laboratorium voor Chemische Technologie
Verslag behorende
bij het fabrieksvoorontwerp
van
onderwerp:
.
.
VCf:::ir..
.
Tl.W
. E ....
G:-
.
G~QEp.
..
.c.l.\
...
l9
..
1
...
.
... .
...
GLYKO
.
~N.
..
:
..
~RQWJ.Cr.t~
...
SHElL..:-
..
t1oE.I;ÇD~K
...
.
opd rachtd atu m
:
&
-
12 -
Is&6
verslagdatum:
'1.-
'1-
\981
INLEIDING
In dit
verslag wordt
behandeld
de
kinetiek
en
de mogelijke
procesvoering van
de
produktie
van
ethyleen-glykol
via
de
hydratatie
van ethyleen-oxide.
Uitgangspunt
is geweest,
het vinden van
een volledige
kinetiek
om deze
te
kunnen gebruiken voor reaktor-ontwerp,
als een
ondereel in de opstelling van mogelijke procesvoering
naar
glykolen. Dit
in
het
kader van de G-groep van
Februari
1987,
in opdracht van Shell
Nederland Chemie
B.V.
te
Moerdijk. Deze vesteging huisvest zelf
een glykolenplant
van
het beproefde niet-gekatalyseerde homogene vloeistoffase
proces,
evenals een
ethyleen oxide plant die
zuivere
grondstof verschaft. Kriterium voor nu op te stellen
glykolenproces
is
een jaarproduktie
van
ethyleenglykol,
cl
i ethy
I
f:?eng
1 ykol
en
tr-
i
et.hyl ef:"?ng
1 ykol
(I-HJ -
[CH2CI'-12U
JN'
H) i n de
vel'''houdin(;J
l~)O ~10 : 10
~::t.on/jaar".Ons verslag behelst
slechts
de voorstudie van deze opdracht
en
bevat.
derhalfe
geen konclusies, maar uit.gangspunten voor
definitieve procesontwerp.
2
INHOUDSOPGAVE
blz.
Inlt:?ic:linç)
3
Samenvat
t
i
nç~14
Eigenschappen van
ethyleen-oxide en
glykolen
5
Reaktie mechanisme en
reaktie
kinetiek
5. 1
5.3
Ongekatalyseerde reaktie
Homogene base
gekatalyseerde reaktie
Homogene
en
heterogene
zuur
gekatalyseerde
"
.. ei"',,
kt
i,
t:~ r'l..
::.4
-',
I9
5"
.1-
Hydratatie
reaktie
met organoantimonhalides 11
,='11 s
katal
y~5ator6
Vergelijkingen
van
de kinetiek-modellen
1?
7
Het
verkrijgen
van de gewenste
glykolenverhouding
14
8
Proces beschrijving
8.1
Het klassieke proces
15
8.2
H20 afscheiding zonder verdampers
[lit.17J
17
8.3
Proces met twee reaktoren
18
8.4
Homogeen
gekatalyseerde
proces
18
8.5
Heterogene
gekatalyseerde
proces
19
9
Massa balansen
20
10 Literatuurlijst
11
Bijlag€~nA Programma
voor
reaktorberekeningen
8 Fysische eigenschappen
1-3 SAI'1ENVATTING
Om
tot
een
keuze
van
een
bruikbaar
moclel
te
komen moet
allereerst
opgemerkt
worden
dat de clrie bekeken
kinetieken
allen
interessant
qenoeq
zyn'
om
mee door te werken
dit
vanwege
het
empirische
karakter
waarmee
de
reaktie
beschreven
pleegt
te
worden.
Daarby
blykt
het
?
naar
aanleiding
van
enige
berekeningen
aan
de
verschillende
modellen
met
enerzyds
de
k-waardes
van
het model
z e l f ,
anclerzyds
met
overall-k's
zoals
Shell ze
gebruikt?
niet
mogelyk te
zyn
om
een
kinetiek uit te
kunnen
sluiten.
De
twee doorberekende modellen, nl. het
ongekatalyseerde-
en
het
homogeen
gekatalyseerde
model
vertonen
evenwel
overlap
met de
resultaten
van Shell
maar
zyn
niet exakt
voorspellend.
Om
nu
toch
een
selektie
te
kunnen
maken
is
de
EG-selektiviteit in
beschouwing
qenomen
immers
de gewenste
procluktie
van
EG
(93.8
mol%
moet
minimaal
gemaakt
worden
wil men
aan
een
tweede reaktor
met
EG-voeding
kU.nnen
toepass;E~n.In de
të:\bF!!1
Vë\Y'lhoofdr,,;tuk
/::,
: "
hinptiek-keuze"
i~:;te
z:i
.
f.;)n cI.o\t slechts
het
oncJf2katal~:::lsE~E'1"dE;)ITiOdE'l
:i.n
eprste
instantie
hieraan
voldoet.
99%
EG-selektiviteit
by
voedingstemperatuur in
cle
buis
van
100°C.
Het homogene
model
kan hier
slechts aan
voldoen
a l s , of
met
een
lage
pH
van
Cd .•LI' wordt qSl"('2kenc:l,
of' met kl('2inel"E'
C-l..tJd.ë~l"dl=:!~:;.(
C:::
f\n
!
~\l).
De
ë\,~'tnnë\m€.'!Vë\fl
een
ZU.Ur'
mil:i.F:'Lt
i
<;:;n:iet
realistisch als
uitqeqaan
wordt van een
zuivere
EO-voeding.
De
stofspecifikatie
voor
EO
qeeft
een
maximale
azynzuur-koncentratie van 0.002
m%
dit
komt
overeen
met
een
pH
in
de reaktor
van ca.4.5
Het
model
zou
dan
tevens
een
kleinere
C-waarde
nodig hebben om
de
EG-selektiviteit te
kunnt~n
halen.
(C
i~::;minirna,:.\l 1
~\nis;
du.<..;
r.:trDtf2r' als hl
waar by n'::i'::irmë.'t t('2
gE~vc<r'md)
.
Hf:'!t
als kati:11Yi,;<..'\tOl'··
e
groter
is
er
meer hogere
glykDlen worden
heteroqene
model met
een zure ionen
wi
sselaar
voldoet oDk
aan de
selektiviteits-eis.
Een tweede kriteriu.m
is de
verblyf'styd in
de
reaktor, tau.
