o
o
b
, . P'o
Nr
:
'1:.3'1
1 ,..
... 'laboratorium voor Chemische Technologie
.
t .'Verslag behorende
bij het fabrieksvoorontwerp
van
F
...
.
R
.
...
VERMEEREN
c,.
onderwerp:
RECTISOL GASWAS INSTALLATIE
f,
DELFT
RIETVEf:D 19 DELFT
J d &.
r .' "'t\'-
"', ~opdrachtdatum :
_
y~rslag.9aJum:
•• ' j.
,.o
o
o
,I
0
,..
\
,,< ~ t0
t.,-,'1
0
o
.
,
.
o
o
f.v ,." L "0
'--.... /~i
.1tJ .. ~~j0
~"
l
'Ir .""
Q
'f.. 'r( ( { { ( ( (
o
Inhoud. Inhoud. Samenvatting. Konklusies. Inleiding.Uitgangspunten voor het ontwerp. Beschr~ving van het proces.
Proceskondities. Berekeningen.
Massa- en warmteba1anso
Overzicht specifikatie apparatuur. Symbolen1~st.
Literatuur.
B~lagen
Evenwichts gegevens van CO
2 in methanol. Evenwichts gegevens van H
2S in methanol. Soortel~ke warmten.
Absorptie warmteno Rekenprogramma.
Verzadigde dampspanning van methanol.
1 1 2
3
4
7 9 1113
29
36
41
42 4344
49
51
51
52
56( ( ( { { ( ( ( Samenvatting.
Dit fabrieksvoorontwerp handelt over een rectisol
gaswasinstal-latie voor de verw~dering van H
2S en CO2 uit ~as afkomstig van een koolvergassin~sinstallatie ter bereidin~ van vervangend aardgas (SNG).
2
De verw~dering vindt plaats door fysische absorptie met methanol bD lage temperaturen.
Er is uitgegaan van een Lur~i proces, waarin de H
2S en CO2 apart worden verw~derd. De CO
2 gaat naar de spui en de H2S wordt zodanig geconcentreerd, dat verwerking tot zwavel moge10k is.
De installatie heeft een capaciteit van 1120700 Nm
3
/hrruw~as.
Hieruit ontstaat tenslotte 280000 Nm3
/hr gezuiverd SNG. Er worden 344300 Nm3
/hr CO2 en 8800 Nm
3
/hr H2S
verw~derd.
Vanwege de ~rote canaciteit van de gehele installatie wordt deze opgesplitst in zes identieke kleinere installaties, die elk uit twee absorbers met regeneratie van de absorptievloeistof bestaan en waarin een methaansynthese eenheid is opgenomen.
Er wordt een processchema opgesteld met de daarb~ behorende massa-en warmtebalans.
Van de hoofdabsorber T
3
,
waarin de H2S en een gedeelte van de CO2 worden verwijderd, wordt een nadere berekening gegeven.Verder wordt voorde warmtewisselaars Hl' H2' H7 en H
14 een bereke-ning van het benodigde warmtewisselend oppervlak ~emaakt.
Tenslotte wordt een schatting gemaakt van het verlies aan absorptie-vloeistof dat kan optreden door verdamping van de methanol.
I ( ( ( ( ( ( (' (
o
- - - ---- - ----
---
---Konklusies.In het al~emeen kan gesteld worden dat het rectisol proces
geschikt is voor de zuivering van ~assen, die f,rote hoeveel-heden onzuiverhoeveel-heden bevatten in het b~zonder CO
2 en H2S, b~ drukken boven 10 bar.
3
Een groot voordeel van de fysische absorptie b~ het rectisol proces is, dat de regeneratie van het oplosmiddel door
ont-spannen kan plaats vinden, waardoor de energiekosten laag bl~ven. Voor het in dit voorontwerp behandelde proces kan ~esteld worden,
dat een
verwerkin~scapaciteit
van 187.000 Nm3
/hrruw~as
voor een enkelvoudige installatie zonder meer haalbaar is.Wel moet getracht worden de top temperaturen van de verschillende
kolommen zo laag mogel~k te houden om het methanol verlies door
l ( ( ( ( ( ( ( (î
o
(1 4 Inleiding.Het Rectisolproces is een fysisch absorptieproces t dat veel gebruikt wordt voor de verw~dering van voornamel~k zure componenten uit
industriële ~assen. (1)
Het verschil tussen fysische- en chemische absorptie kan aan de hand van onderstaande figuur worden verklaard.
chem
fys
P2
~~---B~i lage partiaalspanninp: van de te verwi.lderen component (P
2) kan
het chemisch absorptiemiddel sterker beladen worden dan het fysische( C
2 c h em. > C2f ;fS. ). Boven een bepaalde partiaalspanning treedt b~ chemische absorptie een verzadiging op. terw~l b~
fysische absorptie de maximale belading evenredig toen~emt met de partiaalspanning.
Vanwege het grote verschil in belading tussen
P
l en
P
2 b~ fysische absorptie (~Cf is groot) kan het absorptiemiddel eenvoudig doorys.
ontspannen geregenereerd worden. Voor een volledige regeneratie
kan dan neg gestript worden met een inert gas of een hete regeneratie worden toegepast.
Het Rectisolproces gehruikt als absorptiemiddel methanol b~ lage temperatuur ( -20 tot -70 °C). Dit middel heeft de volgende gunstige
eigenschappen:
-Hoge oplosbaarheid voor CO
2 en H2S. -Ho~e selektiviteit voor H
2S ten opzichte van CO2• -Lage ol'losbaarheid voor H2t CO en CH
4·
-Lage damp sp a nni ng b~i de procescondities. -Hoge oplosbaarheid voor water.
t ( ( ( ( ( ( ( ( l
r
'
5
-Lage viscositeit, ook bij lage temperatuur.
-Zeer goede chemische- en thermische stabiliteit. - Niet corrosief.
-Gemakkelijk verkrijgbaar tegen lage prijs.
De te ontwerpen Hectisol installatie maakt deel uit van een proces om door vergassing van kool vervangend aardgas (SNG) te verkrijgen. Als model voor een dergelhk koolvergassingsproces is het Lurgi SNG-proces gekozen. Dit SNG-proces is onderverdeeld in vijf stappen: de ver-gassing, de CO-shift. de gaszuiverin~. de methaansynthese en de tweede CO
2-was met droging.( zie figuur)
VERGASSING CO -SHIFT GASZUIVERiNG METHAAN DROGING/
SYNTHESE C02-WAS
PROCESSCH!öMA LURGI VOOR WINNING VAN SNG UIT KOLEN
Door ver~assen van de kool worden CO, H
2 en CH
4
verkregen, maar ook CO2• H2S. N2 en verschillende koolwaterstoffen. De verhouding van H
2 en CO in dit produkt gas is echter te klein voor de methaansynthese. zodat een CO-shift wordt toegepast om tot een H
2/CO verhouding van on~eveer
3
te komen.Na de CO-shift wordt het gas geschikt gemaakt voor de methaansynthese door middel van de gaszuivering. Hier wordt de H
2S. dat een gift voor de Ni-katalysator van de methaansynthese is, een groot deel van de CO
2 en de zware fraktie van de koolwaterstoffen verw~derd. In de methaansynthese wordt naast methaan ook water gevormd.
