overJ,,,r1kcnin9anJnz.akt
·
...
...
.
cla WAl1rb•w•9inC)klh•l
L •...
Eernaealu~riumJn
verb.and
:.-
....
\mtl
zijn
.
norm.àha.alic
.
...
A•nvuUencl mamor•ndum
Nedetl.anda~Dui~a,,rcna
...
. oYer
.
l,er
.
akmiruptûnab
.:__:_--·. ·
. .
.
.. . .
..
.
d«
.
.
walar.b•w•fD,
.
hl
.
1'&
.... __
.
__
.
..
E.emaealu~rium
.
.
.
Jn
...
verMl'lcl
.. :-...
...
:.
me
.
t
...
zijn
.
...
nor.l'llêlba.1.
lic
.
...
.
...
.
....
..
....
.
.
. _.
_
.
...
A•nvl.lU1nd
...
memcu-.•ndum ._
.
-
N•d,:1~~1,
=~i:,t:inCJ
. .. .
PLAN TOT VERBETERING VAN HET EEMS-ESTUARIUM
.., ' / · /, I . ; \ I \ V
In het volgende Wlbrd.t na.gegaan welke maatregelen zullen moeten word.en genomen om de vaarweg door de Eemsmond naar Enden en Delf'z~ op voldoende diepte te kunnen houden wanneer de toestand door toekomstige bedt1cingen en opslibbing van de Dolla.rd zal z~ verande:ro..
1.
Het Eemsestuarium vil'dt z:ijn na.tuurl:ijke voo{zetting in de
Dollard-...,
ko,_ tezwjjl de Eems zij:ielings daarin uitmondt. Valt de Dollardkom weg,
t dan zal zich het estuarium geheel op de Eems moeten orienteren met als
gevolg een verlegging van de stroomgeulen, gepaard gaande met een alge-mene achteruitgang van het geulenstelsel daar de sterke vermindering van het vennogen.
Door de hierna te bespreken nonna.lisatiewerken zullen deze veranderingen van het stroombed zo moeten worden geleid dat een eindtoestanl wordt be-reikt wa.arb:g een voldoend ruime en zo gemakkelijk mogelijk in stand te houlen vaargeul naar Enden en Delfz:ijl is verkregen. !.
B:g de verbetering zal ook de Eems tussen Enden en de Knoclj worden betrokken, waar de nonnalisatie sterk zal worden beinvloed. door de zeer ongunstige toestand waarin het rivierbed boven Enden verkeert.
Be berekeningen welke aan het hier behandelde normalisatieplan ten grondslag liggen z~ nader behandeld in het ''Verslag van berekeningen
inzake de waterbeweging in het Eemsestuarium in verband met zjjn normalisatié~
ï. door Dr. J .J. Dronkers.
2. BESTAANDE TOESTAND
Op bijlage 1 is het betreffende gebied. weergegeven. De vakverde-ling, welke hierin is aangebracht geschiedde voor de berekening van de stromen en gemiddelde getjJbeweging (Zie verslag Dr. Dronkers). De ver-mogens en de maximum snelheden gemiddeld over het profiel, welke volgens
I •
v deze berekeningen en gemiddelde gettbeweging zullen optreden z:ijn op de b:\11.age vermeld.
Vergel:ijkt men de uit de berekening bepaalde maximum stroomsnelheden (over het gehele ga1li:11i profiel) met de snelheden welke door de Duitsers op enkele punten in de vaargeul z:ijn gemeten, dan b]jjkt een a.annemel:ijke over-eenstemming met de werkel:ijkheid te z:ijn bereikt indien de veronderstelling juist is~ dat de Duitse cijfers betrekking hebben op de stroom aan de oppervlaktea
De verhouding van de gemiddelde maximum stroom door het gehele
-profiel-t
..
✓ V V v v V .._,, V (hprofiel tot de maxinum stroom over de gebele diepte .en het punt met groot-'
ste snelheid werd van een brede geul als het Oost Friesche Gaatje a.ange-- Srnec...,.\.
nomen op 100 : 140 en in een snellere geul, als tussen de Knoch en Emden
- 1./4.lr
op 100: 1,30. De verba>udingen werden afgeleid -met de resultaten van de af'v r w.. ' · J
~
;j.n de Be edenripe~en 1930 - 193 - ) .-~
~
~
-o 4.. ~ro,..,. ...,_.,...,.,..,, .... Wri~'°
~ ,t,..Ql,\."""~...,
a":
/
'o
1--l .. "-,,,,,,i._,,~In de bere nde getallen kan een onzekerheid est van ca. <Y/o, speclhaal inr\.de kleinere bedragen.
Betreffende de tegenwoordige toestand en de te verwachten ontwik-keling van het geulenstelsel kan naar aanleiding van de opgestelde bere-keningen en de beschikbaare hydrografische kaarten het volgende worden opgemerkt.
Ten noorden van vak 4 is de toestand gunstig. De geulen z~n hier diep en breed en ruim voldoende voor alle schepen. Ook ia verre toekomst zal dit gedeelte van de Eemsmond. wel geen moeil~kheden voor de scheep-vaart opleveren. Het totale vermogen van de geulen bedraagt hier het 4 tot
6 voudige van de te,{genwoordige Dollaro.kom. De relatief kleine achteruit-gang van dit gebie~welke na een afsluiting van de Dollard moet worden verwacht, is toelaatbaar.
De toestand van het geulenstelsel in het gebied tussen de vakken 4 en 10 is minder bevredigend.
Uit de beschikbare hydrografische kaarten val;t af te leiden dat
u
hier vroeger, voordat de duitsers met baggeren in het Oost Friesche Gaat- .-je zijn begonnen, de sterk gebogen geul langs de Nedyrlandse kust, door de
\ "
v
Bocht van Watum, de hoo:fdgeul is geweest. Deze vindt met een ww.e bochthaar voorzetting in het Eemshomgat. Door intensief baggeren is het de Duitsers gelukt om het Oost Friesche Gaatje, oorspronkelWc een vloedscha.ar
.
,I
✓ v met een ondiepe drempel en de Knoch, tot een behoorl~k stroomtrekkende
,, ( ,
-v geul te maken willen tj'ans de oorspronkel:ijke hoofdgeul sterk overheerst. Hierdoor is ook het Doekegat, ereneens een vloedschaar, gelegen in het verlengde van het Oost Friesche Gaatje, belangr~k verrui.nd. Dit alles is
v geschied_ ten koste van de geul langs Delfz:ijl, welke thans in haar noor-del-W{e uiteinde een ondiepe drempel heeft, zodat diepgaande schepen deze haven alleen langs een omweg, n.l. door het Oost Friesche Gaatje en langs Termunten kunnen bereiken.
vv
In de tegenwoordige toestand, wordt dus de hoofdgeu1 gevornrl. door het Dpekegat, dat aan z:ijn zuideinde zowel na.ar de Bocht van
vatum,
als..,.;,,, 1
naar het Oost '
-
Griesçh.e Gaatje een drempel heeft ~ e 6 ,- .,(.,_
I •
Deze toestand is niet stabiel, ook niet wat betreft de horizontale ligging van de geu1en, en kan alleen door zeer uitgebreid baggeren worden gehandhaafd.
Wordt het baggeren gestaakt, dan zal het Oost Friesche Gaatje zeer ver-
moedel:ijk
-✓ v
v'
moedel~ gaan verzanden9 en de stroom meer de Bocht van Watum gaan volgen. De stroming tussen vak 4 en 10 wordt in sterke n:ate beinvloed
door de vulling van de Dollard. Het totale vennogen is bier slechts 1i, à
ol!>c>r
2 ma.al de komberging van de Dollard., zodat à~ verdere aanslibbing van de Dollard. het geulenstelsel achteruit zal blijven gaan~. Het is de vraag tot wanneer bie~ .. eE;},i voor de scheepvaart redelijke toestand, zonder nor-malisering kan wo-rden gehandhaafd. Van Duitse zijde werd daarom ook~ ~ J
- ,t
-der overgegaan tot het maken van stroomgeleidingswerken bij de Knoc)i en
op de Geisetplaat, zij het voorlopig slechts op kleine schaal. ;#;
1 - _ - - .
In va.k 9 is de stromingstoestand. vrij verward.
In vak 10 bestaat het stroombed uit een enkele geul. Het ve:rm:>gen bedraagt aan het begin van dit vak, d.i. op de grens met vak 9 ongeveer
V de helf't van het vermogen van de ,Yoll~ond., en kan bij benadering worden gelijkgesteld aan het vennogen van de ~tterdamse Waterweg, althans voor zover betreft nonnale omstandigheden. Ook de breed te komt tamelijk
over-V ✓ V
een, n.l. voor beide vaarwaters tussen de laagwaterlijnen ongeveer 500-550 m. en tussen de 5 m. lijnen ongeveer 25Qx300 m. De Watenreg is
• D
-echter veelvul-dig.er. //oor baggeren werd hier over ongeveer 200 m. breed-\..
