• Nie Znaleziono Wyników

Fermentatieve bereiding van salicylzuur op basis van naftaleen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Fermentatieve bereiding van salicylzuur op basis van naftaleen"

Copied!
113
0
0

Pełen tekst

(1)

Technische Universiteit Delft

Vakgroep Chemische Technologie

Verslag behorende bij het fabrieksvoorontwerp

van

onderwerp:

adres:

Oost

rl~r:d:

Soer1

7

~6~1

p.G

~e-I

r!

DO/m .s~rOlot 1,'5 3'3.-i9

~~

Dordre:c:ht

opdrachtdatum:

Mei

19S7

(2)

I

I

I

·

- - - -

-

-coductie van ongeveer ~nnn ton Der

Jaar, hetgeen overeen yomt met 10 ~ van de oroductie van de Verenigde

Staten, Vanwege de kleine productstroom is het

mogelijk om op de formentatie na het

ontwerp i n serie

te ontwerpen. Al leen de fermentatie gebeurt in ~

parallelle tanks .

De productie van salicylzuur uit naftaleen gebeurt

In de fermentoren met een rendement op molbasis van

82 %.De verwijdering van het salicylzuurion v

indt plaats door absorotie aan ionenwisse

l aardeeltjes. De absorptie

wordt uitgevoerd 1n een continue

meertraps wervelbed waarbIj een verwijderingsgraad

van 95 % wordt gehaald. De desorptie vindt plaats met een water-et

hanol mehgsel met een rendement van 64

% op molbasis. De vlo~istof wordt verzadigd door de

ethanol te verdampen. Na kristallisatie~ centrifugeren en drogen is het salicylzuur in kristallen aanwezig met

maximaal 1 % vervuiling. Naast het ontwerp en het

berekenen van de werking en de van diverse ap

paraten uit het proces hebben we

._ •••••• _ ••••• _. ,_ _ -'- ..i_ .: "R _ _ •••• _ • • _ _ . _ i . . i .•

!:.~'.' !.:'.:':: '.::. L .. : : .:::!. L ! ... ,:. ; : t~ ! ... ; !:::.' : ! I ,::1. '::!. :-:. !._ '. / -:::\ ("I Ct·:·:·:· rOductieafhankelijke kosten

on :oonkosten. Hiermee zou via een vereenvoudigd kostenmode

l de t otale iaar!iJkse kosten t

eoaal d kunnen worden als nlc~

15 miljoen gulden. Het

uitrekenen van roturn on invest ment en Day out time l~ niet zi nvol omdat de productie

~erliosgevend is

Do belanori jkste k

osten aan investeringen

! ... ll:::' i onenwisselaardee l t jes, ~~lft van de investe r ingskosten. _ ï ;. .. ':::~ ,I. ... i . _ _ _ .. , _ . _ _ , ,, _ _ , _ _ _ U!:.:.:' .. ::' I:::..' U t·:.:'u;' ,:::l~::.;!:::.·:: Van de grondsto~fen hi ... crijzenniveau verliesgevend werken .

(3)

-•

I

.

In dit gedeelte zullen puntsgewijs

de belangrijkste

conclulsies worden genoemd en aaanbevelingen worden gedaan

eli e

Het proces 1 S continu, op

de fermentatie na

2 In het proces wordt salicylzuur met

een rendement van 82

% geprocduceerd en de opwerking heeft een

rendement van

optreden, dit is essentieel voor het

ontwerp. We hebben

aangenomen dat met een kettingtransporteur

in combinatie

I

I

.

met wassen

geen noemswaardige lekkage optreedt. Dit moet

bij een definitief

ontwerp verder uitgezocht worden.

4 De flexibiliteit van het ontwerp is groot, het

opwerkingsgedeelte kan

makkelijk een 10 X grotere

\

.

~eeel \s. bij een definitief ontwerp

moet .... _ .. ... i ... _ . . _ ...... .i ... . t . ...: t::.'t..l ,:f.·:::t [: !,"·}L.Jr ! .• .1 t::,': : " - De a~valstromen ZIJn klein en ongevaarl_Jk op oe

spui van het zoutzuurgas na, . . _ 'i 'j ._ ._

~./ ~::t..I. .I. ~-:.~ I : binnen de grenzen

zoals ~et naftaleenlucht mengsel

uit de fermentoren .

~ Het 0roces is bij het huidig

e ~~ljsniveau verli

esgevend .

Verder onderzoek moet .• _ _ _ ...J l

. _ _ _ . _ _

'-.-:j ' .. JI::::U (,:. !, . .J!_) l'::.'r t-;.'

(4)

-•

I

.

I

-I

I I

i

-•

--- --- -Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 1 Inleiding Opdracht Producttoepassingen en productiecijfers Opzet en zwaartepunten van deze studie 2 Uitgangspunten voor het ontwerp

Capaciteit van de fabriek

4

Microbiele productie: huidige stand van zaken Selectie van het micro-organisme

Procesvoering van de fermentor

Specificatie van de grond- en hulpstoffen Specificatie van afvalstromen

Fysische constanten Corrosie en veiligheid Beschrijving van het proces

Inleiding

Fermentor en voorbereiding van de voeding Ionenwisselaargedeelte Destillatiekolom Kristallisator Centrifuge Droger Flexibiliteit In-bedrijf-stelling Motivering Inleiding Fermentor en Ionenwisselaars Verdamper Kristallisator Centrifuge Droger

berekening van de apparatuur

Corrosie-aspecten 1 1 1 2 4 4 4 6 6 7 8 8 9 9 9 11 14 15 15 16 16 18

uit het proces 20 20 20 21 24 24 26 27 27

(5)

I

c::-• ...! Massa- en warmtebalans

6 Overzicht en specificatie van apparatuur -,. r:::osten Investeringskosten Loonkosten Fr-oducti ~?kosten p -, Symbolenlijst 9 L..i t€·?r-at.uur Bijlagen: I Fermentor IJ Berekening ionenwisselaarkolommen

IV Warmtewisselaar van de kristallisator Cent.rifuge _ _ ___ _ _ - _.0_ .. ____ _ 28 39 57 57 58 59 61 66 78 88 91 98 100

(6)

\

.

i Inleidin\~

In het kade~ van de onde~delen

'fab~ieksvoo~ontwerp ' en

'chemische fa.briek '

van de opleiding tot scheikundig

inqenieu~ ·3an de

T.U.Delft t-.je~d een studie

uitgevoe~d naa~ de mogelijkheid om sal

i cyl ZULW lanqs mic~obiele

weg te diende naftaleen al S ';lrondstof te worden gebt-ui kt.

I

.

1.2 P~oducttoepassingen en p~oductiecijfe~s

Sal i cyl Z u ut- is een belang~ijke

inte~mediait-in de be~eiding van pha~maca.