<-( ( ( ( ( ( (
o
o
(' 6Dit water wordt samen met de no~ overgebleven CO
2 in een tweede
l ( ( ( ( ( ( 7
Uitgangspunten voor het ontwerp.
Als uit~an~spunt voor de omvan~ van de te ontwerpen rectisol
installatie wordt de op de vol~ende bladz~de afgedrukte
'Vcor-lopige ApparatenlUst 250 MMSCF/d Lur~i Processchema' aangenomen.
Hieruit
bl~kt,
dat de hoeveelheid te zuiveren gas 1.120.700 Nm3
/hrbedraagt.Deze hoeveelheid wordt niet door één grote installatie
verwerkt, maar door een zestal kleinere met elk een
invoercanaci-teit van 186.784 Nm3/hr. Eén van deze zes kleinere installaties
zal verder in dit voorontwerp worden behandeld.
Uit gegevens van Lurgi blUkt, dat een van de ~rootste
rectisol-installaties met een invoercapaciteit van 250.000 Nm 3 /hr in 1955
in Zuid Afrika gebouwd is voor de 'South African Uil, Coal and
Gas Corporation'(Sasol). Ook hier wordt deze capaciteit met meer-dere identieke kleinere installaties bereikt. Hoogendoorn en
Solomon (12)
beschr~ven
installaties van 60.000 Nm3
/hr. De teont-werpen installatie is derhalve driemaal zo vroot als die welke b~
Sasal worden toe~epast.
Voor het processchema wordt uitgegaan van een aparte verw~dering
van CO
2 en H2S. De CO2 wordt v.espuid. De H2S kan in verb3nd met de
veroorzaakte luchtverontreini~in~ niet meer gespuid worden e~ zal
daarom geschikt {l;emaakt worden voor verdere verwerking tot zwavel
in een Claus proces. De concentratie van de H
2S in het afgas zal
daarom echter minstens 20
%
moeten z~in .Een en ander betekent, dat er twee beladen methanol stromen te
onderscheiden z~n, die apart geregenereerd worden. De CO
2-methanol
stroom ( 9,13,16,14,12,9), die door ontspannen geregenereerd wordt
en de H
2S(+C02)-methanol stroom (10,11,18, . . . ,9,10), die heet
gere-genereerd wordt.
Omdat de kosten van heet regenereren veel hoger z~n dan van
regene-reren door ontspannen, zal de H
2S-methanol stroom zo klein mogel~k
worden gehouden. Een kwart van de totale methanolstroom zal voor de H
2S verw~dering gebruikt worden. (Stroom 10 is één kwart en stroom
"J ':J
o
J """'I ...,--
...,VERG ASSING
CO-SHIFT
GASZUIVERING
STOOM
20.000 tld
ZUURSTOF
5.700 t/d
p=25-30bar
Apparaten 3 x 10 Vergassers 3x2 CO-convertors 3 x 2 Rectisol
*
Nm3/hr Nm3/hr Nm3/hrGassamenstelliDg Vol.~ Vol. % Vol.%
Kooldioxide , CO 2 26,8 276.800 32,4 363.300 4,8 37.000 Koolmonoxide, CO 22,0 227.500 12,6 141.000 18,1 141.000 Waterstof
,
H2 38,8 40 I. 300 43,5 487.800 62,7 487.800 Methaan,
CH4 10,1 '104.600 9,3 104.600 13,4 104.600 Stikstof,
N2 0,4 4.200 0,4 4.200 O,S 4.200 Zwavel-waterstof , H2S 0,8 8.800 .0,8 8.800---
--- Kootwater-/CnHm 1,1 11.000 1,0 11.000 0,5 4.200 Hoffp.n / Totaal : 100 I .034.200 100 1.120.700 100 778.800Watervrij
~
: 507. gaat via omloop CO-shift Pittsburgh coal 7750 kcal/kg*
**
,....,METHAAN
SYNTHESE
3x3 Methanators Vol.% Nm 3 /hr 7,9 23.600---
---3,8 11. 200 86,9 259.000 1,4 4.200---
---
---100 298.000 ,....,DROGIN.G/
C02- WAS
SNG -3xl CO Was I 2 Dror.er Vol.% Nm /hr 3 2,0 5.600---
---4,0 11.200 92,5 259.000 l,S 4.200---
---
---100 250.000.000 SCF/ d~
VOORLOPIGE APPARATENLlJST
250.000.000
SCF/ d SNG LURGI PROCESSCHEMA
r--\ r-"
( ( ( ( ( ( ( (
o
9Beschr~vin~ van het proces.
De hoofdstroom.
Het te verwerken gas komt binnen als stroom 1.
In warmtewisselaars Hl en H
2 wordt dit gas in te~enstroom met
koude CO
2 en N2 uit T
5
en T6
en met koud gezuiverd gas uit T3
gekoeld. De zware koolwaterstoffraktie wordt hier afgescheiden.
In het benedengedeelte van T
3
wordt vervol~ens de H2S en in hetbovengedeelte de CO
2 geabsorbeerd.
Het gas is nu geschikt voor de methaansynthese. Nadat
warmtewis-selaar H
2 ~epasseerd is komt het gas i n de methaansynthese, waar
alle CO en het grootste gedeelte van de nog aanwezige CO
2 met de
in overmaat aanwezige H
2 wordt omgezet in methaan en water.
Het produkt gas van de methaansynthese bevat dus waterdamp en kool-dioxide, die er in absorber T
13 met zuivere methanol worden
uit-gewassen.
..
Het gezuiverde SNG verlaat de installatie als stroom
33
.
De wasvloeistof.
Stroom 9 bestaat uit ongeveer 600 m3 licht met CO
2 beladen methanol.
Deze stroom komt via de tOD T
3 binnen.
In het bovengeJeelte van T
3 wordt nu CO2 geabsorbeerd, waarbij de
temperatuur van de methanol oploopt tengevolge van de vrijkomende
absorptiewarmte.
Onder in de CO
2 absorber ( dat is ter hoogte van het midden van T
3
)
wordt de vloeistof opgevangen en gekoeld (13571178 kJ/hr).
Driekwart van deze vloeistof gaat naar de top van T
5
,
waar doordrukverlaging (ontspannen) het grootste gedeelte van de
geabsor-beerde CO
2 weer vrhkomt, terwijl de temperatuur van de vloeistof
sterk daalt.
Het bodemprodukt van T
5
gaat voor8/9
weer terug naar T3
na eerstin P4 weer op druk te zijn gebracht.
