• Nie Znaleziono Wyników

Kinderdagverblijf Hummeltje te Utrecht

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kinderdagverblijf Hummeltje te Utrecht"

Copied!
56
0
0

Pełen tekst

(1)

Verslag van een proefonderzoek

D.J.M. van der Voordt

D. Vrielink

H.B.R. van Wegen

CENTRUM VOOR ARCHITEKTUURONDERZOEK

Technische Hogeschool Delft - Afdeling der Bouwkunde

i.s.m. STICHTING RUIMTE te Rotterdam

(2)
(3)

0.1. Doelstelling proefonderzoek 0.2. Keuze proefprojekt

0.3. Toegepaste onderzoekmethodiek

1. ORGANISATORISCHE OPZET KINDERDAGVERBLIJF HUMHELTJE 1.1. Samenstelling van de groepen

1.2. Personeelsorganisatie 1.3. Werkgebied 1.4. Toelatingsbeleid 1

.5.

\-lerkwij ze 2. BOUWPROCES 2.1. Initiatief

2.2. Programma van elsen 2.3. Planontwikkeling 2.4. Het gebouw

3 . GEBOUl-l EN GEBRUIK

3.1. Aktiviteiten en ruimten 3.2. Oordeel van de gebruikers 3.2.1. Situering

3.2.2. Het gebouw als totaliteit 3.2.3. De afzonderlijke ruimten

4.

DISKUSSIE 4.1. Konklusies m.b.t. kinderdagverblijf 4.1.1. Organisatorische opzet 4.1.2. Bouwproces 4. 1 .3. Gebouwen gebruik Hummeltje

4.2. Konklusies m.b.t. de toegepaste onderzoekmethodiek

4

5

5

5

6

7

7

8

10 14 14 19 19 19 20 29 29 29 30 30 32

(4)
(5)

o.

:nleiding

0.1. Doelstelling proefonderzoek

Binnen het kader van het onderzoek naar richtlijnen voor het bouwen van kinderdagverblijven is een proefonderzoek verricht dat primair als doel heeft om een evaluatie-methodiek te ontwikkelen en te toetsen.

Het gaat daarbij om inzicht te krijgen, welke informatie nodig 1S om de gebruikswaarde van een gebouw als totaliteit en van de verschillende rU1m-telijke voorwaarden afzonderlijk te kunnen beoordelen. Daarnaast is dit proefonderzoek van belang om te weten te komen op welke wijze de benodigde informatie het best verzameld kan worden.

0.2. Keuze proef-projekt

Uit enkele in aanmerking komende centra is, in overleg met de begeleidings-groep, het kinderdagverblijf Hummeltje in Utrecht (Overvecht) gekozen als proefprojekt.

De volgende overwegingen hebben daarbij een rol gespeeld: - het is een 'als ZOdanig gebouwd' kinderdagverblijf

- het voorbereidingsproces lijkt zorgvuldig geweest te ZlJn

- de omvang (60 kinderen) is gemiddeld (niet bijzonder groot of klein) - het kinderdagverblijf is voldoende complex (ook babies)

- er is een jarenlange ervaring met het gebruik van het gebouw (sindS 1973)

- de leiding was bereid aan dit onderzoek mee te werken

0.3. De toegepaste methodiek

De informatie die nOdig is om de gebruikswaarde van een gebouw te kunnen beoordelen heeft betrekking op het gebouwen de ruimtelijke voorwaarden als zodanig en op de aktiviteiten. Van belang is inzicht te krijgen 1n hoeverre het gebouw een negatieve of positieve invloed heeft op die akti-viteiten.

Omdat de aktiviteiten vooral bepaald worden door doelstelling en organisatie van het kinderdagverblijf, moet ook daarover informatie verzameld worden.

(6)

- 2

-Een analyse vanhet bouwproces kan duidelijk maken welke de meest bepalende invloeden zijn geweest die uiteindelijk dit gebouw tot resultaat hadden. De te verzamelen informatie heeft dan ook betrekking op de volgende as-pekten:

a. de organisatie

b. de aktiviteiten/het ruimtegebruik c. het bouwproces

d. het gebouw

e. de geschiktheid van gebouwen ruimten van de betreffende aktiviteiten

Van elk van deze aspekt en dient een zodanig aantal gegevens verzameld te worden dat daarop verantwoorde konklusies te trekken zijn met betrekking tot de evaluatie van dit gebouw.

Van het verzamelen van de gegevens kunnen verschillende methoden worden toegepast, zoals:

- schriftelijke enquête - mondeling vraaggesprek

- observatie door de onderzoekers - archief-onderzoek

---·--1

In dit proefonderzoek 1S gekozen voor een kombinatie van deze methoden,

gedeeltelijk in verband met de aard van de gewenste informatie en gedeeltelijk omdat het juist de bedoeling van het proefonderzoek is het meest geschikte middel van informatieverzameling te ontwikkelen.

Voor de gegevens betreffende ~~_~~~~~~~~!~~ is het mondelinge vraaggesprek gebruikt, waarbij vooraf was aangegeven welke informatie tenminste boven tafel moest komen (zie bijlage 1.).

Voor de gegevens betreffende ~~_~~~~~~~~~~~ 1S het voorgestruktureerde gesprek met de leidsters gevolgd door een schriftelijke enquête (zie bij-lage 2.).

Voor de gegevens betreffende ~~!_~~~~~~:~~ is het mondelinge vraaggesprek gebruikt (gesprekken met de direktrice van het K.D.V., de architekt, de gemeente en een bestuurslid van het K.D.V.).

Voor de gegevens betreffende ~~~_~~~~~~ is gebruik gemaakt van tekeningen (archief-onderzoek) en is via observatie en mondelinge vraaggesprekken nog aanvullende informatie verzameld.

(7)

Voor ~~_~~~~~~~!~~§_~~~_~~_§~~~~~~~~~~~_~~~_~~~_§~~~~~_~~_~~_~~~~~~~ zijn meerdere technieken toegepast, zoals:

- mondelinge vraaggesprekken met de directrice en de groepsleidsters - schriftelijke enquête onder de groepsleidsters (zie bijlage 2.) - observatie door de onderzoekers

(8)

Dokumentatie

ALGEMENE GEGEVENS Adres Instelling Ingebruikname Opdrachtgever Eigenaar Ontwerper Typering ORGANISATORISCHE GEGEVENS Soort kinderdagverblijf Samenstell ing groep leeftijd -15mnd 2 15 -24mnd 3 2 - 4 jr 4 2 - 4 jr totaal mnd-4 jr Situering groepen aantal 16 12 16 16 60 (26) (20) (24) (24) (94) (] Oi

....

·

0 .

::::

:::

?':

t'J

I I ) , •

-"--

1

3a -HUMMELTJE UTRECHT

-Costa Ricadreef 173, 3536 TG Utrecht

Algemene Stichting Kinderdagverblijf Utrecht 1973 (1977)

Stichting Ned. Centrale Huisvesting Bejaarden Idem

Dingemans, De Vries & Partners, Utrecht, Medewerkend architect: H. Würdemann,

Buitengebied: H. Petri, Dordrecht

Vrijstaand gebouw in één bouwlaag; als KDV gebouwd aan de voet van een bejaardenflat ~n

een buitenwijk van Utrecht SOvervecht)

kinderdagverblijf voor hele dagen (0 - 4 jaar) Samenstelling personeel

directrice adj. directrice 9 groepsleidsters

I!

adm. en huish. personeel

foto buitenkant

(9)

I , I , ~., ~ I / / doorsnede " -___ 4 -\..\

k)

_1.

.

I

~~-tr--'

plattegrond

(10)

3c

-HUMMELTJE UTRECHT

TOELICHTING PLAN

sterk geleed gebouw bestaande uit gelede ruimten, gegroepeerd rond twee centrale hallen en een centraal gelegen kantoor

veel meervoudig en gemeenschappelijk ruimtegebruik (speelhallen, bad-kamers, personeelsruimten)

één gemeenschappelijke slaap/speelruimte (voor 30 à 40 kinderen uit drie groepen)

indirecte relatie tussen groepsruimte en slaapruimte voor de groep van 15-24 maanden

alle groepsruimten hebben een buitendeur, alleen de sanitaire ruim-ten zijn inpandig

sterke relaties tussen de werkruimten onderling

in groepsruimten uitzicht en daglichttoetreding naar/van verschillen-de kanten door verschillen-de WLJze waarop verschillen-de ramen geplaatst zijn

baby's hebben een eigen buitengebied (niet overdekt) buitenruimte gedeeltelijk overdekt

sinds de ~ngebruikna,e is de slaap/speelruimte aanzienlijk vergroot (van 31 m naar 84 m )

oorspronkelijke speelse houten begrenzing na vernieling door jonge-ren vervangen door metalen hekwerk.

