• Nie Znaleziono Wyników

Methanol als autobrandstof

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Methanol als autobrandstof"

Copied!
123
0
0

Pełen tekst

(1)

F.V.O. Nr.

3C>-<-9

Vakgroep Chemische Procestechnologie

Verslag behorende

bij het fabrieksvoorontwerp

van

· .

.

.

.

. . .

.

t~~:e

-tL

/l

e

(3c/(fe./1

7:~

:

i

...

·;Sd

.

.

...

.

.

....

..

.

·

..

...

....

/er:~

. .

ç(e . ...

0~

..

..

.

.

....

.

onderwerp:

·

...

·

v:1lt.c/.{L;~!lCé.

.

{L.{!-? .

.

Çl?i/(

'

o.~~

'

l

.q

S.X:Ji

·

..

. . . . .

. . . .

. . . .

. . . .

..

....

....

.

adres:

@o

-?"'/e

L

/Lcle

2

S-1

1/

SZt

!

J)e

tri";

o

I:)

-

/46

6Jó

Voc-t)/taa-.i

4Z

z.6

/1

I~

:;Jet;!!

o/s-

/3/412.

.

J

,

}~'(

T

U

Delft

Technische Universiteit Delft

opdrachtdatum :

/6-

2 -

193

verslagdatum :

2.

J -

6

-

,

Ic]

3

(2)

(3)

I INHOUDSOPGA VE

II Samenvatting en conclusie

11.1 Methanol als autobrandstof

II.2 Fabrieksontwerp voor fuel-grade methanol

DEEL I

III Inleiding methanol als autobrandstof

IV Motoren

IV.1 M100 in Otto-motoren

IV.2 FFV Flexible Fuel Vehicle

IV .2.1 Voorbeelden van toepassing

IV.3 Methanol in dieselmotoren

IV.3

.

1 Autobussen

IV.3 .1.1 Voorbeelden van toepassingen

IV.3.2 Methanol in dieselmotoren in vrachtwagens

IV.3.3 Personenauto's met een dieselmotor

IV

A

Gedissocieerde methanol motor

V Brandstofspecificaties

DEEL 11

VI Inleiding fabrieksontwerp

VII Uitgangspunten voor het ontwerp

VII. 1 Exogene gegevens

VII. 1. 1 Capaciteit

VII. 1.2 Specificaties van grondstoffen, hulpstoffen en product

VII.2 Endogene gegevens

VII.2.1 Fysische constanten

VII.2.2 Veiligheidsaspecten

VII.2.2.1 Methanol

VII.2.3 Materiaalkeuze met betrekking tot corrosie-aspecten

VIII Beschrijving van het proces

VIII. 1 De voedingssectie

Vill.2 De reformersectie

Vill.3 De methanolsectie

VillA De spui- en stoomopwekkingssectie

Vill.5 De destillatiesectie

IX Procescondities

IX. 1 Thermodynamica

IX.2 Aannamen bij de berekeningen

IX.3 De reformersectie

IX.3.1 De stoomreformer

IX.3.2 De katalytisch partiële oxidator

IX.3.3 Koolafzetting

IXA De methanolsectie

IX.5 Destillatiesectie

IX.6 De zuurstofsectie

X Warmte

-

en massabalans

X.I Massabalans

X.2 Warmtebalans

2

2

3

6

11

11

12

14

15

15

16

18

18

19

22

25

26

26

26

26

27

27

27

28

29

30

30

30

31

32

33

34

34

34

35

35

36

37

37

38

39

40

40

41

(4)

XI Economische evaluatie

XL! Kosten

XL!.! KA : Algemene kosten

XI. 1.2 KP: Productievolume afhankelijke kosten

XI. 1.3 KV: Verzekeringskosten

XI. 1.4

Rr:

Jaarlijkse afschrijving

XL 1.5 Kkat: Katalysatorkosten

XL 1.6 Kloon: Arbeidskosten

XLI. 7 Konderh.: Onderhoudskosten

XLl.8 KO Indirecte productiekosten of plant overhead

XI.2 Opbrengst

XI.3 Winst/verlies

XIISymbolenlijst

XIII Literatuurlijst

Bijlagen

1. Fysische eigenschappen van methanol, benzine en diesel

2. ProcesschemaJflowdiagram

3. Massa- en warmtebalans

4. Investeringsgegevens

5. Overzicht specificatie apparatuur

6. MEDA flowschema

7. Uitvoer programma

42

42

43

43

43

43

45

45

46

46

46

46

48

50

(5)

11. SAMENVATTING EN CONCLUSIE

11.1 Methanol als autobrandstof

In het eerste gedeelte van dit fabrieksvoorontwerp is een literatuurstudie

gedaan naar methanol als autobrandstof. Van alle alternatieve brandstoffen

voor het wegverkeer is methanol waarschijnlijk één van de meest

veelbelovende, zeker op korte termijn.

Er zijn verschillende toepassingen mogelijk:

1. in Otto- of benzinemotoren

i. alleen methanol (Ml00 motoren)

ii. een mengsel van 0-85% methanol en benzine (Flexible Fuel Vehicles)

2. methanol in dieselmotoren

3. gedissocieerde methanol in een dissociatiemotor

Voor elke toepassing is gekeken naar het brandstofverbruik, de aanpassingen

aan de motor en het brandstofsysteem en het stadium van ontwikkeling

hiervan, emissies van schadelijke stoffen alsmede de kans op invoering van

elke toepassing.

Omdat de brandstofkosten per te rijden kilometer voor methanol duurder zijn

dan

die voor benzine of diesel, is tevens voor elke toepassing uitgezocht in

hoeverre de methanol water en hogere alcoholen mag bevatten, wat de

methanol productiekosten zou kunnen drukken.

De Flexible Fuel Vehicles (FFV's) en de dieselmotoren worden op kleine

schaal al gebruikt voor normaal transport. Ml00 motoren zijn nog niet op

kleine schaal produceerbaar. De ontwikkeling aan deze motoren is halverwege

de jaren 80 stopgezet omdat FFV's een veel grotere kans van invoering

hebben. De dissociatiemotoren bevinden zich nog in een pril stadium van

ontwikkeling.

Op basis van calorische waarde heeft methanol in Otto-motoren gemiddeld

een efficiency van ongeveer 10% ten opzichte van benzine. Voor

dieselmotoren is dit ongeveer 0%.

Het gebruik van methanol draagt bij aan de reductie van schadelijke stoffen, in

het bijzonder van koolmonoxide en vluchtige organische stoffen. De overall

CO

2

-uitstoot ("weU to wheal") is voor methanol uit aardgas ongeveer even

groot als die van benzine of diesel uit aardolie.

De methanol voor FFV's en dieselmotoren mag maximaal 0.3% water

bevatten. Voor Ml00 is dit 1

%.

Daarnaast is de toegestane hoeveelheid hogere

alcoholen 5% voor FFV's en 2% voor dieselmotoren en Ml00-motoren. Er

zijn geen uitgebreide onderzoeken bekend naar het verband tussen prestaties

van de motor en de specificatie van de methanol.

(6)

Op korte termijn maken de dieselmotor voor autobussen en de FFV (auto's)

vanwege hun gebleken betrouwbaarheid de meeste kans op invoering. Een

andere belangrijke overweging hierbij is, dat FFV's ook op benzine kunnen

rijden wanneer geen methanol aan de pomp verkrijgbaar is en dat bussen vaak

gebruik maken van een centraal distributiepunt voor hun

brandstofvoorziening. Dit maakt een geleidelijke invoering van methanol

mogelijk.

Voor de in het tweede deel

van

dit fabrieksvoorontwerp te produceren

fuel-grade methanol is echter gekozen voor de specificatie van de

MWO-motor

(1

% water en 2% hogere alcoholen) vanwege de laagste emissies en de meest

progressieve brandstofspecificatie ten opzichte van water.

11.2 Fabrieksontwerp voor fuel-grade methanol

In

dit fabrieksvoorontwerp wordt een methanolfabriek ontworpen om

fuelgrade methanol te maken. Fuelgrade methanol verschilt ten opzichte van

de A- of AA-grade methanol door een hoger toegestane fractie hogere

alcoholen en water (maximaal 1 % ).

