RAPPORT Nr:
SCHEIDING VAN ETHEEN EN PROPEEN UIT EEN
GASMENGSEL DOOR MIDDEL VAN DESTILLATIE.
G-opdracht,W-gedee1te.
1977.
TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT
AFDELING DER WERKTUIGBOUWKUNDE LABORATORIUM VOOR CHEMISCHE WERKTUIGENG-opdracht 1977
SCHEIDING VAN ETHEEN EN PROPEEN UIT EEN GASMENGSEL DOOR MIDDEL VAN DESTILLATIE.
W-gedeelt~: 18-4-1977 t/m 31-5-1977 Studenten: J.p. Boogaerdt H.M. van Gennip H.K. Scheepstra Begeleiders: .
Ir, W.J.B. van den Bergh Ir. B.G.M. de Leer
Ir. C. Nieulant (Tebodin)
Veel dank zijn wij verschuldigd aan de Heer J. Boot en ook aan de typistes: Hilde en Ria.
Samenvatting:
Uitgaande van de resultaten van het technologisch gedeelte is in dit werktuigbouwkundig gedeelte
1. een flowsheet opgesteld en daarin de hoofdkomponenten voor de regeling aangegeven. Tevens zijn de gevolgen van enkele mogelijk optredende storingen bestudeerd.
2, de propaan/propeen kolom op sterkte berekend volgens de daar-' voor geldende regels van de dienst voor het Stoomwezen en vervolgens constructief uitgewerkt,
3, de condensor van de propaan/propeen kolom warmtetechnisch berekend en vervolgens op sterkte berekend volgens de daar-voor geldende regels van de dienst van het Stoomwezen,
4, een samenstellingstekening met details van belangrijke onder-delen gemaakt van de propaan/propeen kolom en de condensor,
Samenvatting Inhoudsopgave Flowsheet Inhoudsopgave. Kolomregeling- inleiding
elp-kolom
- pip-kolom
- storingsanalyse - regelapparatuur D~ destillatie kolommen- inleiding- wanddiktebeoordeling van een vertikaal opgestelde kolom onder druk
- gebruiksomstandigheden - windbelasting
- berekening van het gewicht van de kolom - berekening van de wanddikte van het vat berekening van de spanningen in de wand - sterktekontrole van de cilinder
- stabiliteitskontrole van de cilinder Schotels en valpijpen- ontwerp
- construktie (figuren) Voetring en ankerbouten-methode van berekening Skirt
Mangaten
Scheefstand van de kolom Trillingstijd van de kolom
Warmteoverdraçhtsapparatuur- inleiding - rekenschema
- symbolenlijst bij ~et rekenschema warmtetechnische berekening - stofgegevens kontrole op drukverlies pag.
2
"
3
"
5
"
6
116
"
8
"
9
"
10
"
11
"
12
"
12
"
13
1115
"
16
"
18
"
20
1122
"
24
"
26
11 ~O"
45
1147
1151
"
53
"
54
"
55
"
56
"
57
ti57
1164
- resultaten computerberekening Tebodin pag.66 - sterkte berekening van de onderdelen van 11
de condensor . 11
67 - bijlage 1- berekening van de onderdelen 11 69
- mantel 11 69 - pijpplaat 11 70 - fronten 11 72 - flenzen 11 72 - construktieve aspekten 11 74 - pijpplaat lay-out 11 76 Literatuurlijst 11 77 Bijlage 2: tekening 701 , kolom-regeling
4-(J1
+
:U.r
Jc.~~ ~
J.,O'ft/~
T:
'/"i.'
-Co
t,
'tI'Sk'l.,J
~H2.: O,S~ °/~
J(~H'1 • 0l" O/gx'e;' • ~
t'310
(~::
o.'1Jo/r:.
Koes
# :ai>,
I,t%
)Cel::2.,Ot
%
_
1(".,.
:
O,l t°/~
15'0 lew"l
k~ (f .... S1tl\k.n
• ..,.
~.
f
'*
o ,."n.:
LJJ
fL
OW-SHEEt
·
1
IlD,?l.1:/1-Ta
-!-1."
·c
~::
Vy,?
Jc'/J
~11t.' S,O&.°10.
. ~It"l a I~OO'/0
1.e".- •
9°",0/0
~Ct
• .tIl;10
1..c1.
# • 0,40%
r. -
yo·C~~
I,(h.'tf~
:
e :
f(l.f~/.",/
T:. CfI:,,1·c
\,:: tJ,/I%
~.0,lso/o
l(cj :
91,03%
,
.(c, :l.,U
%I
. 3 '~).
0,3"%
1 CS" ~a..:
a..:
R
.1.3,
$';: ',1-"
tIl..
i
e"
'f'
8Ic.,
,,,,,J
T.vree
K /10 Ol ~~ : 0, I. 10~:: 0,'9~ ..
((.J# :9~/'t
Of.
Xc
J •0,08
'I.
Jbo~ ;'S~/ •..--.- f
~ .l,S- i'/~ ~. J.I1.1kw
'Î:o,cJ
-f/lv..
/
e :
Cf fo4"/"M
Jir: S'JlOC
i
~./ ~ Cf/, 'Ir·/0
'
Xc
J : SO,rJ%
~et:8,01..%
Ta 3S·Cq
& I ' f l 1<111 Hllt,. .tS".e.1=
lIJD~'/'-Kolomregeling
!~!~~~~~~~.
De kolomregeling zal beschouwd worden aan de hand van het P&I-diagram uitgevoerd op tekening no.701 (zie bijlage achterin). In dit schema is gebruik gemaakt van enkele afkortingen waarvan hier de betekenis wordt weergegeven: F= flow P= pressure T= temperature L= level C= control 1= indicator A= alarm
s=
signalVoor de apparaten die voor het proces noodzakelijk zijn is voorzover de duidelijkheid dit toeliet de gebruikelijke chemische notatie gebruikt. Een belangrijke eis,dte in het T-gedeelte aan het proces gesteld werd
is,dat de propeen voor
99,9%
zuiver teruggewonnen diend~ te worden uit de aangeboden stromen. Dit houdt in, dat het bodemprodukt van deelp-kolom aan bepaalde zuiverheidseisen dient te voldoen, omdat het topprodukt van de p/p7kolom anders niet voldoende zuiver is. De wijze waarop dit gerealiseerd kan worden, zal zowel voor de e/p- als voor de
pip-kolom bekeken worden.
Als eis is gesteld een zuiver bodemprodukt. Hiertoe wordt een
tempe-rat~uropnemer op de tweede schotel onder de voeding geplaatst. M.b.v.
een TC wordt de stoomtoevoer naar de reboiler geregeld door in te grijpen op de regelklep van de condensaatleiding. Gekozen is voor de t weede schotel onder de voeding, omdat daar nog een redelijke
tempe-ratuurgradiënt in de.'kolom aanwezig is (zie grafiek E uit het T-gedeelte). Een andere oplossing zou kunnen zijn om op
3
schotels onder in de kolomnauwkeurige temperatuuropnemers te plaatsen.
De samenstelling van het bodemprodukt wordt nu beinvloed door extra stoom aan de reboiler toe te voeren,als de t emperatuur op de tweede schotelonden de voeding te laag wordt. Het teveel aan lichte comp
de reboiler is een PICA geplaatst die ingrijpt op een smoorventiel. Deze
PICA moet de reboiler vrijwaren van schommelingen of
storin~enin het
stoomnet. Bij de reboiler's van
elp en pip-kolom zijn de
opneemele-menten die de regelaar's bedienen inde condensaatleidingen geplaat
s
t.
