•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Technische Universiteit Delft
Vakgroep Chemische Technologie
Verslag behorende bij het fabrieksvoorontwerp
van
onderwerp:
adres:
Oost
rl~r:d:
Soer17
~6~1
p.G~e-I
r!
DO/m .s~rOlot 1,'5 3'3.-i9
~~
Dordre:c:ht
opdrachtdatum:
Mei
19S7
•
•
•
II
I
·
•
•
•
•
- - - -
-
-coductie van ongeveer ~nnn ton Der
Jaar, hetgeen overeen yomt met 10 ~ van de oroductie van de Verenigde
Staten, Vanwege de kleine productstroom is het
mogelijk om op de formentatie na het
ontwerp i n serie
te ontwerpen. Al leen de fermentatie gebeurt in ~
parallelle tanks .
De productie van salicylzuur uit naftaleen gebeurt
In de fermentoren met een rendement op molbasis van
82 %.De verwijdering van het salicylzuurion v
indt plaats door absorotie aan ionenwisse
l aardeeltjes. De absorptie
wordt uitgevoerd 1n een continue
meertraps wervelbed waarbIj een verwijderingsgraad
van 95 % wordt gehaald. De desorptie vindt plaats met een water-et
hanol mehgsel met een rendement van 64
% op molbasis. De vlo~istof wordt verzadigd door de
ethanol te verdampen. Na kristallisatie~ centrifugeren en drogen is het salicylzuur in kristallen aanwezig met
maximaal 1 % vervuiling. Naast het ontwerp en het
berekenen van de werking en de van diverse ap
paraten uit het proces hebben we
._ •••••• _ ••••• _. ,_ _ -'- ..i_ .: "R _ _ •••• _ • • _ _ . _ i . . i .•
!:.~'.' !.:'.:':: '.::. L .. : : .:::!. L ! ... ,:. ; : t~ ! ... ; !:::.' : ! I ,::1. '::!. :-:. !._ '. / -:::\ ("I Ct·:·:·:· rOductieafhankelijke kosten
on :oonkosten. Hiermee zou via een vereenvoudigd kostenmode
l de t otale iaar!iJkse kosten t
eoaal d kunnen worden als nlc~
15 miljoen gulden. Het
uitrekenen van roturn on invest ment en Day out time l~ niet zi nvol omdat de productie
~erliosgevend is
Do belanori jkste k
osten aan investeringen
! ... ll:::' i onenwisselaardee l t jes, ~~lft van de investe r ingskosten. _ ï ;. .. ':::~ ,I. ... i . _ _ _ .. , _ . _ _ , ,, _ _ , _ _ _ U!:.:.:' .. ::' I:::..' U t·:.:'u;' ,:::l~::.;!:::.·:: Van de grondsto~fen hi ... crijzenniveau verliesgevend werken .
-•
I
.
In dit gedeelte zullen puntsgewijs
de belangrijkste
conclulsies worden genoemd en aaanbevelingen worden gedaan
eli e
Het proces 1 S continu, op
de fermentatie na
•
2 In het proces wordt salicylzuur met
een rendement van 82
% geprocduceerd en de opwerking heeft een
rendement van
•
optreden, dit is essentieel voor het
ontwerp. We hebben
aangenomen dat met een kettingtransporteur
in combinatie
I
I.
met wassengeen noemswaardige lekkage optreedt. Dit moet
bij een definitief
ontwerp verder uitgezocht worden.
4 De flexibiliteit van het ontwerp is groot, het
opwerkingsgedeelte kan
makkelijk een 10 X grotere
\
.
~eeel \s. bij een definitief ontwerp
moet .... _ .. ... i ... _ . . _ ...... .i ... . t . ...: t::.'t..l ,:f.·:::t [: !,"·}L.Jr ! .• .1 t::,': : " - De a~valstromen ZIJn klein en ongevaarl_Jk op oe
spui van het zoutzuurgas na, . . _ 'i 'j ._ ._
~./ ~::t..I. .I. ~-:.~ I : binnen de grenzen
zoals ~et naftaleenlucht mengsel
uit de fermentoren .
•
~ Het 0roces is bij het huidige ~~ljsniveau verli
esgevend .
Verder onderzoek moet .• _ _ _ ...J l
. _ _ _ . _ _
'-.-:j ' .. JI::::U (,:. !, . .J!_) l'::.'r t-;.'
•
-•
I
.
I
-I
•
•
•
I Ii
-•
--- --- -Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 1 Inleiding Opdracht Producttoepassingen en productiecijfers Opzet en zwaartepunten van deze studie 2 Uitgangspunten voor het ontwerpCapaciteit van de fabriek
4
Microbiele productie: huidige stand van zaken Selectie van het micro-organisme
Procesvoering van de fermentor
Specificatie van de grond- en hulpstoffen Specificatie van afvalstromen
Fysische constanten Corrosie en veiligheid Beschrijving van het proces
Inleiding
Fermentor en voorbereiding van de voeding Ionenwisselaargedeelte Destillatiekolom Kristallisator Centrifuge Droger Flexibiliteit In-bedrijf-stelling Motivering Inleiding Fermentor en Ionenwisselaars Verdamper Kristallisator Centrifuge Droger
berekening van de apparatuur
Corrosie-aspecten 1 1 1 2 4 4 4 6 6 7 8 8 9 9 9 11 14 15 15 16 16 18
uit het proces 20 20 20 21 24 24 26 27 27
•
•
•
•
•
•
I
•
•
•
•
c::-• ...! Massa- en warmtebalans6 Overzicht en specificatie van apparatuur -,. r:::osten Investeringskosten Loonkosten Fr-oducti ~?kosten p -, Symbolenlijst 9 L..i t€·?r-at.uur Bijlagen: I Fermentor IJ Berekening ionenwisselaarkolommen
IV Warmtewisselaar van de kristallisator Cent.rifuge _ _ ___ _ _ - _.0_ .. ____ _ 28 39 57 57 58 59 61 66 78 88 91 98 100
\
.
i Inleidin\~
In het kade~ van de onde~delen
'fab~ieksvoo~ontwerp ' en
'chemische fa.briek '
van de opleiding tot scheikundig
inqenieu~ ·3an de
T.U.Delft t-.je~d een studie
uitgevoe~d naa~ de mogelijkheid om sal
i cyl ZULW lanqs mic~obiele
weg te diende naftaleen al S ';lrondstof te worden gebt-ui kt.
I
.
