• Nie Znaleziono Wyników

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM "

Copied!
21
0
0

Pełen tekst

(1)

I

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

SPEURWERK ZUIGTECHNIEK

IV

Rapport bresproeven

M 817

december 1971

(2)

INHOUD

Pag.

1. INLElDING 1.

2. NE'riNG POHIBNWATERDRUIC BIJ DRIE-DIMENSIONALE ZUIGPROEVEN 1.

3. BRESPROEVEN 80 J.l •• ZAND 2.

4. BRESPROEVEN DUINZAND 4•

5. DISCUSSIE 5·

FIGUREN

1. Drukregistraties duinzand

2. Drukregistraties duinzand~ 450 en 620 J.l zand 3. Drukregistraties 80 J.l zand

4. Bresproeven 80 ]1 zand

5. Bresproeven 80 J.l zand. Variatie inbresdiepte 6. Zuigputvorm Z 106/Z 107

7. Zuigputvorm Z 108/Z 109 8. Zuigputvorm Z 113/Z 114 9. Zuigputvorm Z 116/Z 117 10. Zuigputvorm Z 120/Z 121 11 • Zuigputvorm Z 122/Z 123

1~. Bresproeven 80 J.l zand. Variatie hoogte meetpunt 13. Zuigputvorm Z 124

14. Bresproeven met duinzand

(3)

1.

1. INLEIDING

In aansluiting op de rapporten N 817 I t/m III waar1n de resultaten vrerden gegeven van de zuigproeven waarbij het bressen geen overheersende

rol speelde~ >-lorden in deel IV de resultaten van de zogenaamde bresproeven beschreven. Onder bresproeven worden verstaan de proeven waarbij het

zuigputtalud door de zuigbuis wordt ondergraven en tot afschuiven (bressen) '·rordt gebracht. Bij deze proeven -vrerd ook steeds de poriëmraterdruk

gemeten. 'l'er completering zijn tevens alle metingen van de poriënwater-

drcl~ bij de zuigproeven, beschreven in deel II? gegeven. Dit rapport werd samengesteld door Ir. H.N.C" Breusers.

2. IvJETING PORIE~lVUtr.rmmRUK BIJ DRIE-DHJENSTONALE ZUIGPROEVEN

Bij de zuigproeven werd meestal de druk op een diepte van ca. 30 cm gemeten bij een breshoogte van 55 à 60 cm. De metingen bij duinzand

(d 50 ~ 210 ~) zijn gegeven 1n figuur 1 en 2. Hieruit blijkt dat voor dit zand de maximale onderdrukken (bij een vrijwel vertikaal talud) ca.

4 cm w.k. bedroegen op een afstand van de orde 5 cm vanaf het talud. De drukdaling begon op ca. 50 cm afstand vanaf het talud. Bij proeven met een zeer losse pakking traden door instortingen ook everdrukpieken op.

Over de verdeling van de onderdruk over de hoogte kan een indrult 'iTOrden verkregen uit de proeven Z 57, 56 en 58, waaruit blijkt dat de onderdruk weinig variëerde met de hoogte.

Ook bij de grovere zandsoorten werden onderdrukken gemeten hoevrel kleiner van grootte ( fig. 2). Dit hangt ook samen met de flam-rere taluds bij deze proeven.

De proeven met 80 ~ zand (fig. 3) gaven bij een vertikaal talud onderdrukken van ca. 2 cm w.k. (Z 90). Geueeltelijk ondergraven (talud-

. 0

helling 120 over de onderste 35 cm, Z 93) gaf een enderilruk van 6 cm.

De hierboven beschreven proeven werden gedaan met een half-ronde zuigbuis langs de glaswand. De drultken werden gemeten op ca. 10 cm vanaf de glamrand. Door wrijving langs de wand kan de gemeten onderdruk te klein zijn. Een proef met een ronde zuigbuis 1n het midden van de bak gaf bij een taludhelling van ca. 80° een maximale onderdrult van ca.

6 cm w.k., -vraaruit dus de reducerende -vrerking van de zijwand blijkt. Bij

een proef met een brede zuigmond (breed 70 cm) werd de druk op 30 cm

(4)

2.

afstand van de glas-vrand gemeten (Z 115/115a). Bij een talud van 75 à 85°

bedroeg de maximale onderdruk ca. 3 cm vr. k ..

