"
~_
t
~
I
_
_ OND~RZOEKSINSTl~UT
VOOR~TECH~CHEBESTUURSKUNDE
SI3UOTHEEK ThijSHweg 11 2629 JA Delft•
,
WERKDOCUMENT
lJJ
P
E
'~," ~ '~,", ~ ."
t;{>
"~ ',,0,',':
0
. ~fI)~
W
'
tD
Q) ," 0W
'. NL. ':c
Q)·
U
"C(/) c::
... 0Z ...
ca
w
E
I-
Ola::
c::
o ·e
0
0>$
I- c::
:::>
Q):::>
L.I-
~
i=.r:.
CJ)Q)z..c
,_ '"t)INFORMATIESYSTEEM
VOOR
'
MIGRATIE
INENUIT VLAARDINGEN
Ton Hoen<:terdos
Jenny Vermeeren
, ' , : : : .. .
' . ,: .' . : . . , " .. . : '. : .90-04
, ' .... -....~D"""~
:
...
' . ' :~.'.:
.:....
'. '~.' ... -'... .
... .. ... .. .. .. .... .... .. ... .... .. .. .. .... .. .. .. .. .. ... .... .... .. ... .. .. .. .. ... ... .. .... .... :-:-:.:-:-: -: -:.~. :-:-.. ~ •. "":"" .. !·:i,
t::r···
.' : . :'-:':':':':':':0:
....:.:
'
.:.:.:.:
...:
... ... ... ", ... ... ... .... .... .. .. .. .. .. ... ... .... .... .. .. .. .. .... .....
.
.
.
.
.
.
...,,...,.... ~ ........:0····'·;:;:;:;:;:;:>·
·
.. .. ... ~ .... ~.
..... ' . .. . ... '...
.
:
...
:::::::::::::::::
. : .. , ,:
~ .: :; :: .. . , ' ,', . . , : . .. .. ..:
,; ;: :: " . ' : . , ' , , : : ' .' .: ~ ~: . : . : . : . .:: . : . ': ..:
:.:
~~ .: .. ';/>'
) ê"'(.
/
INFORMATIESYSTEEM VOOR MIGRATIE
IN EN UIT VLAARDINGEN
Bibliotheek TU
Delft/~)IIIIIIUUtl
8449
WERKDOCUMENT OTB
Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurskunde (OTB) Technische Universiteit Delft
INFORMATIESYSTEEM VOOR MIGRATIE
IN EN UIT VLAARDINGEN
Ton Hoenderdos Jenny Vermeeren
- - - - --- - - ----,
De werkdocumenten van het OTB worden uitgegeven door: Delftse Universitaire Pers
Stevinweg 1 2628 eN Delft telefoon: 015-783254 In opdracht van: OTB Thijsseweg 11 2629 JA Delft ISBN 90-6275-621-2jCIP NUGI: 655
Copyright 1990 by Ton Hoenderdos and Jenny Vermeeren
Overname van (gedeelten van) dit werkdocument is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
INHOUD
1 INLEIDING... 1
2 BENODIGDE GEGEVENS . . . . . . . . . . . .. 3
3 WAAR KOMEN DE BENODIGDE GEGVENS VANDAAN? . . . 5
4 HET INFORMATIESYSTEEM . . . 9
5 DE OPBOUW VAN HET INFORMATIESYSTEEM . . . i3
BIJlAGE 1 CODERING MODULEN . . . 19
BIJlAGE 2 VRAGENLIJST AAN DE VERTREKKERS UIT VlAARDINGEN ... .. .. 27
BIJlAGE 3 VRAGENLIJST AAN DE VESTIGERS IN VIAARDINGEN . . . 29
! W!lJlIlF' . . ' . . . '!! k'P!I dtl . '* .. I ! • ' k •• ''*UH .... II ".'.'llq'4' _ _ _ 1_ .. 1' • • " I I " ! I
1
INLEIDING
Het OTB verricht, in opdracht van de sociale verhuurders in en van gemeente Vlaardingen, onderzoek naar in- en uitverhuizers van de gemeente Vlaardingen. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan wie degenen zijn die jaarlijks in Vlaardingen komen wonen (circa 2000 personen), wie degenen zijn die jaarlijks Vlaardingen verlaten (circa 3000 personen) en wat hun verhuismotieven zijn. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in motieven die in de woonsfeer zijn gelegen en motieven die met andere factoren te maken hebben.
Een van de deelonderzoeken is een analyse van de ter beschikking staande gemeentelijke databestanden (onroerend goed belasting, gemeentewerken, bevolkingsregistratie (onder beheer bij de sector Bevolking afdeling Burgerza-ken) en woonruimteverdeling (onder beheer van de sector Huisvesting afdeling
Burgerzaken». Van de diverse bestanden zijn gegevens verzameld over degenen,
die in de afgelopen periode naar Vlaardingen toe zijn verhuisd, over de her-komst van deze immigranten, over degenen die uit Vlaardingen zijn vertrokken,
en de vertrekmotieven. Voorts is een telefonische enquête afgenomen door
middel van een steekproef onder recente vestigers en vertrekkers. Aansluitend op dit onderzoek is nagegaan op welke wijze in de toekomst de bestanden meer
structureel geschikt kunnen worden gemaakt ten behoeve van dit soort
onder-zoeksdoeleinden en beleidsinformatie en op welke wijze structureel extra
infor-matie kan worden verzameld over verhuismotieven. Het inforinfor-matiesysteem, waarvoor hier een model wordt opgezet, dient antwoord te geven op de vraag in
hoeverre huishoudens in en uit Vlaardingen verhuizen op basis van motieven in
de woonsfeer enjof andere motieven. Aan de hand van de gegevens in het informatiesysteem kunnen profielen van groepen huishoudens die in dan wel uit Vlaardingen verhuizen en profielen van de woonsituatie in en buiten Vlaardin-gen worden gevormd. De confrontatie van beide typen profielen, in combinatie met de verhuismotieven, geeft inzicht in tekortkomingen enjof overschotten binnen het woningaanbod van de gemeente Vlaardingen.
De verkregen informatie kan gebruikt worden ten behoeve van meerdere be-leidsvelden, zoals de nieuwbouwprogrammering en het woningvoorraadbeleid. Uit het informatiesysteem kan afgeleid worden welke woningen nu momenteel in onvoldoende mate aanwezig zijn binnen de Vlaardingse woningvoorraad. Het nieuwbouw- en voorraadbeleid zou zich dan op de realisatie van de ontbrekende types kunen richten.