Doordat de regelaar's de afvoerleidingen geheel of gedeeltelijk af
kunnen sluiten is het mogelijk de reboiler gevuld te houden. In de
re-boilerpijpen kan dan een condensaatlaag ontstaan, waardoor de
warmte-overdracht binnen bepaalde grenzen te beheersen. Bovendien kan voor
de opneemelementen een kleinere uitvoering worden gekozen, die dan
bovendien een langere levensduur zal hebben. Dit laatste komt omdat
deze elementen niet aan het stoom worden blootgesteld. Voor en na de
regelklep zijn afsluiters geplaatst om de regelklep op eenvoudige wijze
te kunnen demonteren. De funktie van de regelklep kan dan worden
over-genomen door een hand bediende regelklep.
In de top v
a
n de
elp-kolom wordt de druk die in de kolom moet heersen
geregeld door een PC , die ingrijpt op een regelklep in de afvoer
van het topprodukt uit de condensor. In die afvoer zit gasvormig
top-produkt plus een groot gedeelte inert gas. Een dergelijke regeling
reageert sneller dan een PC, die ingrijpt op een regelklep in de
toe-voer van de koelvloeistof naar de kondensor.
In de kondensor wordt een dampmengsel gekondenseerd. Dergelijke
meng-sels hebben een kondensatietrajekt. Bij een stijging van de druk in
de kolom wordt via de PC meer gasvormig topprodukt af
g
eblazen. Om te
voorkomen dat dit resulteert in te weinig kondensaat voor de reflux
is na de kondensor in de kondensaatafvoerleiding een TC opgenomen
tdie de hoeveelheid koelmiddel regelt d.m.v. een regelklep.
Voor een betrouwbaar bodemprodukt is een konstante refluxstroom
in het proces noodzakelijk. Om schommelingen in het aanbod v
a
n
k
on-densaat (ook verschil in s
a
menstelling) tegen te gaan, maakt men
de accumulator zó groot dat deze vijf minuten reflux kunnen bevatten.
In de refluxleiding naar de kolom is een FC (meetflens) aangebracht
die schommelingen in de reflux meet, waarna d.m.v. de regelaar
inge-grepen wordt. Veranderingen in de samenstelling van de voeding
wor-den via de temperatuurmeting op de tweede schotel onder de voeding
teruggekoppeld op de stoomtoevoer naar de reboiler. Bij konstante reflux
zal dit uiteindelijk leiden tot het toe- of afnemen van de
setpoint van de Fe in de refluxleiding veranderen,zodat deze storing
gedurende enige tijd kan worden opgevangen.
Op de accumulator is naast een Le ook een LA geplaatst, die
gekop-peld is aan een regelklep in een leiding die aansluiting geeft op
de fakkel. Bovendien is er overeenkomstig de eisen van het stoomwezen
een veiligheidsklep
op de accumulator aangesloten.
Met deze regeling wordt een voldoende zuiver bodemprodukt gevormd,
dat naar de
pip-kolom gevoerd wordt,door gebruik te maken van het
drukverschil tussen de
e/p~en
pip-kolom (llato)
•
De afvoer van
het bodemprodukt wordt geregeld door een Le in de bodem van de kolom.
Verder is
~enLA (laag) aangebracht die samen met de Le uit de bodem
gekoppeld is aan de voeding van de
pip-kolom om droogkoken van de
reboiler te voorkomen.
Tussen de
e/p- en pip-kolom is nog een opslagtank geplaatst waarin
het bodemprodukt uit de
elp-kolom kan worden opgeslagen, indien er
in de
pip-kolom storingen optreden. Daartoe is er een activator
aange-bracht die reageert
op het SFA, komende van de Fe op de
toevoerlei-ding van het koelwater van de kondensor van de plp-kolom,waarna enkele
kleppen geopend
c.q.gesloten worden.
Bij deze kolom worden er eisen aan de zuiverheid van het topprodu
k
t
gesteld.Een uitgangspunt voor het regelen van de
pi-kolom kan zijn,
ervoor te zorgen, d
a
t de dampstroom door de kolom konstant blijft,
terwijl de reflux de topsamenstelling regelt.
Om een konstante warmtet
o
evoer in de reboiler te verkrijgen, wordt de
stoomtoevoer naar de reboiler geregeld door een Fe. Men moet zich
wel realiseren dat de regelbaarh
e
id van de warmtetoevoer na
a
r de
reboiler beperkt is wanneer dit één apparaat is. Het zou beter zijn
om de reboiler op te bouwen uit meerdere reboiler's. Hetzelfde geldt
trouwens ook voor de kondensor uit dit proces. Aangezien dan aan
het doel van de afvalzuivering voorbij wordt gegaan is hier Van
af-gezien.
De reflux wordt konstant gehouden
d.m.v.een Fe in de refluxleiding.
Een Te
op een schotel boven de voeding kan bij afwijkingen van de
Deze TC moet wel op drie punten bepaald en daarna gemiddeld worden, r
omdat in~deze
.
kolom nauwelij~ een temperatuurgradiint aanwezi~ is • Een hogere temperatuur betekent meer zware komponenten, zodat dan wordt overgegaan op een hogere reflux.Een nadeel van dit systeem is dat ook bij een stijging van de druk de temperatuur stijgt. Een betere regeling kan verkregen worden door de samenstelling van het topproduct te meten met bijvoorbeeld een gaschromatograaf en hiermee de reflux te regelen.
De druk in de kolom wordt door een PC die op de koelwaterleiding en de dampleiding is aangesloten geregeld.
De afvoer van topproduct wordt geregeld door een LC op de accumulator. Een pomp voor transport is niet nodig vanwege het drukverschil (19 ato). Evenals bij de
elp
kolom zit er bij depip
kolom een LA in deaccu-mulator en in de bodem. De reboiler is ook d.m.v. een PICA beschermd tegen schommelingen in het stoomnet. Besloten is ook om geen regeling aan te brengen voor de afvoer van het bodemproduct. De hoeveelheid die hiervan per uur ontstaat is zo miniem, dat het beter lijkt dit
periodiek te spuien naar de fakkel.
Om eventuele drukopbouw in de kolom te voorkomen zijn ook veiligheids-kleppen op de
elp
en depip
kolom aangebracht. Deze moeten op deontwerpdruk worden afgesteld.
~~~E~~~~~~~~~~~~
In verband met de tijd zijn alleen storingsgevallen voor de
pip-kolom
beschouwd. De storingen in de
elp-kolom
zullen echter analoog behan-deld kunnen worden.Mogelijk optredende storingen zouden kunnen zijn: 1) koelwater van de kondensor valt uit. 2) stoomtoevoer reboiler stopt.
3)
refluxpomp valt uit.4)
voeding stopt.5)
het LC van de accumulator is defekt (bedrijfsaspekt).6)
leiding- of klepbreuk (bedrijfsaspekt).7)
de instrumentenlucht valt uit.8)
de elektriciteit valt uit.Ad.l: Als het koelwater uitvalt zal er geen kondensaat meer gevormd worden. In de accumulator is nog voldoende kondensaat voor vijf minuten reflux. Een FA zal deze storing melden. Bi j l ang-duriger storing zal de stoomtoevoer in de reboiler gestopt
moe-ten worden. De refluxpomp zal gest~pt worden door het LA in de
accumulator. Het bodemprodukt van de
elp-kolom
zal naar deop-slagtank gevoerd moeten worden. Het signaal dat van de FA , die
van de p/p-kolom,zal hiervoor zorg dragen.
Ad.2: Indien de stoomtoevoer stapt zal de gasstroom wegvallen,er
zal geen reflux meer komen en dan gaan de reakties analoog
aan de storing van het koelwater.
Ad.3: Deze storing is analoog aan storing 1). Ook bij deze storing
moet het proces gestaakt worden. Men zou in het geval van een
mechanische storing een reden kunnen zien om deze pomp dubbel
uit te voeren,maar dan wordt weer aan het primaire doel van
het proces voorbijgegaan.
Ad.4: In dit geval schakelt de kolom vanzelf over op totale reflux
totdat er weer voeding binnengebracht wordt.