De j a.ar-p t-oduc tie

in de f I ,-. v •. ::>. in 1974 18100 metrische tonnen. Di.t tot :1.:3900 in 1975. een langzame stijging tot

18300 met~ische ton in

1979.

ij I: h in E:, .... [ 1 J , P aq 5(8).

Productiecijfe~s voo~ ande~e

landen

konden niet wo~den achte~haald.

Gezien de toepassingen is het onwaa~schijnlijk dat

de we~eldp~oductie i n

de nabije toekomst een sterk

dalend ve~loop te zien zal qeven. het grootste deel van het sal i cyl

z uw- wo~dt

in de fa~maceutische i

ndustt-ie. On g e\i('2er- 60 procent wordt omgezet in de ethyleste~ tbv de be~eiding

van

aspirine. De productie hie~van is

nagenoeg constant.

,';~I'2n s d er-t. i. (,,1 p~ocent komt in de vo~m

zouten Co.a van Na, 8i en Mg) in andere medicijnen

te~echt. tien procent wo~dt toeqevoeqd

aan ha~sen en

(7)

I

.

1.3 Opzet en zwaartepunten

van deze studie

I

.

Uit de beschikbare literatuur

bleek, dat niet veel bekend

is over de microbiele bereiding van salicylzuur.

De tot nu

toe

uitgevoerde onderzoeken hadden voornamelijk tot doel de

eigenlijke fermentatie te optimaliseren. Aan de opwerking van het fermentor-beslag

is nog nauwelijks

aandacht besteed.

In deze studie is begonnen met het overwegen

van een

aantal mogelijke opwerkingsroutes.

Een ervan werd nader

uitgewerkt. De andere

mogelijkheden moeten echter nader

bekeken worden, voordat

tot een verantwoorde keuze

gekomen kan worden. Aangezien de omvang en samenstelling van het fermentorbeslag in

aanzienlijke mate bepalend is voor de

opzet van de rest

van de fabriek werd relatief

veel tijd

ingeruimd voor het ontwerp

van de bioreactor. Om de in de literatuur gevonden resultaten van de labschaal-experimenten

te kunnen vertalen naar productie-schaal werd

een model voor de reactor opgesteld.

De tweede belangrijke

processtap wordt gevormd door een

ionenwisselaar.

'

.

(8)

---•

\

.

Doordat

er nauwelijks bijproducten

met even sterke

adsorptie zijn

te verwachten, levert

de ionenwisselaar een

sterk

gezuiverde stroom af.

\

.

De rest van de opwerking omvat terugwinning van het grootste deel van de hulpstoffen

uit de stroom die

de

ionenwisselaar

verlaat, en kristallisatie

van het product.

I

.

Daarna volgen nog

een centrifugatie en een droogstap. I

3

I

(9)

2 Uitgangspunten

voor het ontwerp

2.1 Capaciteit van de

fabriek

In deze studie

is een installatie ontworpen

met een

ma)·( i mal e productie van

ongeveer 2000

ton per

jaar . Aangezien het hier gaat

om een nog niet bestaand proces, is het moeilijk gefundeerde

uitspraken te doen over het aantal

bedrijfsuren,

dat per jaar gerealiseerd

kan worden. Wanneer

90 procent van

de tijd beschikbaar

is voor productie kan de

installati(~

jaar

ongeveet-1800 ton salicylzuur afleveren.

2.2 Microbiele productie:

huidige stand van zaken Het i'5 bekE·?nd,

dat een aantal bacterie-soorten

in staat

omzetting van naftaleen in salicylzuur

te b('!!!wer-ksl.:ell:l cJen. In de worden publicatiE?s ':jevonden r-:r, !_ .~. J -: [4J en CSJ) over onderzoek cJptimalisatie van de fermentatie-omstandigheden. Dit alleen experimenten op laboratoriumschaal. Omdat de verschillende onderzoeksgroepen gewer--kt, is

het niet mogelijk onderling vergelijken

van de resultaten de

betrouwbaarheid

hiervan vast te stellen.

In geen enkele publicatie werd

veel aandacht besteed

aan de opwerking van het gevormde

product. Ook bleven eventuele

bijproducten buiten beschouwing . 4 \ \ \ \ \ \ \

\

\ \

(10)

I

.

2.3 Selectie

van het micro-organisme

In de literatuur is

gezocht naar stammen die de

l;jewenste

(jin::::: l?t t i ÏI 9

van naftaleen in salicylzuur verzorgen.

Hierbij

kwamen de volgende

namen naar voren (Abbott [6J,pag

344): Pseudomonas aeruginosa

I

.

Pseudomonas arvilla

I

.

Pseudomonas desmolytica Psuedomonas fluorescens Pseudomonas rathonis Corynebacterium renale Nocardia (stam R) Al deze organismen behoren

tot de groep van de eenvoudige,

niet-sporenvormende bacterien (Schlegel [7J,pag 81-82) . P<5eud omon as is een gram-negatieve bacterie, terwijl Cot-ynebactet- i um en Nocardia gra.m-posi ti ef zijn. Alle zijn staafvormig en hebben zuurstof nodig voor de

van naf t,3.l E'en. Binnen de genoemde

soorten is nog

een verdere selectie op stam

mogelijk.

Bij d,~

Ini ct"-o-ot-,~a.n i ~;mi~ ~:;;ch i fïiine 1. )

7 dient met een aantal

facetten rekening gehouden

.1 •••• _ i._I:.::.' zijn de bel ë1.ngr·· ij k·::;te daat-\ian productiesnelheid en de te bereiken productconcentratie in df? fermentatievloeistof.

moet gelet worden op

speciale

behoeften van iedere

stam. Zo kan het noodzakelijk

zijn bepaalde componenten

in de voeding te

omdat

het l~ewenstE'

organisme een essentiele

stof niet zelf kan

Lii t de huidige literatuur

komen geen redenen naar voren

I

C.IHl een

bacterie te verkiezen

boven een andere . Daat·-om 1S

van

die stam waarvan de best bruikbare

I:;)eqeven·::;

bekend waren= Corynebacterium

renale .

I

\

.

(11)

-\

.

I

.

I I

r

I

\

.

Het 1 5 goed mogelijk,

dat door verder opkweken van de

bacterien tot veel betere resultaten gekomen kan worden

dan

welke hier verwerkt zijn. Ook

kan overwogen worden,

om via

moderne technieken

als genetische manupulatie te proberen

een productieverhoging te

forceren. Wel moet

bedacht

worden, dat

het laatste geval de

kosten van het

waarschijnlijk zeer kostbare onderzoek zeker hun invloed

op de

uiteindelijke kostprijs zullen hebben.

