• Nie Znaleziono Wyników

Speerpunten in de bouw

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Speerpunten in de bouw"

Copied!
14
0
0

Pełen tekst

(1)

‘Speerpunten in de bouw’

Prof.dr.ir.Mick Eekhout

Voordracht voor het ADMS symposium in Eindhoven op 2 april 2013 over de plannen, de ambities en de resultaten van onderzoeksamenwerking tussen de academische wereld (3TU Speerpunt Bouw, nu 3TU.Bouw) en de bouwindustrie.

Fig. 1,2: kaft ‘Bridging the Gap’ en het Leerstoelenboek van het 3TU Speerpunt Bouw

In 2007 hebben drie bestuurders van de Delftse bouwfaculteiten (BK, CT, OTB) mij als een soort formateur, zo zag ik het althans, opdracht gegeven om een totaal onderzoeksplan op te stellen voor de Delftse bouwfaculteiten. Het was in de politiek een tijd van speerpunten. De eerste manoeuvre was om Twente en Eindhoven erbij te betrekken. Die coup werd geaccepteerd. Daarmee was de opdracht een nationaal 3TU plan geworden. Een 3TU Speerpunt voor de Bouw. Per 1 januari 2010 was het masterplan ‘Bridging the Gap’ voor 3TU onderzoek gereed. Er was 2 jaar aan

gewerkt met een achttal assertieve hoogleraren van de 3TU Bouw, elk voorlopers in hun gebied, de acht subthema’s, zie fig. 4. Het was een masterplan voor onderzoek van 80 hoogleraren in de bouwfaculteiten geworden. ‘Bridging the Gap’ duidde op de kloof tussen de universitaire wereld en de bouwwereld, tussen wat men

Angelsaksisch noemt ‘academia’ & ‘industry’. ‘Bridging the Gap’ duidde op de kloof tussen de universitaire wereld en de bouwwereld, tussen de Angelsaksische

begrippen ‘academia’ en ‘industry’. De bedoeling was duidelijk de deuren van de ivoren toren van de universiteit wagenwijd open te zetten en academisch onderzoek te gaan doen dat voor de maatschappij en voor de bouw zinvol was.

De reden voor het masterplan was het vermoeden van de decanen in 2007 van een afnemende 1e geldstroom, zeker voor onderzoek. De behoefte aan toenemende externe financiering voor onderzoek was op de meeste faculteiten duidelijk zichtbaar. En die kleine hypotheekcrisis van 2008 zou wel overwaaien.

De vier bouwfaculteiten van de 3TU (Delft BK, CT, Eindhoven BK en Twente CTW) besloten in september 2007 allereerst tot samenwerken. De hoogleraren kennen elkaar immers en zijn vrienden. De decanen voeren vanaf toen regelmatig overleg. Commentaar van de NL Ingenieurs (ONRI indertijd) was: “Daar hebben we lang op

(2)

gewacht” . 3TU Speerpunt Bouw zou het nationale academische bouwplatform worden. Ook het ministerie van Economische zaken was belangstellend. Universiteit, bedrijfsleven en overheid hebben elk wel hun eigen ambities en potenties resp. problemen. De gouden driehoek was vol goede moed en de opstelling overal positief.

Fig. 3: ‘Golden Triangle’ waarin 3 geheel verschillende ambities samengaan [Cartoon Auke Herrema] De bouwhoogleraren van de 3TU zouden zich bottom up gaan openen naar de maatschappij en naar de bouwnijverheid. Niet meer in ivoren torens publicaties produceren in een taal die niemand in de bouw begrijpt. Commentaar vanuit de bouw voorheen was dat de TU’s geen invloed hadden op de bouw en niet als invloedrijke onderzoeksinstantie werd gezien. Jack de Leeuw, directeur van de SBR, als onderzoeksinstantie van de aannemerij een concurrent van de 3TU.Bouw, zei immers: “De bouw ziet de TU’s niet staan”. Dat was als uitspraak voor de formateur een uitstekend uitgangspunt voor het werken aan de onderzoekstoekomst van de 3TU.Bouw. Het masterplan was goed beredeneerd en focust op grote en voor de hand liggende maatschappelijke problemen:

Mobiliteit en Infrastructuur Stad en Renovatie

Gezondheid en Veiligheid Energie en Duurzaamheid.

