• Nie Znaleziono Wyników

Geo-elektrisch onderzoek in verband met verhoging van de Koegraszeedijk bij Den Helder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Geo-elektrisch onderzoek in verband met verhoging van de Koegraszeedijk bij Den Helder"

Copied!
9
0
0

Pełen tekst

(1)

GEO-ELEKTRISCH ONDERZOEK I N VERBAND MET VERHOGING VAN DE KOEGRASZEEDIJK B I J DEN HELDER.

A 75-045.

(2)

INHOUD

1. Inleiding

2. Methode

van

Onderzoek 3. Uitvoering van de metingen

3.1. Periode van uitvoering

3.2. Weersomstandigheden en waterstand Noordhollandskanaal 3.3. Ligging van de trenches

4.1. Algemeen 4.2. Trench I 4.3. Trench I 1 4.4. Trench I11

4. Resultaten van de metingen

5. Conclusies BLZ.

-

1 2 3 3 3 3 4 4 4 4 4 6

(3)

Bij 1 agen Bijlage nr. l a l b 2 3 4 5 Omschrijving Tekening nr. situatie 1 : 25.000 A4. 76.224 situatie 1 : 4.000 AZ. 76.225

Schema Wenneropstelling A4. 75.20

Meetresultaten A4. 76.226

Meetresul taten A3. 76.227

(4)

- 1 -

1. I n l e i d i n g

Op verzoek van de R i j k s w a t e r s t a a t , D i r e c t i e Noord-Holland i s t e n behoeve van de v o o r b e r e i d i n g van de plannen t o t verhoging i n de Koegraszeedijk t e Den Helder, door h e t Centrum voor Onderzoek Waterkeringen een geo-elek- t r i s c h onderzoek u i t g e v o e r d . H e t doel van d i t onderzoek i s h e t verkennen van de ondergrond, waardoor een e e r s t e i n f o r m a t i e wordt verkregen over de homogeniteit en eventuel e d i s c o n t i n u ï t e i te n i n de opbouw daarvan. Het onderzoek i s v e r r i c h t over een l e n g t e van 1375 m. Voor de s i t u a t i e van de onderzochte trenches wordt verwezen naar b i j l a g e l a en I b

(5)

- 2 -

2. Methode van onderzoek

De geo-elektrische metingen

worden

uitgevoerd in enige trenches, die meestal zoveel mogel i j k evenwijdig aan de as

van

de dijk zijn gelegen.

In de meetpunten die op constante afstand van elkaar zijn gelegen, wordt de schijnbare soortelijke elektrische weerstand p s van de grond bepaald b i j twee o f meer verschillende elektrodenafstanden volgens de Wenner- opstelling. In de Wenneropstelling (bijlage 2 ) staan de vier elektroden op onderling gelijke afstanden a

en

symmetrisch ten opzichte van het meetpunt. De vier elektroden staan op een rechte l i j n . Bij minimaal twee afstanden

a

wordt in het meetpunt de elektrische weerstand R gemeten. De schijnbare soortelijke weerstand p s wordt berekend volgens p s = C . R , waarin C = 2 ~ r . a . Voor metingen in niet vlak terrein i s C = 2 r . a een benadering.

Per

meetpunt

worden dus twee of meers meestal verschjllende waarden

van

p s voor de respectieve1 i jke elektrodenafstanden gevonden. Als vuistregel mag men aannemen d a t de diepte waarover wordt gemetens gelijk i s aan de afstand a tussen de elektroden. De ps-waarden b i j de kleine waarde van a hebben voorname1 i j k betrekking op de lagen aan het oppervlak en de p s -

waarden b i j de grote waarde van a geven informatie over de dieper gelegen lagen. Hierbij

moet worden

opgemerkt d a t in het l a a t s t e geval de weerstand van de lagen aan het oppervlak wordt meegemeten.

De

keuze van de elek- trodenafstanden i s afhankelijk van de diepte, waarover men informatie w i l hebben,

Bij d i t onderzoek was het doel om informatie t e krijgen over het grond- profiel onder de toekomstige as van de d i j k . De t e verkennen diepte moest t o t beneden de kanaal bodem rei ken. Daarom zijn v r i j hoge waarden voor a ge kozen.

Als over een t r a j e c t de waarden van p s constant blijven, i s daarover de

grondopbouw hoogstwaarschi jnl i j k ook constant. Als de waarden van ps verschillen, dan verschilt in het algemeen ook de grondopbouw. Hoe de grondopbouw i s en wat de verandering van p s precies inhoudt, kan niet

u i t de metingen al 1 één worden af geleid. Aanvul 1 end grondonderzoek

,

bi jvoor- beeld in de vorm van sonderingen en/of boringen, i s voor een volledige interpretatie verei s t .

Slechts algemeen kan worden gesteld d a t p s > 40nm op de aanwezigheid van veel zand duidt en p s e 30nm op de aanwezigheid van veel klei. Deze waar- den gelden b i j de aanwezigheid van

-

zoet grondwater.

(6)

- 3 -

3. Uitvoerina

van

de metinaen

De metingen zijn verricht op 14 en 15 oktober 1975.

I n de voorgaande periode was het regenachtig weer, zodat de grond vochtig was, Tijdens de metingen was het koud en nevelig weer. Over het algemeen

i s e r onder deze1 fde weersomstandigheden gemeten.

De

kanaalstand i s niet nagegaan, omdat gedurende de korte periode yaarin de meting plaatsvond, eventuele kleine peilschommelingen geen invloed zullen hebben gehad op de metingen.

