I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
•
•.2
7
/
1/
!7
10.' -c
Ju,-Nr:
2575Laboratorium voor Chemische Technologie
Verslag behorende
bij het fabrieksvoorontwerp
van
... p. .•. Q-.,
... y§..l1.J)§..IIL!.. ..W.,.p..,.Q., ...
M.i.:rJ.JiUU· .••...onderwerp:
t .
j
1 - h ·d· Analys.e .. Yan. .. Ilr.o.c.eSB.en ... y'Q.OI .. S. ea.x:J.n.e .Q fun.e.BQ el lng,stearinedestillatie en bereiding van ethyleenbisstearamide
Voorstudie voor G-opdracht 83/84
adres: P. G. van Dam
Ro~anq Holstlaan 188 2624 GJ Delft
w.P.C.
Mineur Thorbeckelaan515 2564 CD Den Haag opdrachtdatum : 12-1 0-1983 verslagdatum :30-12-1983Van: PMD
Gouda, 25 april 1984 PMD/ist
Aan: LvH - CdB - AGH - NR - HHy - DGB - WJS (afwezig) TdB - JCR - PJP/KdH (alleen EBS) - Olieman (APN) Cc AZO - PHD - WFP - Hr. Meyer TH Delft - D.Bras/G.Blaak
Betr. : Presentatie G-opdracht van studenten TH-Delft
Het programma voor woensdag 2 mei a.s. ziet er als volgt uit: 09.30 uur 10.00 uur 10.30 uur 11.00 uur 11.30 uur 12.00 uur 12.30 uur 14.15 uur 14.45 uur 15.30 uur 16.00 uur 16.30 uur 17.00 uur
Ontvangst (ontvangstkantine UCN)
Welkomstwoord LvH.
Voorstudie (steeds 20 min. presentatie, 10 min. discussie)
Stofgegevens
&
computerprogramma'sVetzuurscheiding a) Emersol
b) Verdampingskristallisatie c) Direct kontakt kristallisatie
Lunchpauze (Het Zwijnshoofd te Gouda)
APN Hr. Olieman
Superkritische gasextractie theorie en praktijk
Stearinedestillatie ESS produktie Economische/r~ evaluatie Einde Deelnemers ": 14 studenten 5 begeleiders + 10 ex Unichema
presentatiedag 2 mei '84
G - opdracht 1984 Verwerking van oliën en vetten Unichema Gouda
9.45 - 10.00 Ontvangst/Voorwoord Unichema/TH Delft
10.00 - 10.20 Voorstudie W.P.C.Mineur
10.20 - 10.50 Stofgegevens/Rekenmethodes H.A.Geers
10.50 - 12.00 Vetzuurscheiding solventkristallisatie
-- Geschraapte ww' s en solvent scheiding M.J. ten Doesschate direct contact koelkristallisatie P.J.van der Velde
I 2.00 - I 2 • 30 1 2.30 - 14. 15 14. 15 - 14.30 14.30 - 15.30 I 5 • 30 - I 6. I 5 16.15 - 17.00 I 7 .00 - I 7 • I 0
vac. verdampingskristallisatie J.L.M.Brunet de R •. Stearinedestillatie F.L.M.Schenkelveld Lunchpauze
Hr.Olieman personeelszaken nederland
Vetzuurscheiding superkr. gasextractie R.A.J.van Haarst en A.A.Kruijer
E.B.S. productie W.F.Bello
Economische evaluaties E.B.S. productie solventkristallisatie superkr. gasextractie Slotwoord G.J.T.Siemers P.J.van der Velde A.A.Kruijer
Unichema/TH Delft
---• Deelnemerslijst
VQQrstudie P.G.van Dam en H.P.C.~ineur
K-e .. s.,!.
SQlyente1rt~~eiie M J.ten Doesschate, P.J.van der Velde, J.L.M.Brunet, H.A.Geers
Stearinedest~ll~tie P.S.van Berkel en F.L.M.Schenkelveld
Superkr. gasextr. L.A.J.van Raarst, A.A.Kruijer, C.M.H.Weber E.B.S. prod. W.F.Bello, J.G.de Kempenaer, G.J.T.Siemers
Stofgegevens A.A.Geers en A.A.Kruijer
Begeleiders Prof.ir.E.J.de Jong, prof.ir.A.G.Montfoort, ir.W.J.B.van den Bergh, ir.L.D.M.van den Brekel, A.de Bruin, Drs.F.A.Meijer,
ir.A.J.J. van der Weiden
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
MOTTO: Say never Unilever, zeg liever Unilever.
Analyse van processen voor stearine/oleine-scheiding,
atearinedestillatie en bereiclin~ van ethyleenbisstearamide
VOorstudie voor G-opdracht ('Gemengde-opdracht ' ) 83/84
Delft/Den Haag, 12-10-1983 t/m 30-12-1983
Pieter van Dam
Roland Holstlaan 188f 2624 GG Delft 015-560475 Wouter Mineur Thorbeckelaan 515 2564 CD Den Haag 070-232208 of 070-200829
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
SAMENVATTINGIn het kader van de G-opdracht
83/84
is een studie verricht naar enkele aspecten van de produ~tie van ind-u.striële chemicaliën bij UnichemaChemie B.V. te Gouda. In overleg met Unichema werd een serie samenhangende processen gekozen als onderwerp voor deze ontwerpopdracht.
Met door dit bedrijf verstrekte informatie en middels l i teratuuronderzoek werd een beeld geschetst van de mogelijkheden op het gebied van:
de scheiding van talkvetzuurmengsels, de destillatie van de stearinefase en de vervaardiging van ~thyleenbis~tearamide (EBS). daaruit. De hydroge -neringsstap die hierbij voorkomt werd niet beh~ndeld omdat de katalysator en de procesvoering geheim zijn.
Met betrekking tot de vetzuurscheiding werden een aantal ~ogelijke processen onderzocht; vervolgens werden enkele alternatieven nader uitgewerkt en van commentaar voorzien.
Van deze alternatieven l eent solventkristallisatie zich bij uitstek voor optimalisatie van het energiegebruik voor koeling en solyentterugwinnimg; hydrophilisatie is tegenwoordig een veelgekozen proces, dat evenwel beleerst wordt door praktische problemen met vervuiling van de hulpstofstroom.
Nog niet op industriële schaal voor dèze scheiding toegepast zijn super-kritiscte gasextractie en adductvorming met ureum. Beide processen lenen zich goed voor een procesontwerp.
Met betrekking tot de destillatie werd gevonde~ dat de daarvoor te ontwerpen installatie meerdere produkten moet kunnen verwerken; en ook dat vooral de vacuümtechniek en het ontwe~p van verblijf tijden en temperaturen een grote rol zal fpelen bij een voortgezet procGsontwerp.
Voor wat betreft de produktie van EBS wenst Unichema het produktievolume te verdubbelen, terwijl geen groter beslag gelegd mag worden op de esterfabriek.
~~ Om reden van een eenvoudige cediening lijkt een continu proces bruikbaar voor deze produktievergroting. Het ontwerp daarvan is gebonden aan de bestaande produktspecificaties en aan de capaciteit van de huidige sproei-toren. Meer informatie is nodig over reactiesnelheden.
Voorge:3teld werd om een vervolgontwerp te baseren op solventkristallisatie, "
superkritische gasextractie, ureumadductie, destillatie van stea~ine en EBS-produktie.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
VOORWOORvDeze voorstudie voor de G- opdracht 83/ 84 voor werktuigbouwers en technol ogen is tot stand gekomen door de bereidwillige medewerking
van Unichema Chemie B.V. te Gouda.
2
Onze dank gaat speciaal uit naar Dr.P.M.vaL Dijk, die ons op een aangename ~ijze van een grote hoeveelheid informatie heeft voorzien.
Verder naar allen die ons bij Unichema door zijn bemiddeling behulpzaam
zijn geweest.
