Hellingproef Bouwnuinnier 108 =
A. de Jong N,V.
Met de motortrawier houwnr. 108 werd op 5 maart
1958
bij de werf van A. de Jong N.V. te Schiedam een helling-proef verricht.Als hellinggewchten werden 12 met water gevulde vaten elk 21L. kg. wegend, gebruikt. Tèlkenmale werden 3 vaten
over een afstandvan6.m. verplaatst.
Volgens opgave van de werf bedroeg de diepgang achter 3,57L1. m., de diepgang vr 1.5L1.6 in. Deze maten zjn bepaalcl als gedefinieerd op biz. 2 van het rapport no. 15 van het Laboratorium voor Scheepsbouwkunde te Deift.
Uit de carène-diagranmmen, wélke gepubliceerd zijn. in voornoeind rapport, voigt dan:
A
= 360,0 ton1000 in zoet water.MK =
3,72rn.
F1 = 2,20 ni. achter ord. 10
De hellinghoek werd met behuip van een slinger,
waar-van de lengte
3,155
n, bedroeg, en waarvan de uitwijking werd bepaald, gemeten.De verrichte metingen zijn verrneld in onderstaande tabel.
No. aantal tonnen . a
PflW B.B. S.B. I 6 . 6 0 2 9 3 4.5 3. 12 0 85 ij. 9 3 5 6
6.
6 3 . . 9 ¿1.7 70
1295
8 3 . 950
.9
6
2-2-Hieruit
zijn
8 MG waarden bepaaid, t.w.:MGi -= 0,75 zu. MG5 = 0,72 m.
MG2 = '0,84 m. MG6 0,70'' in.
MG3 = 0,84 m. MG7 = 0,75 rn.
MG4 = 0.75 m. MG8 =
0,70
m.Het 'gerniddelde van deze waarden, MG = 0,76 in. is als julst aangenomen.
Daar -GK = MX - MG, voigt hieruit, dat GK= 3,72 - 0,76
2,96 rii.is.,
Teveel
aan boord -was:
.-Omschrijving
- ewic-ht. Âfst.tot Moment Afst.tot. Momentton.meterbasis' viak ton.me- ord.0.
tonmeter
m., -ter m.. -helling gewichten 2,568 ¿444 'H
11,402
22,60 58,037 meneen - 0,600 ,90 2,940 19,65. i1,'90 heliingbak ..0,140
0,85 Ò,119 19,65 '2,751ih.e±pansietank.
0,100 8,50 0,850 9,17 : 0,917 -dagtank '0,757
2,00
.. 1514
II 15
8,441 !t vo:or bodemtank-1,.9.001,63
21,027
' 31-,04.400,416
drink w.ikB 6,950
2,70 18,765 6,09 42,325 ft 6,950 2,70 18,765. 6,09 42,325 -br.tank15,703'
.1,35 - 21,199 28,00' 439,684dagtank winchs
0,077 .5,50 0,423 . 10,35 - 0,797 èmeeroiietank 0,335 2,00 H 0,670 12,65 - -4,238
ko.elw.suppL t 0,380 5,00 1,900 12,654,80-7
47,460
99,574-
1016,528
-3-Nog aan boord te brengen:
onisohrijving
gewicht Afst.tot
MomentAfst.tot
Momentton
basis
ton.meter
Ord. O
ton.metér
meter
meter
lijnenop winch 3,407
5,35
18,227
15,80
53,831
I visbord
.0,600
4,40
.2,640
7,40
4,440
2 visborden
..1,200
4,40
5,280
3,15
3,780.
I visbord
0,600
4,90
2,940
30,15
18,090
reserve anker
0,187
4,80
0,898
10,15
1,898
5,994
29,985
82,039
Resulterend
omschrijving
gewicht
mom.t o.v.basis
mom.t .o.v. ord.0
ton
ton'.meter
ton.meter
schip
360.00
105,60
.5742,00
al
47,
99,57
1016,53
312,54
966,03
4725,47
bij
5,99
29,98
82,04
318,53
996,01
4807,51
Voor het lege schip is dus:
A =
318,5 ton;
GK3,13 in, F
= 3,06 m.achter ord.10
Uit de carène-diagraininen voigt dane
TA-
= 2,62 ni.; Tgem.= 2,30 in.; T
,63 in.; T
= 1,01 in.