V V
\,
V
te een diepte v~
~
ll.00 m. beneden L.L.w.s. verkregen! },__an Duitse zijde !!Prdt gestreefd naar een diepte van 13 m. benedenM.H.W. (1.30- M1'1i' e
+ N.A.P.), d.i. ruim 9,50 m. -
L.L.w.s.,
terwijl de ~ t e diepte in de vaargeul tegenwoordig slechts ca. 6,50 m. benedenL.L.w.s.
bedraagt. Het is dezerzijds niet bekend, ~f, en hoeveel door de Duitsers in dit gedeelte wordt gebaggerd. Zeker·is wel, dat voor het verkrijgen van een('(\.•
doorgaande diepte in vak 10 van 9,50_-
L.L.
w
.s.
ook na normalisering van dit g:!k,.
elte regelmatig zal moeten ,,orden gebaggerd, wil men deze diepte over een breedte van b.v. 200 m. hand.ha.ven. ~ , {... t:l 11.1"\',Bij hoge waterstand.en of 1li:j grote wa--te-ra.:tvoe~-fopper) zal het vermogen in vak 10 zeer sterk toenemen, en mogelijk het dubbele of meer kunnen bedragen van het normale debiet. Dit laatste tengevolge van de onbevredigànde toestand van het rivierbed bovenstrooms.
Boven Emden laat zoals gezegd de toestand van het rivierbed veel te wensen over. Bij hoge waterstanden word.en vooral langs de zijrivienm de Leda. uitgestrekte landerlj,ien geinundeerd, tot een totale oppervlakte van ca. 20.000 h.a. volgens Duitse gegevensi Echter ook na de
voorge-~
nomen afsluiting van de Leda blijft de situatie ongunstig, daar het "boogwaterbed" van de Eems zelf veel breder is dan het -l-laagwaterbed", waard.oor het kombergend vermogen sterk kan toenJlxnen. De
op:perwatere.f-r
voer, welke normaal ca. 4 mill.m3/getij _volgens schatting, wel tot het 15-voudige to~e:si, hetgeen· dan ongeveer een verdubbeling van het nor-ma.le vermogen betekent. Ook bij stornwloed wordt het venoogen aanzien-lijk groter.
✓
Dit alles maakt het moeil:ijk om het hier beneden gelegen gedeelte te
nor-✓ maliseren, daar inmers
.
m~
met een belangrjjke a.f'w.i.jking van hetge-middeld vennogen moet worden gerekend.
V v
✓
3. PLAN TOT NORl-iALISATIE
a. Werken in eerste aanleg
Er zal thans nader 9p de mogel:gkhed.en tot normalisatie van de
,,
Eems ben:len Emden worden gegaan. Op de duur zal de Dollardkom nagenoeg
geheel z:gn afgesloten, wellcmt zal zelfs zeer binnenkort een groot gedeel-te b.v. de helft, worden bedjjkt, waardoor h,et vermogen van de geulen
:t
tussen de vakken 4 en 10 in zulke ma.te zulieh af'neren, dat noi:,nalisatie
2--"- vl'\. ~
van dit deel noodzakel:ijk is geworden. Met name zal dan 6f' het Oost Friesche ~ t j e , 6f de geul langs Delfzjjl 110ete word.en beteugeld, en op de duur
ge-heel moe-ten worden ~esloten, daar dan het totale vermogen te klein zal
zijn om twee geulen op diepte te houden.
Wordt de bocht van Watum afgesloten dan zal dit in het noord.en nne-ten gebeuren, b.v. op de grens van de vakken 4 en 7, daar een toegang tot Delfzjjl moet bl:i:jven bestaan. Door aanslibbing van de bocht van Watum ten
{
" -Zuiden van deze dam _echter op de duur de stroom tussen DelfzW,. en Ter-mlÎlllten afuemen, waardoor ïn,(a.i t gedeelte spoedig veel zal moeten worden
gebaggerd om de vaarweg naar Delfzijl open te houden. Daar door deze op-lossing bovendien ten Oosten van Delfzt1. een ongunstig stromingsbeeld
J met een scherpe bocht ontstaat, verdient deze i a p i l . ~ geen aa.~beveling.
De vaarweg naar Delfzjjl wordt in dit geval ca. 7.5 km langer, dan wanneer
door de Bocht van Watum kan word.en gevaren.
Een afsluiting van het Oost Friesche Gaatje is veel aantrekkeljjker,
ook al om.at dan meer wordt aangesloten b:g de natuurljjke stroomverdeling,
wem nu door de ingrjjpende baggerwerken is verstoord. De Bocht van fattm
wordt dan weer de voornaamste en op de duur enige geul, waardoor de vaart
op Emd.en langs Delfzijl wordt geleid. De vaarweg naar Emd.en is in dat geval ca. 3 km langer dan wanneer de schepen het Oost Friesche Gaatje volgen.
Aan de geul kan bij deze oplossing een gunstige vorm met flauwe bochten
word.en gegeven.
De verbetering van het stroombed. is derhalve in de laatste
rich-ting gezocht, n.l. door beteugeling en la.ter afsluirich-ting van het Oost-Frierft gaatje. Ook vak 10, tussen de Knock en ]melen zal in de norma.li-serin~ moeten word.en betrokken, wil men, gelijk het streven van Duitse zijde,_ de diepte van de vaargeul op ca. 9 tot 9,50 m. - L.L.W.s. brengen,
te meer om:la t door verkleining van het doorstromingsprofiel tussen de
vakken 4 en 10 de stroom in vak 10 met ca. 1.5% zal verminderen. Op bij-lage 2 is aangegeven hoe de vaargeul uiteinielijk zal moeten lopen en
welke af'metingen zijzal moeten verkrijgen,om een beverdigende toestand te hebben.
• J
..
.J v vDe _yollard zal dan nagenoeg geheel zijn bedijkt terwijl het Oost Friese~~ gaatje bij de Knock zal zijn afgesloten.
Hierbij werd u:ilgegaan van een doorgaande ·diepte van 11.00 m. - N.A.P. tot En:deh, dat is 12.30 - M.H.Vl •. Verder werd verondersteld dat voor het
op diepte blijven van de genornà.iseel'ie geul een tftl.xmimum. stroomsterl<:te ~ t,1..-
t
door het profiel is geweest van ca. 1.00 m/sec. De max. stroom in enig punt_ van de geu1Tza.1
da;
bij nonnaal~ j niet meer dan 1,40 m/sec.be-dragen. Aangenomen werd dat deze snelheid, welke bij springtij kan op-lopen tot 1 ,
79
m/ seè. geeh bezwaar voor de scheepvaart zal opleveren.Ven~delijk zal dan toch nog op verschillende plaatsen regelnatig moeten word.en gebaggerd. om de geul voldoende ruim te houden voor de
scheepvaart.
'
V Het trac& van de genonnaliseerde geul wordt tendele bepaald door
✓
V
✓
'\, een aantal vaste punten op bijlage 2 genaamd. .A. t/m E. Uitgaande van deze
punten is aan de geul een op het oog redelijke vorm gegeven met tla.uwe bochten.
De eindtoestand. zal -in etappen moeten worden bereikt. Men kan
b.v. het Oost Fries gaatje niet geheel afsluiten voordat de Dollard
-althans voor ongeveer de helft is bedijkt. Tenzij men n.l. de bocht
v van Watérum tijdelijk belangrijk verruimt, zullen dan voor de
scheepvaart te grote snelheden gaan optreden, ter.vijl
tasting van de Nederlandse oever moet worden gevreesd. Vooral voor de schaardijk,✓ten Noord.en van Delfzijl blijkt volgens recemte gegevens van
de Provinciale Waterstaat van Groningen de toestand niet van dien aard dat een -veel verder opdlringen '/8..Il de stroom naar de oever kan worde~-'
ge-vt, U.~
v dFogd. Bij een belangrijke toeneming van het vermogen zullen hier dan
oeverve:medigingswerken moeten worden aangelegd. Wordt de Dollard. direct voor de helft ingepolderd, dan zullen deze bezwaren wel in veel mindere mate gelden, ni.aar ook dan nog is het gewenst om het Oost Fries_ gaatje niet onmiddellijk geheel af te sluiten, doch de stroom maar geleidelijk door de bocht va.11 Wat
,_
run te gaan leiden. Hierbij moet vooral in het oog worden gehouden, dat de scheepvaart niet mag worden gestrenn, en dat, om grote zandverplaatsingen en aan.r:a.ndingen op ongev,enste plaatsen te be-perke de eindtoestand zich zoveel mogelijk uit de bestaanie moet gaan_,.,
ontwikkelen.
Als eerste werk -wordt daarom aanbevolen een beteugeling van het Oost Friesêi.,vgaatje bij de Knock, door de aanleg van een lage dam dwars
-over deze geul, reikende b.v. tot
~.oom. -
N.A.P. welke in het Oosten aansluit tegen het bestaande geleidingswerk en in het Westen tegen een1.,,
v te ma.ken korte dam op de.,, uidelijke uitloper van de Paap, met de kruin
op 0,50 m.+ N.A.P. Aan ;,n beteugeling van de geul over de volle breed-te wordt dezerzijds de voorkeur gegeven boven een insnoering in
•
,I • • \./ V 6 -~waarop- het stroombeeld sterk wordt verstoord.