'"~ 1 '" "'. .• ., ...,.,.. a'!'TI t i l~' ... _ _
In de toekomst kan het informatiesysteem, dat nu nog gericht is op migratie in
en uit de gemeente, verder uitgebouwd worden tot een
volkshuisvestingsinfor-matiesysteem. Zo'n volkshuisvestingsinformatiesysteem heeft een bredere
reik-wijdte en kan een rol spelen ten behoeve van het overleg tussen gemeente en
corporaties, de vaststelling van een gemeentelijk volkshuisvestingsplan, de
huur-sombenadering, het woonruimtebeleid, het voorraadbeleid, de
nieuw-bouwprogrammering, etc. Naast de gegevens die het informatiesysteem voor
vestigers en vertrekkers nu al bevat, kunnen de volgende categorieën gegevens
opgenomen worden: woningkartotheek
gegevens omtrent woningzoekenden bevolkingsgegevens
gegevens omtrent de technische staat van de woningen exploitatie-gegevens, etc.
In het navolgende wordt ingegaan op de volgende vragen:
- Welk type gegevens moet het informatiesysteem bevatten? Hierbij wordt
onderscheid gemaakt tussen gegevens die in ieder geval nodig zijn, wil het
informatiesysteem op de juiste wijze kunnen functioneren en gegevens die,
hoewel ze niet direct noodzakelijk zijn, nu al in de bestanden zijn opgenomen
en die kunnen dienen als extra aanvullende informatie.
- Waar komen de gegevens vandaan? In hoeverre zijn de benodigde gegevens al
opgenomen in de beschikbare bestanden en welke gegevens moeten nog
toegevoegd worden?
2
BENODIGDE GEGEVENS
Het informatiesysteem dient enerzijds een aantal feitelijke gegevens m.b.t. huis-houden- en woningkenmerken te bevatten en anderzijds een aantal subjectieve gegevens m.b.t. verhuismotieven. Deze gegevens vallen in vier categorieën uiteen: huishoudenkenmerken, kenmerken van de huidige woning, kenmerken van de vorige woning en verhuismotieven. Centraal bij het verzamelen en op-slaan van gegevens staat het huishouden. In het informatiesysteem zullen de gegevens op huishoudenniveau worden opgeslagen.
Huishoudenkenmerken
Het kan voorkomen dat in een deel van de cases de huishoudenkenmerken voor en na de verhuizing verschillen (bijvoorbeeld gezinsuitbreiding) bijvoorbeeld doordat er sprake is van samenvoeging van twee huishoudens (voor de verhui-zing) tot één huishouden na de verhuizing. In zo'n geval worden de huishouden-kenmerken van het huishouden na verhuizing opgenomen, omdat aangenomen mag worden dat juist de verandering binnen het huishouden of de samenvoeging van twee huishouden uiteindelijk tot de verhuizing geleid heeft en dus ook nauw samenhangt met de verhuismotieven. Kenmerken van het huishouden die op-genomen worden in het informatiesysteem, zijn de 'grootte' van het huishouden, de 'samenstelling' van het huishouden, de 'leeftijd' van het hoofd van het huis-houden en het 'inkomen' van het hoofd van het huishuis-houden. Aan de hand van combinaties van deze kenmerken kan een profiel geschetst worden van groepen huishoudens die in dan wel uit Vlaardingen verhuizen.
Kenmerken vorige en huidige woonsituatie
De kenmerken, die van belang zijn om zowel de vorige als de huidige woonsitu-atie van vestigers en vertrekkers te beschrijven, zijn grotendeels hetzelfde. Een uitzondering hierop vormt de ligging van de woning in Vlaardingen. Dit gege-ven geldt dus alleen voor woningen in Vlaardingen en kan een indicatie zijn voor de hoge en lage populariteit bij vestigers èn vertrekkers van bepaalde wijken in deze stad. Hiernaast zijn gegevens omtrent het type woning van be-lang. Het type woning wordt inhet informatiesysteem vastgelegd door de ken-merken 'bouwvorm' (m.n. het onderscheid eengezins/meergezins), de 'grootte' van de woning (aantal kamers), de 'prijs' van de woning (hoogte van de huur bij huurwoningen en de getaxeerde waarde bij huur- èn koopwoningen) en de 'eige-naarscategorie'(sociale of particuliere huursector dan wel koopsector). Ook hier
I " r 1! t! " H 1 "'T""'Jw-'! I!
geldt dat op basis van de verschillende combinaties van woningkenmerken profielen van de woonsituatie gemaakt kunnen worden.
Verhuismotieven
Zoals in de inleiding al gesteld werd, is het van belang te achterhalen in hoever-re de verhuizing plaats vindt op basis van motieven die geheel in de woonsfeer zijn gelegen of dat de motieven met andere factoren te maken hebben. Tot deze laatste categorie motieven behoren factoren als werk, persoonlijke binding met Vlaardingen (familie, vrienden, kennissen e.d.) en de waardering van de stad Vlaardingen als geheel. Bij de verschillende motieven wordt onderscheid ge-maakt tussen de vorige en de huidige woonplaats. Onder de vorige woonplaats wordt verstaan de woonplaats vanwaar men verhuist en de huidige woonplaats is de woonplaats waarin de nieuw betrokken of te betrekken woning gelegen is.
In afbeelding 2.1. wordt een overzicht gegeven van de benodigde gegevens per categorie.
Afbeelding 2.1. overzicht benodigde gegevens per categorie
huishoudenkenmerken: - grootte van het huishouden - samenstelling van het huishouden - leeftijd van het hoofd van het huishouden - inkomen van het huishouden
woningkenmerken (zowel vorige als huidige woning):
-plaats
- de wijk (v.w.b. een woning in Vlaardingen) - bouwvorm
- eigenaarscategorie
- hoogte huur/getaxeerde waarde - grootte woning
- bouwjaar·
- aantal woningwaarderingspunten· verbuismoüeven:
- woonsfeer
- 'kon snel een woning krijgen in de huidige woonplaats' -'kon in vorige woonplaats geen woning krijgen'
- 'kon in vorige woonplaats geen geschikte woning krijgen'
-'wilde geen woning met erfpacht'
- 'kon in huidige woonplaats een goedkope woning krijgen'
- 'kon in huidige woonplaats een woning met tuin krijgen' - 'overig'
- motieven buiten de woonsfeer: - motieven in de werksfeer
- persoonlijke binding met Vlaardingen
- waardering Vlaardingen als geheel
- overig
*
Deze gegevens zijn niet essentieel voor het informatiesysteem, maar zijn wel opgenomen in de gemeentelijke databestanden en kunnen dus eenvoudig toege-voegd worden (zie paragraaf 3).3
WAAR KOMEN DE BENODIGDE GEGEVENS
VANDAAN?
De benodigde gegevens worden deels al gestructureerd bijgehouden in de ver-schillende gemeentelijke databestanden, deels ontbreken zij nog en zullen toege-voegd moeten worden. Hiernaast worden er binnen de diverse bestanden gege-vens bijgehouden die niet strikt noodzakelijk zijn voor het functioneren van het informatiesysteem, maar die eenvoudig toe te voegen zijn en extra bruikbare informatie opleveren. In de bestandsanalyse is nagegaan welke gegevens in de verschillende bestanden zijn opgenomen. Onderstaande afbeelding geeft aan in hoeverre de hierboven genoemde gegevens momenteel in de verschillende be-schikbare databestanden geregistreerd staan.