Een kwart van de vloeistof uit de CO
2 abs orb er (stroom 10) komt
bovenin de H
20 absorber ( het beneden gedeelte van T3). Daar de
vloeistof al met CO
( ( ( ( ( ( ( (
()
10 H2S plaats en komt er ook weini~ absorptiewarmte vr~" 342 kW in de H
2S absorber tegenover 11597 k~ in de CO2 absorber) Het bodemprodukt van T
3 bevat alle H2S en een grote hoeveelheid CO2" Via een drukregelaar komt deze vloeistof in de verr~kingskolom T
6
"
Hier wordt een ~edeelte van de CO
2 verw~derd door strippen met N2 en
wassen met een negende deel van het H
2S vrije bodemprodukt van T5"
Dit laatste om eventueel vr~gekomen H
2S te reabsorberen"
In de verr~kingskolom T
6
wordt in feite de H2S/C02 verhouding ver-groot door het verw~deren van CO2"
Het bodemprodukt van T
6
gaat na opwarming in H7 naar de heterege-nerator T
S"
Hier komen alle H2S en CO2 terecht in het topprodukt,
waarvan de concentratie aan H
2S als gevolg van de verr~king in T
6
dermate hoog is (20%)
dat verdere verwerking in een Claus procesmogeli.ik is"
Het bodemprodukt van T
S
is zuivere methanol. Deze stroom geeftwarmte af in H7 en wordt op druk gebracht door P9" In de absorber
T
13 wordt deze vloeistof vervolgens gebruikt voor de verw~dering van CO
2 en H20"
Het water in het bodemprodukt van T
13 wordt verw~derd in de
destil-latiekolo~ T
15 en verlaat deze kolom via de bodem, waarna het de
ingaande stroom opwarmt in H 14"
De methanol uit stroom 30 verlaat T
15 over de top, wordt op druk gebracht door P17 en gekoeld in HlS"
Als stroom 29 komt de methanol tenslotte weer in stroom 9 terecht"
B~ het in bedr~f stellen van de installatie worden de vereiste lage
temperaturen bereikt door methanol te laten circuleren door de hoofd-absorber T
3, waar het gekoeld wordt door verdampende ammonia in de koelspiralen" De koude en onder hoge druk staande methanol wordt dan geexpandeerd waardoor een nog lagere temperatuur wordt verkregen. Dit proces wordt zolang voortgezet tot de temperatuur laag genoeg is om het gas toe te laten" De warmtewisselaar H
2 werkt vanaf dat mo-ment ook mee om de koeling in T
3
op peil te houden. De benodigde koelperiode is meer dar. 24 uur.-
- - - -( ( ( ( ( ( (o
Proceskondities.De drukken waarmee in dit rectisol proces ~ewerkt wordt liggen tussen 1 en 27 bar.
11
Het ruwgas komt de installatie binnen onder een druk van 27 bar. Het stroomt via de warmtewisselaars Hl en H
2 en de hoofdabsorber T
3, waarin een werkdruk van 25 bar heerst, uit zich zelf naar de methaansynthese. Van de methaa~synthese moet het gas naar de tweede absorber T
13 met een werkdruk van 16 bar. Omdat niet geheel
bekend is onder welke druk het gas de methaansynthese verlaat, wordt voor alle zekerheid een zuiger kompressor pomp P12 toegepast, waarb~ aangeno~en wordt, dat het produkt~as van de methaansynthese
een druk van
9
bar heeft.Om de circulerende methanol steeds op de werkdruk van T
3 en T13 te brengen, worden de pompen P
4, P17 en P
9
toegep8st.De temperaturen, die b~ deze rectisol installatie voorkomen lopen uiteen van -71 oe tot 65°C.
De laagste temperaturen treden op in het CO
2-methanol circuit
(stroom
9,
13, 16, 14, 12,9).
Deze stroom wordt in het bovengedeel-te van T3 opgewarmd met de b~ de absorptie van e02 vr0 komende warmte en afgekoeld door het ontspannen vnn de onder druk staande
met CO
2 beladen methanol in T5• Om een gedeelte van de absorptie warmte te verw~deren en om eventuele koudeverliezen op te vangen wordt deze stroom ook nog met een koelspiraal gekoeld. Dit gebeurt
op die plaats in de stroom, waar de temperatuur het hoof,st is. Dit is vlak na de e0
2 absorptie, onderin het bovenf,edeelte van T3• Hier
wordt de met e0
2 beladen methanol van 2 4 9,0 K tot 238,2 K gekoeld door middel van een koelinstallatie met verdampende ammoniak, die op een economische manier kan werken op afvalwarmte van de CO-shift. De hoogste temperaturen treden op b~ de hete regeneratie in T
8 en
b~ de waterverw~dering in de destillatiekolom T
15. In beide gevallen wordt dekooktemperatuur van methanol ca. 65 oe bereikt.
~ 'J
r'"
I
t3
·
i
..., ~.~
SNG .,-;-, ~1/
:
~> ~ ~.JI
a
"'") ,... ;~[6
>---r--C 18 ,..., '""" ,,..., H2S,C02 ~---«26) .. 27 GEZUIVERD SNGn
--~_4--~, ~~~_~----~I
B
00:
T8~---f~
~
~
~
1
ê
1
~
f---_---.J
I~
I
~
-;::
~
I
~
cn;m
~d
1
~
Ol
H II
WARMTEWISSELAAR H 2 WARMTEWISSELAAR 3 ABSORBER P 4 POMP 5 ONTSPANNING STOREN T61
S'RIPPER H 7 WARMTE WISSELAAR T 8 STRIPPER P 9 POMP H 10 PART IELE CONDENSOR IHITEBOP 12 POMP ILER T 13 ABSORBER H la WARMTEWISSELAAR T 15 DESTILLATIEKOLOM Hl61
CONDENSOR P 17 POMP HlS WARMTEWISSELAAR HI9 REBOILERRECTISOL GASWAS INSTALLATIE
FR Vermeeren en WC ROlend~t
Q-stroomnr
o
Temp In ·C maart 1978 ~A.f"o's drukl"lbor ~ f\) r~l
( ( ( ( ( ( (î Berekeninp;en.Eerst wordt vastgelegd hoe de hoofdstroom b~ het doorlopen
van de gehele rectisol installatie veranderd. Dan wordt absorber T
3
nader berekend. Het aantal benodigde schotels en de diameter en hoogte van de kolom worden bepaald. Vervolgens wordt het warmtewisselend oppervlak van dewarmte-wisselaars Hl' H
2, H7 en H14 berekend.
Van het methanol verlies door verdamping wordt een schatting
gemaakt.
L
( ( ( ( ( ( (Cl
o
14
De hoofdstroom.Voor de berekening van de ~ehele installatie wordt uitgegaan van
de ' voorlopige apparatenl~st
250
MM SCF/d SNG Lurgi processchema IHierin staan de grootte en samenstelling van de hoofdstromen in het Lurgi proces aangegeven.
Door de stroom uit de CO convertors een faktor
6
te verkleinenver-krijgt men de grootte en samenstelling van de voedingsstroom van de Rectisolinstallatie. In het Redtisol processchema is dit stroom 1. Er wordt aangenomen dat deze stroom geen waterdamp bevat.
Voeding Rectisolinstallatie (stroom 1).
vol.
%
Nm3
/hr CO12.58
23500
H2
43.53
81300
CH4
9.33
17433
CO2
32.42
60550
H2
S0,79
1467
N2
0,37
700
CNHM0.61
1133
C H n m0,37
700
100.0
186783
De koolwaterstoffen worden in een zware- CNH
M en een lichte fraktie
C H verdeeld. De zware fraktie condenseert in de warmtewisselaars
n m Hl en H
2 en wordt voor de berekeningen geacht te bestaan uit n-hexaan.