Op bijlage 3 is dit werk a::hema.tisch aangegeven in rode kleur. Het spreekt vanzelf, dat men tot de aanleg hiervan pas kan overga.an,
W.,
wanneer, l'\a staken van het baggerwer het Oost Friesche Gaatje, door
l,N..
baggeren • Bocht van Watum, vooral op de drempel bij het Doekegat, de geul langs de Nederlandse kust voldoende is verdiept cm alle
scheepvaart door te laten. Een verruiming van de Bocht van Watum is ook gewenst met het oog op de grotere stroom, welke na. uitvoering van het beteugelingswerk door deze geul verwacht moet worden. Aiders
ont
-staan sterke verhangen e dwarsverhangen weer hierdoor, met als gevolg de vonning van vloed en ebscharen door de zandplaten tussen de beide geulen. Indien een na.der onderzoek aan mocht tonen, dat ondanks ver-ruiming van de Bocht van Wa tum toch nog te grote dwarsverhangen tussen deze geul en het Oost Friesche Gaatje zullen gaan optreden, zal een
r.i.-keerdam op de zandplate:n·Paap en Hond moeten worden aangelegd om deze verhangen op te vangen. Deze dam is op bijlage 3 door een gestreepte blauwe lijn aangegeven.
Cverder kan bovendien de aanleg van een stroomgeleidingswerk bij het Doekegat worden overwogen, waardoor de vloedstroom door de Bocht van \V'atum wordt geleid. Dit werk is op bijlage 3 met een volle blauwe lijn aangegeven.
b. Eindtoestand
Na.a.nna.te de Dollardkom door verdere bedijki.ng en opslibbing
.tv_k.l..l
v
vermindert, zal alleen beteugeling van het Oost Friesche Gaatje niet✓ ✓
voldoende zijn, om een behoorlijke stroom door de Bocht van Watum te houden,'en zal de eerstgenoemde geul tenslotte geheel moeten -worden afgesloten. Dan zal ook de dam over de Paap en de Hond" wanneer de aanleg hiervan niet reeds eerder zal zijn geschied" noodzakelijk-zijn geworden om de dwarsverhangen op te vangen. De eindtoestand" waarbij Dollard en Oost Friesche Gaatje geheel zijn afgesloten" is aangegeven op bijlage 4-. Hierop zijn tevens de vennogens verneld" welke bij een nonnale getijbeweging van deze toestand , relen berekend.. De maximum
.-
-stroomsnelheid gemiddeld over het profiel zal daarbij overal ca.
""I'
1.oq9/sec. bedragen.
De hoogte van de afsluitingsdam door het Oost Friesche Gaatje werd bepaald op 4-.00- + N.A.P • ., dat is ongeveer op stormvloedshoogte,
waardoor de opwaaiing bovenstrooms van de dam wordt venninderd. De hoogte van de keerdam cwer de zandplaten loopt van 4-.00.- + N.A.P. bij de ontmoetin~ met de sluitdam, waar de dwarsverhangen het grootst zullen zijn/ tot ongeveer 0.50n. + N.A.P. in het Noorden, -waar....(le
-•
•
V
-7-waar de dwarsverhan.gen kleiner zijn en bij hoog water d:a?f- slechts een zwakke stroom over de dam zal trekken. Het verdient aanbeveling om de keerdam niet te dicht langs het vaarwater te leggen, teneillde ruimte te hebben voor eventuele aanleg van kribwerken, indien deze nodig zouden blijken om de stroom uit de dam te boud.en. W'ellioht
zul-len langs de Ne erlandse kust enkele · _ verdedigingswerken moeten • cl' V
worden genaakt in b.v. de voim van kribben. Deze zijn · Z1i8.rt-- aan9
gegeven.op bijlage 3 en 4.
(Daar het de vraag is of het stroomgeleiding~rk: bij het Doekegat noodzakelijk is, is dit werk op bijlage 4 met een streeplijn aan.ge geven.
Cwat de afsluiting van de Dollard betre:f't" is in het midden gelaten ofl de dijk hier meer Oostwaarts over het hoger gelegen gedeelte zal worden gelegd, waarbij dan meerdere geulen zullen moeten worden gekruist en waarbij tijdens de afsluiting op het ontstaan van nieuwe en verruiming en verdieping van de bestaande moet worden gerekend" dan
wel dat een korter tra.c~ zal worden verkozen" dat dan meer westwaarts" over een smaller doch dieper gedeelte zal k:oman te liggen. Het ver-schil in komberging van het buitendijks blijvende deel van de Dollard-mond. speelt bij dit globale plan geen rol.
In het gedeelte tussen de Knock en Oosterdám" waar de geul
,
-naar de Nederlandse zijde oversteekt" zullen voorlopig ter weerszijden
van de geul brede vloedkorimen blijven·bestaan. De aanleg van stroom-geleidingswerken zal hier zeer kostbaar zijn, weshalve gemeend wordt" dat de geul hier voorlopig goed.koper door baggeren in stand kan worden
gehouden. .
( In vak 10" waar het vermogen na afsluiting van Dollard en Oost Friesche Gaatje met ca.
15%
zal zijn venninderd" moet de aanlegvan stroomgeleidingswerken worden aanbevolen. Met het oog op de reeds eerder vennelde sterke toeneming van het vennogen bij hoge waterstanden mag hier het II hoogwa terbed " door de stroomgeleidingswerken niet te
J
zeer worden beperkt, zolang de toestand boven Einden niet ,zeer is ver-beterd. Daarom wordt de aanleg van lage l'cri·bben voorgestaan" niet hogerreikende dan b.v. 2.00.:m.- N.A.P. Een deel van de Geiseplaat zal dan moeten wo:rden weggebagge:rd. Met deze eis van een ruim II hoogwa.terbed 11
moet ook rekening worden gehouden bij de aanleg van de Dollarddijk op de Geiseplaat. Op bijlage 4 is deze op ca. 1000 m. uit de Duitse oever gebiouden.
4. BEJNVLE>EDING VMI DE WATERSTANDEN
a
•
-
-8-op de Eems worden verzwakt. Hierdoor zal de stonuvloedsstand dalen.
t'
v
~ v De laac,wateren zullen hoger worden: ln vak 10, dus langs de Dui ta0'"'
-oever, zal dit maxinmm '!IJ cm. kurmen zijn, langs de Nederlandse kust maximum~ m.
-C..De a.fira.tering van de aan de Eems grenzenie gebieden, welke voor een deel langs natuurlijke weg geschiedt en welke reeds heden niet zeer bevredigend is" zal dus door deze nozmalisatie ongunstig worden beinvloed. Vooral geldt dit voor de Duitse zijde, waar
te-genwoordig slechts gedurende ca. 2 uur per getij water kan worden geloosd. De bovenomschreven nonnalisatie zal derhalve het treffen van
v
v voorzieningen in verban:! met- de afwatering door het bouwen van meer of grotere gemalen, noodzakelijk ma.ken.
lil .;,;.
0
,,.,.,
1./
.
1r'j
ENKELE OPMERKINGEN OVER
•
,
Î 2.6LENGTEPROFIE.L A-e
lE~GTSCHAAL 1: 20000 HOOGTESCHAAL 1,500 OP Tl; ZINKl!!N KOPPE..N /---
-2.~0 0-DWARSPROFIEL GEUL
MET
DAMMEN
\
1
j
SCHAAL 1, SOO
MOOGS."T BE.KE:.NDE STANO "f.601- (te2s)
GE.M. L.W.-=. 1. 5(9--'(L.SQ -50.·
-
-,,,.,,...,_ ... ' -', ....,,...
---
-
-
-
-,,
-
-
--
-, --;,'-
-
-
-2.6I
-
---
-
-
~
,
, ... - - - - _.., .,,,. , ",
,
1 ,,,.-,,,
!
1 1 / " 1 1 1 1 ' 1 1 , 1 \ \ SCHAAL 1: '50.000 $TE.E.NGL0011NG /-
M E.1
JUNIJULI
AUG
.
SEPT
oer.
NOV
.
~
P~OVINCIE GR.ONINGE.NTOELICHTING
GE.BAGCERD
1'
I I I ' ' 1 1 1 ' ' • 1 ' \ \ ' ' ' \ l1/
, ' ' ' , , '.
'-
.
'CIRKtl5
1 ' I "',
1
1 HONO ' 1 '...
&a
1 1 ( l 1 1 • 1 Î ' :i G 0f\
1.
.
' \ ,-, ' 1 \ l.,
l \ 1 1 1 1 ' 1 1 1 ( ,~,
"
' 1 \ \...
1 ' \ ' ' 1 \ \ 1 \..
' ' ' ' ' ' f • r ,'·'
/ 1 l ·l ',
J,
1 I'
I I 1 I I I 1 I'
1\
1 1'
l 1 1 1 1 1 l l I 1 I I I I I ''
',
' 1 ' l._,
,·._.' 1 \ \ \. 1 1'
\ \ ' \. \. ' ---.::. - , ''' \. '\ ...___ ...'
'
~' \,'
,·,,.