Ad.?: In dit geval wordt de reboiler afgesloten (zie de
regelklep-konstruktie in het P&I-diagram) en wordt de kondensor maximaal
gekoeld.
Ad.8: Dit is analoog aan geval
3
).
Alleen heeft dubbel uitvoeren vande pomp geen effekt.
-Hoe alle type-regelaars eruit komen te zien wordt aan de mensen
De destillatiekolommen.
In het T-gedeelte is besloten de opwerking van propeen uit de
afval-stromen uit 'te voeren in een elp-kolom gevolgd door een pip-kolom.
Deze laatste kolom is op sterkte berekend.
Alvorens hiertoe over te gaan is besloten de pip-kolom te splitsen
in twee kolommen van nagenoeg gelijke afmetingen.
Deze kolommen staan vertikaal opgesteld
en hebben een hoogte van 27 meter. ,In
to-taal bevatten zij 102 schotels,die gelijk
over beide kolommen zijn verdeeld. In de
eerste kolom van de pip-scheiding zitten
23 schotels onder de voeding en 27
scho-tels boven de voeding. In de tweede kolom
zijn 51 schotels aangebracht. Beide
kolom-men hebben een uitwendige diameter van
f/p-
koLr)!f1100 mm. Tot een hoogte van 16 meter boven tt~
.
1het maaiveld is de wanddikte van de kolommen 12 mm en daarboven 10mm.
Beide kolommen staan op een skirt van 3.5 meter hoogte.De t wee kolom-men zijn verbonden door een damp- en vloeistofleiding. In de
vloeistof-leiding is een pomp geplaatst. Beide kolommen zijn voorzien van
3
man-gaten ( met een doorsnede van 0,5 m ),terplaatse van de
4
bordessen.De bordessen zijn te bereiken door een kooiladder.
Warmteafgifte naar de omgeving wordt tegengegaan door de kolom te
isoleren met 90 mm dik FOAM-glas.
De noodzakelijke randapparatuur zoals condensor's,pompen,accumulator
en regelapparatuur wordt op een enkele meter's hoog bordes of op
het maaiveld geplaatst.
De kolommen worden vervaardigd van H-II k~telplaat,de skirt's van Koolstofstaal ( C-45 ). De kolommen worden horizontaal geperst mbv. water. Een inzicht van de constructieve uitvoering van het geheel verschaft tekening no.702 ( zie bijlagen ).
Het stoomwezen onderscheid de volgeride drie toestanden( d1201/1) 1) Gebruikstoestand
A:
-berekeningsdruk Pd ( vlg. bladDOl03),waarbij de hoogte van een eventuele vloeistofkolom steeds in rekening moet worden gebracht.
-metaaltemperatuur ( vlg. blad DOI03 ).
-belasting door wind,eigen gewichtskracht en gewichtskracht van de vulling (vlg.blad D1201).
2) Gebruikstoestand B:
-als gebruikstoestand A,waarbij echter Pd en de gewichtskracht van de vloeistofvulling op nul gesteld worden.
3) Beproevingstoestand (alleen als in gemonteerde en opgestelde toestand geperst wordt).
-de berekeningsdruk Pd wordt gelijk gesteld met de persdruk Pt'
vermeerderd met de druk van de tijdens het persen aanwezige vloeistofkolom.
-metaaltemperatuur in beproevingstoestand (meestal omg evings-temperatuur).
-belasting door wind 0,75 maal de waarde voor de gebruikstoestand. -belasting door gewichtskrachten (vlg.dit blad 1201).
De berekening wordt gedaan ter plaatse van de ongunstigste doorsnede,
omdat men de wanddikte van de kolom tot 16 meter boven het maaiveld konstant wil houden op 12 mm en daarboven op 10 mm.De ongunstigste doorsneden zijn: A-A onder in de kolom en B-B ter plaatse van de overgang van 10 naar 12mm (zie fig.2).
De berekening wordt niet uitgevoerd vo6r de beproevingstoestand,omdat de kolommen horizontaal worden geperst.
~~~~~~~~~~~!~~~~~~~~~~~de in rekening te brengen waarden van de
druk en temperatuur (DOI03) l)de werkdruk p
w
p is gedefinieerd als de hoogste absolute druk welke in het hoogste
w
punt van een toestel kan ontstaan wanneer het in werking wordt
2 Bij de beschouwde kolom is p =18 ato=1,8 N/mm •
w 2)de berekeningsdruk Pd
Pd is de absolute druk die ontstaat door de werkdruk p t e ver-w
meerderen met ~en druktoeslag AP in verband met afwijkingen van
de werkdruk. De grootte van ~p is· voor de verantwoording van de ontwerper. Bij d~ beschouwde kolom is voor de toeslag
AP
een gro-tere waarde genomen dan de druk toename die ontstaat indien de kolom vol zou lopen met produktvloeistof.
Vollopen van de kolom geeft een ~p van:
Hiermee zou Pd=18 1,24=19,24 atm. worden.
Als extra veiligheid zijn de veiligheidskleppen in het systeem
afgesteld op 21 ato.( =2,1 N/mm2).- Dit is de Pd waarmee gerekend is.
3)de persdruk pt,vlg. blad T0240.
Pt is de absolute druk in atm,welke in een toestel bij beproeving heerst,verminderd met één atm. Bij horizontale beproeving van het
toestel door afpersen met water geeft de dienst voor het stoom-wezen als voorschrift:
Pt=
1,3./:t.
fo,l=~93%:-
bij
eerste beproeving en Pt =
I,~!ti..
t~Z
=1.,J2.1'1mfJ.
bi
j herbeproeving •4)~~_~~~E~~~!~~~
Het destillatieproceswordt bedreven bij een temperatuur van 50oC.
Bij deze temperatuur behoeven de stofeigenschappen van de
konstruk-tie materialen niet gecorrigeerd te worden.
Windbelasting.
De windbelasting op elk deel n van de konstruktie is gelijk aan
F"
=
P
w' Cw '11
ra (111)
waarin: p = stuwdruk CN/mm2)w
c
=
weerstandscoëfficiënt (-) wA
=
geprojecteerde oppervlak (m2) nDe berekende kracht F grijpt aan in het zwaartepunt van het gepro-n
j ekteerde oppervlak A • n
.' :.
De stuwdruk p wordt bepaald volgens NEN 1055 ,uitgave 1955. Voor de
w
,
stuwdruk wordt gerekend met een maximale windsnelheid van
45
mis,hetwelk overeenkomt met zeer hevige storm. De door de totale hoogte
h (in meters) bepaalde stuwdruk wordt gerek~nd over de gehele hoogte konstant te zijn.
Uit NEN 1055 volgt dan: zodat:
Ph"
=
(/:l.{)O+b /..,)
AI/mot
ftV
= 13B3
"''/-n,z-Voor de !ee~st!nd~co~ff!ci~nt~n van de verschillende onderdelen gelden
de volgende waarden (D1201): Romp Pijpen c w
= 0,67
c w= 1,5
Staalkonstrukties: c= 1,0
wHet geprojekteerde oppervlak wordt via enkele vereenvoudigingen bepaald. Voor bordessen welke vierkant
a6
hoekig zijn stelt men A =1,7 m2n
2 Voor kooiladders met vertikaal gemeten hoogte stelt men An=h
l xO,33 m
Bij de kolom en de leidingen rekent men met het geprojekteerde
op-pervlak.
Dit levert voor de !~PÈÈ~l~§~~Eg de volgende waarden: Boven doorsnede B-B
kolom 13 (J
3
K~I
61
*
IJ2J
~l<t
:. Cd.I~
'00
J'.I
leidingen .tlf 1383 ~
1)'*
'Y.lt>
~z. ~Iy :;
Cd. 8100N
bordessen 13&3 If 1 ItI"
~ ~r1. J.~ JO IVkooi ladder ( J Y I(
~J
3J) 7( , "'" /3113 ::c.a.
b3,() AI
Boven doorsnede A-A
kolom 13!}!'
