- • • I » ' • • • • • ! !••••. l a i i a i '~naBk m r ' IIIBk '••• «••••••••SS HKI ss:s!>'
•^izML
Kti
m\k Jiiiiüii
• • • • • • • • k . ' • • • i i i i i i i i i i i I!»!!»» iiiiliiiiiil :;;;::::!!!.. iiiiiiiiiil :;::»:::!::-.. 'nïiiï|JEi •••••••••••••k ••iiillv ••••••••••••••k '•••|••' •••••••••••••••L «•3* UlüiHüiiiii!»»waterloopkundig laboratorium
delft hydraulics laboratory
duinafslag tijdens superstormvloed op Walcheren
analyse golf(klap)belasting op asfalt-zandlichaam
aan duinvoet, t.p.v. de Golflinks
verslag onderzoek
^'^'jjj&;->"." 'y^^-f
duinafslag tijdens superstormvloed op Walcheren
analyse golf(klap)belasting op asfalt-zandlichaam
aan duinvoet, t.p.v. de Golflinks
verslag onderzoek
H 231-00
INHOUD
Biz
Samenvatting 1
1. Inleiding 2
1 .1 Opdracht 2
1.2 Uitvoering 2
1.3 Conclusies 3
2. Kwalitatieve beschouwing meetopstelling 4
2.1 Stijfheid asfalt-zandlichaam 4
2.2 Optredende schokgolven
H
2.3 Karakteristiek drukdozen 5
3. Analyse van de metingen 6
3.1 Meetopstelling en proevenprogramma 6
3.2 Verwerking en resultaten 7
Tabellen
Samenvatting
Eind 1983 is in de Deltagoot van het Waterloopkundig Laboratorium een onderzoek uitgevoerd naar de reducerende werking van een duinvoetverdediging, in de vorm van een asfalt-zandlichaam, op de duinafslag. Aangezien de asfaltslab van drukopnemers was voorzien zijn tevens de drukbelastingen gemeten onder golfaanval.
Dit rapport bevat de verwerking en analyse van de drukmetingen, gericht op de bepaling van de maximale drukbelasting op het asfalt-zandlichaam. Het betreft hier een opdracht verleend door de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat.'"
Uit de totale proevenserie is die serie geselekteerd, waarin kwa aantal en grootte de grootste uitwendige drukbelastingen voorkwamen.
Aan de hand van een kenmerkend drukverdelingsdiagram, toegepast op ledere golfklap, zijn overschrijdingsverdelingen van de maximale
uitwendige drukbelasting (^j^^x^ > de quasistatische druk (P^ ) en de
dynamische druk (P2) bepaald. Tevens zijn correlatiediagrammeh gemaakt van Pgjax' ^1 ®" ^2 ^^^ ^^"^ respektievelijke tljdsduren.
Inleiding
Opdracht
In opdracht van het Waterschap Walcheren is in 1983 door het Waterloopkundig Laboratorium in de Deltagoot onderzoek verricht naar duinafslag onder super-storravloedomstandigheden voor twee lokaties langs de kust van Walcheren. Doel van het onderzoek was inzicht te verkrijgen in de reducerende werking van een duinvoetverdediging op de hoeveelheid duinafslag.
De Dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat heeft naderhand opdracht verleend, in haar brief COW/30.417 van 9-10-1985, tot verwerking en analyse van een set specifieke meetgegevens van één van de lokaties, Golflinks geheten. Doel van deze uitwerking was de bepaling van de maximale drukbelasting op het asfalt-zandlichaam van de duinvoetverdediging.
De verwerking en analyse hebben plaatsgevonden in de maanden November en December van 1985. Zij zijn uitgevoerd door G.A.J.A. Houweling, die eveneens belangrijk heeft bijgedragen aan de samenstelling van dit verslag. De leiding van het projekt was
in handen van ir. R.J.H. Stive.
Uitvoering
Het basismateriaal voor de verwerking en analyse werd gevormd door de meetgegevens verkregen uit de metingen M1958 in de Deltagoot. Het betrof hier een twaalf uur durende proef met onregelmatige^ golven. De duinvoetverdediging bestond: uit een 0,12 m dikke laag waterbouwasfalt onder een helling^ van 1 !3,6. In dit asfalttalud waren^3jdrukdozen gemonteerd, op een onderlinge afstand van 1 m. Alvorens te beginnen met de verwerking heeft een kwalitatieve beschouwing van de meetopstelling plaatsgevonden. Deze had betrekking op de stijfheid van de asfaltplaat, het optreden van
3
-schokgolven en beider mogelijke invloed op de meetmembranen van de
drukdozen.