Onze begeleiders, Prof.lr.A.G.Montfoort en Drs.F.A.Meijer bedanken wij
I
·
1
1
I
I
I
I
1
1
I
1
1
I
1
I
1
1
1
1
I
INHOUD Samenvatting VoorHoord Inhoud Inleiding 1.0pzet G-opdracht 2.Unichema Chemie B.V. 3.Wat is olie/vet?4.Grondstoffen, produkten en toepassingen 1 • Gronds toffen
2.Produkten en toepassingen 5.Processen
Definities
Uitgangspunten voor het proces ontwerp I.De scheiding tussen stearine en oleïne
1. Inleiding 1.Smeltpuntsverschil 2.Dampspanningsverschil 3.Selectieve extractie 4.Chemische modificatie 2.Solventkristallisatie
1.Emersol 2 bij Unichema Gouda 2.Kristallisatie en filtratie
3. Berekening van het fasenevemüch t
4.Experimentele binaire fasenevenwichten 5.Fasendiagrammen Unichema Gouda
6.Koeling
7.Koeling, Unichema Gouda
8.Solventrecovery 3.Hydroptilisatie
1.Inleiding
2.Procesvoering
3.Procesverbeteringen en -aanpassingen
4.Theorie van de scheiding 4.Superkritische gasextractie
1.Algemeen
2.Invloeden op de oplosbaarheid 3.Het gebruik van een
hulpstof-4. Bedrijfsvoering
--
I
~
_~~
1 2 35
67
8 8 10 11 13 15 1617
18 18 20 23 2424i
25 27 2829
31 3233
34 34 35 363
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
4.Superkritische gasextractie
-vervolg-.5.Berekening van de fasenevenwichten 6.Scheicling stearinezuur/oliezuur 5.Ureumadductie
1.Algemeen
2.Theoretische achtergrond
3.Mogelijk ontwerp voor scheiding
4.Condities
5.Problemen bij de scheidingsberekening 6.Nadere toelichting op de ontwerpkeuze
7.S~heiding industriële voeding
ILDestillatie
1.Inleiding
2.Het LjG-fasenevem-licht
3.Destillatie 7, Unichema Gouda III.EBS-produktie
1.Inleiding
~.Chemie van de reactie
3.Produktie van EBS bij Unichema Gouda 4.Probleemstelling: produktie aanpassing 5.0ntbrekende informatie Conclusies en aanbevelingen Literatuur Symbolenlijst Bij lage~'l 1.Stofgegevens 2.Stroomschema Emersol 2
3.Emersol voeding- en produktanalyse
4.Materiaal voor constructie
36 40 41 41
44
45 46 4748
49 50 51 53 54 57 58 60 61 6369
71 7778
19
4
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
INLEIDINGi.0pzet G-opdracht
De G-opdracht voor werktuigbouwers en technologen behandelt dit jaar een onderwerp uit de oleochemische industrie. Om tot een keuze van
di t onderwerp te komen werd een vergadering belegd tussen medev:erkers
van Unichema Chemie B.V. te Gouda en van de afdelingen der
werktuig-bouwkunde en der sbheikundige technologie van de TH Delft.
Na een korte beschrijving van en toelichting op de produktstromen die
in de fabriek voorkomen, werd besloten om ~~n produktstroom te volgert
op zijn weg van grondstof naar eindprodukt.
Twee stappen in die produktstroom werden daarvan uitgesloten: het splitsen van de vetten en de eventuele hydrogeneringsstap.
5
De eerste wordt niet in de opdracht betrokken omdat wereldwijd onderzoek gedurende vele jaren geen fundamentele verbeteringen van het proces
heeft opgeleverd; bovendien zijn de problemen die optreden weinig theoretisch van aard. De tweede stap wordt niet meegenomen omdat de katalysator en de procesvoering zeer geheim zijn.
De processtromen uit deze stappen in het proces worden als gegeven
beschouwd of volgen uit een voorgaande stroom door een zogenaamde
"black- box" -beschrij'ring.
De overige stappen in het proces zullen aan de hand van
literatuur-gegevens en door Unichema verstrekte informatie behandeld worden;
hierbij streven wij ernaar om ook andere methoden voor het uitvoeren
van deze stappen te behandelen.
Getracht zal worden om met deze informatie aan te geven waar verbete~
ringen en ontwikkelingsmogelijkheden liggen voor de behandelde processen
en welke de voorkeu~ verdienen.
Tenslotte zullen aanbevelingen worden gedaan voor verdere uit~erl:ing
-Undever
Lh'lÎGhema
Unic.he
f\\a ln~rn~+joMIChemie.
.V
1 - - - _ - - - . . 1 HOYt44 5--w~(b+cb ..-SShif+~
L -_ _ --IO..,f""ikke .',,~:lhd. ChelN1.
Pr-.'"s
FIGUTlli 1 Globaal deelorgnnigram van Unichema
I
I
·
1
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
-
I-I
CEd
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
2.Unichema Chemie B.V.Uni chema Chemie B.V. is een onderdeel van het Unil everconcern. Eén groep bedrijven binnen di t ~oncern vervaardigt uit ni et-eetbare
oliän en vetten industriäl e chemicaliën. De jaarproduktie van deze
groep, Unichema International , bedraagt 400.000 t halffabrikaten en ei ndprodukten.
6
De vestiging in Gouda is in de vorige eeuw ontstaan uit een stea
rine-kaarsenfabriek en heeft zich o~twikkeld tot een groot oleochemisch
bedri jf met een produktie van 100.000 t ja. De fabricage van kaarsen
i s onlangs stopgezet, omdat de vervaardiging daarvan voor een chemisch
bedrijf erg arbeidsintensief bleek te zijn.
Unichema voert als belangrijkste produkten:
- glycerines
- oleines en stearines
- gemodificeerde en gepolymeriseerde vetzuren
-
(
vetzuu~esters
en -amiden- hydrogeneringskatalysatoren
- gedestilleerde vetzuren en vetzuurmengsels
::. zeepkorrels
Ongeveer driekwart van de produktie wordt geäxpotteerd.
De grondstoffen zijn voor het grootste deel die~ijke vetten, neast
vetzuren die vrijkomen bij de raffinage van eetbare vetten, die o,a. elders
i n de Unileverbedri jven plaatsvindt.
Binnen de Unileverbedrijven opereert Uni chema enerzi jds zelfstandi g,
met bijvoorbeeld een eigen ontwikkelings- en marketingafdel ing;
anderzi jds wordt ook gebruik gemaakt van de experti se van de Unilever researchlaborator i a en andere gemeenschappelijke faciliteiten.
Uni chema heeft in G:mda ongeveer 500 werknemers vlaarvan 160 in
ploegendienst werkzaam zijn i n de produktie-afdel ingen.
In figuur 1 is een gl obaal deel-orga;igram weergegeven .van het bedrijf.
iï
--I
I
I
-
( _
( _
( -
\.)
LI3~prOp?6V)+ri
ol
I
I
I
OH
01-4
Ol~
I
I
'
.
1
I
r
I
I
I
I
I
I
I
l i l I
~O
- (-c- ( - (
-c-(
-<=-(-(-c- c
-C-C:-(- (
-(-C-c
I
,
.
I
I
I
I l
l
I
t
I
I
I
I
I
1
I
'OH
.s+eór;
l'1
e.zUUr
I
( I-
C-o-c.-C--C" .. "
~ I II
I I-
c.-O-C-C-
c" ..
~I
g
I i I I-
ê--
O-C-C-
C
# . . .I
I1
\
Io
FIGUUR 2 Glycerine, een vetzuur. en een vet
~--
-
-
-
---I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
3.Wat is olie/vet?Oliän en vetten zijn verbindingen van dierlijke of plantaardige her!omst die zijn opgebouwd uit drievoudig veresterde glycerine (1,2,3,propaantriol of 1,2,3,trihydroxypropaan)(zie figuur 2). De naam "triglyceriden " of "lipiden 11 word. t ook gebruikt.
De carbonzuren in deze esters (fig.2) hebben meestal een lange koolstofketen, welke op verschillende manieren kan zijn opgebouwd. Een onderscheid kan gemaakt worden naar ketenlengte, en de mate van onverzadigdheid (en van substitutie en vertakking).