Voor het verzamelen en structureren van de gegevens, vormt het bestand van de sector Huisvesting van de afdeling Burgerzaken (het zgn. woningzoekendenbe-stand) momenteel een centraal bestand. Dit bestand kent namelijk al een kop-peling tussen woning- en huishoudenkenmerken en wordt gevoed met behulp van gegevens van een tweetal bestanden. De woningkenmerken die in het wo-ningzoekendenbestand zijn opgenomen zijn voor een belangrijk deel afkomstig uit het bestand van Gemeentewerken en een aantal huishoudenkenmerken wordt aangeleverd via het bevolkingsregister. Met name voor de huishoudenken-merken geldt dat deze niet eenduidig overgenomen zijn. Uit bovenstaand
over-zicht valt af te lezen uit welke bron de benodigde gegevens gehaald kunnen
worden.
Voor de categorie huishoudenkenmerken is alleen de 'leeftijd' (*van het hoofd van het huishouden?) in het woningzoekendenbestand opgenomen. De gegevens 'huishoudengrootte' en 'huishoudensamenstelling' dienen toegevoegd te worden via het bevolkingsregister. Gegevens omtrent het inkomen van de vertrekkers worden in geen enkel databestand goed bijgehouden. In het woningzoekenden-bestand is het inkomen van vestigers opgenomen. Via een beknopte vragenlijst die bij mutatie wordt voorgelegd aan de vertrekkende of zich vestigende
huis-houdens kunnen o.a. meer actuele inkomensgegevens achterhaald worden. Ook
zal in deze vragenlijst een aantal vragen gesteld worden omtrent de
'huishouden-grootte' ende 'huishoudensamenstelling'. Veranderingen hierin kunnen immers de reden zijn om te verhuizen.
Bij de categorie woningkenmerken dient onderscheid gemaakt te worden tussen woningen in de gemeente Vlaardingen en woningen buiten de gemeente Vlaar-dingen. De woningkenmerken van de laatste groep woningen kunnen door
Afbeelding 3.1. Overzicht aanwezige gegevens in de beschikbare gemeentelijke databestanden.
vragen I i j st recente
vestigers .verhui smoti even .kenmerken vorige
woning • inkomen
vragenlijst recente
vertrekkers
• verhui smot i even .kennerken nieuwe woning • inkomen I bestand sector I I huisvesting I I I bevolkingsregister (sector bevolking)
I won i ngZoeicenden- ! • hui
shouden-I bestand: .---1 a_telling I .huishoudenlcer.erken
i
.
leef ti jd I (leeft i jd) 1 1 .gezinsgrootte I .lIOOr*enIIen woni ng-I zoelcenden I I .lnkCllllel'l won.zoekendert , . . . . - - - ,I
I
I
gaeentewerken woningbestand: : I.woninggrootte .. I---I.bouwvol'llI .bouwjaar I . bouwj aar
I
I
~---~ I I verhwrders • huren • won i ngwaar-der i ngspu"lten onroerend goed belasting .getaxeerde waarde .eigenaarscategorie*I
aanwezig bij de sector Huisvesting van de afdeling Burgerzakenontbrekende gegevens reeds aanwezige gegevens
*
Het kenmerk 'eigenaarscategorie' is niet als aparte variabele in hetOGB-bestand opgenomen, maar kan wel afgeleid worden van gegevens van dit be-stand.
middel van de vragenlijst op het moment van mutatie aan de vestigers en
ver-trekkers gevraagd worden. De kenmerken van woningen in Vlaardingen worden
gedeeltelijk bijgehouden in de verschillende reeds aanwezige bestanden. Zo zijn
de 'bouwvorm' en de 'woninggrootte' via het woningzoekendenbestand en de
'getaxeerde waarde' van koopwoningen via het onroerend goed belasting-bestand
te achterhalen. De 'huurhoogte' en de 'eigenaarscategorie' leveren daarentegen
meer problemen op. Actuele gegevens van de huurhoogte zijn niet in het
wo-ningzoekendenbestand opgenomen. Via de drie sociale verhuurders in
Vlaardin-gen zou in ieder geval de huurhoogte van het sociale woningbezit toegevoegd
kunnen worden. (De sociale huursector omvat 54% van de totale en 85% van de
huurwoningvoorraad in Vlaardingen, november 1989; bron: afd. Woonruimteza
-ken, gemeente Vlaardingen). De 'eigenaarscategorie' van de woningvoorraad is
in Vlaardingen niet als zodanig geregistreerd. Dit gegeven kan echter wel
af-geleid worden uit de gegevens die opgenomen zijn in het onroerend goed
Voor de categorie verhuismotieven geldt dat deze momenteel alleen geregis-treerd worden bij inschrijving als woningzoekende in de gemeente Vlaardingen. Deze procedure beperkt zich tot (een gedeelte van) de vestigers en dient verder uitgebreid te worden.
Extra gegevens
Twee soorten gegevens, die momenteel al in de diverse bestanden bijgehouden worden, zouden aan de al genoemde gegevens toegevoegd kunnen worden. Dit zijn het 'bouwjaar' en de 'woningwaarderingspunten' . In zowel het onroerend goed belasting bestand als in het bestand van Gemeentewerken is het 'bouwjaar' als variabele opgenomen. Het bestand van Gemeentewerken verdient de voor-keur. (In het onroerend goed belasting bestand wordt gewerkt met een zoge-naamd fiscaal bouwjaar, welk in bepaalde gevallen afwijkt van het feitelijke bouwjaar).
De toevoeging van het aantal woningwaarderingspunten aan de kenmerken betreffende de woning zal een beeld geven van de objectieve kwaliteit van de woning. Het is de vraag of dit gegeven zowel van de sociale verhuurders als van de commerciële verhuurders verkregen kan worden. Bovendien bestaan binnen Vlaardingen twee verschillende registraties m.b.t. de woningwaarderingspunten. Hetgeen te wijten is aan een verschil in aftrekpunten voor de woonomgeving. (Sociale huurwoningen van de corporaties in Vlaardingen kennen een lagere puntenaftrek voor de woonomgeving dan de woningen van het Gemeentelijk Woningbedrijf). De woningwaarderingspunten zullen toegevoegd moeten worden via de bestanden van de drie sociale verhuurders en zo mogelijk via informatie van de commerciële verhuurders.
Voor beide gegevens geldt dat ze uitsluitend betrekking hebben op woningen in de gemeente Vlaardingen.