...
.
'
..
.
. ... ·: : . .... ....
. ' ' ' . SCHAAL 1: 50.000 ....-
...
·.:
... TEQ.MUNTE~z•JL OOST -KOEi,< VAN DE , FRIE.SLANOI
"· 'I
1. De onbevredigende toestand van de toegang naar de haven
van Delfzijl en de voorgenomen plannen tot inpoldering van
de Doll~rd (hetzij geheel of gede~ltelijk) noopten tot het
overwegen van normaliseringswerkzaamheden in het
Eems-estuarium.
·2·. Daartoe werd in 1948 een plan uitgewerkt, waarbij werd uit:...
gegaan van de gedachte om onder gelijktijdige afslui tirig van
~... . ...
. .•
de ~ehel~ Dollard een genormaliseerde geul tot stand te
brengen door de bocht van Watum onder de Groningse kust_
(verder genoemd W.-geul).
3. Dit plan impliceerde o.m. :
a. beteugeling van de bestaande vaargeul door het
0ost-Frie se gaatje (verder genoemd 0. -geul), waarvan de capaciteit thans 200 millioen m3 bij ebbe en 196
mil-lioen mJ bij vloed bedraagt;
b. vergroting van de capaciteit van de bestaande W.-geul
vah 60-q0 millioen m3 1) tot 1 ·16-112 millioen m3,
waar-bij dan aangenomen was, dat het Dollard-debiet van
130-130 millioen m3 door afsl~iting van dit vloedbekken
geheel zou wegvallen.
4. Bij dit plan zoud~~ zowel Embden als Delfzijl direct aan-de
diepe vaargèul komen te liggen. Dit laatste had vooral
veel aantrekkelijks.
· 5. Bij een nadere bestudering van het vraagstuk der landaan~
-
winning en bedijkingsmogelijkhed~n in de Dollard kwam echternaar voren de eventuele w8nselijkheid om de Dollard niet
als één geheel af te sluiten doch aanvankelijk alléén het
meer landwaarts gelegen voldoende rijpe terrein in te dijken.
Zulk een partiële indijking van de hoger gelegen terreinen
zÖ.u slecht.s e,en betrekkelijk geringe c apac i tei tsvermindering
van de Dollard tot gevolg hebben. Z.onder dat ten aanzien
daarvan nu reeds over exacte gegevens wordt be.schikt,
. .
schijnt een aanname _van, een capaciteitsvermindering van
1) . . .·
;
- 2
-!12ogst~..ê 40-,40 millioen mJ niet onredelijk,
6. Zou men bij deze situatie, d.w~z. bij parti~le indijking ~an de Dollard, ·<Je in het plan 1948 gedachte nieuwe Westelijke vaar-geul willen . creËiren onder afsluiting van de O . ...:geul; · dan zou
',
:·de. capadltètt van de nieuwe W.-geul niet,·116-112 millioen m3 moeten bedragen, doch± 204-200 millioen
m3,
of wel ongeveer gelijk aan de capaciteit van de bestaande 0,-geul. ·7. Mede in dit licht bezien, is het van belang -om na te gaan
of als eind-toestand wellicht niet verkieselijker zou zijn een genormaliseerde 0.-geul, waarbij dan Delfzijl met deze 0.-geul
· zou zijn te verbinden door middel van een gebaggerde scheep-vaartgeul tussen dammen met ~en kruin reikende 1 ~ 1½ m boven
•
H.W.
-8. Bij voorlopige vergelijkende beschouwingen bleek een oplossing, waarbij de 0.-geul zou worden genormaliseerd, aspecten te ver- .
tonen, die naar het zich laat aanzien, een nadere bestude-ring van dit plan wettigen. In de volgende regels zijn enkele van deze aspecten nader·belicht. De gemaakte opmerkingen zouden mede kunne~ dienen als uitgangspunt voor ee~ verdere bestudering van.het Eems-Dollard-~robleem~
9. De ..-keuze tussen de 2 opl0ssingen (W.-of 0.-g.eul): ·is
afhanke-lijk van:
a. De aanvaardbaarheid van h~t programma van uitvoerigg niet alleen_met het oog op de kosten, doch ook,voor wat betreft
de aa~pass~ngsmogeltjkheden 'van het_ plan aan de wisselende
e
omstandigheden gedurende· de uitvoering, die over eenbe-trekkelijk groot aantal jaren zal moeten worden verdeeld. b .. De kosten van 2!?:~~rh.9~q der ontworpen we;rken.
·c. De Ji4-'~1:ti•~i'ta
~.lpec.u.
.,.
,.
· ·
d. De mogel1jkhedei::i. ï7a.:r1 land~~1~ni~ gezien in pl·anologisch
verband (b.v. industrievestiging) ..
e.
De
voordelen die _de resp.plannen hebben met betrekking tot het _slagen v~.n de_onderhanqelin.3en_met_Duitsland. 10. Het •plan ener genormaliseerqe O.. -geul wordt vooral beheerst.door de mogelijkheid . .van uitvoer:i.,ng .en instandhoudtng tegen redel~ke uit~aven van een kunstmatige toegangsgeu1· naär
•
••
- 3
-Delfzijl door de zandplaat de Paap.
11. Met het oog op de instandhouding van deze geul en gelet op een veilig gebruik van de geul door de scheepvaart,zal het noodzakelijk zijn de geul ter weerszijden te beschermen door boven ho.ogwater reikende dammen. Deze dammen zullen voorkomen, d_at dwars over de toegangs_geul hinderljjke stro-men zullen trekken, die haar verzanding zouden veroorzaken
en die bovendien d~ navigatie in de betrekkeltjk nauwe geul moeilijk, zo niet onmogelijk, zouden maken.
12. Gedacht wordt aan dammen, ongeveer reikende tot 2,50 m + N.A.P. 1), overeenkomende met:
a. 3,50 m boven de bovenkant van de zandplaat;
b. 1,25 m à 1,50 m boven G.H.W.;
c.
±
2,06 m beneden de hoogst voorgekomen S.V.(4,60 m+N.A.P.in 1825).
13. Naar analogie van de frequentie-kromme voor Oostmahorn.
zou het peil van 2, 50 m + (kruin van de dam) ongeveer 3 maal
per jaar worden bereikt .
14. De geul zou ontworpen kunnen worden met een breedte van 120 m op de waterspiegel bij L
.-w
•► en een diepte beneden dat .pe-il van 9 m~15. Voor de uitvoering van deze werken zou moeten worden uit-gegaan van het beginsel om telkens een afgerond gedeelte . van zo gering mogelijke omvang tot stand te bre·ngen; de te verwachten ge·volgen van de ui tvoer•ing van iedere ·phase moeten dan telkens- van te voren zo nauwkeurig mogelijk worden onderzocht aan de hand van berekeningen en
labora-toriumproeven-. . In de praktijk zal dan -blijken in hoeverre het nodig is om de achteree~volgende phasen ook ~nderdaad
to.t stand te brengen en welke wjjzigingen eventueel nog nodig ·zullen zijn.
1 ) ·De profielsvernau,yving van het Eems-estuarium door deze ~am
zal bjj hoge vloeden invloed uitoefenen op de waterbeweging_.
Of de ze invloed · aanvaardbaar is dient nader te wo:r-den ondPr ·· zocht.
- 4
-16. De ui tvo~ring van de werken zou dan -kunn~'n;_geschieden in de
' ,. l ~ ,
volgend~~ phaserÏ:
' ··, 1
a. bouwen van de dammen met zand ontleend ter plaatse van de toe~omstige toegangsgeul;
b .• baggeren van de toegangsgeul door de z·andplaat de Paap; c. geleidelijke beteugeling van de W. -geul;.
d. doortrekken van de dammen door de W.-geul naar de haven
Van Delfzjjl;
e. eventuele vorm en bouw van een voorhaven aan de
Ooste--lijke geul ·met eventuele afsluiting door een zeesluis.
De· noodzaak van de uitvoering van deze laatste phase
moet vooral uit de praktische ervaring blijken •
..11•
Na de voltooiing van phase È zal vermoedelijk dóor de geuleen vereveningsstroom trekken, Er is niet direct reden om • aan te nemen d~t de~e stroom, zo b~ al ontstaat j voord~
scheepvaart hinderl~k zal zijn. Hierover kan een berekening gecombineerd met een laboratoriumproef uitsluitsel geven. 18. Het gevaar ,· dat deze geul zal verondiepen in een tempo,dat
onmatig ··baggerwerk noodzakelijk z.ou makE\in,. schijnt op het
eer-ste gezicht niet aanwezig. Ook ten aanzien van dit punt kan .een proef verheld~re~d,werken. Bovendien zou kunnen worden
onderzocht• .. o:f. door een doelmatige beteugeling van de W. -geul
• J
ten Noord~n van de. toegangsgeul ·he~ niet mogelijk is een -eventuele ·vereveningsstroom van geschikte capaciteit op te
wekken om de geul op diepte te houden.
12 ·
Na vol!toóiîng · 'van phase!?
zal in het regime van hetEems-e
stuariutnge
.
en
ingrijpende· verandering zijn aangebracht' terwijl toch Delf-z:ijr ove·r een goede scheepvaart-verbinding met de' .