7
Vetten onderscheiden zich van oliän door een respectievelijk hoog en laag smeltpunt: oliën zijn bij kamertemperatuur vloeibaar, vetten vast. In het verslag wordt voor beide de terill "vetten" gebruikt.
De eigenschappen van de zuren bepalen de fysische eigenschappen van de vetten. In tabel 1 is een lijst weergegeven van vetzuren met hun triviale namen en enkele eigenschappen.(zie ook appendix 1)
~atuu~lijke vetten bevatten hoofdzakelijk lineaire vetzurenmet een
\
even aantal C-atomen tussen 10 en 22; van de onverzadigde komen enke l-en tweevoudig onverzadigd het meest voor.
In natuurlijke vetten komen de vetzuren afhankelijk van de .afkomst
in zeer verschillende hoeveelheden voor. Rundertalk of\~el rundvet bestaat voor het grootste deel uit palmitinezuur, stearinezuur en oliezuur. Olijfolie bes~aat evenals pindaolie voor het grootste deel uit oliezuur en linolzuur.
Aan elk glycerifte kunnen é~n, twee of drie soorten vetzuur gebonden zijn; ook onvolledig gesubstitueerde moleculen komen voor ongeveer
4%
voor.Vetten bevatten door hun natuurlijke herkomst uit levend materiaal ook andere organische verbindingen zoals k~eurstoffen, vitamines, sterolen, wassen, fosfolipiden, vrije vetzuren .en omzettingsproduk-ten van verschillende afkomst.
De karakterisering van vetten berust vooral op de herkomst en het
stolpunt; de mate van onverzadigdheid, van verzeepbaarheid, het gehalte
aan vrije vetzuren en de kleur vormen secundaire selectiecriteria. Een beschrijving van deze en andere parameters met hun bepa lings-methode volgt elders (zie definitielijst).
Vooral de aamlezigheid van kleurs toffen en oxida tie- of degrada tie-produkten bepalen of een vet eetbaar is of niet.
T .&bIe 1. PhYSlUJ Properties ot the Slr.tighl.Ch.tin Alk.tnoi< Acids ~=-~':"':':';==-:'..:.::!::':':':':":'-=-='::::'::..:!_::t:..:.:...::::.:.::::..:..:...:.:::.:::.:.::.:..:...~==-_ _ _ _ _ _ _ _ ....,....,~ _ _ . _ _ ---: _ _ --.-_ _ . " __ I I I\! II 12 13 14 15 16 17 18 I!J 20 - 2-2 ::)yslcmalie name ITrivial namelU melhanoie I furmiel ... thanoic lacetiel prupanoic , profJlOniel blitanllic dJutyricl p"ntanuic I valeriel hexanoic t[capruicll hcptanoic 'Ienanthicj) octanoic Ilcaprylic!l nunanulc . pelargonic) decanoic (!capriel' undecanoic t/undecylit"j, dlldecanuic (lauriCl tridec8110ic
l(tridecyli{'I, tetradtcanoic Imyristiel pentadtea· noic <[pentad(·. cylicl' hexadtcanoic IpalmitiCI heJlladecó· noic (margari(") ocladtcanuic (sttarit" nonadecan<J1c I/n .. r;ëtdt· cyli<:/I elcosanolc (arachidicl ·ot'ttS-ët HO (beheni<"l 24 tctracosanuic (\ignocdicl 18:1 Oleie 18:2 LiJloleic CAS H,,~is!ry :-';umher [/j.j./d./til lti-l-/9· 71 179.u9 .. /1 Mol Wl 4Ii.OJ tiU.ofl mp. 0(' hp.
oe
öA 1\)0.5 16.6 118.1 Heat of Hefractive f'lcmatilJll.Den· index. J.f('9d.
sity.d~'O 'li~) k.J/molb
U"2(J 1.:171·'
1.049 !.:l718
-; -I.m! -"2"2 141.\ 11.992 1.:1874
Sur{aee
:Spe"ilie Heat ,)( tension.
heat. fusillIl. m:'-J!m'. .I/~b kJ/mulb at 711°C :!Il.' [lUÎ-92·tjl 8!U 1 -,.9 163.1>' 0.9:')9 1.3\.1906 -5J4.111) "2.16(1) 1/09-52·-11 102. \:I -:1-1.5 187.0 0.942 1.40~1j - -:-5;)9.2 lil [/·12·62-11 116.16 -3.4 "2058 0.929 1.4170 -584.011) "2.2J ti) 1:'.1 [/IJ·/nil 1:\0.19 -10.5 223.0 0.922 -609.111) 15.11 [/2-1.()7-21 1-1-1."21 16.7 "239.7 0.910 U 280 -635.2111 "2.62 (si :.!U 2.\. 7
[1/2.U5.VI lél!U4 12.5 255.6 0.907 l.-I:J:l2 -658.511) 2.911S1
133-1-48.51 17:!.n 31.6 270.0 0.89530 1.416970 -6i)5.~ (1) 2!l.(1 1112.37·1)1 1!!6.3u 29.3 28-l.U 0.99052ó 1.420270 -736.7 (s) 25.1 1143·07·71 :!üO.:l:! 44.2 29tL9 -775.6 (s) 1.80ls1 36.6 26.6 16:ki·53·91 "2 I Ufl 41.5 312,4 1544·6J-SJ 2:!8.:18 53.9 326.2 -835.9 (s) 1.60 I~) 441) 2ïA l/w2-B-I.2] 242.40 5:U 339.1 0.84238(1 1.429270 [57-JO-3) 256.43 63.1 351.5 -892.9 (5) 1.80 (s) 54.4 2!l.~ [506-/2-7J 270.46 61.3 363.8 0.8536<.1 1.432470 157-11·4J 28·UB 69.6 376.1 -949.4 (s) 1.67 (5) 63.2 1646.J(}.()) 298.51 68.6 2991()(/ 0.877124 1.451225 -1013.3 (5) 71.0
15U6-30·9J :112.54 75.3 (20;1- 0.824UIOCI 1.4250100 -1063.7 (s) 78.7
201>" I
1/12--8á--6-1 . ·HI. &9 79,-~~:zn1-Ü78~llllV 1-042+ 1 lXl [557-59·51 36ii.65 84.2 0.!l:W7IlX • 1,42871Uû
\ B7-10-~ 2fl2,47 16,3 280,46 -5,0
"
,,
-
-
---
.
"-360 0,8935 1,4582230~O,9022
1,4699/
9,41 (60)1
I
\' iscOllit-y'I
mP8·~d (OCII
1.\.l'j912U) 1.538(20)1 "2.30 (20) :1."23 (20)I
-l.3312U)I
5.74 CWt 8.Ut!\.!lllI
4.30 (5(117
.:~O
(501I
Î .311 l:Kl II
5.ÖJ ("iI'II
7.81J (7(11I
I
9.87Ii,1>I
I
I
N.B.:
18:2 geeft een koolstofskelet aan van 18 C-atomen en twee onverzadigdebindingen; deze aanduiding wordt algem~en toegepast.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
4.
Grondstoffen, produkten en toepassingen1.Grondstoffen
8
Van de wereldproduktie aan oliän en vetten, geschat op
60
Mt/a /~ en6/
wordt ongeveer éénderde deel gebruikt voor de vervaardiging van indus -triäle chemicaliän, waarvan zepen het grDotste deel vormen.
He t overTgé wora. t -""Q'-erwerkt in de 'voedingmiddelenindustrie.
~lantaardige bronnen van vetten zijn: zaden en/ of vruchten van o.a. kokos -palmen, granen, -aardnoten, katoen, soya-, lijnzaad-, mosterdplanten,
rapen en zonnebloemen.
Dierlijke vetten worden gewonnen uit sl achtafval van runderen,
schapen en varkens en uit visafval en walvistraan en -vet.
De samenstelling van de dierlijke vetten i s afhankelijk van de voeding
en het ras van elke diersoort.
Plantaardige vetten maken gemiddeld
67%
uit van de wereldproduktie; dierlijke vetten (talken) ongeveer 31% en visoliän 2%/6/.