*
(),6
r
~ ~~8*
1.15"00::
C-1. o3t,
S"OD IJleidingen .z~ 13
8
3*
I,S"~ /I{./o ~Z 1e" J.l.S-uo:o C~.16 ()
00 AIbordessen 3..f 1383
*'
I,r :~. ~()IJDNkooiladder (Z},f'1f
O,J~)
*
1* 138j..:- ca.
Il r-iJl> IVVoor de beschouwde doorsneden A-A en B-B berekent men hieruit de waarden
voor het ÈEi-g~EÈ_!!1~.!!l~E! ten gevolge van de windbelasting,door deze
krach-ten te vermenigvuldigen met de momentarm. De berekende krachten F
n
grijpen aan in het zwaartepunt van de geprojekteerde oppervlakken A •
n
Doorsnede B-B: kolom leidingen bordessen kooiladder totaal: . Doorsnede A-A:
kolom leidingen bordessen kooiladder totaal: I 11&
*
10N~
,
8
0,fj]
JE 10 .." -~°133 i
10 -lI-1 {)I"Ir-
*
10-,,-1,5/ Ilil
!Vmm.
Ia
- I -TO ,...
13
- ~. 0.Voor de sterkteberekening is het noodzakelijk om het gewicht van de
kolom te berekenen,om een juiste indruk van de optredende spanningen
te verkrijgen. Vooral bij de sterkteberekening in montagetoestand is het gewicht de bepalende faktor.
Voor de gewichten van de onderdelen kunnen slechts schattingen worden gemaakt, zodat de betrouwbaarheid van het totaalgewicht niet groot is. De gewichten zijn echter "ruim" geschat, zodat het werkelijke totaal-gewicht zeker niet groter zal zijn dan het berekende.
In het kort zal nu aangegeven worden hoe deze schattingen zijn gemaakt,
alsmede het resultaat voor het totaalgewicht boven de beschouwde door-sneden A-A ~n B-B.
Isolatie: Foam-glas , dikte 90 cm. gewicht: ~.D.d.H.p.9,8l
Schotels: inclusief vloeistof geeft de firma METAWA als richtlijn
Ladder: Bordes: kolom:
2
100 kg per m schoteloppervlak, en voor de valpijpen 400 kg per m2 valpijpoppervlak.
Een andere richtlijn geven Brownell and Young
(3 )
en wel 25 lb per sq. ft of area.Volgens Brownell and Young bedraagt dit ongeveer 25 lb/ft. Volgens
(3)
bedraagt dit ongeveer35
lb/sq.ft of area. Hiervoor wordt een schatting gemaakt van het benodigde volume aan materiaal, en dat wordt vermenigvuldigd met de dichtheid van dat materiaal.-Ondersteuningscilinder: op analoge wijze als het gewicht van de kolom.
Reboiler: hier moet een sommatie gemaakt worden van het gewicht van
de aanwezige vloeistof en de benodigde hoeveelheid materiaal.
Vloeistofhoogte in de kolom: Volume maal de dichtheid.
Dampleiding: sommatie van materiaal ~n inhoud.
Dit levert voor het totaalgewicht:
Boven doorsnede B-B: P
=
Y
Boven doorsnede A-A: P =
Y
5
OJ
9
~ 10/1/.
:;
1,9
7f- 10N.
Bij de sterkte berekening van het skirt wordt het gewicht van de
onder-steuning en de reboiler wel in rekening gebracht zodat het totaa
l-gewicht daar wordt:
s
P Y =
ol
, 3~ . ~ /0 '" • IBij de sterktebeoordeling van de wand vàn het drukvat (de kolom die
bedreven wordt op
19
atm), wordt de minimum wanddikte of formulewand-dikte d gebruikt.
De werkelijke wanddikte dd is altijd groter dan de formulewanddikte,
en wel om de volgend~ redenen.
1) Bij de vervaardiging van het vat kan, bv. door omflenzen, persen
of buigen van het materiaal, de wanddikte plaatselijk afnemen.
Daarom wordt bij het ontwerp de formulewanddikte d vermeerderd
met een vervaardigingstoeslag ~df.
2) Door s l i j tage kan de wanddikte verminderen. Daarom wordt de
for-mulewanddikte vermeerderd met een interingstoeslag ~d "
c
3)
Het uitgangsmateriaal vertoont maatafwijkingen. Daarom wordt deformulewanddikte vermeerderd met een tolerantietoeslag 6d
t "
De werkelijke wanddikte dd wordt met deze toeslagen:
dd )
d.
+
ArA
f
'*"
A
rJ...c. .,. à.ti; .Volgens het stoomwezen moet daarbij in ieder geval nog gelden dat:
In de wanddikteberekeningen van het vat is voor deze toeslagen in totaal
1,5 mm genomen; en wel 0,5 mm voor tolerantie en 1,0 mm voor corrosie.
Er is v~nuit gegaan dat deze vaten voldoende nauwkeurig behandeld
In de wanddikte berekening van het skirt behoeft geen
tolerantie-toeslag toegepast te worden. De corrosietoeslag is hier echter 2,0 mm,
omdat het geheel hier op rust.
De formulewanddikte d wordt berekend volgens blad D 0201 m.b.v. de formule
,welke geldig is voor cilinders die belsat worden door inwendige druk.
In deze formule:
2
Pd= berekeningsdruk (2,1 N/mm • D
i = inwendige middellijn van de romp (1080 mm). z
=
verzwakkingsfaktor; te bepalen met blad D 0501 f = ontwerpspanning;te bepalen met blad D 0201De verzwakkingsfaktor z wordt in deze berekening op 1 gesteld.
Dit komt overeen met totale versterking,d.w.z. verzwakking t.g.v. lasna -den, mangaten, stompen en pijpaansluitingen is verdwenen door gebruik te maken van versterkingsringen. Berekening van openingen is uitgevoerd in het hoofdstuk mangaten. Verzwakking t.g.v. lasnaden wordt
tegenwoor-dig als nihil weY~On beschouwd.
De ontwerpspanning f is afhankelijk van de rek na breuk (A
dP5) van het materiaal ,gemeten aan een proefstaaf d
p5 • Voor H-II-ketelplaat is volgens DIN 17155 de rek zeker groter dan 10%.
Volgens D 0201 moet voor f dan de kleinste waarde genomen worden van: 0,67.Re= 171 N/mm2•
0,44.Rm= 177 N/mm2•
De rekgrens is hier dus bepalend:
Beide vlg's DIN 17155. 2
f= 171 N/mm •
Dit levert als eerste schatting voor de formulewanddikte:
1..,1 •
1000 Id=
:o,lJnnr
J.
.1.
'1/
-.t,I
Wel moet gelden: d S
o.a
Dl.
d ~
0,.3.
1080=-32.'1
17717).De werkelijke wanddikte moet dus minimaal 7,0 + 1,5 = 8,5 mm zijn. Bij de sterktebeoordeling zal het noodzakelijk blijken om naar een
grotere formulewanddikte over t e gaan, nl. 10 mm boven en 12 mm onder in de kolom.
De verschillende spanningen worden als volgt berekend:.
1) de normaalspanning in omtreksrichting t.g.v. inwendige druk
~
=
f>et·
(!)t
-IIC.)
c;-,
.z
ti.,
2) de normaalspanningen in langsrichtingb
clxj
I IC6àJt,
f -~lt;r
+
~K.;'"
6d
X ;L c~.(';f
-
r~x;p
-
idK,;
11 (windzijde) (leizijde) is de axiale spanning t.g.v. inwendige druk.R
~-p:
~
~ ~/y
ti,(~t.
-,t.)
is de axiale spanning het· gewicht.u:
eh-H=
---:0
"'::t
)
""OS tt.
(~t.,
-11.)
J. is de axiale spanning he t bui.gend moment_3)
de schuifspanning door wringing"'t~
rt
cr"$1
ti..