Fig.4: De 4 thema’s en 8 subthema’s van Bridging the Gap.

Deze 8 subthema’s werden uitvoering beschreven in hun problematiek en de oplossingsrichtingen. Algemeen erkend als knelpunten in de toekomstige ontwikkeling van de gebouwde omgeving. Er zou vanuit de 3TU verkenningen gemaakt kunnen worden en samen met de bouwindustrie oplossingen en richtingen

(3)

ontwikkeld kunnen worden gericht met name op de lange termijn. Een aanpak die prima past bij de verreikende ambities van de universiteiten. Het idee was lange termijn verkenningen te doen en dan terug te redeneren naar nu. Tezelfdertijd wisten we dat het bedrijfsleven heel goed in staat zou zijn de korte termijn visie zelf te ontwikkelen. Tenminste, dat was in 2010 de verwachting.

Fig. 5: Het voorspellen van een verre toekomst en dan terug redeneren in decennia naar nu. Om de toekomstverkenning een extreme richting en ambitie te geven was het idee om een onderzoekstudie op te zetten naar ‘Nederland 2040’, over de mogelijke toekomsten van de gebouwde omgeving van Nederland in 2040. Als we grip zouden kunnen krijgen op de Nederlandse maatschappij in 2040, via de vele van invloed zijnde urgente maatschappelijke problemen, dan hadden we een duidelijke ambitie. Er bestaat immers ook een structuurvisie ‘Randstad 2040’, gepubliceerd in op 5 september 2008, daags voordat de eerste Amerikaanse bank zou omvallen. Het begrip ‘krimp’ komt in ‘Randstad 2040’ overigens nog niet voor.

Fig 6: Netherlands 2040, onderzoeksproject om de gebouwde omgeving anno 2040 te verkennen. En iets later volgde de structuurvisie ‘Infrastructuur & Ruimte’ ook gericht op Nederland in 2040. Dus aansluitingen en vergelijkingen genoeg. Het idee was om een beredeneerd beeld van de maatschappij te ontwikkelen, uit het functioneren ervan volgen dan de conclusies voor de aanpassingen aan de gebouwde omgeving tussen nu en dan en daarna volgt in etappen van de decennia tussen 2010 en 2040 vanzelf de aanpassingen die de bouw zonder problemen (‘no regrets’) kan doen. Dan pas volgt de noodzakelijke rol van de bouwindustrie, de zwaartepunten en de grootte van de bouwindustrie. En daarna pas zou dan de aanjaag- en onderzoeksfunctie van de 3TU.Bouw volgen. Dit plan zou ook als een marketing plan voor de bouw en de 3TU.Bouw op de lange termijn gezien kunnen worden. Vertaald naar 2013:

(4)

Maatschappij 2040 > Gebouwde omgeving 2040 > Aanpassingen 2013 –2040 > Rol bouw 2013 - 2040> Bouwopgaven 2013 - 2040> Bouwgrootte 2013 – 2040 > Onderzoeksbehoefte 3TU.Bouw 2013

Inmiddels is het 3 jaar na 2010 en is het goed te beseffen wat er inmiddels is gebeurd. We bevinden ons in het oog van een storm. Alles verandert heel snel om ons heen. Collega Joop Halman geeft de maatschappelijke situatie in grote lijnen weer. De bouw is de wanhoop nabij. Zie figuur 14 verderop. Het is goed om naar een reële toekomst te werken. Een kleine hypotheekcrisis in september 2008 werd een recessie van jaren. De nieuwbouw ligt bijna stil ten opzichte van voorgaande jaren. 70% van de architecten is werkloos geworden. Banken houden hun kredieten in en bouwinitiatieven moeten wachten. De nationale woningbehoefte neemt toe. Veel onroerend goed staat als te hoog op de balans en dient te worden

afgewaardeerd. Maar die afwaarderingen zullen niet alleen de projectontwikkelaars en de gemeenten voelen, ook de banken, de investeerders en de spaarders. Het nationale systeem zal gedurende de komende jaren van zeepbelgrootte naar werkbare grootte moeten krimpen.

