DISRUPTIEVE ONTWIKKELINGEN IN HET
WONEN
Inleiding tijdens congres Platform 31/OTB
‘Naar nieuwe verhoudingen in het wonen’,
Den Haag, 3 november 2015
Continuïteit en disruptie
Van oudsher: veel continuïteit in het wonen: huishoudensverdunning, welvaartsgroei, meer mondigheid bewoners.
Ook: strategische trends met disruptief effect op het wonen, zoals:
digitalisering (incl. internet of things, robotisering, AirBnB).
Disrupte ontwikkelingen
• Sterk fluctuerende globale migratiestromen (oorlog,
natuurrampen, economie, klimaat); blijvend fenomeen, mede door ICT;
• toenemende verschillen inkomens en vermogens; incl. winners take all-markten;
• mitigatie- en adaptatiebeleid (klimaat, energietransitie);
• het “nieuwe wonen”: nieuwe ruimtelijke en temporele relaties wonen, recreatie, werken (incl. logistieke veranderingen door webshoppen);
• meer zeggenschap bewoners (zelfs huurders) in wonen, beheren, ontwerpen, bouwen;
• onvoorspelbare besluitvorming van overheid m.b.t. bouwen, wonen en financiële markten.
Digitale revolutie zet door
General Purpose Technologies (GPT): pervasive,
improving over time, able to spawn new innovations. “Digital Technologies: most general purpose at all”. Brynjolfsson & McAfee (2014).
Wet van Moore: daling kosten chips: factor 2 per jaar.
= “central phenomenon in the computer age”;
= “steady drumbeat in the
Doorbraken
Twee doorbraken: (1) kunstmatige intelligentie (2) digitale netwerken.
IBM-computer Deep Blue won van Kasparov (1997). Mens + computer wint het van schaakcomputer.
Voorts: big data, robotisering, meer ‘wealth’ in combinatie met minder ‘labour’ (‘Technology Unemployment’).
Unprecedented reallocation of wealth and income. VS 1983-2009: inkomens 80% huishoudens aan onderzijde daalde, gemiddelde BNP steeg.
Winners-take-all-markten
Er ontstaan steeds meer winners-take-all-markten. (b.v. door vergelijkingssites, Tripadvisor).
Economische groei steeds meer geconcentreerd bij Top 10%, Top 1%.
Brynjolfsson & McAfee (2014) leveren extra
technologische onderbouwing voor economisch betoog van Piketti (2014).
Grotere verschillen in grootte en kwaliteit woonruimte. ‘Conspicuous consumption’ van top 10%.
Meer dan de helft van huishoudens: sober wonen, zonder risico’s van hypotheken, deels ontzorgd.
‘Internet of Things’
1. Meer ICT-toepassingen bij ontwerp, bouw, beheer van woningen.
2. Digitale revolutie: BIM, 3D-printen.
Meer digitale communicatie bewoners onderling, bewoners met woning, met vrienden, leveranciers, matchingssites, informatieplatforms, communicatie tussen objecten.
Drie hoofdtrends:
‒ digitalisering van informatie, goederen, diensten; ‒ verbetering van telecommunicatie en transport; ‒ ontwikkeling van netwerken en standaarden.
Mitigatie
Vooral transitie naar hernieuwbare energiebronnen, met name zonnepanelen, windmolens, geothermie.
Herstructurering elektriciteitscentrales, woningen als energie-producenten.
Smart grids. Nieuwe positie nutsbedrijven. Daling
aardgasproductie. Peak oil. Groene daken. Moestuinen. Local for local.
Nieuwe logistieke relaties (incl. reverse logistics) woning-webwinkel. Boxen bij voordeur. Retourstromen: cradle-to-cradle, recycling.
Adaptatie
Is sterk aan locatie gebonden (anders dan mitigatie). Vooral zeespiegelrijzing en onstuimiger doorvoer
rivierwater. Verzilting grondwater. Ruimte voor de rivier. Gevolgen van klimaatveranderingen: periodieke
hoosbuien, tornado’s.