De verwerking bestond uit het analoog uitschrijven van een totaal
van 9 metingen en het selecteren van alle golfklappen uit die
meting welke de meest kritieke belasting veroorzaakte.
Daarna zijn alle geselecteerde golfklappen snel uitgeschreven om
afzonderlijk geanalyseerd te kunnen worden. De analyse vond plaats
aan de hand van een standaard drukverdelingsdiagram waarmee
kenmerkende parameters zijn bepaald. Middels tabellen en
overschrijdingsverdelingen zijn de parameterwaarden verder
geanalyseerd. Tenslotte is gezocht naar de correlatie van de
kenmerkende parameters met hun respektievelijke tijdsduren.
1.3 Conclusies
- De maximale drukbelastingen, zowel wat betreft grootte als
frequentie van de golfklappen, zijn opgetreden tijdens het
proefgedeelte met de hoogste waterstand en ter plaatse van de
drukopnemer die het dichtst bij de stil water lijn was
gesitueerd.
- Zowel de maximale (klap)druk als de samenstellende
quasi-statische en dynamische drukdelen zijn Raleigh verdeeld in het
geval alle golven worden beschouwd en zijn log-normaal verdeeld
wanneer enkel de golfklappen worden beschouwd.
toll»/
- De maximaal gemeten drukwaarde (P_,_„) ligt in de buurt van
1*3 maal de significante golfhoogte op diep water.
'/s5oii^
-
De met de kenmerkende drukparameters corresponderende
Kwalitatieve beschouwing meetopstelling
1 Stijfheid asfalt-zandlichaam
De kombinatie waterbouwasfalt-zandlichaam kan onder golfdrukbelasting vrij slap reageren, in die zin, dat deformaties kunnen optreden.
Aan de hand van de "Leidraad voor de toepassing van asfalt in de Waterbouw 1984" (blz. 135 en appendix I ) , is de doorbuiging van de asfaltplaat afgeschat. Gebaseerd op een in dit onderzoek maximaal gemeten drukbelasting van 23,3 kN/m bedraagt de doorbuiging orde 10 "^ m.
Gezien de grootte van de berekende doorbuiging in relatie tot de dimensies van de gebruikte modelopstelling, is bij de analyse van de gegevens verondersteld dat de invloed van de stijfheid van het asfalt-zandlichaam op de nauwkeurigheid van de meetresultaten verwaarloosbaar klein is.
2 Optredende schokgolven
Ten gevolge van schokgolven die reflekteren tegen de gootbodem kan het asfalt in een laag frekwente trilling geraken. Deze trilling kan op haar beurt de watermassa aan de buitenzijde van het talud doen meetrillen, waardoor vervolgens het meetmembraam van de drukdozen wordt beïnvloed.
Uit overleg met het Laboratorium voor Grondmechanica is de volgende informatie verkregen.
De Duinvoetverdediging "Golflinks" is verdicht met trilplaten. Schokgolven, of beter drukgolven, zijn het gevolg van deformaties van het zandpakket. We onderscheiden twee typen drukgolven: ofwel een schuifspanningsgolf (schuifspanning tussen de zandkorrels), ofwel drukvoortplanting door het water. Het laatste type kan alleen voorkomen wanneer er sprake is van volledig verzadigde
5
-grond, hetgeen echter niet het geval was.
Wat betreft de schuifspanningsgolven kan het volgende worden opgemerkt. Als de schuifspanningsgolf de bodem van de Deltagoot
bereikt heeft, is de druk gereduceerd tot globaal ^0% van de
oorspronkelijke waarde.
Wanneer de gereflecteerde drukgolf teruggekeert bij de asfaltlaag
bedraagt de druk nog ongeveer ^% van de oorspronkelijke grootte.
Dit gegeven gekombineerd met de geschatte doorbuiging van 10" m, gevonden in 2.1 , rechtvaardigt de veronderstelling dat de invloed van schokgolfeffecten op de nauwkeurigheid van de meetresultaten verwaarloosbaar klein is.
2.3 Karakteristiek drukdozen
De gebruikte drukdozen zijn van het fabrikaat "Druck Limited PDCR 10" met een membraandoorsnede van 8 ram. De elgenfrekwentie van de drukdozen is, onder water opgesteld, groter dan 2000 Hz.