Een aantal grondstoffen is vooral gewild d00r hun geringe ve~sc~ei
denheid aan vetzuren. Hoewel ve~l Eoorten tal k ook als eetbaa~ vet
verwerkt worden, _ is een aantal soorten runde~talk niettemin een
belangrij~e grondstof voor de oleochemische industrie.
Talken zijn afkomstig van slachterijen en vleesverwerkende
indus-triän, vooral uit Noord- en Zuid-Amerika en uit Europa. Er bestaat
een groot aantal verschillende talksoortenj voorbeelden van handcl
s-narren zijn: "bleachable",'special","prime", "br ovm grease".
Als samens telling kan merl bijvoorbeeld v:imden: (" special" )
15%, C 16: 1
2.Produkten en toepassingen
7
%
In de oleochemische industrie worlt -al~chts een kl~in deel vam de vet ten na raff inage als triglyceriden verkocht. Deze vetten vinden hun
toe-passing o.a. in cosmetica. Het grootste deel van de vetten wordt
gesplitst ih vetzuren en glycerine.
+ Glycerlnes worden in diverse zuiverheden toegepast; o.a. bij de
bereiding van emulgatoren, lakken, springstoffen, farmaca,
cosmetica en esters (veel triglyceriden ).
Het groots te deel van het marktvolume w.ord t door de
industrie gevuld.
olecchemische
+ De vetzuren die na de splitsing zijn ontstaan worden verder gedestilleerden als vetzuren of vetzuurmengsels verkocht.
1
1
1
1
-
I
I
I
I
I
I
I
I
1
I
I
1
1
I
I
9De vetzuren worden ook omgezet in:
+ Esters, welke vooral dienen als smeermiddel of als toevoeging
daarvoor, maar ook als weekmakers .in plastics en als emulgatoren
of anderszins in D.V. cosmetica.
+ Amiden, welke voornamelijk worden toegepast als antistatica
antiplak-, anticorrosie- en antischuimmiddelen.
+ Vetzuurpolymeren. De dubbele bindingen in onverzadigàe vetzuren
geven de mogelijkheid tot polymerisatie; dimeren en trimeren van oleïne vinden soortgelijke toepassingen als vetzuren voor
speciale produktenf en me~ name in polyamiden. ~_
In het algemeen kan gezegd worden dat de produkten van de oleochemische
industrie worden toegepast als toevoeging aan andere chemische produkten
om bepaalde eigenschappen van het hoofdprodukt te verbeteren. De
toe-gevoegde eigenschappen berusten vaak op de combinatie van een l ange
apolaire koolstofketen en een, onder invloed van NaOR, zeer polair
ge~aakteca~boxylaatgroep (b.v. in oppervlakte-actieve stoffen); de carboxylgroep is vaak gemodificeerd door verestering of amide ring.
Zuivere vetzuren en vetzuurmengsels worden gebruikt bij de fabricage
van zepen, was- en reinigingsmiddelen, smeermiddelen, toevoegingen
aan kunststoffen, stabilisatoren voor chemische produkten, cosmetica
en farmaca en b.v. van leer-, textiel-, papier-,en inkttoevoegingen.
Van de vetzuurmengsels worden "stearines!: verwerkt in"harde"produkten
en oleines in"zachte"produkten. Een zeer oude toepassing van stearine
is als vervanging van was in kaarsen.
Stearines bevatten meestal ongeveer gelijke hoeveelheden palmitinezuur
en stearinezuur, met daarnaast nog een geringe hoeveelheid oliezuur.
Oleïnes bevatten oliezuur als hoofdc~~nent met daarnaast
hoeveelheden van met name linolzuur en palmitinezuur.De karakterisering
van oleines en stearines verloopt op dezelfde wijze als die van vetten:
oleïnes worden in eers te instantie gespecificeerd door hun· '! cloudpoin til als
maat voor het stolpunt; stearines door het "joodgetal" als maat voor
het gehalte aan onverzadigde vetzuren, en het stolpunt of Htiter~als
FIGUUR
3
Belangrijkste processen bij Unichema en de daaruit volgende produkten-.eo
00 Go in dit versl ag beschreven processenI
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
10 5 .ProcessenBelangrijke processen die bij Unichema bedreven worden zijn:
z
S
zuiveren
vetsplitsing
zuivering b.v. door i onenwisseling, bleekaarde etc.
vet ten splitsen in glycerine en vetzuren
SEP vetzuurscheiding vetzuren scheiden in verzadigde en onverzadigde
H hydr0genering D destillatie F fractionering A amidering E verestering P polymerisatie
harden door waterstof te adderen aan onverzadigde
vetzuren
zuivering van vetten, glycerines, vetzuren en
vetzuurmengsèls
scheiding van vetzuurmengsèls
bereiding van vetzuuramiden
bereiding van vetzuuresters, wassen en glyce
-rineësters
bereiding van oliezuur-di- en trimeren.
V verzepen bereiding van diversezeepkorrelsoorten
De aard van de stoffen brengt vaak een special e procesvoering met
zich mee; zo geeft de hoge kooktemperatuur van vetzuren
I
aanleiding tot het gebruik van hoogvacuüm i n de destillaties. Voor
sommige produkten wordt zelfs moleculaire destillatie toegepast.
In fi guur
3
is een processchema weergegeven met de genoemde stappen;I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
DEFINITIES Aminegetal EBS Este:rgetal Fractie onverzeepbaar Joodgetal 11Een maat voor de aam'lezigheid van vrije aminegroepen in
een monster. Wopdt met een standaardprocedure gemeten
door titratie met HCl; het aminegetal \vordt uitgedrukt
in het aantal mg KOH,dat equivalent is met het verbruikte
HCI, per g mORster.
EthyleenBisStearamide, diamide uit 1,2-diaminoëthaan en
stearine; bevat zowel palmityl als stearylgroepen.
Het verschil tussen het verzepingsgetal en het zuurgetal
(zie daar).
Percentage van een monster dat niet met KOR gehydrolyseerd
wordt. (kokende alcoholische KOR-oplossing na 2 uur)
Een maat voor de onverzadigdheid van een monster. Wordt
gemeten door een hoeveelheid I
2Cl- (Wijs' reagens) aan
een bekende hoeveelheid monster toe te voegen en het
resterende jodium terug te titreren. Wordt uitgedrukt als mg I
2/g monster.
Kleu~ Methode om de aard en de intensiteit van de kleuring
(Coluur Lovibilind) van een produkt te bepalen. Wordt bepaald door een
Kristalrnod.ifier Kristalpromotor Oleïne Stearine Talk Titer
subjectieve compensatiemethode met standaardfilters,
meestal rood en geel. Wordt uitgedrukt in de Lov~bond
schaa~ onder opgave van de cuvetlengte in inches.
Stof die de eigens~happen of de modificatie van
kristal-len ten gunste beïnvloeden.
Stof die de vorming en de groei van kleine kiemen
tegen-gaat en dus de vorming van grote kristallen bevorderd.
Mengsel van vetzuren, hoofdzakelijk bestaande uit
oliezuur met geringe hoeveelheden linolzuur en
palmi-tinezuur; de titer ligt tussen
4
en 12oC.Mensel van vetzuren bestaande uit palmitinezuur,
stea-rinezuur en geringe hoeveelheden oliezuur. Het joodgetal
- ' -
---ligt onder 20 en de stof smelt bij ongeveer 50-55°C.
Vetdelen van dierlijk materiaal. Engels=tallow
Temperatuur waarbij de eerste bestanddelen in de te
mnderzoeken stof vast worden; wordt volgens een
gestan-daardiseerde methode bepaald, maar wegens de subjectiviteit
wordt tegenwoordig vaker het zgn Cloudpmint bepaald voor
oleines.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Verzepingsgetal Vetzuren Vetzuurscheiding Ve tspli tsing _ Zuurgetal 12Een maat voor het gehalte aan hydrolyseerbaar materiaal.