De lichte fraktie wordt geacht propaan te z~n.
o
Na condensatie van de zware koolwaterstoffen en afkoeling tot
-31
Contstaat de voeding voor absorber
T
3
(stroom6) .
vol. % Nm3
/hr kmol/hr CO12,65
23500
1049.1
H2
43,79
81300
3629.5
CH4
9,39
17433
778.3
CO2
32,62
60550
2703.1
H2
S0.79
1467
65.5
N2
0,38
700
31,3
't1J;
C H0,38
700
31,3
(
.
12
0 n m100.0
185650
8288.1
( ( ( ( ( (
n
15Het gas dat de absorber T
3 via de top verlaat (stroom 5) bevat geen
H
2S meer en het CO2 ~ehalte is nop; slechts 4,75 vol.
%.
vol.
%
Nm3/hr kmol/hr CO 18,11 23500 1049,1 H 2 62,63 81300 3629,5 CH 4 13,43 17433 778,3 CO 2 4,75 6167 275,3 N 2 0,54 700 31,3 CH
0,54 700 31,3 n m 100,0 129800 5794,8Dit p;as gaat naar de methaansynthese. De CO wordt hier volledig en de CO
2 p;edee1te1~k omp;ezet in methaan. Er ontstaat
hierb~
ook 27967 Nm 3/hr water.In absorber
T
13 wordt dit water en het ~rootste p;edeelte van de over-gebleven CO 2 verw~derd. De voeding voor
T
13 (stroom 27) is nu: vol.%
H
2 2,40 CH 4 55,60 CO 2 5,07 N 2 0,90H
20 36,03 100,0 1867 43167 3933 700 27967 77634Het ~as verlaat nu als gezuiverd SNG de absorber T
13 (stroom 33). H 2 CH 4 CO 2 N 2 vol.
%
4,00 92,50 2,00 1,50 100,0 1867 43167 933 700 46667( ( ( ( ( ( (
c
o
o
o
16Berekening van absorber T 3•
Absorber
T
3 bestaat uit een bovendeel, de e02 absorber en een benedendeel , de H
2S absorber. Onder in de e02 é,bsorber wordt de beladen methanol op~evangen en met eenkoelspiraal gekoeld. Een
kwart van deze vloeistof wordt in de H
2S absorber gebruikt en driekwart ~aat naar de ontspannin~storen
T
5. De e0
2 absorber.
De benodi~de hoeveelheid methanol wordt berekend aan de hand van een ~eschatte temperatuur van de onderste schotel. De condities op de onderste schotel z~n: 248
K
P tot =Peo
2=
25 at 8,1 at H 2 is aanwezip:.Volgens Shenderei(4) is in dit geval de Henry coefficiënt voor e0 2 in methanol H
=
...E..
x=
39.25 . De mol fraktie x e0 2 van de vloeistof ~.l=
39,25=
0,2Deze vloeistof bevat dus x
=
1 - x
op de onderste schotel is dan:
0,25 kmol e0
2 per kmol methanol.
Verw~d~rd moeten worden 2428 kmol CO
2 plus 187 kmol CO2 die al in de inkomende methanol aanwezig is. (stroom 9)
Hiervoor is minimaal aan methanol nodig:
2428 + 187
0.25
=
10460 kmol.Door een overmaat van ongeveer 150
%
te nemen wordt de benodigde,
---~
hoeveelheid methanol bepaald op 15376 kmol/hr. De inkomende vloeistofstroom van de CO
2 absorber ligt nu naar grootte en samenstelling vast. De in- en uitgaande gasstromen
waren al bekend, zodat de uitgaande vloeistofstroom berekend kan worden.
( ( (' ( ( ( ( (
o
Deze uitgaande stroom
L3
volgt uit de massabalans over dee0
2 absorber:
De samenstelling x
3
vanL3
volgt dan uit de e02 balans:Alle getalwaarden staan in tabel 1 vermeld.
17
Daar de temperatuur van G
3
bekend is en de temperaturen van Gl en LOworden gekozen, kan de temperatuur van
L3
met behulp van deenthalpiebalans worden berekend.
+ + 4 H b a s .
=
+De enthalpie van een gasstroom wordt hierb~ berekend vol~ens:
=
G n CT-200) (y • e nPeo
2 + Cl-y).e
)
' n p inertDe enthalpie van een vloeistofstroom wordt berekend volgens:
1\
= n L n CT-200) (x n •e
Peo
2 + (l-x).e
)
n Pmeth.De vr~komende absorptiewarmte wordt berekend door het aantal kmol
kooldioxide dat van het f1:as naar de vloeistof is overgegaan C A e0
2) te vermenigvuldigen met de absorptiewarmte per kmol Ch b ).
a s.
AH = A CO • h
abs. 2 abs.
Voor de berekening van de enthalpiën wordt een referentietemperatuur
vJn 200 K aangenomen. De
soortel~ke
warmten en absorptiewarmtenz~n
( { ( (
I
c
( (c
o
18
Met behulp van de evenwichts~egevens, die in de b~lage aanwezig z~n kan nu het aantal benodigde schotels worden berekend.
Deze berekening werd uit~evoerd op een pro~rammeerbare zakreken-machine met een rekenpro~ramma, dat in de b~lage is op~enomen.
Er werd hierb~ eerst een balans over de onderste schotel opgesteld. Vervolgens een balans over de én op een na
onderste-schotel samen enzovoort.
Uit de rekenresultaten, zoals die in tabel 1 vermeld z~n bl~kt, dat voor de CO
2 absorber tussen de 2 en
3
theoretische schotels nodigz~n. Met3
theoretische schotels is de gewenste verw~dering dus gemakkel~k haalbaar.De H
2S absorber.
De ingnande gasstroom G
9
is bekend.De uitgaande gasstroom moet vr~ z~n van H
2S. Dit zou betekenen dat een oneindig aantal schotels nodig zou zijn. Voor de berekening wordt daarom een H
2S molfraktie van 0,0002 in de uitgaande gas-stroom aangenomen(x
4
=
0,0002).De ingaande vloeistofstroom is ook bekend, zodat de uitgaande vloeistofstroom met behulp van de massabalans, de H
2S balans en de enthnlpiebalans volledig berekend kan worden.
De berekening van het benodigde aantal schotels verloopt op dezelfde
w~ze als bij de CO
2 absorber met behulp van het rekenprogramma en de evenwichtsgegevens, die in de bijlage aanwezig z0n.
De rekenresultaten staan vermeld in tabel 1. Het bl~kt dat de
gewensteverw~dering juist gehaald wordt met
5
theoretische schotels..-(
19
stroom 5 stroom9
~~---_...
... _
..
~4!~---G 1,
LO (~
~
f\
1 ( \ L1 ( N ummering G 2 f-2 an de CO 2 absorbe chotels L2 v r s e n de G3 p s tromen 3 ( ( n T3"in
L3 G41 / /J
!---~~I
"-
~', \ L3" = stro i om 10 G 4 4 1 L4 ( G 5 .(\I
5I
L5 I ~ I G 6 II
6r
H2S absorbe r,
L6 G 7o
7o
L7)
G S S~
~
stroom6
G9
LS stroom 11 ~...
. .
...
