• Nie Znaleziono Wyników

Afsluiting Brouwershavensche Gat

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Afsluiting Brouwershavensche Gat"

Copied!
133
0
0

Pełen tekst

(1)

Afsluiting

Brouwershavensche Gat

Een serie overdrukken uit “OTAR” 1973

(2)

1. Afsluiting Brouwershavensche Gat

Technische Hogeschool /) Bibliotheek

Afdeling: Civiele Techniek . Stevinweg 1

f

postbus 5048

2600 GA Delft

OTAR 58 (1973) 1

1. Overzicht van de artikelen-serie over de afsluiting van het Brouwers-havensche Gat.

2. Vraaggesprek met ir. H. A. Ferguson, hoofd van de Deltadienst, door P. Swager ing.

3. Voorwoord, door ir. N. Biezeveld.

4. De dam door het Brouwershavensche Gat; tracé, profiel, werkplan door ir. M . .T. Loschacoff.

5. Damvak Middelplaat, Kabbelaarsbank en Springersdiep, door P. J. van Maldegem ing.

6. Bodembescherming van zinkstukken, door J. M. van Westen ing.

7. De rol van asfaltbodem bescherming bij de sluiting van het Brouwers-havensche Gat, door ir. A. J. Woestenenk.

8. Natuurmetingen ten behoeve van de voorbereiding, het ontwerp en de uitvoering van de afsluiting van het Brouwershavensche Gat, door H. Y. Schaap.

9. Het verlengen van het damvak Kabbelaarsbank en de drempelopbouw in de sluitgaten door P. J. van Maldegem ing.

10. Bouwdok Bommenede door H. Ferdinandusse en H. v/d Salm. 11. Het maken van 12 doorlaatcaissons en 2 landhoofdcaissons, door

H. Ferdinandusse en P. Boone.

12. .Betonblokkenfabrikage, door C. J. van Rossen ing. 13. Bouw kabelbaan (onderbouw) door C. J. van Rossen ing. 14. Bouw kabelbaan (bovenbouw) door H. J. S. Bijl ing. 15. De afsluiting van de Kous met behulp van caissons door

ir. G. L. Nieuwendijk.

16. Blokkensluiting, door ir. F. G. van der Meer.

17. Damvakken ter plaatse van de sluitgaten, door P.J. van Maldegem ing. 18. Recreatieve voorzieningen langs de dam door J. M. van Westen ing. 20. De planning van de uitvoering door ir. G. de Wolf.

21. De Dammenweg (rijksweg 57) op Goeree door J. Cysouw.

22. De Dammenweg (rijksweg 57) op Schouwen-Duiveland door G. Boot. 1

(3)

2. Vraaggesprek met

Ir. H.A. Ferguson

Hoofd van de Deltadienst

door Ing. P. Swager

Het Deltaplan, zoals het na de stormvloedramp van 1 februari 1953 opgestelde complex van uit te voeren afsluitings- en dijkversterkingswerken wordt genoemd, is thans voor een groot deel voltooid. Als laatste en overigens grootste afsluitingwerk rest nog de voltooiing van de afsluiting van de Oosterschelde.

Naarmate de jaren verstreken en de afsluitingwerken vorderden, ging de publieke mening zich meer bemoei-en met hetgebemoei-en in het Deltagebied, zoals het zuidweste-lijk deel van ons land thans algemeen wordt genoemd, door Rijkswaterstaat en in het bijzonder door de Delta-dienst tot stand wordt gebracht. Deze verhevigde be-langstelling houdt verband met de zorg om het milieu, een aspect van onze samenleving dat met de toename van de bevolking en de in verhouding daarmede oneven-redig grote uitbreiding van de industrie in ons land van het grootste belang is geworden en dat anders dan vroeger thans volop in discussie is. Met name gaat het velen er nu om of de Oosterschelde niet beter een getij-water kan blijven en de afsluiting van deze zeearm al-thans gedeeltelijk ongedaan moet worden gemaakt. De uit verschillende geledingen van onze samenleving aan de rijksoverheid gestelde vragen zijn zó indringend, dat de Rijkswaterstaat is overgegaan tot het opstellen van een "tussentijdse balans" van het Deltaplan. In de opstelling van deze in februari 1972 verschenen pu-blikatie "het Deltaplan in het licht van de laatste ont-wikkelingen", heeft ir. H. A. Ferguson als hoofd van de Deltadienst een belangrijk aandeel gehad. De heer Ferguson heeft zijn sporen op het gebied van de water-bouwkunde verdiend. Naast een grote kennis van zaken op velerlei gebied bezit hij het vermogen om belangen evenwichtig tegen elkaar af te wegen en voor de samen-leving verantwoorde beleidsbeslissingen te formuleren.

Vraag 1. Bestaat er aanleiding toe de werken aan de Oosterschelde stil te leggen? Antwoord:

Dat zou hoogst onverstandig zijn. Zo spoedig mogelijk moet er voor de veiligheid van de bewoners van zuid-westelijk Nederland worden gezorgd. Daarvoor is het Deltaplan ten slotte vooral opgesteld. Wil men het plan verder aanpassen dan blijft dat mogelijk, maar de te-genwoordige uitvoering moet doorgaan. De bestudering van een aanpassing van een dergelijk groot plan eist veel tijd. Het is als bij een schermwedstrijd: men moet een goede taktiek toepassen. Wij kunnen zo maar niet even stoppen; dat zou fataal zijn. De natuur, als onze gevechtspartner, stopt niet. Daarom nu doorzetten en straks bezien of er ,vellicht verdere aanpassingen moe-ten komen. Met de natuurkrachmoe-ten moet men uiterst voorzichtig omgaan.

Vraag 2. Zou ir. Ferguson met de wetenschap die we nu bezitten een geheel ander Deltaplan hebben op-gesteld? Antwoord:

Nee! Het ontwerpen van een dergelijk veelomvattend plan is niet een kwestie van werken met de rekenlat. Een team van medewerkers is er lang mee bezig ge-weest. Gelukkig waren er reeds vóór de stormvloed van 1953 uitgebreide onderzoeken en studies verricht.

2

ir. H. A. Ferguson, Hoofd van de Deltadienst

Daardoor is het voor de delta-:ommissie mogelijk ge-weest zo snel tot resultaten te komen. De grote inspira-tor van het Deltaplan is geweest de in 1959 overleden dr. ir. J. van Veen. Ontwerpen heeft veel te maken met inzicht. Naar de mening van de heer Ferguson hebben de ontwerpers van het Deltaplan getoond een goede visie te bezitten op de toekomst.

De lange uitvoeringsduur van de werken van het Delta-plan zou inderdaad een achterhalen van uitgangspunten kunnen inhouden. Echter worden waterbouwkundige werken, gelet op de hoge kosten, zeer zorgvuldig voor-bereid. Er wordt een stuk infrastructuur gebouwd. In zich wisselende omstandigheden kan de basis-infra-structuur meer blijvend zijn. Continuïteit is nodig, want met wat men maakt moet men lang doen. De delta-dammen zijn geen "wegwerp" constructies. De "ham-vraag" is of de huidige inzichten zodanig zijn dat thans een ander plan uit de bus zou komen. Dat zit er niet in!

Vraag 3. Is het zelfreinigend vermogen van de Delta-·wateren groot genoeg om blijvende verontreiniging te voorkomen? Antwoord:

Ja! De kustwateren kunnen verontreinigd worden door de Rijn; van de Westerschelde is hier minder te duchten. In de afgesloten deltawateren echter, kan de zaak in de hand worden gehouden. Beheersing van de natuur is mogelijk en behoeft geen ongewenste zaak te zijn. Aan ieder natuurlijk water wordt in de loop van de tijd voedsel toegevoegd. Oligotroof (voedselarm) water in een afgesloten meer kan eutroof (voedselrijk) wor-den. Duinmeren kunnen verlanden door opheenhoping van voedsel; overal in de wereld gebeurt dat. Ook in het buitenland kent men deze problemen, vaak nog in veel erger mate, waarbij als voorbeeld kunnen worden genoemd het Ontariomeer en het Eriemeer. Men had daar aanvankelijk geen flauw benul van wat eutrofiëring tot gevolg had. Het is een volstrekt onzuivere voorstel-ling van zaken om voor de Zeeuwse wateren eenzelfde toekomst te voorspellen. We zijn niet onvoorbereid en we weten meer.

De antwoorden op de ontwikkelingen in de maatschap-pij en voor de nieuwe aspecten bij het Deltaplan groei-OTAR 58 (1973) 1

(4)

en mee in het denken van de mensen. Onze kennis over de verontreinigingen is dieper, de technische mogelijk-heden zijn groter. Er is een parallellisme in het denken over de verschillende zaken. De antwoorden zijn inge-bed in de ontwikkelingen van maatschappij en weten-schap. Er zijn altijd schokeffecten, maar stapvoets wordt voortgegaan in gunstige ontwikkeling. In de uit-voering Deltawerken is er ook een escalatie: van de kortste dam naar de langste, van het kleinste meer naar het grootste.