(~e
-d..)~
waarbij in deze formules:
D
=
uitwendige diameter van de kolom ( mm ).e
d
=
formulewanddikte van de kolom ( rum ).berekeningsdruk ( N/mm2 ).
t.g.v.
t.g.v.
Pd=
P
=
Y gewichtskracht op de desbetreffende doorsnede
buigend moment in de desbetreffende doorsnede
( N ) .
M
by=
Mty=
( Nmm ) .
wringend moment in de desbetreffende doorsnede ( Nrum ).
Indien we aannemen dat de kolom op
14
m van de top overgaat vaneen werkelijke wanddikte van 12mm naar lOmm, dan zijn de spanningen als volgt:
Gebruikstoestand A :
Boven doorsnede
,
B-B
(d= 8,5 mm)
C"
=
135 N/mm
2G&c.>1>
=
67,5 N/mm
2~j6fW
=
3,1 N/mm
2Gebruikstoestand B :
Boven doorsnede B-B
c;;,
= °
N/mm
2
6dJC;f
=
0 N/mm2 2 {;~"EW=3,1 N/mm
}ÖalC'
H=
31,6 N/mm
2
)Boven doorsnede
A-A
(d= 10,5 mm)
ç,
=
109 N/mm
2Boven
~l)
~jP
2=
54,5
N/mm
doorsnede
A-A
0
N/mm
2=
0N/mm
2=
~.
,
H
=
97,5
N/mm2
~~!!~:!:~~E~~~~~
ten gevolge van het
wringend
moment.
Het geprojekteerde oppervlak van
2
de dampleiding
=
4,2 m •
De windbelasting wordt hiermede:
.J
Fw=
'
cw.An.pw=
~5'*1t)Z.'-' /38~; ~l.'oA/Het wringend moment voor twee
leidingen wordt dan:
Met de formule voor de schuifspanning door wringing levert dit:
It
Ta:
ty
t
1,$"7'
ti.
.l~t.-J.JI.
Boven voor d= 8,5 mm
4-
c Ien onder voor d: 10,5 mm
lt.t.=-
0,02
dan zijn deze te verwaarlozen.
Met de reeds eerder bepaaJ:de ontwerpspanning
f= 171 N/mm
2
,
levert een wringspanning van
2
0,15.171= 25,65 N/mm •
Dus de schuifspanningen
li,
enztz.
zijn inderdaad tever-waarlozen.
Aangezien de beproeving van de kolommen in horizontale toestand geschiedt, wordt voor de beproevingstoestand geen spannings-berekening gemaakt.
Met behulp van de berekende spanningen in de twee gebruiks-toestanden kunnen de totaalspanningen worden berekend.
Voor de windzijde
~x>p
&:')('
,p .,..
G"cl lt • ,.., >Voor de lijzijde (7QJC.
,f ....
58.'(;
P -
6"~;'"
Dit levert de volgende waarden: Gebruikstoestand A. Boven doorsnede
B-B
G"'~. t
=
32,8 N/mm
2
I GebruikstoestandB.
---Boven doorsnede
B-B
G"~.,,
=
228,5
N/mmDcU;.t
=
-34,7
N/mm2
Sterktekontrole van de cilinder.
---Boven doorsnede A-A
~~.,
=
146,7
N/mm2
>
~~.~
=
-48,3
N/mm2)
Boven doorsnede A-A
~Jt'1
,
=
92,2 N/mm
2DclJ(;.t.
=
-102,8
N/mm2
Volgens blad D
1201
moet voor de gebruikstoestanden A enB
voldaan zijn aan:
waarin z de toelaatbare verzwakkingsfaktor is ( blad D 0201 ). Bij de berekening op inwendige druk is een bijbehorende verzwak-kingsfaktor toelaatbaar van z= 0,78 boven doorsnede B-B, en z=
0,64
boven doorsnede A-A. Deze verzwakkingsfaktoren worden bepaald door de minimaal benodigde wanddikte t.g.v. inwendige druk te delen door de in de konstruktie gekozen wanddikte.Opm. Deze laatste wanddikte volgt uit de sterkteberekening
m.b.v. de totaalspanningen.
De verzwakkingsfaktor t.g.v. inwendige druk moet vergeleken
worden met de verzwakkingsfaktor die toegestaan kan worden bij de berekening t.g.v. windbelasting. Na vergelijken wordt de grootste faktor maatgevend.
~c3rzwakkingen zoals mangaten,openingen etc. dienen dan tot die waarde versterkt te worden.
DI;} vervangende spanning
G'"v
mag naar keuze worden berekend opbasis van de hypothese van de maximale schuifspanning of op basis van de hypothese van de vormverànderingsarbeid. Aangezien de wringspanning verwaarloosd mag worden is de eerste hypothese
gebruikt, omdat deze in dit geval eenvoudiger is.
Volgens deze hypöthese ( het theorema van Guest-Mohr ) is de in
rekening te brengen vervangingsspanninge
Ö
v de grootste vande volgende waarden:
IOdlt;1}
\ G'"(bc;.1 \
1
G"t, -
ç\ll(;
1 }1
~~
-
()a.:;.1 )
Dit levert de volgende waarden voor
G
vGebruikstoestand A boven doorsnede B-B 2
=
135
N/mm
Gebruikstoestand B boven doorsnedeB-B
2=
34,7
N/mmboven doorsnede
A-A
boven doorsnede A-A 2
r;
=
102,8 N/mm"
-Met deze vervangingsspanningen kunnen de toe te stane
ver-zwak1~ingsfaktoren worden bepaald.
bV
z=
-I
~waarbij: f= 171 N/mm 2
Gebruikstoestand À.
boven doorsnede
B-B
boven doorsnede A-Az=
0,79
z=0,92
Gebruikstoestand B.
boven doorsnede
B-B
boven doorsnede A-Az=
0,20
z=0,60
De verzwakkingsfaktoren ten gevolge van inwendige druk, zijn respectievelijk voor de desbetreffende faktoren z= O,~& en z=
0,64
voor de doorsnedenB-B
en A-A.I
We concluderen hieruit dat er boven doorsnede
B-B
versterkt moet worden tot ~=_~~Z2 en boven doorsnede A-A tot_~=_2~2~~Stabiliteitskontrole van de cilinder.
Indien
~'L
<
D (=
drukspanning ), moet de kolom gekontroleerdI
worden op stabiliteit. Er moet voldaan zijn aan:
2)
2=~o,t
waarbij
Et
(Q",,)
de tangentmodulus bij de betrokken metaal-temperatuur ~~ is bij een spanning .l'~;C'L • De waarde van is grafisch weergegeven in VBR.14.
(1)"). ;,
Gebruikstoestand A
Boven doorsnede B-B is~ . .t. positief, zodat hiervoor ge'en s ta-J
Boven doorsnede A-A
Volgens het criterium moet gelden:
hieraan wordt dus
Gebruikstoestand B. Boven doorsnede B-B: I
o,S-d
(11 00 - 10,r-)
~
voldaan. N/.~~1.- 3'1,
?
..---r
"'1_2-liD'.
kJ
Volgens het criterium mo~t gelden:
/
0d~)'
,..
t/
~
~r
*
2 ol,.
Ibr
~
,zIJb)r
8
(11 Of) -a,r)
,
V~.(. ~ ~
-
lot)1
N /.,,,"hf,'}-)
r
Et
(~)
:.
I,?
Iv
NI
~l
Volgens het criterium moet gelden: Boven doorsnede A-A :
/ 6"ch'.t
I
S -
IO,r --1/
~t.
/f/
=-
203
N/...,2-)
a
(11 (), -do,.r)
Aan de eerste eis voor de stabiliteit wordt dus in de beide ge-bruikstoestanden voldaan.