•
( ( ( ( ( (
o
o
c
('J ( ) U >~ C' • r~,' -..."
..
.'~ ~ I'-
, r I (~ ~ ; '-r .. C"I (' I r-r\ CJ C Cl ou"'
..-0J o ;. ' (. c r: \ ( , I o:
,"'
r-, (, \\) (- -\:: \ .... : <.Y,. ( .. ". ~ ",' 1., ) l. \"
.
o c'\ t,' ,'0' l -:; \ c, \ : ' ,~ "-) t. \ ( , -;:"
) ,.'\1 (\.: ( .; f; 1 (\J Cj c. ('\J o \.:) ( ---, -C: (',I C ,"'.
,.
( ' , c.;)",
(\J C Cl o C) Cj u\ '-, ~; -', r:-" (" [ '-,'. '" l.0, , fr'., (\J 0 .;-....;' r- -l;'" 1.,',,.
""
<" -". " (:. \.c' , ; ç, r--',-
, r' r-~) ('I {"', ( ) ( .. 11' i'-. o ~. ~-o c :. '. '-, ~.-' \ " ' ( , ,.' ( ; '.~ \ r,' ,. -o C C) C o o 1.1\ r---0'. 20') ':)
o
Q 'î ,..., stroomG
YCO
YH S
HG
2
2
kmol/hr kJ/hr5
5795,2
0,0475
3111733
9
10
13
68288,1
0,0079
11139154
11
vervolg tabel 1 ,...,'"""
I".L
x
co
x
H S
2
2
kmol/hr15562,6
0,0120
4497,5
0,1453
0,0000
13492,5
0,1453
4561,7
0,0140
,...,HL
kJ/hr12192951
12069411
36208233
12401556
"'"
T K218,1
210,4
238,2
238,2
242,2
239,0
I'\) f-' I'""'( ( ( ( ( (
o
o
Voor een verdere dimensionerinp; van T
3
wordt de p;emiddeldegas- en vloeistofbelasting bepaald. In de CO
2 absorber is de gemiddelde ~asstroom:
G' = 32,7 kg/s (= 1,75 m3/s) ; = 17,8 kg/m3
en de gemiddelde vloeistofstroom:
L' = 153,8 kg/s (= 0,17 m3/s) ; = 923 kg/m3
In de H
2S absorber is de gemiddelde gasstroom:
G' = 47,6 kg/s (= 2,06 m
3
/s) ; = 23,3 kg/m3en de gemiddelde vloeistofstroom:
L' = 42,5 kg/s (= 0,04 m3/s)
=
1041 kg/m3De schotels z~n zeefplaten met p;aatjes van 5m~. in
driehoeks-22
patroon met een steek van 16 mmo Dit levert een verhouding van het oppervlak van de p;aten
plaat (Az) van 0,15 op.
(A )
g en het oppervlak van de
zeef-De diameter van de kolom wordt bepaald door een p;assnelheid te kiezen, waarb~ een veilige werking van de kolom gegarandeerd is.
Deze gassnelheid v ligt naar wordt aangenomen b~ 80
%
van de snelheid waarb~ 'flooding' optreedt.De gassnelheid v
F kan worden berekend met een methode volgens Treybal (11):
= • 0,3048
Hierin is CF de 'flooding factor'. De grootte van CF is
( ( ( ( ( ( (
o
--23
vloeistof, de ~rens'vlakspanning, het oDen p:edeelte van de
zeef-plaat en de schotelafstand.
=
Wanneer als schotelafstand
60
cm wordt gekozen, dan is voorzowel de CO
2 absorber als voor de H2S absorber a
=
0,lR73
b
=
0,1107.
Voor de grensvlakspanning wordt gekozen: ~ =
40
dynes/cm.Voor de C0 2absorber is: en CF =
0,209
Nu is v F' =n,209
7,13
.
0,3048
De gassnelheid is dus: v =0,8
.
v FHet oppervlak van de zeefplaat is:
A = z
G'
v=
1,75
0,36
=4,8
2 m =0,45
mis =0,36
mis enVanwege de ruimte voor de 'downcomers' wordt het echte
schotelopper-vlak
18
%
groter genomen.A
=
1,18. A
=
5,7
s z 2 m De diameter van de CO 2 absorber is:D
=(4.A
/v
)0,5
=2,7
m s Voor de H 2S absorber is:(LI/GI)(PG/PL)0,5
=
0,13
en CF =0,397
Nu is vF
=
0,397. 6,61 . 0,3048
=
0,80
mis( 1,(. ( ( ( ( (
c
o
o
De gassnelheid is dus: v = 0 , 8 . vF
= 0,64 misHet onpervlak van de zeefplaat is:
Het De
A
= z G' v=
2,06 0,64=
totale schot el oopervlak is:A
=
1,18.
A=
3,8
s z diameter van de H 2S absorber D=
(4.A
l-rr
)0,5=
s 2 3,2 m 2 m is: 2,2 mHet bl~kt dat de berekende diameter van de CO
2 absorber groter is dan die van de H
2S absorber.
24
Om een eenvoudige constructie te verkrtip.:en, wordt voor de gehele kolom T
3
een p;el~ke diameter gekozen en wel die van de CO2 absorber. Dit betekent dat de H2S absorber breder en daardoor duurder zal worden. Daar staat te~enover, dat de gassnelheid in de H
2S absorber ook la~er wordt, waardoor een kleinere schotelafstand genomen kan worden en de H
2S absorber dus korter en daardoor weer goedkoper kan worden. ien schotelafstand van 50 in plaats van 60 cm is zonder meer mogel~k, omdat de hierb~ berekende diameter van de H
2S abs or-ber van 2,32 m nog steeds kleiner is dan die van de CO
2 absorber. Een kleinere schot el afstand kan vanwege de benodigde ruimte voor inspectie en werkzaamheden in de kolom niet genomen worden.
De diameter van kolom T
3
is bepaald 0p:( ( ( ( [ ( ()
o
".25
Het theoretisch aantal benodigde schotels voor de CO
2 absorber is
3
en voor de H2S absorber
5.
Er wordt een schotelrendement van 50
%
aangenomen, zodat het benodigde aantal schotels voor de CO2 absorber
6
en voor de H2S absorber 10 is.
De hcogte van de CO
2 absorber met een schotelafstand van 60 cm
is: 0,6 =
3,6
mDe hoogte van de H
2S absorber met een schotelafstand van 50 cm
is: h
2 = 10 • 0,5
=
5,0 mVoor de in- en afvoer onder- en boven in de kolom en voor de verzamelschotel met koeling en afvoer in het midden van de kolom wordt een hoogte h3 van 1,5 m. gerekend.
De totale hoogte van kolom T
3 is dan:
( ( ( ( ( ( " It'
c
o
o
('Berekening van het oppervlak van de warmtewisselaars
Het oppervlak wordt berekend met de formule:
AQ
=
U . A . A t m Warmtewisselaar Hl. t::.Q=
Q Q = 2077 28
(T~-T8)-
(T
l-T
2) t::.t=
(T:2-TR )
=
m ln(T
l-T
2) 753 = 1324 kW 52 22 = 34,9
oe 52 ln2"2 26Voor een p~penwarmtewisselaar geeft de ~~rmeatles omgerekend voor gas 1 ata. naar gas lata.
u
=
6
tot 35 W/m2 oegas 250 ata. naar gas 250 ata.
u
=
175 tot 466. W/m2 oe In Hl is de warmteoverdracht van gas 25 ata. naar gas 1 ata. Vialineaire interpolatie wordt een waarde U = 36 W/m 2 0 e bepaald.