De hoogst voorkomende frekwenties in de golfklappen bedroegen orde grootte 50 tot 100 Hz, zodat geen gevaar voor resonantie is opgetreden.
6
-Analyse van de metingen
1 Meetopstelling en proevenprogramma
De metingen zijn verricht in de Deltagoot. Deze goot heeft een lengte van 233 m, een breedte van 5 m en een minimale diepte van 7 tn, en is voorzien van een hydraulisch aangedreven translatiegolfschot zie Figuur 1 .
Voor een schets van de meetopstelling wordt verwezen naar Figuur 2. De duinvoetverdediging bestond uit een 0,12 m dikke laag waterbouw-asfalt onder een helling van 1 :3.6. In prototype is de taludhelling 1 :4. In verband met een noodzakelijke schaalvertrekking vanwege het moeten toepassen van te grof zand is de taludhelling 1:3.6 geworden. Aangezien deze schaalvertrekking niet noodzakelijk is voor de bestudering van de drukbelasting op de asfaltslab, dient de gevonden drukbelasting geïnterpreteerd te worden als zijnde geldig voor een helling 1 :3,6.
De golven zijn Froude geschaald volgens n„ = 3, n„ = /J. n T
In de asfaltlaag waren 3 drukdozen gemonteerd volgens een lijn in het verlengde van de golfinvalsrichting met een onderlinge afstand van 1 m. Voor de juiste posities van DRO 1 , 2 en 3 wordt verwezen naar Figuur 2.
Tijdens de duinafslagproef met onregelmatige golven, en een tijdsduur van ruim twaalf uur varieerde de inkomende golfhoogte (bepaald op 60 m vanaf het golfschot) van Hg = 1 ,0 m tot Hg " 1 ,83 m, waarbij de piekperiode om en nabij konstant werd gehouden op T = 4,9 s (alle waarden in model waarden).
Simultaan met de verhoging van de golfhoogte is de waterstand verhoogd. De waterstand in het model is gevarieerd van d = 3,32 m tot d = 4,03 m ten opzichte van de gootbodem.
Tijdens in totaal 9 proefseries van orde 10 minuten, zijn de druksignalen van DRO 1 /tm 3 analoog op band geregistreerd.
Opslagduur, waterstand, significante golfhoogte en piekperiode behorende bij deze 9 metingen zijn gegeven in Tabel 1.
7
-Verwerking en resultaten
Hoewel de proeven feitelijk op schaal zijn uitgevoerd (zie paragraaf 3.1) is bij de verwerking geen schaling naar prototype toegepast, maar zijn uit praktische overwegingen de modelwaarden aangehouden. Aangezien bij proeven op Deltagootschaal zowel de golfrandvoorwaarden als de drukparameters aan de Froude schaal voldoen en het bovendien gebruikelijk is om dit soort meetgegevens via dimensieloze verhoudingsgetallen tussen golfrandvoorwaarden en drukparameters te interpreteren, kan deze schaling naar prototype achterwege blijven.
In eerste instantie zijn van alle negen proeven de tijdreeksen van oppervlakte uitwijking en golfdruk-belasting analoog uitgeschreven op een 8 kanaals Gould schrijver.
Middels visuele en kwantitatieve beoordeling is uit deze proefseries die proef geselekteerd, waarin de hoogste golfklappen het meest frekwent voorkwamen, zie Tabel 2. Het betreft DRO 3 uit meting DGL Cl, zie Figuur 3- Deze proef is met behulp van een hoog frekwente Ultra Violet-schrijver (Visicorder) uitgeschreven met een snelheid van 2,5 cm/sec. Ter illustratie is een klein gedeelte van de Visicorder registratie opgenomen in Figuur 4.
Aan de hand van een standaard drukverdelingsdiagram, zie Figuur 5, is iedere golfklap opgemeten en beschreven door middel van dezelfde kenmerkende parameters. Deze zijn:
Pi = quaslstatisch drukgedeelte P2 = dynamisch drukgedeelte
^max ^ ^1 "^ ^2 ~ maximale drukbelasting t^ = stijgtijd behorende bij P^
t2 = duur waarin druk stijgt van P^ tot P2 en afvalt ^max ' stijgtijd behorende bij Pj^^^^
T = totale tijdsverloop van een drukbelasting
T* = tijdsinterval tussen twee drukbelastingen in het geval dat de quasi-statische druk van de eerste belasting nog niet geheel is afgevallen.