Als ontwerpers weten we overigens ook dat een onwaarschijnlijke toekomst gerealiseerd kan worden, maar dan moet er wel geld zijn. Ontkennen van een krimpende toekomst is niet verstandig. De bouw is niet gewend aan investeringen in onderzoek te doen. Het O&O fonds, in 2008 150 miljoen Euro groot, wordt gebruikt om instituties gaande te houden, niet voor nieuw onderzoek. En krimpt ook nog als de bouwomvang krimpt. Ook de 3TU.Bouw vangt weinig of geen 1e geldstroom-financiën voor onderzoek. De rijke jaren nul (althans op de faculteit BK van TU Delft) zijn voorbij. Maar er is maatschappelijk niet veel begrip voor de bouw. Nederland lijkt uitgebouwd. Het maatschappelijke begrip voor de bouw is nog steeds laag, al meer dan 10 jaar. In de NRC van 16 maart 2013 schrijft econome Marike Stellinga onder andere het volgende:

Fig 7: Econome Marike Stellinga

Citaat 1: “Er zijn teveel kantoren gebouwd en nu staat pakweg 8 miljoen vierkante kilometer kantoorruimte leeg. Er zijn hypotheken verstrekt, daardoor stegen de huizenprijzen tussen 1990 en 2000 met 160 procent en is nu bij 800.000 mensen de hypotheek hoger dan de waarde van het huis. Hoezo redt de bouw?”

(5)

Citaat 2: “De liefde voor de bouw valt moeilijk te begrijpen. De sector blinkt niet uit in innovatievermogen of productiviteit en de heersende moraal is op zijn minst dubieus te noemen. Er werd nog maar kort geleden op grote schaal gefraudeerd (de vastgoed fraude, de bouwfraude, SNS Reaal) .

Citaat 3: Zwartwerken is ingeburgerd. En de arbeidsinspectie surveilleert bij grote projecten om gesjoemel met buitenlandse arbeiders tegen te gaan,. Laatst nog constateerde uitkeringsinstantie UWV dat veel werkgevers in de bouw misbruik maken van de vorstverletregeling, een speciale WW uitkering. Een op de vijf bouwvakkers werkte, terwijl hij officieel thuis zat vanwege de vorst.”

Citaat 4: “Laten we eens grondig saneren in die onoverzichtelijke brij aan stimuleringsprogramma’s voor de bouw, waar Nederland als geheel weinig mee opschiet”.

Tot zover enkele citaties over de bouw van Marike Stellinga. Als haar mening die van de gemiddelde NRC lezer is, dan zal er in de maatschappij voor de bouw weinig of geen sympathie zijn. De 3TU. Bouw zou vrij simpel kunnen beginnen met haar kennis ten dienste te stellen van de samenleving. Dat zou allereerst kunnen

gebeuren door een 3TU.Bouw portal waardoor iedereen kosteloos de academische kennis en inzichten op de bouw verzameld onder publieke financiering zou kunnen downloaden. Dat zou als principe moeten kunnen, daar werken de uitgevers natuurlijk tegen. Dus dat zou als faculteitspolitiek besloten moeten worden.

Daarnaast zou dat portal bemand moeten worden als verwijzing- en hulpdesk voor de industrie naar de 3TU.Bouw toe. Zo staat het omschreven in Bridging the Gap. Inmiddels is dat 3TU.Bouw Portal helaas nog niet gerealiseerd.

Fig. 8: Cartoon van het digitale portaal 3TU Speerpunt Bouw, voor iedereen toegankelijk.

Hoe staat het met de bouwfaculteiten van de 3TU? ‘Bridging the gap’ kwam uit in januari 2009. TNO meldde in haar volgende jaarrapport TNO 2009 op 5 plaatsen de activiteiten van het 3TU.Speerpunt Bouw. Dus de verwachtingen waren groot. Maar de formateur liep ver voor de troepen uit en werd door de decanen bedankt in 2010. In ‘Bridging the Gap’ werd ook geadviseerd een tweejarige superingenieursopleiding te starten naast de huidige opleiding voor Proces, maar dan nu voor Techniek en voor Ontwerpen. Dit ADMS symposium schenkt nu aandacht aan de mogelijke introductie van de Techniek booster van de ADMS, voorgesteld door de

(6)

3TU.Bouw(producten) hoogleraren Jos Lichtenberg, Joop Halman en Mick Eekhout. Joop Halman heeft met ADMS directeur Ad den Otter de leiding bij de formatie van deze nieuwe 2-jarige postinitiële opleiding voor Producttechniek.