Samenvattend kan i·rorden gezegd dat bij proeven met een zuigbuis langs een glasï·rand bij een breshoogte van 50 à 60 cm en een vertikaal talud de maximale onderdruk ca. 3 cm bedraagt. Bij af1·rezigheid van een zij-vrand bedraagt deze druk waarschijnlijk 5 à 6 cm vr .k ..

3. BRESPROEVEN 80 J1 ZAND

PROEF

z 106 z 107

z 108

z 109

z 113

z 114

z 116

Bij het zuigen 1n 80 l-l zand was het mogelijk het zandpakket met een horizontale zuigbuis over enige afstand te ondergraven, vooral door de relatief geringe -vraarde van de -vralletjessnelheid. Bij het ondergraven begon het zandpakket af te schuiven in lagen met dikten in de orde van

10 cm.

Bij de eerste ser1e proeven (Z 106/109) werd het talud ondergraven met een halfronde zuigbuis langs de glas-vrand; de maximale drukdaling bedroeg hierbij 12 à 14 cm 1-r.k. op 10 cm vanaf de glasvrand. De verdere proeven i·rerden uitgevoerd met een 50 à 70 cm brede zuigmond met een spleethoogte van 1 cm teneinde een zo goed mogelijk twee-dimensionaal beeld te krijgen en de invloed van vrandi·rrijving te verminderen. De

11 inbresdiepte 11 vrerd gevarieerd van 10-30 cm; de daarbij optredende onder- drulç_ken lagen in de orde van grootte van 20-30 cm vr.k. op ca. 25 cm van de glasvrand. Een kort overzicht van deze proeven is gegeven in onder- staande tabel. De pakking was steeds vast behalve voor Z 109 vraarbij de pakking als matig-vast werd geklasseerd.

ZUIGlviOND BREEDTE 1n cm

4,5 4,5 4,5 4,5 50 50 70

Vz mm/s

BRESHOOGTE

cm

INBRESDIEPTE

cm

MAX. DRUKDALING cm

1lf

12,5 12 1lf

30

44

23 Z 117 a/b

z 117 c

70 70

0,75/3/0,75 0,75/6/0,75

0,75/10/1~05

0,75/6/1,95 0,75/6/1~25 0 ~ 75/6/1 ,25 0,75/4/1,0 0,75/5/1,15

57 60 60 60 62 63 62 62 62 62 60

35

4o 4o

35 48 50 50 15 25 35 40

7-15 20 27 22

z 117 d 70 1i

z 118 70 0,75/6/1,0

(5)

De drie vraarden van Vz (de snelheid van de zuigbuis) zijn resp. de waarde bij een vertikaal talud zonder ondergraving ~ het inbressen~ de snel- heid tijdens het inbressen en de gemiddelde snelheid tijdens het zu~g­

proces met bressen. De breshoogte en inbresdiepte zijn bepaald in die fase van de proef w·aarbij de ondergraving in de omgeving van het druk- meetpunt plaatsvond.

De drm~registraties zijn gegeven in fig. 4 en 5. Pieken in de onderdrmt hangen samen met het optreden van een schuifvlak in de om-

geving van het meetpunt (bijv. Z 114). De drmllien vrerden als tijdsfunctie gemeten. Door invoering van de gemiddelde snelheid van bewegen van de zuigbuis Z~Jn de registraties ook te beschouwen als verdelingen van de druk over de horizontale coördinaat. De maximale waarde van de onderdruk Herd bereikt op 10 à 20 cm vanaf het talud.

De op de glas1-rand zichtbare putprofielen zijn gegeven ~n fig. 6 en

7 voor de proeven met de halfronde zuigbuis. Doordat veel zand achter de pijp terechtkw·am, was de nabres aanzienlijk. De afschuivende schollen hadden een dikte in de orde van 10 cm.

Bij de proeven met de brede zuigmond (fig. 8 en 9) schoven de schollen grond (dikte orde 10-15 cm) over de volle breedte van het ondergraven talud af. De zaksnelheid van de schollen bedroeg 1--4 mm/s.