2.4 Procesvoeri ng van de fermentor

Aan het begin van het

reactorontwerp

staat men voor de

keuze de reactor (en)

continu dan wel batchgewiJs

te

bedrijven. Ook

zijn tussenvormen als fed-batch denkbaar;

hierbij wordt met

een kleine hoeveelheid

be-ent medium

gestart, die tijdens

de productie wordt aangevuld

tot

uiteindelijk het

eindvolume is bereikt. Daarna wordt

de

reactor leeggemaakt?

gereinigd en klaargemaakt voor een

nieuwe cyclus.

Ue in deze studie gekozen opwerkingsmethode

leent zich er

goed voor~ om continu bedreven te worden

. Daarom is ook gekozen voor een continue fermentatie.

2.5 Specificatie van de grond- en hulpstoffen

De belangrijkste grondstof ln dit proces is naftaleen. Om

ophopen van verontreinigingen

in de fermentor te voorkomen,

dient hiervan i n

principe de meest zuivere verkrijgbare

vorm gebruikt te worden.

Uit de literatuur (Schlegel [7J,

pag 418) blijkt, dat ook anthraceen

en phenanthreen door

bacterien tot

salicylzuur omgezet kunnen worden. Nader

onderzoek moet uitwijzen in hoeverre deze stoffen in het te gebruiken naftaleen

aanwezig mogen zijn. 6

(12)

De componenten v

an het mineraal medium voor de bacterien mogelijk zijn om

ophopen van

verontreinigingen in de

fermentor te voorkomen.

,:::;angez i en

het hier om relatief kleine hoeveelheden gaat,

zal dit naw"'iel i j ks (.;)evol gen voor de

van het

uiteindelijke product hebben.

De de fermentatie

benodigde

de

bacterien aangeboden

in de vorm van lucht.

Aan het in de fermentatie gebruikte water

worden

bijzondere eisen gesteld.

Om ophopen van verontreinigingen

in de circulerende

zoutzuur/ethanol-stroom

te voorkomen, moet een deel hiervan

Teneinde deze hoeveelheid klein

te houden, dient het te gebruiken zoutzuur en ethanol

zuiver te zijn .

2.6 Specificatie van afvalstromen

De

fermentatie produceert

aan afval een biomassa-stroom

en afgas. De biomassa

-stroom omvat 1.45 kg/sa

Hiervan wordt

ongeveer 1.4

procent ingenomen door de micro-organismen. De

aan onverbruikt naftaleen,

0.08 ~'it/~, is zo

laag, dat er geen sprake van terugwinning kan

zijn. Voor de

andere bestanddelen, voornamelijk

zouten die de voeding van

de bacterien vormen, geldt hetzelfde.

Het afgas wordt gevormd door de lucht, waaruit de bacterien

hun zuurstof betrokken hebben. Het gas

zal in het

"ver z d.d i qd zijn met water en naftaleen.

De

naftaleen, 0.11 ppm,

ligt t-ui mschoots

de \'.)sttel ijk toegesta.ne

zodat verdel'-e

reiniging van deze

stroom niet noodzakelijk l S .

De ionenwisselaarkolom T15

levert een afvalstroom af, die

natriumchloride bevat. Het qaat om

hoeveelheden van 0.381 resp. 0.0271 kg per

seconde .

Dm ophopen van verontreinigingen

in de

zoutzuur/ethanol-stroom

te voorkomen, moet een klein

deel

(jespuid worden. Zware

bestanddelen worden via het

(13)

--_

..

_---I.Ala swat '"2r- in de centrifuge

verwijderd,

terwijl een kleine spui inert

Deze ';Jasstroom

zal ook eniq

zoutzuurgas en ethanol bevatten.

_ c De levert 0.2645 kg/s vochti ge lucht <:\T op een

\

temperatuur van 60 graden Celcius . 2.7 Fysische constanten

Enige relevante fysische

constanten van

de voornaamste chemicalien zijn

opgenomen in onderstaande tabel . Tabel 2-1. Enkele fysische

constanten van de voornaamste chemicalien.

+---+---+---+---+---+

stof iTiolmassa dichtheid kg/kmol kg/m3 warmtecap. kJ/(kg K) kooktemp. 'C

+---+---+---+---+---+

nafta.l een sal i cyl z

UUr-ethanol

zout;·~uur-nat 1·-:1. u.mh yd r-0;':: i de

natr-i. umch 1

en-i. di? 128.19 138.12 46.07 36.46 40.00 58.44 1145 1443 789 1417 218 211 78

+---+---+---+---+---+

2.8 Corrosie en veiligheid de zoutzuur-oplossing .::'\1 s de oplossing van

~.;al i cy1 ;:.uur- i.n

water zijn corrosief. Dat wi 1 ;;: eqgen , da.t

alle apparatuur vanaf

de ionenwisselaarskoloiTi

tot en met de

kristallisator

corrosiebestendig

moet worden uitgevoerd. de veiliqheids-aspecten de te chemicalien bij 1 age VIl , de betreffende chemiekaarten zijn opgenomen. 8 \

(14)

(15)

I

I

I

I

I \

3 Beschrijving van het

proces

I

Het doel van het proces is om

sal icylzuur- met

micro-•

organismen

en vervolgens op te I.A/erken.

wordt een voedingsstroom

een bioreactor ingeleid,

!:Jacter-i t?n naftaleen omzetten

in salicylzuur. De

f ermentot- inhoud

opgewet-kt door adsorptie

van het

aan l=.aen i onenwi '5sel

daf-. Na desof-pti I? mbv I?en iflE.~ngsI2l van ethanol/zoutzuur/water,

afdestilleren van de

volgt kristallisatie. De kristallen

worden daarna gewassen, gecentrifugeerd en gedroogd •

3.1 Fermentor en voorbereiding van de voeding

In vat Vi wordt de voeding voor de fermentor klaargemaakt

Hiertoe wordt naftaleen in water gesuspendeerd

van oppervlakte-actieve

(z i e

bijldC]f? IJ.

deze suspensie worden de

die

nodig zijn voor de groei van de bacterien

toegevoegd.

l)":J.t ..,. ,-,.-.

•. ..:. n .a;:...:.:..

') 1. heeft een volume van

de

wordt bij een vullingsgraad van 80 procent

30 minuten. Dm

suspensie te verkrijgen dient er geroerd

t.,? h,~t ~'iordt de voeding de

c]epompt .. Er is gekozen voor drii:::;

Per vat betekent dit een volume van

87.3 m3. De

fermentoren zijn uitgevoerd als geroerde vaten,

twee turbine-roerders op iedere

roeras zijn gemonteerd.