Nu is het oppervlak A = Warmtewisselaar H 2• t::.Q = Q17 Q8 = 3488
(T
6-'l' )-
(T:2- T
1Z) t::.t=
2
(TQ-T~) m ln (Ir 3-T
17) t::. Q U.t::. t = m 868 24 ln = 24 5=
2620 kW 5=
12,1 oeVoor warmteoverdracht van gas 25 ata. naar gas 25 ata.
Nu is het oppervlak A = t::.Q 2620.10 3 4246 U.t::.t = = m 51.12,1 2 m is U 2 m =51 Wim 2 oe
( ( ( ( (
,
c
'
o
o
27 lvarmtewisselaar H7' D.Q=
Q23 Q24=
14893 6271 = 8622 kW (T2~-T22)-
(T 24-T21) 48-
46 D.t=
(T 22-T.:'2) = 48 = 47,0 oe m ln (T 24 -T 21 ) ln 46Voor warmteoverdracht van vloeistof naar vloeistof geeft de W~rm
e-atlas
U
= 175 tot 1164. Hiervan wordt de v,emiddelde waardegekozen: U = Nu is het oppervlak Warmt~wisselaar H 14• b.Q = Q30 Q28 (T 31 -T 30) A
=
= D.Q U.D.t m 10703 (T32-rr28) D.t = (T~l
-T 30~
=
m ln (T 32-T28) Evenals bi,l H7 is b~-; H 14 U=
D.Q Nu is het oppervlak Au.
D. t m ==
9183 = 1520 59 12 = ln 59 12 669 V/fm 2 oe 1520.10 3 = 669.29,5 = kW 2 m 29,5 oe 2 77 mc
o
o
Schatting van het methanolverlies door verdamping.
Methanolverlies door verdamping kan optreden via de stromen
5, 15, 20,
26
en33.
Aan de hand van de verzadigde dampspanning van methanol b~ de
temperattiren va~ deze vijf stromen (zie grafiek ), wordt het
methanolverlies geschat.
stroom kmol/hr oe verz.druk molfraktie methanol verlies
Pm
Pm/ P tot krnol/hr kg/hr5
5795
-55
0,0005
0,00002
0,
12
3,84
15
1908
-53
0,0005
0,0005
0
,
95
30
,40
20
972
-33
0,0030
0
,
0030
2,92
93
,44
26
252
27
0,16
0,16
40,32
12
90,2
4
33
2088
-13
0,017
0,0011
2
.37
75,84
TOT A A L1493,76
Opvallend is het grote aandeel
(86
%)
van stroom26
in hetmethanol verlies. Ter verkleining van het methanolverlies is
het aan te raden voor stroom
26
een lagere temperatuur tekiezen.
o
B~ een temperatuur van 0 e gaat via stroom
26
nog slechts306
kg/hr methanol verloren.B~ -13°C
is dit137
kg/hr methanol. Dat is40
%
van hettotale verlies va n
342,
.
5
kg/hr methanol.In het algemeen moeten de temperaturen van de gasstromen, die
de torens via de top verlaten zo laag mogel~k gekozen worden om
het verlies aan methanol door verdamping zo klein mogel~k te
doen z\in.
l ( ( ( ( ( (
o
_ . _-_
...
Voor~-IN
waarts
Massa -en
[.rour---~~T·-
··
-
··.
·
L
\
1..-Warlill
ebal
ans
Q
M
M
Q
l-j
V
l--
M
Q
,r
-
-
q,-r---r-49,13
7224 SNG 132,88
2077 ----f----t--~l--
.
- - - + - - - - r - - - -
-
11,21
185
11939
koel' IS - - -"-126,47 _ _@
__ _
- 10045 ,., _~,_
_
____ 2J..122_
-
5
19
_ _
__
12
•.
-
-
- - -
..
--
J
1 _ _____ '- - - -
-
- - - -
--
- - - -
,
- - -
-
- - _
..._
-.
-
-
~~~~=~~
'1
i
.---_
...- -
---~-~ ---_.,-_._----4,
~
-
~~9-1
-
...;a;..._-=-....,
I
-~-=~=-]---
---I---
-
--
_·
:
L_
.
_
..
__
_
.
__
___
1
__
..
_
..
..
..
_
..
.
____
._0._ I _-
- -
.
1=-
__
__
-1t - - - l -
-
- -
-
I
- -
·
- -
-1
-
---
- -
----"--
- -
---~-_.----"---,Ir_
.
'
''
-~+~---Y--1j
=
=
~
~s ,;
é
l
-
~
·
-
~
-
-
I
__
·
'
-
~
3'
~
~::
@
=
-
-
~:~~j=--=J-'--
----
-
--
.
-
1
I
:
-~~~---+
..
I-~~~~-·--i'_·
.
-
-
.
--4
},-
Q, 1:;:-·8-·,-·,1L-CifJ
...
22--11----J_---l,
~·~4 ~"
_ _ I _ _ _CffJ-L3
_
_l----
-~
I-
-
,
-
=--
~-
.
-
.
--~[---__1
" ---=:!.I.L _L . . , _45i5.9
o
.
,
c
___
.
_
,,
_
_
..
_
__
__
22?2
.
1 _14891.
l
__
_
_______ _
,-
- - -
.
-
-
-61-3-5--{1----·----~--
-
--~
-~...;;Q--I:.-t
TS
HZ"'~OZ
®
I
- - - -
_
l
3,02 ; ;-(
.=---t----
·
-
-
-.=--==
.
~
-=-I
def3orftiew.-
--
----
'1
--
"
943
I==-=- ,. ,
~-
-
·
- - -
-
-
-
'
, - - -
--
- - - - 1
(
_
'
____
+_~~-_~-_II 17à~;/0
..
~~-
__
-
_
_
-_~
-
I
-
=-_===
_
---l
_
_
--
__
-_-_-~~
_
_I34
.
J
__
O_'_3_
8
_t-_ _2_6
__
~
~1
__
'-_'-- 1-
-1-
-
-
-
1
---1---+---
1 -7--,-i4-1
~
3462
·
1--'----11----1
(--
- - - - 1
45,56
ó271é
640
gelz. SNGL-+-
T13
I---...
~-
1-e
J----I---+--~
absorpti!w...
1190
t; 7, 44,Ir
4~ ,..-1-.-.o
H
14
H2~
~
~·--I
6,24
..
2097
r--r"'®
,t ~.6~j
3617
Q, ~=1--...
..
T
15
--
____
I
-~---J
'-~~
.
,
..( ( ( ( (
c
o
o
o
3
1
-~J
- - - -
,.
c
,
-~---47,20
-
H
L
8
14209
é
..
koeling....
..
11341
-, . I1
._
.
... -" - _..
- -
~r
, ----,
r
-.