Wordt bepaald door het monster met KOR te verwarmen en het KOR-verbruik te meten. Wordt uitgedrukt als mg
KOH/g
Carbonzuren met een keten van meestal tien of meer
C-atomenj zo genoemd door hun natuurlijke afkomst. Scheiding van verzadigde van onverzadigde vdtzuren
Het splitsen-van- talk,in glyceridén en vetzuren met water' onder hoge druk en- temperatuur.
Een maat voor de gemiddel de samenstelling van vetzurenj
dit getal wordt uitgedrukt in ~et aantal mg KOR per g monster.
........
EMER
SO
l
i
60.000
t
}
ö
VEIZUUI2,sCI-IE
'OlpJ
~
"1""
FIGUUR
4 DeelprocFs met globale gebruikte capaciteiten (7
500
produktie-uren per jaar)-I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
13
UITGANGSPUNTEN VOOR HET PROCESON~wERP
Het ontwerp voor de procesroute is gebaseerd op de in figuur 4
weerge-geven delen van het produktieproces bij Unicr.ema. Hierbij wordt .alleen
de vaste fase gevolgd vanaf de van het gesplitste vet afkomstige vetzuren
tot aan een toepassing in een eindprodukt.
Voor de voeding i s gekozen voor een "bleachable"-talk die ten tijde van
ons verzoek om een analyse verwerkt werd; dit is ~~n van de gebruikelijke
voedingen. De analyse is ,yeergegeven in bij lage 3.
VETZUURSCHEIDING
De huidige doorzet voor de vetzuurscheiding bedraagt ongeveer 7,5 t/h.
De eisen die aan deze scheiding gesteld worden zijn:
stearine
oleïne
joodgetal: maximaal 20, 15-18 gebruikelijk
cloudpoint:maximaal 12oC, 6-12oC gebruikelijk
DESTILLATIE
De eisen d~e aan de destillatie gesteld 'vorden zijn:
<.
C16 maximaal 4 ge ....
1o
(Daze ,·,aarden zijn gemiddeld over>C
18 maximaal 1 gevl% verschillende stearines)
Omdat uiteindelijk slle produk~en een destillati estap hebben doorlopen,
is het van belang dat in een destillatieäenheid aan meerderA specifi
-caties kan worden voldaan. Een fleximüe operatie van meerdere eenheden
met capaciteiten variärend van 2,5-7,5 t/h is noodzakelijk. EBS-BEREIDING
Figuur 3 suggereert dat de stearine voor de EBS-bereidingvaIT de destillatie
wordt afgehard; dit geldt voor de meeste stearines, maar EBS-stearine wordt
ná de destillatie gehard.tot een joodgetal kleiner dan 0,5 (produktnummer
Unichema 4973 /107/, vgl. nr.4911 /109/).
Bij een ontwerp van. een EBS-eenhe~d kan worden uitgegaan van een capaciteit
van 2000 t/a, die wordt opgeb~uwd vanaf 1000 t/a. Wel moet in verband met
de sproeitoren een produktiesnellieid gehaald worden van ongeveer 1,5 t/h,
zodat de te ontwerpen continu-eenheid "een lange stilstandperiode zal hebben. Voor economische aspecten van dit ontwerp zie men het desbetreffende
hoofdstuk. Specificaties van het produkt:
zuurgetal maximaal 8
aminegetal maximaal 2
smeltpunt minimaal 1380C
zeefanalyse 90% kleiner dan 425
(A
m
(40mesh)
I
I
'
1
I
I
I
I
I
I
I
--
I
·
1
I
I
I
I
I
I
·
I
1
I
14De volgende utilities staan ter beschikking:
Electriciteit:
Met behulp van een gasturbine wordt 3 MW electrische energie opgewekt.
Met de afgassen (5000C) wordt in het ketelhuis stoom van 50 Bar
gepro-duceerd, waarmee een turbine wordt aangedreven, goed voor nog eens 4 M\ol
electrische energie. De resterende stoom(3,5 bar) wordt voor verwarmings
-doeleinden gebruikt.
Van deze totale hoeveelheid "opgewekte energie (50 GWh)word t jaarlijks
~
20%
aan het gemeenschappelijk energiebedrijf Gouda e.o. geleverd ( 10 miljoen kilowatt.uur). Aan het gebruik van electrische energie zijn geenbeperkingen gesteld.
Stoom:
Het ketelhuis levert 40 ton stoom/ho Er zijn drie netten beschikbaar: HD-,
MD-
en LD-stoom.HD stoom: verzad. 71-72 kg/cm 2 overdr. 69,7-70,7 ata( 286,3-287~1oC
--MD
stoom: verzad.~
9
kg/cm 2 overdr. 9,7 ata(
178,9°C)
- LD stoom: verzad.
,
2,7-2,8 kg/cm20verdr.= 3,6-3,7ata(
140,3~141,2 0 C)
Het gebruik van MD-stoom dient zoveel mogelijk beperkt te worden; verder geen restricties.
(maximaal 7 t!h). koelwater , A.W.Z.
In enkele eenheden wordt ~D-stoom opgewekt in eondensors en luchriool:
Voor koeling komt in aanmerking:
- luchtkoeling: capaciteit onbekend
- welwater:
constan~e
temperatuur rond 14°C- IJselwater: afh. van buitentemp., max. 22-23°C
_ Koeltorenwater: via luchtkoeling afh. van buitentemp. ,max. 22-230C
)
Het koeltorenwater is een gesloten-treated-watersysteem. Waterkoeling
wordt boven luchtkoeling geprefereerd. Het gebruik van welwater dient
liefst zoveel mogelijk beperkt te worden. Wat betreft het gebruik van
IJselwater zijn geen restricties verbonden aan de mate van thermische
ver-o
ntreini~ing.De
A.W.Z. (i.e. onbekend) behandelt jaarlijks 4,5.106 m3afval-water.Het slib van de installatie wordt ingedik~~en gedroogd in roterende
droogtrommels die met aardgas gestookt worden. Een aantal sterk
geurver-spre~dende eenheden is aangesloten op een zgn.luchtriool.
Dit is nodig omdat de fabriek binnen de bebouwde kom van·Gouda ligt/122/.
-F' I G I JLl R 6 z :! e t e kst ---·=zzr- 7"""····5 " - ---Z- - · · --
----·--I
·
1
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
TEI. DE SCHEIDING TUSSEN STEARINE EN OLEINE
1.INLEIDING
Voor de scheiding van stearine en oleine zijn diverse mogelijkheden. Op basis van verschillen in fysische e~genschappen kan nu een breed opgezette indeling worden verkregen.
1.Smeltpuntsverschjl
Stearine-en oliezuur hebben een aanzienlijk smeltpuntsverschil, rond
15
54°C. Om inzicht te krijgen in de scheidingsscherpte bij kristallisatie
is een fasendiagram noodzakelijk. In figuur 5. is de T-x doorsnede van
het L/S evenwicht afgebeeld. Uitgaande van bijgevoegde specificaties, waarop later dieper zal worden ingegaan, lijkt kristallisatie een aan
-trekkelijke methode.
(N.B.:
pseudo-binair systeem; zie definities stearin~olei Na de kristallisatie moeten vaste en vloeibare fase worden gescheiden.Filtratie en centrifugeren behoren hier tot de industr i ële toepassingen. Vanwege hoge viscositeiten en lage dichtheidsverschillen, zijn cyclonen en settlers niet van toepassing.
De oudste uitvoeringsvorm van filtratie is de mechanische pers. Na
o ' ,
kristallisatie bij 0-2 C in aluminium pannen Hordt de koek ( 2 fasen)
in doeken gewikkeld en in de persen geplaatst. Bi'j hoge' druk \{ordt de vloeibare fase uitgeperst. Om de vaste fase te zuiveren wordt deze gesmolten waarna opnieuH kristallisatie en persen bij hogere
tempera-tuur plaatsvindt. Zo Horden stearines en oleines verkregen met
verschil-lende zuiverheden ( single,- double-, triplepressed). Deze
uitvoerings-vorm is door de hierna te behandelen technieken grotendeels verdrongen.