8
-In de reeks van 219 golven uit meting DGL 01 (DRO 3) zijn uiteindelijk 55 golfklappen geselecteerd, die in redelijke mate voldoen aan het golfklap criterium zoals in Figuur 5 gedefinieerd.
De verschillende parameterwaarden zijn getabelleerd, volgens afnemende maximale druk belasting (P^ax^» afnemende quasistatische druk (P ) en afnemende dynamische druk (Pp), zie Tabel 3, 4 en 5.
Hierna zijn voor zowel P^ax ^^^ ^i ®" ^p
overschrijdings-verdelingen uitgezet op Rayleigh papier ten opzichte van het totale aantal van 219 golven, zie Figuur 6, 7 en 8. Opmerkelijk is, dat de verdeling voor P^ duidelijk door de waterdiepte wordt beperkt (horizontaal gaan lopen van de verdeling), terwijl dit voor het klapgedeelte niet het geval is.
Op log-normaal papier zijn vervolgens overschrijdingsverdellngen gemaakt van P[„ax» ^i ®" ^2 ^®" opzichte van de 55 golfklappen, zie Figuur 6a, 7a, 8a.
Tenslotte is onderzocht of er een correlatie bestaat tussen drukhoogte en tijdsduur. De maximale uitwendige drukbelasting, ^max' ^^ uitgezet tegen de maximale stijgtijd, t^jj^^^, zie Figuur 9.
De quasistatische druk ,P^, is uitgezet ten opzichte van de
stijgtijd, t., zie Figuur 10. Het dynamische drukgedeelte ,P2, is uitgezet tegen het totaal van de eigen stijg- en afvaltijd, t2 zie Figuur 11. Als laatste is de quasistatische druk uitgezet ten opzichte van het totale tijdsverloop van de golfklap, T, zie Figuur 12. In alle Figuren zijn best passende "kromraen" gefit, zowel volgens een lineaire als exponentiële benadering. Uit de Figuren blijkt dat er feitelijk geen eenduidig verband bestaat tussen de druk en de bijbehorende tijdsduur.
METINGEN
NR.
A5
A6
A7
A9
B7
BS
39
Cl
02
. * • PERIODE"^
(min) 105-115 120-155 • 168-183 220-240 450-460 480-500 510-525 535-570 575-595 ANALOGE OPSLAG-DUUR (min)10
10
13
9
10
10
10
15
17
Inkomende golfrandvoor-waarden op constante diepte in model waardenGEM. WATERSTAND*
(m)
3,56 3,62 3,59 3,35 3,32(min) 3,57 3,83 4,03(max) 3,93"s
(m)
1,85 1,73 1,60 1,82 1,72 1,68 1,80 1,68 1,70^P
(m)
4,81 4,81 4,77 4,65 4,90 4,89 4,81 4,77 4,69 "s,0(m)
1,97 1 ,86 1,72 1,96 1,83 1 ,80 1,94 1,83 1,85* t.o.v. gootbodem = N.A.P. - 6,96m
+ met lineaire golftheorie bepaald, uit inkomende golfhoogte.
GOLFKLAPPEN METING DGL A5 DGL A6 DGL A7 DGL A9 DGL 8 7 DGL 3 8 DGL 3 9 DGL CI DGL C2 W a t e r stand* (m) 3.56 3.62 3,09 3,35 3,32 3,57 3 . 8 3 4.03 3.93 DRO 1 (N.A.P. + 2 , 0 4 m) Max. Druk (kN/m*) 7.5 16,5 14,0 4,5 13.5 12,0 15.5 14,0 0 aantal ( - ) 4 4 9 2 5 6 3 2 0 DRO 2 (N.A.P. + 2,85 m) Max. Druk (kN/m*) 9,5 11 ,0 10,0 6.0 10,0 13,5 16,0 13,0 >20,0 aantal (-) 4 >15 >15 5 5 13 10 >15 11 DRO 3 (N.A.P. + 3,66 m) Max. Druk (kN/m*) 15.0 21,0 7,5 12,0 7.0 11 ,0 19,5 >20,0 16,0 aantal (-) 15 >15 >15 13 7 18 >15 >15 >15
* t.o.v. gootbodem = N.A.P - 6,96m
J. IA*.
oJL
.