-
--"'-.-.~'----~.""" ,--~
1 -~-~_.-
----
-
-
-
"
---
-
.-
-,---,--~--'---~~,--_
....
-
. ..-,-..",~" ~--,T \
Ol"""'
rI
1
--
- -
:.
'-"" Cl C" ,; > '33470
--d;
E
53,1
33~_L
---~-~--~_ ..---
-
~..
_--
-
---
~,l
M
ássa in
i<,çJ/s
vVar"'
nl't e in
Iç
V/
F-
c:~--:
'
l
r'''' ",
_iI
"
(-_,
'l Ii"
." ,:J ç \ / ("1 ,.10
l~'\
0"
'0') "L'- \.\' i ,e
r'
r) f"1
'\1
()
.
-
.
,
I ;1 ii
,..,
~o
ApparaatsTroom
+
Componenten
Koolmonoxide
CO
W
aterstof
H2
Hethaan
CH
AKooldioxide
C
O
,
Z'Navelw.
stof H?S
Stikstof
N2Zware ki1st.
C
NH
MLichte
kwst.
CnH~ ',·1a ter
H,
O
N
ethanoI
CH7;OH
Totaal:
A pporaatstroom
• Componenten
Koolmonoxide
C
O
I
,.[a
terstof
H?
~lethaanCH,1
Koo
l
d
ioxide
C
O
,
Zwave
lv.st
of H?S
Stikstof
N
2
Z
ware kwst.
C~jHM'Lichte kwst.
CnH~Water
N
eth
a
noI
Totaal:
M
in
kg/s
n
iT"\ '~'I-,/H
2
0
CH~OH ~1
M
Q
8,16
818
2,02
2
6
70
3,46
709
33,n4
2
64
1
0,62
66
0,
24
2
4
1 ,
21
241
0,38
0
49,13
7224
6
M
Q
8
,
16
363
2,
02
1184
3
,
46
315
33
.
04
1172
0,
62
29
0
.
2
4
1
Î0
,
38
24
47.92
3097
- '---~---~-"1"""
"""
1""'\ ""'I 23
M
0.
M
Cl
M
8,16
669
2,02
2184
3,46
580
2
8
,
88
1773
3
3,04
2161
0,62
54
4.0
305
0,24
19
1,09
178
1,21
0
,3
8
45
32,
88
2
077
48,51
589
1
1,21
~~~--7
8
M
Q
M
Q
M
28
,
8
8
642
2,28
4,0
409
4,0110
-~-1 3
6,67
4.
0
409
32
,88
753
13
8
,9
5
- - --Stroom /Componenten
staat
"""
t'"'4
Q.
M
8,16
2,02
3,46
3,56
0,24
1
85
0,38
1
85
17,62
9
0.
M
20
7,9
9
3367
3
4,17
3387
42,16
5
10
,-..Q
156
508
135
54
5
10
868
Q
2
r 7 J .309
2
3
349
- - --- -'vJ I\) I I I I,
.
---
.
_._._-~-- ---~==-=====-==---:..::====---'J 'J
o
o
-""'IApparaatstroom
11, Componenten
M
Q
Koolmonoxide
C
O
H
a
t
erst
o
f
H
2
r1
ethaan
e
R
A
K
ooldioxide
C
O
?
7,
9
9
262
Z'll
avelw. st
o
f
H?S
0,
6
1
2
7
St
i
k
s
t
of
N2
Z
w
a
re k
H
st.
C~THMLic
h
te kws
t
.
C~H~H
at
e
r
R
;::J
0
N
ethanoI
C
H
<:
OH
34
,
1
7
3157
Totaal:
4
2,
7
7
3
445
Apparaatstroom
1
6
, Componenten
M
Q
Koolm
o
no
xi
de
CO
\-la
t
e
r
stof
H;::J
:'ie
t
haa
n
CE.c1
Koold
io
x
i
de
CO?0
,
73
1Z'::av
el
",
.
s
t
of
H?S
S
ti
ks
t
o
f
Ir;::>Z'
,la
re
kw
s
t . C~IH:.1L
ic
ht
e kwst.
enF~VJ
at
e
r
H ('
-
2~f'I
eth
a
nol
CH~CH10
2,
5
1
583
Totaal:
103,2
4
584
M
in
kg/s
n
in,<
'M"'"
."",,, 1"'\ 1"'\ 12 13M
0-
M
Q.
M
0,
65
12
3
,
96
7
7
0
0,
6
5
9
1,
1
2
518
1
02
,
5
1
9
2
76
91
,
1
2
91
,
77
51
9
1
26
,
4
7
1
0
045
91
,77
1
7
1
8
M
Q
M
Q
M
8
,
16
628
2
,
0
2
2050
3.46
545
3,
36
206
7
.
99
262
0
,08
0
.
6
1
27
0,24
18-0
,
38
42
34
,
17
3157
1
1 , 3
9
17,
6
2
3
4
88
42
,77
3
445
1
1,47
Stroom /Componenten
staat
t"",
"
14Q.
M
123,
2
2
518
51
9
2
3.
2
2
1
9
Q
M
0
) ,ob4
,
00
65
6
5
9,
6
6
1520
Q
39
6
396
Q
190167
3
5
7
VI VI"
I ·1 I I I,
.
")
o
o
A
pparaa tsT'r
oom
, Componenten
Koolmonoxide
CO
\
'
l
a ters to f
H?
H
ethaan
CH
AKooldioxide
C
O
?
Z
'Havelw
.
stof H?
S
Stikstof
N 2Z
ware
}nTS t .C
NH
MLich
t
e kwst.
CrH~1
,
1
a ter
H
2
0
N
ethanoI
C
H
'2:
0H
Totaal:
Apparaatstroom
Y
Componenten
Ko
ol
m
o
n
oxi
d
e
CO
Ha
t
e
r
s
t
o
f
H?
~Iethaan CH~Ko
oldioxide
C
C?
Z'..:ave
l
'",
. st
of H?S
S
ti
k
s
to
f
N?Z
ware k
w
st.
CFH.
,
<
L
ic
ht
e kwst.
CnH~ 'vlater
Ï"!
et
ha
n
o
l
Totaal:
M in kg/s
n
i " I.( 'M H20 CH~OHo
21M
Q
2,41
25
0,
61
8
4Ss6
n
17
4
8
.
58
13
50
26
M
Q
2,
41
203
0
,
61
68
3,
02
2
7
1
'1 '1 r"\""'
..., 2223
M
0-
M
Cl
M
2.41
1
8
3
0,
61
61
4
5
.
56
9
7
2
8
45
,
56
14
89
3
4
5,56
4
8
.
58
99
72
45
.
56
14
8
93
4
5
,5
6
27
28M
Q
M
Q
M
0
,
05
51
8
,
56
1
3
47
2,
15
1
32
1
,
6
4
93
1,
64
0, 2418
6,2
4
1913
6
,
24
17
76
45
,
56
7314
45
,
56
17,2
4
3
4
6
2
53
,
4
4
9
1
8
3
47,
2
0
~L--- - --Stroom /Componenten staat
-. --- - - - _
.--""'
"
24
a.
