• Nie Znaleziono Wyników

Metingen aan een landingsboot van glasgewapend polyester, Deel 1: Langsscheepse buiging., Deel 2: Schotbeproeving

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Metingen aan een landingsboot van glasgewapend polyester, Deel 1: Langsscheepse buiging., Deel 2: Schotbeproeving"

Copied!
32
0
0

Pełen tekst

(1)

ARCHEF

LABORATORIUM VOOR

SCH EEPSCONSTRUCTI ES

TECHNISCHE HOGESCHOOL

- DELFT

L,.

y.

SchebouwkufldQ

.t. ,

t

i »,-v),

ecnsci*

eccot

DJJ

RAPPORT Nr.

126 BETREFFENDE:

Metingen aan een landingsboot

van glasgewapend polyester. Deel 1: Lanpjsscheepse buiging.

door -H.J. de Ruiter

(2)

-1-Technische Hogenchool Deift,

Laboratorium voor Scheeîsconstructies.

Rapport no. 126,.

METINGEN AAN EENLANDINGSBOOT VAN GLASGEV/APEND POLYESTlJ}. Deel 1: LANGSSCHEEPSE BtJIGING,

door

HJ0

de Ruiter

Dit rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden ge-publiceerd met vermelding van onderzoekinstituut en auteursnaam,

(3)

-2--i Inieidiníç.

In dit rapport wordt een beschrijving gegeven van een onderzoek naar het gedrag van een landingsboot onder langsscheepse buiging. Hierbij werd met behuip van rekstrookjes het rekverioop over een

dwarsdoor-snede in het middenschip bepaaid en tevens de iangsscheepse

doorbui-ging gemeten.

De iandingsboot, vervaardigd van glasgewapend ioiyester, was gebouwd

door Veroime Verenigde Scheepswerven. Tijdens de proefvaart is een ernstig ongeluk gebeurd, waarbij de romp piaateiijk zwaar was be-. schadigd. De boot is bij de ijkswerf te Den Heider gerepareerd en daarna voor beproeving ter beschikking gesteid0

De metingen, waarvoor opdracht werd geeven door hot hoofd bureau Scheepsbouw van de hoofdafdeiing materieei van het Ministerie van

Defensie/Marine, werden verricht door liet Laboratorium voor

Scheeps-constructies van de Technische Hogeachool te Deift en vonden plaats

(4)

3

-2 Langsscheepse buiging0

Teneinde de rekverdeling in eendwarsdoorsnede van de romp ten

gevol-ge van langsscheepse buiging te leren kennen, werd het schip zowel in een hogging al in een sagging toestand beproefd. De dwarsdoor-snede waar de rekstrookjes waren aangebracht beyond zich op 211 cm

voor het machinekamerschot. (- spant

5-)

De sagging toestand werd bereikt door ter plaatse van de meetdoor-snede een ballastgewicht van '+200 kg te plaatsen. Voor de hogging

toestand werd op een afstand van

5.40

meter voor en achter het meet-spant een gewicht van 2100 kg geplaatst,

In fig. 1 is de plaats van de meetbalken, de meetdoorsnede en de

staaldraadbevestiging weergegeven. (Zie volgende paragraaf).

3 Inrichting van de meetopstel1in.

a Electrisch gedeelte,

I'er plaatse van de meetdoorsnede waren aan de buitenzijde van de

romp, aan de binnenkant van de kiel en aan beide zijden van het

langsschot rekstrookjes geplakt-. (Zie fig. 2). Op sommige-

plaat-sen zijn torsie- en rosetstrookjes gebruikt teneinde de richting en de grootte van de hoofdspanningen (rekken) te kunnen bepalen. De rekstrookjes waren via een aansluitkast verbonden met een

sta-tische rekmeter (fabrikaat Peekel, type 5,+0 DNH)O

b Mechanisch gedeelte.

Zoals uit de figuren i en 3 blijkt, zijn negen meetbalken, ver-deeld over de lengte van het schip, aangebracht0 Deze balken wa-ren aan de ene kant scharniewa-rend en aan de andere kant vrij beyes-tigd aan de opstaande rand van de laadruimte. Aan de vrije kant werden ze door een stukje hout in langsrichting van het schip ge-fixeerd, terwiji ze in dwarsrichting van het schip konden schui-ven. Op de meetbalk was ter plaatse van de ondersteuning een meetlat aangebracht waarmee de horizontale dwarsscheepse

(5)

ver-plaatsing van de boorden kon worden gerieten.