OPPERVLAKTE ANALYSE nuttige vloeroppervlakte 363 m 2 70% primaire hoofdruimten 265 m 2 51% secundaire hoofdruimten 47 m 2 9% nevenruimten 51 m 2 10% Verkeersoppervlakte 86 m 2 17% circulatieruimte 23 m 2 5% combinatie spelen/circulatie 63 m 2 12% Installatieruimte 3 m 2 1% Constructie-oppervlakte 64 m 2 12%

Totaal bruto gebouwoppervlakte 516 m 2 100%

Terrein oppervlakte 1110 m 2 100%

bebouwd terrein 516 m 2 46%

(11)

Gl

o

()

o

o

(12)

-

4

-1. ORGM1ISATORISCHE OPZET

De organisatorische gegevens die ~n het kader van dit onderzoek van belang geacht worden zijn hierna achtereenvolgens opgesomd.

Op de organisatie van de aktiviteiten in engere zin wordt in het vol-gende hoofdstuk 'Gebouwen gebruik' nader ingegaan.

1.1. Samenstelling van de groepen

Het dagverblijf verzorgt dagopvang van kinderen van

6

weken tot

4

jaar. Het centrum biedt de mogelijkheid kinderen

5,

3 of 2 dagen op te vangen. Buitenschoolse opvang vindt niet plaats binnen het kinderdagverblijf. Er wordt van uitgegaan dat het klub- en buurthuiswerk daarvoor plaats

biedt.

De groepsindeling ~s als volgt:

groep leeftijd kind aanwezig ingeschreven

1

babygroep

1

-

15

mnd.

16

ki

26

ki

2

tussengroep

15

mnd.

-

2

jaar

1

2

ki

20

ki

3

peutergroep

2

jaar

-

4

jaar

16

ki

24

ki

4

peutergroep

2

jaar

-

4

jaar

16

ki

24

ki

Totaal

0

-

4

jaar

60

ki

94

ki

In feite bestaat groep uit

3

subgroepen

(

5

+

5

+

6

kinderen) groep

2

uit

2

subgroepen

(6

+

6

kinderen) groep

3

uit

2

subgroepen

(8

+

8

kinderen)

groep

4

uit

2

subgroepen

(8

+ 8 kinderen)

De samenstelling van de groepen is gedurende de afgelopen jaren verschil -lende keren gewijzigd.

De oorspronkelijke indeling ~n jaargroepen

(0-1

jr,

1-2

jr,

2-3

jr en

3-4

jr)

~s eerst gewijzigd in een indeling met 3 vertikale groepen

(1-4

jr). Dat laatste bleek in de praktijk niet bevredigend te funktioneren i.v.m. o.a. de geringe weerbaarheid van de jongsten, die door de 3 jarigen soms zelfs als speelgoed gebruikt werden.

Ook de ervaring dat een grens van ca.

15

mnd. i.p.v.

1

jr tussen groep

1

en groep 2 beter aansluit op de motorische ontwikkeling van kinderen (het

leren lopen) heeft tot de huidige samenstelling van de groepen geleid.

-

---1

I

(13)

Bij de huidige samenstelling wordt als kanttekening geplaatst dat een

opbouw met

8

ki (1-15 mnd.) + 12 ki (15 mnd.-2 jaar) + 32 ki (2-4 jaar)

een meer evenwichtige groepsopbouw gevonden wordt.

Omdat 'doorstroom kinderen' voorrang hebben boven kinderen van buiten,

is het vrijwel niet mogelijk nieuwe kinderen op leeftijd van 1; jaar in

het kinderdagverblijf te plaatsen. 1.2. Personeelsorganisatie

De personeelsorganisatie ziet er als volgt uit:

Algemene leiding directrice

Groepsleiding

Overig personeel

Vrijwilligers

adjunkt-directrice

10 groepsleidsters op

9

formatie-plaatsen

(groep 1 : 3 leidsters, overige groepen: 2 leidsters) 1; formatieplaats voor administratie en huishoudelijke werkzaamheden

een kleine groep vrijwilligers is beschikbaar om mee

te draaien bij vakanties van groepsleidsters.

Daarnaast worden 'klusjes' binnen en buiten door ouders

uitgevoerd.

Kanttekening: De subgroep-grootte ln groep 1 (1 mnd

bies wordt als te groot ervaren (norm is beter).

15 mnd) met 5

à

6

ba-leidster op 4 babies

1.3. Werkgebied

Het werkgebied van het kinderdagverblijf (waar de kinderen vandaan komen)

is de gehele stad Utrecht, plus gedeeltelijk de regio.

Kanttekening: een beperkter werkgebied (b.v. een wijk) wordt wenselijk geacht in verband met relatie met scholen en klub- en buurt-huizen.

1.4. Toelatingsbeleid

In principe geldt de volgorde van aanmelding als kriterium voor plaatsing

ln een groep waar een plaats vrijkomt, met dien verstande dat interne

door-stroming vóór gaat. Slechts in zeer bijzondere situaties geeft men voorrang

aan noodgevallen.

(14)

- - - -

--

6

-1.5. Werkwijze

Een belangrijk uitgangspunt is de kind-gerichte organisatie met

benadruk-king van het belang van kontinuiteit in de samenstelling van de (sub-)

groep, waarbij een sterke relatie kind-leidster bevorderd wordt.

Elke leidster heeft haar 'eigen' groepje en 'eigen' ruimten.

Een duidelijk ritme in de dagindeling wordt belangrijk gevonden, waarbij

de aktiviteiten in hoofdzaak per groep (12-16 ki) of subgroep (6-8 ki)

plaatsvinden. Opvallend daarbij is de wijze waarop het slapen met 30 tot

40 kinderen in de grote slaapzaal georganiseerd wordt voor 3 groepen

tegelijkertijd. Veel aktiviteiten dragen een gemeenschappelijk karakter.

Eten, spelen en slapen gebeuren volgens een vast rooster, dat voor

prak-tisch elk kind geldt. Soms gaat een enkel kind wat eerder/later naar bed.

De keuze voor het werken in vertikale groepen, aanvankelijk van 1-4 jr,

lS nu teruggebracht tot de 2 en 3-jarigen, terwijl de kinderen zo nu en

dan een uurtje op bezoek gaan bij de volgende groep, om de overgang van

een groep naar een andere groep zo geleidelijk mogelijk te maken.

Daar-naast kunnen de grotere kinderen regelmatig een uurtje doorbrengen bij de

babies om zo betrokken te worden bij voeding, verschonen en spelen van de babies.

(15)

2. HET BOUWPROCES

In dit hoofdstuk wordt het bouwproces in grote lijnen geschetst, voor zover het van belang is voor de beoordeling van gebouwen gebruik. Aan de orde komen achtereenvolgens:

- hoe het initiatief tot stand kwam en zich ontwikkelde.

2 - wat het programma van eisen was waarop de ontwerpen gebaseerd zijn. 3 - hoe het gebouw z'n uiteindelijke vorm kreeg tijdens de ontwerpfase.

4 -

het gebouw zoals dat bij het onderzoek funktioneerde(dus inclusief de veranderingen tijdens het gebruik).

2.1. Initiatief

Een sleutelrol bij het initiatief tot de bouw van Hummeltje vervulde mevr. Freriks te Utrecht.

Als gemeenteraadslid werd zij regelmatig gekonfronteerd (eind 60-er jaren) met de uiterst minimale huisvesting van kinderdagverblijven in Utrecht.

In een werkgroep, samengesteld uit betrokken ambtenaren en werkers in kinderdagverblijven in Utrecht, met als voorzitter mevr. Freriks werd een rapport opgesteld dat in feite een programma van een 'model'-kinderdagverblijf was. (Rapport Gemeentelijk Kinderdagverblijf). Op dat moment was er nog geen

zicht op een mogelijke realisatie daarvan. Toen mevr. Freriks, in haar funk-tie als bestuurslid van een stichting die bezig was een bejaardencentrum te bouwen, hoorde van het idee om voor het personeel van dat centrum een ruimte te reserveren als crêche-ruimte, zag ze een kans het model-kinderdagverblijf te realiseren. Niet specifiek voor het personeel van het centrum, maar voor heel Utrecht.

De ruimte die aanvankelijk bestemd was voor de bouw van een 5~tal garage-boxen aan de voet van de flat zou een goede situering kunnen zijn.

De eigenaar-opdrachtgever van het bejaardencentrum, de Nederlandse Centrale voor Huisvesting van Bejaarden (N.C.H.B) bleek bereid te zijn om ook als eigenaar-opdrachtgever van het kinderdagverblijf op te treden toen de ge-meente Utrecht een garantie voor de exploitatie wilde verstrekken.

Hoewel de N.C.H.B. dus formeel eigenaar/bouwheer was, werd de feitelijke planontwikkeling begeleid door een werkgroep waarin behalve mevr. Freriks de gemeente een zeer konstruktieve rol speelde.

Nog tijdens de planontwikkeling werd de direktrice (huidige) benoemd en kon de planontwikkeling mede bepalen.

.

j

(16)

- - - -- - -

8

-2.2. Het programma van elsen

De basis voor het ontwerp wordt gevormd door het 'Rapport Gemeentelijk

Kinderdagverblijf', opgesteld door de hiervoor beschreven, deels

ambte-lijke werkgroep, die zich daarvoor orienteerde op een aantal in Utrecht

funktionerende kinderdagverblijven.

Over de indeling en de afmetingen van de ruimten spreekt dat rapport

zich niet uit.