De fabriek werkt in de syngas-sectie met een gecombineerd

stoomreformer/partieel oxidatie proces. Het voordeel van dit gecombineerd

exotherm/endotherm proces is dat er uit de syngas-sectie de gewenste

verhouding

CIH

komt.

Een ander voordeel is dat de exotherme partiële oxidatiereactor energetisch

gunstig werkt; zijn warme uitgaande stroom (970·C) dient als

energieleverancier van de endotherme stoomreformer. Een nadeel is dat dit

een hogere investering met zich meebrengt, tevens ook doordat voor deze

reactor pure zuurstof nodig is en dit in een bijbehorende zuurstofscheider

gemaakt moet worden.

De fabriek

voorziet

volledig in zijn eigen energie doordat tekorten worden

aangevuld met extra verbranding van aardgas.

Doordat fuel-grade methanol een minder zuiver hoeft te zijn, is een kleinere

destillatie sectie nodig en heeft daardoor een lager energieverbruik. Dit is de

winst ten opzichte van chemisch zuivere methanol.

Het ontwerp van de fabriek beperkt zich tot een simulatie in het

flowsheetprogramma TISFLO/MEDA, waarbij het basisconcept is

aangeleverd door DSM-Geleen. Een stoomsysteem is verder niet uitgewerkt

en wordt slechts weergegeven door een warmtewisselar zodat toch gewerkt

kan worden met de benodigde hoeveelheid energiedie een volledig

stoomsysteem nodig heeft.

De fabriek heeft de volgende eigenschappen:

1.

2.

3.

3

De capaciteit is 761 k"1on per jaar

Het energieverbruik is 29.1 GJ per ton methanol

Er wordt 87%

van

het aardgas omgezet naar methanol

(7)

Een kostenberekening is gemaakt die uitdrukking geeft aan de grote van het

verlies van deze fabriek: 103 Mfl. per jaar. De grondstofkosten bedragen 161

Mfl. terwijl de opbrengst slechts 152 Mfl. is. Deze opbrengst is gebaseerd op

een prijs van

fl.

200 per ton product. Bij deze prijs zijn de productiekosten van

methanol en benzine per te rijden kilometer in auto' s gelijk.

Er is een aantal mogelijkheden om het verlies te verkleinen:

1.

stikstof uit de zuurstofscheider verkopen

2.

verbetering conversie

3.

fabriek in gebied waar aardgas goedkoper is, bijvoorbeeld in

olieproducerende landen waar overtollig aardgas wordt afgefakkeld

4.

een hogere productprijs, die mogelijk gemaakt wordt door stijging van

de

olieprijs of het heffen van een milieutax op benzine.

Het doel van dit ontwerp was een globale indruk te krijgen van een fuelgrade

methanol producerende fabriek. Het verdient dus aanbeveling dit project

verder uit te werken.

(8)

5

DEEl)

I

METHANOL

ALS

AUTOBRANDSTOF

(9)

111 INLEIDING

METHANOL ALS AUTOBRANDSTOF

Al sinds de jaren '30/'40 maakte men gebruik van methanol als brandstof in

vliegtuigmotoren en race-auto's vanwege het gunstige acceleratiegedrag. In

de tweede wereldoorlog reed men in Duitsland ook op methanol wegens het

ontbreken van benzine. Dat methanol als motorbrandstof gebruikt kan worden,

is dus al langere tijd bekend.

Toch is pas in het begin van de jaren '70 gestart met vergaand onderzoek

naar het gebruik van methanol als vervangende brandstof voor benzine of

diesel. Tijdens de oliecrisis in die periode realiseerde men zich, voornamelijk

in de Verenigde Staten, de afbankelijkheid van de olie. Op dat moment was

het rendabel onderzoek te doen naar alternatieve brandstoffen omdat de olie

erg duur was. Het is gebleken dat methanol een van de meest belovende

alternatieven was (en nog steeds is). Bovendien was methanol te bereiden uit

een aantal verschillende grondstoffen zoals: aardgas, steenkool, olie en suiker;

zowel via chemische als biochemsiche weg. Later, toen de crisis voorbij was,

was de directe noodzaak voor een alternatieve brandstof op korte termijn niet

meer aanwezig en heeft men diverse onderzoeken gestaakt.

De

Verenigde Staten hebben echter het beleid voortgezet hun afbankelijkheid

van olie te beperken. Ten eerste vanwege de politieke instabiliteit van het

Midden Oosten en ten tweede vanwege de eindigheid van de olievoorraden.

In

Californië (maar ook in andere staten) bestond echter nog een probleem.

Grote steden als San Francisco hadden erg veel last van smogvorming die

voor een niet-onaanzienlijk deel werd veroorzaakt door de uitlaatgassen van

automotoren. Bovendien maakte men zich zorgen over de steeds dunner

wordende ozonlaag. Er werd een grootschalig onderzoeksprogramma

opgesteld, waarin men (in eerste instantie) de ontwikkeling van voertuigen

rijdend op alternatieve, schonere brandstoffen centraal stelde.

Cl-brandstoffen hadden in dit onderzoek de meeste belangstelling vanwege hun

minimale uitstoot van roetdeeltjes bij verbranding, een belangrijke eigenschap

in de strijd tegen smogvorming. In een later stadium - men hield zich toen

bijna alleen nog met methanol bezig - werden voertuigen geoptimaliseerd op

minimale uitstoot van CO, NOx en andere schadelijke stoffen. Een deel van

het wagenpark van de overheid van Californië, waaronder ook stadsbussen,

rijdt thans op (een mengsel met) methanol.

De grote vraag waar fabrikanten en consumenten zich voor gesteld zien is:

Kan methanol prijstechnisch concurreren met benzine op dit moment? Deze

laatste vraag impliceert meteen een volgende vraag: Wat zijn dan de

problemen die zich voordoen bij de invoering van methanol?

Bij het beantwoorden van deze vraag gaan we gemakshalve uit van het feit dat

je 1,8 maal zoveel methanol nodig hebt als (super-)benzine om hetzelfde

aantal kilometers te kunnen afleggen (In de beschouwing van diverse soorten

motoren wordt dit getal onderbouwd). Aan de hand van een aantal

kostenposten moet benzine vergeleken kunnen worden met methanol. Deze

zijn: investering, grondstofkosten, distributiekosten, invoering van het

systeem, motorkosten en energieverbruik voor productie. In de eerste vijf

kosten kunnen we al een redelijk inzicht krijgen. Hieronder volgt een

(10)

kwalitatief inzicht dat in de loop van het onderzoek zal worden

gekwantificeerd. [18]

-investering:

Een methanol fabriek is duurder dan een raffinaderij voor

benzine. Het hangt dus van de rente van dat moment af hoe de

investeringskosten meewegen in de rest van de kostprijs.

-grondstof:

De kosten van grondstof in methanol (aardgas) is,- afhankelijk

van waar het gekocht wordt- goedkoper dan aardolie voor

benzine per liter geproduceerde brandstof.

-distributie:

Methanol heeft een groter

volume

per energie-inhoud en dus

hogere distributiekosten.

-invoering:

Elk nieuw systeem brengt hoge investeringskosten met zich

mee. Benzine is er al en heeft deze kosten dus niet. Een ander

punt is dat de vervanging van methanol als brandstof de

bestaande brandstoffen zal verdringen en dus de olie import

verminderen. Dit heeft weer een economische impact op de

prijs van een vat ruwe olie. Hoe zullen de OPEC-landen

reageren op deze nieuwe concurrentie?

-Motor:

De aanpassingen voor een methanol motor zijn relatief gering,

vooral wanneer zij op grote schaal geproduceerd worden.

Een belangrijk onderdeel van de kostenposten is het energieverbruik voor

productie. Alle autofabrikanten doen hun ontwikkelingen en testen met

chemisch zuivere methanol. Deze bezit een zuiverheid van minstens 99,85%.

