• Nie Znaleziono Wyników

Stabilteit in golven

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stabilteit in golven"

Copied!
36
0
0

Pełen tekst

(1)

12 MWß1 1973

ARCHIEF

Onderh

Bibliotheek van de ¿1'ouw undo oo I:

-

f//IC

DATUM:

F. de Tieer

Stabiliteit in golven

Lab. y. Scheepsbouwkund

Technische Hogeschcol

Deift

(2)

Sthi1iteit in golven

F. de Reer

RApport no. 71 - 10

(3)

INDX

Riz. i in1eidin i ÏI Onderzoek 4 III Conclusie 10 Iv Nomenclatuur 12 V Referenties 13

VI Lijst van figuren 14

(4)

I Inleidin

In d. bouw van vissersvaartuigen hebben zich door de snelle technische en sociale ontwikkeling van de lastete 25 jaar grote wijzigingen voltrokken.

We bohoeven maar te denken ean:

hot opvoeren van de vissnelheid en trokkracht; hot opvoeren van de vrijvarende snelheid;

de 'herontdekking' van do booinkorvisserij; en

de grotere en betere accommodatie.

Door daze ontwikkoling bleak de noodzaak van moor theoretisch onderzoek van hat 'fenomeen' viaseraschip. Mode door het fait dat de gostelda tabiliteitsnormen niet altijd gelijke trod hidden met deze etorachtige ontwikkeling, werd de behoefto gevoeld van onderzoek naar de stabiliteit van vissersachepen

in golven.

Een methode orn inzicht te krijgen in doze

'stabilitoitspara-meters' is hat doen uitvoeren van modeiproeven in een zoge-naamde modeltank. Vooral voor kleine viesersachepen is tot nu toe vrij weinig gedaan aan systematisch on.derzoek door middel van modeiproeven en in hat bijzonder son stabiliteits-onderzoek in golven.

In

1968

werd door de Afdeling Technisch Onderzoek van de Directie van de Visserijen in zeer nauwe samenwerking met

Prof. Ir. J. Gerritsma (Onderafdelinc Scheepebouw) van de

Technische !Togeschool te Deift begonnen aan een stabiliteits-onderzoek voor visseraschepen.

[ut

Daar in 1968 ±65Ç van de Nederlandse visservloot de boom-korvisserij heoefende en aangezien van dit type schip weinig bekend was, werd besloten een boomkorvissersvaartuig model te laten staan voor dit onderzoek. Er werd een modern, juist

in de vaart gekomen, vissersvaartuig gekozen wearvan de

al-metingen, de vormcofficinten en hat motorvermogen in

1968

representatief kon worden genoemd voor de in ontwikkeling zijnde kottervloot.

(5)

-2

De hoofdgegevens van het gekozen visseravaartuig, IJN 44, zijn ala voigt:

lengte over alles 26,25 in

lengta constructie waterlijn 23,15 in breedte op de spanten 6,40 m

holte midscheeps 3,10 in

geni. diepgang (aankomst haven) 2,29 in

waterverplaatsing 164,16 n3 (169,5 ton) blokcofficient 0,480 grootspantcofficient 0,744 priematiache coefficient 0,645 motorvermogen

4o

rpk bij 750 0mw.! min.

Voor indeling zie algemeen plan vaartuig, figuur 1.

Daar de meeste ontwerpers bij het opzetten van een

vissera-schip in het algerneen uitgaan van hoofdafmetingen en

'waterverplaatsing' als direkte afgeleiden van de eventuele eisen van de toekomstige eigenaar, leek het ons juist orn in

eerste instantie bij het bepalen van de modelgegevens de verhoudingen van de hoofdafmetingen, de blokcofficient en

het drukkingspunt in lengte konstant te houden.Verder werd ook, ter vereenvoudiging vari het modelonderzoek, het

zwaar-tepunt in hoogte konstant gehouden.

Als variabele parameters werden genomen de prismatinche en de grootspantcoefficinten. Dit zijn dan ook de parameters welke van invloed zijn op de stabiliteit van een viagers-vaartuig en het zijn ook juist deze parameters die meestal willekeurig worden bepaaid of het evo1g zijn van eisen die nauwelijks jets te makert hebben met de stabiliteit en het gedrag in zeegang van een visseravaartuig.

sneiheid vrijvarend 9-10 krtoop

(6)

Tot op beden wordt de stabiliteit van een visserevaartuig herekend met het schip in 'viak water'. Hiermede wordt be-doeld dat elke waterlijn als een 'horizontale lijn' wordt

beschouwd.