Om

goede menging te bevorderen zijn in de vaten

baffle's ·:::taïl g E)b t'-'::iC h t .

en de de

bactet-i en

9

(16)

---•

I

geproduceerde warmte worden afgevoerd mbv

een koelspiraal .

De gekozen bacterie,

Corynebacterium renale,

groeit

optimaal bij een temperatuur

van 28 ·C. In de reactor moet

een pH-waarde van 6.5 heersen.

Deze bacterie stelt geen bijzondere eisen aan de voeding (Tangnu

[3J) .

Voor de groei op naftaleen is zuurstof

vereist; dit wordt ingebracht door de fermentor

te beluchten. Het afgas bevat naftaleen. De concentratie

van deze water en

component is echter

zo laag dat reiniging van het

niet wettelijk verplicht is

.

10

laatste

(17)

Ionenwisselaargedeelte De ionenwisselaarkolom

is een continu meertraps

wervelbedkolom.

Dit is een kolom waarin

de

ionenwisselaardeeltjes

niet als in een gepakt bed stil

staan maar is ingedeeld in een

aantal trappen waarvan

elke

trap als

een wervelbed fungeert, Bartels

[8J. De bodem van

elke trap bestaat uit

een plaat met gaten erin. De

vloeistof stroomt van beneden

naar

boven en gaat met grote

snelheid door de gaten. Doordat de vloeistofsnelheid

in de gaten groter is dan de sedimentatiesnelheid

van de deeltjes

blijven de deeltjes

in de trap en wervelen in deze trap. Aan de bovenkant

kunnen ze er niet uit omdat daarvoor de

vloeistofsnelheid

daar te laag ten opzichte van de

sedimentatiesnelheid

is. Eens in de zoveel tijd wordt dan

de vloeistofstroom

gestopt voor enkele seconden en

omgekeerd. Hierdoor krijgt

een gedeelte van de deeltjes de

kans

om door de gaten naar de trap beneden te stromen. Daarna wordt de vloeistofstroom

weer in opgaande richting

hersteld. Het voordeel

van deze kolom is dat alle ionenwisselaardeeltjes

actief aan het proces deel nemen en

niet zoals in

een gepakt bed alleen

de deeltjes die bij het

front zitten.

Ook is door het terugstromen een pseudo tegenstroom

van deeltjes ten opzichte van de

vloeistofstroom.

Hierdoor is de hoeveelheid

deeltjes beperkt en blijft de apparatuur in afmetingen

beperkt. De ionenwisselaardeeltjes

worden verplaatst

tussen de kolommen

door kettingtransporteurs,

ook met pompen is het

mogelijk

maar dan moet er

goed gewassen worden .

In de ionenwisselaarkolom

T 9 adsorbeert het

geproduceerde salicylzuur uit de fermentorstroom

12 aan de

ionenwisselaardeeltjes.

De stroom heeft een

temperatuur van

28 graden celsius en de

kolom heeft dezelfde

temperatuur, net als de deeltjesstroom

16 en 14 tussen de kolommen T 9

en T 16. Bij

adsorptie is een veiligheidsmarge

van 10 % aangehouden

omdat ook andere ionen dan salicylzuur

adsorberen. Deze

adsorptie door andere

ionen gebeurt echter

(18)

I

I

I

\ I

I

I

l_

·

.. - -_ .. - ....

op kleine schaal omdat de adso~ptieconstante

voo~

salicylzuu~ veel hoge~

is (30) dan die voo~ de ande~e ionen

die in de fermentorstroom voo~komen

zoals chloo~ en nit~aat

(tot 2). Ook is in de fe~mento~st~oom

de concentratie aan

salicylzuur niet altijd

constant, zodat een ma~ge

op de over te dragen hoeveelheid

ionen gewenst is. Omdat de

vloeistofdebiet groot is moet de kolom

breed zijn en omdat

het volume aan ionenwisselaardeeltjes

vast ligt moet de

kolom laag zijn .

In de deso~ptiekolom

T 16 is de tempe~atuur ook 28 g~aden

celsius en treedt desorptie van salicylzuur op naar

de

vloeistofstroom 17. Omdat de desorptieconstante

van het

salicylzuur laag is, is het wenselijk de desorptievloeistof

een hoge tegenionconcentratie

te geven van 8 normaal

zoutzuur om de afmetingen van de kolom beperkt te houden.

Ook moet de vloeistofstroom

klein zijn omdat het

salicylzuur uit deze stroom moet k~istalliseren,

het is dan wenselijk de vloeistofstroom

zo klein mogelijk te kiezen, des te minder hoeft er verdampt te worden. Deze

vloeistofstroom bestaat voor de helft van het volume uit

ethanol - dit is nodig om het salicylzuur in oplossing te

houden - en voor de helft uit

water, waar het uit zal

kristalliseren in M 23, na de verdamper T 22. Deze kolom

T 16 zal door het lage vloeistofdebiet

smal en hoog zijn om een wervelbed te kunnen benaderen.

Ook is in de kolom een

veiligheidsmarge van

10 % aangenomen om variatie in de

produktie op te nemen en eventueel

niet gewenste ionen niet te laten ophopen op de ionenwisselaa~deeltjes,

in de adsorptiekolom T 9 en deso~ptiekolom

T 16 .

De fermento~stroom 11

van de adsorptiekolom T 9 bevat een

hoge concentratie chloorionen.

Deze chloorionen worden

verwijderd in de adsorptiekolom T 7 tegen hydroxyionen die

nodig zijn om de waterstofionenconcentratie

niet te laten oplopen. Deze kolom wo~dt op 31 graden

celsius gehouden

door de warmte van de reactie

van waterstofionen met

hydroxyionen.

Aangezien de adsorptiekonstante van

chloor niet hoog is heeft deze kolom een

g~ote

(19)

I

-ionenwisselaardeelt jesstroom 15 en 13 nodig om de kolom beperkt i

n de hoogte te houden. Ook is hier

weer een marge

van 10 % aangehouden voor concentratievariaties

.

Deze ionenwisselaardeeltjes

moeten ook weer gedesorbeerd worden van chloorionen.

Di t gebeut-t in desorptiekolom T

In deze kolom worden de chloorionen

uitgewisseld tegen

hydroxy

ionen. De kolom heeft een temperatuur

van 31 graden

celsius. Ook is een marge van 10 %

op de over te dragen

hoeveelheid ionen aanwezig om variaties

in de concentraties

op te vangen .

(20)

Destilatiekolom

De voeding bevat een mengsel van water en ethanol,

waarin zoutzuur en salicylzuur zijn opgelost . Het salicylzuur is veel beter oplosbaar in ethanol dan in water. In de

destilatiekolom T

I wordt het grootste deel van

het ethanol afgedampt, zodat een bijna verzadigde oplossing van

salicylzuur in water overblijft. Zodoende

vormt de bodemstroom van kolom T 22 een

geschikte voeding voor de

kristallisator. Kolom T 22 is dan ook

ontworpen op de

samenstelling van de bodemstroom.