Sleutelvariabelen
Een voorwaarde voor de keuze van een bepaalde sleutelvariabele is dat deze op identieke wijze in de te koppelen bestanden aanwezig moet zijn. In de bestands-analyse is bekeken volgens welke sleutelvariabelen toegang tot de verschillende gegevens verkregen kan worden. De straatnaamcode (een code voor de straat-naam inclusief het huisnummer en een eventuele toevoeging) wordt, op het bevolkingsregister na, in alle andere bestanden gehanteerd. Het bevolkingsregis-ter werkt met een zogenaamd straatnaamextract. (Dit extract wordt gevormd d.m.v. het noteren van de medeklinkers van de straatnaam tot een maximum van acht van het onderdeel van de straatnaam dat is gekoppeld aan de uitgang zoals: boulevard, dreef, weg, laan, straat, etc.). Voor wat betreft de straatnaam-code geldt dat deze niet in alle bestanden op dezelfde wijze gehanteerd wordt. Dit geldt met name voor de wijze waarin de toevoegingen in de verschillende bestanden opgenomen zijn.
4
HET INFORMATIESYSTEEM
Voorgesteld wordt om ten behoeve van het informatiesysteem aparte databases op te bouwen m.b.t. vestigers en vertrekkers. Om deze databases niet onbeperkt te laten groeien zouden zij steeds alleen voor de laatste periode op schijf moe-ten staan. Oudere gegevens worden op tape gezet (bijvoorbeeld jaarlijkse
op-schoning). Op deze wijze kan een historisch systeem opgebouwd worden.
De databases bestaan uit een vijftal modulen (zie afbeelding 4.1.).
Afbeelding 4.1. Case met daarin opgenomen de verschillende modulen
*********** .... ***************** * * * sleutelmoduul * * .vestiger/vertrekker * * .adrescode * * .naam + voorletter(s) *
* .adres buiten Vlaard. *
* • te l efoonnllll1ler * * * * * * * * moduul persoons/ * * huishoudenkenmerken * * * * * * * * moduul * * vorige woonsituatie * * * * * * * * moduul * * huidige woonsituatie * * * * * * * * moduul verhu;smot;even * * * *
•
•
************** ••• ***************Het moduul 'persoonsjhuishoudenkenmerken' bevat een aantal specifieke ken-merken van het huishouden. De modulen 'vorige woonsituatie' en 'huidige woonsituatie' hebben betrekking op specifieke woningkenmerken en bevatten in
principe dezelfde gegevens en het moduul 'motieven' bevat de redenen waarom
huishoudens verhuisd zijn. De splitsing in modulen maakt het mogelijk om door
middel van een sleutel de modulen eenvoudig op te vullen met data uit andere
bestanden. Via de sleutelvariabelen zijn modulen onderling te koppelen en
kunnen ze worden aangesloten op andere bestanden. De meest geschikte
(exter-ne) sleutel om de verschillende bestanden te koppelen, lijkt de zgn.
'straatnaam-code' te zijn, zoals die in Vlaardingen gehanteerd wordt. Hiermee kunnen de modulen 'vorige woonsituatie' voor vertrekkers van de gemeente Vlaardingen en
'huidige woonsituatie' voor vestigers in de gemeente Vlaardingen ingevuld
worden met gegevens uit het bestand van Woonruimtezaken. Omdat deze straat-naamcode binnen de bestaande gemeentelijke bestanden niet op eenduidige
wijze wordt gebruikt, dient overwogen te worden om in plaats van de
straat-naamcode een andere sleutelvariabele op te nemen. Dit zou een code kunnen
zijn waarin de postcode plus het huisnummer en een eventuele toevoeging opgenomen is. De momenteel gehanteerde straatnaamcodes zullen dan gecon-verteerd moeten worden. Voordeel van een sleutelvariabele waarin de postcode opgenomen is, is het feit dat deze landelijk gezien relatief vaak gebruikt wordt en eventuele vergelijkingen en koppelingen in de toekomst eenvoudiger zijn. (Momenteel is de postcode aanwezig in het OGB-bestand, het bestand van de sector Huisvesting van de afdeling Burgerzaken en bij het Gemeentelijk
Wo-ningbedrijf en Samenwerking '77, dus niet bij Patrimonium, het
bevolkingsregis-ter en gemeentewerken). Hiernaast dient een (inbevolkingsregis-terne) sleutelvariabele opgeno-men te worden om ieder vertrekkend of zich vestigend huishouden uniek te
kunnen te identificeren en van de andere cases te kunnen onderscheiden.
Hier-toe wordt naast de adrescode ook de naam (inclusief voorletter(s» opgenomen.
Voorgesteld wordt om per case een aparte 'sleutelmoduul' op te stellen. Deze
sleutelmoduul draagt enerzijds zorg voor de communicatie met en
doorverbin-ding naar andere bestanden en anderzijds zorgt zij voor de identificatie van een
case en zijn er gegevens in opgenomen om een huishouden later nog eens te
kunnen benaderen. De sleutelmoduul zal bestaan uit een vijftal variabelen; t.w.
de adrescode van de woning in Vlaardingen (communicatiefunctie ), naam inclu-sief voorletter(s), het adres woning buiten Vlaardingen en het telefoonnummer (identificatiefunctie). Bovendien dient een aanduiding opgenomen te worden die
het onderscheid aangeeft tussen een zich vestigend of een vertrekkend
huishou-den. Dit zou uiteraard het adres kunnen zijn, maar het kan voorkomen dat een
huishouden zich na vertrek uit Vlaardingen enkele tijd later opnieuw in de
gemeente vestigt. Om dit soort gevallen op juiste wijze te kunnen registreren, is een aparte aanduiding voor vestigers en vertrekkers noodzakelijk. Bijlage 1 bevat de verschillende modulen met variabelen en codering.
Additionele gegevens
Zoals blijkt uit paragraaf 3 wordt een aantal gegevens momenteel op geen
enkele wijze geregistreerd. Deze gegevens zullen achterhaald moeten worden
door middel van enquêtes onder vestigers en vertrekkers. Voorgesteld wordt de
benodigde gegevens in twee stappen, d.m.v. een twee-traps-enquête, te achter-halen.