De stabiliteitsnormen voor vissersschepen zijn vastgelegd door de Nederlaridse Scheepvaartinspectie. Deze normen

houden tot nu toe geen rekeriing met weer- en zeecondities. Uit onderzoekingen en berekeningen met andere schepen is gebleken dat de stabiliteit van oen schip op aen goiftop afneemt en in ean golfdal toeneemt, afhankelijk van bet

golfpatroon en de vorincofficint en sneiheid van het schip. Figuur 2 geeft hiervan een schematisch overzicht. Oui de

stabiliteit in golvon te kunnen berekenen moot de golf in zijn geheel worden vastgelegd. De algemeon gebruikte hoofd-parameters zijn:

golfiengte ) golfhoogte 24'

In de hierna volgendo berekening is de golfiengte konstant gehouden en de golfhoogte gevarieerd. De toegepaste golf is een theoretische benadering van een veal voorkomende 'ge-middelde golf' op de Noordzee.

Figuur 3 geeft het patroon weer van zo'n golf en het bijhe-horende diagram van de statische stabiliteit van de IJN

Vi

in viak water en op een goiftop.

(7)

-4-II Onderzoek

Na studie en overleg werd besioten orn het modelonderzoek nit te voeren met vier modellen die, uitgaands van het gekozen vaartuig, een redel spreidingsgebied

vertegenwoor-dig en.

De vormcofficinten zijn als voigt gekozen:

Model III vertegenwoordigt het gekozen vissersvaartuig. IJet drukkingspunt in lengte F1 ugt

i,4%

van de lengte constructie waterlijn achter het grootspant. De krommen van spantopperviakken van de modellen zijn te zien in

figuur

4.

Het zwaartepunt in hoogte GK van het visseravaartuig is

2,53

rn of wel 82% van de holte. Daar de variatie van het zwaartepunt in hoogte, afhankelijk van de vormcofficin-ten, klein zal zijn, is voor dit onderzoek dit zwaartepunt voor alle vier modellen konstant gehouden. Ook is voor dit onderzoek maar n diepgang genomen, namelijk 2,29 m of

wel 74% van de holte. Deze diepgang is gekozen daar het schip bij deze beladingstoestand de laagste aanvangssta-biliteit MG bezit.

De dwarsstabiliteit van de modellen is berekend met behuip van de digitale computer TR4 van de Wiskundige Dienst van de Technische Hogeschool en is experimenteel bepaald in de goiftank. Het onderzoek is dus verdeeld in twee groepen,

te weten: computeronderzoek; [l]*

rit

modelonderzoek.

iii

ti

referenties. model I II III IV

blokcofficint

Ch 0,480 (,4;o

o,48o

n,480

grootspantcofficint

Cm

»;i

(),R08

0,744

n,69].

(8)

Computeronderzoek

De stabiliteit is berekend voor de romp, inclusief de lovenbouw en de hak. Het dekhuis is ten hehoeve van de berekeningen jets vereenvoudigd. Er is geen rekening

ehouden met de dikte van het houten dek. De invloeden van de verschansing, de verschaningspoorten en de kim-kleien zijn niet in rekening gebracht. Van deze invloe-den is tot nu toe

00k

te weinig bekend orn ze op te

kunnen nemen in een computerprogramma.

Van de vier modellen zijn respectieveiijk de volgende computerberekeningen gemaakt:

schip in viak water;

-5

* schip schip schip schip achip X. op goiftop; oiflengteL ord. op olftop; golflengte=L ord. X op goiftop; golflengte=L ord. op goiftop; goiflengte=L ord. X in golfdai; golfiengte=L ord. golfhoogte=l/1OL ord golfhoogte=l/20L ord. golfhoogte =l/30L ord. golfhoogte =l/1*OL ord. golfhoogte=l/20L ord. X

Lord. = 22,80 ru; lengte tussen de ordinaten: een maat ge-bruikt op het oorspronkelijke lijnenplan van de 11M 4&.