Hierin mag maar weinig

ethanol voorkomen .

De samenstelling van de topstroom ligt nu

vast door de

massa-balans. Deze stroom wordt samen met de moederloog uit

de kristallisator gerecirculeerd naar kolom T 16 .

(21)

\ \

~.~ Krlstalilsator De kristallisator

dient om uit de vrijwel verzadigde

oplossing 30 uit de verdamper T 22 het salicylzuur

te laten kristalliseren.

Deze stroom komt uit de verdamper T 22 met

een temperatuur van

100 graden celsius. In de

kristallisatortank

M 23 wordt de stroom

30 vermengd met de

aanwezige vloeistof

in de tank om de stroom te laten koelen

tot 60 graden celsius.

De stroom uit de kristallisatortank wordt in de warmtewisselaar

H 20 gekoeld tot 50 graden celsius met een oververzadigingsgraad

van 1. De gemiddelde oververzadigingsgraad in de kristallisatortank zal dan 0.5 zijn. De koelstroom 22 naar de warmtewisselaar is de

stroom 26 die naar de verdamper

T 22 gaat en in de warmtewisselaar

al wordt opgewarmd

naar 51.3 graden celsius. De kristallisatietank

wordt via stroom 30 en

op 60 graden celsius

gehouden. De kristallisatietank

is zo

ontworpen dat onderin

de stroom 32 de tank verlaat met 64 gram per seconde aan salicylzuur

met een gemiddelde kristaldiameter

van 0.37 millimeter.

Ook hier is een marge

van 20 % aangehouden op het warmtewisselend

oppervlak van de warmtewisselaar

H 20 en een marge van 10 % op de

kristallisatietank

M

3.5 Centrifuge

De centrifuge M 32 dient om

het water te scheiden

van de

kristallen

in stroom 32 uit de kristallisatietank

M 23. De

stroom 32 bevat voor

64 gram salicylzuur en heeft een temperatuur van 60 graden celsius. De uitgaande stromen 40 en 41 heben een

temperatuur van 51 graden celsius. De

produktstroom

41 gaat omdat het

nog 15 % water bevat naar

de droger M 35 UIlman [9J. De wasstroom 39 dient om de kristallen van de resten oplossing te ontdoen . 15

(22)

~.6. Droger

De droger M 35 dient om de produktstroom 40 van

het nog

aanwezige water te ontdoen door middel van verhitting van

lucht, stroom

44. De droger bestaat uit een bijna

horizontale draaiende cilinder.

Deze cilinder is onder een

zodanige hoek opgesteld dat de kristallen

langzaam rollend naar de uitgang bewegen. Door de cilinder wordt lucht in tegenstroom 44 geblazen die de kristallen droogt. De

luchtstroom 44 wordt tot 120 graden celsius verhit en

gedeeltelijk gerecirculeerd. De niet gerecirculeerde

stroom

43 wordt gespuid. De produktstroom

bevan nog 1 % water en

heeft een temperatuur van 60 graden celsius. Ook in de

apparaat is een marge van 10 % op het warmtewisselend

oppervlak genomen op variaties

in het proces op te vangen.

3.7 Flexibiliteit

De flexibiliteit van de bioreactor is groot het kan op een

hogere of lagere concentratie werken zonder grote problemen. De ionenwisselaarkolommen

hebben minder

flexibiliteit. Er is een minimale stroom nodig om de

ionenwisselaardeeltjes

te laten wervelen om te

verhinderen dat er kortsluiting optreedt.

Met kortsluiting wordt

bedoeld dat een deel van de vloeistof

de trap verlaat zonder in aanraking te zijn

geweest met de

ionenwisselaardeeltjes.

De kolommen zijn wel berekend met

een ruime veiligheidsmarge

waardoor ze meer ionen kunnen overdragen dan nodig. De verdamper heeft een

veiligheidsmarge van

10 procent. De warmtewisselaar bij de

kristallisator heeft een veiligheidsmarge

van 20 procent op

het warmtewisselend opper

vlak. Bij een lager

debiet zal de

snelheid in de buizen verminderen waardoor

de vervuiling

zal toenemen en de buizen

sneller dicht zullen zitten.

De

kristallisatietank heeft een veiligheidsmarge van 10

procent en een lager

debiet dan het gebruikte debiet is

< ..

(23)

I

I

.

\

I

I

I

.

geen probleem. Ue centrifuge heeft ook een

marge van 10

procent en de waswaterstroom

kan qsvarieerd worden om

ophoping van ongewenste produkten

zoveel mogelijk te

vermijden. Voor de droger geldt ook een

marge van 10

procent. Voor het totale proces geldt dat een 10 procent

grotere

produktie geen probleem is. Voor de

ionenwisselaarkolommen

geldt dat de marge veel

groter is maar deze is zo ruim genomen omdat een aantal

effecten niet

quantitatief te maken

zijn. Doordat in

het proces veel

recycle stromen optreden vraagt

het veel rekenwerk

om te

voorspellen wat het effect van een lagere productie zal

zijn, zeker in de ionenwisselaarkolommen

.

(24)

3.8 In-bedrijf-stelling 311 8. 1. F IZ:::t-,ï,en t

CJI'-Bij het in bedrijf stellen

van de installatie worden

de fermentoren gedeeltelijk

gevuld met een voorgekweekt beslag

bestaande uit mineraal medium, naftaleen

~ surfa.cta.nt, en

bacterien van de soort Corynebacterium renale.

De beluchting wordt gestart.

Gedurende enige tijd groeien

de bacterien als in

een fed-batch-reactor;

de sub st f-aa. t t

oevoer-wordt ingesteld, maar er wordt nog geen beslag afgetapt

en naar de ionenwisselaar gevoerd. De

substt-aat toevoet- wordt zo geregeld

dat de zuurconcentratie

niet

Als de concentratie aan product

de

':jewenste

bijna heeft bereikt

wordt de aftapstroom gestart

door PlO, P 8 en P 6 in te schakelen.

De niveauregeling

in vat V 5 wordt pas in werking gesteld

wanneer de

fermentor de gewenste hoeveelheid beslag bevat.

3.8.2 Ionenwisselaar

Di~

vereisen allen een

constante

vloeistof stroom om een

goede werking te garanderen.

Bij het

\/a.n de installa.tie

de ionenwisselaarkolommen

volledig gevuld met vloei3tof. r •.... _

rd.·~

al':::; -' _ ..

u\".:.' vloeistofstroom

door een kolom is gestart kan de

vaste stof worden ingebracht, te

begtnnen bij de bovenste

tr-" ëI.p. vloei stof

stt-OOili j'-egenen de deel t j es

di y-ect

door naar de onderste tr~p.