T^^Kéi
Rang nr. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 Klapnr. 46 77 61 73 75 57 44 26 17 76 70 52 10 7 43 16 5 34 1 3 32 71 74 69 4 29 37 49 13 63 53 48 p '^max (kN/m*) 23.2 15,5 15,4 13,9 12,6 12,5 12,4 12,1 11.3 11,2 11.2 11 ,0 10,8 10,6 10,6 10,4 10,2 10,1 9,8 9,6 9,5 9,4 9,4 9,2 9,2 9.2 9,2 9,1 8,9 8,9 8,8 8,6 Pi (kN/m 4,0 6,2 3.2 5,2 5,0 5,1 5,8 6,5 5,2 7,3 4,9 5.3 4,2 7.2 7,4 5,5 5,7 6 1 6,5 7.5 7,6 4.0 3.4 4,1 5,7 4,3 3.0 4.7 4,4 5.8 5,15 4,6 Pa (kN/m*) 19,2 10,1 12,2 8,7 7,6 7,4 6,6 5.6 6,1 3.9 6.3 5,7 6,6 3,4 3,2 4.9 4.5 4.0 3.3 2,1 1.9 5,4 6,0 5,1 3,5 4.7 6.2 4.4 4.5 3.1 3.65 4.0 T (s) 4,80 2,52(4,20) 4,20 3,56 3.52 4,80 5,20 4,40 8,40 4,88 4,40 *2,00(5,12) 6,00 6,80 *3.52(3.80) 4,80 5,40 *1 ,80(4,20) 4,00 5,60 *1.84(3.80) 3.16 6,40 *2,48(3.60) 4,64 4,60 5,28 *3.48(3.88) 5,60 4,72 5,20 5,00 ^max (s) 0,38 0,12 0,08 0,24 0,12 0,06 0,16 0,56 0,12 0,40 0,24 0,44 0,24 0,72 0,06 0,30 0,32 0,14 0,40 0,12 0,24 0,24 0,12 0,32 0,20 0,04 0,20 0,02 0,04 0,24 0,28 0,40 ti (s) 0,24 0,04 0,02 0,08 0,08 0,02 0,08 0,08 0,04 0,32 0,08 0,40 0,20 0,32 0,04 0,20 0,28 0,04 0,24 0,08 0,20 0,14 0,02 0,24 0,04 0,02 0,14 0,01 0,02 0,18 0,2 0,22 ta (s) 0,32 0,30 0,52 0,26 0,40 0,20 0,32 0,68 0,32 0;20 0,50 0,24 0,12 0,56 0,04 0,52 0,30 0,24 0,30 0,20 0,12 0,44 0,32 0,32 0,20 0,04 0,04 0,02 0,12 0,10 0,16 0,40Tabel 3 parameterwaarden van proef DGL CI (DRO 3) gerangschikt volgens afnemende
Rang nr. 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51' 52 53 54 55 Klapnr. 5 15 68 28 2 33 78 45 59 62 12 18 55 39 36 66 24 35 51 40 20 11 21 p max (kN/m*) 8.4 8.4 8.4 8.4 8,1 8,0 7.9 7.8 7.7 7,7 7,6 7,6 7,5 7,5 7,2 7,1 6.9 6,7 6,9 6,3 6,2 5,8 4.7 Pr (kN/m*) 4.7 6.5 4.9 5,7 5.6 5.4 4,8 6,3 4,5 4.1 6,0 3.4 4.2 6.5 3.2 4.3 4.2 3.3 5.1 3,2 2.8 3,8 2,8 P2 (kN/m*) 3,7 1,5 3,5 2,7 2.5 2.6 3.1 1.5 3.2 3.6 1.6 4.2 3,3 1,0 4,0 2,8 2.7 2.8 1.6 3.1 3.4 2.0 1.9 T (3) *2,68(4,80) 3.92 4,80 5,60 *3.08(5,00) 4,36 4,88 *5,20(5,40) *2,12(3,32) 5,68 *2,72(4,40) 4,40 6,36 7,20 4,80 *3,44(4,80) 4,40 4,80 *1,48(5,40) 2,64 *2,24(4,24) 5,20 5,04 ^max (3) 0,26 0.28 0,12 0,42 0,16 0,28 0,16 0,16 0,02 0,40 0,28 0,08 0,16 0,36 0,08 0,38 0,24 0,10 0,14 0,14 0,16 0,08 0,24 ti (3) 0,14 0,2 0,08 0.36 0,08 0,20 0,10 0,04 0,01 0,28 0,20 0,04 0,08 0,32 0,04 0.32 0,20 0,08 0,04 0,06 0,12 1 ,04 0,22 (s) 0,16 0,24 0,10 0,18 0,28 0,12 0,16 0,20 0,04 0,20 0,14 0,08 0,16 0,60 0,08 0,22 0,16 0,08 0,16 0,28 0,16 0,08 0,06
Het eerste getal heeft betrekking op T , het tweede op T, zie Figuur 5 en blz. 7
Rang
nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
P,
(kN/m*)7,6
7,5
7,4
7,3
7,2
6,5
6.5
6.5
6.5
6,3
6,2
6,1
6.0
5,8
5,8
5,7
5,7
5,7
5,6
5,5
5,4
5,3
5.2
5,2
5.1
5,1
5,1
5,0
Rangnr.