De gemeten onderdrukken waren maximaal ca. 25 cm vr.k .. Tijdens het af- schuiven namen de schollen in grootte af door het normale 11 walletjes- proces 11 • Na het opzuigen van een 11 bres il was de ondergraving gering en werd de zuigbuis met vergrote snelheid >veer in het zand gebracht. De

gegeven waarden voor Vz zijn gemiddelden over deze fase. De onderdrmllien namen toe met de mate van ondergraving (zie Z 117 fig. 9) .

Na deze serie verden t1-ree proeven uitgevoerd met gelijktijdige meting van de porienwaterdruk in 3 punten (Z 120/121 zie fig. 10 en 12).

Uit de drw~registraties blijkt dat de drukdaling weinig toeneemt met de diepte en dat bij het ontstaan van een schuifvlak in de omgeving van de opnemers de drukdalingen enigszins gecorreleerd zijn over de hoogte. De inbresdiepte was bij deze proeven in de orde van 10-60 cm, de breshoogte ca. Go cm. De snelheid van de zuigbuis was tijdens het opzuigen van de bres resp. 1 ~0'5 en 1,25 mm/s. Bij de volgende proef (Z 122) vrerd de

zuigbuis stilgezet na het optreden van een dr~inimum (zie fig. 11 en 12).

Dit had geen onmiddellijk gevolg voor de drukdaling; wel nam deze sneller

af door het kleiner worden van de inbresdiepte.

(6)

4.

De invloed van de breshoogte werd nagegaan in proef Z 123 (bres- hoogte ca. 35 cm zie fig. 11). De gemeten drukken zijn gegeven in fig. 12.

De maximale -vraard.e van de drukdaling bedroeg 8, 5-12 cm~ dus ca. de helft van de w·aarden bij de proeven met de dubbele breshoogte. Men zou hier mogelijk uit 1mnnen concluderen dat de onderdruk lineair met de bres- hoogte toeneemt , hetgeen ook voor de stabiliteit van het overhangende bresgedeelte noodzru\.elijk is.

4 • BRESPROEVEN MET DUINZAlm

Het bresproevenprogramma ,.rerd afgesloten met twee proeven met duin- zand (d

50 = 210 '1-!). Bij de eerste proef (Z 124) ,.,erd deinbresdiepte ge- varieerd tot ca. 30 cm en de drultdaling gemeten op ca. 35 cm diepte bij een breshoogte van ca. 65 cm (zie fig. 13). De gemeten drukdalingen w-aren vrat kleiner dan bij het 80 lJ zand, hoewel ze aanzienlijk groter 'mren dan bij de niet-bressende zuigproeven, De maximale drukdaling be-

droeg ca. 15 cm w.k. bij een inbresdiepte van 30 cm (fig. 14).

Bij proef Z 124 werd met drie drukopnemers in een vertikaal gemeten bij een inbresdiepte van ca. 30 cm en een breshoogte van 60 cm. De

maximale drukdaling bedroeg ca. 25 cm, hoewel dit bij de t-vree bovenste drukopnemers alleen optrad bij de vorming van een nieuw glijvlak.

Het algehele beeld van het proces bij duinzand w·as vrijwel gelijk

aan dat bij het 80 lJ zand, hoewel het zich door de grotere doorlatend-'

heid ca. 4 maal zo snel afspeelde.

(7)

5.

5. DISCUSSIE

Uit de proeven zonder bressen kan imrden afgeleid dat de te ver- wachten drukdaling bij een vertikaal tïvee-dimensiona~:~.l talud in de orde van 5 crn w. k. zal bedragen. Gezien de grote i·raarde voor de hoek van in- vrendige wrijving bij vaste pakking en kleine lwrrelspanningen ( <j> ~ 50°) betekent dit een schijnbare cohesie in de orde van 6 g/cm 2

. Dit houdt in dat taluds met een hoogte in de orde van 4o cm stabiel kunnen zijn (zie Sokolovsld, The statics of soil media ) .

van de onderzochte breshoogten.

Dit is in de orde van grootte

Bij de bresproeven bedroeg de maximale drukdaling 20-40 cm w.k. bij inbresdiepten Yan 30-50 cm. Uitgaande van de aanname dat een moot grond afschuift met een dikte van 40 cm, een breedte van 70 cm en een hoogte van 60 cm met vrrij ving langs de glaswand en een hoek van imrendige

. . . 0 . .

ivr~JV~ng van 50 , bedraagt de benod~gde drukdal~ng ca. 20 cm ,., .k. Deze waarde is bij de proeven zeker opgetreden. Het is duidelijk dat de mate

van voortgang van het zuigproces bepaald ·wordt door de conditie dat het afschuiven ~o snel gaat dat de daarbij opgewekte drukdaling de grond in een toestand van grensevemricht houdt.