1.2 P~oducttoepassingen en p~oductiecijfe~s•
Sal i cyl Z u ut- is een belang~ijke
inte~mediait-in de be~eiding van pha~maca.
•
De j a.ar-p t-oduc tiein de f I ,-. v •. ::>. in 1974 18100 metrische tonnen. Di.t tot :1.:3900 in 1975. een langzame stijging tot
18300 met~ische ton in
1979.
•
ij I: h in E:, .... [ 1 J , P aq 5(8).Productiecijfe~s voo~ ande~e
landen
konden niet wo~den achte~haald.
Gezien de toepassingen is het onwaa~schijnlijk dat
de we~eldp~oductie i n
de nabije toekomst een sterk
dalend ve~loop te zien zal qeven. het grootste deel van het sal i cyl
z uw- wo~dt
in de fa~maceutische i
ndustt-ie. On g e\i('2er- 60 procent wordt omgezet in de ethyleste~ tbv de be~eiding
van
aspirine. De productie hie~van is
nagenoeg constant.
•
,';~I'2n s d er-t. i. (,,1 p~ocent komt in de vo~mzouten Co.a van Na, 8i en Mg) in andere medicijnen
te~echt. tien procent wo~dt toeqevoeqd
aan ha~sen en
•
I
.
1.3 Opzet en zwaartepuntenvan deze studie
I
.
Uit de beschikbare literatuurbleek, dat niet veel bekend
is over de microbiele bereiding van salicylzuur.
De tot nu
toe
uitgevoerde onderzoeken hadden voornamelijk tot doel de
eigenlijke fermentatie te optimaliseren. Aan de opwerking van het fermentor-beslag
is nog nauwelijks
•
aandacht besteed.In deze studie is begonnen met het overwegen
van een
aantal mogelijke opwerkingsroutes.
Een ervan werd nader
uitgewerkt. De andere
mogelijkheden moeten echter nader
•
bekeken worden, voordattot een verantwoorde keuze
gekomen kan worden. Aangezien de omvang en samenstelling van het fermentorbeslag in
aanzienlijke mate bepalend is voor de
opzet van de rest
van de fabriek werd relatief
veel tijd
ingeruimd voor het ontwerp
van de bioreactor. Om de in de literatuur gevonden resultaten van de labschaal-experimenten
te kunnen vertalen naar productie-schaal werd
•
een model voor de reactor opgesteld.De tweede belangrijke
processtap wordt gevormd door een
ionenwisselaar.
'
.
•
•
---•
\
.
Doordater nauwelijks bijproducten
met even sterke
adsorptie zijn
te verwachten, levert
de ionenwisselaar een
sterk
gezuiverde stroom af.
\
.
De rest van de opwerking omvat terugwinning van het grootste deel van de hulpstoffenuit de stroom die
de
ionenwisselaar
verlaat, en kristallisatie
van het product.
I
.
Daarna volgen nogeen centrifugatie en een droogstap. I
•
•
•
•
•
•
3•
I•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
2 Uitgangspuntenvoor het ontwerp
2.1 Capaciteit van de
fabriek
In deze studie
is een installatie ontworpen
met een
ma)·( i mal e productie van
ongeveer 2000
ton per
jaar . Aangezien het hier gaat
om een nog niet bestaand proces, is het moeilijk gefundeerde
uitspraken te doen over het aantal
bedrijfsuren,
dat per jaar gerealiseerd
kan worden. Wanneer
90 procent van
de tijd beschikbaar
is voor productie kan de
installati(~
jaar
ongeveet-1800 ton salicylzuur afleveren.
2.2 Microbiele productie:
huidige stand van zaken Het i'5 bekE·?nd,
dat een aantal bacterie-soorten
in staat
omzetting van naftaleen in salicylzuur
te b('!!!wer-ksl.:ell:l cJen. In de worden publicatiE?s ':jevonden r-:r, !_ .~. J -: [4J en CSJ) over onderzoek cJptimalisatie van de fermentatie-omstandigheden. Dit alleen experimenten op laboratoriumschaal. Omdat de verschillende onderzoeksgroepen gewer--kt, is
het niet mogelijk onderling vergelijken
van de resultaten de
betrouwbaarheid
hiervan vast te stellen.
In geen enkele publicatie werd
veel aandacht besteed
aan de opwerking van het gevormde
product. Ook bleven eventuele
bijproducten buiten beschouwing . 4 \ \ \ \ \ \ \
\
\ \I
.
2.3 Selectievan het micro-organisme
In de literatuur is
gezocht naar stammen die de
l;jewenste
•
(jin::::: l?t t i ÏI 9van naftaleen in salicylzuur verzorgen.
Hierbij
kwamen de volgende
namen naar voren (Abbott [6J,pag
344): Pseudomonas aeruginosa
I
.
Pseudomonas arvillaI
.
Pseudomonas desmolytica Psuedomonas fluorescens Pseudomonas rathonis Corynebacterium renale Nocardia (stam R) Al deze organismen behorentot de groep van de eenvoudige,
•
niet-sporenvormende bacterien (Schlegel [7J,pag 81-82) . P<5eud omon as is een gram-negatieve bacterie, terwijl Cot-ynebactet- i um en Nocardia gra.m-posi ti ef zijn. Alle zijn staafvormig en hebben zuurstof nodig voor devan naf t,3.l E'en. Binnen de genoemde
soorten is nog
een verdere selectie op stam
mogelijk.
Bij d,~
Ini ct"-o-ot-,~a.n i ~;mi~ ~:;;ch i fïiine 1. )
7 dient met een aantal
facetten rekening gehouden
•
.1 •••• _ i._I:.::.' zijn de bel ë1.ngr·· ij k·::;te daat-\ian productiesnelheid en de te bereiken productconcentratie in df? fermentatievloeistof.moet gelet worden op
speciale
behoeften van iedere
stam. Zo kan het noodzakelijk
•
zijn bepaalde componentenin de voeding te
omdat
het l~ewenstE'
organisme een essentiele
stof niet zelf kan
Lii t de huidige literatuur
komen geen redenen naar voren
I
•
C.IHl eenbacterie te verkiezen
boven een andere . Daat·-om 1S
van
die stam waarvan de best bruikbare
I:;)eqeven·::;
bekend waren= Corynebacterium
renale .
•
I
\.
-\
.
•
•
I
.
I Ir
•
I
•
\
.