Verwezen wordt naar 'overleg met Bouw- en Woningtoezicht' en naar een

rapport van enkele studenten aan de T.H. te Delft: De Bouw van een

Kinder-dagverblijf (ca. 1970).

Als gewenste kapaciteit van het K.D.V. wordt gekozen voor 62 kinderen ln

de volgende leeftijdskategorieën:

o

-

1 ~ jaar 1;

2a

jaar

2a

4

jaar 8 kinderen

24

kinderen 30 kinderen

De volgende ruimten worden noodzakelijk geacht:

Ruimten in en bij het kinderdagverblijf

babykamer 2 boxenkamer

3 was- en kleedruimte voor de babies

4

per leeftijdsgroep kinderen een gekombineerde eet- en speelruimte

5

per leeftijdsgroep kinderen een slaapvertrek

6

sanitaire eenheden per leeftijdsgroep - 2 w.c.'s per 12 kinderen

- 2 lavetten per 12 kinderen

- wasbakken op kinderhoogte

7

een grote speelruimte (met speeltoestellen)

8

knoei- en klodderruimte voor spelen met water, verf, klei en zand

9

garderobe voor kinderen

10 melkkeuken

11 voedingskeuken

12 was- en spoelkeuken

13 kamer voor direktrice

14 kamer voor leidsters en verzorgsters

15 spreekkamer

(17)

17 toiletruimte voor personeel 18 garderobe voor personeel

19

toiletruimte voor bezoekers 20 garderobe voor bezoekers

21 berging voor kinderwagens, fietsen, speelgoed en schoonmaakartikelen 22 voldoende kasten

23 buitenspeelterrein met harde en zachte bodem, zandbak, schommel,

klimrek, plasvijver, vaste banken en eventueel een stukje tuin met

dieren

In het genoemde rapport 'De Bouw van een Kinderdagverblijf' worden funkties

planning en gebruik van een aantal ruimten nader toegelicht met behulp van tekst, relatie-schema's, inrichtingstips en globale oppervlakte elsen. Daarnaast worden een aantal algemene eisen gesteld aan afwerking,

daglicht-toetreding, verlichting, ventilatie, verwarming, watervoorziening en

(18)

, j ., :~ . I . '! \ " ': / ./ /

î

~'

- 9a -. "

/','

.

' F = =. = =r=::-I NO IK"IAIIIROINHUIS I 0,

i

'

§g

(19)

2.3. Planontwikkeling

Het architektenburo Dingemans te Utrecht had de opdracht tot het ontwerpen van het bejaardenhuis, waarbij de Nederlandse Centrale voor Huisvesting Bejaarden (N.C.H.B.) opdrachtgever was.

Omdat het kinderdagverblijf aan het bejaardenhuis geprojekteerd werd en omdat men goede ervaringen had met dit architektenburo kreeg de medewerkend architekt Hans Würdeman de opdracht het kinderdagverblijf te ontwerpen op basis van het genoemde programma van eisen.

Het schetsontwerp (nov. 1971) laat de volgende veranderingen Zlen t.o.v. het programma van elsen.

- er wordt nu rekening gehouden met 4 groepen in plaats van 3 groepen, waarbij aan de volgende leeftijdsgroepen gedacht is:

0 jr. (16 kinderen) 2 Jr. (16 kinderen) 2 3 jr. (16 kinderen) 3

4

jr. (12 kinderen)

- niet elke leeftijdsgroep een slaapvertrek, maar een gekombineerde slaap-speelruimte voor de beide oudste groepen, speel-rusthoeken in de groeps-ruimte (1-2 jr.) en een aparte wiegenkamer voor 16 babies.

- geen sanitaire eenheid per leeftijdsgroep, maar 1 sanitaire eenheid per 2 groepen (gen aparte was-kleedruimte voor de babies)

- een grote speelruimte t.b.v. motorische ontwikkeling krijgt de vorm van twee speelhallen en een gekombineerde speel-rustruimte

- knoei- en klodderruimte wordt gereserveerd in de vorm van een zandbak in de speelhal bij de oudste groepen

- kamer direktrice en ruimte voor administratie wordt gekombineerd

~ een rUl me personeelskamer wordt voorZlen even 'buiten' het K.D.V. ln de onderbouw van het bejaardentehuis

- de spreekkamer ontbreekt

- er lS een overdekte baby-loggia geprojekteerd op het zuiden (aanSluitend op de groepsruimte 1-2 jr.).

(20)

- 10a -, , I • \ , . \ .... 1') '. l / " "r-J '1", . ''''10 _ .r / , ,

.

...

~. (è ' . . :1<. -

.

. --\-1 ;:

..

-I

:200

'/f'" ~ .', ~ . " T' : t . , . . \ '. ,~_ ,I ,

~

' ~. I , (

(21)

Het 1ste definitieve ontwerp (maart '72) wijkt ~n grote lijnen niet af van het schetsontwerp. In verband met bezwaren van omwonenden is het

gehele plan ten opzichte van de bejaardenflat 11 m. naar het zuidwesten

verschoven, met de ingang nu aan de zuidkant.

De belangrijkste veranderingen t.o.v. het schetsontwerp zijn:

- groepsruimten (0-1 jr) en (3-4 jr) werden aanzienlijk groter

- een slaap-speelnis ~n groepsruimte 1-2 jr. vervalt (wordt ingang)

- overdekte baby-loggia wordt overdekte stoep

- in speelhal wordt verdiepte zandbak aangevuld met verdiepte waterbak - personeelskamer wordt nu gekombineerd met kamer direktrice en

admini-stratie

- er wordt een kleine (inpandige) spreekkamer gepland

- de voedingskeuken en de wasruimte nu in de onderbouw van het bejaardenhuis.

Als het eerste definitieve ontwerp tot bestektekening is uitgewerkt blijkt

het totale investeringsbedrag ca. f 70.000,- te hoog te zijn, wat leidt tot

een aanzienlijke verkleining van het bruto-vloeroppervlak. Het 2e

defini-tieve ontwerp wordt met 2 stroken van 1,80 m versmald met als gevolg:

. . 2 .

- alle v~er de groepsrulmten worden ca. 13 m kle~ner

- de n~ssen ~n de groepsruimten worden aanzienlijk kleiner

- de berging voor kinderwagens verdwijnt

. . . . . . 2

- de ru~mte voor adm~n~strat~e, personeel en d~rektr~ce wordt ca. 10 m

kleiner

- de spreekkamer verhuist naar de onderbouw van het bejaardenhuis.

Het ontwerp voor de tuinaanleg rond het gehele bejaardenhuis inklusief

de buitenspeelruimtes van het kinderdagverblijf is gemaakt door de

beeld-houwer Hans Petri te Dordrecht.

Overeenkomstig het tweede definitieve ontwerp wordt het kinderdagverblijf

gebouw door Korteweg Bouwmaatschappij te Breda en opgeleverd in augustus

1973.

In de jaren '74 tot '76 blijkt dat de n~ssen niet bruikbaar z~Jn voor het

slapen/rusten van kinderen terwijl de gemeenschappelijke slaap/speelruimte

in principe goed voldoet, maar veel te klein is voor het slapen van zoveel kinderen.

(22)

--~--- 11a -1\10

d; ~ 'i ~ , 0 ; .' ':~. g '1t.I''''. ~ 4 ~ 0 . ~ . .

.

.

. ~~

..

.

r " I, ., :-, ',' JI:=,.. .... -ia~*~+-~-

.... - .

' ,'

-

"

,

. " .. I ~

-\ """"-. .'1 Ilo 1&0 180 180 ,10 "'"

.

{ " 'loo

I/ui

UITBREIDING.

(23)

Eind 1977 wordt deze ruimte dan ook aanzienlijk uitgebreid zodat een gebouw ontstaat zoals het ook nu nog is. (afgezien van enkele onderge-schikte aanpassingen sindsdien).

Materiaal gebruik

Het gebouw is opgetrokken uit gemetselde dragende betonsteen muren, be-staande uit witte B-2 blokken buiten en grijze M.B.I.-betonsteen binnen, uitgevoerd in schoon metselwerk.

Het platte dak is opgebouw uit ln 't zicht blijvende houten balken, houten dakbeschot met daarop isolatie en dakbedekking.

De onderkant van het dak is in verschillende kleuren geverfd (rOOd, groen, blauwen oranje) in de groepsruimten en geel in de overige ruimten.

De begane grondvloer is een betonsysteemvloer afgewerkt met een donker-blauwe, gladde, kunststof vloerbedekking (Tarkett) terwijl in de 'natte' ruimten dubbel hard gebakken vloertegels zijn toegepast.

De houten binnen en buitenkozijnen zijn donkerbruin geverfd.

De verwarming bestaat uit een centrale verwarmingsinstallatie met lage radiatoren voor de ramen en gevuld met hooggeplaatste radiatoren in de hogere groepsruimten (onder de glas strook in de dakopbouw).

Voor de verlichting wordt zoveel mogelijk met daglicht gewerkt, aangevuld met gloeilamparmaturen (4 grote lampen per groepsruimte).