De plaats van de goiftop en golfdal ugt op

ord.

Figuur 5 toont de vormcofficinten van de. modellen.

Figuur 6 geeft de aanvangsstabiliteit van de modellen weer als funktie van de prismatische cofficint en golfhoogte. De figuren 7, 8, 9 en 10 tonen de, met behulp van de com-puter berekende, armen van statische stabilitsit voor elk model, berekend in vlak water en in golven. Uit de figuren blijkt duidelijk de afname van stabiliteit op een goiftop en de toename van stabiliteit in een goifdal. Ook is duide-luk zichtbaar de invloed van de golfhoogte op de stabili-teit van het schip. F3ij toename van de golfhoogte midscheeps

(9)

6

De herekeninen tonen eveneens aan dat de prismatische

cofficint van invloed is op de stabiliteit

in zijn

ge-heel. Er moet worden opgemerkt dat bovengenoemde bereke-fingen 'statische' berekeningen zijn. De invloeden van hijvoorbeeld de golfsnelheid en de scheepssnelheid zijn hier niet in verrekend.

Nodelonderzoek (experimenteel onderzoek)

'foor het modelonderzoek zijn vier kunststofmodellen

vervaardigd; schaal i 15. De gegevens van het standaard schip en de modellen worden gegeven in onderstaande tabel.

TA!IEL

schip IJM

model I model II model III

IThi 44

model IV L0 a (ni)

26,25

1,750

1,750

1,750.

1,750

L

wi

23,15

1,543

1,543

1,543

1,543

(m) Lord 22,80

l,52fl

1,520

1,520 1,520 B (ni)

6,40

0,427

0,427

0,427

1,427

J'! (m)

3,l0

(1,207

0,207

0,207 0,207 (m)

1,95' 0,130

0,130

0,130

0,130

Ta (m) 2,63 0,173

0,175

0,175

0,175

T

g

(in)

2,29

0,153

0,153

0,153

0,153

Depl. (in )

164,16

n,04864

n4864

o,o4864

o,o4364

F1 (m)

+r,615 +,41

+0,041 +n,041

+0,041

GK (in)

2,53

0,169

0,169

0,169

0,169

K (ni)

*Ld *Ld Ud

*Ld

Cb

o,48

n,48

n,4;

0,48

0,48

(m)

3,335

0,209

0,217

0,222 0,227 NG (m)

0,805

0,04O

o,o48

0,053

0,058

iec.w.l.

31,5°

24,7°

23,1°

31,5°

35,0°

C

8,744

r)31

0,808

8,744

0,691 c

n,645

0,545

0,95

0,645

0,695

(10)

De experimenten in de tank zijn uitgevoerd als een soort 'hellingproeven'. Door het verschuiven van een gewicht over een zekere afstand niaakt het model slagzij. Deze zogenaamde hellingproeven zljn uitgevoerd in viak water en in achterinkomende golven bij verschillende modeisriel-heden met open en gesloten verschansing en zonder

verachan-sing.

De maximum hellingshoek bij deze proeven was + 30°; boyen deze hoek werden de modellen in het algemeen instabíel.

Le volgende proeven zijn voor alle modellen in de tank uitgevoerd:

bepaling van armen van statische stabiliteit in viak water met en zonder verschansing; geen sneiheid (V=);

(zie foto A),

bepaling van de armen van statische atabilìteit in viak water met open en gesloten verschansing en zonder

ver-schansing bij

4, 8

en 12 knoop snelheid; (zie foto B), bepaling van de armen van statische stabiliteit in viak water met open en gesloten verschansing en zonder

ver-schansing bij 10 knoop sneiheid; (zie foto C),

bepaling van de armen van statische stabiliteit in

achter-inkomende golven (.) = L, 2Ça = L/30) zonder en met open

en gesloten verschansing blj een snelheid van 10 knoop;

(zie foto's D en E).

De golfsnelheid js jets hoger dan de sneiheid van het model. De van achterinkomende golf passeert bet model dus zeer langzaam (ter voorkoming van resonantie

effekten

Ii] ).

Figuur 11 toont de armen van statische stabiliteit in viak water bij geen sneiheid, berekend en experimenteel bepaald.