Aan de binnenkant van de beun, op ca0 40 cm uit binnenkant bodern

was een staaidraad bevestigd.. Deze hep via viak boyen de bodem

geplaatste katrohlen naar het voorschin en vervolgens jets boyen

de meetbalken weer naar achter. Daar werd de drand door

een

ge-wicht van ca

10 kg in het beun strak gehouden0

De draad dient ais nieetbasis bij het meten van de vervormingen

van bodem en dek.

In het langsschot ter plantse van de meetdoorsnede werden

aan

zijde

5

gaten en aan BB0-zijde 1 gat geboord.

Door deze gaten werden pennen gestoken die op de binnenkant

van de

huid rustten0 Aan de horizontale meetbalk werd zowel aan SB0

als aan B.B.-zijde een vrtikale balk geplaatst, ten opzichte

waar-van de horizontale dwarsscheepse verplaatsing waar-van de huid ter

plaatse van de meetpennen kon worden bepaald.

De diepgangen v6r en achter werden met behuip

van een daar

beyes-tigde schaallat afgelezen0

4

Meetprogramma.

Een minder prettige eigenschap van gewapend polyester is dat de

ver-vormingen afhankelijk zijn van de duur van belasten (kruip)0 Getracht

is deze invloed bij de beproeving te eliniineren door het

rneetpro-gramma te binden ann een strak tijdschema, (zie tabel I) en het

af-lezen van de veranderingen in de meetwaarden steeds in dezelfde

volg-orde te laten geschieden.

Een andere eigenschap van het materiaal is dat

ternperatuursverande-ringen flinke vervorniingen veroorzaken Dit temperatuureffect mag

niet in de meetresultaten tot uiting komen0 Helaas is

temperatuur-compensatie bij een anisotroop materiaal als gewapend polyester is,

haast niet mogelijk, (Zie hiervoor rapport 112

van het Laboratorium

voor Scheepsconstructies).

Iet was derhalve een ¿elukklge

omstan-digheid dat de meting plaats vond onder "ideale

weersomstandighe-den", dat wil zeggen, geen invloed van de zon door vohltedige

(6)

be--5

walking.

De langsscheepse buigproef werd 2 maal gedaan

Bij liet uitwerken

van de meetresultaten van de eercte meting bleken deze niet aan de

verwachtingen te voldoen. Derhalve werd besloten de meting te

her-halen0 Iiierbij werden praktisch dezelfde resultaten verkregen als

bij de eerste. In dit rapport worden daarom alleen de resultaten

van de tweede meting becproken0

ç

Tabel L

5

Resultaten0

a

Algemeen.

De gebruikte rekstrookjec zijn van Japans fabrikaat

en geschikt

cm grote rekken te meten, Aangezien de structuur van gewapend

polyester niet isotroop is, zouden bij gebruik van normale

klei-ne rekstrookjes de nieetwaarden onbetrouwbaar kunklei-nen zijn. Het is

dus noodzakelijk vrij lange rekstrookjes te

nernen0 De meetlengte

bedroeg 6 cm. De op de rekmeter afgelezen meetwaarden zijn

een

Meting

Eigen tijdsduur

Totaal

Verplaatsingen,

O-stand

20 min0

20 min0

Rekmeten,

O-stand

10

30

Ballast aanbrengen

20

50

Rekmeten

iO

60

Verplaatsingen

20 80

Nekmeten

10 90

Ballast wegnemen

15 105

iekmeten

10 115

Verplaatsingen

20 135

Rekrneten

1k5

(7)

6-maat voor de rekken in de verschillende meetpunten0 Deze waarden

moeten in geval van een lijrispanningstoestand vermenigvuldigd

worden met de elasticiteitsmnodulus van het materiaal en gedeeld

worden door de gevoeiigheidsfactor (k) van de strookjes orn de

spanningen te krijgen. In geval van een alzijdige

spannings-toestand speelt ook de dwarscontrac bic van het rnateriaal een

grote rol0 Beide rnateriaalconstanten (E enV) waren voor het

materiaal van het onderhavige schip niet bekend0 Spanningen kon.

den dus niet worden borekend. De rneetwaarden stellen derhalve

de rekken voor0 In de figuren zijn deze rekken voor de

leesbaar-heid 10

maal groter gegeven dan dat zij in werkelijkheid zijn.

In figuur

+ zijn de resultaten van de hogging en sagging proef

weergegeen Opgemerkt wordt dat de meetwaarden in deze figuur

alleen voor buitenkant huid gelden. Hoewel op enkele

meetplaat-sen ook aan de binnenkant huid rekstrcokjes zijn geplakt, is dit

aantal toch te weinig orn een betrouwbare meetwaarde

op hart plaat

te kunnen geven0

b

Hogging.