UC.
= 3,83.ni.
GK= 3,13 in., dus
.*r= 0,70 m.,
gerekend in zout water.
Deift, 22 april 1958.
Bepaling van de stabiliteit van een
niotortrawier bou.wnr. 108.
A. de Jong N.y.
= =
Voor het bepalen van de dwarskrommen en de carène-diagrammen wordt verwezen naar rapport no. 15 van het
Laboratorium voor Scheepsbouwkunde te Deift.
Overeenkomstig de voorschriften van. deScheepvaárt-inspectie zijn vier toestanden bepaald, t.w.
1e vertrekhaven. aankomst viagronden. 3e vertrek visgronden. 4e aankomst haven.
Hierbij is gerekend voor: heenreis 7 dagen.
verb]ijf op visgronden 7 dagen. terugreis 7 dagen.
en reserve voldoende voor 2 dagen. Zodoende wordt gevonden:
toestand I toestand 2 toestand 3 toestand 4
A
451,7
425,5
501,é
474,4 ton TA3,72
3,86
.3,75
.3,55
in. .2,17 .1,85
2,63
2,60
. in. Tgeni 2,94 2,85 .3,19
3,07
ni.-
T..1,55.
H2,01
1,12
0,95
rn. MX3,65
,69
3,64 3,63. m. GK MG2,84
0,81.
2,90
0,79
2,86
0,78
2,90
0,73
rn, ni.. Bljtoestand I is gerekend, dat àl het zòut zich,in het
voor haring-ruith bevindt en dat het ijs 1ós gestort is tegen liet achterschot in het visrumm. .
-2-De kroinmen van armen van statische stabiliteit
en van
dynamische wesen voor deze 4 toestanden gaan hierblj als
figuren I t/m 4.
Bij toetsing van deze gegevens aan de criteria van Rahola
b]Jjkt, dat de armen van statische stabiliteit voldoende
groot zijn. Rahola eist, dat de hoek, waarbij de arm maxiniaal
is, tenminste
350
bedraagt.
Deze hoek wordt als voigt gevonden
toestand
Tenslotte eist Rahola, dat bij deze hoek de dynamische weg
tenminste 80 xmn. bedraagt.
In toestand 3 is de dynamische weg in dat geval 70
mm.Deift, 22 april 1958.
(H.J. Zund.erdorp)
I
3Q0 2300
325°
4
27°
050 O 0.30 020 010 Lab.
y. Schcebwkd
Thjçe I4
bESTAND. I'lI,7
tori /I'
,,.
T 'w Ta-Tv. 'n 284 'n .2.0 ¡00 ¿00 300 ¿100 50' 60' 700 80' ;1..0.60
-Q5o
Q'10
020
0,10
¶ Lab y..
Scheepsbcwkude
I
Techncke He.choo
¡0° 290 + e 60° TOESTANb L A L42.S,S ton i;. 3,86 Pn I m 2a ' 1A..tv0 ¿.0k n IlK 2 369 ,n 90m riG 2 700 80°o0
0.1060 0.50 0qo
0.o
020 ollo Lab.y.
Scheepsboiwktï
Tpchrsch
sc,De
/ //
/
/
/
/
/
f,,
// j-cD. w 3-T0CTAND a 5OI,.to,h 2.3lni,
T, ° - 3.l VVhd A Mc, o,18p.t. 700 I E. 020 o io o.:o 60°J O60 0.50
00
o.eo OID TLab
Scheepsbowkrnd
Techsche qh
i-/
//
/
/
/
/
,,
/
/
/
:/
/
/
PIKGK 2.O ni,M)NC. o.? Pn.,