Het tweede criterium Z~~l zit reeds als eis in de berekening
van de kolom op windbelasting, zodat ook hieraan is voldaan. We mogen dus zeggen dat de kolom voldoende stabiel is.
Over de invloed van openingen op de stabiliteit is nog slechts weinig bekend; daarom worden met betrekking tot openingen en hun verzwakkingsfaktor enige beperkende voorwaarden gesteld.
De grootste gatafmeting van een opening moet voldoen aan:
bij lOOOmm
<
D ~ l500mme moet D~ 500mm.
waarbij D
=
uitwendige diameter van de kolom.e
D
=
de gatdiameter.Uit deze eis blijkt dat voor de beschouwde kolom de mangaten maximaal 500mm in diameter mogen zijn. Om praktische redenen zijn de mangaten op deze maximale diameter gekozem.
-Ontwerp van de schotels en de valpijpen:
In de pip kolom zijn 102 zeefplaten gemonteerd op een onderlinge afstand van O,S meter. De zeefplaten hebben een diameter van 1060 mmo De perforatiediameter is 10 mmo en het vrije oppervlak is 10
%
van het totale oppervlak betrokken op de inwendige diameter van de kolom. Deze gegevens volgen uit het T-gedeelte van dit verslag.De dikte van de zeefplaten is 2 tot 3 mmo conform de catalogus van de firma Metawa te Tiel.
Het is mogelijk om het complete binnenwerk van de kolom (zeefplaten en valpijpen) te bestellen bij bovengenoemde firma.
Een voorwaarde is wel dat voor elke schotel aan de binnenzijde van de kolom een steunring is gelast. D
.
e voorgeschreven afmetingen hier-van zijn te vinden in fig~ur E-3 execution I (breedte 40 mm, dikte 8 mm.)De zeefschotel wordt opgebouwd uit
4
sectie~. (zie figuur A-2). Iedere schotel wordt voorzien van een mangat.Voor de beschouwde kolom is een hoofdligger niet vereist.
De schotelsecties zijn aan elkaar te bevestigen door een "lip-slotll
constructie. (zie figuur E-13)
De plaat die het mangat afdekt is aan de schotel bevestigd door middel van een constructie met een draadstang en twee moeren, zodanig dat het mangat van elk van de beide zijden te openen is. (zie figuur E-S3). De wand van de valpijp bestaat uit twee platen, die via een omgezet plaatgedeelte met bout- of spieverbindingen aan elkaar bevestigd worden. Tussen de twee omgezette delen zit een laag afdichtings-materiaal (teflon) om het lekken van een valpijp te voorkomen.
(zie figuur E-6S of figuur E-66).
De wand van de valpijp is opgehangen aan vertik ale strippen, die aan de wand van de kolom zijn gelast. Ze kunnen aan elkaar bevestigd worden door bout- dan wel door spieverbindingen. Göl hier is tussen de wand van de valpijp en de strip een laag afdichtingsmateriaal aangebracht. (zie figuur E-67 of figuur E-68),
Voor de bevestiging van de zeefplaat aan de valpijp wordt verwezen naar figuur E-S6 tot en met E-S9.
Voor de bevestiging is in de voorkomende gevallen voor een bout-verbinding gekozen •.
Om de zeefplaat aan de oplegging te bevestigen wordt gebruik gemaakt van een klem. De constructie is gegeven in figuur E-62.
GENERAL NOTES:
Tray: 750 - 2000
m
m di
a
rn.
Ma
in-beam not requir
e
d.
Panels att
a
che
d
on rin
g
.
This typical tray-deck is useable for: a) ealming section
--
valve/sieve
trays.
b) dual flow sieve trays.
All parts are marked as specified on tray drawing.
The panels ean pass through a hole with min. 15}2" I.D.
(394
mrn).
Supporting of trays: Bupportring 50 mm width preferably.
Max. load from top to bottom : 200 kg/m 2 at 350
0C.
2
-during assembly:lOO kg/m resulting from ene man.
Mat: Alloysteel
as specified on order, thickness 1,5 mme
ccrtificates for all
m~t~rialti use~areavailable.
Spare parts
Leaktest
Manways
Tolerances
10
%
on small components (except valves).
5
%
on snap-in valves.
not required.
where possible, min. opening 320 x 500 mme
see page A-6.
,
,
.
EXECUTION
I
EXECUTION
Ir
-kJIN CASE WHERE EXPLOSION
DANGER 15 NOT EXPECTED.
IN CASE WHERE EXPLOSION
DANGER
15
EXPECTED: VACUUM COLUMNSMAIN CRUOE COLUMNS, STRI PPERS. ~ I
i
!
I I; , i t . I _ __ .~O~l,JMN .~All
. 1 ' I,...,~-.,-~--:--~---,
_
...
__
1
,;
~
,
'''
~
A
l
;'
"
,
--
1
1 I I , I 1· t"
B
t I i . f -- -- ... .. _ .. _.. _ .... __.-
--1
! IFOR CALMING SECTION TRAYS.
I.
D.
COLUMN"A"
. , I ,.. , UP TO750
mm
WITHOUT SUPPORTRING750
TO2000
mm
o
8 m.m.
5;16"2000
TO6000 m.m
.
8
m.m
S,A6" - -+---6000
AND OVER'8
m.
m.
5;';6 ..FOR DRAW-OFF TRAYS.
40
m.m.
1
Y2"
50m.m 2"
60 m.m.
20/
8"~U~P_T~0 __ 6_0_0._0~m~.m~.
__
~8 __ m~.m~.__
s~n~6--+_6_0~m~.~m~2~%~:~6000
AND OVER12 m.m
.
'/2"
100 m.m.
4"'A
2-6-'70
D.L. WELD DETAIL ADDEDo
17-
2
- '10
Ql.
ORI GI NAL DRAWI NGREVISION DATE BY DESCRIPTION OF REVISION
DRAWN.:
D. L.
I
DATE:17
-
2 - '70
APPP...: DATE: TrrLE:.v.
METAWA
TIEL
-
HOLLAND
TRAY SUPPORTRI NG
FOR CALM ING SECTION TRAYS.
SCAlE DRWG. No.:
~'-J Lr;'-1,.1 t I I1I 1 1 i f 1 I I I 11' I I1
I
1 11 I I1 [ l i l -I I1I I II!I
III I I I, I 11: 1: :1
1 I I1'-12--
_IJ .~I
i
;
v
MOUNTING POSITION
'
-12
'
11
!10
r
--
-
~
'
.
.
-
J / ' ~33
• I"347
MIN. POSITION~
.
,=Z'ûzzqvz'"
y llZ'-a"''''
=;- ,
NOM. PO SITION / " I3150
-,1
"
'S"""'\.. . . rvfl//ä//l///Z,--r_21_ _ /'"
~'
/ 1..
353
-- --- -MAX. POSITIONo
ORIGIN
Al.
D
RAWIN
G
REVISION DATE SY DESCRIPTtON OF REVISION DRAWN.:
D.l.
DATE:19-11 -
'69
APPR.:TITLE:
DATE:·
"tv
..
METAWA
LIP
~SL
OT
'
CO
NSTR
UCTION
>
TIEL
HOLLAND
.
,.
,-Ir
o
REVISIONM-10
-3/8"UNC 3/8" UNC 3/8" UNCM-10
28-3.'73 R. v. S. ORIGINAL DRAWING DATE BY DESCRIPTION OF REVISIONDRAWN.:
R.
v.
S.
DATE:28 _
3 -'73 APPR.: DATE:N.V. METAWA
TIEL
-
HOLLAND
TITLE: SCALE MANWAY CLAMP DRWG. No.: m at.2 - 3
m mth
i
ckE-S3
--
. . ,/ / " ~~Ir'
"
.. \"" ..
.
/o
DESCRIPTION OF RE VISION ________ L -_ __ _ _ _ - r - L ________ ~ ____ _!
..
.