M
0,05
8,56
2,15
0,24
6,24
'
6
271
6
2
7
1
17.24
2
9
Q
M
36
1,
64
6,
24
2832
45
,
56
2
868
53,44
- ----25
3
0
Q
51
1347
1
3
2
1
8
1
9
13
3
462
Q
1
0
9
2070
8
52
4
107
0
3
\.N +- r--I I I,
") ':) :)
o
A pparaa
tsTr
oom
31
+
Componenten
M
Q
Koolmonoxide
CO
ltlaterstof
H2
Hethaan
CR
AKooldioxide
CO?
Z,..,ravelw.
stof R,S
Stikstof
N2
Zware kHst.
C~;H~JILichte kwst.
C~H~ \·Tater
H
2
0
6,24
3617
H
ethanol
CH-:.;OH
Totaal:
6,
2
4
3617
~--- - - ---- ---- - --APparaatstroom
, Componenten
M
QKoolmonoxide
CO
1da
terstof
H?
i'iethaan
CH~Kooldioxide
CO?
Z' .. :
a
vel
w.st
of
H?S
Stikstof
l,r?Z
ware kHst.
C~.H'f,
.
,-Lichte kwst. CnE..,
Water
H
-2n '~i"!
ethanol
CH~OHTotaal:
M
in
kg/s
n
i '" I,' \1..'/ t ] ~'"'
I ) ,...,32
33
M
0.
M
Cl
M
0,05
42
8,56
1107
0,51
26
1,64
0,24
15
6,24
2097
45,56
6,24
2097
9.36
~19047,20
- - --- - - --- --M
Q
M
Q
M
-Stroom /Componenten staat
,...,
34
Cl
M
179
14030
14209
Q
M
r-Q
Q
\>J V1 r I~
(
<.
( ( . ( ( ( C,o
o
()Technische
Hogeschool Delft
Afd.ehe~ische
Technologie
Fabrieksvonrontwerp
No:
TO
RENSPECI nCATIERLAD
Apparaatnummer
:T
)
..
ALGF]'lEN8 F.JGENSCHAPPEN
Ontworpen
dO'1r
Datum:
Fabrieksnummer
.
.
:H
2
S en
CO
2
verw~idering.Functie
: ~td;(l;.{)m{1û<èC / X~~tiQ( /absorptie
/
'
...
'~Type toren
: ~/
schotel
/ ~lX:kcm /...
~Type schotel
; :x~/zeefplaat
/~e::/
...
~Aantal schotels
:theoretisch
:8
Aantal schotels
:practisch
:16
Schotelafstand
/
HF.TS
:0,6/0,5
mHateriaal schotel
:Diameter toren
·
·
2
97
mHoogte toren
:10,1
mNateriaal toren
·
·
Verwarming
~ / ;C~X3Xt;)())offi /~/
NH
koelspiraal
*
·
·
.. ...
.3
...
BFDHIJFSeONDITIES
.
.
Voeding
Top
Bodem
Refl
ux/absorp- Extractie
tie middel
middel/ •.•
Temperatuur
oe
-31
-55
-34
methanol
Druk
bar
25
25
25
Dichtheid
kg/m
3
23,3
12,2
1069
792
T'iassas troom
kg/s
47,92
17,62
42,77
136,67/34,17
Samenstellinr;. in
CO
2
H
2
S
CO
2
H S
2
CO
2
H
2
S
mol.%
~~X~~~MM~32,4 0,79
4,75
O,~14,3
1,4
ONT\·lF.RP
: zeefpL~atAantal
xtl')k~~:sx/zeef["aten
/
...
**
·
·
36700
Type pakking
.
.
Actief schoteloppervlak
·
·
4,8
m 2Hateriaal
pakking
:Lenete overlooprand
:1890
mm
Af~etinf,enpakking:
Diameter val pijp
/
gat
/
...
·
·
mm
Verdere gegevens
op schets
vermelden
*
Doorstrepen
wat
niet van toepassing is.
- - -
-(
Apparatenlijst voor warmtewisselaars, fornuizen 37
---<-
Apparaat No: Hl H2 H7 H14I
pi-ipenwarmt e- pi,ipenwarmt e- pijpenwarmt pi.ipenwarmt
e-wisselaar wisselaar wisselaar wisselaar ~enaminp', voedin~ T
3
voeding/pro- voeding/pro- voeding/pro-type dukt T
3 dukt T
8
dukt T15(
1'1edium
ui.i pen-I gas/gas g;as/gas vloeistof/ vloeistof /
. I
vloeistof vloeistof mantelzijde I ( Capaciteit,I
uitrewisselde 1324 2620 R622 1520 warmte inkW.
( Warrr.tewisselend 2 1054 4246 274 77 oppevl. in m seri- e ' Aantal para :Pi
I
( Abs. of eff.~ Pabs . Pabs • Pabs • I
Pabs. i druk in bar pijpen-
.I
25/1 25/25 1/1 1/1!
mantelzijrlei
I/
i
temp. in uitI
in or, ( ! pijpzijde 22/5 5/-31 65/-15 65/7 I!
I mantelzijde -47/0 -55/0 -61/17 -5/6!
( Speciaalte
ge-bruiken mat.i
o
I
I
I io
n
<.
Apparatenlijst y00r reaktoren, kolommen, vaten
---Appara?t No: T~
(
T5 T6
T8
Tl~Benaming, Hoofd absor- UntspanninlSs Verr~ikings- Het e rege- Tweede
ab-type bere toren. kolom. nerator. sorber.
(
Abs.of eff.
*
P abs . P abs . Pabs. P abs . P abs •druk in bar 25 1 1 1 15 ( temp. in
oe
-55/-34 -53/-71 -33/-61 27/65 -13/-5 Inhoud in m3
DiaM. in m ( 1/
h in !Tl Vulling:*
schotels-aant. ( vaste pakklnf' katalysator-type-
,
,
-
vorm (·
...
·
...
·
...
Speciaal te ge-bruiken mat. aantalo
serie/parallelo
-~---~~-(
39
(
Appara?t ~ro
:
T15
Benaming, Water
verw1.i-type
d eringskolom
c
Abs.of eff. 3{ Pabs.
druk in bar
1
( temp. inoe
57/65
Inhoud in m3
Diam. in m ( 1/
h in m Vulling:'*
schotels-aant. ( vaste pakking katalysator-type-
,
.
-
vormc
"...
.
.
.
.
. .
.
.
.
.
.
.
.
"...
Speciaal te {!e-bruiken mat. aantalo
serie/para.11elo
- - -
- - - -
_ . _-(
40
(
Apparaat No:
P4
P
9
P
12
P
17
Methanol van Methanol van 7,uirrer kom- r1ethanol van
3enaminf".
T
5
naarT
3
T
8
naarT
13
pressorT
15
n:3.<lr T3
( type pomp. pomp. voor voedinp.:
-
pomp. Centrifug. Centrifug. p-as Tl?, Centrifug;.te
verpompen Hethanol Methanol SNG met Methanol medium waterdamp. ( Capaciteit in91,77
45,56
17,24
47
,
20
~'I.~iMf.~
kg/s* ( Dichtheid800
800
1
2
,
8
800
in kp;/m3
Zuie:-/persdruk P abs . Pabs . Pabs. Pabs •
I in bar(abs.of