De deformatiesnelheid zal uiteraard afhankelijk Z1Jn van de grond-

soort, pakking en afmetingen van de afschuivende grondmassa. Hierover is

op grond van de verrichte proeven geen ui tspraal<. te doen. Vlel geven de

proeven een kwalitatief inzicht in het bresproces. Voor een kwantitatief

beeld zijn berekeningen nodig, waarin de deformatiesnelheid? dilatantie,

aanpass1ng van de poriënwaterdruk etc. goed zijn iveergegeven.

(8)

0 tem ~ 7cm

-1

Z48 d 50 = 210p VAST

-2 Vz = 7mm/s

y = 30cm

+4

+2

0

-2

Z49 d 50 = 210f1 LOS

-4 Vz = fOmmis

y = 30cm

0 tem ~ 5cm

-1 z 52 d 50 = 210f1 VAST

Vz = 5mm/s

-2 y = 30cm

-3

0 tem P 5cm

~ ---

-1 --- Z53 d5o = 210 fl VAST

-2

~s / v7 = 5mm/s

V ;J

I'

:;:;:;. 82°

-3 y = 30cm

0 tem ~ 7cm

-1 z 54 d 50 = 210f1 VAST

-2 Vz = 7mmls

j) ~ 84°

-3 I

y = 30cm -4

0----~~~---~~~~---~======---­

-1---~---~~~==~~--- - 2---'~.---"---~---__:Z 5 5 d 50 = 210 f1 VR:.J LO

-3 Vz = 7mm/s

-4 ;! ~ 750

-5 Y = 30cm

DRUK REGISTRATIES DUINZAND

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

HOR. SCHAAL j"W

AFSTAND TOT TALUD . . VERT. SCHAAL

DRUK IN cm wk A4

tv!. 817 N-1001 FIG. 1

(9)

tem ~ 5cm

0----~----~~~~============~~==~---

Z57 d50 = 2t0Jl VAST Vz = 7mmls Y = t5em

-6---~L---

tem t; 5cm

0~~--~~--- - - - Z56 dso= 2tDjJ VAST

-2---~---r=--~~~~~--- Vz = 7mm/.s

\

~ ~- -

{'----/ Y " 30cm

-4---

tem ~ 5em

0~~---~~~---======~~~~~~~ Z58 d50 : 2t0f1 VAST Vz = 7mm/s Y = 45em

-4---~~L---

tem ~ 0 Bcm

0~~---~~~~~---

Z60 dso=2tOJ1 VAST Vz = 4mm/s j\ ~68°

y = 30cm

a tem f' t,6cm

Z7t

, _ _ _ _ _ " . _

d50 = 450J1 VAST Vz = Bmmls

f) ~ 58°

-2~~----~----~~--~---

-4---

y = 30em

Z74 d50 = 450f1 VAST -2--- Vz = t2mm/s

(\ ~ 60°

-4--- y

= 30cm tem ~ 7cm

0--~~~---~~~~~---=========---

~- z 8t d50 = 620f1 VAST

-2--- Vz = 35 mm/s -4--- ;; ~68°

y = 15cm

Z84 d 50 = B20J1 VAST

-~----~":=;:~--===---~~~m~~-~~S~cm~=======================~---

Vz = 27,5mm/s

-2--- -3---

DRUKREGISTRATIES DUINZAND, 450 EN 620j-l ZAND

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

fl ~ 77°

y = t5cm

HOR. SCHAAL AFSTAND TOT TALUD VERT. SCHAAL DRUK IN cm w.k.

}.w.