De verschillen tussen beide methoden zijn niet groot; bij model II en model III treden verschillen op tussen de 20 en 30 graden. Ook hier is duidelijk te zien dat bij vergroting van de prismatische coifficint toename van de stabiliteit

(11)

Figuur 12 toont ons de stabiliteit in een goiftop bij

stilliggende toestand van de modellen. De golfhoogte is

l/30L; deze golfhoogte is gekozen voor alle modeiproeven.

De krornrnen volgens de modelproeven zijn

ecorrigeerd voor

de sneiheid van de modellen. ¡let diagram laat zien dat de

correcties op de armen van statische stabiliteit volgens

de modeiproeven kleiner zijn dan volgens de

computerbere-keningen ten opzichte van de armen van statische

stabili-teit in viak water.

Alleen bij model IV, C

=

is er geen verschil. De

grootste verschillen worden gevonden bij model I, C

fl,545,

veroorzaakt door de sneiheid van het model in deze

specifieke golf.

Figuur 13 toont de armen van statische stabiliteit van de

modellen in viak water en in een goiftop (G

= l/30L) met

open en gesloten verschansing en zonder verschansing. Uit

de grafieken blijkt dat het verachil tussen gesloten en

open verschansing groot is. Hieruit inoet echter niet de

conclusie getrokken worden dat een gesloten verschansing

beter zou zijn. Bij deze proeven fungeerde deze gesloten

verschansing meer als een vergroting van het vrijboord.

Uit de proeven bleek ook duidelijk dat indien de

verschan-sing onder water werd gedompeld zeer kritieke situaties

kunnen ontstaan; het water kan het dek niet meer verlaten

met als gevoig: kapseizen van het model (schip).

De verschillen tussen open verschansing en geen

verechan-sing zijn veci kleiner. De open verschanverechan-sing vergroot

relatief het vrijboord jets. Uit de proeven bleek verder

dat het water toch nog vrij snel van het dek af kan lopen.

Flovengenoemde proeven zijn uitgevoerd in viak water en in

een goiftop. De resultaten ontlopen elkaar niet veel

be-halve dat de stabiliteit op een goiftop in zijn geheel

weer minder is,dan in viak water.

De figuren lf, 15 en 16 geven een overzicht van de

resul-taten, uitgezet als functie van de pristnatische cofficint.

Uit figuur l, waar de armen van statische stabiliteit zijn

uitgezet in viak water, blijkt zoals ook reeds eerder naar

voren is gebracht dat de stabiliteit in viak water bij

(12)

-9

Cit figuur 1, waar de armen van statische stabiliteit in golven zijn uitgezet, blij¼t duidelijk dat de reduktie op de armen van statische stabiliteit volgens de

model-proeven kleiner zijn dan volgens de cornputerberekeningen.

De grootste verschillen treden op bij model I, C =

0,545.

Duidelijk speelt hier de 'sneiheid' van het model (schip)

een rol.

Figuur 16, waar de armen van statische stabiliteit zowel in vlak water als in golven zijn uitgezet, toont duide-lijk de invloed van golf (golf midscheeps, ?' = L, G = l/30L) en sneiheid (V 10 knoop) op de stabiliteit.

(13)

lo

-III Conclusie

De proefnemingen tonen duidelijk aan dat onderzoek naar de stahiliteit van vissersschepen in golven noodzakelijk is en gecontinueerd dient te worden.

Computerberkeningen en rnodelproeven 'ioeten de eerste tijd nog naast elkaar r'laatsvinden totdat de onderlinge

verschillen zijn gereduceerd en computerprogramma 's

kun-rien worden opgezet, welke rekening houden met alle in

niodelonclerzoek naar voren komnende invloedcn.

De computerherekeningen en de model.proeven geven

duide-lijk aan dat de armen van statische stabiliteit in gol-ven worden gereduceerd. De reduktie blijkt hij de

model-proeven kleiner te zijn dan uit de computerberekeningen in eerste instantie bleek.

13ij model IV, nrisrnatische cofuicint van

0,695,

bleek ectiter goede overeenstemming.

De modeiproeven tonen aan dat de sneiheid van bet model (schip) vn invloed is op de armen van statische

stabi-li teit.