Met name het discontinue karakter, de hoge arbeidskosten en vuile
bedrijfsvoering zijn hier oorzaken van.~
Huidige industriële toepassingen maken gebruik van continue f i l tratie. Ten aanzien hiervan dient opgemerkt te worden dat men met vette
kris-tallen te maken heeft. Een gedeeltelijk gekristalliseerd mengsel van
stearine/oleine laat zich in de praktijk zeer slecht filtreren.
De oorzaak hiervan zijn de kleine kristallen en hoge viscositeit, die een goede verwijdering van de vloeibare fase tussen de kristallen
o
kris tallisierter FeÜsäur e
.
in
Netzmittellösung und emulgierte, kristallfreie Öltropfen. SOLvêNT ----~-~--+--~
.... kR I~T
t1 L •1----'~-4
-,: I J. T R ATIe
"
.j.---l7?écoV
ê~
J
oL Ei iJe;
VOEb/tlr.; SOLVI:A/T-"..,..---
-~"...--._--._ ...--,
----
---
-_._-~---._--_.- ... - . " - - _ . . - . . . - - - . -. . . - - - ' . " -. - _ . . .,..~. _ _ _ _ ,..._ ... po_I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
r-r-"I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
Een goede filtratie vereist dan ook het gebruik van een oplosmiddel
voor de kristallisatie. Bekende oplosmiddelen zijn methanol (Emersol-proces), aceton (Armour-Texaco-proces) en methylformiaat(Procter&Gamble). Op de solventkeuze za'l verderop in dit verslag uitvoerig worden ingegaan. Gebruik van een solvent heeft twee belangrijke gevolgen:
- verbeterde kristallisatie en filtratie, maar bij lagere
tempe-ratuur. Ter vergelijking met fig.~ is infig.6 een T-x doorsnede
afgebeeld met methanol als solvent.
- Een extra scheidingsstap tussen solvent en product (re
covery-sectie).
In schema 1. is het concept voor de solventkristallisatie weergegeve~.
Centrifuge wordt toegepast in het hydrophilisatieproces. Door toevoe
-ging van een waterige zeepoplossing ná kristallisatie van het
vetzuur-mengsel worden de kristallen in de waterfase gedispergeerd. De vloeibare fractie is hierin geëmulgeerd. Figuur?. toont hiervan het beeld. In de centrifuge wordt de dispersie van kristallen in de waterfase gescheiden
van de oli efase. Een belangrijk gevolg van dit principe is:
-waterfase en ge dispergeerde kristallen moeten worden gescheiden.
- de zeepoplossing wordt gerecirculeerd en is gevoelig voor ver-vuiling. Meestal is daarom gedeeltelijke v66rdestillatie van de voeding nodig.
Schema 2. geeft het concept voor deze scheidingswijze weer.
2. Dampspanningsverschil
Eenvoudige destillatieve scheiding van stearine en oleine is industrieel niet haalbaar. Oorzaak is de lage relatieve vluchtigheid (~), onder normale omstandigheden. Figuur 8. toont de 0 ( - afhankelijkheid van de
druk/8S/. Dit geldt algemeen voor vetzuren met gelijke ketenlengte en
verschillende graden van onverzadigdhei~. Vanuit economisch oogpunt zullen bij drukken rond 1 mm Hg enorme brede en hoge kolommen noodzake-lijk zijn. De hiermee verbonden kosten maken deze uitvoering oninteres-sant.
R~ente ontwikkelingen op het gebied van centrifugaal destillatie /79,80, 81,82/ bieden een aantrekkelijke mogelijkheid om hoge kapitaalskosten te vermijden. Cornelisse/79/ berekent de drukval over een 'HIGEE-unit' en toont aan dat deze in vergelijking met gepakte kolommen 10 maal zo hoog is. Aangezien de destillatie onder vacuüm moet geschieden
(5
rr~ Hgiï
---oL
i:iivt?"
CeNït€
IFUC;t:
- . 2ëef>O?L~S/Nt; .~ . _.p-.J
\\
".
\
\
120\
r\
I.., \~ < 1\ \ 1\
'\~~
:Î I ~\1\
.
~
I~<
\
'\\
.
11lZ.è g'~
.
1
'\
~ 1!1.'\0
'
< ~ ~ """.
~
~ I'--I",., I'=-
- C> ~15 ~ 1-tl 1~ .. p~ 1;0 - t-r? fLr_-.1d't " SJ 6? :J: 'tO 3~ 3..) )., 25 :.J 1J 35 30 25 ;1.2 20 '8 '10 - rl:-:f.:.::..:..1~rt,5,J.tn.~ R __Die Abhängigkeit der 0-'\' eric,
der theoretischell Bodenz"hl und der Rü~
laufvcrhältnisse vam D[u~ für die Trcn-nung der Gemische Margarinsäurc:-Olsäurc
und Olsäurc-Stcarinsäurc . FIGUUR 8 .. zie tekst / SCflt:ID/rJÇ tTEARI
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
topdruk met maximaal 15 mm lig drukval) betwijfelen wij de toepassing
hiervan. Als laatste mogelijkheid zou nog genoemd kunnen worden:
verbetering van de relatieve vluchtigheid door middel van een
extrac-tieve destillatie. Welke hulpstoffen hiervoor in aanmerking komen is
niet eenvoudig te zeggen. De literatuur geeft op dit gebied geen
enkele aanwijzing. Een nadere beschouwing lijkt dan ook niet zinvol.
3. Selectieve extractie
17
Verschillende overzichtsartikelen /10,11,12,13/ behandelen de extractie
als scheiding voor verzadigde/onverzadigde componenten. De nadruk ligt
hierbij echter op extractie van vrije vetzuren uit oliën en vetten als
voeding. Voorbeelden hiervan zijn het Solexol-proces en de
Furfural-extractie. In het Solexol-proces wordt propaan als extractiemiddel
gebruikt. Bij het naderen van de kritische temperatuur van propaan,
ont-staat een tweefasenevenwicht. De selectiviteit ontstaat door de geringe oplosbaarheid van sterker onverzadigde vette~ en kleurstoffen in propaan.
Het principe van het Furfural-proces is tegenovergesteld aan dat van het Solexol-proces. Beneden bepaalde temperatuur is furfural niet mengbaar
met de oliefase. De sterker onverzadigde componenten worden selectief in de furfuralfase geëxtraheerd.
Op het gebied van de stearine/oleïne scheiding wordt door Rigamonti/12/ gewezen op de extractie met petroleumether en methanol.Hierbij ontbreekt echter informatie over diverse mengsels. Aanvullend literatuuronder-zoek gaf geen extra informatie hierover, zodat deze methode vooralsnog geen evenwichtsberekeningen toelaat.
Toepassing van superkritische gasextractie lijkt door het werk van Brunner/73,76,77/ een veelbelovende techniek. In figuur
9
is,in het fasendiagram van het extractiegas, aangegeven in welk gebied de super-kritische gasextractie zich bevindt. In het kort komt de werking hierop neer:In een geschikt gas (bv.C0
2) kan het te scheiden mengsel onder super-kritische omstandigheden een veel hogere concentratie vertonen dan op
basis van de dampspanningen verwacht kon worden. Wanneer bovendien een
hulpstof wordt toegevoegd kan, naast een verdere verhoging van de con-centratie van het mengsel in de gasfase, een hogere selsiiviteit
~
---Der thermodynamische Zustand eines HilfsslofTes bei Trcnnprozcssen.
FIGUUR
9
P-T-diagraffi van de hulpstof bij diverse diverse processen "~
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
r
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
optreden. De oplosbaarheid in het gas is in de buurt van de kritische
omstandigheden sterk afhankelijk van de temperatuur.
18
Afscheiding van de opgeloste componenten in het gas blijkt dan
eenvou-dig door lichte temperatuurverhoging of drukverlaging. Het gas kan
zonder zuiveringsstap na evt. hercompressie ~f~ect worden gerecirculeerd.
Het temperatuurniveau van dit proces wordt bepaald door de kritische
temperatuur van het gekozen gas. Eenuîtvoerige behandeling v0lgt
verderop in dit verslag.
4.