Nu. moet qekonstateerd
worden
dat
het
ongekatalyseerde
model
te snelle resultaten
qeeft
tov
een
typische verblyfstyd van
~j d.
1.
~-:':: /TI i n .by
tf~ITIP('~'r"at:
Ul"f.~n tU~::;'::;f2n1
~j0-
200
oe.H
i
er
voldoet het homogeen
gekat~lyseerde
mDdel het
beste
als met
een
lichte
zuurgraad
gerekend
wordt. Het
is
hierop nog
niet
gekontroleerd.
hE)tF.·l"CJCJ('2nE~
mocle
1
-.'-;.'.
.'.
Konkluderend bevelen wy ëiëin
nëi
overleg met Shell
dat
het
rëiadzaam
is om by
toepassing van het
homogeen gekat.
model de
overall
K's
van Shell te gebruiken.
Dit betreft
dan de "snelle
"
hl(H:20)
F?n K3(watel~vru)vOOr'
E'f-~nf2ventuele
tweede
reaktor.
De
resultëiten
hiervan
kunnen
goed
vergeleken
worden
met
die
verkregen
by
toepëissing
van
K-non(H:20) uit de literëituur in kombinatie
met C-non -
2.55
+/-
0.15 by pH7. De hierboven genoemde K's zyn
Kl (H:20)
-
9.39E5 EXP( -18134 / RT ) l/mol/s
h3(watervru) -
1.87E5 EXP( -223:27 / RT
I/maIls
K-non(H:20)
-
9.56ES EXP( -19000
I
RT
l/mol/s
Het ligt hierby voor de hand het homogeen gekatal. model
te
gebruiken vanwege de algemene toepëisbaar- heid ; het is
aan
te
passen voor reakties in
aanwezigheid van
verschillende
homogene
katal
.
wëiarby
tevens de
verschillende K-waëirdes
gebruikt kunnen
worden.
Aëinpëissing is Dok
mogeluk om
een
eventuele watervrye
tweede
reaktor
door
te rekenen.
Het
ongekatalyseerde model
k-waëirdes,
terwyl by
gedeeltelyk ontbreken.
i~:;
s;l(?cht·,";
vö~n hE~t h(!~tE·~·rC)nE!netoepassing
met eigen
model
die
nenevens
Enkele
reaktor-kondities wëiëirby de glukolen-plant van Shell
Moerdyk
opereert
;
EO--konvel~si e
TAU
TEMPERATUUR
T VERSCHIL
DRUf\
==
1.
(
E~ ::.:plo'::. i
E:'···'(]ev
<::1<':1 l"en milieu-eisen)
LT
Af~l ~~··-I:> ROD.EO "verlies"
H::::
:
O/EO
pH
5 --
1:?
Il
l
in ..
-
1
~:10 -~?(1f2)°C
-
mlOC
...
:~~D .... ':::. (i)
1::) .::~ Y' El.
..
.
E:G
D!::(;
.-
1·,~·(;J ~ :I.{;. - ft ..7 : 0 .. 31
-
9::~.:i==2.1
i:.
-' 7
a
:l
(2) I ....• ( : ) 11 .t::._.
.
"7
(
V <~\ 1"1 l!!f.?ÇJ E' (~?CJndei"biJV.
TE
(:i
u
:i.
t
E:~O5
uit
:I.\:~.(~)ktDrIEO/jëiëi·(·
0.07
UIt
7.57 kmol/min.
:I. " :-:;
frlOI
:~het gebruik Vëin schone EO)
acetëildehyde en ëizynzuur)
De nu gewenste jaarproduktie
EG : DEG : TEG -
150:
bE·~draaqt
10
10 kton/jëiar
==
'7/ 3.
El : 3.
tJ : :;;::
Oli)
rnc
)
1
~,~Met
de
momenteel
toegepaste
variatie
in
de
H20/EO-verhouding (
7
a 10
)
is
het
mogelyk
om
de gewenste
produktie-verhouding enigzinds
te wyzigen
; als een hoge
re
EG-produktie
gewenst is wCJrdt deze
v
erhouding vergroot. Het
door
Shell
opgegeven këipaciteits-kriterium
wen
s
t
nu
een
kleinere DEG- en
een
grotere EG-
&
TEG
-
produktie. Het ligt
vCJor de hand
dit te bereiken met een
hogere
EG
-
selektivi-teit
(grotere
H20/EO-verhoud.)
,
in
kombinatie met
een
watervrye
tweede reaktor die de
overmaëit
geproduceerde EG
(en DEG 7) tCJt TEG verwerkt.
Tenslotte
kan men zich ëifvragen
basisch milieu vCJlgens het pëitent
wederom
vanwege
het
zuivere
verontreinigingen.
-3-of
de scheidings-trein in
Hoechst nodig
is
v2i.n
EO
zonder
mogelyke
::~';~ .. ' . . :~>:: " :! ..• ~ .. . . :~
...
............--
.:
....
~ ... ~4 EIGENSCHAPPEN VAN ETHVLEENOXIDE EN GLYKOLEN
4.1
FYSISCHE
EIGENSCHAPPEN
Ethyleenoxide
is
een
laag-kokende
stof
die
in
alle
verhoudingen
mengbaar
is met water en
de meeste
organische
oplosmiddelen.
Het
oxide
is
zeer
reaktief
vloeibare
ethyleenoxide
is
zeer brandbaar , by gasvormig EO
treedt
er
explosiegevaar op
.
Om dit gevaar
te
beperken worden
opslag-en
voorraadvaten
onder
stikstofdruk
gehouden.
Zuurstof
(
lu
cht)
is uit den boze.
Glykolen,
hoog-kokende
stoffen
,
zyn oa
goed
oplosbaar
in
water
,
alkoholen
en organische zuren.
Ethyleenglykol, een
geurloze
en zoete stof
heeft
een
sterk
vriespunt-dalend
effekt
vanwege
zyn lage
molekuulgewicht.
Deze stof
wordt
dus
toegepast
als anti-vries. Een
ander toepassingsgebied
is
de
polymeersektor.
Bylage
B
qeeft
enkele
fusische
eigenschappen van ethyleenoxide en
glykolen.