De vraag is, - en hier komen we bij één van de kernpunten van ons

onderzoek,- moet brandstof methanol wel de chemische zuiverheid bezitten,

of kunnen onzuiverheden uit het productieproces toegestaan worden bij de

verbranding en kunnen misschien wel een aantalopwerkingsstappen

weglaten worden. Het toestaan van hogere alcoholen bijvoorbeeld werkt

besparend op de energie kosten van de destillatie. Opvallend is dat

methanolproducenten melding maken van een fuel-methanol die minder

zuiver hoeft te zijn dan chemische-zuiver methanol, maar nergens worden

testen gedaan met die fuel-methanol in methanol motoren. Volkswagen

bijvoorbeeld verklaarde geen enkele test te hebben gedaan met een methanol

anders dan chemisch-zuivere [19]. Wel heeft men vaak het watergehalte

aangepast (verhoogd) omdat de aanwezigheid van water corrosie vermindert

en de verbranding bevordert.

De

literatuur maakt echter zelden melding

van

andere toegestane onzuiverheden. Er worden nog wel wat noodzakelijke

additieven toegevoegd.

Wel maakt de literatuur melding van het gebruik van methanol als

loodvervanger in benzine, waarbij de methanol soms met hogere alcoholen

wordt gemengd om fasenscheiding tegen te gaan [31,32]. In sommige landen

(in een deel van zuid Italië bijvoorbeeld) wordt inderdaad een mengsel van

methanol en hogere alcoholen tot een aantal procent bijgemengd bij benzine,

zonder dat de auto's worden aangepast.

Motortechnisch gezien heeft methanol ook een aantal voordelen. Bij lage

vermogensbelasting kan methanol verbrand worden met meer lucht ("lean

bum ") en heeft daardoor een betere benutting van de warmte die bij de

verbranding vrijkomt. Ook kan bij methanolmotoren een hogere

compressieverhouding worden toegepast vanwege zijn hogere klopvastheid;

ook dit draagt bij tot een beter rendement. Zowel benzinemotoren als

(11)

dieselmotoren zijn betrekkelijk makkelijk aan te passen voor het gebruik van

methanol als brandstof. De belangrijkste aanpassingen zijn: (ander)

ontstekingsmechanisme, andere luchttoevoer, zwaardere brandstofpomp, het

gebruik van corrosiebestendig materiaal in tank en leidingen, andere filters en

een grotere brandstoftank. Dit laatste is noodzakelijk omdat methanol een

lagere calorische waarde heeft per volume-eenheid dan benzine (of diesel),

zodat meer brandstof per afgelegde kilometer nodig is.

Er zijn echter ook een aantal nadelen. Door de hogere verdampingswarmte

van methanol ontstaan er, wanneer hier geen voorzieningen voor worden

getroffen, problemen bij het starten van een koude motor. Ook blijkt de

formaldehyde uitstoot groter dan die van benzine. Onder invloed van

UV-straling is dit toxisch en kan kanker veroorzaken (In de VS worden zo'n 75

sterfgevallen per jaar aan formaldehyde toegeschreven).Van sommige

katalysatoren wordt geclaimed dat ze deze formaldehyde-uitstoot kunnen

terugbrengen naar nul [12].

Over de vraag in hoeverre het gebruik van methanol per gereden kilometer

duurder is dan benzine of diesel lopen de schattingen uiteen van iets

goedkoper tot 30% duurder [19,34,35]. De productiekosten van methanol en

benzine zijn per kilometer even groot indien methanol voor fl 200 per ton.

Deze prijs is gebaseerd op de productiekostan van superbenzine, fl9.19 per

ton en een efficiency van methanol

van

10% ten opzichte van benzine [34].

Er is onderzoek gedaan naar verschillende soorten motoren, die kunnen

worden onderverdeeld in de volgende hoofdgroepen:

1.

Mloo

2. Meth. diesel

3.FFV

Motor rijdt op pure methanol volgens het principe van een

benzinemotor

Motor rijdt op pure methanol in een dieselmotor

Motor is in staat op verschillende soorten

methanol/benzine

mengsels te rijden van 0% tot 85%

methanol.

4. Gedissocieerd

Door methanol eerst te dissociëren en daarna te

verbranden

wordt een hoger thermisch rendement

verkregen.

Deze verschillende motoren brengen allemaal hun eigen brandstofspecificatie,

rendement, emissies en technische ontwikkeling met zich mee.

Di

t brengt ons

tot een kernvraag van dit onderzoek. Welke soort motor wordt gekozen om

een methanolfabriek voor te ontwerpen en op grond van welke criteria wordt

deze motor gekozen. Er zijn een aantal belangrijke punten die direct hun

weerslag vinden in de keuze van de motor:

1. kostprijs van methanol in vergelijk met de huidige brandstoffen.

2. grootte van de emissies van NOx, CO, formaldehyde en andere organische

verbindingen

3. snelheid van het invoeren van methanol als alternatieve brandstof.

sub 1. De kostprijs van een product is de belangrijkste reden voor het wel of

niet produceren ervan door een commerciële instelling.

(12)

sub 2. Het wegverkeer is voor een aanzienlijk deel verantwoordelijk voor de

uitstoot van schadelijke stoffen

.

De percentages zijn weergegeven in

onderstaande tabel. 1

verbinding

aandeel

(%)

CO

63

NOx

46

CÜ2

18

aerosolen

22

loodverbindingen

64

vluchtige org.

41

verbindingen

SÜ2

3

Tabel

1.

Aandeel van het wegverkeer in de totale emissies door

menselijke activiteiten in Nederland (1989) [36].

Methanol als autobrandstof geeft in vergelijking met zowel benzine als

diesel een veel lagere uitstoot CO en NOx. Er worden geen

loodverbindingen uitgestoten en met behulp van geschikte

katalysatoren kan zowel de uitstoot van aerosolen en formaldehyde tot

vrijwel nul gereduceerd worden. Volgens Krumm [34] is de COx

emissie in een zogenoemde "weIl to wheel" analyse voor methanol

ongeveer even groot als die van benzine of diesel. Wanneer methanol

op grote schaal zou worden gebruikt als alternatieve brandstof, zou dit

dus een niet onaanzienlijke bijdrage kunnen leveren aan reductie van

enkele schadelijke emissies.

Alhoewel de huidige brandstoffen aan de de vastgestelde maximale

emissies voldoen, wordt echter steeds belangrijker de emissies te

verminderen door de zwaarder wordende milieu-eisen. Dit zou kunnen

worden uitgedrukt in een lagere accijns op methanol-brandstof zoals

dat ook gedaan is met de katalysator.

In

Nederland gelden andere maximale emissiewaarden dan in de

Verenigde Staten. Er is bijvoorbeeld geen standaard in de EEG voor de

uitstoot van aldehyden. Dat komt omdat de nadruk in Europa meer op

het tegengaan van de verzuring ligt [33]. De auto-industrie in de VS

krijgt bepaalde voordelen wanneer zij nieuwe voertuigen op de markt

brengen die voldoen aan de zgn. California Low Emission Vehicle

Standards. Deze zijn onderverdeeld in 4 catagoriën, te weten (in

volgorde van steeds lagere emissiestandaards ) TLEV, LEV, ULEV en

ZEV, wat respectievelijk voor Transitional Low -, Low -, Ultra

Low-en Zero Emission Vehicle staat[9],[23].

sub 3. De overgang van benzine naar pure methanol brengt een aantal

problemen met zich mee. Het veranderen van pompen en

transportmiddelen kost tijd en geld. Waar je bij benzine maar één

tankwagen nodig had, heb je er nu twee nodig. Ook zullen de motoren

tijd nodig hebben in produktie te komen, zeker als het gaat om een

totaal nieuw soort systeem. De gedissocieerde methanol reactor is

hiervan een goed voorbeeld. Een oplossing zou kunnen zijn om een

(13)

motor te gebruiken die zowel op methanol als benzine rijdt zoals dat nu

al gebeurt met LPGlbenzine auto's. Bij het gebruik van methanol

motoren in bijvoorbeeld bussen [5] wordt dit probleem al een stuk

eenvoudiger. Bussen tanken vaak op een bepaalde plaats in een stad en

dus is de distributie minder omvangrijk.