Chemische modificatieSinds de verschijning van verschillende artikelen over ureumcomplexering
/62,63,64,65,66,67,68,69/ heeft zich op dit gebied nog geen industriële
procesvoering voorgedaan. Het principe van de scheiding komt neer op een stabiliteitsverschil tussen de adducten van de te scteiden
componen--ten.Het evenwicht tussen de adductsamenstelling en de
vloeistofsamen-stelling wordt beschreven met K-waarden.
Ri g amonti/12/ heeft V00r verschillende carbonzuren, waaronder
stearine-en oliezuur, de K-waardstearine-en bepaald. Vanwege de uitzonderlijk hoge
rela-tieve stabiliteit tussen stearine-en oliezuuradduct zijn de mogelijkheden voor een scheidingsontwerp nader uitgewerkt.
Zilch/13/ noemt in zijn overzicht van scheidingsmethoden de vorming
van lood-en Lithiumzepen waarbij verschillen in onverzadigdheid(Loodzout)
of verschillen in ketenvertakking(Li-zouten) de oplosbaarheid in
etha-nol resp. water beïnvloeden. Deze methoden vinden voornamelijk toepassing
als analytische techniek. Dit houdt verband met lage selectiviteit en
vele herkristallisaties.Ook de hoge toxiciteit verhindert een industriele toepassing.
2.S0LVENTKRISTALLISATIE
---~
1. Emersol 2. bij Unichema Gouda
Bij Unichema Gouda wordt de solventkristallisatie bedreven volgens
het Emersol-proces/35/. Dit proces maakt gebruik van een 92%
methanol-oplossing in water als solvent. De huidige productieeenheid bij
Unichema wordt de Emersol 2 genoemd. De procesvoering is gebaseerd op het eerder genoemde concept op blz.16.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
19De kristallisatie wordt bedreven in geschraapte warmtewisselaars met een solventverhouding van 1:1,2. De ontwerpgegevens van deze kristalli-sator zijn verzameld in /103/.De verblijf tijd bedraagt ongeveer één uur.
Koeling vindt plaats met behulp van methanol (-25°C) in tegenstroom om
de pijpenbundelsne af16o~emperatuur van de koelmethanol ligt op
onge-veer 5°C. In een 'ammoniakverdamper word\ de warmte weer afgegeven en stroomt de methanol t erug naar de kristallisator. De ontwerpgegevens voor 3 koelcompressoren zijn gegeven in /96/. Zoals hieruit blijkt wordt
de comp~essiewarmte door welwater afgevoerd.
De filtratie gebeurt in een continu. roterend vacuümtrommelfilter.
Hier-in wordt de koek onder afzuigen bij 700 mm Hg gewassen met gekoelde
wasalkohol. Van de eerste wassing wordt ongeveer de helft opgevangen en
naar de voeding teruggestuurd. Van de tweede wassing wordt de helft opge-vangen en teruggestuurd terwijl de andere helft doorslipt naar het fil-traat (oleïne). De koek wordt van het filter geblazen en bevat dan nog ongeveer
4
0%
methanol+water.o
In een smeltgoot wordt de koek gesmolten en tot 50 C opgewarmd met
LD-+
stoom. Hierna wordt deze naar de stearinevoorverdamper gevoerd waar
-60% van de oplosalkohol bij 75°C verdampt wordt. Hiervoor worden spiralen met LD-stoom gebruikt. In de uiteindelijke recovery wordt het laatste gedeelte van de oplosalkohol verdampt met MD-stoom. De toptemperatuur van deze kolom met zeefplaten bedraagt ongeveer 900C en de stearine
+ 0
verlaat de bodem op - 118 C.Na koeling wordt de stearine in een buffer-tank opgeslagen bij 80o
e.
De oleïne die als filtraat wordt verkregen bevat ongeveer 70%
oplos-alkohol. In eeri voorverwarmer wordt de stro0m eerst opgewarmd tot 500C
met LD-stoom. In de voorverdamper wordt onder gelijke condities als
voor de stearine ongeveer 80% hiervan verdampt. In d~ laatste
schotel-kolom wordt het resterende gedeelte afgédestilleerd. De oleïne wordt
gekoeld en opgeslagen in een buffertank.
Wasalkohol en oplosalkohol vormen een ingewikkeld systeem waarin ook
een wastoren is opgenomen om de alkohol te ontluchten( lucht vanuit
de filtratie). De koelalkohol vormt een apart systeem. Wasalkohol en koelalkohol worden beiden door het compressiekoelsysteem gekoeld.
M4Dll=lê~
kR
IS TAL
<
P(0I107oi< FILTRA/II: l - - -SftMéN~TELLltlqECOlo/OM
L
WItRH7l:!5
e
Jl0C7=ï"
1-----k04l>ë/X~O~UCT,r
V
e
'/{Sc
f.I /t.L
él'l:l;F
/1./
Vt...OêJJ!!7V
.2>/F
.J)êSOLV
~
Nr"FU2~
'E
f:
pAl.e-N
TAal:
L
2. ,"
Sol. VFN1"CR..( TI21tIIfCRITERIA
EI
SEN
toxiciteit laag prijs laag corrosief niet stabiliteit hoog selectiviteit hoog capaciteit 'hoog kookpunt --laag
verdampingswarmtw laag
specifieke warmte laag
explosiegrenzen ~ ppm MAC
i/kg
,
x1 ,L' x2, L x 1 L+ x2 L . o ' , C J/mol J/mol'K vol% in lucht w wa 3 'F-FN~- _.----I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
.-
-20Bijlage 2 geeft de I plant' -tekening.
2. Kristallisatie en filt
..
ratieSolventkristallisatie berust in feite op verschillen in
oplosbaar-heid tussen de componenten van het mengsel tussen de smelttemperaturen
van beide stoffen.
Industrieel gezien, hebben zich op het gebied van de technische
reali-satie sinds de eerste toepassing rond 1942/35/ geen ingrijpende
ont-wikkelingen voorgedaan. De meeste research heeft zich gericht op
verbetering van de feitelijke kristallisatie en warmteeconomie.
Aangezien dezen direct van het gebruikte solvent afhankelijk zijn, is
een nadere uitwerking van de verschillende invloeden noodzakelijk.
Het solvent bepaalt in sterke mate de eigenschappen van de kristallen
die tijdens koelen ontstaan. Deze eigenschappen zijn van invloed op de
filtreerbaarheid van de uiteindelijke slurry die na kr~allisatie
ont-staat. Drie belangrijke variabelen kunnen genoemd worden die de
samen-stelling en filtreerbaarheid bepalen:
- de aard van het solvent
- de hoeveelheid solvent
- hoeveelheid kristalpromotor(K.P) en/of 'crystal-modifier'(C.M)
Wanneer deze variabelen zijn gekozen liggen de koudeproductie (koeling)
en warmtebehoefte in de recovery vast. Schema
3
geeft een overzichtvan de invloeden die een rol spelen bij de solvent keuze.
De eisen die men,uitgaande van een geschikt solvent,kan stellen zijn
in tabel 2 weergegeven.
Talrijke onderzoekers hebben voor de zuivere vetzuren de oplosbaarheden
in verschillende solvents b~paald. Met name Rallston&Hoerr /8,32/ en
Foreman&Brown /34/ hebben bijgedragen aan een enorme hoeveelheid
expe---
---rimentele gegevens. Veel hiervan is verzameld in Markley
/4/.
In fig. 10 t / -12 zijn voor drie verschillende solvents de oplos-m
baarheidsgegevens weergegeven
/4/.