Ad: 28-j -"/3I
APPR.: [JATE. LJk .... Wf'<· R. IJ, S.N
.V.
METAWA
TITLEDlYlDED OOWNCOMER CONNECTION
I . 2 /tS11
/
- -
--
_
.
-
- -
'
.
_ - - - -
-
- _
.
-._-_
..._
-
--
.-
... ' .._
....--
_
.
_.
_
_
.__
. -- -- -- . , . i -- -- -- -- -- - .--- ---.--- .---.-.-.... ---.. -.. .. _-.. _--. --' ... _.. -.... . ... - -- -.,_.-o
28.3.'7'3R.v.S.
ORIGINAL DRAWINGREVISION DATE y DESCfl.IPTlÖN OF ,nV/SION
DRAWN.:
R
.
v.S
.
""p,\.
:
OAH TllLE.OIVIOED QQW~ÇQ.MEB ÇON~E.ÇT10~
.
.
v.
MET
A
TtEL
•
HOLLANDWITH SQL.TS
aod.
W!SHEBJi
I
.
I
.
I
i
I
Ij
I
I
I
I1I
I1I
Ii
: I I .I
! II
I1WING
DATE: TITLE:FASTENING D.e. PLATE ON BOlTlNG
aAR.
o
28-3-'73 R.v.S. ORIGINAL DRAWINGREVISION DATE BY DESCRIPTION OF REVISION
DRAWN.: R.v.S. DATE: 28 _ 3 -'73 APPR.: DATE:
TITLE:
CLAMPING D.C.PLATE ON BOLTING BAR
WITH HEAVY WEDGES
SCALE DRWG. No.:
E-68
o
28-3 -'73 R.v.
S. OR I GI NAl DRAWI NGREVISION DATE BY DESCRIPTION OF REV(SION
DRAWN.: R. V. S. DATE: 28- 3 -'73 . APPR.: DATE:
N.V. METAWA
TIEL
~HOLLAND
TITLE: PANEL FASTENI NG ON
O
.
C.
PlATE/ '
o
28-3 -'73 R.v
.
S. ORIGINAL DRAWI NGREVISION DATE BY DESCRIPTION OF REVISION
DRAWN.: R. v. S. DATE: 28 - 3 -'73 APPR.: DATE:
.v.
METAWA
TITLE:
PANEL CLAMPI NG ON D,C. PLATE
TIEL HOLLAND WITH BRACKET and WEDGES
o
28~3-'73 R.v.S. ORIGINAL DRAWING REVISION DATE BY DESCRIPTION OF REVISIONDRAWN.: R.V. S. DATE: 28 -3 -'73 APPR.: DATE: . TITLE:
PANEL FASTENING ON
D.C,
PLATEWliH WEDGES
SCALE DRWG. No.:
E-58
nut~ (tackw.>
mat 3-6mm thick
Rv. S
.
28-3-'73 R.v.S. ORIGINAL ORAWINGREVISION DATE BY DESCRIPTION OF REVISION
DRAWN.: R. v. S. DATE:
28
-
3 -'73 APPR.: DATE:TITlE: PANEL CLAMPING ON
O.C.
PLATEWITH BalTS and WASHERS
3 BOLT LENGTH NOT MORE
THAN 5 THREADS ABOVE WASHER M-10
GS40/~11
Bol
t
tackw.
o
28-3-'73 R.v.S. ORIGINAL DRAWINGREVISION DATE BY DESCRIPTION OF REVISION
DRAWN.: R. V. S. DATE: 28 -
3
-
73 APPR.: DATE:TITLE:
N
.V.
M~TA
A
TRAY CLAMP -BOLTEDTIEL HOLLAND
Voetring en ankerbouten.
De voetring is berekend volgens D1302 van het Stoomwezen:
(1)
Sterkteberekening van verankering met cirkelvormige voetringo
Volgens dit blad moet de berekening uitgevoerd worden voor
twee toestanden.
a) Gebruikstoestand.
Toestel en ondersteuning belast door wind
eigen gewichtskracht en gewichtskracht
van de vulling.
b) Beproevingstoestand.
In ons geval is dit niet van toepassing.
Deze berekening gebeurt alleen als in
gemonteerde en opgestelde toestand geperst
wordt.
De ankers moeten op sterkte gecontroleerd worden.De
materiaal-spanning 0l moet voldoen aan:
°
1=
(/~-?)
.0,Hierin is
Sjas-nlf
~ 0 Lj
;f
; ~I
Mb=het op de fundering uitgeoefende buigende moment
als gevolg Van de windbelasting en exentrische
gewichtskrachten. (Nmm)
P=de op de fundering uitgeoefende totale
gewichts-kracht&P.van het complete toestel met inbegrip
van vulling en ondersteuning. (N)
Dl=middellijn ankercirkel. (mm)
D
2=kernmiddellijn ankers. (mm)
-n=aantal ankers. (-)
2
Rel=rekgrens ankermateriaal. (N/mm )
Ook de vlaktedruk op de betonfundering moet gecontroleerd
worden.
Aan de twee onderstaande voorwaarden moet voldaan zijn:
waarin: 2 o =0 +0
5,5
N/mm 2 2ja 2jpo
=0 +0 +07,5
N/mm 2max 2ja 2jp 2jm p o 2jp - - - , - - -=
3,14.b.D o=
Mb ;2 j m-0-,-7"""8-5-.
b-.D-2 2 O2= totale vlaktedruk beton. (N/mm )
O
2 =maximum vlakte druk beton. (N/mm
2 )
max
2
O
2 ja =vlaktedruk beton door aanhaalkrachten. (N/mm )
2
02jm=vlaktedruk beton door moment. (N/mm )
O
2 jp =vlaktedruk door gewicht. {N/mm2)
b=breedte voetring. (mm)
bl=breedte voetring buitenzijde. (mm)
b 2=breedte voetring binnenzijde. (mm)
D=gereduceerde middellijn. (mm)
De dikte van de voetring kan nu bepaald worden met behulp van
en d =b
2
4,5·°2
maxdl=dikte voetring buitenzijde. (mm)
d
2=dikte voetring binnenzijde. (mm) R
e2=rekgrens materiaal voetring. (N/mm
2 )
-Berekening voetring en ankerbouten.
Gegevens voor de berekening:
materiaal van skirt en voetring:koolstofstaal C
45.
materiaal van de ankers:Fe 37.aantal en afmeting van de ankers:24XM30
2 rekgrens van het ankermateriaal:R
el=235,5 N/mm • A J f) i -- ---~-=- ..<. ~---":;..- --Sterkte controle:
~30~
-
t
--8
5
4.11,8.10 - 2,35.10 3200=
86<.0,4.235,5=94,2 N/mm 2De sterkte voldoet dus aan de eiso
Controle-op vlaktedruk: 2 0,1.Rele n • D2
o
2;a=
--~--=
b.D 200.2880=
0,75 N/mm2p . . 5 0 = = .. ·2,35.10
=
0,13 N/mm 2;p 3,14.b.D 3,14.200.2880 8 Mb 11,8.10 =0,91 N/mmo
2;m=
= 0,785.b.,D2 0,78. 5.200.2880 2Nu toetsen aan het criterium:
~ 5,5 N/mm 2 O 2 = °2 ;a + 0 2jp
0,88
L5,5
N/mm 2 voldoet.=
2 en 0 =0 +0 +0 / 7 5 N/mm 2max 2ja 2jp 2;m~ , . 2 =1,79<'7,5 N/mm voldoet. Dikte voetring :De dikte aan binnen- en buitenzijde is gelijk genomen:
dl =d 2: à • 2 2 4,5.0 2 max
---
=100 4,5 • 1,7~ 26 • 9,81=
0,018 neem voor d=20mm. m 44-Skirt
Het skirt heeft een hoogte van 3,5 m en een wanddikte van 12 mm
en is zodanig tegen de romp van de kolom geplaatst dat het hart
van de kolomplaat en het hart van de
skirtplaat
in één lijn
liggen. De verbinding is
als
een stompe las uit te voeren.