De eerste trap van de enquête wordt gevormd door een vrij beknopte vragenlijst die aan alle vestigers in en vertrekkers uit de gemeente Vlaardingen wordt
het informatiesysteem de gewenste informatie verkrijgen, te achterhalen en te registreren. Het betreft dan de gegevens 'kenmerken achtergelaten woning buiten Vlaardingen', 'kenmerken betrokken woning buiten Vlaardingen',
'ver-huisrnotieven' en 'inkomen van het huishouden'. In de huidige situatie is het
ideale moment voor het voorleggen van deze vragenlijst het moment van muta-tie in en uit de gemeente. Elk uit Vlaardingen vertrekkend of zich in Vlaar-dingen vestigend huishouden dient zijn verhuizing officieel binnen vijf dagen aan de balie van de sector Bevolking van de afdeling Burgerzaken mondeling ken-baar te maken. Hierbij dient wel vermeld te worden dat deze procedure in de praktijk niet altijd opgaat. (Regelmatig komt het voor dat personen zich niet persoonlijk melden en de mutatie schriftelijk afhandelen). Gezien de omvang
van de verhuizingen (jaarlijks zo'n 5000 à 6000 personen) wordt deze enquête
vrij beknopt gehouden. In bijlage 2 is de enquête opgenomen. Een tweetal
opmerkingen is in dit kader nog van belang. Ten eerste is de enquête, die hier
voorgesteld wordt, veel beknopter dan de telefonische enquête die in het kader van dit onderzoek onder recente vestigers en vertrekkers is gehouden. Ten
tweede zal in toekomst door de van overheidswege veplicht gestelde invoering
van de Gemeentelijk Basis Administratie (GBA) de mutatieprocedure gewijzigd worden. Een huishouden dient zich dan te melden in de gemeente waar men zich vestigt. Deze gemeente heeft dan de plicht om de desbetreffende persoons-gegevens te achterhalen. Deze gewijzigde procedure brengt met zich dat er voor wat betreft de uit Vlaardingen vertrekkende huishoudens geen verplichting meer zal bestaan om de sector Bevolking van de afdeling Burgerzaken van de ge-meente Vlaardingen het vertrek uit de gege-meente te melden. Hiermee vervalt het direct contact tussen de vertrekkende huishoudens en medewerkers van de sector Bevolking van de afdeling Burgerzakens. Een andere procedure om aanvullende gegevens te achterhalen is dan wenselijk. Te denken valt hierbij aan het voorleggen van de enquête bij aanvraag van een woonvergunning. (Mogelijk zou de procedure in de toekomst kunnen verlopen via het Gemeentelijk Ener-gie- en Waterbedrijf. Bij vestiging of vertrek uit een woning dient iedereen zich immers bij het GEWB te melden. Echter het lijkt wel oneigenlijk om hierop aan te sluiten met de enquête).
De tweede fase, de tweede trap van de enquête, biedt de mogelijkheid om door middel van een (telefonische) enquête een aantal zaken nader te specificeren. Deze telefonische enquête wordt uitgevoerd onder huishoudens die een half jaar tot een jaar geleden verhuisd zijn (en dus ook enige ervaring opgedaan hebben met hun nieuwe woonsituatie). Het is in deze fase niet noodzakelijk om alle verhuisde huishoudens te enquêteren. Op grond van de gegevens die uit de eerste enquête naar boven kwamen en de overige gegevens uit het informatie-systeem kunnen zowel voor groepen huishoudens als m.b.t de woonsituatie in of buiten Vlaardingen profielen gevormd worden. De confrontatie van beide typen profielen, in combinatie met de verhuismotieven, geeft inzicht in tekortkomingen en/ of overschotten binnen het woningaanbod van de gemeente Vlaardingen. Op basis hiervan kan het steekproefkader vastgesteld worden. Een voorbeeld van een huishoudenprofiel dat als steekproefkader genomen kan worden is: het huishouden bestaat uit 2 gehuwde of samenwonende personen met kinderen, met een hoofd van het huishouden in de leeftijdscategorie 25 tot 34 jaar. Ook een woningprofiel kan als steekproefkader dienen (bijv. eengezinshuis in de koopsector met een koopprijs tot f 150.000,-).
Afbeelding 4.2. Momenten van enquêtering
•
I
moment van verhuizing I 1e enquête I1'2 jaar tot 1 jaar na verhuizing
Ze enquête
Voor wat betreft de inhoud van de vragenlijst zijn verschillende alternatieven mogelijk. Zo kan zij bijvoorbeeld vragen bevatten die ingaan op een vergelijking van de woonsituatie in Vlaardingen met die in een andere gemeente of de waardering van bepaalde aspecten in de gemeente Vlaardingen zelf. Ook is het denkbaar dat deze tweede enquête ingaat op aspecten die vooral voor de ver-huurders, zoals de Vlaardingse woningcorporaties, van belang kunnen zijn. In zo'n geval ligt het voor de hand om een steekproef te trekken uit bewoners en ex-bewoners van woningen van de drie sociale verhuurders.
5
DE OPBOUW VAN HET INFORMATIESYSTEEM
Voor wat betreft de opbouw van het informatiesysteem kunnen verschillende fasen worden onderscheiden. Onderscheid dient te worden gemaakt tussen de kortere termijn en de toekomstige situatie. Voor de kortere termijn dient reke-ning gehouden te worden met de mogelijkheden en beperkingen van de huidige stand van informatieverwerking binnen de gemeente Vlaardingen. Voor wat betreft de toekomst zal er in Vlaardingen een aantal veranderingen in de wijze van informatieverwerking doorgevoerd worden, waarvan de overgang van het huidige bestand van de sector Bevolking (afdeling Burgerzaken) naar de Ge-meentelijke Basis Administratie (GBA-model) grotere gevolgen zal hebben voor de opzet van het informatiesysteem.
Opbouw van het informatiesysteem in de nabije toekomst.
Zoals in paragraaf 4 al is vermeld, wordt voorgesteld om een aparte database op te bouwen met betrekking tot vestigers en vertrekkers. Dit bestand dient per case (onder een case wordt verstaan een zich vestigend of een vertrekkend huishouden) opgebouwd te worden en met gegevens uit verschillende bronnen gevoed te worden. Deze gegevens zijn in een aantal categorieën (huishouden-kenmerken, kenmerken vorige woonsituatie, kenmerken huidige woonsituatie en verhuismotieven) onder te brengen.
huishoudenkenmerken
Voor wat betreft de categorie 'huishoudenkenmerken' zullen de gegevens 'groot-te huishouden', 'leeftijd hoofd huishouden' en 'samens'groot-telling huishouden' aan-geleverd moeten worden uit het bevolkingsregister, het gegeven 'inkomen' wordt aangeleverd via de enquête bij verhuizing.
woningkenmerken
Voor wat betreft de woonsituatie buiten Vlaardingen (in geval van vertrek uit de gemeente Vlaardingen is dit de huidige woonsituatie en in geval van vestiging de vorige woonsituatie) geldt dat alle kenmerken achterhaald moeten worden via de enquête.
Voor de woonsituatie binnen Vlaardingen dienen de kenmerken 'woningtype' en 'woninggrootte' uit het bestand van woonruimteverdeling aangeleverd te worden, 'getaxeerde waarde' en 'eigenaarscategorie' worden aangeleverd door het be-stand van OGB en de corporaties kunnen gegevens leveren omtrent de 'huur-hoogte'. Voor wat betreft de woningen in Vlaardingen dient de 'wijk'
geregis-_--~_I
-treerd te worden. Hierbij wordt de wijkindeling van het bestand van gemeen-tewerken aangehouden. Hiernaast kan nog een aantal extra gegevens, die nu
ook al in de verschillende bestanden worden bijgehouden, aan het
informatiesy-steem toegevoegd worden. Dit zijn de kenmerken 'bouwjaar', wat dan aange-leverd dient te worden via het bestand van gemeentewerken en 'woningwaarde-ringspunten' , aan te leveren door de verschillende corporaties.
verhuismotieven
De gegevens met betrekking tot 'verhuismotieven' tenslotte worden ook via de
enquête achterhaald.