0.-ge~l-~al'kun~en-beschikken. De kosten voor deze werken zullen een bedrag vragen van een orde van grootte van 22
millioen gulden.
20. Op welk tijds.tip phase d ( doortrekking van de dammen naar de
ha~-en _v~n
De
.
l'fzJl')
:
e,n eventueel phas.e,~
_.zal moeten geschiedenzal mE;n g'eheèl kunn~n·· latèn afhang~n van d·e verdere ontwikkP.
--..
ling in het gebied van het estuarium. Men zou zich kunnen
-,- 5 .
-'
~oorstellen, dat het opportuun zou z~n de volledige afdamming
van de.· W. -geul te laten samenvallen met de ge deel te lijke
indij-king van de Dollard, zodat de 0.-geul niet plotseling een te
geringe capaciteit zou vertonen ten gevolge van de
Dollard-indjjking.
,g.1..ne doortrekking van de beide dammen langs- de toegangsgeul naar
dê haven van Delfzijl · is een werk, waarvan de kosten een
be-o.rag van een orde van grootte van 8,7 millioen gulden _niet te
boven zullen gaan. Hoe groot de werkelijke kosten zullen zijn
zal afhangen van de (waarschijnlijk dan reeds veror.rliepte)
toe-stand van de W.-geul op het tijdstip dier afsluiting~
22. Een oplossing, waarbij slechts de noordelijke dam door de
W.-geul wordt doorgetrokken, valt te overwegen, omdat dan
misschien de- mogelijkheid aanwezig is een gepaste stroom in de
toegangsg-eul te handhaven om de aanzanding tegen te gaan.
. ,. .
2J.
Na de 'afsluiting van de W. -geul kunnen dwars stromen over hetz;andplatengebied optreden va_n de O. -geul naar de W. -geul.Dit
punt dient te worden onderzocht om na te gaan of bijzondere
vo'orzieningen nog noodzakelijk_ zull~n zijn.
24. Met de uitgav_en,genoemd onder punt 19(f 22.000.000,-) en
punt 21
(f
8.700.ÖOO,-), tezamenf
30.700.000,-, zou voorDelfzijl een oplo··ssing kunnen worden verkregen, d_ie, voor wat de-Nederlandse belangen betreft, niet onmiddellijk_ and_e_re wer-•
ken van groot formaat zou eisen.
25. Het ve-rmoeden-schijnt bovendien gewettigd, dat het baggerwe-rk
in de haveh vàn Delfzijl, dat thans jaarlijks tussen de 400.000 en -450.000 m3- omvat, zal verminderen tengevolge van het
be-trekkelijk lange toeleidingskanaal. Door de mond van het
toe-leidingskanaal bij de 0.-g~ul een doelmatige vorm te geven,
zal verondieping _daar of (en) verondieping van het
toeleidings-kanaal wel niet voorkomen, doch. zeer zeker beperkt kunnen
wor-den.
26. Uit het voorgaande blijkt, dat het plan met een genormaliseerde
0.-geul in den· beginne een ingreep (uit te voeren in 2 phasen)
consequen-...
t ü:p van de eerste phase van 'deze ingreep, w~lke aan het al-gemene beeld van het estuarium weinig zal veranderen, z~n,
naar het zich iaat aanzien, door modelproeven en berekeningen \
· vrij gbe~.te voorspellen.
27, Na de voltooiing van de eerste phase kan men geleidelijk op
.. '
.,organische wijze zonder veel onzekerheden tot de .eindtoestand ..
komen, waarbij met het oog op de indijking van.de Dollard nog
verschillende varia:. ten mogelijk zijn.
28. Voor .. de beoordeling van het_geschetste plan is het van belang
dat' men zich, behalve ove_r qe uitvoerbaa,rheid en de
houdbaar-heid van de toegangsgeul naàr Delfz_îjl ook een oordeel. kan
vor-,men ovè'r· de omvang van het baggerwerk voor de instandhouding
van de 0.-geul. Voor ee~ vergelijking van de 2 mogelijkheden
(0 .. - o·f W. -geul) is o.a .. van belang het baggerwerk, dat ten
Westen van de lijn De Knock-Termunterzijl (splitsingspunt der
beide geulen) thans regelmatig wordt.uitgevoerd.
29. Uit opna~en van de poli tie te w_ater verricht op verzoek van
de toegevoegde inge.nieur te· Groningen blijkt, dat ten-Westen
van eveng-enoemde ljjn in 1·951 _gedurende de maanden .Mei t/m No-.
vember op de drempel nabij de splitsing van de geulen is
gebag-gerd; daarn?,ast werd slechts. op 2· ·plaatsen in het eigenlijke
Oost~Friesche gqatje .gedurende één ·maand gebaggerd(zie bijla-ge)1) _
_JQ. Een bepaalde conclusie mag Uit deze onvolledige waarneming ..
niét worden getrokken, doe~ het vermoeden _rijst, dat .bij e~n
doelmatige-beteugeling van de W.-geul de 0.-geul gean
bagger-werken van groot formaat zal eisen.
31.
Wanne;er men ·na deze min of meer summier'e beschrjjving van het-
.·
plari met een genormaliseerde O. -geul· overg':l.at tot. eenverge-lijking van di
t
..
plan met het project met een W.-geul dan vormtzich ongeveer het vol_gende ·beeld.
32. Het plan O. -g·eul vraagt uitgaven van een orde van grootte van ,
30 millioert ·gulderi9 terwijl voor het plan W.-geul(nog afgezien
1 van 10 millioen gulden voor de Dollarà. .. dijk) een bedrag nodig
1 )voor'zover .kan worden na.gegaan werd in 1951 in ·het Eemsgebied met
2 molens van naar .schatting 600 liter-emmer-inhoud gebaggerd.
Neemt men de capaciteit daarvan aan op 17.500 m3 per week per
mo-len,dan zou in de 7 ma~nden dat gebaggerd is verzet zijn:
2 x 17 500 x JO= 1.050.000 m3.Naar schatting zou hiervan
350.00Ó m3 Westelijk van de lijn De Knock-Termunterztjl en op.de
•
- 7
-is van 60 à 70 millioen gulden, met onzekerheid ten aanzien van de te baggeren hoeveelheden.
33 •. De eerste phase van het plan 0.-geul grjjpt in het regime
van het estu_arium weinig in en vertoont in _zijn verdere ont-wikkeling een grote soepelheid met betrekking tot de
uitvoe-ring, ook · omdat het min of· meel!• onafhankelijk van de Dollard
-indijking kan ·worden. tot stand ge9racht . .
34. Het plan W.-~81 heeft als typisch kenmerk, dat het regime
van het estuarium ·ingrijpena·wordt veranderd met als gevolg,
dat de consequenties van het plan veel minder overzichtelijk zjjn.
35. Het-beteugelen van de 0.-geul moet men zich ook niet te een
-- voudig voorstellen; in alle geval zal dit trapsgewjjze moeten
plaats hebben, afgestemd op de verruiming van de W.-geul en
-de voortschrijding der Dollard-indjjking.
36. In hoeverre i~~~=geu1 zal moeten worden gebaggerd en welk gedeelte· zich door ui tschuring zal verruimen is van te
vo-ren m~eiljjk t e zeggen; dat betekent derhalve een grote
on-zekerheid ten aanzien van het kostenvraagstuk.
Jl
.
•
Bij "de "beteugeling van .3~_0.-geu_1 bestaat de mogelijkheid,dat .het bestaande zandplatenstelsêl ingrijpend en op een van te
voren niet t e overziene-wijze veianderin.gen zou kunnen onder
-gaan. Dat verschijnsel_ kan gepaard gaan met het vormen van
dwarsgeulen, waardoor ook de W.-geul een onregelmatige stro
-ming zou kunnen verkrijge-n en tegen de oever geperst zou kun
-n'en worden.
38. Het vormen van een diepe geul langs de Groningse oever is
niet zonder bedenking met het oog op ongewenste aantasting van de kustverdedigingswerken; de gekromde vorm van de geul
i s t e di€ll opzichte ongunstig. In dit ver-band zij vermeld,dat
volgens Ramaer (Tijdschri_ft K.N.A~G.
26
(1909)) de dijk langs de bocht_ van Watum in 14'86 en in 1578 binnenwaarts werd ver-legd; hierbij zt aang~tekend, dat · de doorbraak van de Dollard plaats vond in 1413 en vervolgens van 1545 af regelmatig met
- 8
-vermeld, dat de ,capaciteit van de ontworpen W.-geul, ook na inpoldering van de Zuidelijke Dollard, ongeveer 2 maal die
van de Nieuwe Waterweg_ zou bèdragen.
]9. Ook is het de vraag of de beteugelingsdam in de 0,-geul zonder hoge uitgaven 'in stand is te houden. Weliswaar kun-nen een modelproef _en een. berekening hierover enig uitsluit-sel geven,.· doch, . indien achteraf de uitvoe_ring van dit on-derhoud tegenval'.t, dan kan niet zo gemakkelijk op het plan 0 .-geul worden overgegaan.