Zoals reeds eerder is gezed, is de hogging toestand bereikt door

het plaatsen van een gewicht van 21C0 kg op 5.40 meter voor en

achter. het nteetspant.Hierdoor werd in de meetdoorsnede een

bui-gend moment van ca. 6700 kgm veroorzaakt.

De

rek kromrne voor de hogging belasting snijdt de O-lijn ter

plaatse van de bevectiging van langsschot aan huida Het algemerie

karakter van de lijn voldoet wel aan de verwachting Uit de rek

verdeling over het langsachot en de rekvermindoring ter plaatse

van het langsschot in het verloop over de dwardcorsnede van de

romp blijkt dat het langcschot meedoet in de sterkte0 De lijn voor

de verplaatsingen is niet van een karakter dat afwijkt van wat

normaal is

c

Sagging.

De

rek kromme voor de sagging belasting is zeer merkwaardig0

De kromme snijdt tweernaal de 0-lijn en hereikt ter plaatse van

de grootste stijfheid de grootste meetwaarde. Dit

alles is

(8)

-7

waarschijnlijk een gevoig van het felt dat de belasting ter

plaatse van dit nieetspant is aangebracht.

In figuur 5 zijn de volgende verplaatsingen van de huid weergegeven: horizontale verplaatsing van de boorden

vertikale verplaatsing van de boorden

vertikale verplaatsing van de bodem gemeten t0o0'' de bovenste

en de onderste draad. Tevens is de afstandsverandering an de onderdraad ten opzichte van de bovendraad gegeven.

De gerneten verplaatsingen zijn vrij moeilijk te analyseren omdat ze

een resultaat zijn van zowel de plaatselijke vervorming t0g0v. de

belasting als de ver--orming t.g.v het door de belasting

veroorzaak-te buigende moment0 De invloed van elk van deze twee oorzaken was niet afzonderlijk te meten0

De meetnauwkeurigheid voor de verplaatsingsmeting is ±

0,5

mm ad a) Opgemerkt wordt dat in deze f'iguur uitgezet is de dubbele

verplaatsing van de boorden. Doordat de meetbalk aan het ene boord vast, en aan het andere boord schuivend was bevestigd, werd hier de gezamenlijke verpiantsing van beide boorden gemeten0 Het is dus niet bekend of het ene boord meer verplaatst is dan het andere, dit is trouwens in verband met de symmetrische plaatsing van de belasting niet erg waarschijnhijk.

Opvallend is dat de grootten van de verplaatsingen voor de hogging-en de sagging toestand ongeveer ;elijk zijn hogging-en dat ze gelijk van te-ken zijn.

ad b) Hier is een duidelijk verschil gevonden tussen de verplaat-singen bij een hogging en een sagging toestand. Zeer merkwaardig is dat bij meetbalk 6 de verplaatsing van teken omkeert. Dit verschijn-sel doet zich - zij het in veel mindere mate -=- ook voor in figuur 5a.

Een verklaring voor het verschijnsel is helaas niet gevonden.

ad c) De vertikale verplaatsing van de bodem is vanwege de

toege-paste meetmethode 2x gemeten nl. n keer t0o0v0 de bovendraad en én keer

t0o0v0

de onderdraad. Bij de meting was er van uitgegaan, dat de

onderlinge afstand van de boyen- en de onderdraad zou veranderen

wan-neer het schip doorbuigt0

De twee stukken draad ormen n geheel; aan de onderkant loopt de draad via 3 vaste punten en aan de bovenkant via 2 vaste punten0

(9)

-8-Wanneer de laatste twee vaste punten zich zouden verplaatsen dan

blijft de bovondraad tussen die twee punten recht, maar kan zich wel

invertikale zin verplaatsen. lets dergelijka geldt voor de onder-draad tussen de 3 vaste punten, maar dan alleen van punt tot punt.

B1J hot uitwerken van de meetresultaten is gesteld dat de bovenste

draad op zijn plaats blijft en dat de onderste draad van plaats ver-andert. De correlatie tussen de drie krommen in

fig0 5c is

vrij goed0

6 Slotopmerl:ingen.

Vanwege de plaatselijke vervormingen die een grote rol gespeeld heb-ben bij de belastingstoestand is het vrijwel onmogelijk een juist beeld te geven van wat zou gebeuren als de scheepsromp aan een zui-vere buiging zou worden onderworpen0

De gemeten rekken zijn niet omgerekend naar spanningen omdat de elas-ticiteitsmodulus en de dwarscontractiefactor van het materiaal niet door trek- en buigproeven zijn vastgelegd0

De in dit rapport beschreven proef en de resultaten daarvan geven dus alleen informatie over de grootte van de rekken en de vervormingen en welbij een vrij hoge belasting.