CHEMISCHE
EIGENSCHAPPEN
Gezien
de twee hydroxyl-groepen zyn de chemische
eigen-eigenschappen
van
glykolen
vergelykbaar
met
die
van
alkoholen. Gangbare alkohol-reakties zoals
hudroxyl-su b·:::; ti tut i e
ITIE~ th
a
I
O(.~Ie('2n,
Vf:.~l"'e<::;·t
f?l" j.n
']
en z
.
k
1...\n
nen
0 0k
plaats vinden met glykolen.
Ethyleenoxide
i
s
zeer
reaktief en
kan n
a
a
s
t
qehudrateerd
worden tot glykolen,
ook een
hudraat
vormen
; deze laatste
kan bevriezings-problemen
veroorzaken.
TOXICOLOGISCHE
EIGENSCHAPPEN
Ethuleenoxide is
een
.
h
L\i
cl
E'nog
E'n .
<:i
:i
f
t·
i (]
irriterende s t o f , die
inbr
andt op de
hU
in<."\clE'~min(Jof
in<:.;likl<en.
DE':
M.i;.C.-waarde is ge
s
teld op
50
ppm.
Glykolen
leve
r
en
in
principe geen gevaar voor de gezondheid
op.
By inwendig
gebruik
kan
bewusteloosheid
optreden
glykolen worden
namelyk slec::ht
afgebroken
in
De
M.A.C.-w
a
arde
voor
ethyleenglykol
is
LD-waarde
varieert van
5
g/
I<
g voor konunen tot
ITI L\ ]. Z i2
n
•
\.J
ei Cl)"cl
:i ...
E't h L
.
I
1
E" (.?n
q
:I.
~Ik
Cl1
i
c.;
cl
E!c:I
C)dE,
J
~.Ik
E:mensen
gesc::hat op 1 mI/kg.
-'1-• < . •. '.-i.' .'. ~.
het
1
i
c::hE\am.
:1.00
ppm.
l.~jq/kç:J
clD
s;:i. s;
Di
'
.. :'"
Vele))""· VOOr··"I
5 REAKTIE MECHANISME
EN
REAKTIE KINETIEK
Het
~eaktiemechanisme van ethyleen oxide
(EO)
en
wate~kan
in het
alqemeen beschouwd
worden
als een
nucleofiele
r
eaktie,
waarbij
er ring opening van EO optreedt.
De zure reaktie wordt als volgt
verondersteld~CH,
CH,OH
I
) 0
+
H+
~
CH.
[
-
CH,
C+H,
- I 1O+H
~
ICH,)
CH,OHJ
B,O
--
I
+
H+
(22)
CH,OH
En
in de basische
oplossing:
CH,
\
-
HO-... CH"
CH,OH
-,
B,O
CH,OH
I
)O+
OH-
-+1
)
0
-+ 1 - - + I+ OH-
(23)
.
CH,
_
CH,
CH,O-
_ICH,OH
De
reakties 1 en 2
geven
weer resp. de klasieke SNl en
SN2
substitutie. In
de
neut~aleoplossing
heeft Milier
[ l J
de
volgende reaktie schema gege
v
en:
CH,
II
-
CH"
.
OH-HO-
..
. CH,
-
-
I
CH,OH
I
)O+H+~
I
)
O+H
- - +I
)O+H
11
-+
1
.
CH,
,
_
_
CH,
CH,
CH,OH
De mechanisme
kan
men
dus
als
volgt
formuleren:
kl
EO
+
H20
---}
ethyleen
glykol
(EG)
(
4
)
Vervolgens reageert de gevormde ethyleen glykol verder
met
eo
tot diethyleen-
t~iethyleen-
en
hogere glykolen
(DEG~
TEG,
en
H:i. Cl
Jk2
EO
+
EG
---}
DEG
(
5
)
k::::;
EO
+
DEG
---~TEG
(6)
De reaktiesnelheidskonstante
k1 in
een
verdunde oplossi
ng
is
eerste orde in EO; hiervan
zi
jn
verschillende
waarden
VF.'Y·· inE!
I
ci :
I··
...1
r-, 7.
è:>~} ' 0:= E~O~::j .~.k
1
_.
9
h ::~;(::;
E
:O
:'i
-ff. I1
1
{"'),-\ EO~:.:.~ .y(. ~::-
.
7 7 E';';P
(-
1
(:;":'i<p
(--
:L
f..~1 ;.~IJ
(-
:I
90()O
I I c> LJ:L
:S4
/
8:?/·:]'
I I F~TI
::;:T
RT
) ) )( I
/
rnD
I
~:;)(I/mol
SJ
(I/mol
<:;) [lit.2-~'::;][
ElHELL
]
[
SHELL
]
Aan de hand
van
de bovengenoemde
mechanisme
wordt er
het
mathematische model voor het proces gedefinieerd
d[EGJ/dt
=
k1 [EoJ
[H20J
De
selektiviteit van
de produktie van EG
kan in dit geval
alleen maar veranderd worden door de
water/EO verhouding te
v r::::'
I'·· ,::\r·,
cl
E' I'··er·,
•
De reaktie
tussen de
glykolen en
EO
kan men goed beschrijven
door
aan
te nemen
dat
de reaktiesnelheids-konstante k2, k3,
etc
gelijk zijn
a
l
s
die van
kl~d[DEC;J/dt
-...
kl
[[CJ]d
[
TE(::;
J / cl
t
_.
k:l. [EO
J
[EC]
[DEGJ
(
El)
( 9)Shell heeft
echter
metingen gedaan aan
de
reaktie tussen DEC
en
EO
waarbij de reaktiekonstante k3
de
volgende waarde heeft
k3
=
1.87
E05 *exp
(-22327/RT)
(10)
Tot
zover
hebben we de hydratatie reaktie van
EO
in een
verdunde
oplossing besproken. Moshchenko e.a [7] hebben de
kinetiek van de reaktie tussen
EO
en
water bij een
equimolaire
verhouding bestudeerd om
h
et
gebrek aan de
mechanisme van de vervolgd reaktie goed te kunnen
bf.:!S5C i'''1 1'-
i.
j
v~::.\r·l.Er wordt
verondersteld
dat de hydratatieprodukten
onstaan als
gevolgd van drie typen gesolvateerde
vociI·-C]t:::sit.('
?
l d docw ::
(ClH,O),H-
-
.-- -
-._- -
-
-
---
H
-
---
.
.
-
.
.