•
•
Het 1 5 goed mogelijk,
dat door verder opkweken van de
bacterien tot veel betere resultaten gekomen kan worden
dan
welke hier verwerkt zijn. Ook
kan overwogen worden,
om via
moderne technieken
als genetische manupulatie te proberen
een productieverhoging te
forceren. Wel moet
bedacht
worden, dat
het laatste geval de
kosten van het
waarschijnlijk zeer kostbare onderzoek zeker hun invloed
op de
uiteindelijke kostprijs zullen hebben.
2.4 Procesvoeri ng van de fermentor
Aan het begin van het
reactorontwerp
staat men voor de
keuze de reactor (en)
continu dan wel batchgewiJs
te
bedrijven. Ook
zijn tussenvormen als fed-batch denkbaar;
hierbij wordt met
een kleine hoeveelheid
be-ent medium
gestart, die tijdens
de productie wordt aangevuld
tot
uiteindelijk het
eindvolume is bereikt. Daarna wordt
de
reactor leeggemaakt?
gereinigd en klaargemaakt voor een
nieuwe cyclus.
Ue in deze studie gekozen opwerkingsmethode
leent zich er
goed voor~ om continu bedreven te worden
. Daarom is ook gekozen voor een continue fermentatie.
2.5 Specificatie van de grond- en hulpstoffen
De belangrijkste grondstof ln dit proces is naftaleen. Om
ophopen van verontreinigingen
in de fermentor te voorkomen,
dient hiervan i n
principe de meest zuivere verkrijgbare
vorm gebruikt te worden.
Uit de literatuur (Schlegel [7J,
pag 418) blijkt, dat ook anthraceen
en phenanthreen door
bacterien tot
salicylzuur omgezet kunnen worden. Nader
onderzoek moet uitwijzen in hoeverre deze stoffen in het te gebruiken naftaleen
aanwezig mogen zijn. 6
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
De componenten van het mineraal medium voor de bacterien mogelijk zijn om
ophopen van
verontreinigingen in de
fermentor te voorkomen.
,:::;angez i en
het hier om relatief kleine hoeveelheden gaat,
zal dit naw"'iel i j ks (.;)evol gen voor de
van het
uiteindelijke product hebben.
De de fermentatie
benodigde
de
bacterien aangeboden
in de vorm van lucht.
Aan het in de fermentatie gebruikte water
worden
bijzondere eisen gesteld.
Om ophopen van verontreinigingen
in de circulerende
zoutzuur/ethanol-stroom
te voorkomen, moet een deel hiervan
Teneinde deze hoeveelheid klein
te houden, dient het te gebruiken zoutzuur en ethanol
zuiver te zijn .
2.6 Specificatie van afvalstromen
De
fermentatie produceertaan afval een biomassa-stroom
en afgas. De biomassa
-stroom omvat 1.45 kg/sa
Hiervan wordt
ongeveer 1.4
procent ingenomen door de micro-organismen. De
aan onverbruikt naftaleen,
0.08 ~'it/~, is zo
laag, dat er geen sprake van terugwinning kan
zijn. Voor de
andere bestanddelen, voornamelijk
zouten die de voeding van
de bacterien vormen, geldt hetzelfde.
Het afgas wordt gevormd door de lucht, waaruit de bacterien
hun zuurstof betrokken hebben. Het gas
zal in het
"ver z d.d i qd zijn met water en naftaleen.
De
naftaleen, 0.11 ppm,
ligt t-ui mschoots
de \'.)sttel ijk toegesta.ne
zodat verdel'-e
reiniging van deze
stroom niet noodzakelijk l S .
De ionenwisselaarkolom T15
levert een afvalstroom af, die
natriumchloride bevat. Het qaat om
hoeveelheden van 0.381 resp. 0.0271 kg per
seconde .
Dm ophopen van verontreinigingen
in de
zoutzuur/ethanol-stroom
te voorkomen, moet een klein
deel
(jespuid worden. Zware
bestanddelen worden via het
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
--_
.._---I.Ala swat '"2r- in de centrifuge
verwijderd,
terwijl een kleine spui inert
Deze ';Jasstroom
zal ook eniq
zoutzuurgas en ethanol bevatten.
_ c De levert 0.2645 kg/s vochti ge lucht <:\T op een
\
temperatuur van 60 graden Celcius . 2.7 Fysische constantenEnige relevante fysische
constanten van
de voornaamste chemicalien zijn
opgenomen in onderstaande tabel . Tabel 2-1. Enkele fysische
constanten van de voornaamste chemicalien.
+---+---+---+---+---+
stof iTiolmassa dichtheid kg/kmol kg/m3 warmtecap. kJ/(kg K) kooktemp. 'C+---+---+---+---+---+
nafta.l een sal i cyl zUUr-ethanol
zout;·~uur-nat 1·-:1. u.mh yd r-0;':: i de
natr-i. umch 1
en-i. di? 128.19 138.12 46.07 36.46 40.00 58.44 1145 1443 789 1417 218 211 78
+---+---+---+---+---+
2.8 Corrosie en veiligheid de zoutzuur-oplossing .::'\1 s de oplossing van~.;al i cy1 ;:.uur- i.n
water zijn corrosief. Dat wi 1 ;;: eqgen , da.t
alle apparatuur vanaf
de ionenwisselaarskoloiTi
tot en met de
kristallisator
corrosiebestendig
moet worden uitgevoerd. de veiliqheids-aspecten de te chemicalien bij 1 age VIl , de betreffende chemiekaarten zijn opgenomen. 8 \
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
II
II
I \•
3 Beschrijving van hetproces
I
•
Het doel van het proces is om
sal icylzuur- met
micro-•
organismenen vervolgens op te I.A/erken.
wordt een voedingsstroom
een bioreactor ingeleid,
!:Jacter-i t?n naftaleen omzetten
in salicylzuur. De
f ermentot- inhoud
opgewet-kt door adsorptie
van het
•
aan l=.aen i onenwi '5seldaf-. Na desof-pti I? mbv I?en iflE.~ngsI2l van ethanol/zoutzuur/water,
afdestilleren van de
volgt kristallisatie. De kristallen
worden daarna gewassen, gecentrifugeerd en gedroogd •
•
3.1 Fermentor en voorbereiding van de voeding•
In vat Vi wordt de voeding voor de fermentor klaargemaakt
Hiertoe wordt naftaleen in water gesuspendeerd
•
van oppervlakte-actieve(z i e
bijldC]f? IJ.
deze suspensie worden de
die
nodig zijn voor de groei van de bacterien
toegevoegd.
l)":J.t ..,. ,-,.-.
•. ..:. n .a;:...:.:..