(Ca0 670.0

kgm)

(10)

_95t5. ±- E P =2100 kg. hogging 4 12 Le rig te sc hcoL 0 50 100 150 200cm

Vrij schivend iii horizontale rdworsscheepse

Meet balk

145

S;hornier

7

Fg.1 Langsdoorsnede en bovenaanzicht L.C.A.

130 5 4 111 Basis 10 10 I-34

(11)

570

20

Basis

I t/m

Meetstiften

----Meetbalk voor het meten

van de horizontaLe

dwars-scheepse verpLaatsing

van de huid.

360 14

Meetbalk

I, Meetbalk voor het meten

t

van de horizontale dwars-scheepse verpLaatsing van

/

de boorden en de

vertica-le doorbuiginq van het schip toy, de meetdraad.

M ee td ra od

Dwarsdoorsnede p 211cm uit

machinekamerschot naar voor.

Me et b alk

Basis

Fig. 2

Plaats en nummering rekstrookjes opstelling verpl.aatsingsmeting.

0 500 1000 mm

(12)
(13)

LENGTE SC H A AL tREK KROMMEN t.g y HOGGING-SAGGING BELASTING DIRECT NA BELASTEN 30 Mn. NA BELAST EN VERPLAATSINGEN (in m m,) - SO ajR EKSCH A AL 0 500 VERPLAAT SINGSÇHA lOOcm. 1000 &,REK = 20mm 6 7 lo

Fig.4 Langsscheepse rekken en dwarsscheepse verplaatsingen

civer de meetdoorsrtede

t.g.v

hogging en sagging belasting

12 13 14

(14)

c)

cm cm cm O .4 0.2 0.2 o .4 i .0 O .8 0.6 O .4 O .2 o .2 o .4 O .6 cm O .8 o .2 cm i .0 O .8 0.6 O .4 0.2 O .4 O .6 O .8 1.0 i .2

-

__o

-u

laadhoofd"

/

,

r

/

/

/

/

z

/

z

z

8 7 Hogging. M.K.

schot

HorizontaL.e verpLaatsing

van de boorden.

z

/

/Verticale

verplaatsing

I

van de boorden t.o.v.

,1

de bovendraad.

-- ---k

a

\

t.o.v. bovendraad

\

\

\

\

\

\\

s

t.o.v. onderdraad

Verplaatsing onderdraad

t.o.v. bovendraad.

t.o.v. bovendruad

Verticae verplaatsing van de bodem.

- - - Sagging.

Bi = Verplaatsìng naar binnen.

FIG.5 RESULTATEN VERPLAATSINGSMETING.

s,

laadhoofd

t.o.v. onderdraad

o

6 5 4 3 2

i I

Bu = Verplaatsing naar buten.

Bu

Bi

Bi

cm

(15)

Technische Rogeschool Deift,

Laboratorium voor Scheepsconstructies, 1apport no. 126.

METINGEN AAN EEN LNDINGSBOOT

VAN GLASGEWAPEND POLYESTER.

Deel 2: SCHOTBEPROEVING.

door

H.J, de Ruiter

Dit rapport mag slechts woordelijk en in zijn geheel worden ge-publiceerd met vermelding vanonderzoekinstituut en auteursnaam.

(16)

-2-Voorwoord.

In dit rapport wordt een oriderzoek beschreven, dat in opdracht van het

hoofd Bureau cheepsbouw van de Hoofdafdeling Materieel van het Ministe-rie van Defensie/Marine door het laboratorium voor Scheepsconstructies is uitgevoerd.

De werkzaamheden bestonden uit het meten van de doorbuiging en de bij-behorende rekken van het machinekamerschot van een LeCA. bij belasting op waterdruk.

(17)

Inleiding0

In fig. k is eon deel van de landingoboot weergegeven. Het te beproeven dwarsschot bevindt zich op ca. 5,+0 meter vanaf de

achter-spiegel.

Op een kleine afstand van het schot is eon hulpschot aangebracht. De aldue gevormde ruimte heeft een inhoud van ca. 5 m en kan in ongeveer

i uur tijd gevuld worden.

2. Inrichting van de meetopstellin.

Electrisch.

In fig. 2 is de plaats en de nummering van de rekstrookjes op het M.K-schot aangegeven. De strookjes zijn aan beide kanten van hot M.K-schot ge-plakt, met uitzondering van strookje 8-verticaal, dat alleen aan de ma-chinekamerkant van hot M.X,-schot is geplakt. In de figuur is tevens te

zien waar de rek in ¿èn, twee of' drie richtingen is gemeten.