/
H.C-H2C--O'0/
,
)1
,
H-Ó
"'-
H A/
Hl C-H2C--O'0/ "H
c
van
E:O
kOînp
I f?)<
t·m
,
De oxide ring van
elk
komplex wordt, als gevolg van
de
solvat.at
ie,
opengebroken door drie molekulen van de
(;J
E\h yd
r-
0)-:yl
f.0er·- d
~::..
vf?i'-b
in
d
:i.
n
ÇJf2n ..DE'
ITIC)g021
i
j
kr;:~
"
t. r--
an
s
i
t
i
on
c..;t
a
tE') "heeft
de
volgende struktuur
Rf
'ö-1-H
H,
' /
H2C-H2C-I-6
"'-X
X
°
H"
ll-I-ó
'
"'-Ril.
Rl
=
R2 -
R3
-
H
of
(C:.2HLI·O)
l
H
\.;"'::\f"
vul
q
E·n
',5
on
tI
\7?ecl
t.
cl
i:? "t.
r-
<.:i.n s
:i.
t
i
on
~::
i
t
i:'\t.
E-~"
i
n (R:I.) U
1···1
,
(r-~::::;)
DH
H::?·-C·
·
···C--
·
(J-- (F\:.?)
(C:?H4U
J
l
Cl 1···1,
,
n ..
Uitgaa
n
de
van
bovenstaande
be
schouwinq
komen Moshchenko
e.a
tot. een
trimolekulaire mechanisme, wat
zich laat
beschrijven
door
een
systeem
van serie en
parallel reakt.ies
:
+
11011 ~ 1I0CII,CII,Oll ':);)I
+
1I0CII,CII,Oll ~ 1I0(C,H.O),1I ,OEG).-I
+
1I0(C,II,O),1I ~ 1I0(C,II.0),1I (TEG)1
+
211011+
;I~(~,;I.~;.",I; ~ ;1~(~,;f.~):I; (~IY~;G;
/+
1I0H ~ 1I0CII,CII,Oll-t
1I0CII,CII,Oll ~ 1I0(C,II.0),1I-B
+
/lO(C,II.0),1I~
1I0(r.,/I.0),1It
11011+
/l0(C,II.0)ilf + 1ff)(C,I1~OI •• ,1I ~ 1I0(C!IIIf)."+
11011 ~ 1I0CII,CII,Oll . I+
1I0CII,CII,Oll~
1I0(r.,II,O),1II
c
+
I~O.(~,I~,~)
:
"
.
~
_
I~O.(,:,I~.~):"_
f
+
1110(C,II.0),1IEen mathematische
model voor de
gegeven proces
kan
weer
gegeven worden door de volgende
differential vergelijkingen:
-x
l
-
kl
xl
A3
+
k2 xl A2 Y
+
k3
xl y A2
) x2
-
x2
-
{kl xl A3 +
(k2+k4) X1A2
Y
+
(k3+k5) xl y A2 + k6
y
A3}
x2
;{
~::;.
....
{
( I<
1.
;<
1
.
.
...
:~:; -I-k
~?;<
1
....
.
::.,.~y
.-j-.k
:~:;:.;
1.
)/ ... :.? )
-(k4 xl A
2
+
k5
xl
y
-I-k6 y
A2) x3 }
x2
;<':1· -
k4
;<1···2
--I-k5
;<1
y .,.
k6
y
.
.... :::' )
(;.;:5 - :.;.':\-):<2
hl<::t<:'~i·-·:i.
n
;{ < .1. ::: ;.~ ~; -~<n
_.
k
:i.
_.
k
1.
--Ir·,
-t:: "::.k
'-::-,._,--k
-.
11,.
::: \-..
1:::' -,.Jk
()_.
\ ....'
,...
..
:..[
H::"~CJ ::i ;.~ .,:::._-
[ECJ
] [ E[) ] ;.:: ,1 _'0-i"
DE-:;:CJ
] ... ·1· [Hi
[' -J ] .y..-
.L r·
C2H~5U ]. 1···1
Lreaktiesnelheidskonstante
in lA3
mol
A-3
sec A
- l
exp (2.26
16130/RT)
exp (5.67
12240/RT)
exp (3.78
16120/RT)
exp (5.75
161.50/RT)
exp (7.09
18470/RT)
1.
6:~:;OO/I~T)R
=
1.987
cal/mol
K
De aannames,
die hier
gemaakt
Zljn~zijn
*
de
dielektrische konstante van de
medium heeft geen
invloed op de snelheid van het proces
*
alle EG hebben dezelfde activiteiten
*
kl
<
k?
{
1<3 ; 1<4
<
k5
(
k6
sin
ds de reaktiviteit van
de
gesolvateerde EU
toeneemt
met
de
toename
van het
zure
karakter
va
n de
solvatatie
middel
k3
<
k6
sinds de
activiteit van de
glykolen hoger is
dan
die
van
water.
Lichstein e.a
[3] hebben
in
1947 resultaten
gepubliseerd van
hun kinetiek study van de
hydratatie
van
EO
in een alkaline
oplossing. Ze concluderen
dat
er
naast
de
ongekatalyseerde
reaktie een door de hydroxyl-ion gekatalyseerde
reaktie
op-treedt. De algemene expressie
voor
de
mathematische model van
hE~·I.·:.
pt-oce
c,;is
met
k
ON-=
1.23
El1
*
exp
(-18000/RT)
COH-]
=
koncentratie
van loog
(l/mol
mi n)
k~.=
reaktiesnelheidskonstante
van de door
hydrogen-ion gekatalyseerde reaktie
[deze
wordt door
Lichstein niet vermeld]
knon
=
3.19 El0
*
exp(-19000/RT)
(l/min)
F===-=====-=--=-=-=_-::====--=-=-=-=-=---=--===-~~~~~~~~--- ---
<1!-~
-
.... >-100 80 50Z
ilO
Z
O
I I I rz
115
8
'0[C
ZH40]
I mole/literFig. 1
8
0
<1!-.
5
0
~
;;:: liDZO
r
z
J
Z 11 5 8[C
3H
60])
mole/litcrFig.
2
Fig.
1.
Yield of ethylene glycol vs amount of reacted ethylene
oxide:
1)
NaHC0
30.25
mole/liter;
2)
without a catalyst;
3)
Na
2
C0
3
0.
2
0
mole/liter
;
4) NaOH
0.15
mole/liter.
Fig.
2.