40. Voorts zij opgemerkt, dat het· p1an W.~gèul, ·zoals het nu is opgezet, gekoppeld is àari een volledige ind:ljking van de
=-=----=-Dollard, welke voorshands onwaarschijnlijk lijkt.
J1•
Het moet w?rd~n toegegeven, dat het plan W.-geul enig voor-deel voor de scheepvaart op Delfzijl heeft·, omdat de haven direct aan het d·iepe water zou -komen te liggen!Jg.
Over he_:L_E};an_Q..:..::~eul, kàn samenvat~ende het volgende worden gezegd. Het_.plan is in ieder 'stadium van ontwikkel:i.ng gemak-kelijk aan de _gewijzigde toe~~and aari te_ ·passen, is goe_dkoperin uitvoering en b_iedt minder risico's •.
. .
_1:J.
De (nieuwe) 0.-geul, dieonder
de huid-ige omstandigheden blijkbaar min: of meer stabiel ·is, plijft op grote afstand van de kust.44. Het plan 0.-geul biedt na voltooi!ng van de eind-phase de kans, dat het baggerwerk in de haven van Delfz:ljl zal vermin-deren.
45. Hoewel niet van door_s19:~nd belang wordt \er op gèwezen,dat het plan 0.-geul mogelijkheden voor de landaanwinning en voor de vorming ·van industrieterreinen biedt; de ze mogelijkheden besta.an niet bij -het plan W.-geul.
46. Tenslotte is. het niet van bel.ang ontbloot, da~ bij het plan
0. -geul de definitieve grens voor Nederland gunstiger ui 'c
-valt-, terw_ijl. ook. de positie -van .waaruit Nederland kan
onder-handelen veel guns~iger is dan bij het plan W.-geul. Een
controverse met het Duitse standpunt behoeft dan niet meer
•
..
• - 9
-aanwezig te zijn. Bovendien kan de zorg voor de 0.-geul
ge-heel aan de Duitsers worden overgelaten. Tegen de ind~king
van de Dollard,hetzij parti~el of geheel, kunnen veel minder
bezwaren worden ingebracht.
's-Gravenhage, 31 Januari 1952.
•
(Ir.H.A.M.C.Dibbits)Afschrift
RIJKSW A TERST
A
AT
DIRECTIE ZEELAND ARRONDISSEMENT VLISSINGEN VLISSINGEN, 12 Februari 1948 Hendrikstraat 15 Telefoon 550-551 Kant schrift BriefBetreft: Begrotingdplan
Eeuis-norra.ali ai:Le.
Bijvoegsels: DmX
nieuwe 1.
1. Ten antwoord op Uw brief van 19 Januari j.l. betref
-fende een kostenberekening van de Eemsnormalisatie heb ik de -eer UHoogedelgestr,enge het volgende te berichten.
2. De kosten
van
een normalisatie vomgens het overgeleg-'"de plan ~ullen blijkens de hierbijgaande, in hoeveelheden ge• ~pecift:ceerde globale raming, bij het tegenwoordige
rond 1 75 millioen pûUK bedragen.
'
3.
In
deze raming is begrepentprijspeL
a. de aanleg van de op bijlage 4 van het rapport in groene
kleur aangegeven Dollartdijk (zonder kunstwerken etc.), waarvan de kosten worden begroot op f .10 millioen gulden~
b. de aanle van ~èn stroomgeleidingswerk in het Doekegat,
geraamd opt 5 millioen
4. De begroting van het baggerwerk, du_s van de grootst'e
post, is ~eer onzeker. ~r 1s aangenomen dat de verruiming
van de vaargeul geheel door bag eren zal moeten geschieden, dus dat de stroom niet meehelpt. Rekent men op een behoorlij• ke verruiming door de stroom dan wordt de te baggeren hoevee:
heid aanzienlijk geringer.
5. Rekent men op 25% minder baggeren, en zonder het
stroomgeleidingswerk in het Dockegat, dan komen de totale
kosten op rond fl.60 millioen
_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ 6....;;•___;:;D---'e---'t--'-'1_...j-'-'d"s_--"'d--"-u'"'"'u_r van het gehel-e \'Verk hangt af van het
tem-Aan
de HoogEdelgestrenge Heer ir. E.M.Il. Schaank,
Directie van de Waterstaat,.
v.
Hogenhoucklaan 60te
•~::a
E A Y
~N HA
G Ee-t.
....
po w.aarin
de
DolLart wordt ing·epold-erd, daar de volLedigeop-sluiting van het Oost-Friese Gae.tJe niet kan geschieden
voor:-dat de Dolla.rt g:ehael is bedijkt, hetgeen na.ar ik meen ,e.erst
over 15
i
20 jaren het g~val zal zijn. De ovarige we~kz~amhe-den, ook het uitgebreide baggerwerk, wac1.rvan d,e duur op tenhoog-ste 10 ja.ren wordt geschat, kunnen, wanneer hi-erraede tijdig wordt begonnen, binnen dese termijn gereed komen.
7. Op grond van het bovenstaand,e zou aan Lt.Col• ,Whitmore kun.n.ien worden bericht dat d,e uitvoering d,er voorgestelde wer
-ke"1 ;J 5 ä ,20 jaren in beslag zull-en nemen en dat de kosten van
die werken. in totaal 60
!
75 millio-en gulden .zullen bedragenof, indien men de bouw van de Dollártdijk niet m~de rekent,
50 à 6S millioen.
F/vs
De Inget1i:eur, (get) H.A. Ferguson '.
.
..
.
., t 1Beschrijving enheid
...
---~i---Bagg ren·en klepp.en
Bag ren en per en
Zand droog v rken
Zinkstuk et be torting Kraagst et b storting Ste nb storting IU i St n lo91ng
l
113 3 m.3 m2t.
m3 m2 Is.
__________
...,.._____
Hoeveelheid Prijs per eenhe 1.
---
---~
10.000.000 0,40 :10.000.000 0,904so.ooo
1,00 300.000 25,00 350.000 20,00 50.00 15,0050
.ooa
,oo
500.000 26,00 nvoorzi n n sluitpo t . B çlrag • 28.000.000. 9.000.000 450.000"1.soo.000.
7.000.000. 750.000. 4.000.000. 13.000.000. 69.700.000. s.300.000.1s.ooo',.ooo.
PLAN TOT VERBETERING
..
•
1. INLEIDING
HAN TOT VBRB'fl'ERilfG VJJI HE1' EEMSBSTUARitl&
,~~
I het vol
woràen genanen
e woràt aan pven, welke raaa.tre ele zullen moeten
àe vaarweg àoor ae Ee ond naar End9n en Deltql op
voldoende diepte te kunnen howen wanneer de toestand door toekomsti&e
ed ··ki.neen en opsli ltin& van de Dollart zal z:ijn veranderd.
Het Eemsestuar.l.l.lll vindt z na.tuurl~ke voortzettin in de
Dollart-kan terw\)'l de Re ~elin& d r.l.n uitmondt. V lt de Dollartko we ,
dan zal zich het estua.ri &abeel op de Eems moeten orlenteren et ala
mene achteruit van het eeulenstelsel door de sterke verminderlna
van het vermogen.
Door de hierna te 'bèspreken normalisatiewerke zullen deze veranderingen
van het stro~ed. zo moeten woro. n leid dat een eindtoestand oro.t 'be
-reikt waarl, ·• een voldoend rui en zo makkel\;k mo lijk in stam. te hou
-den vaar ul naar Enden n Deltz~l is verkreg
Bjj de ven terlna zal ook de Eems tu en ~en n de Knock dienen te
worden etrokken, waar de normali tie sterk zal ,YOrden beinvloed door de
zeer ongunstige toestani waarin het rivierbed oven Enden verkeert.
Door de w~zi ingen in het eulenstelsel ten gevol e van de hierboven
-genoenxle bedliki n en nornalisatiewerken zal de ett,'bewe ng veranderen.
Het is noodzakel-l}k deze ver eringen zo na keurig mo l:ijk te kennen,
waar-•~ dan het e~angr:gkste pWlt is, dat in de genormaliseerde vaar eulen de
stroom overal sterk genoea zal oeten zl,in om deze op diepte te kunnen
houden, terw.ijl anderqda een te sterke stroan on ewenst i met het oog op
de sohee~art en de instandhouding van de oevers.
Ook de veranierin van de vertikale get~ewe g moet worden ekewi.
De hoogwaterstand, speciaal h~ stormvloed, 'bepaalt de '1'oo e der diken
en het onierlopen van laagli nde terreinen die hoo stens door kaden
wor-den eschermd. De laa aterstand is vooral van betekenis voor de atw te
van de aangrenzende geltieden, terw:ijl ook de minste vaardiepte hierdoor
wordt-2
wordt epaald.