Fig. 9: De maanraket van Kuifje met de 3 boostraketten van de postinitiële opleiding: Proces, Techniek en Ontwerp. De raket zelf is al het ware de bouwkundige ingenieursopleiding.

Het duurde tot 8 oktober 2012 voordat er een officiële start gemaakt werd met de 3TU.Bouw. Alweer 6 maanden geleden en veel activiteiten zijn nog niet naar buiten gekomen. De aankondiging van de start gaf een nieuw voornemen te zien:

Strategie: 3TU.Bouw wil vanaf de officiële start per 8 oktober 2012 op korte termijn een roadmap opzetten; een document waarin de strategie voor de komende jaren wordt uitgestippeld aan de hand van een viertal thema’s. Deze thema’s zijn bepaald aan de hand van de uitkomst van de kick-off:

Resource Efficiency Infrastructuur & Stad Strategisch Ontwerpen Bouwintegratie

Ondertussen zijn de leerstoelen bezuinigd en is de effectieve onderzoekspower vanuit de 3TU leerstoelen Productontwikkeling veel kleiner geworden. Tien

hoogleraren met gemiddeld een 0,4 fte aanstelling en 1/3 van hun tijd te besteden aan onderzoek betekent effectief 2 fte aan (bouwproduct)hoogleraar voor de gehele toeleverende bouwindustrie van pakweg 150.000 man personeel. Veel leerstoelen zijn op bevel van het CvB van de TU’s afgeslankt en daarmee voor de bouwindustrie in kwantiteit onbetekenend gemaakt. Leerstoelen kun je bezuinigen. De academische vrijheid en de faam van de hoogleraren gelukkig niet. Hoogleraren hebben visie en meningen, waarmee U kennis kunt maken in lezingen en publicaties. Ze schrijven. Als onderzoekers hebben zij een luxeprobleem, want andere onderzoeksinstanties zoals TNO-Bouw moeten hun vele onderzoekers aan het werk houden.

(7)

Fig.10: foto’s 10 hoogleraren achterkaft brochure 3TU.Bouw(producten) per februari 2011 Maar daarmee is inmiddels een keerpunt in het denken over maatschappelijk

betrokken onderzoek vanuit de 3TU.Bouw bereikt. Het gaat er niet langer meer over om de onderzoekers op de 3TU.Bouw aan het werk te houden. Het gaat ook niet meer over externe financiering voor de faculteiten uit de bouw te halen. Het gaat erom hoe de bouw te helpen over de recessie heen te springen.

Fig. 11: In ‘Bridging the Gap’ wordt de ontwikkeling beschreven naar maatschappelijk betrokken 3TU.Bouw onderzoek: 3TU.Bouw opent zich naar de maatschappij en naar de bouw.

(8)

Het probleem is hoe de maatschappij in haar ontwikkeling gestimuleerd kan worden. Hoe de toekomstige investeringen en ‘no regret’ beslissingen voor de gebouwde omgeving gedaan kunnen worden. Het probleem is niet langer de 3TU en haar financiering, want dat probleem is inmiddels door ijverige decanen opgelost door aanzienlijke afslankingen, verdiend of juist niet.

Fig. 12: Ontwikkelingspad van het heden naar de ambitie van de toekomst

Alle ogen zijn gericht op de noodzakelijke ontwikkelingen in de toekomst van de gebouwde omgeving en de toekomst van de bouw. Als onafhankelijke visionairs mogen de hoogleraren waarschuwen dat een aanzienlijke afslanking van een

Nederlandse bouw onvermijdelijk is, tenzij er nieuwe markten worden gevonden. Met behulp van consortia van Nederlandse bedrijven kan er gemeenschappelijk de

internationale markt op gegaan worden. Exportconsortia dus.

En ondertussen zijn er legio mogelijkheden om een samenwerking aan te gaan in onderzoeksplatforms waar een groot aantal bedrijven samen met TU onderzoekers nieuwe concepten ontwikkelt. Een voorbeeld van die samenwerking tussen industrie en academie is het Concept House DELFT Prototype. Platform ontwikkelen dus. Joop Halman weet veel van de procesvoering van het productontwikkelen in platforms.