}Jroefnemingen laten zion dat in viak water de stahiliteit

bij sneiheid van het model (schip) zeifs kan toenemen bij

een bepaald golfpatroon.

De computerberekeningen bewijzen het direkte verband tussen stabiliteit en prismatische cofficint; toenamne stahiliteit bi.j verhoging van de prisinatische cofficint. De modelproeven geven ook het verband aan tusseri de

sta-biliteit en de prismatiache cofficint, echter minder

sterk dan de computerberekeningen. Mede in verband met de invloed van de sneiheid werd een optimum gevonden rond

een prismatieche cofuicint van 0,60 - 0,62.

Uit de proeven blijkt de invloed van de verachanaing op de stabiliteit. Verder onderzoek is echter nodig orn een duidelijke uitspraak over dit facet van bet onderzoek te do en.

(14)

Dit rapport geeft een inleiding en een overzicht van de resultaten van een atabiliteitsonderzoek wat totstand

kon komen door de zeer nauwe samenwerking met de Technisch Hogeschool te Deift. Dit rapport gaat niet in op de

theoretische achtergronden en beschouwingen en de toege-paste onderzoekmethoden. Hiervoor bestudere men het

rapport "Stability of beam trawlers in following seas"

[1]

Het doel van dit rapport is ontwerpers van vissersachepen meer inzicht te geven in het verschijnsel 'stabiliteit in golven'. Er moet echter op gewezen worden dat de resulta-ten van dit onderzoek slechts een 'richting' aangeven en dat men niet zonder meer voor nieuwe ontwerpen tot extra-polatie van de gegevens mag overgaan.

(15)

Iv :ornenc1atuur

L lengte over alles

o. a.

L lengte contructie waterlijn

C W i

L lengte tussen de ordinaten (komt meeatai

over-ord.

een met lengte tussen de loodlijnen)

B breedte midscheeps II holte midscheeps T diepgang voorschip T diepgang achterschip T gemiddelde diepgang gem.

Depi. deplacement (waterverplaatsing)

afstand aanvangsmetacentrum boyen kielpunt metacentrumhoogte (aanvangsatabiliteit)

GK zwaartepunt in hoogte

F1 drukkingspunt in lengte

V sneiheid schip (model) in knopen

K langa maasatraagheidsstraal

yy

1 c,w.1. halve entreehoek constructie waterlijn

hellingehoek schip (model)

golfiengte 2Ça (Gb) golfhoogte Cb

b1okcofficint

Cm grootspantcoefficint C prismatische cofficient p 12

(16)

-V Referenties

[i] Stability of beam trawlers in following seas,

W. Beukelman and A. Versiuls,

Report no. 295, T.If. Laboratorium voor

Scheeps-bouwkunde, jan. 1971;

waarin opgenomen het rapport:

Stabiliteit van vier kotters, A. Versiuls, Rapport TJ. Laboratorium voor Scheepebouw-kunde, juni 1969.

[2] Metacentric heig1t and rolling period,

F. de Beer,

International Shipbuilding Progress, Vol. 17, febr. 1970 - no. 186.

(17)

-VI Iijst van figuren

14

-- Algemeen plan IJfl 44.

-

Stabiliteit in golven.

- Statische stabiliteit van de IJM 41j in viak

water en op een goiftop.

- rominen van spantopperviakken.

- Vormcofficinten

- Aanvangsstabiliteit als functie van de

prisma-tische cofficint èn de golfhoogte.

- Armen van statische stahiliteit in viak water en in golven C = Í,545.

p

- Armen van statische stabiliteit in vlak water en in golvon C 0,595.

- Armen van statische stabì.liteit in vlak water

en in golven C =

0,645.

-

Armen van statische stabiliteit in viak water

en in goiven C =

0,695.

-

Stabiliteit in viak water (V=O); computerbere-kening en modeiproef.

- Stabiliteit in golven (V=0); computerberekening

en modeiproef.

- Stabiliteit en verachansing.

- Stabiliteit in viak water; armen van statische stabiliteit als functie van de prismatische

cofuicient.

- Stabiliteit in golven; armen van statische

stabiliteit als functie van de prianiatische coefficidnt.

- Stabiliteit in viak water en golven; armen van statische stabiliteit als functie van de

pris-¡natiache coefficient.