De strookjes (zie ook fig.

3)

zijn waterdicht afgedekt. Zij zijn d.m.v. meetkabels verbonden met een viertal uitbreidingskasten (fabr. Peekel

type B 103 U)

die waren aangesloten op eon rekmeter (fabr. Peekel type

540 DNH).

Mechanischo

Zoals reeds eerder is opgemerktis oen hulpschot

(ziO

fig. k)

aange-bracht orn de hoeveelheid water benodigd voor het op waterdruk belasten van het M.K.-schot,te beperken. Ter plaatse van de aldus gevormde ruim-te is de boot zo good mogelijk onderstopt, waarbij getracht is de onder-stopping zodanig te plaatsen dat hot M.K0-schot er goon invloed van zou ondergaan. Ilet gat in hot M.K,-schot, waar normaal de waterdichte deur (fig.

4)

is bevestigd, is op de volgendo wijze afgedicht. Aan beide

kan-ten van hot schot werd een stalen plaat aangebracht, die rustte op eon dikke rubberpakking. Met behulp van draadeinden en moeren zijn de stalen platen zodanig aangetrokken, dat een waterdichte afsluiting werd

(18)

_4_

gen

Voor het meten van de doorbuigingen van het schot is gebruik gemaakt

van een meetraam. In dit rneetraam waren horizontaal en vertikaal

meet-draden gespannen,.ten opzichte waarvan de doorbuiging van het schot werd gemeten. Het meetraam was bevestigd aan een portaalconstructie

die geheel vrij van het schip stond opgesteld.

3.

Meetprogramma.

Na elke belastingetoestand, d.i. 91 cm, 13695 cm en 182 cm waterhoogte,

zijn de rekken afgolezen op de rekmeters en tevens de grootte van de

doorbuigingen bopaald. Nadat het compartiment tot de vereiste hoogte was gevuld, werd enige tljd gewacht opdat het materiaal de tijd kreeg

zich aan deze belastingstoestand aan te passen. Dit geldt in het bij-zonder voor temperatuurspanningen en kruip.

4 Resultaten.

jemeen.

Hiervoor geldt hetzelfde als is opgemerkt bij de bespreking van de

resultaten van de langsscheepse buigproef. (Zie rapport

126:

deel i).

Doorbuiginp.

De meetwaarden, uitgezet op de meetplaatsen, blijken zowel in

horizon-tale als in vertikale richting goed te stroken. (Zie fig.

5).

1-let vermoeden bestond dat do stalen platen die aangebracht waren orn het

schot waterdicht te maken, de resultaten ongunstig zouden benvloeden omdat deze platen tezamen veel storker waren dan het schot.

Uit de meetresultaten blijkt echter het tegendeel. De lijn van doorbui-ging

(mp8 -

mp 13) bij volle belasting geeft een geleidelijke toename te zien tot meetpunt

4

en blijft dan recht tot meetpunt 13. Hetzelfde

(19)

laminaat M

laminaat L

geldt voor de lijnen mp 17 - mp 19 en mp 1t - mp 16.

Hieruit kan worden geconcludeerd dat de rubber pakking tussen stalen plaat en schot zeer flexibel is.

Rekme tingen.

In tabel I zijn de meetresultaten van de schotbeproeving gegeven0 Behalve de bij de drie belastingeri gemeten waarden zijn ook waarden voor de onbe-laste toestand gegeven en wel voor de toestand direct n het wegnemen van

de belasting en voor ca. 11-f uur later.

De cijfers in de tabel zijn de waarden die direct van de rekmeter ziin

af-gelezen.

In de figuren 6 t/m 9 zijn uitgezet waarden die een maat zijn voor de span-ningen. De omrekening van meetwaarden naar deze "spanningen" behoeft enige

toelichting.

De rekstrookjes die op het materiaal geplakt zijn, zijn electrische standjes. Door het materiaal op trek of druk te belasten verandert de

weer-stand van bet rekstrookje. De specifieke weerweer-standaverandering van het strookje, d.w.z. wordt afgelezen op de rekmeter. Tussen deze factor en de specifieke lengteverandering van het rnateriaal bestaat de volgende betrekking: K

AR/RAL

Hierin is K de gevoeligheidsfactor van het

rek-strookje, die door de fabrikant wordt opgegeven. De

voor de L.C,A, gebruikte strookjes zijn van bet fabrikaat Tokyo Sokki

Ken-kyoku, type YL-20 met een weerstand van 120C en een k-factor van 2,05.