Fig.13: Twee ontwerpperspectieven van het Concept house DELFT Prototype zoals dat tussen 2008 en 2013 werd ontwikkeld met 40 partners en sponsors uit het MKB van de Bouw en mede gefinancierd door enkele subsidies. Mede door impulsen van leerstoelmedewerker Arjan van Timmeren heeft dit prototype van een industrieel vervaardigd en stapelbaar appartement ook de spong naar een lage ecologische voetafdruk en een energiepositief gebruik kunnen maken.

(9)

Fig.14: Samenwerking tussen Academia & Industry in geval van het in 2012 gerealiseerde experiment van het Concept House Prototype in Heijplaat, Rotterdam en het vervolg van zero series of pilot projects en tenslotte naar de introductie van nieuwe woningproducten voor de maatschappij. In het Concept house proces werd een prototype van een industrieel vervaardigd energiepositief en stapelbaar appartement met een lage voetafdruk ontwikkeld en gerealiseerd op een budget van 420.000,= Euro verkregen door inleg van 40 partners en sponsors en enkele subsidies. Het initiatief en de leiding lag bij de TU Delft leerstoel Productontwikkeling. De volgende stap is een Urban Villa te bouwen als pilot project. Daarvoor zal het initiatief veel meer uit de markt moeten gaan komen en zal de TU zich als proces methodoloog en evaluatie adviseur opstellen.

De ontwikkelingsgang van leerstoelen is vaak een ondoorzichtig heftig proces. In de tijd van het schrijven van Bridging the Gap werd UHD Wim Poelman hoogleraar op Twente en werd mijn leerstoel Productontwikkeling met een bezetting 6,4 fte en 20 promovendi bezuinigd (bezuinigingen waren nodig door verliezen in andere

leerstoelen) door de formule ‘Alle tijdelijke aanstellingen niet meer vernieuwen’ tot een grootte van 1,5 fte. Anderhalve man een paardenkop. Het overgrote deel van de 20 promovendi moest ‘op marktplaats worden gezet’, naar collega’s verwezen.

(10)

Fig.16: Diagram grootte leerstoel Productontwikkeling TUD over 22 jaar van haar bestaan Op dit moment is de leerstoel na een tweede groeistuip ten behoeve van het onderzoek aan Concept House weer terug op 1,4 fte en 5 (buiten)promovendi. De intern betaalde promovendi als onderzoekers stromen uit. Nieuwe onderzoekers moeten eigen financiering mee nemen. Zijn veelal buitenlanders die niet goed in programma’s passen and als ze erin passen communiceren ze nauwelijks met de Nederlandse industrie. Conclusie: de gouden tijden van 1e geldstroom onderzoekers zijn voorbij. De bouwfaculteiten groeien niet meer in onderzoek, maar krimpen. Uit alle activiteiten betreffende duurzaamheid in de laatste jaren komt wel naar voren dat bouwers zich heel goed zouden kunnen specialiseren. Dat werkloze architecten zich zouden kunnen laten omscholen tot duurzaamheidsengineers. Er is een groot gebrek is aan kennis en kunde op het gebied van ontwerpen en en op het gebied van uitvoeren van duurzaamheid voor woningen en gebouwen. Er zijn geen integrale ontwerpers op de markt, ze worden nauwelijks opgeleid op de 3TU’s, ook niet op de HBO’s. En er zijn ook geen integrale duurzame bouwers. Integraal met verstand van de bouwkundige en het installatiedeel van duurzaamheid en mogelijkheid om het gehele proces goed te doorlopen. Mogelijkheden voor ontwerpers en bouwers! Als onweer bij heldere hemel publiceerde TU Eindhoven op 21 maart 2013 op eigen initiatief op haar website dat de afstudeerrichting Bouwtechniek per september 2013 gesloten gaat worden voor nieuwe aanmeldingen. Deze dag kreeg daarmee wel een heel bijzondere betekenis in Jacques Perk’s adagium “Een nieuwe lente , een nieuw geluid” [1880]. Cobouw publiceerde onmiddellijk deze boodschap naar de bouw, die heftig in beroering kwam. Bouwtechniek dat zijn de leerstoelen Uitvoeringstechno-logie en Productontwikkeling. Dat betekent dat er voor de aannemers en