Alle bovenstaande punten hebben een duidelijke motivering vanuit

verschillende invalshoeken bezien. De uiteindelijke keuze hangt dus voor een

groot gedeelte af van de prioriteiten van de kiezer.

(14)

IV. MOTOREN

Bij het gebruik van Methanol als motorbrandstof kunnen we een viertal

verschillende toepassingen waarnemen. Dit zijn de Ml00-, de FFV -, en de

dieselmotor en de gedissocieerde methanol reactor. Zij onderscheiden zich in:

efficiëntie, uitstoot van emissies, druk in cylinderkamer, samenstelling van

de brandstof, ontstekingsmechanismen en maximaal koppel.

Hieronder volgt een korte beschrijving van de verschillende

werkingsprincipes van bovengenoemde toepassingen.

IV.l MlOO

in Otto-motoren

In principe zou het gebruik van methanol zonder bijmenging van benzine tot

zeer hoge efficiënties kunnen leiden. Door de afwezigheid van benzine kan

namelijk de motor zodanig aangepast worden dat de verbranding van

methanol optimaal geschiedt ('lean burn'). De auto kan dan gekoeld worden

met lucht, waardoor de radiator geheel uit de auto zou kunnen verdwijnen. en

de auto lichter wordt. Uit literatuuronderzoek is gebleken, dat zo'n ontwerp

nog niet is gerealiseerd. Het gebruik van Ml00 levert echter altijd een hoger

koppel, snellere acceleratie en een hogere thermische efficiëntie.

Uiteraard zijn de emissies van schadelijke stoffen (m.u.v. formaldehyde en

methanol) bij het gebruik van methanol lager dan bij het gebruik van een

methanol-benzinemengsel.

Er is veel onderzoek gedaan naar mogelijke oplossingen voor koude-start

problemen. Eén van deze oplossingen is natuurlijk het bijmengen van benzine.

Andere oplossingen zijn het omzetten van methanol in dimethylether (DME )

volgens de exotherme reactie:

<1>

DME zou in situ gegenereerd kunnen worden in een zogenaamde" Cathalytic

Gaseous Fuel Generator". Ook electrische verdampers maken starten bij

temperaturen tot

-

15°C mogelijk. Electrische verdampers zijn weliswaar

simpel en goedkoop, maar moeten 1 tot 2 minuten voorverwarmen voordat er

gestart kan worden [37]

Het probleem van moeilijke koude start is nu niet meer het niet kunnen starten

van de motor bij lage temperaturen, maar het vinden van een geschik1:e

oplossing die geschikt is voor massa-productie.

Een ander probleem bij het gebruik van 'zuivere' methanol is de

onzichtbaarheid van de vlam bij verbranding. Een testwagen van TNO is

hierdoor geheel verbrand omdat deze brand te laat werd waargenomen. Bij het

gebruik van methanol in FFV's speelt dit probleem uiteraard niet. Er bestaan

(15)

wel additieven die de vlam zichtbaar maken, maar zijn vaak kostbaar enlof er

is veel van nodig (enkele procenten).

In het begin van de tachtiger jaren had de Bank of America al haar gehele

wagenpark op methanol rijden (deels MlOO ,deels M85). Volgens prof.

Othmer [10] reden de MlOO-auto's met een efficiëntie van 54%

(!).

Van een

zo hoge efficiëntie wordt in geen enkel ander artikel melding gemaakt .Helaas

is het rapport van de Bank of America niet meer te achterhalen om na te gaan

door welke aanpassingen een zo hoge efficiëntie werd bereikt. De Bank of

America houdt zich nu (waarschijnlijk) niet meer bezig met methanol [24].

Een groot aantal autofabrikanten heeft zich tot ongeveer halverwege de jaren

tachtig bezig gehouden met M 100 als brandstof. Auto's van o.a. Ford,

Volkswagen[27], Toyota[38], Chevrolet, Porsche [25], Volvo en Saab

[26,27]hebben bewezen dat het gebruik van M100 als brandstof mogelijk is.

De vermelde efficiënties liggen beduidend lager dan die van de Bank of

America, namelijk tussen de

°

en 23%. Allen hebben hun onderzoeken in

later jaren op het flexible fuel concept gericht en zich niet langer bezig

gehouden met het optimaliseren van M100 auto's. Eén van de grootste

overwegingen is hierbij geweest, dat methanol in de directe toekomst niet

wereldwijd verkrijgbaar zal zijn, waardoor een FFV meer kans van slagen

heeft.

Wanneer een

FFV

geoptimaliseerd wordt voor M85, worden bepaalde

problemen die bij M100 optreden verholpen (zichtbaarheid van de vlam,

explosiegevaar in de tanks,koude start) zonder dat de positieve eigenschappen

van het gebruik van methanol geheel verloren gaan (lean bum, hoge

CR,

lagere emissies)

Voor het gebruik van 'zuivere' M100 in Otto-motoren is bekend, dat

maximaal 1% water in methanol acceptabel is [20,21,22]. Een kleine

hoeveelheid water bevordert zelfs de verbranding in de motor en gaat corrosie

tegen.

Een geschikte "fuel-grade methanol" voor M100 zou volgens Belgen [20]

naast 1 % water ook tot 2% andere organische verbindingen dan methanol

mogen bevatten, zoals hogere alcoholen en methyl ether. Daarnaast moeten

uiteraard nog enkele andere additieven worden bijgemengd i.v.m.

smeerbaarheid, zichtbaarheid van de vlam en anti-corrosie.

De aanpassingen aan de auto benodigd voor het gebruik van M100 zijn

hetzelfde als die voor een

FFV

(zie hoofdstuk IV.2). Alleen een sensor kan,

wanwege het ontbreken van benzine, achterwege gelaten worden.

IV.2 FFV Flexible Fuel Vehicle

Een

FFV

is een auto die kan rijden op verschillende soorten mengsels van

benzine en methanol. In de brandstofspecificatie wordt dit weergegeven als

Mx, waarin x de hoeveelheid methanol is. De methanolconcentratie kan

(16)

variëren van 0 tot 85 volume%. Deze eigenschap biedt het perspectief een

periode te kunnen overbruggen waarin de methanol benzine als brandstof zou

kunnen vervangen. Een bijkomend voordeel is dat deze motoren minder last

hebben van koude start problemen zoals dat het geval is bij auto's die rijden op

pure methanol.

De verhouding zuurstof: methanol/benzine in het brandstofmengsel is

inherent aan de luchttoevoer via de carburateur. Dat betekent dat de

verhouding van het mengsel gemeten moet kunnen worden middels een sensor

in de brandstoftank. Een aantal methodes zijn hiervoor in gebruik. De meest

toegepaste sensor is gebaseerd op het verschil in diëlectrische constante.

Andere methodes maken gebruik van de optische eigenschappen van het

mengsel of verschillen in geleidbaarheid.

De informatie van de compositie sensor wordt samen met een aan de uitlaat

metende zuurstof sensor verwerkt tot een output die bepaalt hoe de

lucht/brandstof verhouding en de ontsteking moeten zijn om het mengsel

optimaal te verbranden.

De motor kan vanuit verschillende perspektieven worden ontworpen

afhankelijk van met welke verhouding mengsel er het meest gereden gaat

worden. Dit betekent dat de motor over de gehele range verhoudingen nooit

optimaal zal werken. Een voorbeeld hiervan is dat de compressieverhouding

altijd dusdanig laag moet zijn dat ook een 100% benzine mengsel niet gaat

pingelen.

Een bijzondere vorm van deze motor is de M85-motor, die speciaal ontworpen

kan worden om alleen op M85 te rijden.

In

de jaren '80 is er veel onderzoek

naar deze motor gedaan omdat men kon uitgaan van een gewone benzine

motor die met betrekkelijk weinig aanpassingen geschikt te maken was voor

methanol gebruik.

Algemene aanpassingen voor een FFV zijn de volgende [29]:

Brandstofsysteem:

-Tank is bekleed met nikkel om hem geschikt te maken voor methanol.