Vraag 4. Gaat er met de uitvoering van het Deltaplan

niet veel natuurgebied verloren? Antwoord:

lnderdaGd gaat er veel verloren, maar er wordt ook heel wat aan het bestaande toegevoegd. Er kan worden gesteld, dat de versterking van de bestaande dijken een "hardere" structuur zou geven dan met de afsluiting van de zeegaten thans het geval is. Het is niet waar dat alles geofferd wordt aan de veiligheid. Er is geen zwart-wit situatie. Het met heimwee denken aan de vroegere situatie kan niet betekenen dat ontwikkelingen gestag-neerd moeten worden. Veel meer· Nederlanders en uiteraard ook buitenlanders kunnen nu kennis maken met en genieten van het Deltagebied, dat vroeger moei-lijk toegankemoei-lijk was.

Er is als het ware een gesprek met de natuur. Aan de natuur als gesprekspartner moet de nodige aandacht

Gesprek in de werkkamer van ir. Ferguson in het kantoor van de Deltadienst te 's-Gravenhage

OT AR 58 (1973) 1

worden besteed. Er moet begrip zijn voor de natuur, maar ook moet men attent blijven op het soms gevaar-lijke kar.akter. Bij een andere ecologische situatie zijn er verliesposten, maar er is ook winst. Het gaat- er dan vooral om het milieu in de hand te houden.

Vraag S. Welke is de plaats die de H.T.S.-er (hogere technicus) inneemt in het geheel van de Deltadienst?

Antwoord:

"Een ·zeer grote". Er moet een wisselwerking zijn met de natuur die we beïnvloeden en dat is niet door model-proeven in laboratoria te vervangen. Ervaring is essen-tieel. Voor de wetenschappelijk gevormde ingenieur is het moeilijk ervaring op te doen in het veld. De H.T.S.-er heeft een stH.T.S.-erkH.T.S.-er rechtstreeks kontakt met de-natuur. De leidinggevende technicus start met een bepaalde op-leiding, die tot steun kan zijn; maar later moet dat er uit komen. Niet iedere Delftse ingenieur maakt zich waar, ook niet iedere H.T.S.-er. In de omgang met mensen moet men leren. Men moet bij de beoordeling van medewerkers niet star vasthouden aan het start-punt, maar letten op de waarde voor de te verrichten taak. De plaats in het geheel van de dienst hangt-ook af van het inzicht dat men toont. Er is een ontwikkeling gaande, waarbij de opleiding en het werkterrein van de afgestudeerden van de T.H. en van de H.T.S. dichter ineen lopen.

De foto's, genomen doór de fotogfaaf C. Jacobs, zijn beschik-baar gesteld door de afdeling Reprografie van de Rijksw·ater-staat.

(5)

3. Voorwoord

van Ir. N. Biez.eveld. (Hoofd van de afdeling Afsluitingswerken) van de Deltadienst

Eind januari/begin februari 1953 raasde een zware Noordwesterstorm over de Noordzee. Ditmaal liep hij niet te pletter op onze kust, doch sloeg, vooral in het zuidwestelijk gedeelte van ons land, vele bressen in de zeewering en inundeerde grote delen van de daarge-legen vaderlandse bodem. Talloze doden vielen te be-treuren en grote schade werd toegebracht aan have en goed.

Het Nederlandse volk werd op wel bijzonder ruwe wijze geconfronteerd met de gevaren die een laag ge-legen, en door honderden kilometers zeewering om-sloten land als het onze vanuit de open zee bedreigen. Door deze stormvloedsramp werden reeds eerder opge-zette plannen tot waterstaatkundige samenvoeging van een aantal Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, doch die toen wegens de omvangrijkheid van het werk nog niet met een redelijke kans op succes uitvoerbaar waren, plotseling aktueel en werden voorts reeds jaren aan de gang zijnde, op de toekomst gerichte waterhuishoud-kundige en waterloopwaterhuishoud-kundige studies hoogst belangrijk. Twijfels werden overwonnen en de naar aanleiding van deze stormramp door de toenmalige minister van Ver-keer en Waterstaat ingestelde Deltacommissie publiceer-de haar rapporten. Op basis daarvan kwam in 1958 publiceer-de Deltawet tot stand en deze gaf aan het door de com-missie ontworpen Deltaplan haar wettelijke basis. Sedert de stormvloedsramp van 1953 zijn inmiddels 20 jaren verlopen en in die periode is het Deltaplan gestaag naar haar uiteindelijke vorm toegegroeid. Stap voor stap, beginnend met het kleinste werk en steeds naar groter toewerkend is, met haast de regelmaat van een klok, de ene dam na de andere gereed gekomen. Zo zijn de drie secundaire dammen reeds geruime tijd geleden voltooid (respectievelijk in de jaren 1960, 1964, 1969), terwijl er van de vier primaire dammen momen-teel drie gereed zijn; na de Veersegatdam (in 1961) en de Haringvlietdam (in 1970) thans in 1971 de Brou-wersdam in de monding van het Brouwershavensche Gat tussen Goeree in het Noorden en Schouwen in het zuiden.

Hoewel er in de Driemaandelijkse Berichten van de Deltadienst, zowel als in vele technische tijdschriften regelmatig publicaties zijn verschenen met betrekking tot de vele problemen en aspecten die er aan de aanleg van de Brouwersdam zijn verbonden geweest, moet

mijns inziens de vraag, of het wel zinvol is om na al die verslaggeving opnieuw een reeks publicaties over dit werk het licht te doen zien, toch bevestigend beant-woord worden.

Niet alleen hebben zich op het terrein van de uitvoe-ringstechniek en op het gebied van de waterloopkundige begeleiding nieuwe ontwikkelingen voorgedaan, doch de aanleg van de Brouwersdam, die bovendien de eerste is met twee simultaan te dichten sluitgaten, kan worden beschouwd als de "test-case" voor de aanleg van de laatste en tevens de grootste van alle Deltadammen, de Oosterscheldedam. Daarom is het nuttig om, nu het eigenlijke uitvoeringswerk is voltooid, de verschillende onderdelen nog eens rustig en in een aaneengesloten verband te overzien.

De Brouwersdam is thans gereed. De vroegere, in open verbinding met de zee gestaan hebbende zeearm tussen Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland is nu daar-van afgesloten en omgevormd tot een binnenmeer met een nagenoeg vast waterpeil, terwijl ca. 60 km voor-malige zeewering is vervangen door een Deltadam van 6 km en met afmetingen, die zijn afgestemd op stormen van een zwaarder kaliber dan die van 1953. Aan het door reeds eerder voltooide Deltawerken al tegen be-dreiging door de zee beveiligde landsdeel is thans op-nieuw een groot gebied toegevoegd.

4. De dam door het Brouwershavensche Gat

Tracé, profiel, werkplan

Door: Ir. M. J. Loschacoff - Hoofdingenieur A bij de Rijkswaterstaat-Deltadienst

De afsluiting van het Brouwershavensche Gat was de omvangrijkste van de tot nog toe uitgevoerde afslui-tingen. Het was ook de eerste sluiting van het Deltaplan waar twee sluitgaten tegelijkertijd werden gedicht: Het eigenlijke Brouwershavensche Gat (de zuidelijke geul) en de Kous ( de noordelijke geul)

4

Het tracé van de dam door het Brouwershavensche Gat - de "Brouwersdam" - is vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 25 september 1962.

Voor de bepaling van het tracé is een uitvoerig onder-zoek verricht. Vergeleken werden vier tracé's (fig. 1). De drie onderzochte westelijke traeé's sluiten aan bij OTAR 58 (1973) 1

(6)

De vier bestudeerde lrocé's Figuur 1. 1871 SLOEDAM 0 B"O!JlltflSIU,Y(Jl 1951 BRIELSCHE MAAS --·-·-·-·-·-•;:::;:::;:;:::;;:;; 1961 VEERSE DAM 193 DETAIL(!) GEPENETREERDE STORTSTEEN I ~IK 0,95•0.3; 1 • Figuur 2. OTAR 58 (1973) 1

het begin van de duinrijen van Schouwen .. napij West-Repart en van de Punt van Goeree. Het meest oostelijke · onderzochte tracé sluit op Schouwen nabij ben Osse aan: de Langedijk tusseu· Den Osse en.

Vf ...

Repart zou in._dit geval op Delta hoogte gebracht nioèten wöfüen. Uit een goHonderzoek bleek dat geen significant,

yêr-schil te· verwachten was tussen de wi:;tl5.cóndities ·bij. de uitvoering van dammen. volgens de vèrscbilleride fracé's. Voor het westelijke tracé moesten twee sl~itgaten,, g~-vormd worderi terwijl de andere tracé's· dpie sluitgaten eisten; het meest westelijke tracé zou, het grootste ge-bied , beschermen, zou vloeiender bij het ontworpen wegennet · aansluiten en zou bovendien goedkoper zijn. Dit tracé (I in fig. 1) werd dan ook gekozen als basis van een verder modelonderzoek. Uit dit onderzoek

fo-sulteerde een iets gewijzigd tracé met het noordelijk,

ge-deelte door de Kous enigszins naar het oosten gedraaid. Het dwarsprofiel van de dam wijkt enigeqnate af van het tot nog toe gebruikte. · · '~', · Op fig. 2 zijn dwarsprofielen te zien van vóór het

,,Deltatijdperk" en profielen van Deltadammen. Uitgangspunten voor het ont~erp van het dwarsprofiel van de Brouwersdam waren een stormpeil van N.A.P.

76 •3

:,iii:::::rn;::::::lliiiiili~l~~illi.l!:::::::::::::::::::::::::\;:ni,.,~:;::,,,~·-+13;5 162 MATEN IH METERS SCHALEN! bWAASPROFIEL 1!150 DETAILS t: SO KLEI BEKLEDING DIK!,al • ... :::::::::::::: ... ::M!!.t:-1.s:r~~=::::::::::·· DETAIL

@

• 1 KOPERSLAKBLOKKEN DIK 0,H •0,12 oP 0.03 GEBR. <;RIND 5

(7)

...