producenten geen afstudeerders meer worden opgeleid in Eindhoven. Het zijn er jaarlijks 40 tot 50, ongeveer 20% van de totale uitstroom aan jaarlijkse diploma’s. De leerstoel Uitvoeringstechnologie was al sinds het vertrek van prof. Frits Scheublin vacant. Professor Jaap Oosterhoff, oprichter ABT en oud-hoogleraar TU Delft, fac. Bouwkunde en Civiele Techniek, zei ooit “De constructiebureaus hebben de maatschappelijke plicht om hoogleraren te leveren voor hun eigen vak”.

(11)

Dat geldt, lijkt me, ook voor de grotere aannemingsbedrijven: die hebben de plicht ook hoogleraren te leveren voor hun vak. Ze zouden mensen warm kunnen laten lopen voor een (deeltijd)loopbaan in de universiteiten. En als die belangstelling er niet is, als die connectie tussen academia & industry er niet is, loopt men het gevaar van het verdwijnen van leerstoelen. En een breuk tussen academia & industry. De publicatie op de TUE site ging vergezeld van het statement dat TU Eindhoven voortaan ‘fundamenteel onderzoek’ ging doen in plaats van ‘toegepast onderzoek’. Hoe fundamenteel kun je zijn in een leerstoel Productontwikkeling en in een leerstoel Uitvoeringstechnologie? In mijn leerstoel Productontwikkeling TUD beschouw ik als fundamenteel onderzoek het beschrijven van de methodologie van het product-ontwikkelen. De projecten zijn echter altijd ‘toegepast’. Toegepast betekent ook de connectie met de maatschappij. Zie Concept House. Dat kan heel goed ook

fundamenteel in de zin van academisch zijn. Maar hopelijk niet zo fundamenteel zoals op TU Delft faculteit Bouwkunde ooit collega hoogleraar Alexander Tzonis, hoogleraar architectuurgeschiedenis en theorie, een overigens zeer hoog geachte collega, wiens uitspraken door weinigen begrepen werden, wiens geschriften moeilijk volgbaar waren, zelfs voor collega’s en wiens promovendi onbegrijpelijke zaken beschreven. Schreef prachtige boeken over architect Santiago Calatrava. Hij was dus voor de faculteit in die tijd veel te fundamenteel en verliet de faculteit ontgoocheld. Is dat de toekomst van het fundamentele onderzoek voor de bouw?

Het lijkt me dat de academische wereld wel andere zaken aan haar hoofd heeft dan een resolute ommekeer van toegepast onderzoek naar fundamenteel onderzoek. Beter zou zijn dat de 3TU.Bouw zich concentreert op de gedachte: “Hoe helpen we de bouw over de recessie heen te springen?”

Maar de relatie tussen de bouw en de universiteiten kent heftige wisselingen. Zelf sta ik met één been (Octatube) in de praktijk van het bouwen en met het andere been (leerstoel) in de academische wereld. Eind jaren ’80 was de ministeriële afspraak dat Eindhoven de techniek zou doen en Delft het ontwerpen. En herhaling van de

statement van John Habraken in 1970: Eindhoven als combinatie van Architectuur, Techniek en Uitvoering [citaat oud-decaan Thijs Bax]. Nu wordt de afstudeerrichting Bouwtechniek gesloten. Het bouwen zelf wordt daarmee als academische

beschouwende activiteit niet serieus meer genomen op TU Eindhoven. Het is de vraag wat een vlucht vooruit in de vorm van een postdoctorale opleiding voor zin heeft als de bodem van het opleiden van bouwende en producerende ingenieurs er onderuit gevallen is? Is de raket van Kuifje nog wel de boosters waard?