Opbouw van het informatiesysteem in de toekomst.
Voor wat betreft de opbouw van het informatiesysteem in de toekomst zijn er
twee alternatieven. Bij het eerste alternatief vormt het informatiesysteem een
applicatie van het bevolkingsregister. Bij deze mogelijkheid dienen de aanslui-tingen tussen de verschillende bestanden verder te worden uitgebreid en geper-fectioneerd. Bij alternatief twee bestaat het informatiesysteem uit een losstaande
database van vestigers en vertrekkers, die gevoed wordt uit verschillende
bron-nen.
Met name de gegevenstoelevering van woningkenmerken is in de huidige situa-tie nogal omslachtig en vindt gespreid plaats. Voor de beide alternasitua-tieven geldt dat in toekomst het efficiënter zou zijn wanneer alle woningkenmerken in één bestand opgenomen rouden zijn. Met behulp van een sleutelvariabele kunnen de
modulen met woningkenmerken van woningen in Vlaardingen eenvoudig gevuld
worden uit dit woningbestand.
Alternatief 1: het informatiesysteem als applicatie van het GBA-model
Het GBA-model dat geïnstalleerd zal worden bij het bevolkingsregister van de
gemeente Vlaardingen en dat eind 1990 naar verwachting operationeel zal zijn, heeft een mogelijkheid in zich om per bewoner additionele gegevens toe te voegen. Deze additionele gegevens kunnen worden opgeslagen in het
zogenaam-de kladblok dat in het mozogenaam-del is opgenomen. Via enige kunstgrepen kan het
kladblok worden gebruikt om variabelen aan een case toe te voegen. Het
voor-deel van deze manier van werken is dat er geen apart database opgebouwd hoeft te worden. Hiervoor hoeft dan geen extra programmatuur gemaakt te worden. Deze oplossing is uit automatiseringsoogpunt echter niet erg fraai. De
volgende nadelen kunnen worden aangegeven:
- de gegevens staan tussen andere gegevens waarvoor het kladblok is bedoeld
(allerlei aantekeningen die nu ook in het bevolkingsregister, b.v. militaire
dienstplicht, worden gemaakt, komen hier terecht);
- om de gegevens terugvindbaar te maken, moet steeds een variabele-code
worden toegevoegd. Hierop kan dan met de zoekfunctie die in het systeem is
opgenomen worden geselecteerd. Dit is een onnodig omslachtige werkwijze; - er is geen invoerprogramma met nette invoerschermen (en eventuele controle
op foutieve invoer);
- statistische toepassingen zijn niet/nauwelijks rechtstreeks mogelijk. Om
statis-tistische bewerkingen te kunnen uitvoeren, moeten de gegevens eerst naar een bestand worden uitgelezen, dat wel met een statistiekprogramma kan worden bewerkt.
",
Als tussentijdse 'nood' -oplossing kan de kladblokfunctie van het nieuwe
GBA-systeem worden gebruikt. Het verdient echter aanbeveling om t.Z.t. een aparte applicatie te (laten) ontwikkelen t.b.v. gegevensverwerking over vestigers en vertrekkers, dat onderdeel uitmaakt of is gekoppeld met het GBA en met een woningbestand. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het doorsluizen van gegevens niet altijd wenselijk is. Bij migratie in of uit de gemeente zijn met name de gegevens op het moment van verhuizing van belang. Dit geldt vooral voor de huishoudenkenmerken.
In afbeelding 5.1. is de gewenste eindsituatie van het informatiesysteem schets-matig weergegeven.
Afbeelding 5.1. schetsmatige weergave inCormatiemodel als applicatie van het GBA-model.
verhuis-motieven
lïl&liiiii· ... ···iiii·· ... ïïiîl
I I 11 vestigers .. won i ngbestand Vlaardingen
~>--1
hr
=::=:~
I
:====:
~>---I • L<... _ _ .... .. vertrekkers l---< bevolkings-register (GBA)
• .. L...-_ _ _ - - - '
.. I
.liI;·1 .llmilliliilil;;i1iillll
AlternatieC 2: het inCormatiesysteem als apart bestand
Bij dit alternatief blijven de databases voor vestigers en vertrekkers op zichzelf
staande bestanden. Deze bestanden worden gevoed uit verschillende bronnen, zoals in afbeelding 5.2 is aangegeven. Voordeel van dit alternatief is dat voor zowel korte termijn als voor de toekomst in principe een zelfde procedure gevolgd kan worden.
Per moduul kan worden nagegaan in hoeverre gegevens handmatig dienen te
worden ingevoerd, dan wel via een koppeling rechtstreeks vanuit "bronbestan-den" in de database over vestigers en vertrekkers worden gesluisd. In afbeelding 5.2. zijn het bevolkingsregister en het woningbestand als bronbestanden aange-geven. Uiteraard is er vanuit gegaan dat de bronbestanden deugdelijk zijn. Dit zal zeker het geval zijn voor het bevolkingsregister. Voor wat betreft het wo-ningbestand is reeds aangegeven dat rondom dit bestand wellicht nog aanvullen-de afspraken moeten woraanvullen-den gemaakt wie exact voor welk gegeven, en aanvullen-de actualisatie daarvan, verantwoordelijk is.
In de afbeelding is weergegeven dat bij vestigers het bevolkingsregister een getrouw beeld hoort te geven van persoons- en huishoudenkenmerken zoals die
gelden voor het huishouden lli! vestiging. Men schrijft zichzelf en zijn/haar
medeleden van het huishouden immers in Vlaardingen in, volgens de situatie na vestiging. Voor vertrekkers kan gelden dat het huishouden verandert na vertrek. De gegevens die aan het bevolkingsregister kunnen worden ontleend, geven
echter de situatie YQQI vertrek. Daarom is aangegeven dat door middel van de
, J
...
: { ..-.
IJ.
-eerste enquête moet worden nagegaan in hoeverre het huishouden eventueel
verandert.
Een wezenlijk punt bij het tweede alternatief is dat de gegevens die over
vesti-gers en vertrekkers in het bestand zijn opgenomen, betrekking hebben op de
situatie die gold op het moment van verhuizing (dit geldt zowel voor de
huis-houden- als voor de woningkenmerken). Dit is ook conform het onderzoeksdoel
waarvoor het bestand is bedoeld. Als er géén apart bestand zou worden opge
bouwd maar de gegevens over huishoudens en woningen op ad hoc basis worden
geput uit de bronbestanden, zouden er in deze bronbestanden voorzieningen moeten worden getroffen die maken dat de gegevens, die worden opgevraagd,
niet de huidige situatie betreffen maar per geval de situatie weergeven op het
moment van verhuizing. Dit vraagt nogal wat van de bronbestanden.