Een voldoende nauwkeurige kennis van deze veranderingen van het
ce
-
.
ttj, n.l. van de rnax:Jnmm vloed- en ebstroomen en de hoog- en laagwaters, kan
alle n door nauwkeuri lrerekenina worden verkre •
Aan het in deze nota aanbevolen norma.lisatieplan liggen dan ook
uitvoer! e getperekeninaen ten rondalag, de hierb~ svolgde z • •
"exa.ote methode" houit rekening met alle faotoren flllce voor de
water-van 'belan ZiJ1, en heett in de pralct.\ik reeds vele m.len ewezen,
de in W9rk8l~khaid optredende getprsohijnaelen Z(htr nauwkeurig te kunnen
ltenaderen. De praotisohe gr;-ondsla.gen van deze get~"berekeningen z:gn
op-steld door Prot. Dr. H.A. Lorentz, naar aanleiding van de afdamming
van de Zuiderzee, en werden later a.anzienlük verbeterd en uit ebreid.
Een gr ge lamnis Yaa de tegenwoordige toestand en van de wjjze
waarop deze zioh in de loop der jaren heeft ontwikkeld is voor het op
-stellen van een nonnalisatieplan een eerste vereiste, da.ar hiervan de
mogel~kheden voor een doelmatige regulariaeri kunnen woroen af leid.
Een berekening van de bestaande toestand heeft ovendien het voor
-deel, dat da bierbU gevolgde methoden" en met name tie ten behoeve van de
berekening in voerde vereenvoudi ingen, zoals deVsoh matisatie van het
eulensteleel, de keuze van de in de formules optredende constante van
Etitelwein etc., geoontroleerd k\mnen worden, door verge ··kin van de
uitkomsten met de in werkell)k:heid gemeten grootheden. Eerst nadat b~ de-·
ze oontrole voldoende overeenstemming bl~kt, kan de methode ook op
gew:g
-zigde toestanden worden toegepast.
In de eerste plaats werd dan. ook voor de huidige omstandigheden de
gemidd-lde et~"beweging emeten en berekend, waan~ o.a. gebruik werd
maakt van de aan de peilsohalen emeten et\jicronmen, en van enkele stroom
-snelheidsmetingen in de geulen.
~
Verder werd de ontwik:kelinà van het estuarie-in de laatste eeuw na
-egaan aan de ham van een aantal eydrograt'isohe Jmarten.
-2. BESTAANDE TOESTAND
!ll.ereer t rd d.wt do~ J>est~nde toeata.n:l nauwlettend bestudeerd.
v ....
u
7,,io/'rv/ IJ,,_v,,.
' 1 ) , , ~Op b~la Yis een edeel te van het Eemaestuari in de tegenwoordige
toestand weergegeven.
Voor de getijberekenin werd het gehele gebied, te beginnen b~ Borkum,
verdaeld in een aantal vakken, waarvan op ijlage 1 de vakken J+ t/m 10 z~
aangegeven.
Verdsr is het verticale geti door metin bekend ~ Borkum, Delfzil,
Knook en Emlen, ar registrerende peilsohalen staan opgesteld, tenr:ijl ook
van de Eema enige gegevens bekend zii, zoals hoog- en laagwaterstanden, en
enkele a.tvoergegevena. Deze gegevens waren in sleohts beperkte ma.te
be-schikbaar, zodat uit dien hoofde enige onzekerheid in de berekening kan
optreden. B~ nadere beschouwing blijkt eohter, dat niet al te belangr~ke
af'wwdngen in e ltepaling-v-n stroomkronne te en van gering$ invloed
zin op de et~ewe~g in het Estuarium. Vooral in verband met het feit,
dat de getjl\jn te Emien wel nauwkeurig bekend i •
Voor de berekening van de g tt"beweging in het estuarium beneä.en Enden
wrd van de vertioale g6t:ijk:romne te Borkum en te Emd.1tn uitgegaan.
Hierdoor its dart h•t verloop van de get~"bawegin in het estuarium volkcmen
bepaald.
De eveneens bekame getil4jnen in Delf.zijl en Knock, alsmede de gemeten
stroomsmlbeden in de pul.en vormden dan een oontrol" op de door de
berekening verkregen resultaten, waa.rbi ee.n goede overeenstemming bleek,
zodat kan word.en aangenomen da.t de veronderstellingen en vereenvotdi ngen,
welke aan de berekeningen teu grondslag li en, in het b~zonder de
né>od-zakel~ke aohema.tisatie van het atroombed van het geulanstelsel,
~
ztingeweest. De verandering, die de bergen.de breed.te gedurende de t~eging
onder t werd wel nauwkeuri in rekening gebracht. Hierdoor was het
moge-1.yk, ook 1n verband met de meel'dere aanwezigè gegevens, om de
atroomkran-me te Emden te bepalen, e n ~ daarna té oontroleren met de van duitae
zUd,e vsrstrekte gegevens, waarb~ dan vooral de grootten der max. strani,n
-van belang zijn.
/
f-1,,f
f-f
.û
De,
"".
"
fr.
"
~
-
~
·
·
~
'1:1-,
.~
~
de berekening¼n
ll9N'ge!lffen opin,),~~
LJ
·
bijlage ~ r w-11 · de hi~rui~ __ b!f " ~ ~. vlo$d- en e'bvenno na van de verschil•[,;,,,;_
,.
,_j~
e... lendegeulen op bjJla. et
Yzin,
verme •w-vlu.l~·
.
fJJ
L""'L~
.:
.
In de 'bei:ektmae getallen kan een onzekerheid beats.an van oa. 1 o,C, J apeoiaal in de kleinere bedta,gen.Betrettende de tegemr~ige toesta.na en dEt te vérw.e.ohten antwikkèling
van hat geulenatelsel kan nu naar aanleiding van de hierboven bedoelde
berekeningen. en
ca
beaohikbare t\ydrograf'isohe kaarten het volgende wo?denopgemerkt.
In hot bo<>rde¾]'k deel. van het Estuarl.uzo. (•ak q.) is de toestand gunstig.
De gèulen zjn hier diep en breed en ruim voldoende voor alle IIOhepä.
Ook in verre toekomat zal dit gedeelte ftn de Ee:mamond wel geen
moeilyk-heden voor de aoheepYaai-t opleveren. Het tot.ale w xn:>gen ·'Van de geulen
ia 8"r groot en h.iraagt ulta het ~-voucli.ge Yan de tegenwoordige
Dollart-kx:a. Na a.taluiting Tan de Dollart kan dus een relatief' kleine aohteruit&ana
van dit gebiekl worden TerW.a.oht, welke toelaatbaar ia.
De atroomanelhèdeu. zullen n.l. voldoende groot
•liv••
De toe•ta.nd van het geulenstelsel in het meer zuidol)Jk dëel van het
estuarium ,:ln de vakken 5 t/m 9 ,is eohter minder bevredigend.
Uit de 'beaohikbare hydrografische kaarten valAi at- te leiden, dat hier vroeger., voordat van duitae ~ • t ba.ggeren in het oost Friesohe
GaatJ• werd begonnan, d• geul langs de .Ned.erlsndse kuet, de Booht van
Watum, de hootclgeul ia genèat.
Door inteaaiat 'be.ggeNn ia het de Duitsers geJ:t}r:t; om het Oost 1riesoh•
Gaatje, oorapronke~ een vloedllObaar met een onlie.,• drempel b~ de
Knock, tot een beh<>Qrlljk st1'0l'DtNklcende geul te ma.ken, welke thans de oorspronkel~ke hootdgeul sterk overheerst.
Hierdoor i:J ook h•t Domait., dat ala vloed.schaar, zowel 1n het
ver-lengde van het Ooat Frieaohe Gaatje, ale van d& Booht van Wa.tum (ebsohaar}
ia gelegen, belangr.gk verruimd.
-s
Dit all$• :la geschied ten koste van de geul langs Del.tztil., (Bocht van
Wat11n), wel.ka thans in baar noordel~ke uiteinde een ondiepe drempel heett,
zodat diepgaande sohepeh de.ze have alleen langs een OD11Veg,, n.l. door het
Oost Frieache Gaatje langis Tenmmten kunnen ereiksn.
Deze toestand is echter niet stabiel en lam all"n door zeer ui tgebrcaici
baggeren word.én gehandhaa1'd. ordt het bo.ggeren gestaakt, dan zal het Oost
Friesohe Gaatje ga.an vel'l'ftl3den en de stroa:n DMter de Bocht van Watum pan
volgen.
De stroming in de vakken 5 tot 9 wordt in sterke mate beinvloed door
de vulling van de Dolla.rt. Het totale vermogen in het zuidelljk deel van
het e s t u a r i ~ hier sleohta
(V~n.6,8
en9)
1i A 2 maal de k~~r
van de Do-llart, zodat door verdere aanalibbing van de Dolla.rt hst
geulen-stelsel achteruit zal bl~en ~
Op bat moment is d$ toesta.nd reeds zo, dAt de beide hoofdgeulen nJ.et
vol-doemle in ata.nd gehouden W'ord.en. Na de afsluiting ·van de Doll.a.rd en de
gewenste grotere vaaro.iepte wordt dit totaal omnogelijk. .
Zoals dit 1,~ cwergangsvakken vaak het geval is, is de atromingstoeetand
in vak 9, dat enerzi].a de overganc vomt naar de Doll.art, and-erzj:la naar
de Eems, Tii1 verwam.