Fiuur li

Figuur i Figuur 2 Figuur 3 Figuur 4 Figuur 5 Figuur 6 Figuur Figuur 8

Fiuur

9 Figuur 10 Figuur 12 Figuur 13 Figuur 14 Fíguur 15 Figuur 16

(18)

VII Jijst van foto's

Foto A Model III (IJN 44) in goiftank.

Bepaling armen van statische stabiliteit in viak water; V O kn., = 200, gesloten

ver-schansing.

Foto B Model III (IJM 44) in olftank.

3epaling armen van statische stabiliteit in viak water; V

= 4

kn., O= 200, gesloten

ver-schansing.

15

-Foto C Nodel III (IJN 44) in goiftank.

I3epaling armen van statische stabiliteit in

o

viak water; V 10 kn., D= 20 , gesloten

ver-schansing.

Foto D Model III (LP: 44) in goiftank.

Bepaling armen van statische stabiliteit in

golven (= L, G

= 1/30L); V 10 kn.,

50

geen verschansin.

Foto ¿ Nodel III' (IJN 44) in golftank.

Kapseizen vanhet model in achterinkomende golven. Bepaling armen van statische

stabi-liteit in golven ().= L,

1h = 1/30L);

(19)

,

C -9 o. C E Bnaming Schaa

EE'E E

IC) O O

cI,-q.

rdC") c6c'

N SS n N

ai

ou

Geconcroleerd Formaat

A4

Rangschikmerk FIG.1 Aut.urrcctt voobehouden oIgen; de wet Geekend Gezien

(20)

C

o

C

Benaming

l!aê!I!905

'P5!I°I5 UDA uawo

Schaal -o -c C Gecontroleerd L) Formaa

A4

Rangschikmerk FIG.2 Gezien

Auteursrecht voerbehoud.n volgeni de wet

(21)

w A

---=

/

..-

s' s'

20

/

//

B s's' s'

/

s' w

/

s'

/

u

/

vi

/

10

/

a vi C C w E a Benmng 10° 30° 50° 700 900

hellingshoek 'P

Schaal

A: in viak wafer

/

/

s'

/

s'

/

,

s. 55 .5. - -. Gecontroleerd Formaat

A4

Rangschikmerk

FIG.3

i

Cp :0,645

B : opgolffop

E u Gezien

(22)

u(t)U)U)

o_oo o

u su ii u.

QUL)U

=>

50DD

0000

EEEE

C -a Q. o C C o. C C C co E

'i

C O II

o

I-19

Ben.mng

Auteursr.cht voorbehouden votgens de wet

Schaal Getekend Gecontroleerd Geilen Formut

A4

FIG.4 Rangschikmerk

(23)

\ w

o

o

o

o

t I I I

o

o

c.1

o

(w3) 9p4

I I I

o

LO o-to Lt)

o

at

4) o E Benaming Auteurirechi

oorbeheudsn volg.ns de wet

Schaal Getekend Gecontroleerd Gezien Formaat

A4

FIG.5EN6

Rangschskmerk

o

o

(24)

I

20-

-lo----30

lo

Cp :0545

Cp :0,595

100 300

hellingshoek P

Agolfdal

Ghrl 201

B = viak water

C

goiftop

Ghl 40L

D = ,, ,,

Ghrl301

E = Gh=1 201 F Gh=1 101 8e nm ng For maat 70° Rangschk mc' k Sc ha I G,'crn! rIc'(ri

teurechr ,,orhe.oen voge1 Ge t e k end Gez en

A4

FIG7 EN8

loo

300 5O° o 9Ó0

(25)

-o

20-4) -c

:

4, o 4)

-c

u a 4' C o > C g, E I-o Senaming

30-Cp :0,645

Cp 0,695

hellingshoek ,O

J E

loo

300

50°--hellingshoek ,O

Sc haa I

A = golf dal

B = vlak wafer

C = golfi op

D = E = Gecontrokerd Gh,,l'2OL

Ghi'40L

Ghl' 30L

Gh=l/20L

G h i ' lo L Formaat

A4

Rangsch kme r k 900

FIG.9 Et410

Auteur,recht oerbrhoud.n volgens de we, Getekend

(26)

a'