De ventilatie vindt voornamelijk op natuurlijke wijze plaats Vla ramen en deuren. In de badkamers zijn de lichtkoepels gedeeltelijk open te zetten terwijl ln de personeelstoiletten en in de kleednis bij de babies een ventilator ln het dak voor mechanische ventilatie zorgt.

Kosten

Uit de exploitatierekening 1981 blijken de huisvestingskosten als volgt te zijn: huur onderhoud schoonmaakkosten verwarmlng verlichting water diversen Totaal f

"

"

"

"

"

"

77.522,- 2.178,- 18.051,- 6.480,- 4.553,- 410,- 568,-f 109.762,-===========

(24)

/ (./ I I I t---;

It=

I ~//'rj-- -Ci"',

~\"

~

/ / / ~

/ ~

"'ME]

/Iii" --ii', ~

i

..

f -~. , , plattegrond 1: 200. - 13 -~

..

-1l I r lF= ~I""" 1= ---""---.

16. terras --+-- -I-I I 'lsI. 17 terras ~.

I

I

I

(25)

3. GEBOUW EN GEBRUIK

3.1. Aktiviteiten en ruimten

Een beschrijving van het gebruik per ruimte kan tot gevolg hebben dat

het totaaloverzicht enigszins verloren raakt. Daarom wordt hier eerst

een antwoord gegeven op de vraag, wie op welke tijden van welke ruimte gebruikt maakt. Dit geeft een goed inzicht in het reilen en zeilen van het kinderdagverblijf als totaliteit. Achtereenvolgens worden behandeld:

de babygroep

(6

weken - 15 maanden), de tussengroep (15 maanden - 2 jaar),

beide peutergroepen (2 groepen van 2 -

4

jaar).

Voor al deze groepen geldt dat de ouders in principe alleen aanwezig zijn

bij het brengen (tot 9.15 uur of tussen de middag) en het halen (tussen de middag of vanaf 16.00 uur). De te noemen tijden zijn uiteraard globaal. De aktiviteiten van de babygroep zijn voornamelijk beperkt tot eten en slapen met tussendoor plassen/poepen, verschonen en vrij spelen (schema 1). Al deze aktiviteiten spelen zich voornamelijk af ln de groepsruimte van de

babies

(6)

-

de zgn. 'rode kamer' vanwege de rode kleur van het plafond

-en in de slaapruimte (3). Het verschonen vindt plaats in de kleednis, vaak

door twee leidsters tegelijk. Het klaarmaken van het eten (melk, brood,

fruit) gebeurt in de keuken

(5).

Bij mooi weer wordt vaak buiten gespeeld op het eigen terras (17), met de kleinsten in de kinderwagen. Bij de tussen-~ is het spelen al wat frekwenter en gedifferentieerder en is ook de aktieradius van de kinderen groter. Hoewel het spelen primair plaats vindt in de eigen groepsruimte (2) - de zgn. 'groene kamer' - komen de kinderen ook geregeld in de beide hallen, (1 en 10), onder meer om te fietsen of

voor ander grofmotorisch spel en het spelen met zand of water.

Verven e.d. gebeurt meestal in de groepsruimte, vanwege de direkte relatie met de badkamer voor het handen wassen. Zodra de groep in subgroepen wordt opgedeeld, wordt de hal tevens als groepsruimte ingericht, b.v. door een van de twee tafels met stoeltjes in de hal te plaatsen. Bij mooi weer wordt

mees-tal buiten gespeeld of gaan de leidsters met de kinderen naar het buurtpark. Het slapen vond aanvankelijk ook in de groepsruimte plaats, maar sinds de

uitbreiding van de slaap/speelruimte (14) gebeurt dit in de 'grote zaal'. Het dagprogramma is weergegeven in schema 2. De beide oudste peutergroepen

maken voor het spelen zowel gebruik van hun eigen groepsruimte - resp. de 'blauwe kamer' (11) en de 'oranje kamer' (13) - als van de hal (10) of de grote zaal (14). Dit laatste wisselt per dagdeel: 's ochtends maakt b.v.

(26)

15

-TIJD

AKTIVITEIT

8.00- 9.15 - opening

- brengen van de babies - praatje met de ouders

vrij spelen

- kleinsten naar bed 9.15-10.00 - fruit eten - verschonen 10.00-11.00 - vrlJ spelen RUIMTE groepsruimte

(6)

ln de box of op de grond slaapruimte (3) groepsruimte

(6)

kleednis, soms de bad-kamer

(4)

groepsruimte, soms hal/ speelruimte (1)

- eten voor de kleinsten (flesvoeding) groepsruimte

11.30-12.00 12.00-14.00 14.00-14.30 14.30-15.00 15.00-16.00 16.00 16.00-17 . 30 17.30

- leidsters om beurten koffie drinken

- eten voor de grotere kinderen (brood)

- slapen

- leidsters om beurten pauze

- uit bed en verschonen - vrij spelen

- eten (kleintjes: fruit, fles-voeding; grotere kinderen: yoghurt)

- vrij spelen

- slapen/verschonen

- leidsters om beurten thee drinken - alle kinderen verschonen

- vrij spelen - opruimen

- ophalen van de babies - praatje met de ouders - sluiting

Schema 1: Dagprogramma van de babygroep

personeelsruimte (8)

groepsruimte

slaapruimte (allerkleinsten in de slaapnis, vijf-dagen-kinderen aan de rand, overige kinderen in het midden)

personeelsruimte of direc-trice kamer (9)

kleednis

groepsruimte, soms de hal, (als de andere groepen buiten spelen) groepsruimte groepsruimte slaapruimte/kleednis personeelsruimte kleednis groepsruimte

I

I

(27)

TIJD

8.00- 9.15 9.15-10.00 10.00-10.45 16

-AKTIVITEIT

- opening - kinderen brengen - praatje met de ouders - vrij spelen

- opruimen

- opsplitsing 1n subgroepen (6 + 6)

- melk drinken, cracker eten - groepsaktiviteit (tekenen,

plak-ken, Jan Huigen, spelen met water

e.d. )

- vrij spelen, bij elkaar

(fietsen, glijbaan, e.d.)

RUIMTE

groepsruimte (2)

groepsruimte, als het nog rustig is ook in de hal-len (1 en 10)

6

in groepsruimte,

6

in hal (1)

soms 1n de badkamer hal (1)

- leidsters om beurten koffie drinken personeelsruimte

(8)

10.45-11.25 - luiers klaarleggen - uitkleden

- bedjes klaarzetten

- groepsaktiviteit (liedje, ver-haaltje)

11.25-12.10 - eten (brood)

12.10-12.20 - vrij spelen ('uithollen')

12.20-14.00/ 14.30 - slapen

14.00/14.30

-14.45 14.45 15.00-16.00 16.00-16.30 16 .30-17 . 30 17.30

- leidsters om beurten pauze

- wassen en aankleden bedjes opruimen

- vrij spelen

- fruit eten - vrij spelen

- leidsters om beurten thee drinken - eten (yoghurt)

- verschonen - vrij spelen

- ophalen van de kinderen - praatje met de ouders - sluiting

Schema 2: Dagprogramma van de tussengroep

groepsruimte en hal (1)

slaapruimte (14)

groepsruimte

groepsruimte (2 tafels met elk 6 kinderen)

hal (1)

slaapnissen van ruimte (14)

personeelsruimte of direc-trice kamer

(9)

badkamer resp. groepsruimte slaapruimte (14) hal (1) groepsruimte hal personeelsruimte groepsruimte badkamer groepsruimte

(28)

TIJD

8.00- 9.15 9.15-10.00 10.00-11 . 1 5 17

-AKTIVITEIT

- opening - kinderen brengen - praatje met de ouders - vrij spelen

- opruimen

opsplitsing in subgroepen

(8

+

8)

- melk drinken

- groepsaktiviteit (knippen, plakken, verven, e. d. )

- vrij spelen, bij elkaar

RUIMTE

groepsruimte (11) resp. (13)

idem, soms ook in de speel/ slaapruimte (14)

8

in groepsruimte (11) en

8

in speel/slaapruimte resp.

8

in groepsruimte (13) en

8

in speelhal (10) groepsruimte (11) en speel/ slaapruimte resp. groeps-ruimte (13) en hal (10) - leidsters om beurten koffie drinken personeelsruimte

(8)

11 . 15-12.00 12.00-12.30 12.30-14.30 14.30-15.00 15.00-15.45 15.45-16.30 16.30-17 • 30 17 .30

- groepsaktiviteit (liedje, ver-haaltje)

- eten

- uitkleden en tanden poetsen - slapen of vrij spelen - leidsters om beurten pauze - aankleden

- fruit eten - vrij spelen

- leidsters om beurten thee drinken - opsplitsing in subgroepen

(8

+

8)

- yoghurt eten

- groepsaktiviteit - opruimen

- vrij spelen

- ophalen van de kinderen - praatje met de ouders - sluiting

Schema

3:

Dagprogramma van de beide peutergroepen

groepsruimte (11) resp. (13) per groepsruimte 2 tafels met

8

kinderen

badkamer

slaapruimte (14), niet-slapers naar hal (1) personeelsruimte of direc-tricekamer

(9)

groepsruimte (11) resp. (13) groepsruimte (11) resp. (13) personeelsruimte .8 in groepsruimte (11) en 8. in speelhal (10) resp.