41 AR /

De specifieke verlenging is te berekenen uit

= T = i

¡k

Dit is

ge-daan voor de meetplaatsen aan beide zijden van het schot.in horizontale en vertikale richting.

Met deze waarden is eenvoudig te berekenen welk gedeelte van de vervorming veroorzaakt is door een normaalkracht (EN) en welk gedeelte door een bui-gend moment (B). Stel in een bepaald punt de volbui-gende rekverdeling:

-5

kern E

M+EL

2

_L _EM

B 2

(20)

-6-Rest nu nog de berekening van de spanningen uit de specifieke rekken in

horizontale en vertikale richting op hot schot. De formule voor het bere-kenen van de spanning luidt:

2

VH)

6

m H,V 2 H,V m -1 waarin:

6 = spanning (normaal of buig)

index H = horizontale richting index V = vertikale richting

I

a =

y

dwarscontractiefactor

E = elasticiteitsmodulus

= specifieke verlenging (normaal of buig).

Voor y is de voor dit materiaal gebruikelijke waarde O,k genomen.

De elasticitejtsmodulus van dit materisal was niet bekend. Daarom is in de figuren de waarde /E uitgezet. Hierblj is verondersteld dat de elas-ticlteitsmodulus in beide richtingen gelijk is. (Zie hiervoor rapport 126: I. van het laboratorium voor Scheepaconstructies).

De spanningsverdeling over het schot in de omgeving van bodem en huid

wijkt af van wat in eerste instantie zou mogen worden verwacht. Dit komt doordat bij het vullen van het compartiment met water niet alleen bet schot maar ook de bodem en de huid worden belast. De binnenkant van de bodem zal

ten gevolge van deze belasting kleiner worden (fig.p.7)0Dit geldt ook voor het laminaat van het schot aan de motorkamerzijde. Beide vervorrningen zul-len ongeveer even groot zijn, waardoor op de betrokken plaats geen extra

spanningen zullen ontstaan. Het schotlaminaat aan de laadruimzijde verkeert in een andere situatie; hot zal groter willen worden, terwiji de onbelaste

bodem aldaar nog een deel van zijn oorepronkelijke versmalling zal willen behouden. Dit kan niet omdat beide onderdelen aan elkaar vast zitten, zodat het remultaat eon drukkracht op het schot ia

EM = specifieke rek in het laminaat aan de motorkamerzijde

L = " " " "

" " " laadruimzijde

=

t

" t0g0v. normaalkracht

(21)

verkleining bodem vergroting schot mo torkamer verki. schot schot bodem Concliies.

De hart-plaatspanningen in horizontale richting zijn van dezelfde orde van grootte als de bijbehorende huigspanningen (fig. 6 en

8).

In vertikale

richting zijn de hart-plaatspanningen daarentegen gering. Dit verschil moet worden toegeschreven aan de aanwezigheid van het houten hulpschot dat de membraanwerking van het M.K-schot in horizontale richting sterk

verbe-tert. In vertikale richting is de invloed gering doordat het schot het dek nauwelijks kan steunen door de aanwezigheid van de grote dekopening. (Zie

fig. 1f).

7

(22)

APPENDIX.

Met L.C.A.

Plaatsing strookjes aan iaadruirnzijde:

M.K.-schot aan motorkamerzijde:

Geiijk aan die aan iaadruimzijde met de voigende afwijkingen:

Behalve een strookje 8 hör, is er ook én vert. geplakt. De codering is:

8hor.

=8A

8 vert. = 8A hör.

1e maatafst. t.o.v. de andere strookjes is:

Strookje lA is in verband met een siechte overiap op de meetiijn 7 cm naar H.S. toe verpiaatst.

H.1 5.

-8

vr

san M.K.-kant:

(23)

0V

-

10 -Mee tklokresul ta ten

verschillen u) cO-4-mG) O-stand cm waterb. 91 cm waterh. 136.5 cm waterh. 182 cm 91 cm 136.5 cm 182 cm HG) 1 23.35 23.30 23.10 23.00 0.05 0.25 0.35 2 19.55 19.35 18.55 17.25 0.20 1.00 2.30 3 20.50 19.75 18.00 15.25 0.75 2.50 5.25 k 19.00 18.05 16.15 13.20 0.95 2.85 .8o 5 19.10 i8.+o 17.05 14.85 0.70 2.05 4.25 6 15.25 14.90 14.25 13.05 0.35 1.00 2.20 7 18.45 18.50 18.35 17.90 +0.05 0.10 0.55 9 22.10 21.90 21.50 20.60 0.20 0.60 1.50 10 21.00 20.40 19.20 17.15 0.60 1.80 3.85 11 19.45 18.50 16.75 ik.o5 0.95 2.70 5.40 12 18.60 17.65 15.70 12.65 0.95 2.90 5.95 13 19.00 18.15 16.25 13.05 0.85 2.75 5.95 14 19.60 19.25 18.55 17.15 0.35 1.05 2.45 15 19.45 18.75 17.55 15.45 0.70 1.90 4.00 i6 18.65 17.95 16.70 14.45 0.70 1.95 4.40 17 21.60 21.15 20.05 17.95 0.45 1.55 3.65 18 21.10 20.45 18.75 16.10