A4

M.817-IJZ-1002 FIG. 2

(10)

A

I 1

I cm ~ 1,8 rnrn

0 ---==~=---~~~~~----~---~

-2 - I

-4 - - - - -- - - - ---

1 ~

- - - -- I

1 - - - - -- - - - )

1

- - - -

0 ---~==~=---~l~cm~~~~J~~~J~rn~---~

=~ ~-~---""~s;::-~--- ____ - - u - - =~--=----=----;;;;~-= -=-~---=-=-- ================:]

-6 ---==~--C'>~""-=-=-"'---====--- --- -- ----~---1 -8 - - - 1 I

>

~ tem " Jmm

0 r---~~~~~---

~~ ~~ ~~;::;:;~~~====~============~ ----~---~~~~~-~~~--~

-6 ~--- - - - -

-8 r - - - -

A

: ~ =. ~-=-=--_=-_·_=~-_=====-=--==-=---~- -=~- _=_- _=-~ _=:- -=~-:s::--=~--=~~

_=_---===-· ••

_=- ~===-~- ==:-==:-==:----:- ==~- _=-- -=~- _=-- _=-.~-.:=_~-=_=-1-c~-=:_m=-=_~-=:-

11

_=-:=_=1=-'3=-m=-m=- __ ---~---_-_- ... _---======================================~: 1

A j

Î A B

tem "'IJmrn

o ~r---~---~~~~~~---~' I

-2 ~---

-4~====================================~=====~~==================~==========·

-6f--- ~--- - - - 4

A B

Ï B lcm ~ IJmm

0 ~~ ---~~~~~---~--- i

-2 ~I---~~========================~==~=====-

-4~-=---=~--~~~==========================-~ - - - - -6 l r - - - - - - - -

8

0 ----~---~f~crr~J~~~7~5~rn~n~J---

~~,; /-~---- ~ --- -~---=-=---- __ -__ -_--_ ~- --- - - -- -

-2 ~ '\'._/ ~ ·-

-

- - - -

-4

DRUKREGISTRATIES 80 f1 ZAND

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

HOR. SCHAAL AFSTAND TOT TALUD VERT SCHAAL DRUK IN cm wk.

j.w.

M817-JJZ-1003 I FIG. 3

z 90 dso = 80 )-1 VAST

Vz = 0,9mm/s ; ) = 89°

y = 30cm

z 93 d 50 = 80)1 VAST

Vz = 1 1 5mm/s i

, )

~ 90°

y = 30cm

Z 110 dso = 80f1 VAST

Vz = 0,65mm/s : ; ::.80°

Y = 25cm

- - - Z 115A dso = 80f1 VAST Vz = 0 1 75 mm/s

; ~ 75°

Y = 25cm

- - - z 115

(11)

lcm " 0 15cm ~

0 ---~~==~---~~~~~---~

- 5 ---~s--- --- - ---- =-::-.:c--===~~~==========---=:~==:...-=====:.:__----=:::::::!

-10 ---~~---====:::::::::==============---=========:____ --- ---~

-15

---~---

A A

0 ~~.---~lc~m~~~O~I~5~c~m~---~~

- 5 -10 -15 ~

8

0 'r---~'c~m~A~o~,1~5~cm~---

- 5

-10 f - - - - ---;-__::-~~=========~=:=:===~

- f5 ~1-- ---B-E_G_I_N __ D_RU_K_D_A_L_IN_G __ O_P_C_A __ 25_c_m __ V._:A_N_AF __ B_R_E_S_

0 tem" 125cm

-10 ---~---~-,__;--,..o::_::"._"~---..,.--2:-::~~-:::--;".~,--- __ -_-_-==-~---==-~-~~=--~_ .... __ -_"_ ... _-__ -_--_-_ ____-__-'' \ - ---=..C~"--- ... - - ... - - ___ - __ - - _ - __ - - ____ --:--.-__...__=---/ __ --_-__ -_-_- __ -_-__ -_-- __________ _

---~~---~~\L ---/~/~---

-20

-30

\ /

-40 \

/ /

-50

z 107 d 50 = 80 f1 VAST Vz = 0 1 75 mm/s

Zf07 (VERVOLG)

Z 107 (VERVOLG J

z 113 d 50 = BO)J VAST } _ _ _ _ _ Vz = 1 1 25 mmls

z 114 d 50 = BO)J VAST} _ _ _ _ _ Vz = t,25mm/s

lcm " tem

O \ Z 116 dso: BOJl VAST

~ Vz = 1 1 0mm/s

-10 ""' _______.._ - - - - - - - - ---~---"'

~ v-- ---.... ---

-20 ---~~~---~-=~~~==~~==~==~--- ---

-30 - - - -

BRESPROEVEN 80 f1 ZAND

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

HOR. SCHAAL AFSTAND TOT TALUD VERT. SCHAAL DRUK IN cm w.k.

j.w.