Yield of propylenc glycol vs amount of reacted
propyl-ene oxide: 1) NaHC0
30.25
mole/liter;
2)without a catalyst;
3)
Na2C03
0.25
mole/liter:
4
) NaO
H
0.15
mole/liter.
x-;;----.x
o~J
o
0 x aZO
"
I I I }z
"
5 fI [glycidol], mole/literFig.
3.
Yield of glycerol vs amount of reacted
glycidol: 1) NaHC0
30.5
mole/liter:
2)without
a catalyst:
3)
Na2COJ
0.47
mole/liter: 4) NaOH
0.15
mole/liter; a) experiments under the
pres-su re of carbon dioxide.
TABLE 1. Distribution Ratios (C
= k/ko)
in Reactions of Hydrolysis
of Glycidol, Ethylene Oxide, and Propylene Oxide
a
-Oxidepropylene oxide
Ethylene oxide Glycidol
I
Values ofC=
kfko. catalyst. and lts concentration, mulef liter (In hrackcts)1,4±O,1 2,9±O,1 2,4±O,1 12,O±O,5
(HCO;: 0,25) (CO;-: 0,25) (OW: 0,15)
1,O±O,1 4,S±O,2 2,55±O,15 16,O±1,O
(HCO;: 0,25) (CO;-; 0,20) (OW: 0,(5)
O,7±O,1 3,O±O,2 3,O±O,2 70,O±4.0
In
de
literatuur [lit.4-6J wordt
vermeld,
dat de
carbonaatzouten
de eerste reaktie
stap
van de reaktie schema
\/E!I .... ~:;rlE\lt
:
EU
EU
EU
+
H2U - - - ) EG
- - - ) DEG
- - - ) TEG
- - - - )
enz
kl
k~::;kLJ.
Dit leidt
tot
een toename van
de
EG produktie.
Uit de
figuren
1-3
kan
er gekoncludeerd worden dat
de
bicarbonaatzouten
selectiever zijn dan de carbonaten.
De vervolg-reaktiesnelheidskonstanten
k2~k3,
, k n worden
voor
de berekeningen van de produkten konstant aangenomen, en
~~: E:'
b (,.,:. cl
r'
c':
\
ÇI E'n
::
k2
=
k3
=
kn
=
k1
*
C
waarin
C
de
distributie
ratio is
De
distributie ratio
C
is een
functie
van de
gebruikte zouten
e
n
de concentratie ervan. Deze
is
onafhankelijk
van de
t(·?mper,a.tuut-.
I
n het
",\1
geme0?n i.AJot-dt
C
al s val
Ç-J-I.::
gE·clef:i.
n :i.
eel"-d
kow
[[)H-J
.1-i.C
ow
+
knon
*
Cnon
(11 )
C
waarin enon
en CoH
-di
stributie r a t i o ' s
zijn van resp. de
niet gekatalyseerde
en base gekatalyseerde
reaktie (
de waarden zijn vermeld
in tabel 1)
De
[UH-J
concentratie voor
de
carbonaat
ion (C03
2- )is gelijk
<:\an
[OH-]
=:
{
I<w
'l!-[C():~;2.-J
/
I<a
ir }
·
···
·O.::i
~-\la':':;lr-:i.n
f:::an: elf?
tV·,JE?t?de zuut-kol-=ïstante
:i.s,
en (
.
;If:?lijk
a,
::'
ln
:-i.61 E"'-ll
En
vaar
bicarbonaat-ion (HC03
-
)
[OH-J
=
Kw
/ {(Kar
*
Kar
)AO.5}
met
Kw
=
1
E14 (de
wate~konstante)
Kar
=
de
eerste zuu
rkonstante, die gelijk
is aan
LI·
.. :::; 0 E ._. 7
Sir"ld~::;
dit
getal
klein
i s ,
de distributie
ratio
voor
vereenvoudigd tot
kan men het
verwaarlozen
waardoor
ele
bicarbonaat-ionen
kan worden
c
HC(]~::'
CnCHl
.ii-knCJn
knon
+
k
HeO _[!--lCD::::; -]
3
In tabel
Ir
staan
vermeldt de verschillende
reaktiesnelheids-konstanten
voo
r
verschillende
katalysatoren.
Bij eventuele
toepa
ss
ing
van
een tweede
reaktor
wo~~nde volgende
differenti
al-ve
rgelijkingen voorgesteld
voor
het
berekeneh van de
concentratieverloop~'t
.
Tabel 11.
De
reaktiesnelheid- en zuur-konstanten van
verschillende
kat
alysatoren.
~---'-,--_._----_._---._---
--
----
_
._._-_
. ._---_
._
-~~.---_--~
-
~:
k
,::\t-~~mCJl
min.
_:1
_ _ .
_ _
-+_
L:a~
______
'<a,lt
_ _
_ _
-I!
CCJ~~;
--
I'4
..
60 1:::10
'K-l?:<P
(-lEl100/RT)
HC0
3-
2.18
E10
*
exp(-19200/RT)
HCOO-
1.34
F
6
*
exp(-12500/RT)
C!--J::::;CCJU
-
(90
C;) c;~.:'U<l--(90 C)
4.30 E-7
5.61 E-l1
4.30 E-7
-1 ..
77 E-4
- - - -
-
--1.76
E-5
-5.90 E-2
6.40 E-5
.. --.- ·-·--.. ·-·-··-·--... - - - - . - -_ _ _ _ L. _ _ _ _ _ _ _ L _ __ _ _ _ - '-d[EO]/dt
=
k3
*
{[EGJ
+
[DEG]
+
[TEG]}
[EoJ
d[EGJ/dt
=
k3
*
[EG] [EOJ
d[DEGJ/dt -
k3
*
{[EG] -
[DEG]} [EoJ
d[TEGJ!~t
=
k3
*
{[DEGJ
-
[TEGJ}
[EOJ
k3
is
gegeven in (10).
Tot 1958 is bij ongeveer de helft van de glykol produktie in
de Verenigde Naties
zwavelzuur als
katalysator gebruikt [8J.
Maar ondanks dit
alles?
is er maar weinig data bekend over de
kinetiek van de EO hydratatie in zure oplossing.
De nadelen van dit homogene katalysator zijn dat ze de
produkten verontreinigen waardoor men extra problemen krijgt
in de
zuiveringssektie, en
dat men met
corrosie
problemen te
maken krijgt. De lage druk en temperatuur van dit proces?
vergeleken
met die van de ongekatalyseerde reaktie, kan als
voordeel
gezien worden.