De kolom T 15 i s bi j de

aanvang gevuld met vloeistof.

Als

ionenwisselaardeeltjes

vanuit T 7 binnenkomen

wordt P ~7 gestart .

(25)

3.b.~ Destillatiekolom

De destillatiekolom wordt gevuld met

desorptievloeistof (zoutzuuroplossing/ethanol) en gestart

met volledige

op het moment dat de eerste ionenwisselaardeeltjes

kolom T 16 bereiken . Dit is noodzakelijk om doorregenen

van de deeltjes in T 16 te voorkomen.

3.8.4 Kristallisator

Bij het opstarten van de installatie wordt de

kristallisator gevuld met water van 60

graden Celsius. Zodra de kolom T 22 gevoed wordt via stroom 26

voert stroom

30 vloeistof aan naar M 23. Om de voorverhitting van de

voeding van T via H 20 gelijk met het starten van T 22 in gang te kunnen zetten is het noodzakelijk dat P 21 warme

vloeistof heeft om rond te pompen.

Op het moment dat via

stroom 30 vloeistof binnenkomt wordt de klep in stroom

geopend. P 25 wordt pas gestart wanneer er voldoende grote

kristallen in M 23 gevormd zijn .

3.8.5 Centrifuge en droger

De centrifuge en de droger behoeven pas in werking

te

worden gesteld wanneer de eerste kristallen de

kristallisator verlaten .

19

(26)

4 Motivering en berekening van

de apparaten uit het proces

In de opzet van dit

hoofdstuk is zoveel mogelijk geprobeerd

om het proces in logische

volgorde te doorlopen.

Er wordt

vooral aandacht

besteed aan de achterliggende motivering

voor de keuze van apparaat,

dimensies en materiaal.

De

gedetailleerde berekening is te vinden in de bijlagen .

Omdat de gekozen

opwerkingsmethode geschikt

continue procesvoering

is het gunstig om ook de

op continue basis te laten werken.

is voor

fermentOt-Hier is gekozen voor drie parallel geschakelde

fermentoren;

hierdoor blijven de afmetingen

de procesvoering flexibeler.

van de vaten beperkt en

Indien gewenst kan

I S

met

tweederde van de totale

productiecapaciteit

(Jok is in geval van storingen de

beperkt te houden. De berekening van fermentor, roerwerk di mensi. es en koeling en pat-amstet-s is te vinden in 20 bijlage 1.

(27)

i

I

.

\

I -:'" : .. ', -, ' .• > 4.3.1 Algemeen ionenwisselaarkolommen

Bij de ionenwisseling doen zich een aantal problemen

voor.

Als eerste moeten de ionenwisselaardeeltjes tussen de

kolommen verplaatst worden. Met een pomp is dit mogelijk

maar dit heeft als nadeel dat er vloeistof meeverpompt wordt en dit is bijvoorbeeld tussen de adsorptiekolom

en desorptiekolom van salicylzuur

niet acceptabel. De

ionenconcentratie in de desorptiekolom is meer dan 100 maal

zo hoog als in de adsorptiekolom

waardoor de

evenwichtsligging in de kolommen geheel verandert.

Het is

dus nodig om de hoeveelheid vloeistof die met de deeltjes verplaatst wordt te minimaliseren. Dit kan gebeuren door

wassen. Een andere mogelijkheid is om de

ionenwisselaardeeltjes te verplaatsen met een

kettingtransporteur waarvan de emmertjes gaten erin

bevatten waardoor de vloeistof weg kan stromen, Perry C10J .

Eventueel kan dan nog gewassen worden. Ook kunnen de

ionenwisselaardeeltjes verplaatst worden door een lopende

ionenwisselaardeeltjes heen stroomt. Een nadeel is

dat er

niet goed berekend kan worden hoe groot de lekstroom in

verschillende gevallen IS. Ook is het niet

goed mogelijk om

te berekenen hoe de verschillende i onen elkaar tijdens de adsorptie en desoptie beinvloeden. De rekenwijze die

hiervoor gebruikt wordt gaat uit van de gemiddelde 11 11

adsorptiecoefficient. Dit 11 11 is een redelijke aanname als deze

adsorptiecoefficienten niet te veel van elkaar verschillen.

Dit is in het geval van salicylzuur nu net wel het geval .

Een ander probleem zijn de bacterien die in de kolommen

komen. Deze zullen een vervuilende werking hebben in de

kolommen. Ook kunnen door kapotte bacterien allerlei andere

ionen in de fermentorstroom terecht komen.

Als er lekkage

optreedt aan vloeistof bij de verplaatsing van

(28)

ionenwisselaardeeltjes dan kunnen ook bacterien of resten hiervan in het opwerkingsgedeelte komen. In dit proces nemen we aan dat de lekkage aan ionen en bacterien zo laag

is dat dit geen invloed heeft op het proces. Dit is

gedeeltelijk aannemelijk te maken doordat de kristallen in de centrifuge gewassen worden waardoor eventuele ophoping van ongewenste stoffen beperkt kan worden.

Als ionenwisselaardeeltjes wordt gekozen voor Amberlite 400, van deze deeltjes is veel bekend en het is kenmerkend voor de meeste ionenwisselaardeeltjes.

4.3.2 Motivering keuze ionenwisselaarkolommen

De keuze voor continu meertraps wervelbedkolommen is gedaan omdat deze kolommen het voordeel van vrijwel continue

opwerking met tegenstroom van de vloeistof en

ionenwisselaardeeltjes en wervelbed met elkaar combineren. Het uiteindelijke voordeel is dat de apparatuur beperkt in afmetingen is en weinig ionenwisselaardeeltjes nodig zijn voor adsorptie en desorptie. Ook treedt door de

wervelbedden boven elkaar een goede menging tussen de ionenwisselaardeeltjes en de vloeistof op waardoor de

adsorptie en desorptiesnelheid minder snelheidsbepalend is.

4.3.3 Ionenwisselaarkolom salicylzuuradsorptie T 9

In de adsorptiekolom T 9 wordt het salicylzuur geadsorbeerd aan de ionenwisselaardeeltjes. De ionenwisselaardeeltjes komen binnen met een fractie van 0.350 aan salicylzuur en worden verder bezet met salicylzuur tot een fractie van 0.860. De stroom ionenwisselaardeeltjes bedraagt 1

equivalent per seconde. De vloeistof bevat een fractie van 0.416 aan de ingang van de kolom en een fractie van 0.019 aan salicylzuur aan de uitgang van de kolom. De volume van

3

(29)

adsorptie. Het volume per trap i '5 0.675 3

de diameter m ,

2.41 m en de hoogte is 0.15 m. De totale hoogte van de

kolom is 1.05 m.