~ ', ' •• 1 ··....

~~··.:.~·.'

~ ... u .... ~ •• ,., "'•,

...

, '{',

...

... ,.. •••• t \ ... '9 .,.,,,1 .. .. .. •• ,: \ ·, .. ~ ... ... , I " h.. .... ' .J., ' \ ' ''> • "OV > 'il""''·~;,.~~::... .. ... \ ;s-

>

..

~

... )

....

.. .... .. .. .. .... ,;-';_ .~··~ • .';'·! ,.•, •• • ' " lf ' ' •• w,1/ •,. ~

-

·~---Figuur 3.

dat vanuit de rijbanen altijd een vrij uitzicht over het meer mogelijk is. Tussen de toeristische parallelweg aan

+

5 m bij Hoek van Holland, een lange golf met een hoogte van 8 m in open zee en een gesloten asfalt-bekleding.

Met de resultaten van berekeningen en van model-proeven over golfoploop en over overdrukken onder een gesloten bekleding is naar een profiel gezocht dat zoveel mogelijke functies kon vervullen en dat wat kosten betreft bij het economische optimum zou komen te liggen.

In het onderzoek werd gevarieerd:

de teenhoogte, de openheid van de teenconstructie, de hellingen van het dwarsprofiel gedeelte beneden de stormvloedstand, de bermbreedte (wel of niet aanwezig) op stormvloedhoogte, de taluds tussen buitenberm en

/'

(·:~.>;'<?

kruin, de hoogteligging van de binnenbermen, verschil-lende materalen, constructie oplossingen en uitvoerings-methoden.

In het gekozen dwarsprofiel is een 25 m brede buiten-berm aangebracht die als functie heeft de golfoploop te reduceren waardoor de kruinhoogte verlaagd kon wor-den. Deze berm kan bovendien als weg gebruikt worden, en buiten het stormseizoen ook voor het toerisme. Een bevredigende oplossing voor de teenconstructie werd gevonden met een 4 m brede draadkorf gevuld met grind, een z.g. gabion, gevolgd door een gietasfaltslab. De binnenberm biedt ruimte voor het daarop aanleggen van een autosnelweg met gescheiden rijbanen plus een daarnaast gelegen parallelweg voor het langzame verkeer. Het gedeetle van de berm dat voor de auto-snelweg is bestemd, is onder een zodanige helling gelegd

KOPERSLAKBLOKKEN

onvergankelijk als de allerbeste natuursteen maatvast economisch grote formaatkeuze

MAYOTRANS

POSTBUS 81

ZOETERMEER

il

OTAR 58 (1973) 1

(8)

~HOU",'ll!i 8RO\MERSHAVENSCHE GAT

""' 1 '

1 l:i.A.1.-.-. 1

Figuur 4.

de meerzijde en de autosnelweg is een duidelijke schei-ding aangebracht d.m.v. een niveau verschil en een hegbeplanting met een doornig gewas.

Het noordelijkste gedeelte van de dam, het gedeelte tussen de werkhaven aan het Springersdiep en de Punt van Goeree, werd uitgevoerd als onbeklede duin. De beredte van het duin is zodanig gekozen dat een flauwe strandhelling (1 : 50) tussen L.W. en stormvloedhoogte zich kan instellen zonder dat de binnenberm waarop

111!11

111 11111

r

IJ

AANNEMINGSBEDRIJF VAN

GROND-, SLOOP- EN BERGINGSWERK

Korresp.-adres: Postbus 98, Heiloo - Tel. 02510-28195

OTAR 58 (1973) 1 "" " " ·-·ILA...t.. " " m

·r"....J_!,.

"

..

" " m

~

~--~ ' " " " m

de wegen liggen in gevaar komt. Het duin bestaat uit een voorduin en een duinpan; de binnenberm voor de wegen heeft ongeveer het zelfde profiel als voor de rest van de dam.

Het tracé van de dam met zijn werkhavens en uitvoe-ringssecties is aangegeven in fig. 3. In fig. 4 is het tijd-schema van de uitvoering weergegeven.

Vóór het eigenlijke begin van de dambouw zijn in 1963 de werkhaven Den Osse aan de vaste wal van Schouwen en in 1964 de vlettenhaven nabij West-Repart met de opstelling van de kantoren van de Rijkswaterstaat en van de aannemers gemaakt.

De dambouw is uitgevoerd door de Aannemerscombi-natie N.V. Dijksbouw met welke combiAannemerscombi-natie een raam-overeenkomst werd gesloten. De belangrijkste onder-aannemers van de N.V. Dijksbouw waren de Combinatie Zinkwerken en de Delta Asfaltcombinatie.

Het werk is in het algemeen voorspoedig verlopen en is opgeleverd op 3 oktober j.l. enige maanden voor de in de overeenkomst gestelde uiterste opleveringstermijn (31 dec. 1972).

Met het werk is niet alleen de dam voltooid maar ook de wegen en de aanpassing van de werkhavens en haven-terreinen aan hun toekomstige recreatieve functie. Ook zijn een tweetal voetgangerstunnels gemaakt en be-plantingen aangebracht.

(9)

5. DAMVAKMIDDELPLAAT, KABBELAARSBANK EN SPRINGERDIEP

door ing. P. J. van. Maldegem

5.1 Damvak , Middelplaat

Werk 1965

Figuur 1. Overzicht damvak Middelplaat

1

14-M'J/iSTEEtmEPOT --.: M'J!ISTEEt,SES'TORTING

1 i ~

A.-GETASFALT MET LOODSLA.KKrn. B- HE;EIIKORVEN. c ... STOATSTEEll GEPE~TREEf,O MET G'ETASFALT CIK Q~5-0.35m

Figuur 2. Dwarsprofiel A-A

2 ~ - - - ·

Ontwerp

In het ontwerp is opgenomen het maken van: a. een damvak met werk- en haventerrein b. een werkhaven met 2 loswallen c. een havenaccomodatie

8

a. Omschrijving

De lengte van dit damvak is ongeveer 1100 m, gemeten langs de buitenkruinlijn. Een gedeelte van de kruin werd op de definitieve hoogte van N.A.P.

+

11 m. aan-gelegd, het zuid-westelijk deel is aangelegd van N.A.P.

(10)

+

7 .30 m, waardoor een terrein ontstond dat als opslag-en werkterrein voor de sluiting van de zuidelijke geul dienst heeft gedaan.

In het dwarsprofiel is aan de zeezijde een 25 m brede berm opgenomen gelegen op stormvloedhoogte, dit is N.A.P.

+

5 m, fig. 2.

Door het in een later stadium aanbrengen van een

top-1 aag van wegenasfaltbeton kan op deze berm het re-creatieverkeer worden toegelaten.

Op de buitenberm, op het buitentalud (helling 1 : 6) en op de kruin is een bekleding van 20 cm en op het bin-nentalud (helling 1 : 3) een bekleding van 15 cm asfalt-beton toegepast.

In de tijdzone werd de helling van het buitentalud 1 : 4 tot een hoogte van N.A.P. +2,50 m en van 1 : 6 in het hierop aansluitend talud tot de buitenberm.

Dit beloop is verdedigd met een laag stortsteen, ge-penetreerd met gietasfalt. In de teen is de dikte van de steen-asfaltlaag 95 cm op de hoogte van N.A.P.

+

2,50 m loopt de laagdikte terug tot 35 cm.

In de teen is opgenomen een gewapend betonnen dam-wand, waarvoor steenkorven en een asfalt slab worden aangebracht fig. 3.

Op het binnenbeloop is een glooiing van koperslaktegels aangebracht; voor het teenschot een kraagstuk.

Op de hoog gelegen binnenberm zijn hoofdwegen ge-projecteerd, één van deze wegen is in het begin van dit jaar gereedgekomen, de andere wordt in een later stadium aangelegd. Op de laag gelegen berm werd gelijk met het damvak een parallelweg aangelegd om in eerste instantie dienst te doen als werkweg.

De bermen zijn bekleed met klei.

De koppen van het damvak werden verdedigd met na-tuursteen, asfalt en kraagstukken.

Deze verdediging was tijdelijk en is later opgenomen bij het maken van de aansluiting met een volgend damvak. Langs de haven is een haventerrein ontworpen om dienst te doen tijdens de bouw van de dam voor opslag van materialen. In verband hiermede is de binnenberm plaatselijk 50 m breder gemaakt.

Ten zuid-oosten van de dam is een werkterrein ge-maakt op een hoogte van N .A.P.

+

4 m, bestemd voor het opstellen van de asfaltmolens en voor opslag van de door de asfaltmengsels nodige materialen.

b, Werkhaven met loswallen

De havendiepte is N.A.P. -6 m.

In de haveningang verloopt de diepte naar N.A.P. -6,50 m.

In de haven is een put gemaakt tot een diepte van N.A.P. -10 m voor onderwateropslag van materialen, nodig voor de sluiting.

Langs de noord-oostzijde van de haven is op plaat-hoogte een 7 m brede mijnsteenstrook, dik 50 cm aan-gebracht en hierop aansluitend tot de haveningang een 20 m brede bezinking.