o.6

2.35 5.00 19

2.45

19.80 18.05 15.05 0.65 2.40 5.40 20 5.60 5.90 6.40 7.45 0.30 0.80 1.85 rboven 5.50 5.30 5.50 5.80 +0.20 0.0 0.0 Loncier 8.00 8.05 8.00 8.30 0.05 0.0 0.30 boven 6.20 6.00 6.15 6.20 0.20 0.05 0.0 sonder 11.00 11.00 11.20 11.60 0.0 0.2 0.6 s

o

B.B S.B

(24)

Rekstrookmeting. -

91 cm 1)6.5 cm 182 cm

O O -

91 cm 136.5 cm 182 cm

O O iV

-5

-180

-285

-40

0 10 15H

290

870

11+40 120

-io

2V 65 0

230

-20

5 11 16V 11+5

205

410

lo

65 2H 10

-80

-75

-40

15 12 16H

370

1020

2165

70 0 3V 165

725

1310

70

60 13

i6s 25

460

8ko

_1+5

-25

3H 85

380

910

-30

-10

14 17V 15

2)5

885

-35

5 33 125

990

1160

35 40 15 17H 105

485

1340

35 40

4v

230

875

1370

110 120 16 173 125

550

11+45 5 5 4H

250

685

1340

-20

-30

17

i8v

125

545

1300

20

30 14S

200

670

1195 20 25

i8

18H 125

700

1340

+5

-15

5V

325

745

1230 8 95 19

18s

155

725

1445 25 15 5H

225

565

1085

-30

-35

20 19V 180

360

1045

-30

0 53

245

555

985

-20

-5

21 19H 160

395

675 20

-25

6V 25

-115

165 45 105 22 19S 6

325

1045 0 0 6H

-20

-90

-40

-70

-90

1 iV 150

360

510

-10

5 7V

-515

-1215

-1580

+20 75 2

2V: 205

375

55

-20

20

8H

-210

-750

-1085

-80

-10

3 2H

-10

-120

40

-15

-20

9V

-10

-10

-55

-10

0 1+ 3V

70

-720

-i65o

-95

-10

9H

-60

-95

+650

-45

0

5 311

30

350

960

-5

-20

10V

+100

435

965

25 20 6 33

35

-280 -53Ô

-85

_LiO 10H

125

555

1585

-5

-15

7

1'j -410

-1330

-2350

-175

-70

103

125

495

1295 15 25 8 4H 115

4i

1135

-170 -210

11V 135

645

1150 30 40 9 4

-80

-410

-600

-115

-80

11H

350

1080

2260

65 0 10

5V -560

-1250

-2120

-180

-85

12V

270

910

1555 140 70 11 5H:

245

385

860

-5

-25

12H

195

615

1200

70

-55

12

5S -135

-350

-495

-90

-50

13V

165

915

1865

165 150 13

6v-170

-125

-'+65

-11+5-125

13H

180

510

900

-110 -130 14 6H

315

475

795 15 35 13S 165

520

955 10 0 15 7V L190

1245

i6io

-1+0

-270

-14v

250

300

610

75 115 16 8H

255

725

1475

-10

-15

14H

325

740

1385 25 5 17

9V -180

-630

-1445

-110

-70

i4S

125

320

1090

25 55 18 9H

290

460

720

-20

---35 15V

290

625

1210

90

90

19 10V

-315

-1035

-1880

-120

-55

(25)

De met

[j

aangegeven nummers bevinden zich aan de Motorkamerzijde, de andere aan de laadruimzijde van het motorkamerachot.

-

12

-Rekstrookmeting. U)

91 cm 136.5 cm 182 cm

O O U) . i F-(O

.s.