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
Pi (kN/m*)4,9
4,9
4,8
4,7
4,7
4,6
4,5
4,4
4,3
4,3
4,2
4,2
4,2
4,1
4.1
4,0
4,0
3,8
3,4
3,4
3,3
3.2
3.2
3.2
3.0
2.8
2.8
label 4 Rangorde P^van proef DGL CI (DRO 3)
Rang
nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
Pa
(kN/m*) 19.2 12.2 10.18.3
7.6
7.4
6.6
6.6
6,3
6.2
6.1
6,0
5.7
5.6
5.4
5.1
4,9
4.7 .4.5
4.5
4.4
4.2
4,0
4.0
4,0
3.9
3.7
3.7
Rangnr.
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
P2 (kN/m*)3.6
3.5
3.5
3.4
3.4
3.3
3.3
3.2
3.2
3.1
3.1
3.1
2,8
2,8
2,7
2,7
2,6
2,5
2,1
2,0
1,9
1,9
1,6
1.6
1.5
1.5
1,0
Tabel 5 Rangorde Pjgolfgoot : lengte 233 m (1...14) breedte 5 m
diepte 7 m diepe sekties : lengte 50 m (11.12.13) breedte 5 m
diepte 9.5 m «i^wmitt^mira^a-golfschot : door cilinder aangedreven tronslerend
schot oiet aan 44n zijde water DWARSDOORSNEDE I (sektie 1.„ 10.14) golf frekwent ie - 0.1 - 0.5 Hz
max. golfhoogte bij 5 m waterdiepte: regelmatig - 2.5 m
onregelmatig - 1,75 m signifikant
mogelijkheden voor het aanbrengen van meetinstrumenten en romen in de gootwand
I
DWARSDOORSNEDE Ksektie 11.12,13)
DE DELTAGOOT FACILITEIT. VESTIGING DE VOORST
WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM
H231-00
A4
FIGUUR 1
Q
5
P I >5
C*J5 j
> Q * ••-1ii
Cs • . • . * *.•" ' • • l • . . : .'• •V • " > , / • ' • ' • ' • * - . ' • i . • . * • ;•. • " ." • • . • • Ö -ƒ . • ' . • / ° a * )/' * • * ' * '¥''::•
It * \/ï*^ » ff' ' ' ' • Il • ' • * • ' *jy •. •." • . '
/ • • ' • • • • • v ^ • ."• •o /• ,' ' ' . . / • . • • • . ; ' . . . •^ <D ts. ^ ^ «O .«o. m V» oï (N •» • ••.'•.". o *» V * o • v n o•5
"0§
• c 10 *^ 1 11
t5i
* . ' • " . ' • . • 1 *S
.6
6
C*5 > :1
t5
> /1
/ƒ."
^ r
• > . ' ƒ . / • / ' . • . • • • ; • » • . c • « • • • • • . • . • . . • • . ^ . • • * • " . ' • • •'i'"
S'
• • f fMI
l^*fêpL ij» ƒ * r-'Jl'/i
M
CL
/f "^
f!
hf
f o J..?//^T
/ ƒ /
f r
Modn^
t l <:y \5
-§
•*-^ il 1 1 1 1
Hf^ Cï O O 'S ^ t»j N *^1
iCË #yV
MDUINVOETVERDEDIGING VAN ASFALT O.I.V.