Op bijlage 1 i s een overzicht gegeven van de ligging van de trenches en de meetpunten. Hoewel getracht i s zoveel mogelijk de

as van

de toekomstige dijk t e volgen, i s d i t op de meeste plaatsen niet gelukt. Trench I i s ver- schoven vanwege een aantal kabels t e r plaatse van de as. Trench I1 i s hoog boven in het binnental ud (kanaalzi jde) genomen vanwege de aanwezigheid van steenopslagplaatsen beneden aan d i t talud en kabels in de as

van

de toekomstige dijk. Trench 111 l i g t nagenoeg in de as van de toekomstige dijk. Bij d i t onderzoek i s , onder meer vanwege de terreinomstandigheden en de ligging van een groot a a n t a l kabels, volstaan met één trench even- wijdig aan de toekomstige dijk. Hierdoor ontbreekt een vergelijking van de resultaten i n dwarsrichting van de d i j k .

I n a l l e trenches zijn de

meetpunten

op 25 meter van elkaar gekozen. De elektrodenafstanden zijn vastgesteld op a l = 3

m;

a2 = 6

m;

a 3

= 12

m.

(7)

- 4 -

4. Resultaten

van

de metinsen

De

resultaten

van

de metingen s t a a n getekend op bijlagen 3, 4 en 5.

In a l l e d r i e de trenches worden in de bovenlaag de hoogste weerstanden gemeten (dus

voor a l

= 3

m),

die i n trench 1

en

2 hoge waarden bereiken. Bij grotere diepte neemt p s a f . Dit kan in d i t geval twee oorzaken heb-

ben:

of

e r z i t klei i n de ondergrond o f de invloed van zout grondwater i s merkbaar. I n de volgende paragrafen zullen de metingen per trench worden besproken.

De metingen in p u n t 5 t / m 17 hebben een g r i l l i g verloop. De hoge waarden van p s

voor

a l = 3

m

duiden erop d a t de bovenlaag sterk zandig i s . In hoeverre de ps-waarden

van

de dieper gelegen lagen zijn beïnvloed door h e t zoute grondwater i s n i e t duidelijk. Toch i s het waarschijnlijk d a t , gezien de d e toch nog v r i j hoge ps-waarden,ook de ondergrond zandig i s . Wel kurinen twee delen met een enigszins van el kaar afwijkend karakter

worden onderkend;

n .

1 . het deel tussen de meetpunten 5 t / m 10 en 10 t / m 1 7 . Voorts wijken de ps-waarden in p u n t 1 t / m 4 sterk a f . De r e l a t i e f lage waarden en het regelmatige verloop duiden mogelijk op de aanwezigheid van meer kleiïge materialen.

Evenals i n trench I z i e t men in trench I1 hetzelfde g r i l l i g e verloop. Ook hier bestaat de bovenlaag van p u n t 1 t / m 13 en p u n t 18 t / m 32 u i t z a n d i g materiaal. Het v a l t op d a t de ps-waarden

van

p u n t 14 t / m 17 een r e l a t i e f gelijkmatig verloop hebben en i n vergelijking lage ps-waarden bezitten, z o d a t de opbouw van de grond d a a r mogelijk wat k a n verschillen met de aansl ui tende trajecten.

De waarden

van

P S in trench I11 z i j n bijzonder gering. De gemeten weer-

standen ( R ) zijn zo laag, d a t z i j op de grens van de meetnauwkeurigheid van het instrument l i g g e n . Deze waarden z i j n b i j onze onderzoekingen in kleigrond met zoet grondwater nog niet eerder gemeten.

Het

l i j k t mogelijk

(8)

- 5 -

dat zich hier klei bevindt, maar de invloed van h e t

zoute

grondwater kan hier een grote rol hebben gespeeld.

(9)

- 6 -

5. Conclusies

U i t de m e e t r e s u l t a t e n kan h e t v o l gende worden geconcl udeerd: 5.1. De meetresul t a t e n hebben een zeer g r i 11 i CJ ver1 oop.

5.2. Het i s w e l h a a s t z e k e r d a t h e t z o u t e grondwater van i n v l o e d i s geweest op de waarden van de m e e t r e s u l t a t e n .

5.3. Behoudens d r i e k l e i n e t r a j e c t e n b e s t a a t de bovenlaag v o l gens de metingen z e k e r u i t zand o f zandhoudend m a t e r i a a l . Van de d i e p e r gelegen lagen w o r d t vermoed d a t z e voor h e t merendeel ook z a n d i g z i j n .

Cytaty

Powiązane dokumenty

“Therefore, education of the young generation in the spirit of love for history of their Homeland is of great significance to the nation’s tomorrow.. The time has come to break

Taka postawa jest nam potrzebna nie tylko wówczas, gdy pojawiają się konflikty, ale także – a może przede wszystkim – na co dzień; chodzi mianowicie o wypracowanie takiego

Dodatkowo rzekomy panteizm ujęty w wierszach Leśmiana (autor wprawdzie posługuje się pojęciem „Bóg-pantera”) dla niektórych badaczy stanowi problem niedosłowny,

opisa³ swoje wra¿enia z podró¿y do „nowych” Niemiec. Artyku³ jest jednoznaczny. Z opisu wy³aniaj¹ siê Niemcy, maszeruj¹ce ku jednoœci w wolnym pañstwie, co oznaczaæ

Historia Pileckiego, Fieldorfa i innych Żołnierzy Wyklętych w zdu- miewający sposób staje się także w omawianych dziełach realizacją romantycznej wizji polskiego losu:..

[r]

zapobieżenia szczególnego, reso c jaliza cji skazanego... T ak ie stanow isko now ego

Z pozycji tekstow ych z zakresu praw a adm inistracyjnego ukażą się następujące zbiory przepisów: „Kodeks postępowania adm inistracyjnego” (tylko teksty: