4

1,

.1

_l

=

;-~;-t!~//n,J It:-p;-n-7k I';-,.I ;-e~ .

.z

y

=

l4Hjkl"~"H"; ~o~c//7

t_{s :} ~c:I<H,r~'C' ~/e;~~_l't; /,~en--,

=

/p,r°c tI'

t

_{L .:} ~,-h.--,/',~u.,?-r ~ I .Y~;

.

.E

7'/

=- J'(J();f. Je,.a;I?7,t~ l"I1_{eel/' l .}

9,

,

~4 .:: .f'1J();é. ~II "'W1,t.~ hfe /ÁJ ~.z ;~

.

.7I

J

'f..'

w-,. ... k

,.y~~,<

/'""'~

t.:;, I

J-e-.;;6

.

.z

~/~._ Jt;~4-YW1/;z.,.rtpJ:'. "" .

.z

J'~. Z

~tll~tJ,:: ft.-.-)h'H-~u..L ~ I ;~. I

tt,.,

ti,,:: 11)4,4

J.r~h4kdrJ~j'~~~.

~

.7)-~

.

·z

.

tfl

>«

20

---- ---- ---- ---- ---- ---- ---- --- _..l-. _ _

(81

4'a..,f~ fM'?~

'ft

~

ft.

~)( ~tl ~

,4"

ft./.

,dt~ ~ f1'1Yl.- ~ I .:

117.

~),tl'~

t0

4il .t::. PL d t~

j/M/r

t~ =/t7!'"(1 (. ~ i,l

=-

!(I~, ~ ~

~~/~r~J~~.Î~/

t

_{s • t~}

:

/I_O~

A

~jh~/~w;;..L ~

JlIt1t2-)

h1,,~t ly~/t-y

r / ...

"'.~ ~

J ; l;",mtf<1

1 I~

aL

",u ~/t.IY(l14~ f;'!"(J.()r'.J..u'l h-v Jl ".t/~ ~

u,.

Nt

lid

tf/~~

~

kvnl-é

~

Ih-/~I-

IVHd. t!;;o;

11

h-7~~

?fdN/.

~

00

tt;:

/7~

juL

Ä%

t1f!. ( tWI

~~J

tG.:.

?

Hl

,k

cJ

/k

7. t1c. d

t,..::

.:J" t1 ~ dt",

=

..3!'

6,-,.

=

.tdy'

7k.-.

IV.

=;'""

'7

f~.!

...

_ak

~

...

Cf

1=

0/

=

t!~:z.

= /

)0,1'1'11'"

jf.~

:

-/{el/@ :

} t

=

lVs

As

=

('1-

Ol)

A/

+

7

~II

t/ -

t;). .

...

tV

(9)

- -

.

__

. __ ... -... ' -_., .. _._-....,

---

~.

~(.

ff0,cI/i+M;il1-?/J..~~4

l&d):;'

---._-~--,.--' ...

-;!l

tnl'H I~.s-:.

is

~.s ~r.dóf6

~e",.nJ ~

I

l~=

t;

.-, He.a~I~ .r~~.z /(11"-$0 l~=

_tI

AI

=

j-J-!-

0 i !

;%/,é

11,

..il.

\

Is--

.J,J-

_/f'0=

t~

__

._

)~

_

:

_.

__

_6!/,.l/

-t'-

tj/at

..

f

=

IYs~!

31

('1

-

#!

4,

~

tv;

t)1

(t;

-

t;)

!J

5;'

~

ti:

(,trll-

kI!

jry-f

;tr8(.1.

(1S"

-

!.l)

j-.i~

6

IVf

=

/'I'.!f,t ti

iJ -

r.r!

IV_I . . . '" . . . , / / ~

f:

·

(1

-1.1)

~

•

Ik;

-

t.I,.)).

~

ÁI,

'-"I-

/i. -

f,)

IL5

-

1/-

~,)f.r0

IIv;

-1~Js7i~

of 1rI/ /1/0-7.»

rS"t//t.rJ'Y_w

l

/=

/WI-!trlI)'1(,t

-.:Jrw

1

~

=

1611/

I·

.

- _. - ,

.

_..

l,t

~

~(J

~ I.!~J

!'&fljl !" lr,

t

W,s

=

Ir./

f,,/;P

~

-

$"'J-</41/

=

It/Jj.z

tPt! -.!".r'-/A'

/6;1/

y

~

=

f>.r ..

-

...

.. '

.

lolli)

t:

~-J.r,6A1J: flll,?;; . . - - - _ . . . . IJ/~)

1

(10 )

!I;~

I' U ;/;

1-

I/

L I

j~ 11~

lv/I

-l

~

~

.

4~

=

3~ ~

41J,. =.1r

h-r~~ '7~~U-V

7-;v.:;i.

IJ'

./<"-'.,/

of#'.1

~

/1, / - '

~

IJ/

~cX-lh!

r

~4

/~

.dil

= .3t?)' 4;~.t = , t ] "c. /J, /

~

~

jJt

1 .::

ir.

",J

=

y,l

ti <:..

~

rI~ ~;r~~

kry/J

)nl/k"

+ - - - - -

---_._--_.

__

...

, .... -- --.

-.-

..

ril:

t.(,

'~--_.

__

._.

__

._ ..

-_

.. " .

(11)

I~;,f~

_:

" • /(;'S

)$

:a

1'1-

Iv';J),

+

:1

~~I

!

~

- '/)

r.Jr;/Wf=

(,trl!-41jrJ7Jf

.t.nJt/ltf.l-jz)

5-J

r;

bt.l.r:: 1,/

h

I~ -

m

~/'

. -

...

.

~

-(

t.{I

U/t _: r

ft-

=

(tv;

-

'VI)

~

=

1

1.1; -

IV1)

1.

t 1./1

~I

(tl. -

t/)

Urll-

1../).f77J

=

141

1

-;rrv

)'>lt./

z

-

'1'2,

tv/

w/

=

/,

cf

.r- ' - - _ r • •

ft

= ri,f.

6

~I ..

/tj/b/h>' -

rr(/,(

I/A-tv; ::t !thJ

r

// .

.

. .

.

. .

(:l~

f

:jlJ~

bWJ": j-J

f.J

1

cf

,.t&tL/~

(

yI

J

.

ft

=

t4f'

-

",J,l :

l.trll';

IUr) ./T"

'ij';";

f7J

,t

4d / "-<- ( r

--G

j

At

::

-

~

3j.J

1

Jl_

=

/3,

I

,4., l. ,/ J Á'

'i

<--0

141..4 '1l

n

_

_

;

/~ 1 n-,l. tj.t X

!

trV

)/~

~

:r V.f ":

I~

7

"J

/~

~/

~~

~d~/'/:: /d~t/ ~/~

(12)

Raming van de capaciteit van het geprojecteerde bedrijf.

Blijkens het voorgaande is de capaciteit van deze verdampers

700 kg gecondenseerde melk per uur. Immers w2 = 700 kg.

Indien nu alle andere onderdelen van het bedrijf afgestemd zouden zijn op deze capaciteit, dan heeft men een productie van een

werkdag van 24 uren:

24 x 700

=

16800 kg gecond. melk (maximaal)

Indien men nu een jaar van 300 werkdagen neemt, dan is de maximale productie per jaar

300 x 16,800 = 5040 ton

N.B. De bovenstaande cijfers zijn niet exact berekend en z~Jn

daarom slechts bedoeld om een indruk te geven van de grootte van het geprojecteerde bedrijf.

(13)

Literatuur:

1. Hunziker, O.F., "Condensed milk and milkpowder." 6th ed. La Grange 1946.

2. Farrall, A,.W., "Dairy engineering." 2nd ed. New York,

Wiley; London, Chapman and Hall 1953.

3. Harvey, W.C., and H.Hill, "Milk products." 2nd ed. London 1948.

4. Roeder, G., "Grundzüge der Milchwirtschaft und des