De mijnsteenstrook en de bezinking doen dienst als teen-bescherming voor de in een later stadium aangebrachte stenen dam rond de haven. De stenen dam dient als beschutting van de haven; tijdens de uitvoering is de stenen dam zodanig uitgebreid dat hij tevens diende als steendepot voor de sluiting.

Aan de damzijde van de haven zijn 2 loswallen, samen-gesteld uit elders gebruikte betonelementen geplaatst op een vlakke mijnsteenlaag.

OTAR 58 (1973) 1

GIETASF"ALTSLAB STEENKORVEN MET GRIND GEP,STORTSTEEN

Figuur 3. Detail teenconstructie zeezijde

c, Havenaccommodatie

Lang de loswallen zijn remmingswerken gemaakt. ln de deksloven van de loswallen en op het haventerrein boven het havenbeloop zijn een aantal bolders geplaatst. Langs de havenbeloop staan proppen.

Voor het vervoer van personeel naar en van het werk werden 2 aanlegplaatsen gemaakt met drijvende pon-tons en bruggen.

Bij de haveningang zijn havenlichten geplaatst.

Uitvoering

Het werk is uitgevoerd door de N.V. Aanneming Maat-schappij "Dijksbouw" te 's-Gravenhage voor een be-drag van

f

8.780.000,-.

Bij de opstelling van het werkplan is als streefdatum voor de voltooiing van het asfaltwerk 1 november aangehouden.

Met een weekproduktie van 2.700 ton is begin augustus 1965 gestart met het aanbrengen van asfalt in de be-kleding.

Een gedeelte van het beloop beneden N.A.P. +5.00 m moest vooraf worden afgedekt met stortsteen en ge-penetreerd met gietasfalt. Hieruit blijkt dat het werk-terrein voor het opstellen van de molens tijdig gereed moest zijn. De grondslag t.p.v. het gemaakte werk lag vrij hoog. Voor de aanvoer van mijns teen was het be-langrijk snel over een loswal aan diep water te kunnen beschikken.

Voor het maken van de kaden kon dan onafhankelijk van het getij mijnsteen uit de aanvoer worden gelost en in de kaden verwerkt.

Om snelle plaatsing van de loswallen mogelijk te maken is met een cutterzuiger eerst een ca 70 m brede geul langs het werk- en haventerrem gegraven.

Overigens was in het werkplan een tijdelijke loswal opgenomen.

Zandverwerking

Begin mei werd de perssteiger geplaatst voor de kop van het te maken werk.

Voor het perswerk van in totaal 1.500.000 m3 zand werd de cutterzuiger "Edax" aangevoerd en gesteld in de te maken toegangsgeul naar de haven.

(11)

Figuur 4. Overzicht zuiger + zuigerstort werkterrein

Figuur 5. Plaatsen damwand in buitenteen

Figuur 6. Glooiing Portugees graniet

Half mei kwam de zuiger in bedrijf en perst zand in het werkterrein en in de kop van de dam.

De oorspronkelijke plaathoogte lag beneden de grond-slaghoogte van de aan te leggen mijnsteenkade.

Een aanvulling met perszand tot deze hoogte werd eerst

10

Figuur 7. Glooiing havenbeloop

aangepakt. Het persen in dit z.g. open stort werd in hoofdzaak tijdens hoog water uitgevoerd.

Bij het persen tijdens laag water kwam zand buiten het te maken werk. Een ophoging van het maaiveld voor de teen van het te maken werk was niet bevorderlijk voor de mogelijkheden van regelrechte lossing van mijn-steenschepen in de kade en voor het aanbrengen van de bezinking voor de kop.

Met lagere waterstanden werd meer noordwaarts in de dam g~perst wat door de grote aanlegbreedte zonder veel zandverlies mogelijk was.

Fig. 4 geeft een overzicht van de ligging van de zuiger en van het open stort t.p.v. het werkterrein.

Na een week persen kwam de aanvulling t.p.v. de kade gedeeltelijk op hoogte en kon mijnsteen in de kade worden verwerkt.

Op 11 juni was de ontgraving in de toegangsgeul en langs het havenbeloop zover gereed dat de hulploswal kon worden geplaatst. Inmiddels was de mijnsteenkade m.b.v. onderlossers en rechtstreekse lossing uit schepen zover uitgebouwd, dat een mijnsteen verbinding met de hulploswal werd gemaakt.

Het zand uit de haven werd verder tussen mijnsteen- en zandkaden vooruit en omhoog gebracht.

Begin november was de totale hoeveelheid zand aange-perst, waarna de zuiger werd afgevoerd.

De havenbelopen werd m.b.v. een baggermolen bij-gewerkt.

Het damlichaam werd met bulldozers en draglines on-der profiel afgewerkt.

Mijnsteenverwerkin g

Verwerking van mijnsteen in kaden was geheel afhanke-lijk van de voortgang van het zandpersbedrijf.

In de beginperiode was alleen de werkhaven "Den Osse" voor aanvoer en overslag van materialen be-schikbaar, later, na de plaatsing van de hulploswal en de loswallen, was aanvoer en lossing mogelijk in de haven Middelplaat. In de beginperiode werd de mijn-steen uit schepen overgeslagen in onderlossers, die met hoog water werden geklapt in de kopkade en in de kade om het werkterrein.

(12)

kilometers lang goed

In de wegenbouw heeft Smid & eigen laboratorium ontwikkeld Hollander een naam hoog te en gekeurd worden. In de houden. Want waar wegen zijn tweede plaats leveren wij is Eshalite vaak de toplaag. Eshalite in eigen sproeiwagens Elke opdracht, elke wegve.rhar- af, bemand met eigen vakkundig ding of asfaltering is. voor personeel, waardoor een be-Smid & Hollander dan ook trouwbare levering is verzekerd. steeds een proeve van be- Overigens geldt die kwaliteit en kwaamheid. En die wordt keer snelle levering niet alleen voor op keer met sukses afgelegd. pr.odukten die in de wegenbouw D'at komt in de eerste plaats toegepast worden.

door onze produkten, die in ons Want Smid & Hollander maakt

ook uitstekende produkten voor dijkverhardingen, dak-bedekkingen, rioleringl:)-isolatie en ga zo maar door. Kortom, Smid & Hollander is een veel-zijdig bedrijf, dat elke proeve van bekwaamheid met sukses zal afleggen. Dat zullen wij in de praktijk graag bewijzen. Ook bij uw projekt.

ESHALITE

nY.Asphalt-en Chemische Fabrieken Smid

&

Hollander

V

Hoogkerk 050 - 65770 - Amsterdam 020 - 115911

594

(13)

Ook werd mijnsteen, tijdens hoog water, rechtstreeks uit schepen in de kade verwerkt.

Na plàatsing van de hulploswal werden de mijnsteen-schepen via een trechter in kipauto's gelost voor ver-voer naar de kaden.

Direct na plaatsing werden de loswallen voor lossing in gebruik genomen. De aanvoer en verwerking werd ver-der naar behoefte geregeld.

De mijnsteenkaden en bekledingen werden met bull-dozers en draglines afgewerkt.

In de Kabbelaarsgeul werd t.p.v. de toekomstige te maken binnenkade een 28 m brede strook mijnsteen, dik 50 cm aangebracht met de Steenstorter 1.

In totaal werd rond 200.000 ton mijnsteen verwerkt.

Teen constructie en glooiingwerk

In de buitenteen werd de betonnen damwand geplaatst zoals is aangegeven in fig. 5.

Op het beloop van de kop en van het werkterrein werd een glooiing gemaakt van Portugees graniet en op de noord kop een glooiing van Maas zetsteen.

Fig. 6 geeft een overzicht van het zetten van Portugees graniet.

Het havenbeloop werd verdedigd met koperslaktegels zoals is aangegeven in fig. 7.

In de teen van het binnentalud op N.A.P. +7,30 m werd een damwand geplaatst fig. 8.

Steenkorven, zink- en kraagstukken

Voor de damwand werden aan de zeezijde steenkorven geplaatst, afmetingen 400 X 100 X 50 cm, op zand-dicht nylondoek.

De korven, aangevoerd in bundels van 5 stuks, werden opgericht en in groepen van 3 à 4 langs de vertikale en horizontale hoeklijnen met P.V.C. binddraad aan el-kander verbonden·.

Vervolgens werden de groepen in het werk geplaatst en met binddraad verbonden aan de reeds geplaatste. De korven werden gevuld met grove grind 80 mm -alles en daarna dicht gemaakt fig. 9.

Figuur 8. Damwand teen binnentalud op N.A.P. +7,30

12

Figuur 9. Gabions in werk

De zink- en kraagstukken werden gemaakt op de hel-lingzate bij de haven van "Den Osse".

De wiepen werden machinaal gesponnen.

Het vullinghout en riet werd m.b.v. een torenkraan uit depot en uit aanvoer in de stukken gebracht.

In hoofdzaak werden de stukken met afgaand water op hun plaats gebracht en bestort met lichte stortsteen. De kraagstukken voor de teen van het havenbeloop werden afgestort met grove grind, de stukken voor de koppen met zware stortsteen.

Asfalt bekledingen

Op 21 juni was het werkterrein gereed voor aanvoer en opbouw van de asfaltmolens.

Voor de bereiding van gietasfalt werd een 750 S.B. en voor de bereiding van asfaltbeton een 1500 S.B. molen aangevoerd waarvan weekprodukties werden verwacht van resp. 1000 en 2700 ton.