-Brandstofpomp moet meer kunnen verwerken per tijdseenheid.

-Ander brandstoffilter

-Injectie systemen met hogere capaciteit

Electronisch controle systeem

-Microprosessor die luchttoevoer regelt als functie van de temperatuur

van de motor en de brandstofsamenstelling

-brandstofcel

-evt. koude start systeem

overig

-andere motorolie

-andere vonkpluggen met een groter warmte overdragend oppervlak

(17)

. . - - - -

---•

IV.2.1 Voorbeelden van toepassing

Een groot aantal autofabrikanten houden zich bezig met de ontwikkeling van

een FFV -auto. In tabel 2 volgen een aantal van die auto's. Zij onderscheiden

zich op een aantal hoofdkenmerken als: compressieratio, efficiëntie, uitstoot

diverse producten, wel of geen katalysator, laagste koude starttemperatuur.

T bel 2

a

:

een verge IJ

ssen versc

hll d

1

en e mo oren.

t

FFV

CRl) Eff.

2)

NO

x

CO

alde-

OMH-

kataly-(%) (g/mi)

hyde

3)

CE

4)

sator

VW -golf/jetta

10

13

2,0

13

0,12

0,12

Volvo740

12,5 11,5 .1,0

2,2

°

0,21

aangepast

Mercedes 300

65 * 0,16

0,74 0,013

0,142

3-weg

Hyundai ;1,51; 4 cil. 10

5,5

Honda; 2,11; 4 eil

8,8

3-weg

Toyota corolla

11

14,8 0,1

1,45 0,009

0,14

oxidatie

Mitsubishi Galant

9

3

0,296

0,012

0,172

warmup

underfloor

Ford LTD Crown

10,7 0,8

2,25

0,25

stock

Victoria

Nissan Stanza

8,5

7,4

0,1

1,66 0,014

0,11

underfloor

1) Compressieverhouding

2) Efficiëntie

=

2 -

#

liters methanol met dezelfde kilometerinhoud als ]

I.

benzine

#

liters methanol met dezelfde kilometerinhoud als 11. benzine

LKS

CC)5

5

-25

-20

Voorbeeld:

Om 15 kilometer te rijden is 1 liter benzine nodig en 1,8

liter methanol.

De

efficiëntie is dan: (2 - 1,8)/1,8

=

11 %

3) voornamelijk formaldehyde

4) Organic Material Hydrocarbon Equivalent

5) Laagste Koude Starttemperatuur

*speciaal geoptimaliseerd (geen melding van details in literatuur)

Als specificatie voor de fuel-grade methanol voor FFV's wordt 0.5%water en

5% hogere alcoholen als maximum genoemd [13].

14

Lit.

verw.

[11]

[12]

[13]

[14]

[15]

[16]

[17]

[29]

[30]

(18)

IV.3 Methanol in dieselmotoren

IV.3.1 Autobussen

De werking van een dieselmotor berust op het principe van spontane

verbranding van de brandstof onder druk. Een dieselmotor wordt daarom ook

wel een compression-ignitted engine genoemd.

De neiging van een brandstof tot spontane verbranding komt tot uitdrukking

in het cetaangetal. Diesel heeft een cetaangetal van 40 à

50 (afhankelijk van

de samenstelling) terwijl het cetaangetal van methanol tussen 0 en 5 ligt.

Het voornaamste criterium om een brandstof te gebruiken voor

compressieontsteking is, dat de temperatuur in de cylinder na injectie en

verdamping van die brandstof hoger is dan de temperatuur waarbij de stof

spontaan verbrandt.

Vanwege de lagere energie-inhoud per volume-eenheid moet er per run 2.3

keer zoveel methanol geïnjecteerd worden. Er moet dus een grotere

hoeveelheid brandstof verdampen waarbij bovendien ongeveer 5 keer zoveel

warmte voor nodig is in vergelijking tot diesel. De daling van de

cylindertemperatuur is als gevolg hiervan zo'n 150

oe,

ongeveer 10 keer zo

groot als bij diesel. Bovendien is de temperatuur waarbij methanol spontaan

ontbrandt ook ongeveer 150

oe

hoger dan diesel. Als gevolg van deze twee

effecten moet de temperatuur in de cylinder bij verbranding van methanol

ongeveer 300

oe

hoger zijn dan bij diesel.

Verhoging van de compressieverhouding

(eR)

verhoogt de inlaauemperatuur

van de methanol in de cylinders, maar niet voldoende.

In de praktijk is gebleken, dat deze 'spontane ontsteking' inderdaad

gestimuleerd moet worden. Dit kan op verschillende manieren:

1.

Door methanol methanol met de lucht te mengen (fumigatie) en dit

vervolgens met behulp van een kleine hoeveelheid diesel te

ontsteken. Dit werkt weliswaar goed [4], maar vereist twee aparte

bnmdstoftanks en -toevoersystemen. Dit is een dure oplossing.

2. Door het toevoegen van ontstekingsverbeteraars, zoals sommige

nitraten met een hoog cetaangetal. Deze ontstekingsverbeteraars

maken de brandstof aanzienlijk duurder.

3. Met behulp van electrische energie.

a) door het plaatsen van een gloei plug wordt de cylinderwand

opgewarmd. Een zgn. gloeiplugcontroller regelt de temperatuur in

de cylinderwand.

b) door het gebruik van een bougie die door electrische lading een

vonk genereert waardoor de methanol ontbrandt.

Door deze twee toepassingen is de dieselmotor eigenlijk een soort

OUo-motor geworden. Deze twee mogelijkheden zijn het meest

veelbelovend en worden al toegepast.

Naast één van bovengenoemde manieren om de ontsteking te verbeteren,

moeten de volgende aanpassingen in een dieselbus gemaakt worden voor het

gebruik van methanol:

(19)

- tank en brandstofleidingen moeten resistent zijn tegen methanol,

bijvoorbeeld door ze te voorzien van een teflonlaag. De tank kan ook

van roestvrijstaal worden gemaakt.

- vanwege de lagere energie-inhoud per volume-eenheid van methanol

moet het volume van de brandstoftank groter worden.

- ander type katalysator om uitstoot van schadelijke stoffen verder te

te reduceren.

- andere afstelling van de kleppen voor een hogere

compressieverhouding (CR). Een hogere CR geeft een hogere

temperatuur bij injectie in de cylinder en verlaagt door volledigere

verbranding de uitstoot van schadelijke stoffen.

- andere injectiepompen die grotere hoeveelheden brandstof kunnen

toevoeren.

Aan de methanol moet bovendien één of meerdere additieven worden

toegevoegd om corrosie tegen te gaan, de smeerbaarheid te bevorderen en

injectieproblemen te voorkomen of tegen te gaan. Ook moet er een andere type

motorolie gebruikt worden. Een belangrijke eigenschap van de?-e motorolie moet

zijn, dat er wanneer zij in contact komt met de methanol niet of nauwelijks

afzettingen ontstaan. (deze afzettingen verontreinigen de leidingen en kunnen de

gloeipluggen of bougies verontreinigen.)

IV.3.1.1 Voorbeelden van toepassingen

Verschillende auto- en busfabrikanten hebben zich bezig gehouden - en zijn

nog steeds bezig- met het ontwerpen van compression-ignited engines

geschikt voor methanol. Hierbij is steeds uitgegaan van de reeds bestaande

dieselmotoren

.

In de meeste gevallen was, en is nog steeds, het zo ver

mogelijk reduceren van de uitstoot van schadelijke stoffen een hoofddoel in

het ontwerp.

Sommige van deze ontwerpen hebben geleid tot een geschikt model en

worden gebruikt in bijvoorbeeld stadsbussen. Voor al in Californië, waar

smogvorming in de grote steden en het steeds dunner worden van de ozonlaag

een groot probleem vormen, dragen deze bussen niet alleen bij aan

vermindering van de vervuiling maar hebben zij ook een voorbeeldfunctie:

voertuigen die op methanol rijden dragen bij aan een schoner milieu.