91 cm 136.5

cm 182 cm O O

-10H 160

120

280

-20

-30

37 17V

-20

-735

-1585

-110

-90

los

-340

-670

-1130

-115

-65

38 17H 0 50 95 10

-15

11V

-405

-1270

-2305

-190 -100

39

17S -170

-805

-1515

-115

-65

11H

+260

+435

+1130

10

-40

ko

18v 20

-800

-1795

-120

-.30 12V

-320

-1155

-2205

-190

-75

41 18H

-45

80

505

-40

-60

12H

190

330

970

-40

-50

42

i8s

-85

-555

-965

-110

-75

13V

-410

-1880

-3400

-370 -200

43 19V

-70

-880

-1635

-215 -110

13H

40

355

1110

65 80

44

19H

-5

-15

10

30

50 13S

-300

-1310

-2130

-225 -105

45

19S

70

-335

-720

-1ko

-80

14v

-345

-925

-1680

-175 -115

46

20V 5

-415

-1080

-100

-50

14H

180

290

450

-50

-50

47 20H

50

30

-140

-40

-ko

14s

-30

-5

-165

-125

-75

48

20S -100

-650

-1585

-100

-30

15V

-490

-1090

-1915

-185 -100

1 20V 5

-75

165

-60

-30

15H 45

-20

230

-55

-50

2 20H 0

50

540

-45

-55

16v

-490

-1130

-1990

-170

-65

3 20S 85

300

935 30 30 1611

+115

235

860

-70

-90

4

8V -130

-590

-1680

-140 -130

-16s

-235

1+8o

-420

-60

-30

(26)

AANZCHT TEGEN MACH.

KAMER - SC HOT

w

ENKELVOUDIG STROOKJE

FIG.2 PLAATS EN

NUMMERING VAN DE REKSTROOKJES OP HEI MACHINEKAMER

SCHOT.

SCHAAL 1: lo

TOR S E

(27)

.. .7j

Ji

-

t

-,,

C

-lk

_JJ

I

Fig.

3

Fig.

1

(28)

B.B.

M.K. SCHOT

FIG. 5 000RBUIGING VAN HEI SCHOT B'J 3 BELASTINGSTOESTANDEN.

182 cm waterhoogte

--136.5cm waterhoogte

91 cm waterhoogte 1 cm doorburgfng 7 cm S. B. F--- -

(29)

-M.K. SCHOT

FIG. 6 HART PLAAT "SPANNINGEN" ( REKKEN) HORIZONTAAL

182 cm waterhoogte 136.5 cm waterhoogte

-.

91 cm waterhoogte 1cm 250 urek I I S. B.

(30)

B. B.

(

M.K. SCHOT e e 4 182 cm waterhoogte 136.5 cm waterhoogte

- 91

cm waterhoogte

-FIG. 7 HART PLAAT SPANNINGEN" ( REKKEN) VERTIKAAL.

1cm 250 rek

(31)

B.B.

/

FIG. 8 BUIG "SPANNINGEN" ( REKKEN) HORIZONTAAL

182 cm waterhoogte

- - - 136.5 cm waterhoogte

-. -. -. - 91

cm waterhoogte

1 cm 250 u rek

(32)

B. B.

M.K. SCHOT

FIG. 9 BUIG "SPANNINGEN ( REKKEN ) VERTICAAL

182 cm waterhoogte

- 135.5 cm waterhoogte

-. -. -. - 91

cm waterhoogte

1cm 250 urek

Cytaty

Powiązane dokumenty

Badania eksperymentalne procesu klasyfi kacji w młynie fl uidalnym wykazały, że względna masa materiału w komorze fl uidyzacji maleje ze wzrostem strumienia objętości powie-

12:30 Session 4: The Hellenic National Cadastre and 3D Geoinformation - Efi Dimopoulou Byron Nakos [ presentation ]. The Hellenic National Cadastre: An Elemental Institution

*** Omawianej wystawie towarzyszyły różnego rodzaju „imprezy” związane z tema-

W przypadku, gdy pytanie z tym związane jest podniesione przed sądem jednego z państw członkowskich, sąd ten może, jeśli uzna, że decyzja w tej kwestii jest niezbędna do

Hipotezy zakładały, że poziom poczucia własnej skuteczności będzie wysoki u osób zdecydowanych na emigrację oraz że wystąpią różnice płciowe w pozio- mie poczucia

The Dutch Urban Ground Lease: In a nutshell & the Amsterdam case.. TENLAW Conference,

W dziedzinie języka możemy jednak mówić o szczególnych zainteresowaniach: studenci bardzo interesują się językiem reklamy i biznesu, a czasem nawet językiem polityki, choć

Silberstein odgranicza go od przedmiotu psychologii, tym samym zaś uznaje, że estetyka, „mając odrębny od psychologji przedmiot badania, stanowi odrębną naukę, nie zaś