Tijdens de opbouw werden de materialen voor de sa-menstelling van de asfaltprodukten aangevoerd en op-geslagen op het terrein bij de molens.

Begin augustus werd gietasfalt en half augustus asfalt-beton verwerkt.

Steen 10/60 voor het te penetreren werk werd met bakken aangevoerd uit het depot in de haven "Den Osse" en met schepen vanaf de groeve en aan een van de loswallen geladen kipauto's voor vervoer naar het werk.

Na het storten werd de steen onder profiel gebracht en ingegoten met gietasfalt.

De gietasfalt werd in op kipauto's bevestiged roerketels aangevoerd en in het werk gestort, zoals is aangegeven in fig. 10.

Het verwerken van gietasfalt in de slab werd op dezelf-de wijze uitgevoerd. In totaal werd 11.600 ton giet-asfalt verwerkt.

Nadat een gedeelte van het buitenbeloop tot een hoogte van N.A.P. +5.00 m was gepenetreerd kwam de asfalt-beton verwerking op de buitenberm in uitvoering. Vervolgens werd de asfalt verwerkt in de bekleding op het buitentalud, op het binnentalud en op de kruin en als laatst op de belopen en bermen van de koppen en van het werkterrein, boven de glooiingen van na-tuursteen.

(14)

De asfalt werd met kipauto's 'variaf de molen op het werk aangevoerd en: gestort op ijzeren platen en met een kraan in het werk gebracht, op dikte en onder pro-fiel afgewerkt en daarna verdicht waarbij gebruik werd. gemaakt van een afrolmachine voorzien van een stel tandemrollen met een gewicht van 600- en 700 kg, van Bomag trilwalsen van 600~ en 850 kg en van een rol van 1400 kg.

Fig. 11 ,asfalt verwerking op het -binnenbeloop. Het gehele asfaltwerk was half november gereed.

Figuur 10. Verwerken gietasfalt

OTAR 58 (1973) 1

In totaal werd rond '34.000. ton asfaltbeton verwerkt.

wegverharding

Tijdens de uitvoering van het werk werd de in het ont-werp opgenomen parallelweg aangelegd om deze te ge-bruiken als werkweg. Na het verdichten van het zand-bed werd de eerste laag grindasfaltbeton, dik 6 cm met een Bat:ber-Greene aangebracht.

Om loswoelen van zand onde1: de rups van de

Barber-Figuur 11. Verwerken asfaltbeton op binnentalud

(15)

Green tegen te gaan werd vooraf wat asfalt gespreid. .Na het aanbrengen van een kleeflaag werd de tweede

laag aangebracht. ·

Voor het afwalsen was een 12 tons tandemwals be-schikbaar.

Asfaltprodukten

Deze werden als volgt samengesteld. ,

1

Asfaltbeton: steenslag 5/15 mm, gegradeerd zand, zeer zwakke vulstof en asfaltbitumen 80/100.

materiaal gewichtprocenten door zeef N-480-d op zeef N-480-d gewenst grenzen

16 2,4 48 43-53

2,4 0,075 45 40-50

0,075 7 6-8

asfaltbitumen 80/100 8 7,5-8,5

'·,

Gri/1ddsfa.ltbeton: grind 5/20, gegradeerd zand, zeer zwakke vul~töf en· asfaltbitumen 80/100.

materiaal gewichtprocenten door.zeef N-480-d op zeef N~480-d . · gewenst grenzen

23 2,4 0,075 2,4 0,075 asfaltbitumen 80/100 ., . 45 48 7' 7 40':'50 43-53 6-8 6,5-7,5

Gietasfalt: grind 5/20 mm, gegradeerd zand, zeer zwak-ke vulstof en asfaltbitumen 80/100.

materiaal gewichtprocenten door zeef N-480-d op zeef N-480-d gewenst grenzen

23 2,4 30 25-35

2,4 0,075 61 56-66

0,075 9 8-10

asfaltbitumen 80/100 16 15-17

Kleibekleding

Klei van de rivier de Maas werd met schepen aange-voerd en aan een van de loswallen gelost in kipauto's voor vervoer naar het werk waar de klei werd afgewerkt met bulldozers. 14

G. VAN DONGEN

DIRKSLAND

01877 • 1590

Kippervervoer en transport persbuizen

Stagnatie in,. de aanvoer werd veroorzaakt door storm, hoge waterstanden in de Maas en door vorst.

Toch kwam dit werk tijdig gereed.

In totaal werd rond 20.000 ms klei verwerkt.

Loswallen

De loswallen zijn gemaakt van 40 stuks, van andere werken vdjgekomen betonelementen, z.g. opzetstukken van 40 X 7 X 2 m.

De elementen voor de onderste 2 lagen werden verti-kaal met stalen profielen aan elkander verbonden en m.b.v. een bok tijdens laag water, op een vooraf vlak gebaggerde mijnsteen bestorting, in het werk geplaatst. De buitenste compartimenten werden gevuld met mijn-steen, de binnenste met zand

Op de onderste 2 lagen werd de bovenlaag van beton-elementen m.b.v. een bok aangebracht en daarna aange-vuld met mijnsteen en zand.

Om de buitenrand werd een deksloof van gewapend beton gemaakt en afgewerkt tot een hoogte van N.A.P.

+3.00 m.

De hulploswal, een eenheidscaisson van 11 X 7 X 6 m, werd geplaatst op een mijnsteenbestort van N.A.P.

-4.00 m · en daarna gevuld met mijnsteen.

Oplevering

Het totale werk kwam tijdig gereed en werd op 1 maart 1966 opgeleverd. Hierna is het damvak Kabbelaarsbank

in

uitvoering gekomen.

VOOR AL UW TRANSPORTEN TE WATER IN BINNEN- EN BUITENLAND B.V. Sleepdienst en Transportonderneming KANTOORSCHIP "ADMI" ADMIRALITEITSKADE 1/o 80 ROTTERDAM-16

TELEFOON: 117780* DAG EN NACHT TELEX: 24633

VERHUUR VAN:

Sleepboten - Dekschuiten - Ponton tot 2500 ton - Zeewaardige pontons onder Lloyd's klasse - Diver-se pontons ingericht volgens het Roll on/Roll off systêem, ·

(16)

Koninklijke Maatschappij Wegenbouw nv

en Hollandsche Wegenbouw Zanen bv

die vanaf 1963 hebben samengewerkt onder

de naam Delta Asfalt Combinatie (D.A.C.),

hebben de bitumineuze constructies voor

de waterbouwkundige werken alsmede de

wegenaanleg ten behoeve van de afsluiting

van het Brouwershavense Gat uitgevoerd.

Koninklijke Maatschappij Wegenbouw nv

Beneluxlaan 9, Utrecht. Tel. 030 - 93 43 41. ·

Hollandsche Wegenbouw Zanen bv,

werkmaatschappij van Hollandsche Beton

Groep nv [HBG], Lanckhorstlaan 8,

(17)

5.2 Damvak Kabbelaarsbank

Werk 1966

damvak ap de Kabbelaarsbank

DOORSNEDE A

Doorsnede A van het damvak.

Ontwerp

Het werk bestond in hoofdzaak uit het maken van: a. een damvak met op- en afritten, werk- en

haven-terreinen op de Kabbelaarsbank en in de Kabbelaars-geul.

b. een werkhaven met 2 loswallen en haven accommo-datie.

c. het afsluiten van de Kabbelaarsgeul.

a. Omschrijving

De lengte van het damvak is ongeveer 1.700 m. Een gedeelte van de kruin werd op definitieve hoogte van N.A.P. + 11 m aangelegd het gedeelte bij het noor-delijk kopeind op N.A.P.

+

6,45 m. ' Het damlichaam met inbegrip van de op- en afritten, het bij het noordelijke kopeinde te maken werkterrein en het tussen de haven en de dam gelegen haventerrein werden samengesteld uit zand en afgedekt met ver-schillende bekledingsmaterialen, gelijk aan die is toe-gepast in het damvak Middelplaat.

Het zand werd gewonnen uit de te maken haven, uit de uitbreiding van de put in de haven Middelplaat en uit de winplaats in de Kabbelaarsgeul.

Langs de buiten omtrek van het damlichaam is een mijnsteenkade opgenomen.

Het maaiveld werd tot grondslaghoogte van deze kade vooraf met zand aangevuld of ontgraven.

16

i

1 1 1 0 ~·

~~-~~·ood

K.RAAGSiL1K ,----[ "P""""" 1 '5 _,_ll,Af!

De in het profiel opgenomen parallelweg is gelijk met het werk gemaakt om als werkweg dienst te doen.

b. Werkhaven met 2 loswallen

De werkhaven werd gemaakt aan de oostzijde van het te maken dam vak. De havendiepte is N .A.P. -6 m, de haveningang N.A.P. -6,50 m. Het zand uit de haven en uit de haveningang werd in het damlichaam en in werk- en haventerreinen verwerkt.

Langs de zuid- en oostzijde van de havenkom werd een 8 m brede en 50 cm dikke mijnsteenstrook aangebracht en aan de noordzijde een 20 m breed bezinkingsveld waarop later een stenen dam is aangebracht voor de beschutting van de haven.

Aan de westzijde van de havenkom zijn 2 loswallen, opgebouwd van betonelementen en een haven accom-modatie zoals dit is toegepast in haven Middelplaat, gemaakt.

c, het afsluiten van de Kabbelaarsgeul

Tijdens de vernauwing van de Kabbelaarsgeul werd ge-rekend op stroomsnelheden van 1,5 tot ca 1,7 m/sec., waardoor uitschuring en zandverliezen werden verwacht. De aanwezige bodembescherming van mijnsteen in de geul werd met 200 m verlengd.