De 'Detroit Diesel Corporation' (DDC) [5,6], 'M.A.N.' [7] en Deutz AG [8]

zijn voorbeelden van maatschappijen die methanol motoren hebben ontwikkeld

die in stadsbussen worden toegepast. Zij maken alledrie melding van een

efficiëntie van 0% of minder (bij laag vermogen). Er kan weliswaar een betere

efficiëntie bereikt worden (van maximaal enkele procenten en ca. 0% bij laag

vermogen), maar alleen wanneer er concessies gedaan worden aan de uitstoot

en bijvoorbeeld de NOx-emissie zo hoog mag zijn als die van een dieselbus.

Karakteristieke eigenschappen wat betreft emissies van deze drie bussen zijn

weergegeven in tabel 3.

(20)

Tabel3 EmISSIes van enkele stadsbussen rijdend op methanol [5,6,7,8]

Comp.

Standard

DDC

DDC

Deutz AG M.A.N.

(g/bhp-

1993 **

M100

diesel

M85

M100

h)*

HC

1

1.3

0.3

0.5

co

15.5

1.3

1.6

5.0

2.0

4.6

PM

2

0.1

0.04

0.21

Fonn.

3

0.1

***

0.05

*

gram per brake horsepower/hour

** 1993 Federal Urban Bus Standard USA

In Californië zijn de eisen strenger

***

voorstel

1)

som van uitstoot organische gassen

2) roet/aërosolen (particulate matter)

3) fonnaldehyde

1.1

0.13

?

0.14

4

3.91

0.12

0.05

?

0.03

DDC 's 6V-92-TA-motor (6 kleppen, turbocharged, aftercooled) is uitgerust

met gloei pluggen en een gloeiplugcontroller. In het nieuwste ontwerp worden

de gloeipluggen alleen nog gebruikt bij het starten en opwannen van de motor

(CR =23). De levensduur van deze gloeipluggen wordt hierdoor vele malen

verlengd. Daar de gloeipluggen een zwakke schakel in het ontwerp vonnden,

is hierdoor is ook de betrouwbaarheid van de bus aanzienlijk toegenomen.

De

katalysator is van keramisch monolitisch materiaal op platina-basis.

Aan de methanol wordt slechts 0.06 massa% additief toegevoegd (Lubrizol

Corp. additive).

De methanol mag maximaal 0.3% water bevatten. Daarnaast zijn hogere

alcoholen toegestaan tot maximaal 2 massa%.

De 6V-92-TA methanol motor kan ook gebruikt worden voor M85 en

mengsels van ethanol en benzine(!)

In vergelijking met N.A.M. en Deutz AG (zie onder) is de methanolmotor

van DDC de meest betrouwbare.

M.A.N. maakt in haar M-2566 LUH en M-2566 MUH methanolmotoren

gebruik van bougies als ontstekingsverbeteraar. Hoewel ook deze motoren op

kleine schaal in stadsbussen worden toegepast, is de levensduur van sommige

onderdelen zoals de bougie nog onbevredigend.

In de nonnale uitvoering wordt een compressieverhouding van 18 gebruikt; in

de turbo's een lagere CR van 15. Ook hier wordt een oxidatie-katalysator

gebruikt voor beperking van de emissies.

Opvallend aan deze motoren is, dat zij lijken te zijn ontworpen op minimale

uitstoot

van

koolstofmonoxide (zie tabel 1).

Koude-startproblemen worden door geen van beide maatschappijen

ondervonden.

Deutz maakt gebruik van gloeipluggen. De gerapporteerde emissies zijn

wezenlijk hoger dan die van DDC en M.A.N., wat grotendeels te verklaren is

door het gebruik van M85 in plaats van M100.

(21)

De M85 mag maximaal 0.3 -0.5% water bevatten.

De ontwikkeling van stadsbussen rijdend op methanol bevindt zich dus al in

een redelijk vergevorderd stadium.

IV.3.2 Methanol in dieselmotoren in vrachtwagens

(zwaar transport)

Ook voor zwaar transport kan de dieselmotor aangepast worden voor het

gebruik van 'zuivere' methanol als brandstof. De aanpassingen die hiervoor

benodigd zijn, zijn niet wezenlijk anders dan die bij autobussen.

Een voorbeeld van een motor die voor dit doel is aangepast, is de Caterpillar

3306 DITA engine [38]. Om de ontsteking van methanol te bevorderen,

wordt gebruik gemaakt van gloeipluggen. De compressieverhouding werd

van 14,5 (bij diesel) opgehoogd tot 16. Naast enkele noodzakelijke additieven

werd chemisch zuivere methanol gebruikt.

Opvallend is, dat er geen katalysator werd gebruikt. Deze motoren werden

toegepast in Kenworth trucks die in Canada in het kader van het Canadian

Methanol-In-Large-Engines (MlLE) programma dienst deden in lange afstand

transport.

Ondanks de geringe voorbereidingen (geen uitgebreide testprogramma's)

waren de resultaten veelbelovend. De gestelde doelen, het bereiken van gelijk

vermogen en koppel, werden bereikt. Koude start (tot -30°C) leverde geen

problemen, warme start verliep niet altijd even goed. De brandstofconsumptie

van methanol was, op basis van calorische waarde 5% hoger. De uitstoot van

roet, CO en NOx waren aanzienlijk lager dan die bij diesel, maar de uitstoot

van organische componenten voldeed niet aan de emissiestandaarden.

Aangezien het bereiken van zeer lage emissies in dit geval niet het doel van

het onderzoek was, is hier verder geen aandacht aan geschonken (een

katalysator had bijvoorbeeld nuttig kunnen zijn).

Het onderzoekt geeft aan, dat het gebruik van methanol in zwaar transport

zeker mogelijk is, maar dat de staat van ontwikkeling nog niet zover

gevorderd is als bij bijv. de stadsbussen.

IV.3.3 Personenauto's met een dieselmotor

Ook in personenauto's kan de dieselmotor aangepast worden voor het gebruik

van methanol. Een Volkswagen Jetta [9], voorzien van gloeipluggen en een

CR van 22, geeft lagere emissies dan zijn dieselequivalent (behalve qua

formaldehyde, uiteraard) . Bij lage snelheid voldoet de uitstoot aan de TLEV

(Transitional Low Emission Vehicle) specificaties.; het overall gemiddelde zit

hier wat betreft de uitstoot van formaldehyde nog net boven. Zie ook tabel 4.

(22)

Tabel 4. Emissies van een Volkswagen Jetta (dieselmotor) rijdend op zuivere

methanol en diesel veroeleken

-E>'

component

TLEV-

M100

Diesel (turbo)

standaard

(g/mile)

(g/mile)

(g/mile)

NMOG(1)

0.125

0.01

0.1

CO

3.4

0.3

0.4

NO

x

0.4

0.3

1.0

HCHO

0.015

0.004

---PM

(2)

0.08

0.02

0.12

1) Non Methane Organic Gases

2) roet/aërosolen

De efficiëntie zou 7 tot 22 % beter zijn in vergelijking met diesel. Opvallend

is, dat het koude-start rijgedrag (dus niet het starten) bij -30

oe

beter is dan dat

van de diesel- en benzinemotoren.

Er worden geen brandstofspecificaties genoemd.

IV.4 Gedissocieerde methanolmotor

Deze Otto-of dieselmotor maakt gebruik van het feit dat methanol in

gedissocieerde vonn een hogere calorische waarde heeft dan in

ongedissocieerde vonn. De methanol wordt in een refonner gedissocieerd en

vervolgens in de motor verbrand.

De dissociatie reaktie levert twee mol H2 en één mol CO:

CH30H --->

eo

+

2 H2

<2>

Deze dissociatiereactie is endothenn. Een lage druk en hoge temperatuur

bevorderen de dissociatie. Om de dissociatie van methanol snel te laten

verlopen werkt men in de praktijk bij een temperatuur van circa 300

oe

en

een druk van 1

á

2 atmosfeer met bijv.