Drastische verhoging waterabsorptie en vѐrgaande herinrichting woonomgeving, inclusief daken.
Het Nieuwe Wonen
Wijzigend gebruik woning: niet alleen consumptie, gezinsleven, maar ook: produceren, werken, leren, communiceren met buitenwereld.
AirBnB: interessant verdienmodel.
Het ‘nieuwe werken’ vergt het ‘nieuwe wonen’ als contramal.
Afbakening in tijd en ruimte tussen wonen, werken,
recreatie verandert. Recreatiewoning = reguliere woning. Huisvesting statushouders forceert doorbraak (Oranje).
Individualisering, ruimtegebruik, van woning naar attribuut
Woning per persoon, niet: kamer per persoon. Veel minder ruimte voor spullen (digitalisering).
Woninginrichting (eigendom: bewoners) in plaats van woningconstructie:
kasten, keukeninrichting, badkamerinrichting, binnenwanden. Woningen worden neutrale dragers, waarin ook huurders veel zeggenschap krijgen. Levensduur neemt toe; nauwelijks
afschrijving nodig.
Meer woningen per 1000 personen. Huishoudens worden dynamischer, complexer, LAT, meerhuizigheid.
Ruimtebeslag wonen groeit door; ruimtebeslag kantoren en retail neemt af.
Veranderend systeem woning-auto-energieinfrastructuur
Snelle verbetering van stedelijk OV.
Elektrische auto; zelfrijdende auto; ‘platooning’. Digitale relatie mens-auto; auto;
auto-infrastructuur.
Capaciteit infrastructuur neemt spectaculair toe.
Nu: auto is in 96% van de tijd geparkeerd. Beter gebruik auto’s: Über, Snapp Car, Greenwheels, Park Fly Rent.
Oplaadpalen elektrische fiets, scooter, auto in/bij woning. Voorlopig: taaie strijd om de oplaadpaal. Bron van
Bestaande woningvoorraad
Wordt steeds dominanter. Per jaar ½% toename. Weinig sloop.
Woningen passen zich niet aan woonattributen aan, maar woonattributen moeten zich voegen in bestaande
voorraad.
Krachtige miniaturisering van deel woonattributen. Robotisering; langer zelfstandig wonen.
Triomf van de traplift (70% NL voorraad = eengezinshuis).
Hergebruik kantoren, bedrijfsgebouwen, publiek vastgoed, winkelruimte, verzorgingstehuizen.
Zeggenschap Civil Society dankzij eigendomsneutraal beleid
Burgers en bewoners beter geïnformeerd , beter opgeleid, mondiger.
Zeggenschap in wonen, beheren, renoveren, nieuwbouw. Zeggenschap huurders rukt op naar niveau zeggenschap bewoners-eigenaars.
Alle algemene overheidssteun aan het wonen verdwijnt geleidelijk (SER-CSED, 2010; Wonen 4.0): fiscale
subsidies, indirecte subsidies, startersleningen, etc.
Eigendomsneutraal beleid: bewoners maken keuze, niet overheid. Overheid schept kaders.
Verhuurderheffing wordt dus afgeschaft: frustreert huursector: aantasting gelijk speelveld
sociale-Kern van het woonbeleid
Woontoeslag: inkomensafhankelijk, relatie met
huishoudensamenstelling. Van relatie met aktuele huur naar relatie met referentiehuur. Regionale differentiatie (RLI, 2015).
Grondwet: huisvesting voor lage-inkomensgroepen betaalbaar.
Hypotheekgarantie: onder voorwaarden en focus op huishoudens met bescheiden inkomens.
Woningcorporaties: kerntaak gericht op EC-doelgroep; passen geen risicoselectie toe, bevorderen zeggenschap, emancipatie van bewoners, faciliteren matchingssites; Zorgen voor voldoende, betaalbare huisvesting van