A3

fv1.817-N.- 10041FIG. 4

(12)

tem ;- t t5cm

0--~~~~~~~===-~~-======~~~---

-to - - - -

-20 ---~---

-~ ---~--:~~~~~-~---~----~~---~~==~====~~~~~---t-cm ___ ~_t_t_5-cm---·---=~---~~-~~=----~~~~Ç7~=~----

-20 - - - - ~-~

tem " t t5cm

0 ---~7ï---~~~~~---

0

- to

-20

-30

A 0

-fO ~

-20 A

0

- 5

- to

- t5

-20

-25

BRESPROEVEN 80f1 ZAND - VARIATIE BRESDIEPTE

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

tem ~ t t5cm

tem

1\

115cm

tem "' tem

HOR. SCHAAL AFSTAND TOT TALUD VERT. SCHAAL DRUK IN cm w. k.

fv1.817-N-1005

j.w.

A3 FIG. 5

A

--- ___ ....;

A

Z 117a d 50 = 80f1 VAST Vz = t,t5mm/s INBRESDIEPTE 15cm

Z 117b d 50 = 80f1 VAST Vz = 1 1 15mm/s INBRESDIEPTE 15cm

Z 117c d50 = 80f1 VAST Vz = 1 1 t5mmls INBRESD!EPTE 25 cm

Z 117d d

50 = 80f1 VAST Vz = 1 1 15 mmls INBRESDIEPTE 35cm

Z117d (VERVOLG)

Z 118 dso = 80f1 VAST

Vz = fmm/s

(13)

ZUIGMOND

8 DRUKMETING

Vz = 0,75mm/s

2 3 4

vz = o,75mm/s

z 106

SCHAAL 1 : 8

z 107

SCHAAL 1 : 8

~ = 0,75mm/s Vz = 0,75mm/s

j.w.

ZUIGPUTVORM Z 106/ Z 107

A4

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M.817-N-1006 FIG. 6

(14)

5

Vz = t,05mm/s

2

Vz. = 1 1 95 mm/s

ZUIGPUTVORM Z 108/Z 109

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

7 8

z 108

SCHAAL 1 : 8

z 109

SCHAAL 1 : 8

j.w.

A4

M. 817- I!Z- 1007 FIG. 7

(15)

z 113

SCHAAL 1 : 8

... IN BRESSEN Vz = V5m/s

z 114

SCHAAL 1 : 8

... INBRESSEN .. I !z= t,25mm(.s

j.w.

ZUIGPUTVORM Z 113 I Z 114

A4

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M817-1Jl-1008 FIG. 8

(16)

z 116

SCHAAL 1 : 8

... INBRESSEN Vz = tmm/s

z 117b Z 117c z 117d

SCHAAL 1 : 8

j.w.

ZUIGPUTVORM Z 116/ Z 117

A4

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM tv!. 817- IJl- 1009 FIG. 9

(17)

-- '

I

ZUIGPUTVORM Z 120 I Z 121

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

z 120

SCHAAL 1 : 8

z 121

SCHAAL 1: 8

}.w.

A4

M.817-I!Z-1010 FIG. 10

(18)

z 122

SCHAAL 1 : 8

z 123

SCHAAL 1:8

j.w.

ZUIGPUTVORM Z 122 I Z 123

A4

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M.817-N- 1011 FIG. 11

(19)

0 ---~~~--- ---~1~c~m~~~1~6~5~c~~~1---

- - - · - · - · - · - · _./"'•.r...:::-;.-~-- ·--:~-

--_:::.. --..._ ,-

-/~, ~"A:l\ ~

.• - \ \ I \

,,

' '

~-~. ~-~

- - - - . - · -

fQ '"""".:><>·..--· . I . - 1· ' ' . _.". t7'-:;;..- . - · - · -

- ·..., . -·-'· - .-.... -- --.,;, \J~ =-==--- - - - - = > : ; : : ;

'·-'·-'--- -__::. :;_ . '.-·-.- - - ..:::..~ ·,, .