Zno

als katalysator. De wannte die

benodigd is voor deze reactie kan worden onttrokken aan de uitlaatgassen die

met een temperatuur van 650

oe

uit de cylinder komen en nonnaal gesproken

slechts dient ter opwanning van het universum. Op deze manier wordt

afvalwannte opgeslagen in chemische energie. Wanneer als gevolg van deze

wannte-uitwisseling alle methanol verdampt, levert dit theoretisch (op basis

van de calorische waarden van vloeibaar en gasvonnig methanol) een

brandstofbesparing van 5% op.

Het hergebruik van afvalwannte is echter niet de grootste winstpost van het

gedissocieerde ten opzichte van ongedissocieerde methanol. In de lagere

vennogensgebieden

van

de motor kan het gedissocieerde methanol

verbranden met een veel grotere luchtlbrandstof verhouding ("lean bum") en

benut dus beter zijn verbrandingswannte.

19

(23)

---•

De verbrandingswarmte van vloeibare methanol bedraagt 19956 kJ/kg en van

gedissocieerde methanol 23845 kJ/kg (Lower Heating Values). Op grond van

alleen de calorische waarde zou een brandstofbesparing t.o. v. methanol van

20% mogelijk kunnen zijn. In de praktijk blijkt dit slechts 3-7% te zijn [2].

Eén van de redenen hiervan is dat het H2/CO-mengsel een groter volume per

massaeenheid bezit en er daardoor voor compressie meer vermogen geleverd

moet worden. Ook heeft het H2/CO-mengsel een grotere

warmtecapaci tei tscoëfficient.

De goede verbrandingseigenschappen van het mengsel worden ontleend aan

de hoge brandsnelheid van H2 (280 cm/s) die slechts weinig wordt beïnvloed

door de aanwezigheid van CO.

Het verhogen van de compressieverhouding (tot CR=14) verhoogt de

thermische efficiëntie. Het nadeel hiervan is dat exotherme bijprodukt-reacties

een grotere rol gaan spelen. Ook wordt de emissie van de verschillende

afvalstoffen groter.

Ford is één van de autofabrikanten die zich heeft bezig gehouden met de

toepassing van gedissocieerde methanol in auto's [3]. Basis voor het

onderzoek vormde de theoretisch maximaal mogelijke efficiency van 22% in

vergelijking met

M 90

(dus 0.9*(20%+5%)= 22%). In hun onderzoek

maakten zij gebruik van een mengsel van CO en H2 in de verhouding

1:

2

omdat het dissociatieproces buiten het doel van het onderzoek viel.

De

testresultaten waren niet direct veelbelovend.

De

belangrijkste problemen die

genoemd werden zijn:

- hevige terugslag bij hogere toerentallen

- bij (koude) start kan de vloeibare methanol niet verdampt worden door

warmte-uitwisseling met de uitlaatgassen

- een grote reactor is waarschijnlijk het efficiëntst in brandstofverbruik,

maar warmt langzaam op, neemt erg veel ruimte in beslag en

vermindert de efficiency als gevolg van haar eigen gewicht.

- het optimaal gebruik van gedissocieerde methanol vereist het gebruik

van een micro-processor met veel feedback-sensoren.

Er bestaan (nog) geen reactoren die methanol volledig dissociëren tot een

mengsel van CO en H2 met hooguit zeer kleine hoeveelheden bijproducten.

Een onvolledige dissociatie geeft niet alleen een verlies van efficiency, maar

geeft ook een verhoogde uitstoot van schadelijke stoffen çn bovendien kunnen

ongedissocieerde methanol of water problemen veroorzaken doordat zij bij

condensatie verstoppingen in leidingen kunnen vormen. Een tegentrijdigheid

hierin is, dat de aanwezigheid van een beetje water juist wel de kans op

terugslag vermindert. Bij lage vermogensbelasting blijkt de dissociatie in een

reformer het hoogst. Naast de eerder genoemde mogelijkheden tot lean bum

bij deze lage vermogensbelasting (en dus efficiënter) schuilt hierin

waarschijnlijk de kracht van het gebruik van gedissocieerde methanol. Voor

hogere vermogensbelasting kan dan gebruik gemaakt worden van 'normale'

methanol als brandstof.

(24)

r - - - -

-

- - -

---•

Het Japanse JAR! (Japan Automobile Research Institute Inc.) heeft al wel een

systeem ontwikkeld waar een dieselbus op zowel gedissocieerde methanol (bij

laag vermogen) als methanol in normale vorm (bij hoog vermogen) rijdt [28].

Deze testbus is voorzien van bougies als onstekingsverbeteraar , een

dissociatie reactor, twee verschillende toevoermechanismes en de nodige

electronische regelapparatuur.

De

dissociatie reactor die hiervoor ontwikkeld

is, dissocieert methanol echter niet volledig: de hoogste conversie die gemeten

werd bedroeg 83%

.

De

gemeten thermische efficiency bleek slechts 3% hoger

te zijn dan die van ongedissocieerde methanol.

De

gerapporteerde emissies

zijn hoog: hoger dan die van diesel. Dit is waarschijnlijk het gevolg van de

onvolledige dissociatie en de lage staat van ontwikkeling van het complexe

meet

-

en regelsysteem.

Overigens kan methanol ook in CO en H2 worden omgezet volgens:

CH30H

+

H20

---

-

--->

C02

+

3 H2 (stoom reformeren)

<3>

Deze reactie levert slechts een verhoging van de verbrandingswaarde van

13%, terwijl de dissociatie 20% oplevert.

Ook het reformeren van methanol met lucht levert een lagere thermische

efficiency. Bovendien geldt voor het reformeren met lucht en stoom, dat zij

een hogere uitstoot aan schadelijke gassen geeft. De kans op roetvorming is

daarentegen wel kleiner.

Zolang een geschikte dissociatie reactor niet beschikbaar is, voelen de meeste

autofabrikanten er weinig voor om het onderzoek in de toepassing van

gedissocieerde methanol te continueren.

(25)

V BRANDSTOFSPECIFICATIES

(keuze voor low-grade methanol specificatie)

Zoals reeds eerder is vermeld, is er in het onderzoek naar methanol als

(gedeeltelijke) vervanger van benzine of diesel altijd gebruik gemaakt van

commerciëel verkrijgbare, chemisch zuivere methanol. Alléén op grond van

verbetering van de eigenschappen van methanol, of een mengsel van methanol

en benzine, is onderzoek gedaan naar mogelijke andere specificaties dan de

chemisch zuivere. Er worden in de literatuur weliswaar suggesties gedaan

omtrend specificaties voor low-grade methanol, maar concrete

testprogramma's ontbreken. Zo houdt men zich van de kant van de

methanol producenten bezig met onderzoek naar de gelijktijdige productie van

methanol en hogere alcoholen. Dit blijkt niet alleen een betrekkelijk goedkope

manier te zijn om hogere alcoholen te produceren, maar zou ook haar

toepassing kunnen vinden als brandstof. De aanwezigheid van een kleine

hoeveelheid hogere alcoholen in de methanol zou bijvoorbeeld in een

methanol-benzine mengsel het apart toevoegen van een cosolvent overbodig

maken.

De

aanwezigheid van hogere alcoholen kunnen ook koude-start

problemen verhelpen bij het gebruik van "MlOO" . Samenwerking tussen

methanol producent en autofabrikant zou dus wellicht kunnen leiden tot een

specificatie voor een -goedkopere- fuel-grade methanol dan de huidige A-of

AA-grade.

In onderstaande tabel wordt voor elk type toepassing van methanol de meest

gunstige specificaties weergegeven.

tabel 5 t oeges

tan

e veron

tr

elmgmgen m eme th

" d

ano voor

I

d d"

e lverse mo oren.

t

Motor

%

water

%

hogere alcoholen

MlOO

0.5 - 1

2

FFV

0,3

5

Dieselmotor

0.3

2

Gedissocieerde methanol motor

-

-Opgrond van de in de inleiding genoemde criteria kan nu een keuze worden

geformuleerd. Hieronder volgt een kort resumé van de voor- en nadelen van

de verschillende motoren naar aanleiding van de opgestelde criteria.