Een volledige inventarisatie hiervanis zeer tijdrovend. Bovendien beperkt de relevantie zich tot een
glo-bale vergelijking van de betreffende oplosbaarheden. Het blijkt namelijk
dat de oplosbaarheid van één component van het mengsel zeer sterk
•
27.5 25.0 á 22.5 >= 320.0 ~ d 17.5§
- 150vno SOLUTION PROPERTIFR
C,~~~~-c~~~~~~~ __ ~~
10
'F/Ç{)u/Ç 10
. Solubililies of fally aeids iu methanol
FIGUUR . 27.5 25.0 ~ 22.5 r::: ~ 20.0 '" d 17.5 § - 15.0 linoleic
SoJubilities of fally acids in acctone
>: 17.5 o ~150 -1 •. ' o ~ 12.5 §100 a: .... '" o Ü « Cl) :l: -< a: . -
--
-Cl C,.-c,~ÈO~~~_~10~_-2LO-=_?30~_~4~O--_750;:_=W~=_~]0 l[MP(RAlUR(. 'e .Solubilities oC fally neids in SkellysoJ"e B
FIGUUR 1.2
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
t
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
21in een sol vent .... lOrd t algemeen gekenmerkt door:
- een hoger smeltpunt geeft een lagere oplosbaarheid - hoger onverzadigde vetzuren geven hogere oplosbaarheid Blijkens de figuren 10 t / 12 zou een bijzonder hoge
scheidings-m
scherpte voor oliezuur/stearinezuur mogelijk zijn in één stap. De prak-tijk leert dat stearinezuur in aanwezigheid van oliezuur een veel hogere oplosbaarheid vertoont. Figuur 13 laat dit zien voor hexaan als solvent /31/. De liquidus-lijn neemt meer afstand van de samenstellingszijde van hexaan bij toenemende oliezuurfractie in de voeding. Dit betekent dat
de fractie stearinezuur in de vloeibare fase groter wordt dan op basis van zijn oplosbaarheid in hexaan (punt A.) verwacht kon worden.
Ook Preckshot en Nouri /24/ laten dit verschijnsel zien voor ethyleen-dichloride en trichloorethyleen als solvents : figuur 14 en . J
5
.
Vergelijking van figuren 10' 11 , en 12 laat zien dat deze invloed mede bepaald wordt door het gekozen solvent.
Een uitgebreide l i teratuurstudie naar het systeem oliezuur/stearinezuur/ solvent leverde bijzonder weinig experimentele gegevens.
Van het ternaire systeem oliezuur/stearine-of palmitinezuur/ solvent zijn slechts drie literatuurverwijzingen gevonden: /24,31,33/. Als
solvents worden behandeld: aceton, hexaan, ethyleendichloride, trichloor
-ethyleen en tetra.
De bruikbaarheid van deze informatie is voor een scheidingsberekening zeer beperkt, wegens het geringe aantal meetpunten. Hierover meer in
"Berekening van de fasenevenwichten".
De kristallisatie heeft als drijvende kracht de oververzadiging. Bij
beginnende kristallisatie kunnen twee mechanismen onderscheiden worden:
de kiemvorming en kiemgroei. De kiemvorming neemt sterk toe met toenemende
oververzadiging; de groei vindt alleen plaats beneden een bepaalde grens
van oververzadiging. Door Liebing wordt~dit eenvoudig vnorgesteld als in figuur 16. Hierbij wordt gesteld dat kiemv6rming zowel in het
meta-stabiele als labiele gebied kan plaatsvinden terwijl kiemgroei alleen
in het metastabiele gebied optreedt.
De grens tussen metastabiel en labiel gebied is afhankelijk van vele factoren zoals roerintensiteit, viscositeit, grensvlakspanning en tempe-ratuur. De keuze van de kristallisatie omstandigheden is gericht op de vorming van filtreerbare kristallen. Dit betekent dat bolvormige
kris-o
0 90 00 7060 40 :30 20
- - PERCENT OLEiC
Phase diagram of oleic acid-stearic acid-commercial hexane at O·C.
ISOTH~MS FOR SAiURt..TEO $DLUTtON
-~C:OMPOSITIONS FOR STEARIC -OlEle ACIOS
90 ~IO ETHYl..ENE OICHlORCI( ST$TEW
'\
\ la*-.~\ '~;<:.
~ -S-"6.' oL ,," '0 <"(". .
~~%
t
0%
'0 \ , \s
I 30- WEIGHT % STEARIC ACID
-
~~~\
zo ~0~ï0
.0
C
~
IOO 0 ISOTKEQ ... S F"OR SATUR!.TEO SOlunON~
OMPOSITIONS FOR STE.\,~:Ç - OLEIC ACIOS)() TAICHLOROETHYLENE SYSTEM D\ \
i'
o-<~,?~
/".. ' \
\
;;'1-,,
_
~o
\ " -• •s~o
\J.~
.
\
.~
60 10 10 )0 _0 ) 0 ZO 10 0 : °- - - WEIGHT % STEARIC ACID
FIGUUR
13
zie tekstFIGUUR 14
zie tekstFIGUU~
15
zie tekst.. ~,~.!I .•• ~",,"'., ___ •.
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
tallen van gelijke grootte zonder dendrietgroei en insluitingen de voorkeur verdienen. Alhoewel vele invloeden een rol spelen zijn belangrijke voorwaarden hiervoor:
22
- lage oververzadiging; dit vermindert de kiemvormingssnelheid. Als gevolg hiervan worden grotere kristallen gevormd. Ook de kans op insluitingen neemt af.
- gebruik van K.P: de werking h~ervan berust op beïnvloeding van de kiemgroeisnelheid. Bepaalde kristallen groeien ten koste van andere kristallen.
-gebruik van C.M: hierdoor 'dordt surface-nucleation ( kiem-vorming aan reeds gevormd kristaloppervlak) onderdrukt. Dit voorkomt uiteindelijke dendrietgroei.
Als gevolg van een lage oververzadiging zal de tijd, nodig voor de kristallisatie, langer zijn. In de vetzuurscheiding wordt als C.H. een reeks verbindingen gebruikt: gepolymeriseerd vet, polyesters, polyalko-holen en di-en tristearaten.
Ook het ongesplitste vet in de voeding draagt bij aan betere kristal-eigenschappen. Toevoeging van C.M. bedraagt ongeveer 0,5 wt.% van de voeding. Bij Unichema werd experimenteel vastgesteld dat zonder modi-fier, slecht filtreerbare naaldvormige kristallen ontstonden. Mét C.M. werden bruikbare bolvormige kristallen verkregen. Grotere hoeveelheden C.M. verslechterden in sommige gevallen de filtreerbaarheid /104/.
- _.--~
Ingeval van het Emersolproces wordt het (kritische) percentage water in methanol niet zozeer als K.P. of C.M gezien maar zuiver als polariteits-verhogende component.
Over de invloed van het solvent op de kristaleigenschappen zijn mogelijk twee literatuurverwijzingen bruikbaar:/25,27/. Deze zijn door ons niet nagetrokken.
Uitgaande ~an een geschikt solvent kan algemeen gesteld worden dat een grotere oplosverhouding tot betere filtratie leidt •
.
~~
.~ ~
'i:l\Il~~
1t
."
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
I
3.
Berekening van het fasenevenwichtUit onderzoekingen van Slagle en ott /30/ is gebleken dat ook mul ti-componentsystemen van carbonzuren vrijwel altijd vaste oplossingen geven (mengkristallen).
Het evenwicht wordt dan beschreven door:
Analoog aan de afleiding van de evenwichtsrelatie waarbij vaste fase
in zuivere vorm aanwezig is /14/ kan afgeleid worden:
23
== VOa-fV
T "'"
Tl
t*
De activiteitscoëfficiënten voor vaste en vloeibare fase volgen uit een, voor beide verschillend, model voor de excess-vrije enthalpie
(bv. Wilson, NRTL, Uni~uac).
De wisselwerkingsparameters die in deze modellen voorkomen moetEh uit de binaire vast-vloeistof evenwichten berekend worden.Bij gekozen
temperatuur en vloeistofsamenstelling kan men de bijbehorende
samen-stelling van de vaste fase berekenen. Het omzetten van samensamen-stelling naar joodgetal volgt uit:
.
t
Ter controle geldt:
n:
n x.
1.
aantal dubbele bind.
molfractie van compo-nent i met n dubbele bindingen.
Bij het omzetten naar een joodgetal ~ordtrhet 'èvenwicht' in feite als een pseudo-binair L/S evenwicht beschouwd tussen stearine en oleIne. Uiteindelijk kan het volledige T-jg diagram worden bepaald. Vergelijking met de experimentele T-jg doorsnede laat dan de evt. juistheid van de modellen zien.