Het werkelijke vloeistofdebiet bedraagt 16.72 lis omhoog

voor 91 % van de tijd.

4.3.4 Ionenwisselaarkolom salicylzuurdesorptie T 16

In de desorptiekolom T 16 wordt het salicylzuur gedesorbeerd van de ionenwisselaardeeltjes. De

ionenwisselaardeeltjes komen binnen met een fractie van

i '5

0.860 aan salicylzuur en worden gedesorbeerd van

salicylzuur tot een fractie van 0.350. De stroom

ionenwisselaardeeltjes bedraagt 1 equivalent per seconde.

De vloeistof bevat een fractie van 0.0125 aan de ingang van

de kolom en een fractie van 0.0315 aan salicylzuur aan de uitgang van de kolom. De volume van 1 trap is 0.675 m3 en er zijn 6 trappen nodig voor deze adsorptie. Het volume per

_ I~ 3

trap is u.6/~ m de diameter is 1.29 m en de hoogte is 0.52

m. De totale hoogte van de kolom is 3.12 m. Het werkelijke

vloeistofdebiet bedraagt 4.74 lis omhoog voor 70 % van de

tijd .

4.3.5 Ionenwisselaarkolom chlooradsorptie T 7

In de adsorptiekolom T 7 wordt het chloor geadsorbeerd aan

de ionenwisselaardeeltjes. De ionenwisselaardeeltjes komen

binnen met een fractie van 0.002 aan chloor en worden

verder bezet met chloor tot een fractie van 0.200. De

stroom ionenwisselaardeeltjes bedraagt 2.5 equivalent per seconde. De vloeistof bevat een fractie van 0.400 aan de

ingang van de kolom en een fractie van 0.005 aan chloor aan

de uitgang van de kolom. De volume van 1 trap is 1.6875 m 3

en er zijn 9 trappen nodig voor deze adsorptie. Het volume

per trap is 1.6875 m3 , de diameter is 2.57 m en de hoogte 23

(30)

I

.

\

-is 0.32 m. De totale hoogte van de kolom is 2.88 m. Het

werkelijke vloeistofdebiet bedraagt 18.88

1/5 omhoog voor

81 % van de tijd.

4.3.6 Ionenwisselaarkolom chloordesorptie T 15

In de desorptiekolom T 15 wordt het chloor gedesorbeerd van de ionenwisselaardeeltjes. De ionenwisselaardeeltjes komen

binnen met een fractie van 0.200 aan chloor en worden

gedesorbeerd van chloor tot een fractie van 0.002. De

stroom ionenwisselaardeeltjes bedraagt 1 equivalent per

seconde. De vloeistof bevat een fractie van 0.0 aan de

ingang van de kolom en een fractie van 0.050 aan

chloor aan de uitgang van de kolom. De volume van 1 trap is 0.675 m3

en er zijn 7 trappen nodig voor deze adsorptie. Het volume

per trap is 1.6875 m3 , de diameter is 2.19 m en de hoogte

is 0.45 m. De totale hoogte van de kolom is 3.15 m. Het

werkelijke vloeistofdebiet bedraagt 13.60 lis omhoog voor

74 % van de tijd.

4.4 Verdamper

c··

:-4.5 Kristallisator

De kristallisator dient om uit de oplossing die

vrijwel verzadigd uit de destillatiekolom komt zodanig

te

oververzadigen dat er kristallisatie optreedt. Dit kan op

twee manieren; Vla verdamping van het oplosmiddel, in dit

geval het water waardoor steeds meer salicylzuur in minder

water zit, of afkoeling waardoor

de oplosbaarheid van

salicylzuur in het water drastisch afneemt.

Het nadeel van

de eerste methode is dat het energie kost, er is

energie

nodig om het water te verdampen. Ook neemt hierdoor de

concentratie aan bijprodukten toe die makkelijker ingebouwd 24

(31)

I

I

\

.

I I

I

I

.

kunnen worden. De andere methode heeft als voordeel dat het

energie oplevert. Nadeel is dat er makkelijk kristallisatie optreedt in de warmtewisselaar in plaats van in de

kristallisatietank. Om dit laatst 20 veel mogelijk te

voorkomen is het wenselijk de oververzadiging niet te hoog te laten oplopen. Daarom wordt een groot deel van de stroom

gerecirculeerd waardoor de temperatuur net als de oververzadigingsgraad zakt. Gevolg is wel dat

de

hoeveelheid teruggewonnen energie van een lager

temperatuurniveau is. De koelvloeistof is het mengsel wat naar de kolom gaat, deze moet zoveel mogelijk van 28 omhoog

om de hoeveelheid warmte die nodig is voor de reboiler in de verdamper te beperken. De kristallisator is van het type gedwongen stroming, met keerschot, oppervlakte gekoelde

kristallisator, deze bestaat uit een aparte warmtewisselaar

en een kristallisatortank. Het critisch punt in het

ontwerpen van een kristallisator van dit type is het

temperatuurverschil tussen de koelvloeistof en de vloeistof door de pijpen. Ook moet gezorgd worden dat het tankvolume

effectief gebruikt wordt, dit wil zeggen dat de kristallen

de oververzadiging moeten verminderen die ontstaan is door het koelen van de oplossing. Ook het pompontwerp is van belang; er moet zo min mogelijk kristallisatie in de pomp plaatsvinden en de ontstane kristallen mogen zo min

mogelijk worden aangetast door het verpompen van

de oplossing. Het interne keerschot maakt het mogelijk

om

enige variatie te hebben in de oplossing door het

aantal

kleine deeltjes te verminderen en gedeeltelijk uit te spoelen. Het ontwerp is bepaald op de maximaal te accepteren warmteoverdracht en ten tweede op de

verblijf tijd om voldoende grote kristallen te krijgen.

In de warmtewisselaar qeeft de vloeistof uit de

kristallisatietank zijn warmte af aan de stroom 9 0 naar

de verdamper. Voor de kristallisator is gekozen

voor een warmtewisselaar van het type gedwongen stroming met

keerschot oppervlakte gekoelde

kristallisatorwarmtewisselaar. De reden hiervoor is dat de oververzadiging door koeling bereikt wordt waardoor deze

(32)

energie via een warmtewisselaar nuttig gebruikt kan

worden

om de stroom naar de verdamper op te warmen.