Volgens TNO-Bouw zijn de bouwprognoses voor de komende 4 jaar nog steeds dalend. Nu kunnen we die prognoses ontkennen. De bouw zit lang in de

ontkenningsfase. Vraag is hoe groot het echelon van bouwvakkers zal zijn dat Nederland over 4 jaar echt nodig heeft. Hoe maakt de bouw een gezonde en

positieve ‘deconstructie’ of krimp van haar manschappen door, zonder bij de politiek steeds te zeuren bij de overheid over geld voor onnodige infrastructuur als laatste strohalm, zoals Elco Brinkman steeds succesvol tot nu toe heeft gedaan? En hoe kan de 3TU.Bouw daar op een positieve wijze aan bijdragen?

(12)

Fig. 17: Bouwomzet komende jaren uit TNO rapport ‘Bouwprognoses 2011-2016’, dec. 2011

Inmiddels hebben de pogingen om vanuit de 3TU.Bouw zich te mengen in onderzoek op het gebied van Energiebesparing in de gebouwde omgeving [in de stichting TKI EnerGO], schipbreuk geleden. In Februari 2012 had ik als ‘trekker Gebouwen’ uit bedrijven een inleg verzameld van 15 miljoen Euro, in de verwachting dat EZ eenzelfde bedrag zou bijleggen. Maar die hoop is van lieverlee geheel verdwenen.

Fig 18: TKI EnerGO symbool

Een jaar later weigert de TKI mede uit naam van het ministerie van Economische Zaken onderzoek in overweging te nemen dat is gebaseerd op het integreren en coördineren van bouwtechnische elementen en componenten tot een gebouw als een compleet functionerend technisch artefact. Materiële experimenten, prototypes zoals het Concept House DELFT Prototype en SlimBouwen, pilot projects. Het

wetenschapsgebied van de productontwikkeling ligt nu een maal dicht tegen de opschalingen naar nieuwe marktconforme energiezuinige woningen. Helaas krijgen pilot projecten en nieuwe woningconcepten zoals Concept House Urban Villa geen enkele steun van overheidswege via de TKI Energiebesparing in de Gebouwde omgeving. De EZ toezegging het MKB te willen ondersteunen, is loos gebleken. We zullen het op eigenkracht moeten doen, op gezamenlijke kracht van het MKB Bouw en de 3TU.Bouw.

(13)

Fig. 19: De Concept House Urban Villa als pilot project voor een energiepositief wooncomplex. Waarmee ik niet weet hoe uit onderzoek en ontwikkeling energieneutrale woningen op de markt zullen moeten gaan komen in 2020 zoals de toenmalige minister Jacqueline Cremers het ingevolge de Europese richtlijnen bevolen heeft. Dat proces van materialisering is gestokt bij gebrek aan steun voor experimenten. De bouw heeft er de financiën niet meer voor. De TKI laat het geld naar TNO vloeien en de 3TU.Bouw wordt gedwongen tot fundamenteel onderzoek via NWO waar de bouw niets aan heeft.

Conclusie

Het toekomstgerichte rapport van het 3TU Speerpunt Bouw ‘Bridging the Gap’ werd 3 jaar geleden gepubliceerd. Na de beëindiging van het contract van de formateur Eekhout lijkt er weinig op dit gebied te zijn gebeurd. Alle onderzoeken zijn

individueel, zij het geclusterd in facultaire onderzoekprogramma’s. Inmiddels is de 3TU.Bouw per 8 oktober officieel gestart.

De bouw bevindt zich via de hypotheekcrisis van 2008 vanaf 2011 in een officiële recessie die nog jaren gaat duren. De ernst ervan vraagt om een structurele herijking van de rol en grootte van de bouw en de bouwopgave in de toekomst. Er zijn grote mogelijkheden voor de 3TU.Bouw om zich de problemen aan te trekken van de bouw in de maatschappij en daar haar onderzoekdiensten aan te leveren. Gevolg zal zijn meer toepassingsgericht onderzoek, wel onafhankelijk en academisch.

Het tegenovergestelde ziet men echter in de politieke strategie van de

bouwfaculteiten: de gang naar fundamenteel onderzoek, waarmee de faculteiten beter passen in de TU’s, wens van rectoren en decanen. De bouw heeft dan echter niets in praktische zin op korte termijn aan de uitkomsten van dat onderzoek. De

(14)

enige blijvende productie van de 3TU.Bouw richting bouw zal zijn de uitstroom aan diploma’s van ingenieurs voor de bouw.