') 1. heeft een volume van
de
•
wordt bij een vullingsgraad van 80 procent30 minuten. Dm
suspensie te verkrijgen dient er geroerd
t.,? h,~t ~'iordt de voeding de
•
c]epompt .. Er is gekozen voor drii:::;Per vat betekent dit een volume van
87.3 m3. De
fermentoren zijn uitgevoerd als geroerde vaten,
twee turbine-roerders op iedere
roeras zijn gemonteerd.
Om
•
goede menging te bevorderen zijn in de vatenbaffle's ·:::taïl g E)b t'-'::iC h t .
en de de
bactet-i en
9
•
---•
•
•
•
•
I
•
•
•
•
•
•
geproduceerde warmte worden afgevoerd mbv
een koelspiraal .
De gekozen bacterie,
Corynebacterium renale,
groeit
optimaal bij een temperatuur
van 28 ·C. In de reactor moet
een pH-waarde van 6.5 heersen.
Deze bacterie stelt geen bijzondere eisen aan de voeding (Tangnu
[3J) .
Voor de groei op naftaleen is zuurstof
vereist; dit wordt ingebracht door de fermentor
te beluchten. Het afgas bevat naftaleen. De concentratie
van deze water en
component is echter
zo laag dat reiniging van het
niet wettelijk verplicht is
.
10
laatste
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Ionenwisselaargedeelte De ionenwisselaarkolomis een continu meertraps
wervelbedkolom.
Dit is een kolom waarin
de
ionenwisselaardeeltjes
niet als in een gepakt bed stil
staan maar is ingedeeld in een
aantal trappen waarvan
elke
trap als
een wervelbed fungeert, Bartels
[8J. De bodem van
elke trap bestaat uit
een plaat met gaten erin. De
vloeistof stroomt van beneden
naar
boven en gaat met grote
snelheid door de gaten. Doordat de vloeistofsnelheid
in de gaten groter is dan de sedimentatiesnelheid
van de deeltjes
blijven de deeltjes
in de trap en wervelen in deze trap. Aan de bovenkant
kunnen ze er niet uit omdat daarvoor de
vloeistofsnelheid
daar te laag ten opzichte van de
sedimentatiesnelheid
is. Eens in de zoveel tijd wordt dan
de vloeistofstroom
gestopt voor enkele seconden en
omgekeerd. Hierdoor krijgt
een gedeelte van de deeltjes de
kans
om door de gaten naar de trap beneden te stromen. Daarna wordt de vloeistofstroom
weer in opgaande richting
hersteld. Het voordeel
van deze kolom is dat alle ionenwisselaardeeltjes
actief aan het proces deel nemen en
niet zoals in
een gepakt bed alleen
de deeltjes die bij het
front zitten.
Ook is door het terugstromen een pseudo tegenstroom
van deeltjes ten opzichte van de
vloeistofstroom.
Hierdoor is de hoeveelheid
deeltjes beperkt en blijft de apparatuur in afmetingen
beperkt. De ionenwisselaardeeltjes
worden verplaatst
tussen de kolommen
door kettingtransporteurs,
ook met pompen is het
mogelijk
maar dan moet er
goed gewassen worden .
In de ionenwisselaarkolom
T 9 adsorbeert het
geproduceerde salicylzuur uit de fermentorstroom
12 aan de
ionenwisselaardeeltjes.
De stroom heeft een
temperatuur van
28 graden celsius en de
kolom heeft dezelfde
temperatuur, net als de deeltjesstroom
16 en 14 tussen de kolommen T 9
en T 16. Bij
adsorptie is een veiligheidsmarge
van 10 % aangehouden
omdat ook andere ionen dan salicylzuur
adsorberen. Deze
adsorptie door andere
ionen gebeurt echter
•
I
•
I•
•
•
•
•
•
•
I•
\ I•
II
l_·
.. - -_ .. - ....op kleine schaal omdat de adso~ptieconstante
voo~
salicylzuu~ veel hoge~
is (30) dan die voo~ de ande~e ionen
die in de fermentorstroom voo~komen
zoals chloo~ en nit~aat
(tot 2). Ook is in de fe~mento~st~oom
de concentratie aan
salicylzuur niet altijd
constant, zodat een ma~ge
op de over te dragen hoeveelheid
ionen gewenst is. Omdat de
vloeistofdebiet groot is moet de kolom
breed zijn en omdat
het volume aan ionenwisselaardeeltjes
vast ligt moet de
kolom laag zijn .
In de deso~ptiekolom
T 16 is de tempe~atuur ook 28 g~aden
celsius en treedt desorptie van salicylzuur op naar
de
vloeistofstroom 17. Omdat de desorptieconstante
van het
salicylzuur laag is, is het wenselijk de desorptievloeistof
een hoge tegenionconcentratie
te geven van 8 normaal
zoutzuur om de afmetingen van de kolom beperkt te houden.
Ook moet de vloeistofstroom
klein zijn omdat het
salicylzuur uit deze stroom moet k~istalliseren,
het is dan wenselijk de vloeistofstroom
zo klein mogelijk te kiezen, des te minder hoeft er verdampt te worden. Deze
vloeistofstroom bestaat voor de helft van het volume uit
ethanol - dit is nodig om het salicylzuur in oplossing te
houden - en voor de helft uit
water, waar het uit zal
kristalliseren in M 23, na de verdamper T 22. Deze kolom
T 16 zal door het lage vloeistofdebiet
smal en hoog zijn om een wervelbed te kunnen benaderen.
Ook is in de kolom een
veiligheidsmarge van
10 % aangenomen om variatie in de
produktie op te nemen en eventueel
niet gewenste ionen niet te laten ophopen op de ionenwisselaa~deeltjes,
in de adsorptiekolom T 9 en deso~ptiekolom
T 16 .
De fermento~stroom 11
van de adsorptiekolom T 9 bevat een
hoge concentratie chloorionen.
Deze chloorionen worden
verwijderd in de adsorptiekolom T 7 tegen hydroxyionen die
nodig zijn om de waterstofionenconcentratie
niet te laten oplopen. Deze kolom wo~dt op 31 graden
celsius gehouden
door de warmte van de reactie
van waterstofionen met
hydroxyionen.
Aangezien de adsorptiekonstante van
chloor niet hoog is heeft deze kolom een
g~ote
•
•
•
•
•
•
•
I•
•
•
•
•
-ionenwisselaardeelt jesstroom 15 en 13 nodig om de kolom beperkt i
n de hoogte te houden. Ook is hier
weer een marge
van 10 % aangehouden voor concentratievariaties
.