Voor de afsluiting van de geul werd t.p.v. de te maken binnenteenkade, een onderwaterkade van mijnsteen aangebracht tot de grondslag hoogte van de te maken teenkade.

(18)

Uitvoering

Het werk is gemaakt voor een bedrag van rond

f

15.300.000,-. Bij de opzet van het werkplan waren de te verwerken hoeveelheden zand:

±

3.400.000 ms, mijnsteen:

±

250.000 ton, gietasfalt:

±

17 .000 ton en asfaltbeton rond 80.000 ton doorslaggevend.

De andere te maken werken zijn hierop aangepast. De asfaltbekleding moest voor 15 november gereed zijn.

Voor de bereiding van gietasfalt is één molen met een weekcapaciteit van 1.000 ton en voor de asfaltbeton twee molens, met een gezamenlijke weekcapaciteit van 4.900 ton gepland.

Hieruit volgt dat eind juni moest worden begonnen met het verwerken van gietasfalt en begin juli met het ver-werk van asfaltbeton.

De molens werden vooraf opgesteld op het bestaande werkterrein bij de haven Middelplaat.

Voor het begin van de asfaltverwerking moest voldoen-de zand in het werk aanwezig zijn en onvoldoen-der profiel af-gewerkt.

Van de totale hoeveelheid te verwerken zand kwam 1.700.000 m3 vrij uit de te maken haven,

±

200.000

ms uit de haven Middelplaat (vergroting put tot N.A.P.

-10.00 m) en de rest

±

1.500.000 ms, uit de winplaats in de Kabbelaarsgeul.

Voor het verwerken van deze hoeveelheden zijn diverse zuigers in het plan opgenomen.

Zand - persbedrijf

In het werkplan is voorzien de haven en haveningang te cutteren met één, en iri een later stadium zodra de ruitme dit toelaat met twee cutterzuigers.

De meest noord- oostelijk gedeelte van de haveningang werd ontgraven met bakkenzuigers.

Op 21 maart werd de bakkenzuiger "Mosa" aangevoerd en in bedrijf gesteld.

De bakken werden geklapt in diepere gedeelten van de geul ten noordoosten van de haveningang .. '

Nadat de "Mosa" ver genoeg de haveningang had ont-graven werd de cutterzuiger "H.A.M. 207" op 7 april aangevoerd en gesteld in de ontgraven put van de zuiger "Mosa".

Op 15 april kwam de zuiger in bedrijf om zand te persen in het werkterrein en in de kop van het damvak. De cutterzuiger "Beverwijk 38" werd gesteld in de ha-ven Middelplaat. Op 8 april kwam de zuiger in bedrijf om te persen vanaf de kop van het damvak Middelplaat in de richting van de geul.

De profielperszuiger "Beverwijk 37" werd gesteld in de winplaats Kabbelaarsgeul, kwam op 12 april in be-drijf en perste vanaf de kop van damvak Middelplaat, met afgaand- en laagwater in een lager gelegen stort langs- en ten behoeve van de verdere uitbouw van de mijnsteen onderwater kade en met opkomend- en hoog-water in het meer zeewaarts gelegen hogere stort. Ter bevordering van een vlotte sluiting werd vanaf 18 april t/m 6 mei in continu dienst gewerkt.

Op 10 mei was de storthoogte langs de binnensteenkade door de geul rond N.A.P. +2.00 m.

Daarna werd geperst in het hoger gelegen stort en in de geul aan de zeezijde.

Fig .14 geeft een overzicht van de stand van het werk op 29 april. De zuiger "Beverwijk 38" perste hierna tot OTAR 58 (1973) 1

Fa. P. van Dongen & Zn.

AANNEMINGSBEDRIJF

HAAMSTEDE - HOGEZOOM 11 TELEFOON (0111 5) 1445 • B .. G.G. (01115) 1 707

*

GROND- EN

WATERWERKEN

WEGENBOUW

«

Verhuur van Draglines

»

AANNEMINGSBEDRIJF

"Schouwen-Duiveland" B.V.

Schuithaven 10

ZIERIKZEE

Tel. 01110-3951 *

Leg Uw problemen op het gebied van

Cultuurtechniek,

Grond- en Rioleringswerk

in handen van onze mensen.

(19)

cement van·de

obourg-groep

18

B.V. Verkoopkantoor Obourg-Thieu cement Weteringschans 20 Amsterdam-C tel. 238321

deltaplan .

caissonbouw, afsluiting zeearm brouwershavensegat uitgevoerd door: nedam-bato n.v.

(20)

: K:Zll KRAAliST//KKEff llilllllllHV#.fTEEN ' ~G.i ' ' .,,4 . • •

.

-~ ·, . c:::JZAIIP • f':iodKRAMST//KKEN IJIIIIllJHV#.fTEEN ff!!!/jfJ,p()R(//C!!ES tiRANIET -TEENSC!IOT OTAR 58 (1973) 1 Figuur 14 en 15. ~/

/

o/

./

}

- f OANVAK KABBELMRSBANK

Sr.t,ND VAN HET WERK OP: 29 APRI l

,.

DANVAK KABBELAARSBANK

Sr.t,ND VAN HEr WERK OP: 27 MEI

(21)

20 llllIIIID,W#fTEEII 0Pt>RTUCeES tlfi'AN!éT m)CER ST/Jfi'TST.EEII 11111111 l(OPE!i'SLAKBlOK!t'<II t83l ASfALTBHOH aaatETASTALT - TEfllSC/l{)T CJzANb' · • ~ l(~ACSTÎIKKEII ~PtlRTUC.EES tlfi'ANIH ~ ~.EP. STO//TJTE.EII l!lfflll KO)'.!lf SLAK810l(l(E,f ll1l§ll AST,tLrBETOII aai;tDll,STALT - Nif:N.JCl(OT Figuur 16 en 17. {;:/

/

J

.,./

J

DANVAK KABBELAARSBANK

STAND VAN HET \./ERK OP: 2 SEPT.

~/

./

/

/ >,>/

)

_,,.,

DANVAK KABBELAARSBANK

STAND VAN HET \./ERK OP:///r'OV.

(22)

een hoogte van N.A.P. +5.50 m zeezijde en daarna tot een hoogte van N.A.P. + 7 .30 m.

Vanaf 23 mei kwam de cutterzuiger "H.A.M. 207" in continu dienst en perste zand in de kop en in het dam-lichaam richting Middelplaat. Fig. 15 geeft een over-zicht van de stand van het werk op 27 mei. Vervolgens persten de zuigers "Beverwijk 37" en "Beverwijk 38" in de dam tot een hoogte van N.A.P. +7 m en in de kap tot een hoogte van N.A.P. + 10 m.

De "Beverwijk 38" werd na de ontgraving van de uit-breiding van de put en het opschonen van de haven Middelplaat van het werk afgevoerd, terwijl de cutter-zuiger "H.A.M. 207" verder in continu dienst werd ingezet als 2e zuiger voor de ontgraving van de haven · Kabbel aars bank.

Half juni was de ontgraving in de haven Kabbelaars-bànk zover gereed dat de eerste loswal en voor de bouwvakantie de tweede kon worden geplaatst.

Na de bouwvakvakantie werd het werk voortgezet. De zuiger "Beverwijk 37" perste vanuit de winplaats Kabbelaarsgeul in de kap van de dam tot de hoogte van N .A.P. + 10 m, de zuiger "H.A.M. 207'' uit de haven Kabbelaarsbank in het damlichaam en in het haventerrein tot een hoogte van N.A.P. +5 m en N.A.P. + 4,25 m.

In verband met de voortgang van het asfaltwerk kwam de zuiger "Beverwijk 37" in de week van 22 tiro 26 au-gustus in continu dienst, daarna in dagdienst en perste verder in de kap van de dam en in de binnenberm. Fig. 16 geeft een overzicht van de stand van het werk op 2 september. Op 9 september werd de zuiger "Bever-wijk 37" afgevoerd.

De zuiger "H.A.M. 207" voerde het overige perswerk vanuit de haven Kabbelaarsbank in continu dienst, en daarna in dagdienst, uit

Het cutter- en perswerk kwam op 8 november gereed. Fig. 17 Overzicht van de stand van het werk op 11 november.

Door de baggermolen "Eureka VI" werden de haven-belopen onder profiel gebracht.

Mijnsteen verwerking

Voor het verwerken van mijnsteen in de kopkade en in de kade van het werkterrein was in de eerste fase van het werk geen loswal aanwezig. De mijnsteen voor de kaden werd met schepen aangevoerd in de werk-haven "Den Osse" en daar overgeslagen in elevator-bakken.

De elevatorbakken werden gelost in een depot aan de noord-oostzijde van het werkterrein.

Daarna deed dit depot dienst als loswal en werden de bakken gelost via een op het depot geplaatste trechter in kipauto's voor vervoer naar de kaden.

Dit bedrijf werd voortgezet tot 29 april, waarna de mijn-steen uit dit depot in kaden werd verwerkt.

Mijn steen .voor de afsluiting van de Kabbelaarsgeul en voor de teenkaden werd met schepen aangevoerd in de haven Middelplaat en aan de loswallen gelost in kipauto's voor vervoer naar het werk.