Afbeelding 5.2. het informatiemodel als apart database
gegevens van vestigers; afkomstig van:
I
bev~lkings-i
regIster 1e enquête database ... vestigen/vertrekken *************************** * * * sleutelmoduul * * .vestiger/vertrekker * . adrescode * * * . naam. adres buiten V. ** .telef~r * *~---~* * * * * moduul persoonsi * huishoudenlcenmerken * * * * * *,---,* gegevens van vertrekken; afkomstig van: bevolkings-register; controle ntw 1e enquête RXlul ---<---~
~ing-* vorige woonsituatie * bestand
* * *~---~* *,---,* ~ing bestand
I - - - > - - - { moduul ---<:---i 1e enquête
* huidige woonsituatie *
* *
*~---~*
* *
1e enquête 1 - - -:> - moduul ---<:---i
*
1e enquête
2e enquête
bij (selecte) t
-steekproef
* verhu i SII10t i even
* * *~---~* *****************
,.
********** I *************************** ** moduul met uit '->-* tweede enquête * verkregen informatie * * * * * < -* * * **********************.*.** 2e enquête ,---{ bi j (selecte) steekproef
-De extra informatie die uit de tweede enquête naar voren komt, wordt opgesla-gen in een apart bestand, dat gekoppeld wordt aan het bestand van vestigers en
vertrekkers. Dit bevordert de eenduidigheid en heeft pral~tische voordelen.
Overigens hoeven de geschetste alternatieven voor de opzet van het informatie-systeem in werkelijkheid niet zo verschillend te zijn als zij lijken. De speciale applicatie aan het GBA zoals dat bij het eerste alternatief is geschetst zou namelijk kunnen betekenen dat met behulp van deze applicatie een apart da-tabase (of een deel daarvan) over vestigers en vertrekkers wordt opgebouwd. Dit lijkt ook verstandig als men de perikelen rondom de behoefte aan historische gegevens zoals hiervoor zijn aangegeven, wil omzeilen. Anderzijds kan de recht-streekse koppeling tussen het bevolkingsregister en het aparte database over vestigers en vertrekkers die is geschetst in alternatief 2, eventueel worden uitge-werkt als applicatie van het GBA
Qua duidelijkheid en eenduidigheid verdient een benadering volgens het tweede alternatief onze voorkeur. Gezien de functie van het informatiesysteem als beleidsondersteunend instrument ligt de keuze voor een losstaand systeem voor de hand. Een voordeel is ook dat de oplossing voor de korte termijn niet wezen-lijk verschilt van en kan aansluiten op deze oplossing die voor de langere ter-mijn is bedoeld.
Invoer en actualisatie.
Voor zowel de kortere als de langere termijn is het raadzaam om te streven naar volledige decentralisatie voor wat betreft het gebruik van de gegevens van het informatiesysteem. Om de betrouwbaarheid van de gegevens te garanderen dient te worden uitgegaan van de meest oorspronkelijke gegevens. Voor de woningkenmerken is dit het bestand van gemeentewerken voor de gegevens 'wijk', 'bouwvorm' en 'bouwjaar' het onroerend goed belasting bestand voor de gegevens 'getaxeerde waarde' en 'eigenaarscategorie', het bestand van de sector
Huisvesting van de afdeling Burgerzaken voor het kenmerk 'grootte van de
woning' en de verschillende corporaties voor de gegevens 'huurhoogte' en 'wo-ningwaarderingspunten'. De bron voor de huishoudenkenmerken is het bevol-kingsregister. De verantwoordelijkheid voor de actualisatie dient echter te liggen bij de instantie die het beheer heeft over de aanwezige gegevens. Een aantal woningkenmerken muteert een keer per jaar (zoals huurhoogte, getaxeerde waarde, etc). Hierop aansluitend kunnen de gegevens in het woningbestand geactualiseerd worden. (Voor de desbetreffende gegevens in het woningbestand geldt dat deze actualisatie een keer per jaar plaats vindt).
J
BULAGE 1
CODERING MODULEN
SLEUTELMODUUL
var variabele label value value label
soo1 straatnaamcode
sOO2 naam
soo3 huidig adres
sOO4 telefoonnummer
sOOS vestiger jvertrekker 1 vestiger
MODUUL PERSOONS./HUISHOUDENKENMERKEN
var variabIe label value value label
vOO 1 huishoudengrootte 1 eenpersoonshuishouden
2 twee
"
3 drie " 4 vier " 5 vijf " 6 zes "7 zeven of meer personen
per huishouden
p002 leeftijd hoofd 1 16 - 19 jaar
huishouden 2 20 - 24 jaar 3 25 - 29 jaar 4 30 - 34 jaar 5 35 - 44 jaar 6 45 - 54 jaar 7 55 -64 jaar 8 65 - 74 jaar 9 75 jaar en ouder p003 huishouden- 1 alleenstaande
samenstelling 2 alleenstaande met kind(
e-ren)
3 gehuwd/samenwonend
zonder kinderen
4 gehuwd/samenwonend
met kind( eren)
5
overigpOO4 inkomen 1 :$ f 2500,
-2 > f 2500,- en <
5000,-MODUUL HUIDIGE WOONSITUATIE
var variabie label value value label
h001 plaats 1 Vlaardingen 2 Rotterdam
3
Schiedam 4 Den Haag 5 Albrandswaard, Brielle Rozenburg Spijkenisse 6 rest Zuid-Holland 7 overige provincies 8 buitenland 9 onbekend h002 wijk 1 Centrum 2 Westwijk 3 De industriegebieden en omgeving Maasboulevard 4 Oostwijk 5 Vlaardinger-Ambacht/ Babberspolder 6 Holy-Zuid 7 Holy-Noord 8 Broekpolder-Zuid 9 Broekpolder-Noord h003 bouwvorm 1 eengezinswoning 2 flatwoning 3 boven/benedenwoning 4 bejaardenwoning 5 overighOO4 eigenaarscategorie 1 sociale huurwoning
2 particuliere huurwoning
3
koopwoningh005 hoogte huur per maand 1 < f 101
2 f 101 - 200 3 f 201 - 300 4 f 301 - 400 5 f 401 - 500 6 f 501 - 600 7 f 601 - 750 8 > f 750 21
hOO6 getaxeerde waarde 1 ~ f 100.000,-2 > f 100.000,- en
< f
150.000,-3 > f
150.000,-hOO7 aantal kamers 1 1 kamer
2 2 kamers 3 3 kamers 4 4 kamers 5 5 kamers 6 6 kamers 7 7 kamers 8 8 kamers of meer hOOS