Deze ionenwisselaardeeltjes
moeten ook weer gedesorbeerd worden van chloorionen.
Di t gebeut-t in desorptiekolom T
In deze kolom worden de chloorionen
uitgewisseld tegen
hydroxy
ionen. De kolom heeft een temperatuur
van 31 graden
celsius. Ook is een marge van 10 %
op de over te dragen
hoeveelheid ionen aanwezig om variaties
in de concentraties
op te vangen .
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
DestilatiekolomDe voeding bevat een mengsel van water en ethanol,
waarin zoutzuur en salicylzuur zijn opgelost . Het salicylzuur is veel beter oplosbaar in ethanol dan in water. In de
destilatiekolom T
I wordt het grootste deel van
het ethanol afgedampt, zodat een bijna verzadigde oplossing van
salicylzuur in water overblijft. Zodoende
vormt de bodemstroom van kolom T 22 een
geschikte voeding voor de
kristallisator. Kolom T 22 is dan ook
ontworpen op de
samenstelling van de bodemstroom.
Hierin mag maar weinig
ethanol voorkomen .
De samenstelling van de topstroom ligt nu
vast door de
massa-balans. Deze stroom wordt samen met de moederloog uit
de kristallisator gerecirculeerd naar kolom T 16 .
•
•
\ \•
•
•
•
•
•
•
•
•
~.~ Krlstalilsator De kristallisatordient om uit de vrijwel verzadigde
oplossing 30 uit de verdamper T 22 het salicylzuur
te laten kristalliseren.
Deze stroom komt uit de verdamper T 22 met
een temperatuur van
100 graden celsius. In de
kristallisatortank
M 23 wordt de stroom
30 vermengd met de
aanwezige vloeistof
in de tank om de stroom te laten koelen
tot 60 graden celsius.
De stroom uit de kristallisatortank wordt in de warmtewisselaar
H 20 gekoeld tot 50 graden celsius met een oververzadigingsgraad
van 1. De gemiddelde oververzadigingsgraad in de kristallisatortank zal dan 0.5 zijn. De koelstroom 22 naar de warmtewisselaar is de
stroom 26 die naar de verdamper
T 22 gaat en in de warmtewisselaar
al wordt opgewarmd
naar 51.3 graden celsius. De kristallisatietank
wordt via stroom 30 en
op 60 graden celsius
gehouden. De kristallisatietank
is zo
ontworpen dat onderin
de stroom 32 de tank verlaat met 64 gram per seconde aan salicylzuur
met een gemiddelde kristaldiameter
van 0.37 millimeter.
Ook hier is een marge
van 20 % aangehouden op het warmtewisselend
oppervlak van de warmtewisselaar
H 20 en een marge van 10 % op de
kristallisatietank
M
3.5 Centrifuge
De centrifuge M 32 dient om
het water te scheiden
van de
kristallen
in stroom 32 uit de kristallisatietank
M 23. De
stroom 32 bevat voor
64 gram salicylzuur en heeft een temperatuur van 60 graden celsius. De uitgaande stromen 40 en 41 heben een
temperatuur van 51 graden celsius. De
produktstroom
41 gaat omdat het
nog 15 % water bevat naar
de droger M 35 UIlman [9J. De wasstroom 39 dient om de kristallen van de resten oplossing te ontdoen . 15
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
~.6. DrogerDe droger M 35 dient om de produktstroom 40 van
het nog
aanwezige water te ontdoen door middel van verhitting van
lucht, stroom
44. De droger bestaat uit een bijna
horizontale draaiende cilinder.
Deze cilinder is onder een
zodanige hoek opgesteld dat de kristallen
langzaam rollend naar de uitgang bewegen. Door de cilinder wordt lucht in tegenstroom 44 geblazen die de kristallen droogt. De
luchtstroom 44 wordt tot 120 graden celsius verhit en
gedeeltelijk gerecirculeerd. De niet gerecirculeerde
stroom
43 wordt gespuid. De produktstroom
bevan nog 1 % water en
heeft een temperatuur van 60 graden celsius. Ook in de
apparaat is een marge van 10 % op het warmtewisselend
oppervlak genomen op variaties
in het proces op te vangen.
3.7 Flexibiliteit
De flexibiliteit van de bioreactor is groot het kan op een
hogere of lagere concentratie werken zonder grote problemen. De ionenwisselaarkolommen
hebben minder
flexibiliteit. Er is een minimale stroom nodig om de
ionenwisselaardeeltjes
te laten wervelen om te
verhinderen dat er kortsluiting optreedt.
Met kortsluiting wordt
bedoeld dat een deel van de vloeistof
de trap verlaat zonder in aanraking te zijn
geweest met de
ionenwisselaardeeltjes.
De kolommen zijn wel berekend met
een ruime veiligheidsmarge
waardoor ze meer ionen kunnen overdragen dan nodig. De verdamper heeft een
veiligheidsmarge van
10 procent. De warmtewisselaar bij de
kristallisator heeft een veiligheidsmarge
van 20 procent op
het warmtewisselend opper
vlak. Bij een lager
debiet zal de
snelheid in de buizen verminderen waardoor
de vervuiling
zal toenemen en de buizen
sneller dicht zullen zitten.
De
kristallisatietank heeft een veiligheidsmarge van 10
procent en een lager
debiet dan het gebruikte debiet is
< ..
I
I
.
\I
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
I
I
.
•
geen probleem. Ue centrifuge heeft ook een
marge van 10
procent en de waswaterstroom
kan qsvarieerd worden om
ophoping van ongewenste produkten
zoveel mogelijk te
vermijden. Voor de droger geldt ook een
marge van 10
procent. Voor het totale proces geldt dat een 10 procent
grotere
produktie geen probleem is. Voor de
ionenwisselaarkolommen
geldt dat de marge veel
groter is maar deze is zo ruim genomen omdat een aantal
effecten niet
quantitatief te maken
zijn. Doordat in
het proces veel
recycle stromen optreden vraagt
het veel rekenwerk
om te
voorspellen wat het effect van een lagere productie zal
zijn, zeker in de ionenwisselaarkolommen
.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
3.8 In-bedrijf-stelling 311 8. 1. F IZ:::t-,ï,en tCJI'-Bij het in bedrijf stellen
van de installatie worden
de fermentoren gedeeltelijk
gevuld met een voorgekweekt beslag
bestaande uit mineraal medium, naftaleen
~ surfa.cta.nt, en
bacterien van de soort Corynebacterium renale.