8

in groepsruimte (13) en 8 ln speeljslaapruimte (14) groepsruimte (11) resp. (13)

(29)

----

- --GROEPSRUIMTE 1···;·;··1 : : : : : : : : ,·,.·.· ... ·.·! [::f;,;,;,;,;,;,,::::::::::::~ BABYGR:>EP (6)

GROEPSRUIMTE SZ:l ~ rzJ TUSSENGROEP (2) 0 c::::::::::J

-GROEPSRUIMTE rn::I

,

...

,

t······, t:m PEUTERGROEP(11.) 0 c::::J CJ

-GROEPSRUIMTE c::l ,.;.;.;.;.;.j 1;·;·;·;·;·;·1 D PEUTERGROEP (13) 0 r:=J CJ SLAAPRUIMTE -~ - - - - - - - -

-

- -BABYGROEP (3.) f--- - -

-

-SLAAPRUIMTE _t4

4/3

~:::j .4 OVERIG (14)

~

0 4/3

.,..

3.4.

HAL I SPEEL 2. RUIMTE (1)

~

'0 2. HAL I SPEEL 2.

ca

3/4 RUIMTE (10. ) 3/4 0 314

Ruimtegebruik van de speel- en slaapruimten

. . . = vrij spelen c:=:=J

=

groepsaktiviteit t··· .. ··· .. ·, = eten ~

=

slapen

I

2.

-

3.4 - - - - -

-

--[Z] 4/3t=J 4/3 2. 0 3/4c::J 314

Indien meerdere groepen van eenzelfde ruimte gebruik maken, dan lS

dit aangegeven met cijfers volgens

1 = groep 1 (babygroep)

2

=

groep 2 (tussengroep)

3

=

groep 3 (peutergroep) BLAUW)

4

= groep

4

(peutergroep,ORAlIJE)

(30)

19

-BLAUW gebruik van de hal en speelt ORANJE in de grote zaal en 's middags wordt dit omgewisseld. Kleutergym vindt in de groepsruimte plaats. Bij goed weer spelen de kinderen buiten of wordt een uitstapje gemaakt.

Schema 3 geeft een overzicht van de aktiviteiten van de peutergroepen.

Voor het gehele dagverblijf geldt, dat de groepsruimten tevens gebruikt worden voor aktiviteiten van ouders, zoals ouderavonden of het repareren

van speelgoed. De rust/speelruimte (14) wordt eveneens voor vergaderingen

en personeelsbijeenkomsten gebruikt. 3.2. Oordeel van de gebruikers

3.2.1. ~~~~~~~~~

De lokatie is goed gekozen. Het wandelpark is dichtbij en 1n de direkte nabijheid bevindt zich onder meer een kunstijsbaan en een zwembad, waar-van door het personeel in de vrije uurtjes veelvuldig gebruik gemaakt wordt. Parkeervoorzieningen zijn in ruime mate aanwezig. Het buitengebied 1S rU1m van opzet en door de sterk gelede opzet van het gebouw zijn er veel hoeken en beschutte plekken, waar kinderen zich kunnen terugtrekken. Het overdekte gedeelte (de beide loggia's) maken buiten spelen ook bij minder goed weer mogelijk. De op het noord-oosten gelegen buitenruimte voor de babies bevalt minder goed (tocht en weinig zon).

3.2.2. ~~!_§~~~~~_~~~_~~!~~~~~~~

Over het kinderdagverblijf als totaal oordeelt men zeer positief. Het ge-bouw bevalt goed, vooral over de ruimte 1S men tevreden. De situering van

de groepsruimten rond de beide centraal gelegen hallen wordt als positief.

ervaren, met name vanwege de mogelijkheid deze te betrekken bij de groeps-ruimten (meervoudig ruimtegebruik). De opzet om met nissen te werken bevalt eveneens uitstekend, zij het dat de kombinatie van speel/slaapnissen in de praktijk niet goed bleek te werken. Het heen en weer slepen van bedjes en ander materiaal bleek bezwaarlijk, vandaar dat de nissen uiteindelijk slechts als slaapruimte werden gebruikt. Dit had echter tot gevolg dat de totale speelruimte te klein werd. Om die reden is in een later stadium het slapen verplaatst naar de speel/slaapruimte, die daartoe is uitgebreid. Men zou echter liever over aparte slaapruimten per groep beschikken.

Zeer positief 1S men over de ligging van de directricekamer: centraal ge-legen en door de vorm en inrichting van het gebouw overal goed zichtbaar.

(31)

Zicht op de entree

(32)

- 20

-De teruggelegen ligging van de spreekkamer en de personeelsruimte biedt de mogelijkheid voor de leidsters om even op adem te komen.

De vele deuren in het centrum maken het totale wandoppervlak gering.

Hierdoor 1S de mogelijkheid tot het plaatsen van kasten beperkt en wordt het toch al aanwezige tekort aan berging nog nadrukkelijker gevoeld. Alle buitendeuren zijn in verband met de brandveiligheid ook bedoeld als vluchtdeuren. Overdag zijn ze niet op slot, maar d.m.v. een SChuifje alleen door leidsters te openen.

De hoogte van de drempel bij de entree en de geringe breedte van de toe-gangsdeuren zijn bezwaarlijk voor de toegang van gehandicapten en bij af-levering van goederen.

3.2.3. De afzonderlijke ruimten

---Groepsruimte

(6)

_

.

'

lQl-

--

-

~ ~I~ . . . ~... -I

i

.ï4p;,.tEl.tblli,tt", - _ ... _IJ.l~

,...~-

r

-

~

- - - - !

-,.~. '0. ,ao ,eo '" ,10

De ruimte voldoet redelijk kwa

oppervlakte. Wanneer er veel

kinderen of veel ouders aanweiig

zijn is het te druk en te

on-rustig voor de kinderen. De zui-gelingen ondervinden last van

de oudere babies

(8-15

mnd.).

Deze laatste groep wordt

ge-hinderd wanneer ze alleen willen

spelen. Als de 'norm' van

4

leidsters op 16 babies gehaald

wordt, zal de ruimte te klein

zijn. De hoeveelheid bergruimte

voor kinderwagens/wandelwagens

ontbreekt, doch dit wordt

opge-lost door gebruik te maken van

de ruimte onder de trap van de toegang tot het bejaardenhuis.

Speelnissen ontbreken en de vorm van de ruimte (schuine hoeken) bemoeilijkt de inrichting.

De beton-stenen wanden worden als hard ervaren en veroorzaken bovendien veel stof, gruis. De houten plafonds hebben weliswaar een positieve

(33)

bete-kenis voor de sfeer, doch vormen tevens ideale plekken voor spinnen en stofwebben. De vloerbedekking (linoleum) voldoet uitstekend. Bovenlichten geven een plezierige hoeveelheid extra daglicht. Het direkte zonlicht kan soms enigszins hinderlijk zijn. Wel wordt tocht langs de vloer als hinderlijk ervaren.

Over de relaties met de andere ruimten wordt het volgende opgemaakt:

- de ligging aan de speelhal(1)is plezierig, omdat zo een extra speelgebied beschikbaar is

- de oorspronkelijke deur naar de badkamer is afgesloten, waardoor de bad-kamer alleen nog via de slaapruimte bereikbaar is

- de oorspronkelijke deur naar de keuken is vervangen door een laag hekje - de kleednis kan eveneens door een hekje afgesloten worden.

- de direkte toegang tot het terras wordt positief gevonden.

Het uitzicht naar buiten is vanuit de bapyzaal z@er beperkt. Een laag geplaatst raam zou wenselijk zijn.

Slaapruimte (3)

.

>~

.

'

,

~ ~tJLi-I'

-

,'"

"

" ~,: , ~,/ - ' I

-

-

-1

1."

_

~-:,~

r:

1

/~

$

'

~

'

-, .

'U1.nUlI.\..T , D

,)J~

,

,'

I :

~ I~

,

,

"

'

lfll~-ts- ~I.

J 'f ' , I

_~:

';'

~

"

_

(,' .. ,. i ; ,~,

De oppervlakte is voldoende doch de ruimte is te onrustig voor kinderen die licht slapen (de

ruimte tussen de bedjes wordt te ger1ng ervaren). Men zou liever meerdere kleinere afgescheiden ruimten wensen, waardoor de kinderen beter tot rust komen. Er is al eens gepoogd om met schotjes tussen de ledikanten wat meer privacy te bereiken, doch dit werd uit veiligheidsoverwegingen (brand-weer) niet toegestaan.

Ook hier zijn er klachten over tocht langs de vloer. Om die reden 1S de deur naar de groepsruimte van de tussengroep (2) dichtgemaakt.

Er is sprake van lawaai afkomstig uit de aangrenzende badkamer.

Doordat er teveel babies op een ruimte aanwezig zijn, met wisselende slaap-tijden, wordt veel onrust veroorzaakt (heen en weer gelOOp).

Door het werken met vaste slaapplekken is getracht de onrust te verminderen en zo enige geborgenheid en zekerheid te organiseren. (allerkleinsten in de slaapnis, '5-dagen' kinderen langs de randen, overigen in het midden.