/

__ .,... .... e,;::J

-20 - - - · - - · - - --- "\J.:-;"_"_~r_(-,._,_,.~'-.;·,--~·-,L____:_"""'-.!-/"--':::-.-'_--- _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ ~ - 3 0 - - - -

tem 1,25cm

0---~-~---~~~~~~--- .~:_-:-_-·- ·-·- ·-

- ·-·-·-.../ .-·-·-·"', '-- .-·" ,_ ~, ., "J / ·- ... "'·

:~~~~~~~~~~--=~-:-=~~--=~,~~~~~~--~-~\ ~~~

---

-30 - - - -

0 "---~~==~~~---~---~~c~~~J-~~~~o~s~e~c .., ______________________ -+A---~·~==~Tu~·D~---

\ -

....

, _

-10 ---~~~---'~,~--- __ ... --

0---~---~~~c~m~~~~c~m~---=--

-15 - - - -

BRESPROEVEN 80~ ZAND VARIATIE HOOGTE MEETPUNT WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

VERT. SCHAAL DRUK IN cm w.k.

fv1. 817-N- 1012

j.w.

FIG. 12

Z 120 d

50 = 80f1 MATIG VAST Vz = 1 1 65 mm/s DIEPTE DRUKOPNEMERS

a 15cm

b - · - - · - - 30cm c - - - - 45cm

Z 121 d 50 =BOf! VAST Vz = 1 1 25 mm/s DIEPTE DRUKOPNEMERS

a - - - - 15cm

b 30cm

c - - · - - · - 45cm

Z 122 d 50 = BOfi VAST Vz = 6mm/s T!JDENS HET INBRESSEN B!J PUNT A WERD ZUIGBUIS STILGEZET

DIEPTE DRUKOPNEMERS

a - - - - 15cm b ---30cm

Z 123 d 50 = BOf' VAST Vz = 1 mm/s DIEPTE DRUKOPNEMERS a - - - - - 7,5cm

b 15cm

c - · - - · - 22 1 5cm

(20)

j.w.

ZUIGPUTVORM Z 124

A4

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM M.817-1Jl.-1013 FIG. 13

(21)

tem"

0--~~---======~~~---~~~==~---

a: INBRESOIEPTE IDem b: INBRESDIEPTE 20em ____-· ~---~----

---

-10 ---~~--- - - - -

-5

-15 - - - -

e : INBRESDIEPTE 30em

-10 ---~---~---

tem ~ 5em

0 ---.--~---~~~~~---~---~====~---

~/~

' - ... / b / y

/ /

-30 - - - -

BRESPROEVEN fvfET DUINZAND

WATERLOOPKUNDIG LABORATORIUM

HOR. SCHAAL AFSTAND TOT TALUD VERT. SCHAAL DRUK IN cm w. k.

j.w.

fv1.817-1Jl.- 1014 FIG. 14

/

I

Z 124 d

50 = 210u VAST

Vz 5mm/s

a DIEPTE 15cm

b --· - · - 30em

e - - - - 40em

Z 125 d 50 = 210f1 VAST

Vz = 5 mm/s

Cytaty

Powiązane dokumenty

Znalezione na dnie kanału fragmenty naczyń terra sigillata oraz cegła ze stemplem Legio I Italica Gordiana pozwalają przypuszczać, że kanał powstał najpóźniej

[r]

definicje legalne 14 (np. definicje trybu autono- micznego, technologii autonomicznej, autonomicznego pojazdu testowego, kie- rowcy autonomicznego pojazdu testowego, kierowcy,

Procesy i reakcje, jakie zachodzą w społecznościach lokalnych, mają charakter powszechny, odnoszą się więc także do społeczności wiejskich. Pole i potrzeby działań na wsi

• Albo grupy genów (współistniejące wartości) mają znaczenie, wtedy wymiana losowa całych grup może poprawić osobniki,. • Krzyżowanie

Znane dotąd fakty z zakresu recepcji poezji Mickiewicza na Litwie zdają się wskazywać, że przedruki i pierwodruki stymu­ lowane były głównie przez kult poety,

 Big enough to create small garments; socks, scarfs, hats.  Self-sustained when in use, no external power needed at the production location.  Allow for a made to

This paper investigates the use of both statistical regression and a machine learning technique, arti- ficial neural networks (ANN), for developing CPT based correlation between