Om
het skirt extra weerstand te geven is voor een halve tophoek
o
van 14 gekozen, dit overeenkomstig de eisen van het
stoomwezen
blad D 1302. Het materiaal waaruit het skirt is vervaardigd is
koolstofstaal
C
45. Voor de constructieve uitvoering van het
skirt
wordt
verwezen naar tekening nr. 702.
berekening.
De minimum wanddikte van het skirt
moet
zijn:
3,5
mm(volgens D0101)
met toeslagen en toleranties behoeft
.
geen
rekening te worden
gehouden. Voor corrosietoeslag is
minimaal 2
mmmateriaal
vereist. De keuze van 12
mm
voldoet dus ruimschoots
aan
de eis
van
minimu~wanddikte, die hier 5,5
mmblijkt te
zijn.
Het grootst optredende buigend moment ten gevolge van de
wind-belasting op het skirt bedraagt:
l\y
=1,18. 10
9
Nmm
(dit is inclusief moment
van
reboiler).
De gewichtsbelasting t.g.v. de kolom
en
eigen
gewicht
bedraagt:
p
y
5
2,35 • 10
NDe aangebrachte
gaten
voor de leidingen dienen versterkt te
worden tot de verzwakkingsfactor de
waarde
1 heeft bereikt.
berekening van
de spanningen:
Alleen
de
membraamspanningen in langsrichting
worden
in
rekenong
gebracht:
ax;2
=waarin
dax;p
=6ax;M
- (5'ax.
,
M p y- 3,14.d.(D
-d).z.cos
a e~y
2----:--:"-1,57.d.(D
-d)
(z-0,5)
eVoor
z zou ook gerekend kunnen worden met
z
3,14.D -
es
waarin s de vermindering van de omtrek is t.g.v. de openingen.
In
de procesindustrie moeten deze openingen echter versterkt
worden.
Dit levert voor de membraamspanningen:
d
ax • p,
dax;Mhiermee
c5
ax; 1dax;2
=2.35
•
:lQ5
3,14.10. (1145-10) .1.0,97
1
218
.
109
1,57.10.1135·1135.0,5
-6,8
+
117
110,2
-6,8 - 117
=
-123,8
2N/mm
N/mm2
sterktecontrole:
6,8
N/mm
2
=117,0
N/mm
2
De spanningen moeten voldoen
aan
de volgende twee voorwaarden:
I ({
ax; 1I
~
I
d
ax;2
I
~
f f
waarbij f afhankelijk is van de
aansluiting
van het schort op
de kolom. gekozen i? voor een spleetloze las.
Dan is f de
kleinste
van de volgende twee
waarden;
0,5 . Re
0,33.
Rm
(e )
m
Voor het gekozen koolstofstaal levert dit f
=
127,5 N/mm2 (DIN 17100)
De optredende
membraamspanningen
blijken toelaatbaar te zijn.
stabiliteitscontrole:
De
materiaalspanning moet
voldoen
aan:
lc!ax;21~ 8'(~e-d)
• Et
(9
m)
Uit VBR
14
wordt gevonden
Et
(G
m)
I
d
I
10
ax; 2~
8. (11 35 )
5
• 1,67.10
1,67.105
184
2N/mm
De optredende
d
ax;2
van 123,8
N/mm2 geeft
dus
gee
"
n
stabilitei
ts-problemen.
-Mangaten:
Bij de sterkteberekening van de wand van de kolom is naar voren gekomen dat de verzwakkingsfactor in de bodem van de kolom minimaal 0,92 mag worden. Dit betekend dat het mangat versterkt moet worden tot z de waarde van 0,92 aanneemt.
Het mangat mag maximaal een diameter van 500 mm hebben. De verzwakkingsfactor van het mangat wordt aangeduid met z5. Alvorens men deze kan bepalen berekend men eerst de versterkings-term w 1• waarin:
=
=
=
2.(k
d • D1
·A
1
+k
2
·A
2
)
k 2 op 1 wordt gesteldwanddikte van de kolom, mm
=
diameter van mangat, mm=
=
de in rekening te brengen doorsnede-oppervlakte d kk k · · 2
van e vla everster lngsrlng,mm
de in rekening te brengen doorsnede-oppervlakte
2
van de tubulure, mm
Om de benodigde versterking te bereiken is gekozen voor een tubulure met een wanddikte yan 20mm (dus formule-wanddikte
=
18 mm). en een vlakke verstevigingsring van 12 mm (formulewanddikte=
10,5 mm). Zie ondèrstaand figuur.l
'
I
I
J
i
Voor de maximaal in rekening te brengen hoogte van de pijp
of staande ring h geldt de betrekking:
max
=
524 • 18=
97,1 mmwaarin: D
e2
=
uitwendige middellijn van de pijp mmd
2'
=
formulewanddikte van de pijp mmVoor de maximaal in rekening te brengen uitvlendige middellijn van de vlakke versterkingsring moet de kleinste gekozen
worden van de volgende vier Haarden: 1. 2. 3. 4. waarin: D e d 0 d 2
D
+
D .d e + 2.d2D
+
D .d+
2.d+
4.d e 0 2.D+
2.d 22.D
+
2.d 0 + 4.d=
uitwendige diameter van de cilinder mm=
VODr inwendige druk vereiste dikte Voor de pijp, mm=
formulewanddikte van. de pijp of staande ring mm De1max=
500+
1100. 10,5+
2.10,5 = 628,5 mm voor d geldt volgens D 0201:o Bepalend is 1. d 0 Nu kunnen A 1 Pd
.
D. 1 3,35=
= 2.z.f - Pd enA
2 bepaald worden:D
-
500=
.
e1max 2=
h • ( d - d max 0 d 1max=
mm=
628,5 - 500 2 97,1 • 14,65Hiermee kan de versterhingsterm Hl bepaald worden:
=
2. ( 771+
1423) 10,5 • 500=
0,835.12
=
771 =1423 2 mrn 2 mrnDe verzwakkinsfactor z5 wordt berekend volgens blad D 0501:
waarin: z o k c
=
z o=
k 1+
0,5=
0,9Lc + D=
VDeod 1 2 2+
3,64.c+
5,47.c 48-Voor de beschouwde opening levert dit achtereenvolgens: c k z o dit geeft z5 500 4,65
=
=
'V1100.10,5 0,91.4,65 + 1=
2 + 3,64.4,65 1 0,21= - - - -
=
4,24 + 0,5=
0,21. ( 1 + 4,24 . 0,835 )Het mangat is dus voldoende versterkt.
2
+ 5,47.4,65
=
0,95=
4.24Voor het mangat dat ter plaatse van de voeding wordt aangebracht behoeft in principe niet tot z
=
.
0·,92 versterkt te worden,omdat het buigend moment ten gevolge van de windbelasting
ter plaatse kleiner is dan in de bodem.
Het is echter geen bezwaar dat het gat sterker is dan nood-zakelijk, daarom is voor dit mangat dezelfde constructie gekozen.
Het mangat in de top van de kolom moet versterkt worden tot z
=
0,84 (hier is de inwendige druk bepalend).Gekozen is voor een tubulure met een wanddikte van 10 mm
(zodat d
=
8,5 mm)De berekening is analoog aan de vorige.
h
=
66,5 mm max D=
500 + 1100.8,5 + 2.8,5=
614 mm e1m d=
3,35 mm 0 2 Al=
684 mm 2 A 2=
908 mm De versterkingsterm w 1 wordt hiermee: 2.
( 684 + 908 ) 0,75 w 1=
=
8,5.
500 Voor de berekening van z5:500
5,17
c
=
=
1100.8,5
dit geeft:
z5
=
0,i9. ( 1 + 4,71 • 0,75)=
0,86Hiermee wordt aan de eis voor de versterking voldaan.