C C 4) 4, I I

o

o

Benaming Auteunrecht oo't,eho,den .olgens de *e Schaal Gecorrerokerd Getekend Gezen

(wi)

aLpSI;D;S UDA UWJD

cv, g) O

-c

Viri

a'

C g) For maat

A4

FiGli

Ra ngc h k mer k L w g) o L 4) O L

o

0.4)

O

vE

o

(27)

o

o

cil-

o

o

o (n o (n o

o

o

o

o 3ttW.iO

armen

van

statische

stabiliteit

(cm) - r) () (n

o

o

o

o

o

o

I I I I I (A)

(n-

o ti

o

3 n o

o

(D D C 1 (D

o

-

(D

-

(D -t (D (D 3 3 WU 9 uaizo pu)1 i.- ap s.aJo. uaproqa1oon 19)a:. nhlny p4aaonuoa I!P4S

9H

j7

(28)

C C I.

r

C o o

o-r

o C û-a 3 C o C 3 o. C) s

Cp0,545 (I)

'Ab

3--2b

2.

:vIak water

E

b:op goiftop

C E

00

00 loo

7

,-la

-,

2a

2b3b

20° 30° 40 20 00 lo o 20° 300

via

stabiliteit

1. gesloten verschansing

open geen 300 200 00 100 hetlingshoek

(29)

L. 4) D D C 4) -g a Benaming

o

II Schaal r-. o

>

o

-II Gecontroleerd Formaat

A4

Rangschikmerk C

---o

II SI

>>

a?'

.0 0.

E0

o V

_N

o

(o

-o U W i D FIG. 14 a. L) a.

u

o o o o c)

uawo

uwJD o o C., C','

I!ØHJ!q DIS aIs!;o3s UOA UWJ0

Auteursr.cht voorbehoudan volgeni de wet

Getekend

(30)

I -c u -E o C

o

C 0

I)

o CN o

uujJo

o

(wj

3!a;!qo;s

S!3OS UDA UWJD

Co o a.

u

I-o a.

u

a.

o It) O

o

II o (N / 0 o CN Benaming o M. o U W JO _CO o.. o u aw j o C

-02

II II

»

-X--o.

u

Form zat

A4

FIG.15 Rangschikmcrk I Auteurirscht veorbsheud*n og.ns â wet Gecontroleerd Schaal Gezien Getekend

(31)

4, o C C 4) L 4, a o C 4) -o o 4

\

o

>

o

uwJo

o o o

HPI!1°I

q)Si3OS UDA N o N to o a L) CN

o

CN -II e o -U W JO

C--(.lOO

si ii ii

»

s

di o L. a di o E

-p.

o o U WJO

-co

a

s

o

s

o _x o O Q. L) o. L) L. Benamng Formaat

A4

FIG.16 Rangschikmerk o a L) Gecontroteerd Schaal Gezien

Auteurtrecht voorbshoudsn voleen; de wet

(32)
(33)

o

(34)

L)

(35)

o

(36)

o

Cytaty

Powiązane dokumenty

[r]

Wytyczne dla wykonania usługi prawnej jednostek gospodarki uspołecznionej przez zespoły adwokackieM. Palestra

Wąsek oparł swoje twierdzenie, że lansowana przeze mnie koncepcja — przyj­ mująca, że spór na temat wdeloczynowej i jednoezynowej konstrukcji przestęp­ stwa

The trial length, discount rate, and action duration length are the parameters that have a major effect on the resulting policy: control dynamics such as pitch and roll have a

Four years later, he moved to Delft University of Technology where he became professor of statistics and stayed until his retirement in 2006.. Between 2000 and 2006 he also held

of microstructure and mechanical properties (according to standards PN-EN ISO 6892- 1:2016-09, PN-EN ISO 148-1:2017-02 and PN-EN ISO 6507-1:2007) were performed on samples

D zieło jego oparte na solidnej podbudow ie naukow ej spełnia znakom icie sw o je zadanie i jest szczególn ie przydatne do celów pedagogicznych.. Los nie szczędził

czesne przemiany, szczególnie widoczne w rodzinach robotniczych, objawiały się przede wszystkim wzrostem znaczenia rodziny dwupokoleniowej oraz zwiększeniem się grupy