MlOO

voordelen:

nadelen:

FFV:

voordelen:

nadelen:

Diesel:

voordelen:

22

erg schoon, gunstig rendement,

koude start problemen, invoering

flexibel, minder last van koude start problemen, invoering op

korte termijn mogelijk

emissies iets groter, rendement iets lager dan MlOO

laagste emissies (geen roet), in bussen betrekkelijk makkelijk in

te voeren

(26)

nadelen:

Dissociatie:

voordelen:

nadelen:

laag rendement bij bussen en zwaar transport

hoger rendement

ontwikkeling in een pril stadium, dissociatie gedeelte is erg

moeilijk, alleen gunstig bij lage vermogensbelasting, zuivere

methanol nodig

Als 'de snelheid van invoering' het belangrijkste criterium is, biedt de FFV de

meeste perspectieven. Als het echter gaat om een methanol

te

kunnen

ontwikkelen die kan concurreren met benzine, heeft de MIOO de meest

progressieve brandstofspecificatie en daarom zal in het fabrieksontwerp deze

specificatie gehanteerd worden.

(27)

24

DEEI

J

11

FABRIEKSONTWERP

VAN FUEL-GRADE

METHANOL

(28)

VI INLEIDING

FABRIEKSONTWERP

De opdracht voor het tweede gedeelte van dit fabrieksvoorontwerp is het het

bereiden van een grade methanol uit aardgas. De specificatie van de

fuel-grade is bepaald in het eerste gedeelte van de opdracht en wijkt in zoverre van

de A- en AA-grade af, dat zij maximaal 1 % water en 2% hogere alcoholen

mag bevatten.

In de meeste huidige methanolfabrieken wordt synthese gas bereid door middel

van stoomreformering. Hierdoor bevat het synthese gas voor de

methanol productie een overmaat waterstof. De energieconsumptie van dit

proces is als gevolg hiervan hoog (34-38 GJ/ton product)

DSM heeft een proces ontwikkeld waarbij het synthesegas bereid wordt via

katalytische partiële oxidatie met zuustof in plaats van via een

stoomreforming [39] . Het synthesegas bevat een ondermaat waterstof. Door

C02-correctie wordt de gewenste samenstelling van het synthesegas

verkregen. De energieconsumptie van dit proces bedraagt 28

à

29 GJ/ton [40].

Doordat een zuurstoffabriek benodigd is voor zuurstofscheiding uit lucht zijn

de investeringskosten van dit proces echter aanzienlijk hoger.

In

dit fabrieksvoorontwerp wordt de methanol bereid via een gecombineerd

proces. De reformingssectie bestaat uit zowel een stoomreformer als uit een

partiële oxidator. Hierdoor kan direct de gewenste verhouding van het

synthesegas bereid worden.

Een voordeel van het partiële oxidatie proces en het gecombineerde proces is,

dat zij een grotere productflexibiliteit hebben. Door gebruik van een

ondermaat waterstof in het synthese gas kan een een mengsel gemaakt worden

van methanol en hogere alcoholen, dat ter vervanging van lood als

oktaanverhoger in benzine wordt gebruikt [31,32,40].

Voor de simulatie van het gehele proces behalve de zuurstoffabriek en de

destillatiesectie is gebruik gemaakt van TISFLO, een simulatieprogramma

ontwikkeld door DSM. De ruwe vorm van het proces was hierin reeds

aanweZIg.

De werking van TISFLO is gebaseerd op het oplossen van een aantal

vergelijkingen met even zoveel onbekenden. In het besturingsprogramma van

TISFLO, MEDA, wordt elk apparaat als een een aparte module beschouwd,

die kunnen worden samengevoegd in een grotere module.

Er zal worden nagegaan of de in dit proces geproduceerde fuel-methanol

economisch bezien aantrekkelijk is ten opzichte van benzine.

Vanwege de uitgebreide literatuurstudie in het eerste gedeelte naar het gebruik

van methanol als autobrandstof zullen in dit tweede deel niet alle aspecten van

een "normaal" fabrieksvoorontwerp even sterk aan bod komen.

(29)

VII UITGANGSPUNTEN VOOR HET

ONTWERP

VII.1 Exogene gegevens

VII.1.1 Capaciteit

De fabriek heeft een maximale capaciteit van 2284 ton per dag of 834 kton per

jaar bij continue productie en volledige bezettingsgraad. De te verwachten

capaciteit bedraagt, bij 8000 bedrijfsuren per jaar (en volledige

bezettingsgraad) 761 kton per jaar.

VII.I.2 Specificaties van grondstoffen, hulpstoffen en

product

grondstoffen:

aardgas:

- LHV

=

46.43 GJ/ton

bevat.

zuurstof:

belangrijkste

product:

methanol

(fuel-grade)

26

- er is uitgegaan van de volgende samenstelling van het

CRt

:88.5 mol%

C2~

:6.4 mol%

C

3

Hs

:2,1 mol %

CO2

:2.0 mol%

N2

:0.9 mol%

- er is aangenomen dat het aardgas geen zwavelhoudende

componenten (meer)

- 99.5 % zuiver

- wordt in zuurstoffabriek bereid uit lucht. Het

bijproduct dat hierbij ontstaat is stikstof.

- bevat 1 % water

- het ontstaan van hogere alcoholen zoals bijvoorbeeld

ethanol en dimethyl-ether is niet meegenomen in de

berekeningen. Overigens ontstaan deze hogere alcoholen

wél. Er is aangenomen dat dit minder dan 2% is en hoeven

daarom niet door middel van destillatie verwijderd te

worden.

- de vorming van wax-achtige componenten, alsmede van

aldehyden en aceton, is verwaarloosd.

(30)

.

hulpstoffen

katal ysatoren:

- reformerreactoren

:Ni/A12Ü3

lucht:

- methanol reactor

:Cu/ZnO/A12Ü3

- 15°C, voor luchtkoelers en voor de

brander van het fornuis

VII.2 Endogene gegevens

VII.2.1 Fysische constanten

De molecuulmassa's en de standaard vormingsenthalpieën van de in het proces

voorkomende stoffen zijn weergegeven in tabel 6.

Tabel6

Mf

o

f

"98

-

en molecuul massa's van gebruikte stoffen .

mOf298

1)

M

(J/mol)

(g/mol)

CH4

-74520

16.04

C2~

-83820

30.07

C3Hs

-104.680

44.10

CO

-110525

28.01

CO

2

-393509

44.01

H

2

0

2.02

N2

0

28.01

O

2

0

31.96

H

2

0

-241818

18.02

CH

3

0H

-238.660

(1)

32.14

CH

3

0H

-200660 (g) 32.14

1) Smith

&

van Ness, tabeZ4.4

[42}

VII.2.2 Veiligheidsaspecten

Cytaty

Powiązane dokumenty

Uczestnicy mieli możliwość porozmawiania z twórcami plakatów naukowych o za- gadnieniach związanych z kwestiami logopedycznymi, które dotyczyły między innymi te- rapii

Jednak dla potrzeb wojny informacyjnej każda z tych iskier jest interesująca, każda ma szansę stać się przyszłością, a więc możemy wybrać dowolną (czyli

W dziedzinie języka możemy jednak mówić o szczególnych zainteresowaniach: studenci bardzo interesują się językiem reklamy i biznesu, a czasem nawet językiem polityki, choć

Świadek jest świadkiem tego, co przeżył, będąc wtedy i tam, a co teraz do nas dociera w postaci języko- wego świadectwa, które z kolei znaczy nie tylko, a nawet nie tyle

Gdy każdy sam czyta Biblię, relacja człowieka z Bogiem nie przypomina już sytuacji rozmowy, słuchania, spotkania z Mistrzem; jest krytyczną anali- zą upodmiotowionego słowa”

Studenci i studentki aktywnie uczestniczący w nauczaniu szeroko pojętej kultury fizycznej deklarowali lepszą (p&lt;0,01) znajomość zagadnień dotyczących używek i

Wykonanie obydwu części testu Stroopa było istotnie gorsze w grupie pacjentów w okresie hipoma- nii lub manii w porównaniu do grupy kontrolnej zło- żonej z osób zdrowych.. Mimo