De sluitkade werd, vóór het lager gelegen stort uit, door-getrokken. De teenkaden werden met het zuigerstort mee omhoog gebracht en uitgebouwd. Mijnsteen uit de bestaande kopkade van het damvak Middelplaat werd eveneens in de kaden verwerkt.

Tijdens de sluiting van de geul werd overwegend mijn-steen verwerkt in de binnenkade.

Op 9 mei was de binnen-mijnsteen-kade tot over de geul op hoogte uitgebouwd.

Hierna werden de grotere hoeveelheden mijnsteen in de buitenkade verwerkt.

In verband met de voortgang van het perswerk aan de kop werd een werkweg van mijnsteen over het werk-terrein en over het stort aan de kop naar de verder uit te bouwen buitenkade aangelegd.

Hierover werd aan de oostzijde van het werkterrein een depot mijnsteen gevormd waarop een trechter werd ge-plaatst.

Vanaf 26 mei werd mijnsteen uit schepen gelost via de trechter in kipauto's voor transport naar de werk-weg en de buitenmijnsteenkade.

Zie fig. 15 stand van het werk op 27 mei.

Begin juni was de buitenmijnsteenkade over de volle lengte van het te maken damvak tot boven hoog water gereed, waarover transport van Middelplaat naar de kop Kabbelaarsbank mogelijk was geworden.

De kaden werden verder omhoog gebracht en aangevuld.

Asfalt werk

Vanaf half juni werd gietasfalt verwerkt in de te pene-treren steen op het beloop in de getijzone bij de aan-sluting op het damvak Middelplaat en in de slab. De eerste molen kwam op 29 juni in bedrijf voor het produceren van asfaltbeton voor de bekleding van de buitenberm bij de aansluiting op het damvak Middel-plaat.

Na de bouwvakvakantie kwam de 2e molen in bedrijf. Met beide molens werd asfaltbeton geproduceerd voor de bekleding van de buitenberm en daarna voor het buitentalud, vervolgens voor het binnentalud, kruin en voor het kopbeloop boven de glooiing van natuursteen. Omstreeks half oktober was het penetratiewerk en de gietasfalt slab gereed.

De bekleding van asfalt was half november voltooid, waarna de molens werden gedemonteerd voor afvoer. Het verwerken van grindasfaltbeton in de parallelweg werd in de periode van eind oktober t/m half november uitgevoerd.

Om niet in herhaling te treden zijn de overige tot de dambouw behorende construkties en de wijze van uit-voering buiten beschouwing gelaten. Zie hiervoor het artikel "Damvak Middelplaat".

Otar is het enige tijdschrilt voor weg- en waterbouw met rechtstreekse bindingen met de rijkswaterstaat.

(23)

5.3 Damvak Springersdiep

Werll 1969

i-~iW'I.AAt$

Figuur 18.

Overzicht damvak f p ' iOO ~oom "

VLUCHTHAVEN ~ 1:4 1:15 t: 1:5 Figuur 19. Dwarsprofielen Ontwerp

Het werk bestond in hoofdzaak uit:

a. Het maken van een damvak met oprit, werk- en haventerreinen door het Springersdiep tussen de "Kous" en de duinen van Goeree en het maken van een landhoofd aan de kop van het damvak.

b. Het maken van een werkhaven met loswal en haven-dam aan de oostzijde en van een vluchthaven met havendammen aan de westzijde van het in a. genoem-de werk.

Omschrijving

a. De door het Springersdiep aan te leggen afsluitdam is ten dele uitgevoerd als een duindam en het overige deel als beklede dam.

Bij de aansluiting met de kust van Goeree zijn aan-zandingen te verwachten wat de aanleiding is geweest een gedeelte van het damvak uit te voeren als duindam, dit in tegenstelling met de eerder gemaakte damvakken die allen als beklede dam zijn uitgevoerd. De duindam is ingepoot met helm en met een beplanting van struiken om verstuiving van het duin tegen te gaan en om stuif-zand van het voorgelegen strand op te vangen waardoor

22 STRAND •8.00 VOORDUIN DUINPAN •6.00 GOEREE j ëf"t\'),'11°;,.\f ,t

¾-~~'

DE PUNT OOORSNÊDE A - A

een natuurlijk evenwicht ontstaat. Een duindam moet aanzienlijk zwaarder worden uitgevoerd dan een be-klede dam. Bij een zware storm kan een gedeelte van de duindam worden weggeslagen. Gebleken is dat de strandhelling in dit gebied, tussen N.A.P. +3 m. en LW., 1 : 30 tot 1 : 50 bedraagt en de duinhelling boven N .A.P.

+

3 m 1 : 3. Door het wegslaan van een ge-deelte duin loopt de strandhelling tot grotere hoogte door. Voldoende veiligheid ontstaat wanneer bij een doorgetrokken strandhelling van 1 : 50 tot een hoogte van N.A.P. 5.50 m nog een duinregel van voldoende omvang overblijft.

Onder water persen onder een helling van 1 : 50 is zonder bijzondere voorzieningen moeilijk haalbaar. Voor het laag gelegen gedeelte is geperst volgens een natuurlijke helling van 1 : 15 werd aangenomen dat de zee de rest zou doen. Uit peilingen van recente datum blijkt deze aanname juist te zijn.

Het dwarsprofiel is aangegeven in fig. 19.

De duinregel aan de zeezijde ligt op een hoogte van N.A.P.

+

8.50 m en heeft tot taak stuifzand van het strand op te vangen.

De duinvallei achter de duinregel vormt een luwte-OTAR 58 (1973) 1

(24)

- - - ~ ~ - - - · - - - · - - ·

Figuur 20. Landhoofd met filteropbouw

gebied waar zich een begroeiing van struiken kan ont-wikkelen.

De binnenzijde van de dam is wat vorm betreft en op-bouw gelijk aan de eerder gemaakte damvakken. Het overige gedeelte van het damvak is uitgevoerd als beklede dam. De kap van de dam, het gedeelte van de dam boven N.A.P. +5.50 m is weggelaten. Dit is ge-daan om een terrein te verkrijgen voor opslag van ma-terialen t.b.v. de sluiting en voor werkverkeer. De ver-harding van dit terrein bestaat uit een 17 cm dikke laag zandcementstabilisatie. Aan de kop van het damvak grenzende aan het sluitgat moet een gebogen vorm worden gegeven voor het verkrijgen van een goed stroombeeld. De gebogen vorm leende zich voor de aanleg van twee havens, een werkhaven binnen en een vluchthaven buiten.

Op de kop van het damvak is een landhoofd gemaakt wat dienst deed als aanzetpunt voor de in 1971 ge-plaatste caissons. Het landhoofd is samengesteld uit 3 z.g. eenheidscaissons. De caissons zijn geplaatst op een filter van fijn en grof grind. De bovenste laag grof grind is tot een diepte van N.A.P. -3 m vlak afgebag-gerd. In het verlengde van de zijwanden van het land-hoofd zijn keerwanden van stalen damwand gemaakt. Op het onderwaterbeloop met eert helling van 1 : 5 langs de gebogen kop zijn klassieke zinkstukken aange-bracht, op het talud voor het landhoofd, als onderdeel van de drempelopbouw, werd een filter van fijn- en grof grind en van stortsteen aangebracht. Zie fig. 20. Landhoofd met filteropbouw.

Twee stukken ter weerszijden van het landhoofd zijn voorzien van een zool van kunststof als extra voor-ziening tegen ontgronding naast het landhoofd.

Voor het maken van het onderwatertalud tot een diepte van N.A.P. -12.50 m was het nodig de ondiepe bodem tot dit peil te verlagen, wat een reden was ook dit ge-bied als zandwinplaats voor de opbouw van de dam aan te wijzen.

Op de binnen- en buitenbelopen zijn verdedigingen aan-gebracht, overeenkomstig aan die op de eerder ge-maakte damvakken met dit verschil dat de teen werd aangelegd op N.A.P. +0.40 min plaats van op N.A.P. +1 m.

b. De bodemdiepten van de havens en van de haven-ingangen waren op N.A.P. -7 m. Het uit de havens ontgraven zand werd verwerkt in de ophoging van het damlichaam. Aan de oostzijde van de werkhavens werd een dam gemaakt voor beschutting van de haven. De dam bestaat uit een kern van mijnsteen, afgedekt met een laag zware stortsteen. Aan de westzijde van de haven werd een loswal, samengesteld uit 5 stuks eenheidscaissons elk groot 11 X 7 .50 X 6 m aange-OTAR 58 (1973) 1

B.V. Aannemingsmaatschappij

''de Branding''

v/h J. STOLK Aannemers van: 1111 utiliteitswerken 1111 betonwerken

•Il• waterbouwkundige werken

•Il• bergings- en duikerwerk

•Il• sloopwerk met explosieven

Wij werken reeds een onafgebroken aantal jaren voor Rijkswaterstaat en Provinciale Waterstaat door het ge-hele land. KANTOOR EN WERKPLAATSEN:

AMPÈRESTRAAT 23 - IJMUIDEN

Telefoon 02550 - 10943 en 10944.

NY.Aanneming~.

8BDIO

&

Wegenbouwm1J

Aanleg,

verbetering en

onderhoud van

alle

soorten

ffl!gCOl}Structies.