In vak 10, dat ala de bened.enmon4 van de Eems kan worden beaohou'ld,
bestaat het stroca'b$d. uit een enkele geul. Het vemo bedraagt aan het
begin van dit vak, (d.i. op
a.
grens Tan Ya.k 9) ong~eer de h ltt van hetvarmogen van de Dollartlmm. Van Duitse z~e werd in het verleden reeda
overgegaan tot gedeel te]jjlce noimal1serlng Tan deze geul. Zo werden b,ij de
Knook en op dè Geissplaat geléidingswerken aange'bra.oht, z~ het voorlopig slechts op kleine sohaal.
Op deze benddenrnón.d van de Eema wordt nu van Duitse zii• gestreefd
naar een diepte van 12,5 m bèneden M.H.W. (1.30 +N.A.P.), terw$1. de minah
diepte in de vaargeul tegenwoordi sleohts oa. 9 10 m. beneden l!.H.W.
bedraagt.
Het is deuserz\jda niet bekend, 6t, en hoeveel door de Duitsers in dit
te-6
deelt• wordt ge'baggerd. Zeker is wel, dat voor het verkr:ggen Tan ten
doorgaande diepte in Tak 10 van 12.50 m beneden
ll
.
H.w.
ook na noraaaliseringTan dit 19deelte regelma.ti zal ~ten worden gebaggerd, wil men een
diep-te av-er een reedte van b.v. 200 m hand.ha.Ten.
B.y hoga wa eratanden of grot oppenratel.'6..tvoer zal het Yenm>gen 1n
de benedemom van de Eema (Vak 10) zoer sterk toenemen, en mogel~ het
dubltele or meer kunnen bedragttn van het ~ e de iet. Dit laatste
ten--.olge van de onbevredigende toctstw. ~ het rivi rbed bOTenatrocaa.
Boven Emile laat zoals geHgd de toestand van het rivierbed veel te
wenaon over. B~ hoge waterstanden ozden vooral. langs de zt,riner de l,eda
uitgestrekt• l.ander.ijen geinundee:rd, tot een totale oppEJrvlakte van oa.
20.000 ha. (volgeu duitse gegevens). {aar ook na. de vaorgancaen atslui.
-tin.g van de Leds. bl.tjft de situatie ongunstig, daar hst bed b\j hoge vloeden
van de Eems zelf wel breder ia dan het bed bi lage en gemiddelde vloeden,
waardoor het kanbergend vermos-n sterk kan toenemen. De opperwateraft!Oer,
welke normaal. hoogstens } i.. miU. m3/geti bedraagt, en dus praotisch
vim ge in.vlood ia op de ?l tex-beweging J.n het Eemsestuarlllllt, kan bij
grote regenval. volgens aaba.tt wel tot bat 10-voudige toenemen, hetgec
dan ongeveer een v~rdub eling van het no:rma.le vermogen betekent. Ook bjJ
sto loecl wordt het ve:rm9gen aanzienl-\ik groter.
Hiermede moet dus rekening gehouden worden bli de nonnalisatie Tan
R..:i
èe Eem.t-(Jatuari,"""'
daar in:$ers zeer bele.ngtjjke a.fw:Uk:lngen van het g,,nd.ddeldveimogen kunnen optreden.
fl PLAN !C1!' lfOma.LISATIB
B~ dit plan tot nonnalisatie van het Eems6stuarium wordt dan
uitge-gaan van de veronleratell , dat op den duur de .ï)ollartkom na.genoeg ge
-heel gesloten zal z~. · ellicht zal zelîa meer binnenkort een groot
gedeelte, b.v. de helft, worden bed'.ijkt, waardoor het vermogen van de
geulen in het zuiäel~k doel van het estuarium (in M vakken 6 t/m 9) 1n
-zulke-•
zulke mate zal afnemén, dat normalisatie aldaar nog nood.zakelUker zal
worden.
7
Zoals in het Additonal Memorandum uitvoerig wordt toe licht ie de
a.fs1uiting van het Oost Friesohe Gaatje de aangewezen oploasing in verband
met de saheepv rt van D l:fzjl, terw:\,jl. deze oplossing ook uit teobni!SQb en
f1naMieel oogpunt verre ds voorkeur verdient. Het Oost Fri4aohe Gaatje ia
n.l. van weinig sta iel karakter en
,...
woclt niet door n v ste oever bs-paald, zoala ds booht van Watum.
Ook de benedenmond van de Eems (v k 10J, tu.ss n de Knook en Enden, zal in
de nonnalisering moeten worden betrokken, wil lll9n, ge~k het streven van
Duitse z~e is, ·a.e diepte V"an de vaargeul op oa. 12,5 m beneden M.H.W.
brongen, te er t ls gevolg van cle normalisatie door got~erekening
~~ w~
gevonden werd ~--~~ in het vervolg nog werdt teru.gge,ko!!1141~, dat de stroom in vak 10 met oa. 15% zal vemindere ûp b~lage i.. ex. -"'' ie aangegeven
hoe de vaargeul uiteindel.ijk zal moeten lopen en welko afmetingen
Zi
vol• gen& berekening zal moeten verkr.ijgen, om een bevredigende toestanl tedoen ontsta.an. Dan is aangenoo;ien, dat do Dollart geheel is bed.ijkt, terw:jl
het Oost Friesche tje b~ de Knocke is afgesloten. De diepte van de ge
-hele va geul is dan 11 m - 'f • • P. tot :Emien of 12,50 m - M.H.w.
Vanzelfsprekeru:l zal da eindtoestand. in eta pes moeten worden
be-reikt, a.thankel~k van e ~ze waarop de Dollart zal orden afgesloten.
Zo kan
.v.
eerst de helft van de Dollart; worden inged~ en op een la.tert~stip het ov rlge deel. In dat geval zal het nodig z~ om het Oost
li'rlesche Gaatje eerst gèdeel tel~1t a:f te sluiten. Op deze kwestie wordt
hier niet verder in gaan, daar voor de grensw~ziging alleen het einddoel
van elang is, nl: u.e volledi e afsluiting van de Dollart en de bierb~
aansluitende vaarweg naar Delfzijl en _..:,nàen. Er zal dan voor gezorgd m::>eten
worden, dat ook b~ de hie:rbovengenpeuxle overgansstadi deze vaarweg aan de
stelde eisen zal voldoen.
Ondersteld werd dat voor het op diepte b~en van de genormaliseerde
geul een rnax1mum stroomsterkte door het profiel is gewenst van 1. 00
nv'
seo.-waarb~
8
waarb~ dan de maximum stroomsnelheid aan ~et oppervlakte in enig ptmt
b~ normaal getij niet meer dan 1 • .50 1. 60
m/
seo. en bij springt\] ten hoogste 1"80 m/seo. zal bedragen, hetgeen geen bezwaar is voor descheep-vaart.
Uitgaan e v een gewenste doorgaande diepte van 11.00 m - N.A.P.,
d.i • .:!:. 12.50 m - .II. • ero. nu de breedte van de vaargeul berekend, zodanig
dat aa.n bovengestelde voorwaarden betref:t'erd de ma ~drovm stromen voldaan
is. Oo.k voor het vak Eogum-t. en besta.at ds mogel:ij dleid, dat dit enigszins
genormaliseerd zal moe-ten word.en. het is eohter voor de han.i. liggend om
hiervoor niet een gemiddelde - epte van 11 - N.A • • aan te houden, maar
b~. van 8 m - N.A.P. De diepte~ 1 dan van Emden naar Pogum geleidelijk
van 11 m in 8 m moeten overgaan.
C.
Op b~la.ge 1+ is de hierbti behorende no:rmua.lbreedte van de genormaliseerde
rivier b~ ogum &veneene aongegeven. Het v1ar ¼or de bepaling van deze
~o1.
d-
Q.-~__.,.
breed.te venzelfapre~ om hiervoor niet een !emiddelde snelheid van 1 m
per seconde aan te houden, zoals voor het geval van 11 m diepte, maar bty.
van
o,8
m. per seooole.B~ de getUberekening die aan het voorga.an.de ten grondslag ligt kan
weer de tegenwoordige verticale get~'beweging in Borkum als uitgangspunt
worden beschouwd, daar mag worden w.ngencinen dat deze tengevolge van de
normalisatie-werken niet zal veranderen.
Over d.e ~ze W.J.arop deze b rekeningen, rva.n de voornaarn.ste
re-aultaten tjin voorgesteld op bjjlage~3 en.f, werden uitgevoerd wordt het
volgende mede gedeeld.
B~ de gegeven gat:gl..\j:n te Berkum moet de stroomkromml, aldaar worden
bepaald, zodat uiteinde~ de juiste atroankron:me b~ Enden kan worden
be1·eken:i met behulp van formules, die uit de bewegings- en
oantinuiteits-vergel~ldng z~ d lsid. De stroomkromme te Emden volgde dan uit de
• stroankramne welke b,lj de bestaand.e gemiddelde toestand werd bepa.a.l.d, en
de berekende get.\}ï.5p.en b~ oude en nieuwe toestand b~ llmien.