(34)

Badkamer (4)

. Keuken (5)

- 22

-De badkamer die gezamenlijk met de tussengroep gebruikt

wordt, geeft geen aanleiding tot op- of aanmerkingen .

De keuken geeft geen aanleiding tot op- of aanmerkingen.

De oorspronkelijke deur naar de groepsruimte van de

tussen-groep is afgesloten .

. De buitenruimte (17)

100

....

De oppervlakte van de eigen buitenruimte is

0.\ goed. De situering op het noord-oosten en de

nabijheid van de flat beperkt soms de

ge-bruiksmogelijkheid (tocht).

In plaats van gras (te ongelijk en gevaar dat

babies gras eten) zijn speciale tegels gelegd;

(35)

. Groepsruimte (2) ,

...

.'. ~ .; \ . ',~_:' . :'.' ': .:: .... ;:: :::,/'. . 'e· .- '.'

De oppervlakte van de ruimte lS voldoende,mede doordat de speelhal ook beschikbaar is

I.

als tweede

groepsruimte,waar-.'. door opsplitsing in

subgroe

--;-::T,'= pen mogelijk is. Bovendien

wordt de groepsruimte niet gebruikt voor grof-motorisch

~~OE.'P~ llU"'li.

,.~,

spel. Wel wordt opgemerkt, dat zonder de beide nissen

y - aanvankelijk bedoeld als

Slaap/speelruimte - de totale ruimte te klein zou zijn ( (het slapen gebeurt dan ook

ln de slaapruimte (14)). De groepsruimte (2) is door de directe nabijheid van de

badkamer vooral geschikt voor aktiviteiten als kliederen met verf en klei,

eten en vanzelfsprekend ook voor het verschonen van kinderen.

Voor de berging van kleine materialen zoals speelgoed, klei, papier e.d. maakt men gebruik van kasten die zijn opgesteld langs de wand van de groepsruimte.

Daarnaast wordt één van de nlssen als berging gebruikt. Groter speelmateriaal staat in de speelhal.

De buitendeur naar het speelterrein veroorzaakt soms wat tocht. Over de rele.ties met andere ruimten kan het volgende Bezegd worden: - de direkte koppeling tussen groepsruimte en speelhal is goed, maar als

er 1 leidster is blijkt de overzichtelijkheid onvoldoende, waardoor dan slechts één van beide ruimten Bebruikt wordt.

- de deur tussen de groepsruimte en de slaapruimte babies lS dichtgetimmerd

omdat die deur niet gebruikt werd en aanleiding gaf tot geluidproblemen.

Bovendien lS er nu weer wat meer wandruimte beschikbaar.

de direkte relatie met de badkamer is positief. Kinderen worden ln het overgangsgebied op de pot gezet zodat ze bij het groepsgebeuren betrokken blijven.

de direkte toegang tot het buitenspeelgebied Vla de overdekte loggia wordt

(36)

Hal/speelruimte (1)

. /

-

24

-De meeste opmerkingen hierover zijn reeds

genoemd bij bespreking van de groepsruimte.

Behalve als groepsruimte funktioneert de hal

ook als verkeersruimte. Dit geeft geen

pro-blemen, met dien verstande dat als het daar

erg druk lS (bij het begin van en aan het

eind van de dag) de hal niet als speelruimte

gebruikt wordt.

Het ontbreken van een direkte relatie met

de badkamer wordt voor sommige aktiviteit en

als een. gemis gevoeld.

De speelhal (1) kan door middel van een hek afgescheiden worden van de andere

speelhal (10). Ook hier wordt de direkte toegang tot het buitenspeelgebied

gewaardeerd. . Slaapruimte

Het slapen van de tussengroep gebeurt ln de nissen van de slaapspeelruimte (14).

Hoewel dit op zichzelf geen problemen geeft, wordt de afstand tot de eigen

groepsruimte bezwaarlijk genoemd, omdat de kinderen zo in hun pyama via de

hal en de groepsruimte peuters moeten lopen. Als voordeel wordt genoemd dat

door het slapen van zoveel kinderen tegelijkertijd in een ruimte weinig

per-soneel voor toezicht nodig lSo Badkamer

Buitenruimte

Door vergroting van de aankleedmogelijkheid kunnen er

nu 2 kinderen tegelijk gewassen en gekleed worden.

Daar-mee voldoet de badkamer goed.

Hoewel slechts een van de twee toilet jes gebruikt wordt

voor het leeggooien van de potjes, moest het 2de toilet je

dat bij de verandering wegviel, toch opnieuw geplaatst

worden (overeenkomstig de gemeentelijk verordening).

Over de buitenruimte zijn geen bijzondere opmerkingen gemaakt. Algemeen

(37)

Kombinatie van verkeersruimte en speelruimte (hal 1)

(38)

25

-c. B.ui.m!.e!!. in_g~b!:uik_d.2.0!: z.r.2.e~

1

~n_ 4_(~-~ .J.a~rl . Groepsruimte (11) en (13)

.'1 .

De oppervlakte van de beide groepsruimten wordt als

vol-doende groot ervaren, met name doordat de hal/speelruimte

(10) en de slaap/speelruimte

(14) als extra groepsruimte funktioneren. Daardoor is het

mogelijk elke groep in twee subgroepen te splitsen die

voor sommige aktiviteiten dan een eigen ruimte heeft.

De grootste nis in

groeps-ruimte (13) - oorspronkelijk

als berging ontworpen - is

omgebouwd tot speelhuis. Door

een tussenvloertje wordt deze

.nis in enkele lage ruimten verdeeld die - alleen toegankelijk voor kinderen - rustige teruggelegen plekken of holletjes deed ontstaan.

Eén van de kleine nissen in groepsruimte (11) heeft een vergelijkbare funk-tie, terwijl de andere kleine nis als berging in gebruik lSo

De direkte relatie met de badkamer wordt gewaardeerd. De direkte relatie met de buitenruimte wordt zeer gewaardeerd, vooral in de groepsruimte (11). De deur in groepsruimte (13) naar het terras (16) heeft voornamelijk een funktie voor de ventilatie.

Het plafond in deze ruimte wordt wat te hoog gevonden

(3.20

m), waardoor het moeilijk is slingers e.d. op te hangen.

Dat groepsruimte (13), op het noord-westen gelegen, minder zon krijgt dan de overige ruimten vindt men minder plezierig.

(39)

Groepsruimte van de peutergroep

(40)

• Hal/speelruimte (10)

26

-I

I

I

1

In de hal zijn de water- en zandbak

opge-nomen die vrijwel alleen 's winters

ge-bruikt worden. De peuters en ook de

tus-sengroep kunnen hier met zand of water

spelen, niet met beide tegelijk omdat dan de

waterbak dichtslibt. Doordat beide bakken

met een deksel afsluitbaar zijn, is de

ruimte tevens beschikbaar als groepsruimte,

o.a. voor subgroepaktiviteiten en voor

grof-motorisch spel. Voorts funktioneert de hal als algemene cirkulatieruimte,

het-geen in de praktijk het-geen problemen geeft.

1

Vanuit de hal is er een goede direkte verbinding naar buiten. Tijdens het

buitenspelen staat deze deur meestal open.

Speel/slaapruimte (14)

-I

De slaapruimte wordt zowel door de tus-sengroep als door de beide peutergroe-pen als slaapruimte gebruikt. Het bij elkaar slapen van een groot aantal

(30-40) kinderen blijkt hier geen pro-blemen te geven. Buiten de slaapuren

worden de stretchers in de nissen

op-geborgen, waardoor ruimte vrijkomt om te spelen. Evenals de hal wordt de

'grote zaal' vooral voor grof-motorisch

spel gebruikt. 's Avonds vinden er soms

vergaderingen plaats. De deur naar bui-ten wordt gebruikt voor het in- en uitrijden van groot spelmateriaal en geeft de mogelijkheid tot natuurlijke ventilatie.

(41)

Groepsruimte van de peutergroep

(42)

- -- - - -- - - - --- -

-Badkamer (12)

. Direktricekamer

(9)

27

-De oppervlakte van de vorm van de badkamer zijn goed, doch als er veel van de 32 kinderen aanwezig zijn wordt het wel erg druk. Er is behoefte aan meer toiletten

(nu

4

toiletten op 32 kinderen). Overigens geeft men de voorkeur aan een gekombineerde badkamer boven de splitsing in afzonderlijke badkamers per groep •

De afmetingen van de ruimte zijn groot genoeg. De inrichting met een tafel, twee buro's en een zitje maakt de ruimte zowel geschikt als werkkamer voor de direktrice enadministratieruimte, als voor het ont-vangen van bezoek en als pauzeruimte voor de leidsters. De centrale ligging wordt erg plezierig gevonden: de direktrice is voor iedereen goed bereikbaar en heeft door de glazen wanden zelf een goed zicht op beide hallen. Een nadeel is soms, dat zij vaak afgeleid wordt. Voor rustig schrijfwerk wordt dan ook nogal eens naar huis uitgeweken. Er is een goede, direkte verbinding naar buiten .