GRONINGEN NWE BOTERINGESTR. 1/14

TEL. 050-124508

(25)

Figuur 21. Siluli• h"K-f Sl'.tl°K#UJbl~I' ~'Z<,.,o,t [iJJD 7Tl1ju/ .. 4 Ri'2îz1,11/r.•011);rU<JIIU.U•11 ffls1vl1/u,a

Ovrrz.ich.l s!at1d v.:il'I wtrl ~p, ,tmtl

bracht waarop betonnen opzetstukken van 2 m hoog werden geplaatst. Aan de zuidzijde van het werkterrein werd ten behoeve van de uitvoering van het werk een tijdelijke loswal geplaatst. Het doel hiervan is aange-geven in het artikel: ,,Damvak Middelplaat".

De haveninrichting bestond uit het maken van een rem-mingwerk voor de loswal, het maken van een drijvende steiger en het slaan van proppalen.

Aan de zeezijde van de vluchthaven en ten oosten van · de haveningang werd een havendam gemaakt met een kern van stortsteen 60/300 kg afgedekt met een laag stortsteen 300/1000 kg. Ten dele onder en ten dele naast de dam is een bodembescherming aangebracht - van- klassieke zinkstukken -en van-mijnsteenlagen. Voor aanlegplaatsen werd aan de noordzijde van de haven een steiger gemaakt met een looppad naar de dam. De haveningang is gemarkeerd door havenlichten.

Uitvoering

Het werk werd gemaakt voor een bedrag van rond

f

9.800.000,-.

De belangrijkste te verwerken hoeveelheden waren het winnen en persen van rond 3.250.000 m3 zand, het verwerken van rond 230.000 ton mijnsteen waarvan een deel in de kern van de binnenhavendam, het zinken van rond 110.000 m2 zink- en kraagstukken en het

verwerken van rond 145.000 ton steen waarvan een deel in de havendammen.

De hoeveelheid asfatl voor bekleding is t.o.v. de vorige gemaakte damvakken gering nl. rond 5.000 ton giet-asfalt voor de slab en voor het penetratiewerk in de getijzone en rond 7 .000 ton asfaltbeton voor be-kledingen.

De overige te maken werken zijn in het plan aangepast.

Zand verwerking

Direct na het plaatsen van het landhoofd, wat dienst zal doen voor overslag van mijnsteen, is de "Edax" als profielperszuiger op 30 april begonnen met het persen van zand uit de winplaats voor de kop in het

damge-Figuur 22.

deelte ten noorden van het landhoofd tussen beide havens. Zie fig. 21.

Eerst werd door de zuiger in dagdienst achter de kop-kade in de richting van de geul, een werkeiland tot boven hoogwater opgespoten. De mijnsteenkade werd met onderlossers, door lossing uit elevatorbakken en met kipauto's aangebracht. Op 27 mei kwam de cutter-zuiger "HAM 207" in bedrijf. Op 2 juni werd met beide zuigers in vol continu dienst (168 uur/week) een begin gemaakt met de sluiting van de geul Springers-diep. Hiervoor werd vanaf het eerder opgespoten werk-eiland een zanddam uitgebouwd in de richting van de kust Goeree. De dam die ongeveer in het midden van het te maken damlichaam werd aangelegd had een hoogte van ongeveer N.A.P.

+

3 m. met een breedte op deze hoogte van ongeever N.A.P.

+3

m met een breed-te op deze hoogbreed-te van

±

30 m.

Bij deze sluiting kwamen hoge stroomsnelheden voor. Door de dam in het midden aan te leggen bezonk een groot gedeelte van het door de stroom meegevoerde zand binnen de teenlijnen van het zandlichaam. Voor de sluiting moest rond 1.500.000 m3 zand ge-spoten worden wat in 5 weken werd bereikt. 4 Juli was de sluiting voltooid.

Na de sluiting werd met beide zuigers eerst nog 2 we-ken in continudienst gewerkt en daarna in dagdienst. Fig. 22 geeft een overzicht van de stand van het werk op 11 juli.

De cutterzuiger "HAM 207" werd op 11 oktober, de zuiger "Edax" op 24 oktober van het werk afgevoerd. Voor het op diepte ontgraven van de havens werd van-af 18 augustus tot en met december een tweede cutter-zuiger, de "Linquenda II", ingezet.

Het koptalud met een helling van 1 : 5, werd afgewerkt door de baggermolen "Hercules" (720 ltr.) en later door de "Holland XI" (420 ltr.)

De overige opbouw van het beklede gedeelte van het damvak en de meerzijde van de duindam zijn gelijk aan die van eerder gemaakte damvakken waarvan een be-schrijving eerder is gegeven.

De zeezijde van de duindam werd ingepoot met helm.

OT AR IS EEN BLAD MET ACHTERGROND

(26)

6.

Bodembescherming

van·

zinkstukken·

ing. J, M. van Westen

'I .;

1, Inleiding

De bouw van de Brouwersdam was zó gefaseerd dat in de periode van 1965 tot 1970 een. aantal damvakken zijn gebouwd. Na 1970 waren, nog twee openingen in de dam aanwezig, één in het zuiden en één in het noorden. Deze openingen - de ·z.g. sluitgaten - zijn in 1971 gelijktijdig gesloten. Tengevolge van de

profiels-vernamving, die in de jaren 1965-1970, naar gelang de bouw van de dam vorderde, van lieverlee optrad, wer-den, de stroomsnelhed!3n. in de sluitgaten groter. Nog groter werden de stroomsnel.l;ièden tijdens de. afsluiting

in 1971. ·

Om de zanderige bodem tegen de steeds groter worden-de stroomsnelheworden-den te beschermen en daardoor tevens de stabiliteit van de te maken sluitingsconstructies te waarborgen is in de sluitgaten een bodembescherming aangebracht (fig. 1 en 2).

Een geedelte van de bodembescherming bestond uit gietasfalt afgedekt met stortsteen, een ander gedeelte uit zinkstukken met bestorting, terwijl de drempel waarop de caissons zijn geplaatst een filterconstructie was, samengesteld uit steen en grind. In dit artikel wordt alleen ingegaan op de bodembescherming van zinkstuk-ken, de bodembescherming van gietasfalt en de filter-constructie worden elders in dit blad behandeld.

· J~, f1,.'=I ··' •.,. -: • Het aanbrengen van :de zinkstukken heeft plaats ge-vonden in de jaren 1967, 1968 en 1969 in het zuidelijk sluitgat en. in 1969 en 1970 in het noordelijk sluitgat.

2. Ontwerpkriteria

2.1 Zanddichtheid van zinkstukken

De in 1967 aangebrachte zinkstukken waren alle op de klassieke manier opgebouwd van rijshout en riet even-als een gedeelte van de in 1968 aangebrachte zinkstuk-ken. In laatst genoemd jaar zijn de z.g. zoolstukken tot ontwikk:eling gekomen, zinkstukken met een zool van kunststof waarop wiepen en een vullaag van rijshout.

(fig.

$). Vanaf dat moment bestaat de meeste bezinking die in de sluitgaten is aangebracht uit deze zoolstukken. De reden waarom men is overgegaan van klassieke zinkstukken op zoolstukken is, dat laboratorium proe-ven uitwezen dat de zanddichtheid van eerst genoemde stukken nog al wat te wensen overliet.

Zo is, in verband met de caissonsluiting in het noorde-lijk sluitgat, onderzocht bij welk kritiek verhang het zand onder het zinkstuk in beweging komt en uittreedt. Kriterium bij het onderzoek was het verhang onder de geplaatste caisson te bepalen, waarbij juist zand door het geballaste zinkstuk heen wordt getransporteerd.

FIG1 l:IODEMBESCHER,MING ZUIDELUK SLUITGAT

SCHOUWEN OTAR 58 (1973) 1

·1--... ... " .. _., ... ·-·

., ... •'• ... 1,qi?O CT) ... , 1 'iAs kabelbaan betonblokkenkade . 2 ~ " ' stortstenen deken 3000~m: ~ 'V\ - - - - · ' 1 '

Gietasfalt . met / ' Zink t ' stqrtstccn

DOORSNEDE 'A - A

i

. . . pO . . . ~ . . . , ... -- .. ---J

1

k bestort met st.o<:n ·800'k m2'

Cytaty

Powiązane dokumenty

After analysis of the flow solution, the shape optimization is performed based on 7 time instances, and the corresponding averaged total pressure loss coefficient is chosen as

Tekst tych materyałów, o ile porównać mogłem, wydrukowany jest starannie; sprostować jednak trzeba, że nie tylko cztery listy Brodzińskiego z Szwajcaryi, tutaj

Taszyckiego, materjał został znacznie rozszerzony i wzbogacony wyborem zabytków piśmiennych, które są interesującą ilustracją faktów językowych na przestrzeń

Podczas gdy w pierwszej połowie tej dekady współczynnik zawierania małżeństw utrzymywał się średnio na poziomie 8,30‰, w okresie 1866—1870 wzrósł on do 13,90‰,

definicje legalne 14 (np. definicje trybu autono- micznego, technologii autonomicznej, autonomicznego pojazdu testowego, kie- rowcy autonomicznego pojazdu testowego, kierowcy,

Natomiast, o ile u kobiet dynamika wzrostu hospitalizacji by³a we wszystkich grupach wie- kowych wiêksza wœród mieszkanek miast ni¿ wsi, to w populacji mê¿czyzn wy¿szy

– характеристики, такі як навчальна (за місцем навчання), виробнича (з кожного місця роботи), службова (за місцем служби),

S zkolen ie aplika n tó w adw okackich dotychczas pozostaw iało dużo do