Een zeer verstorende gegeven is de aangekondigde afschaffing van de afstudeerrichting Bouwtechniek en de leerstoelen Productontwikkeling en

Uitvoeringstechnologie op TU Eindhoven, onbegrijpelijk voor allen, behalve voor het bestuur van de faculteit. Daarop zal nog een publiek debat volgen met de

stakeholders, de belanghebbenden in de bouw, die het daar uiteraard niet mee eens zijn. Bouwers en producenten zien ook op deze weg hun toekomst beknot. Dan wordt de SBR uitspraak “De bouw ziet de universiteiten niet staan” echt werkelijkheid.

Het ADMS symposium van 2 april 2013 was ook opgezet om een nieuwe postinitiële vleugel aan de het 3TU Stan Ackermans Instituut aan te kondigen: die van de Techniek, Bouwtechniek nog wel. Het is onlogisch om de ene hand een postinitiële opleiding te laten starten voor Techniek, terwijl de andere hand de leerstoelen Uitvoeringstechnologie en Productontwikkeling besloten heeft op te heffen. Die postinitiële plannen zijn dan ook sinds 2009 gemaakt op het vliegend tapijt van de maatschappelijke behoefte aan het ontwikkelen van de bouwtechniek . Ze kregen een acceleratie door de grote hoeveelheid potentiële kandidaten in dit tijdperk van relatief grote werkloosheid onder ervaren bouwkundig ingenieurs door de recessie. De keuze tussen toegepast en fundamenteel onderzoek is eeuwig en kent zijn varkenscyclus. Is ook persoonsgebonden. Mick Eekhout wilde in 2010 als formateur van het 3TU Speerpunt Bouw de bouwfaculteiten openen naar de bouw en de maatschappij. Prof. Bauke de Vries wil als onderzoeksdirecteur van BK TUEindhoven en als voorzitter 3TU.Bouw weer terug naar fundamenteel onderzoek. Een wending van 180 graden en dat alles in een tijdspanne van 3 jaar!

Over blijft om in directe samenwerking tussen bedrijfsleven en 3TU.Bouw(producten) leerstoelen projecten te starten voor de ontwikkeling van nieuwe kennis en inzichten, die op middellange termijn kunnen leiden tot nieuwe bouwproducten, bouwsystemen of nieuwe componenten dan wel nieuwe typen gebouwen. Ook toepassingen in de renovatie en upgrading kunnen gezamenlijk ontwikkeld worden.

De beschreven wendingen in de afgelopen 3 jaar maken de academische wereld als maatschappelijk domein bijzonder interessant en het proces maakt deel uit van het openbare debat in de bouwwereld in deze turbulente jaren. Interessant blijft de stimulans die de 3TU.Bouw kan geven aan de bouw via onderzoek.

hoogleraar Productontwikkeling TU Delft vanaf 1992. Oud-formateur 3TU Speerpunt Bouw (2007-2009)

www.mickeekhout.nl

Cytaty

Powiązane dokumenty

Patrystycznego "Chrześcijaństwo II-V wieku wobec antycznych tradycji. ezoterycznych", Warszawa

(2013)) offers a realistic representation of the plastic deformation of composite materials. Under that assumption, the performance of the homogenized model can be assessed based on

As stated in Section 3.2, the calcium alkali silicate constituting the hard layers from the three systems can represent the calcium alkali silicate formed at different places,

As far as pending transactions are concerned (ie, projects which are at the pre-signing or interim period stage), the occurrence of the COVID-19 pandemic and the resulting

W uzasadnieniu do projektu założeń podkreśla się potrzebę powrotu do rozwiązań z przeszłości (nowa propozycja nawiązuje bowiem do zasad, które obowiązywały

Wśród tekstów Ewangelii św. Jana znajdują się również manuskrypty pisane w rzadko spotykanym dialekcie lykopolitańskim. O ile różne wersje językowe tej Ewangelii wykazują

C hociaż zebrania naukowe odbywały się dość często i system atycznie i choć spotykali się na nich komparatyści aktywni naukow o z ciekaw ym i refleksjam i, to

34 Fakt ten potwierdza jedynie upolitycznienie firmy przekładające się na zatrudnienie... Pazio Zarządzanie zasobami ludzkimi w okresie transformacji ... ich lat pracy