De kinetiek
van het met
zwavelzuu~gekatalyseerde glykol
proces wordt door Othmer e.a [4] geformuleerd als
k
=
8.76 E12
*
exp (-18000/RT)
(I/mol min)
De
differential vergelijking voor dit model
I Sdus
~}
[EOJ
13
14
Het is
echter
jammer dat er
in
de literatuur niet te vinden
is wat de reaktie kinetiek
van
de glykolen met EO is
Een voor de hand liggende oplossing voor de nadelen
van
de
homogene katalysator is
de
heterogene, met name de zure
ionenwisselaar katalysator.
Er zijn veel publikaties
over
de
resultaten van
de glykolen produktie
met behulp van
verschillende
ionenwisselaren, voornamelijk diegene die
sulfonzuur
of
fosfonzuur
groepen bezitten. Maar er is nog
geen
duidelijkheid over de kinetiek
van
het proces, waardoor
een reaktor ontwerp bemoei
ijkt
wordt [8-11J.
Het
reaktie
mechanisme
van
deze heterogene katalysator kan
beschreven
worden met op z'n minst vier fysisc
h
e stappen,
naast de chemische
hydratatie
van
EO op de opperv
l
ak van de
ionenwisselaar.
Er zijn
twee
diffusie
stappen
n l~de diffusie
van EO van
de oplossing naar de
oppervlak
van de katalysator
en
in
de
porieen, en
de
diffusie
van de
glykolen uit de
porie~n
naar de
oplossing;
de adsorptie en desorptie
processen va
n
resp. EO en glykolen in de
porie~n.De
langzame reaktie
stap, en
dus de reaktiesnelheid
bepalende stap, is waarschijnlijk
de diffusie door de
porieen. De redenen
ervan zijn:
1 de activeringsenergie van de adsorptie
en
desorptie
reakties
zijn circa
20000 cal per mol, terwijl die
van
de diffusie
ca.
5000 is.
De
activeringsenergie van
de
over-all
reaktie van
EO is
ca.
10000 cal per mol [4J.
-9-::--=-:-:~----~---
-
-
--
--Ir
·
.. ·
..
~.T.:\bel I I I.
DE~n.?akti
esnel
hei dkonstanten, ki' s [
1 "at./mo1 mi n] ,
voor Lewatit
spe
118~
dp
[mm]
0.38
1.13
--~--~~~~~---~~~~~~~~-=--.~==~---~~~~~~~--~
k2'
1.3
E10
*
exp(-13700/RT)
*
exp(-10700/RT)
h::--:
rr--I
K~I (J •. .::.k4
'
k5
'
0.6
*
k::::;'
1.5
*
k4'
,
Tabel
IV.
De reaktiesnelheidkonstanten, ki
s
[lk~/mol
min],
voor
BIO-Re:·(
63~
.
dp
[mm]
k2 '
k~') , , J f)~'o-s8
3.
~
Eo9
-.I;e><f
l-
t~:2..15 IRT)
0·05
k2.·
h r::;);"t ,;';'_,1
I t, . \. }
'j"
:
i I,. ~ .' -::J 1 .; ._1 • • 'f _. _.: I • 4 "~ ~ • t, '.1,
,,,
!
'
.
' i
:
J
;',1 ... ,~
q
ii.'> j,:;;.~")i:'
J
::I
b"'-'\":lm
,:,,;.;~}
flJ<'I
-i)(~
·.i, "
I;
,
.
i
.-I
"
)
'·I
J
:.
"
!·'
..
r •q.;
-..t,.:'
~:·,t:\n9.(
.., •.1c.:.t.!
.
,
·,,
· ..
:
.
.
.
v·
.. ·,
..
..
,
.. "
.
.
,.,
'
...
Ill·_:,····1
':in
"".:~,.j:'"1tlfJ:;
rl
i.". . .: ::.~ ,/ ' -J .t''') l'~ '':"Ir? ('_' f iJ .... '"·.c
;j
-
_j.:~ 9ti
_ ' . ' ~~.' Cft.
i: ':.:
i?t~; i:J::-I
l." 9 _.\ •• . (.:, ':."J.Ci:?u1·1-.rb
·3' : .• r, ' .! r ~::-. ' . ' " , '"
. , I " , V . : 'i .
.J
':ir:'")
""
l'
li:,---'\;)'/ODit duidt aan dat de hydratatie bepallende stap tussen
de diffusie en de chemische reaktie ligt.
2 de reaktie snelheid is evenredig
met
het inwendige
oppervlak van
~e
korrels. Dit is in overeenstemming
met de diffusie snelheid. Bij de afname van de
korrel grootte neemt de diffusiesnelheid ook af en de
reaktie wordt langzamer
o
de lage hydrogen-ion activiteit, vergeleken met die
van zwavelzuur, geeft een indikatie dat het
hydrogen-ion,
dat in de ionenwisselaar vast gebonden is, niet
direkt gaat reageren met EO wegens de diffusie
l:i.
iïiit.at.
i
t=.'"ochsenkuhn
[12]
heeft in haar dessertatie het volgende
mechanisme gekonkludeerd
voor
de sulfonzuurionenwisselaar:
(2.)
De tijdsafhankelijke koncentratie-veranderingen van de
komponenten, zonder rekening te houden
met
de homogene
katalyse, worden met de
volgende
differential-vergelijkingen
I::;E":5cht"-E~\/(,,'n ~
d
[EtO]. _
k~[EtO][W]-
k:JEtOlwJZ- kJEtO][wlsEJ
d tk1
met k' -
---
*
k
k"-l
-
k;JEtO][
wi
SE21
(6.17.1)(i
::-.::2
'l • • •,5)
:i.
n
1
/mol min
In tal::;el 111 woden de
verschillende
k' s vermeld voor de
verschillende
porie~ngroottes.En in tabel IV worden een paar
k's voor de fosfonzuur-ionenwisselaar
getabe~lerd.--10-. ~ : r • ~.:.. 0' "~'. < ,
.
...
-
-Catalyst AB
C D E F GTable
Trade Name Permutit Q (Permutit Co.) Dowex 50 (Dow Chemical Co.)Zeo J(arb (Permutit Co.) Zeo Rex (Permutit Co.) Permlltit J[ (Permutit Co.) Duolite C-GO
(Chemical Process Co.)