De beluchting wordt gestart.
Gedurende enige tijd groeien
de bacterien als in
een fed-batch-reactor;
de sub st f-aa. t t
oevoer-wordt ingesteld, maar er wordt nog geen beslag afgetapt
en naar de ionenwisselaar gevoerd. De
substt-aat toevoet- wordt zo geregeld
dat de zuurconcentratie
niet
Als de concentratie aan product
de
':jewenste
bijna heeft bereikt
wordt de aftapstroom gestart
door PlO, P 8 en P 6 in te schakelen.
De niveauregeling
in vat V 5 wordt pas in werking gesteld
wanneer de
fermentor de gewenste hoeveelheid beslag bevat.
3.8.2 Ionenwisselaar
Di~
vereisen allen een
constante
vloeistof stroom om een
goede werking te garanderen.
Bij het
\/a.n de installa.tie
de ionenwisselaarkolommen
volledig gevuld met vloei3tof. r •.... _
rd.·~
al':::; -' _ ..
u\".:.' vloeistofstroom
door een kolom is gestart kan de
vaste stof worden ingebracht, te
begtnnen bij de bovenste
tr-" ëI.p. vloei stof
stt-OOili j'-egenen de deel t j es
di y-ect
door naar de onderste tr~p.
De kolom T 15 i s bi j de
aanvang gevuld met vloeistof.
Als
ionenwisselaardeeltjes
vanuit T 7 binnenkomen
wordt P ~7 gestart .
•
3.b.~ Destillatiekolom
•
De destillatiekolom wordt gevuld metdesorptievloeistof (zoutzuuroplossing/ethanol) en gestart
met volledige
op het moment dat de eerste ionenwisselaardeeltjes
kolom T 16 bereiken . Dit is noodzakelijk om doorregenen
•
van de deeltjes in T 16 te voorkomen.3.8.4 Kristallisator
•
Bij het opstarten van de installatie wordt de
kristallisator gevuld met water van 60
graden Celsius. Zodra de kolom T 22 gevoed wordt via stroom 26
voert stroom
•
30 vloeistof aan naar M 23. Om de voorverhitting van devoeding van T via H 20 gelijk met het starten van T 22 in gang te kunnen zetten is het noodzakelijk dat P 21 warme
vloeistof heeft om rond te pompen.
Op het moment dat via
stroom 30 vloeistof binnenkomt wordt de klep in stroom
geopend. P 25 wordt pas gestart wanneer er voldoende grote
kristallen in M 23 gevormd zijn .
•
3.8.5 Centrifuge en droger
De centrifuge en de droger behoeven pas in werking
te
•
worden gesteld wanneer de eerste kristallen dekristallisator verlaten .
•
•
•
19•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
4 Motivering en berekening van
de apparaten uit het proces
In de opzet van dit
hoofdstuk is zoveel mogelijk geprobeerd
om het proces in logische
volgorde te doorlopen.
Er wordt
vooral aandacht
besteed aan de achterliggende motivering
voor de keuze van apparaat,
dimensies en materiaal.
De
gedetailleerde berekening is te vinden in de bijlagen .
Omdat de gekozen
opwerkingsmethode geschikt
continue procesvoering
is het gunstig om ook de
op continue basis te laten werken.
is voor
fermentOt-Hier is gekozen voor drie parallel geschakelde
fermentoren;
hierdoor blijven de afmetingen
de procesvoering flexibeler.
van de vaten beperkt en
Indien gewenst kan
I S
met
tweederde van de totale
productiecapaciteit
(Jok is in geval van storingen de
beperkt te houden. De berekening van fermentor, roerwerk di mensi. es en koeling en pat-amstet-s is te vinden in 20 bijlage 1.
•
•
•
•
iI
.
\•
•
•
•
•
I -:'" : .. ', -, ' .• > 4.3.1 Algemeen ionenwisselaarkolommenBij de ionenwisseling doen zich een aantal problemen
voor.
Als eerste moeten de ionenwisselaardeeltjes tussen de
kolommen verplaatst worden. Met een pomp is dit mogelijk
maar dit heeft als nadeel dat er vloeistof meeverpompt wordt en dit is bijvoorbeeld tussen de adsorptiekolom
en desorptiekolom van salicylzuur
niet acceptabel. De
ionenconcentratie in de desorptiekolom is meer dan 100 maal
zo hoog als in de adsorptiekolom
waardoor de
evenwichtsligging in de kolommen geheel verandert.
Het is
dus nodig om de hoeveelheid vloeistof die met de deeltjes verplaatst wordt te minimaliseren. Dit kan gebeuren door
wassen. Een andere mogelijkheid is om de
ionenwisselaardeeltjes te verplaatsen met een
kettingtransporteur waarvan de emmertjes gaten erin
bevatten waardoor de vloeistof weg kan stromen, Perry C10J .
Eventueel kan dan nog gewassen worden. Ook kunnen de
ionenwisselaardeeltjes verplaatst worden door een lopende
ionenwisselaardeeltjes heen stroomt. Een nadeel is
dat er
niet goed berekend kan worden hoe groot de lekstroom in
verschillende gevallen IS. Ook is het niet
goed mogelijk om
te berekenen hoe de verschillende i onen elkaar tijdens de adsorptie en desoptie beinvloeden. De rekenwijze die
hiervoor gebruikt wordt gaat uit van de gemiddelde 11 11
adsorptiecoefficient. Dit 11 11 is een redelijke aanname als deze
adsorptiecoefficienten niet te veel van elkaar verschillen.
Dit is in het geval van salicylzuur nu net wel het geval .
Een ander probleem zijn de bacterien die in de kolommen
komen. Deze zullen een vervuilende werking hebben in de
kolommen. Ook kunnen door kapotte bacterien allerlei andere
ionen in de fermentorstroom terecht komen.
Als er lekkage
optreedt aan vloeistof bij de verplaatsing van
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
ionenwisselaardeeltjes dan kunnen ook bacterien of resten hiervan in het opwerkingsgedeelte komen. In dit proces nemen we aan dat de lekkage aan ionen en bacterien zo laag
is dat dit geen invloed heeft op het proces. Dit is
gedeeltelijk aannemelijk te maken doordat de kristallen in de centrifuge gewassen worden waardoor eventuele ophoping van ongewenste stoffen beperkt kan worden.
Als ionenwisselaardeeltjes wordt gekozen voor Amberlite 400, van deze deeltjes is veel bekend en het is kenmerkend voor de meeste ionenwisselaardeeltjes.