. Personeelsruimte

(8)

~~~~a~

~

.

. ~

..

.

'

..

De huidige personeelsruimte was aanvankelijk als voedingskeuken in gebruik. Sinds er geen warm eten wordt gemaakt (bezuinigingen) wordt deze ruimte alleen voor koffie- en theepauzes gebruikt. De teruggelegen ligging vindt men prima.

(43)

. Spreekkamer (7)

. Overige ruimten

De spreekkamer is veel te klein. Voor gesprekken met ouders wordt daarom meestal van de direktricekamer gebruik gemaakt. Voor kortdurende aktiviteiten als het schrijven van rapportjes door de leidsters geeft de ruimte minder problemen.

De situering van de spreekkamer, even buiten het eigenlijke dagverblijf is goed.

De e.v.-ruimte, de werkkast, de personeelstoiletten en de algemene berging geven geen aanleiding tot op of aanmerkingen.

Wel zijn sinds de in gebruik name kleine veranderingen aangebracht.

De oorspronkelijk als personeelsgarderobe geplande ruimte is veranderd ln een tweede toiletruimte. De oorspronkelijke wasruimte is veranderd in een algemene berging sinds de was de deur wordt uitgedaan.

Samenvatting oppervlakte prlmalre

Groep 1 (1-15 mnd) groepsruimte (6) slaapruimte (3 ) Groe12 2 (15-24 mnd) groepsruimte (2) speelruimte/hal (1) slaapruimte ( 14) Groe12 ~ (2-4 jr) groepsruimte ( 11 ) speelruimte/hal ( 10) slaapruimte ( 14) Groep 4 (2-4 jr) groepsruimte ( 13) speelruimte (deel 14 ) slaapruimte ( 14) ruimten opp. 32 m 2 37 m 2 37 m 2 32 m 2 84 m 2 39 m 2 32 m 2 84 m 2 37 m 2 68 m 2 84 m 2 opp./kind. 2,0 m 2 2,3 m 2 3,0 m 2 2,7 m 2 2,0 m 2 2,4 m 2 2,0 m 2 2,0 m 2 2,3 m 2 4,2 m 2 2,0 m 2 opmerkingen ook circulatie gezamenlijk ook circulatie gezamenlijk (ook slaapruimte) gezamenlijk

(44)

- 28a

-I

1

!

I

(45)

4.

DISKUSSIE

4.1.

Konklusies m.b.t. kinderdagverblijf Hummeltje

De beoordeling van het kinderdagverblijf door de onderzoekers zal pas

definitief geformuleerd worden als een groter aantal dagverblijven

be-zocht en geëvalueerd is. In dit stadium van het onderzoek willen wij ons

beperken tot het aangeven van de meest opvallende aspekt en van dit

centrum betreffende achtereenvolgens de organisatie, het bouwproces en

het funktioneren van het gebouw.

4.1.1.

~~§~~~~!~~~~~~~_~E~~!

De indruk bestaat dat een aantal van

60

kinderen vrij groot lSo Het

infor-mele karakter dreigt daardoor enigszins verloren te gaan en voor de

direk-trice is het moeilijk het geheel te blijven overzien. Veel aktiviteiten zijn

dan ook tamelijk strak georganiseerd, in ruimte en tijd. Dit geldt met name voor het gebruik van beide speelhallen. Ook het gemeenschappelijk koffie

drinken vindt op vaste tijden plaats en in een vaste ruimte. Dit geeft de

leidsters de gelegenheid elkaar te ontmoeten. Omdat het koffie drinken niet

in de groepsruimte plaatsvindt, lS op dat moment slechts één leidster per

groep aanwezig, hetgeen de aktiviteiten van de kinderen (vrij spelen) even-eens in belangrijke mate vastlegt. Het grote aantal kinderen en het sterk

gemeenschappelijke en geprogrammeerde aktiviteitenpatroon lijkt enigszins

in tegenspraak met de uitgangsfilosofie, welke streeft naar een individuele benadering van het kind en een nabootsing van de gezinssituatie (uiteraard

een wat groot gezin). Weliswaar is een vast ritme van belang voor de be-. hoef te aan veiligheid en zekerheid maar het is de vraag of in voldoende mate rekening wordt gehouden met de individuele wensen en

ontplooiingsmoge-lijkheden van elk kind.

De grootte van de afzonderlijke groepen lijkt vrij redelijk, zij het dat

het aantal babies nogal groot is. Een aantal van 16 kinderen en 3 leidsters gaat dan ook gepaard met een sterke ruimtelijke en sociale dichtheid in

de babyruimte. Verkleining van het aantal babies tot b.v. 12 kinderen lijkt

dan ook aanbevelingswaardig. Dit heeft tevens het voordeel dat de

werkbe-lasting voor de leidsters minder wordt (vgl. de CRM-norm van 1 leidster op

4

babies!). Een ander voordeel zou zijn dat de interne doorstroming minder

beperkingen oplegt aan de instroom van oudere peuters van buiten het

kinder-dagverblijf. Door bovendien de tweede groep van 15 mnd - 2 jaar wat te

(46)

---

30

-blijven, wat gezien de lange wachtlijst erg belangrijk is.

De leef tijdsindeling van de groepen is zeer bewust gekozen op basis van ervaringen met verschillende overgangs-Ieeftijden en groepssamen-stellingen.

De verblijfsduur ln groep 2 - en daarmee de tijd om een relatie met de leidsters op te bouwen - is echter erg kort (ca. 9 maanden). Wellicht is het mogelijk de doorstroming van groep 1 naar groep 2 per subgroep +

leidster te organiseren, zodat de 5 leidsters wisselend in groep 1 en groep 2 werken. In dat geval heeft een kind gedurende de eerste 2 jaren tenminste 1 vaste leidster, wat met name voor de '5-dagen' kinderen van belang kan zijn.

Het bouwproces was relatief kort, o.a. door de besluitvaardigheid van de initiatiefgroep en de goede relatie met de gemeente, die vanaf het begin in de besluitvorming betrokken is geweest. Ook het feit dat de architekt met de situatie bekend was, kan hierbij een rol hebben gespeeld. Het feit dat de architekt niet vrij kon worden gekozen heeft in dit geval geen nadelige gevolgen gehad. Positief was ook, dat de direktrice reeds ln een vroeg stadium is aangesteld, zodat zij betrokken kon worden bij de plan-ontwikkeling.

Een negatief aspekt van het bouwproces vormde het gebrek aan inzicht in de kosten. Pas in een zeer laat stadium ontstond zekerheid over de precieze financiële konsekwenties van het ontwerp, zodat nog in de bestekfase een belangrijke wijziging c.~. inkrimping van het plan noodzakelijk bleek. Op dat moment heeft onvoldoende terugkoppeling plaatsgevonden naar het programma van eisen, waardoor het kon gebeuren dat, waar het programma vroeg om een eigen slaapvertrek per leeftijdsgroep, uiteindelijk één grote slaapruimte voor 15 mnd -

4

jaar gerealiseerd is.

In hoofdopzet voldoet het gebouw uitstekend. Het centrum is groot en rUlm opgezet en de situering van de groepsruimten rond beide centrale hallen en het centraal gelegen kantoor funktioneert goed. Daarmee is extra groeps-ruimte beschikbaar, de kinderen leren het gehele gebouw goed kennen en de direktrice is voor iedereen goed bereikbaar. Omgekeerd heeft zij een goed overzicht vanuit haar kamer. Door de gelede vorm van het gebouw als totaliteit en van de afzonderlijke ruimte heeft de buitenruimte eveneens een zekere geleding ondergaan en is een relatief groot geveloppervlak

(47)

ont-staan, met als gevolg meerzijdige daglichttoetreding. Ook de hooggelegen ramen - die het hoogteverschil tussen het dag van de groepsruimten en het dag van de speelnissen en bergingen opvangen - zorgen voor een

aan-trekkelijke daglichttoetreding. De ligging op het zuiden en de omvang

en inrichting van het buitengebied - een a~isseling van verhard gebied,

gras, zandbakken en bankjes, en een gedeeltelijk overdekt speelgebied -voldoen eveneens uitstekend.

Hoewel het centrum in aantal m2 achterblijft bij de vooraf gestelde

"normen", geven de oppervlakten van de verschillende ruimten weinig reden tot kritiek. Wellicht houdt dit verband met het opvallend intensief

toege-paste principe van gemeenschappelijk en meervoudig ruimtegebruik. Behalve

de sanitaire ruimten worden ook de beide speelhallen en de speeljslaapruimte alsmede het buitengebied door verschillende groepen en voor verschillende aktiviteiten gebruikt. Daarnaast beschikt elke groep over een eigen ruimte.

Ondanks het positieve oordeel van de leiding over de gebruikswaarde van de

centrale slaap-speelzaal bestaat toch de indruk bij de onderzoekers dat deze ruimte een belangrijk stempel drukt op de organisatie, de strikte dag-indeling, het sterk georganiseerde karakter en het vaste ritme van spelen,

eten, pauzeren en het slapen.

De kindgerichte benadering is dan ook slechts ten dele in het gebouw in

gebruik terug te vinden. De keuze van één centrale zandbak legt beperkingen

op aan het gebruik. Spelen met zand (en water) is daardoor slechts georga-niseerd mogelijk. Een gezamenlijke badkamer voor de babies en de tussengroep