Pcrmutit S (Permutit Co.)
.V
Properties of Ion Exchange Materials Used as Catalysts
Genernl Properties
Cation exchange rcsin of sulfonated polystyrenc, nuelenr sulfonic exchange group. strong ncid type,
- 1 G-
+
40-lllcsh hc!\dsCation exchange resiu of sulfonntcd polystyrene, nuelenr sulfonic exchange group, strong acid type,
9% cross-linked, - 20-
+
50-lIlcsh hcadsCntion exchange materinlof sulfonat.ed conl; sulfonic, c!lrboxylic, nnd hydroxyl exchange groups;
st rong acid type, - 20-
+
50-mesh granular partielesCation exchnnl(c resin of ~lIlfonnted phenolic type. sulfuric nnd hydroxyl exchange groups, strong acid
type, - 20-
+
50-.nesh gmnulnr pnrticJesCnUon exchange re~in of "nrboxyJic ac ic! type; wenk ncic! type with cnrboxyl exchange group, - I Cl-
+
40-lllesh granular particles
Cation exchange polystyrene resin of nuclear phosphonic type, medium strength acid type witli
phos-phonic exchange group, -20-
+
60-mesh beadsAnion exchange rcsin of amine type, amine exchange group, strong base type, - I G-
+
40-mesh beads-
- - - _
.
_
-
- _
._
...
_--
.__
..._
-Hun No.
Catalyst Bed depth, inche.
Catalyst, mI.
Temp., • F. Top
t-lidrlle Bottom
Reactor preSSlIre, Ib./sQ. inch abs.
Mass space velocity, g./hr. X 1111. Totnl
C,H,O
lf,O
Molo ratio H,O/C,lf,O
COl1vcrtsion, % Yield, % Ethylcne glycol Diethylcnc glycol Higher polYlllers lutermcdintc8 b
Table
Vl
Experimental Data
12 13 14 IS 16"
C,H A, H A, H Form Farm Form Sand 12 12 12 12 24 100 100 100 100 200 206 207 230 2~5 215 226 2\.5 2·10 271 208 22ü 221 2U8 271 206 20.0 20.3 20.0 20.5 20.0 3.1 6.0 5.5 5.7 3. I 0.40 0.00 0.98 0.73 0.47 2.7 5.1 4.5 5.0 2.n In.·1 14.1 11. n 17.1 1~.4 IJ7 UI 5U 7·1 8 85 81 46 48 11 12 20 8 10 42 32 I.'\. 2A 3A 4A A, H Form 12 12 12 12 100 100 100 100 207 213 230 238 21!1 215 240 28·1 225 225 2H 3~n 20.0 20.0 25 0 ~5.0 6.0 9.3 5.8 5.7 0.75 1. 23 0.70 O.R.' 5.~ 8.1 5.0 .j.!! 17.3 In 0 15 ·1 1·I.n 70 48 58 42 82 74 60 50 9 8 25 21 9 18 15 11 Ir.
u nun 1 (} was' not analyzco hOCn.U80 of 8tnU1l convcreioll.
IJ AunlYBe~8 of nmA 3A und bcfore did not incluclc produets hoiling hetween 1000 nnd 2120 F" tornlCd lIintcr_
mediatcs."
-
-._--
-
-
_
.. ...-
--
-
-
-
--_
.
Table
Vil
Experimental
Data
Run No. SA 6A 7A 8A 9A 10A 11A 12A 13A
Cat .. lyst A, H Form
Bed depth, inches 12 12 12 12 12 12 12 12 12 Cntalyst, mI. 100 100 100 100 100 100 100 100 100 Temp., 0 F.
Top 200 198 213 212 217 200 204 177 214 1\I iddle 201 228 225 242 2~8 2H 205 178 220 lloLtom :11 I 2:18 232 217 :l-18 270 2\0 1110 221 Reactor pres,"re, Ib./sC]. inch ab •. 20.0 25.0 25.0 25.0 30.0 45.0 16.0 10.0 20.0 l\-Iass space velocity, g./hr. X lol.
Total 5.4 5.3 4.4 2.6 5.6 5.6 5.3 5.2 5.2
C,H,O 0.62 0.71 I. ~7 0.83 0.85 0.89 0.83 0.83 0.84
IT,O 4.8 4.6 3.0 1.8 4.8 4.7 4.5 4.4 4.4 lIlolc rntio H,O/C,H,O 18.7 15.5 5.4 5.3 13.8 12.8 13.2 13.0 12.9 Con\'crsÎon, % 42 94 58 1/7 98 09 40 17 63 Yield, % Ethylene glycol 61 82 68 52 75 70 78 82 76 Diethylene glycol 20 13 16 22 14 14 0 10 13 Higber polymers 5 16 20 7 12 10 8 9 IntermediatesG 19 6 4 4 3 2
• Products boiling between 1000 and 212· F.
Table
vm
Experimental Data
Run No. 14A 15A' 16Ab 17A 18;\ 10A 20A 21A 22Ab
E, Ir n,H F,H G,H D,H C,H A,No.
Catalyst A, H Form Farm Form Form }""orm Form Form Farm Bed depth, inches 12 12 12 12 12 ' 12 12 12 12 Catalyst, mi. 100 100 100 100 100 100 100 100 100 Temp., 0 F.
Top 292 324 215 207 194 182 194 194 196 Middle ~O3 331 214 215 206 202 198 206 194 13ottom 302 330 213 220 210 211 202 212 102 Reactor pres.ure, Ib./.Q. inch abs. 65.0 95.0 20.0 20.2 17.0 18.0- 15.5 15.7 15.5
29.5 Ma.s space "elocity, g./hr. X mI.
Total 5.4 5.7 5.2 4.2 4.8 4.6 5.2 5. I 5.1 C,H,O 0.81 0.83 0.85 0.72 0.76 0.49 0.07 0.90 0.91 H,O 4.6 4.9 4.4 3.5 4.0 4.1 4.2 4.2 4.2 Mole ratio H,O/C,H,O 14.0 14.0 12.5 I I. 8 12.8 21. 0 10.5 11.5 11.1
Conversion, % 100 100 7 64 86 78 25 91 4 Yicld, % Ethylene glycol 67 59 78 86· 53 78 76 Diethylene glyool 25 0 12 30 15 18 Higher polymers 4 )) 2 17 7 6 Intermediate.' 4 2
• Decomposition oeeurrod dildo!! distillation aCtor tho eth)·le.w glycol Ollt, which prevented a comple~o unaly.i. of Rlln 15A.
b Runs 10A and 22.0\. were not I\Dnlyzc<l uccl\use of s.mall con'·ersions.