ONREGELMATIG GOLVEN MET W.S.-VARIATIE
WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM
•O O O > ^1
^ \ \ \DELTAGOOT
H231 - 0 0
A 4
FIG. 2
...: «^i
£
2 2 O ,« X I oe w
o o o u.°
ANALOOG UITGESCHREVEN METING DGL Cl
A4
GOLFKLAP UITGESCHREVEN MET
H O O G F R E K W E N T EU.V. SCHRIJVER
DGL CI
DRO 3
A4
max
DRUKVERDELINGSDIAGRAM
A4
40
38
36
34
32
P 30
f<N/m2 28
26
24
22
20
18
16
14
12
10
8
6
4
2
K
RAYLEIGH DISTRIBUTION
10 90 70
1 _ _50 30 2
^i i" , , ( _. .'0 10
OVERSCHRIJDINGSVERDELING VAN MAXIMALE
UfTWENDIGE DRUKBELASTING T.O.V. 219 GOLVEf
WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM
' • • . • f ' • '5 ;
- EXCEEDANCE
(IN •/. OFTHENUM •0.5 0
FREQUENCY
BEU OF WAVES)DGL Cl
^ DRO 3
| H231-(
DO JFIC
./A4
>.6
OVERSCHRIJDINGSVERDELING, LOG-NORMAAL,
VAN MAXIMALE UITWENDIGE DRUKBELASTING
T.O.V. 55 GOLFKLAPPEN
WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM
DGL Cl
DRO 3
H 231-00
A4
FIG.6a
20
18
16
14
^1 12
kN/m 2
I
10
8
6
RAYLEIBH DISTRIBUTION . , , / ' • • • * < f' > •100
90
70 50
30 20
10
1 0.5
0.1
EXCEEDANCE FREQUENCY
(IN •/. OF THE NUMBER OF WA VES )
OVERSCHRIJDINGSVERDELING VAN Q U A S I
-STATISCHE DRUK T.O.V. 219 GOLVEN
WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM
DGL C l
DRO 3
H 2 3 1 - 0 0
A 4
FIG. 7
^°o. o UJ o -ö r4 o " " " in O . . _ : : : d -:::
s---m , o ; : . o 1 ; . e l -; -; 8 " -• » * : : S " ^'ï $ os g;--^. tn 11" O^ _ _ S
-s;
$ « h* , :• . - r . ..-: ..-: i — -r -r -r • -' ; • ' . . -:.,: -: = -:-:r — — — " — -* : • • • • • « w> ^ •; •,"•;•: • -. - -. ,-., ;: ' i : : ' :':; -. •;, ...:.,::;: ::-...,.-: -.. _ _ .:::•,::::: - — • ••••-• :::;::;::.:: ••::;.f:::
I T UI U UL •: .. ; . O m r.4 - •• y^zl ,:-,_ ..1 -- • -_ ,, . - -_ , . : " : • -- --- :•::--::•-,•; • . ::::: • :.;; — . _;; 1 - . : , • -••:;-:- : . • • • ; o .-_-:-_::i i : i : : i
-, .-,._ ... • -: -: L •-:.-: r -: -: • • . . , — — - - • • - — — — — -• '-•;•• -«- 9* -. : -— . z. -1" • ... — £•_ - . . -— ' -o -o « fv .« UI •* -- _ .. --:. I* ^ • 1 " ? "" ^ • • -• '•: ; -! . . . ... - • • i • 1 -• - -" . o rs. -. - • . o UI C-l O l -. -. .,:.:. . . . -11
''
t ..
. • • :" • . . : : • -t " . . . -. - -. -. _ -. . • r r^ r* *-o* g; ff* Ov tn .. , - CT». M l 0^ • " g? m &c S o o p o T '^ ..,,..,.. ," o .... ,—,_ - -4-4: - — o r* o ^ o in .— .._. ... o^ ^ o o o CS_ E
OVERSCHRIJDINGSVERDELING. LOG-NORMAAL.
VAN QUASI-STATISCHE DRUK T.O.V. 55 GOLFKLAPPEN
DGL Cl
DRO 3
A4
20
18
16
14
P2
kN/m^ ^^
10
8
6
4
2
'ic
RAYLEIGH DISTRIBUTION
10 90 70
. " 1 < I i50 30 20 IC
OVERSCHRIJDINGSVERDELING VAN DYNAMIS
DRUK T.O.V 219 GOLVEN
WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM
• • • • • < 1 • • «; 5 /
- • EXCEEDANCE
(IN •/. OF THE NUS
•