blijkt hier niet goed te werken. Voor de beide peutergroepen geeft de

geza-menlijke badkamer minder problemen. Wanneer aan de vraag om meer toilet jes

tegemoet zou worden gekomen, zou een onderverdeling in twee eigen badruimten wellicht meer voor de hand liggen.

Opvallend in het geheel is de wat geisoleerde positie van de babygroep. Veel aktiviteiten vinden binnen de eigen groepsruimte plaats. Door het grote

aantal babies, het gebrek aan berging en de onvoldoende geleding in

afzon-derlijke 'plekken' is deze ruimte erg onrustig en storen de kinderen elkaar. Hetzelfde geldt voor de slaapruimte. Ook hier zou een indeling in min of meer afgescheiden gedeelten de ruimte rustiger kunnen maken. Het grote aantal kinderen blijft echter een probleem.

Rest tenslotte de situering van het gebouw. De koppeling van het K.D.V. aan

het bejaardenhuis blijkt geen uitgesproken voor- of nadelen te hebben. Wel-iswaar mag het K.D.V. gebruik maken van enkele ruimten van het bejaardenhuis maar het aktiviteitenpatroon wordt door de ruimtelijke nabijheid niet

(48)

32

-Samenvattend kan het kinderdagverblijf gekarakteriseerd worden als een

goed en ruim opgezet gebouw, met een grote mate van gemeenschappelijk en

meervoudig ruimtegebruik, een intensieve benutting van de verschillende

ruimten, en een enigszins teruggelegen positie van de allerkleinsten.

4.2.

Konklusies m.b.t. de onderzoekmethodiek

Het zal duidelijk zijn dat met de gehanteerde onderzoekopzet geen

weten-schappelijk verantwoorde uitspraken gedaan kunnen worden over b.v. de

invloed van de plafondhoogte of de kleur en de intensiteit van de

ver-lichting op het gedrag van kinderen of op hun ruimtebeleving. Zo dergelijke

effekt en al te onderzoeken zijn, zou dit langdurige observaties en

expe-rimenten met verschillende opstellingen en indelingen vereisen. Binnen het

bestek van het onderhavige onderzoek is dit echter niet mogelijk. Hiervoor

zal zoveel mogelijk van literatuuronderzoek gebruik gemaakt worden. Voor

de meest noodzakelijke gegevens - op basis waarvan uiteindelijk richtlijnen

voor de bouw van kinderdagverblijven zullen moeten worden opgesteld - i s

de gehanteerde methodiek wel toereikend gebleken.

De gehanteerde methode voor de beoordeling van de gebruikswaarde der ruimten

door middel van een bespreking van het dagprogramma van elke groep per

leidster, bleek uitermate vruchtbaar.

In iets mindere mate geldt dit voor de schriftelijke aanvulling daarop,

omdat daarin weinig nieuwe informatie werd aangedragen. Overwogen wordt

om ter aanvulling en verdieping van de verkregen informatie aan het eind

van de gesprekjes met de leidsters een aantal varianten c.q. alternatieve

oplossingen aan hen voor te leggen met het verzoek om kommentaar. Daarbij

kan ingegaan worden op zaken als: differentiatie van ruimten naar

aktivi-teiten, organisatorische beslissingen, ruimtelijke relaties, vormen,

ge-zamenlijk en of meervoudig gebruik e.d. Bewust achteraf, om de beoordeling

van de huidige situatie niet te beinvloeden door eventuele 'ideale'

op-lossingen. De observatie van de wijze waarop kinderen de ruimten gebruiken

en kennelijk die ruimte beleven zal bij volgende dagverblijven nog

nadruk-kelijker plaatsvinden.

(49)

Getracht zal worden een duidelijker inzicht te verkrijgen in hoeverre de groepsindeling en de organisatie bepaald worden door het gebouw of omgekeerd de vorm en indeling worden bepaald door doelstelling en organisatie van de aktiviteiten.

Informatie over het bouwproces bleek het moeilijkst toegankelijk. Exakte informatie over de planontwikkeling, de diskussies daarover en met name over kostenramingen blijken niet volledig te achterhalen.

Het lijkt overigens voldoende in dit onderzoek met een globaal inzicht te volstaan. Wat informatie over kosten betref, zijn in feite alleen de huidige huisvestingskosten echt interessant. Meer gedetailleerde informa-tie over toenmalige investeringskosten kunnen eventueel buiten beschouwing worden gelaten. Al met al ziet het er naar uit, dat een zorgvuldige evaluatie van een aantal K.D.V.-en voldoende informatie zal opleveren om verantwoorde richtlijnen voor het bouwen van kinderdagverblijven op te kunnen stellen.

~

De oppervlakte analyse, gekoppeld aan de -beoordeling van de gebruikswaarde

en aangevuld met informatie uit literatuurstudie, zal waarschijnlijk vol-doende informatie verschaffen over de gewenste afmetingen van ruimten.

(50)

34

-RICHTLIJNEN BOUW KINDERDAGVERBLIJVEN BIJLAGE I

E V A L U A TIE K. D. V. HUM M E L T J E U T R E C H T

Aandachtspunten bij het vraaggesprek met de direktrice Ie ronde I. Algemene gegevens: - naam K. D . V . : - instelling : - in gebruik name: - opdrachtgever: - eigenaar: - ontwerper: 2. Organisatorische gegevens: - openingstijden; - werkgebied;

- toelatingsbeleid (gemiddelde verblijfsduur kinderen/leidsters;

gezinssituatie);

- wachtlijst (aantal kinderen, wachttijd, datum inschrijving, leeftijd kinderen);

- aantal en samenstelling groepen; - samenstelling personeel:

alg. leiding groepsleiding

beroepskrachten ( )

stagiaires vrijwi 11 igers

) aantal personen bij deeltijdbanen; - bestuurlijke organisatie

3. Financiële gegevens:

overig bestuur

- jaarlasten huisvesting (zie jaarrekening 1981/begroting 1982). 4. Bouwvoorbereidingsproces:

I) Wie nam het initiatief, wanneer en hoe ontwikkelde zich dat. (staat er iets op papier over het bouwproces)

2) Wat was de rol van de toekomstige gebruikers/de gemeente/de rijksoverheid.

3) Wat waren de uitgangspunten, ideeën t.a.v. de planontwikkeling. 4) Is er een programma van eisen opgesteld:

- door wie/met wie samen; - hoe gedetailleerd.

5) Wat was de basis voor het programma van e~sen of de ideeën over het plan.

6) Wie koos de architect en waarom.

7) Hoe verliep het ontwerpen (voorlopig ontwerp-definitief ontwerp). 8) Is er tijdens de bouw nog iets van belang veranderd.

(51)

5. Als men opnieuw zou moeten beginnen

- wat dan anders in de procedure; - wat dan anders in de uitgangspunten; - wat dan anders in de planontwikkeling; - wat dan anders in de organisatie. 6. Wat zijn nu nog wensen voor de toekomst?

(Act i vi tei ten/ omvang/ doelgroep/werkgebied/ gebouw /bui tengeb ie,!) • 7. Welke achterliggende filosofie of werkopvatting of theorie over

ontwikkeling van kinderen vormt de basis voor de leiding?

- daarna observatie en gesprekken in groepen en met groepsleidster(s) - tenslotte gesprek met directrice in 2e ronde (eind van de dag)

met daarin:

8. Visie directrice op: - alle ruimten;

- speciaal personeelsruimten + ouders; - gebouw als geheel;

9. Bespreking konsept-verslag na toezending.

Rotterdam, 27 september 1982 Vr/Nt

Cytaty

Powiązane dokumenty

Po zjeździe hasło przeprowadzenia wolnych wyborów do rad narodowych i opracowania demokratycznej ordynacji wyborczej pojawiało się coraz częściej w oświadczeniach

Najwięcej jeszcze czegoś tam dochrapuję się wieczorem w łóżku (z dobrego nastroju), ale wtedy od razu robi się dziesiąta, jedenasta, trzeba łykać prochy nasenne, bo tylko 7 -

Results Three principles in Western law are relevant for video recording in health care practice: (1) regulations on privacy regarding personal data, which apply to the gathering

For the corroding specimens, very high amount of iron was detected at the vicinity of steel bar for specimen RefN, which is consistent with the corrosion products accumulated on

Gabinet — pracownia Profesora Michała Ćwirko-Godyckiego ma przypominać, nie tylko wkład światowej sławy antropologów poznańskich — Michała Ćwirko-Godyc­ kiego

Conference on the Behaviour of OffThore Srtuctures, 1994.. Hydrodynamics and Cable Dynamics, Ed. Numerical Investigations of hyd,odynomk coefficients and hydrodynamnic

Polem izując z kolei z błędnym i interpretacjam i natury podmiotu poznania um ysłowego, autor opisuje em pirystyczny sposób rozum ienia umysłowej w ładzy poznawczej

Po zastanowieniu się nad odpowiedzią, na pytanie o cele terapii zajęciowej sto- sowanej w rehabilitacji osób starszych, badane osoby wymieniały przede wszystkim aktywizację