Het mechanisme van de fosfonzuurionenwisselaar is identiek
met die
van
de sulfonzuur. De deactiveringsreaktie van de
sulfonzuurionenwisselaar
wordt beschreven als:
~
-d[H~J/dt
=
7.0 E09
*
exp (-14400/RT) CEO]
CH~][R-S03-J
(15)
en voor
de fosfonzuurionenwisselaar:
-
"'
d[H+J/dt
==
8.0
E07
*
E'XP(-:l.4·400/RT)
[I:;:~OJ
[H
+
J [R-F'O(OH)O-]
(16
)
Omdat er hier met een zeer verdunde oplossing van
EO
is
gewerkt (EO concentritie
van
maximaal 5 gew.%, die gelijk is
aan water/EO verhouding van 46) is er in de oplossing geen
DEG en TEG gedetecteerd. DEG en TEG worden wel gevonden in de
loog oplossing die gebruikt wordt om de ionenwisselaar te
regenereren (de ionenwisselaar wordt geregenereerd door het
achtereenvolgens te behandelen met 2N Na OH bij 95 C en 4N
HCI).
Echter~in het dessertatie wordt niet vermeld hoe groot
de desorptie-snelheden zijn. Hierin ontbreken ook de kinetiek
gegevens
van
de vorming van DEG en TEG. Een mogelijke
schatting
voor die ontbrekende reaktiesnelheidskonstanten kan
verkregen
worden door de distributie ratio van de vermelde
produkten
opbrengsten
in de literatuur [lit.8-1lJ uit te
rekenen. In tabellen V tot en met
IX
staan
een aantal
gegevens
van
de uit literatuur [ l i t .
1
0] vermelde resultaten.
5.4
~~~C~t~tiê cê~Ltiê
met
QCg~QQ~QtimQQ=b~li~ê§ ~i§
I
:
:~ §~
t.
<~,
1_
Y.:
§ë.~.
·t
Q
C
.~'-.
Het hydratatie
van
EO gebeurt tot nu toe in overmaat water,
wat leidt tot een oneconomische resultaat in de ontwatering
SE·':'
kt
:i.
i::'.I
r',
cl c' ]. ,":,,,,,
t·. st
E'j
ë.ir-
en
\i'J 0r-'
d
en
f,,'I'- VE'f.·"].on
d
E~r" Z OE?k çJ t:;:d ",\an
om! met behulp van
katalysatoren~de
select:i.viteit
en de
conversie
van het proces te kunnen regelen zonder dat er
overmaat water aanwezig moet zijn. Voor d:i.t doeleinde kunnen
organoantimon-haliden,
zoals tetrafenylstibonium halide
(
Ph4Sb-X)
Ials katalysator gebruik worden in de aanwezigheid
van
koolstofdioxide (C02) en/of ethyleen carbonaat (EC) [14J.
1
n dE·:'
t",d:it;:ll
erl
X
E''''',
X
I
kan
m(·;~nz
:i.
en da.t bij eE,:n bep<:":1.a.l elf,:'
CU2
dr
"
uk
i:0n
(?E·nI::; f:?P
.:::1.1 cl
E,'
ET:
c::
e'-r',
c:
f:!n
t.1"· ë\t
:i
.
e("'E:n
:I.
OO:ï..
se I
(0:Ct. :i.
v
i
t
f:?:
i.
t
van EG of DEG
verkregen kan
wo~d~~ eloor de water/EO
verhouding tussen
2 en 0.5 te
varieren.
Bij een verhouding
kleiner dan 0.5 worden er TEG en andere hogere glykolen
(J ;:.':, \/
c;r'" in
d
"
De
routes 1 en 2 in figuur 4 zijn de routes
voor
de reaktie
t.ussen EO en water in het geval dat er geen kat
.
is gebruikt.
Er onstaat dus altijd mengsels van EG en DEG in de reaktor.
Als Ph4SbX
ex
=
Sr
of
Cl) katalysator is toegevoegd onder
C02
druk,
dan volgt het hydratatie proces de routes 3 en 4 of 3
I?:.~n ~:; ftEr
wordt
veronderstelt
dat
de reaktie verloopt via. een
cyclisch
intermediair tussen de antiman verbinding en het
Table
ix.
Experimental Data
Run No. 23A 24.'\. 25.'\. 2B.'\.
Catalyal
Bed depth, inches 12 12 12 12
Catalyst, mI. 100
.
100 100 100 Temp., 0 F.·Top 196 198 198 200
Middle 209 205 204 205
Botlom 209 206 208 211
Reactor pressure, lb. sq. inch aba. 15.5 15.5 15.5 15.5 Ma .. apace velocity, g./hr. X mlo
Total 5.2 3.7 2.9 1.7
C,H.O 0.47 0.52 0.51 0.53
H,O 4.7 3.2 2.4 1.15
Mole ratiO' H,O/C,H.O 24.4 15.0 11.5 5.3
ConversioD, % 82 67 ·54 54 Yield,
%
Ethylene glycol 84 81 81 63 Diethylene glycol 9 11 11 20 Higher polymers 7 8 8 17 IntermediatesO• Products boiling between 1000 and
2120 F • . . _ ....
__
._ --
--
---
-
-
_
.
-
.. ..-MOGEL~"E
·~EMA. 27", 28A A, H Form 12 12 100 100 200 195 204 200 205 203 15.5 16.2 5.1 10.7 0.50 0.97 4.6 9.7 22.4' 24.1 75 49 82 84 9 8 9 82 IJ.'\. 30A 31A 32A
12 12 12 12 ·100 100 1U0 100 199 199 202 197 204 203 206 201 204 204 209 203 16.0 15.5 15.7 16.0 8.0 5.3 3.2 2.9 1.0 1.04 1.04 0.94 7.0 4.3 2. I 2.0 16.5 10.1 .~. I 5.2 33 31 35 30 85 79 65 Gil 8 11 IS 11 7 10 20 20