4.3.2 Motivering keuze ionenwisselaarkolommen
De keuze voor continu meertraps wervelbedkolommen is gedaan omdat deze kolommen het voordeel van vrijwel continue
opwerking met tegenstroom van de vloeistof en
ionenwisselaardeeltjes en wervelbed met elkaar combineren. Het uiteindelijke voordeel is dat de apparatuur beperkt in afmetingen is en weinig ionenwisselaardeeltjes nodig zijn voor adsorptie en desorptie. Ook treedt door de
wervelbedden boven elkaar een goede menging tussen de ionenwisselaardeeltjes en de vloeistof op waardoor de
adsorptie en desorptiesnelheid minder snelheidsbepalend is.
4.3.3 Ionenwisselaarkolom salicylzuuradsorptie T 9
In de adsorptiekolom T 9 wordt het salicylzuur geadsorbeerd aan de ionenwisselaardeeltjes. De ionenwisselaardeeltjes komen binnen met een fractie van 0.350 aan salicylzuur en worden verder bezet met salicylzuur tot een fractie van 0.860. De stroom ionenwisselaardeeltjes bedraagt 1
equivalent per seconde. De vloeistof bevat een fractie van 0.416 aan de ingang van de kolom en een fractie van 0.019 aan salicylzuur aan de uitgang van de kolom. De volume van
3
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
adsorptie. Het volume per trap i '5 0.675 3
de diameter m ,
2.41 m en de hoogte is 0.15 m. De totale hoogte van de
kolom is 1.05 m.
Het werkelijke vloeistofdebiet bedraagt 16.72 lis omhoog
voor 91 % van de tijd.
4.3.4 Ionenwisselaarkolom salicylzuurdesorptie T 16
In de desorptiekolom T 16 wordt het salicylzuur gedesorbeerd van de ionenwisselaardeeltjes. De
ionenwisselaardeeltjes komen binnen met een fractie van
i '5
0.860 aan salicylzuur en worden gedesorbeerd van
salicylzuur tot een fractie van 0.350. De stroom
ionenwisselaardeeltjes bedraagt 1 equivalent per seconde.
De vloeistof bevat een fractie van 0.0125 aan de ingang van
de kolom en een fractie van 0.0315 aan salicylzuur aan de uitgang van de kolom. De volume van 1 trap is 0.675 m3 en er zijn 6 trappen nodig voor deze adsorptie. Het volume per
_ I~ 3
trap is u.6/~ m de diameter is 1.29 m en de hoogte is 0.52
m. De totale hoogte van de kolom is 3.12 m. Het werkelijke
vloeistofdebiet bedraagt 4.74 lis omhoog voor 70 % van de
tijd .
4.3.5 Ionenwisselaarkolom chlooradsorptie T 7
In de adsorptiekolom T 7 wordt het chloor geadsorbeerd aan
de ionenwisselaardeeltjes. De ionenwisselaardeeltjes komen
binnen met een fractie van 0.002 aan chloor en worden
verder bezet met chloor tot een fractie van 0.200. De
stroom ionenwisselaardeeltjes bedraagt 2.5 equivalent per seconde. De vloeistof bevat een fractie van 0.400 aan de
ingang van de kolom en een fractie van 0.005 aan chloor aan
de uitgang van de kolom. De volume van 1 trap is 1.6875 m 3
en er zijn 9 trappen nodig voor deze adsorptie. Het volume
per trap is 1.6875 m3 , de diameter is 2.57 m en de hoogte 23
•
•
•
•
•
•
I
.
•
•
•
\
-is 0.32 m. De totale hoogte van de kolom is 2.88 m. Het
werkelijke vloeistofdebiet bedraagt 18.88
1/5 omhoog voor
81 % van de tijd.
4.3.6 Ionenwisselaarkolom chloordesorptie T 15
In de desorptiekolom T 15 wordt het chloor gedesorbeerd van de ionenwisselaardeeltjes. De ionenwisselaardeeltjes komen
binnen met een fractie van 0.200 aan chloor en worden
gedesorbeerd van chloor tot een fractie van 0.002. De
stroom ionenwisselaardeeltjes bedraagt 1 equivalent per
seconde. De vloeistof bevat een fractie van 0.0 aan de
ingang van de kolom en een fractie van 0.050 aan
chloor aan de uitgang van de kolom. De volume van 1 trap is 0.675 m3
en er zijn 7 trappen nodig voor deze adsorptie. Het volume
per trap is 1.6875 m3 , de diameter is 2.19 m en de hoogte
is 0.45 m. De totale hoogte van de kolom is 3.15 m. Het
werkelijke vloeistofdebiet bedraagt 13.60 lis omhoog voor
74 % van de tijd.
4.4 Verdamper
c··
:-4.5 Kristallisator
De kristallisator dient om uit de oplossing die
vrijwel verzadigd uit de destillatiekolom komt zodanig
te
oververzadigen dat er kristallisatie optreedt. Dit kan op
twee manieren; Vla verdamping van het oplosmiddel, in dit
geval het water waardoor steeds meer salicylzuur in minder
water zit, of afkoeling waardoor
de oplosbaarheid van
salicylzuur in het water drastisch afneemt.
Het nadeel van
de eerste methode is dat het energie kost, er is
energie
nodig om het water te verdampen. Ook neemt hierdoor de
concentratie aan bijprodukten toe die makkelijker ingebouwd 24
•
•
•
•
•
•
II
\
.
I II
I
.
•
•
•
kunnen worden. De andere methode heeft als voordeel dat het
energie oplevert. Nadeel is dat er makkelijk kristallisatie optreedt in de warmtewisselaar in plaats van in de
kristallisatietank. Om dit laatst 20 veel mogelijk te
voorkomen is het wenselijk de oververzadiging niet te hoog te laten oplopen. Daarom wordt een groot deel van de stroom
gerecirculeerd waardoor de temperatuur net als de oververzadigingsgraad zakt. Gevolg is wel dat
de
hoeveelheid teruggewonnen energie van een lager
temperatuurniveau is. De koelvloeistof is het mengsel wat naar de kolom gaat, deze moet zoveel mogelijk van 28 omhoog
om de hoeveelheid warmte die nodig is voor de reboiler in de verdamper te beperken. De kristallisator is van het type gedwongen stroming, met keerschot, oppervlakte gekoelde
kristallisator, deze bestaat uit een aparte warmtewisselaar
en een kristallisatortank. Het critisch punt in het
ontwerpen van een kristallisator van dit type is het
temperatuurverschil tussen de koelvloeistof en de vloeistof door de pijpen. Ook moet gezorgd worden dat het tankvolume
effectief gebruikt wordt, dit wil zeggen dat de kristallen
de oververzadiging moeten verminderen die ontstaan is door het koelen van de oplossing. Ook het pompontwerp is van belang; er moet zo min mogelijk kristallisatie in de pomp plaatsvinden en de ontstane kristallen mogen zo min
mogelijk worden aangetast door het verpompen van
de oplossing. Het interne keerschot maakt het mogelijk
om
enige variatie te hebben in de oplossing door het
aantal
kleine deeltjes te verminderen en gedeeltelijk uit te spoelen. Het ontwerp is bepaald op de maximaal te accepteren warmteoverdracht en ten tweede op de
verblijf tijd om voldoende grote kristallen te krijgen.