Als men voor

een verdamper kristallistiewarmtewisselaar kiest kost

de

kristallisatie energie. De andere typen kristallisatoren

die ook met koeling werken zijn van een ingewikkelder type

en zijn minder economisch in aanschaf en gebruik .

warmtewisselaar heeft een warmtewisselend oppervlak van ~

50.64 mL

en een logaritmisch temperatuurverschil van 14.4

graden celsius. Het is een warmtewisselaar van het type

tube/shell type. De temperatuur van de kristallisatietank

is gekozen op 60.0 graden celsius omdat dan de uitgaande

stroom 23 naar de warmtewisselaar een oververzadigingsgraad

van 0.5 heeft. Het volume van de kristallisatietank is

60.3

m . De uitgaande temperatuur van de stroom

27 uit de

warmtewisselaar is 50 graden celsius en aangezien de

koelvloeistof in de warmtewisselaar van 28 naar 51.3 graden

celsius gaat, is er over de warmtewisselaar een groot

en

volledig te gebruiken temperatuurverschil, ook met enkele

passages.

4.6 Centifuge

Voor de centrifuge is gekozen omdat de stroom 32 uit de

kristallisator nog teveel water bevat. Er

I S gekozen voor

een centrifuqe van het pusher type. In deze centrifuge

wordt de voedingsstroom het midden van de centifuge

ingevoerd en door de ronddraaiende puscherplaat versneld.

Als op de wand van de centrifuge een oppervlak aan

kristallen is gevormd worden deze door de langzaam langs de

as bewegende plaat van de wand afgeduwd na eerst gewassen

te zijn. Er wordt voor dit type gekozen omdat het het meest

gebruikte type is voor :ristallen van deze orde van grootte

en Ook is het een voordeel

dat deze machine continue

werkt net als de rest van het proces.

De stroom uit de kristallisatietank heeft een vaste

volumefractie van 0.6. De marge is 10 %. Het volume van de

centrifuge I S 0.95 1 en het vermogen is 1760 W.

(33)

I

4.7 Droger

Omdat de kristallen niet hittegevoelig zijn en slechts 15 % water bevatten is gekozen voor een draaiende cilindertype droger met de lucht in tegenstroom. Het gekozen apparaat is

ook gangbaar voor dit soort produkten. De hoeveelheid benodigde lucht in de droger bedraagt 0.427 kg/s en de lucht wordt voor 50 % gerecirculeerd. De diameter bedraagt 0.15 meter en de lengte van de droger I S 0.3 meter. De

marge in de droger is 20 %.

4.8 Corrosieaspecten

De belangrijkste stof die corrosie kan veroorzaken in dit proces is zoutzuur. Vooral in de ionenwisselaarkolom T 16, de verdampersectie, de kristallisatorsectie en de

centrifugesectie zal het zoutzuur voor corrosie zorgen. Na de centrifuge is de concentratie aan zoutzuur door het wassen kleiner dan 0.3 % van de volumestroom aan water en verwaarloosbaar voor corrosieaspecten. De apparaten waarin zoutzuur voorkomt in hoge concentraties moeten van een

staalsoort zijn die goed tegen zoutzuur kan. Het blijkt uit

Perry [10J dat verschillende soorten roestvrijstaal goed

tot uitstekend tegen zoutzuur kunnen. Vooral soorten met

een hooq Nikkel Molybdeen gehalte zijn zeer goed bestand tegen zoutzuur. De keuze van welk soort wordt bepaald door de economie, het kan verstandiger zijn om de fabrieksecties eerder te vervangen door een goedkoper materiaal te

gebruiken dan een beter soort staal te gebruiken wat zeer kostbaar is .

(34)

,

.

I

5 Massa- en warmtebalans

Hieronder volgen de massabalans en de warmtebalans van

het pt-oces .

(35)

voor 1 >,! ." i

retour

UiT U!T '.-10. Ol r t 5

~ '\/1

Q

Vi , I Q mi he-roa 1

...,,,d

i u r>')

Vi

hClf!:oiuYl

>

-l{~. ~0 I ~. S OOit

-

--

-

--

-

-

-

G?

I

o.

5S 1 S

-Y·0

lud,~

0--

~

(

~

> o. SLI24 (;) kOe'!>JClt.~·r

R3

r°(S'~)

0

608.~)

'2.2.

r6-

î

I~

f--8---

13-7106 I 1

17

1

-

1r

-•

I

r----®

.1.11 ~ 39 't~

,tlt

I I 1 ~S..':2800

---

-@

V5

.-J 0

! !

~

i

i

@---

-IS. 2~~5 I 1t1-t~ I

I

I I . I

-

W

I \

I(

T7

~

,I

;

®

~.8~7

!

\

- -

!

13 - - --

9,41

--i,MoL; --.1 I

-@}

·\S. 2'531 9·L{~ - - - - (~115

1

i

r

I

-

~1 - - - O· I r - - I I

W

1 4 I

I

T9

I

I

, ~ ~ I I i

I

I I

I

I

I

L

,

-.-

I

I

I

T1S

J,,0.3996

-3

1p.SZ.

~I~

I NOl Cl

(

24 \

~o.L!081 4'2.i.

&

1

I

...

I

! 0.79 6 9

- ----@

I®-

---

0·169

0

T1b

T16

0

Cytaty

Powiązane dokumenty

Następnie dokonano komparacji wyników dwóch rankingów: rankingu uzyskanego w wyniku badania empirycznego z wykorzystaniem metod wielowy- miarowej analizy porównawczej

N iepodobna przecież p rzyjm o­ wać, że i naru szen ie zakazu, i jego przestrzeg anie m oże jednocześnie sta ­ nowić przyczynę zm iany orzeczenia w ydanego przez

Nale¿y za³o¿yæ (tak te¿ czyni¹ autorzy ksi¹¿ki), ¿e psychoza rozwija siê w ci¹gu ¿ycia jako efekt nie- równowagi miêdzy czynnikami propsychotycznymi i antypsycho-

Postać Józefa Piłsudskiego jest związana z Muzeum Niepodległości, nie tylko tematycznie, z racji znanej niepodległościowej i patriotycz- nej działalności Marszałka, ale także

Eugeniusz Mironowicz: Trudno mówić o indywidualnych konsekwencjach prowadzonych dyskusji na temat relacji Polaków z mniejszościami narodowymi. Wydaje mi się jednak, że

Teren — cóż to więc znaczy? „W w ypadku Pól G runw aldu — pisze N adolski — które obejm ują obszar równy co najmniej 25 km 2, prow adzony przez nas zwiad

This study aims to investigate the effects of laboratory short-term and long-term aging on the chemistry and rheology of crumb rubber modified bitumen (CRMB).. Neat bitumen and

Ministerstwo Edukacji Narodowej). Miały one na celu: a) �rzygotowanie nauczycieli – uczestników warsztatów do realizacji zajęć w terenie dotyczących nowych wymagań zawartych