woningwaar-deringspunten totaal aantal punten
MODUUL VORIGE WOONSITUATIE
var variabIe label value value label
vOOl plaats 1 Vlaardingen
2 Rotterdam
3
Schiedam 4 Den Haag S Albrandswaard, Brielle Rozenburg Spijkenisse 6 rest Zuid-Holland 7 overige provincies 8 buitenland 9 onbekend v002 wijk 1 Centrum 2 Westwijk 3 De industriegebieden en omgeving Maasboulevard 4 Oostwijk 5 Vlaardinger-Ambacht/ Babberspolder 6 Holy-Zuid 7 Holy-Noord 8 Broekpolder-Zuid 9 Broekpolder-Noord v003 bouwvorm 1 eengezinswoning 2 flatwoning 3 boven/benedenwoning 4 bejaardenwoning 5 overigvOO4 eigenaarscategorie 1 eengezinswoning
2 particuliere huurwoning 3 koopwoning
vOOS hoogte huur 1 < f 100
2 f 101 -200 3 f 201 - 300 4 f 301 - 400 5 f 401 - 500 6 f 501 - 600 7 f 601 - 750 8 > f 750
vOO6 getaxeerde waarde 1 ~ f
100.000,-2 > f 100.000,-en
< f
150.000,-3 > f
150.000,-v007 aantal kamers 1 1 kamer
2 2 kamers 3 3.kamers 4 4 kamers 5 5 kamers 6 6 kamers 7 7 kamers 8 8 kamers of meer vOOS
woning-waarderingspunten totaal aantal punten
MODUUL VERHUISMOTIEVEN
var variabIe label value value label
mOOI woonsfeer I 'kon snel een woning
krijgen'
2 'kon in vorige woonplaats
geen woning krijgen'
3 'kon in vorige woonplaats
geen geschikte woning
krijgen'
4 'wilde geen koopwoning
met erfpacht'
5
'kon in de huidigewoon-plaats een goedkope
woning krijgen'
6 'kon in huidige woonplaats
een woning met tuin
krijgen'
7 overig
mOO2 niet-woonsfeer I persoonlijke binding met
huidige woonplaats
2 voor-jafkeur van
Vlaar-dingen
3 werkmotieven
4 overig
BULAGE2
VRAGENLUST AAN DE VERTREKKERS UIT
VLAARDINGEN
la. Uit hoeveel personen bestaat Uw huishouden na verhuizing?
b. Bent U alleenstaand of gehuwd/samenwonend?
2. Hoeveel (thuiswonende) kinderen heeft U? 3. Wat is Uw geboortejaar/leeftijd?
4. Naar welke gemeente verhuist U? Sa. Naar wat voor type woning verhuist U?
b. Is dat een huurwoning of een koopwoning?
6a. Indien U verhuist naar een huurwoning, wat is dan de kale huur van de woning, dus exclusief stook-en servicekosten?
6b. Indien U verhuist naar een koopwoning, wat is dan de koopprijs van de woning?
7. Wat is het netto gezinsinkomen per maand?
aantal: ... .
o
alleenstaando
gehuwd/samenwonend aantal: ... . leeftijd: ... .o
eengezinshuiso
flat/etagewoningo
bovenfbenedenwoningo
bejaardenwoningo
overigo
huurwoning van een woningbouwver-eniging of gemeentelijk woningbedrijfo
huurwoning van particuliere eigenaaro
koopwoningo
~ 0>f25OO,-o
>8. Wat zijn voor U de belangrijkste reden
geweest om uit Vlaardingen te verhuizen? o dichter bij werk/vanwege werk
o
kon werk krijgen in huidige woonplaatso
dichter bij werk van partnero
overig m.b.t. werk, nl.o
kon snel een woning krijgeno
kon in Vlaardingen geen andere woning krijgeno
kon in Vlaardingen geen geschikte woning krijgeno
wilde geen woning met erfpachto
kon in huidige woonplaats een goedkope woning krijgeno
overig m.b.t. woning, nl.o
is in huidige woonplaats geboren/ opgroeido
familie woont in huidige woonplaatso
ouders wonen in huidige woonplaatso
kinderen wonen in huidige woonplaatso
partner woont in huidige woonplaatso
kennissen wonen in huidige woonplaatso
overig m.b.L privé-redenen, nl.o
Vlaardingen is geen leuke stado
vanwege onaantrekkelijke woonomgeving van Vlaardingeno
voelde me niet gebonden aan Vlaardingeno
overig m.b.t. 'plaats' Vlaardingen, nl.BQLAGE3
VRAGENLQST AAN DE VESTIGERS IN
VLAARDINGEN
la. Uit hoeveel personen bestaat Uw huishouden na verhuizing?
b. Bent U alleenstaand of gehuwd/samenwonend?
2. Hoeveel (thuiswonende) kinderen heeft U?
3. Wat is Uw geboortejaar/leeftijd?
4. Uit welke gemeente bent U afkomstig?
5a. In wat voor type woning woonde U voorheen?
b. Was dat een huurwoning of een koopwoning?
6a. Indien U een huurwoning bewoonde, wat was dan
de kale huur van de woning, dus exclusief stook- en servicekosten?
6b. Indien U een koopwoning bewoonde, wat was dan
de koopprijs van de woning?
7. Wat is het netto gezinsinkomen per maand?
aantal: ... .
o
alleenstaando
gehuwd/samenwonend aantal: ... . leeftijd: ... .o
eengezinshuiso
flat/etagewoningo
bovenfbenedenwoningo
bejaardenwoningo
overigo
huurwoning van een woningbouw vereniging of gemeentelijk woningbe-drijfo
huurwoning van particuliere eigenaaro
koopwoningO!!> f25OO,-0> f25OO, -0>
f5OOO,-8. Wat zijn voor U de belangrijkste reden
geweest om uit Vlaardingen te verhuizen?
o
dichter bij werk/vanwege werko
kon werk krijgen in Vlaardingeno
dichter bij werk van partnero
overig m.b.t. werk, nl.o
kon snel een woning krijgeno
kon ergens anders geen andere woning krijgeno
kon ergens anders geen geschikte woning krijgeno
kon hier een goedkope woning krijgeno
overig m.b.t. woning, nl.o
is in Vlaardingen geboren/opgegroeido
familie woont in Vlaardingeno
ouders wonen in Vlaardingeno
kinderen wonen in Vlaardingeno
partner woont in Vlaardingeno
kennissen wonen in Vlaardingeno
overig m.b.t. privé-redenen, nl.o
Vlaardingen is een leuke stado
vanwege de aantrekkelijke woonomgeving van Vlaardingeno
voelde me gebonden aan Vlaardingeno
overig m.b.t. 'plaats' Vlaardingen, nl." r :.
. '
atb
" t>Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurskunde Sectie Voorraadbeheer en Woningmarktonderzoek
Postbus 5030 2600 GA Delft Thijsseweg 11 2629 JA Delft Telefoon (015) 78 30 05 Telex butud 38151.' Telefax (015) 78 44 22 ,