In de warmtewisselaar qeeft de vloeistof uit de
kristallisatietank zijn warmte af aan de stroom 9 0 naar
de verdamper. Voor de kristallisator is gekozen
voor een warmtewisselaar van het type gedwongen stroming met
keerschot oppervlakte gekoelde
kristallisatorwarmtewisselaar. De reden hiervoor is dat de oververzadiging door koeling bereikt wordt waardoor deze
•
•
•
•
•
•
•
•
energie via een warmtewisselaar nuttig gebruikt kan
worden
om de stroom naar de verdamper op te warmen.
Als men voor
een verdamper kristallistiewarmtewisselaar kiest kost
de
kristallisatie energie. De andere typen kristallisatoren
die ook met koeling werken zijn van een ingewikkelder type
en zijn minder economisch in aanschaf en gebruik .
warmtewisselaar heeft een warmtewisselend oppervlak van ~
50.64 mL
en een logaritmisch temperatuurverschil van 14.4
graden celsius. Het is een warmtewisselaar van het type
tube/shell type. De temperatuur van de kristallisatietank
is gekozen op 60.0 graden celsius omdat dan de uitgaande
stroom 23 naar de warmtewisselaar een oververzadigingsgraad
van 0.5 heeft. Het volume van de kristallisatietank is
60.3
m . De uitgaande temperatuur van de stroom
27 uit de
warmtewisselaar is 50 graden celsius en aangezien de
koelvloeistof in de warmtewisselaar van 28 naar 51.3 graden
celsius gaat, is er over de warmtewisselaar een groot
en
volledig te gebruiken temperatuurverschil, ook met enkele
passages.
4.6 Centifuge
Voor de centrifuge is gekozen omdat de stroom 32 uit de
kristallisator nog teveel water bevat. Er
I S gekozen voor
een centrifuqe van het pusher type. In deze centrifuge
wordt de voedingsstroom het midden van de centifuge
ingevoerd en door de ronddraaiende puscherplaat versneld.
Als op de wand van de centrifuge een oppervlak aan
kristallen is gevormd worden deze door de langzaam langs de
as bewegende plaat van de wand afgeduwd na eerst gewassen
te zijn. Er wordt voor dit type gekozen omdat het het meest
gebruikte type is voor :ristallen van deze orde van grootte
en Ook is het een voordeel
dat deze machine continue
werkt net als de rest van het proces.
De stroom uit de kristallisatietank heeft een vaste
volumefractie van 0.6. De marge is 10 %. Het volume van de
centrifuge I S 0.95 1 en het vermogen is 1760 W.
•
I•
•
•
•
•
•
•
•
•
4.7 DrogerOmdat de kristallen niet hittegevoelig zijn en slechts 15 % water bevatten is gekozen voor een draaiende cilindertype droger met de lucht in tegenstroom. Het gekozen apparaat is
ook gangbaar voor dit soort produkten. De hoeveelheid benodigde lucht in de droger bedraagt 0.427 kg/s en de lucht wordt voor 50 % gerecirculeerd. De diameter bedraagt 0.15 meter en de lengte van de droger I S 0.3 meter. De
marge in de droger is 20 %.
4.8 Corrosieaspecten
De belangrijkste stof die corrosie kan veroorzaken in dit proces is zoutzuur. Vooral in de ionenwisselaarkolom T 16, de verdampersectie, de kristallisatorsectie en de
centrifugesectie zal het zoutzuur voor corrosie zorgen. Na de centrifuge is de concentratie aan zoutzuur door het wassen kleiner dan 0.3 % van de volumestroom aan water en verwaarloosbaar voor corrosieaspecten. De apparaten waarin zoutzuur voorkomt in hoge concentraties moeten van een
staalsoort zijn die goed tegen zoutzuur kan. Het blijkt uit
Perry [10J dat verschillende soorten roestvrijstaal goed
tot uitstekend tegen zoutzuur kunnen. Vooral soorten met
een hooq Nikkel Molybdeen gehalte zijn zeer goed bestand tegen zoutzuur. De keuze van welk soort wordt bepaald door de economie, het kan verstandiger zijn om de fabrieksecties eerder te vervangen door een goedkoper materiaal te
gebruiken dan een beter soort staal te gebruiken wat zeer kostbaar is .
•
•
•
•
•
•
,
.
I
•
•
•
•
5 Massa- en warmtebalansHieronder volgen de massabalans en de warmtebalans van
het pt-oces .
voor 1 >,! ." i
retour
UiT U!T '.-10. Ol r t 5•
~ '\/1Q
Vi , I Q mi he-roa 1•
...,,,d
i u r>')Vi
hClf!:oiuYl>
-l{~. ~0 I ~. S OOit-
--
-
--
-
-
-
G?
I•
o.
5S 1 S-Y·0
lud,~0--
~
(
~
> o. SLI24 (;) kOe'!>JClt.~·rR3
r°(S'~)
0608.~)
'2.2.r6-
îI~
f--8---
13-7106 I 117
1-
1r
-•
I
r----®
.1.11 ~ 39 't~,tlt
I I 1 ~S..':2800---
-@
V5
.-J 0•
! !~
ii
@---
-IS. 2~~5 I 1t1-t~ II
I I . I-
W
I \•
I(
T7
~
,I
;
®
~.8~7!
\
- -
!
13 - - --9,41
--i,MoL; --.1 I-@}
·\S. 2'531 9·L{~ - - - - (~1151
ir
I-
~1 - - - O· I r - - I IW
1 4 II
T9
I
I
•
•
, ~ ~ I I iI
I II
II
L
,
-.-
II
•
•
IT1S
J,,0.3996