De Vergrijzing in Cijfers en Beeld
Conferentie:
Scheiden van wonen en zorg in een vergrijzende samenleving
12 juni 2012 TU Delft
Leo van Wissen
Nederlands Interdisciplinair
Demografisch Institute NIDI
0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 2020 2030 2040 2050 2060 x miljoen 0 5 10 15 20 25 1865 1890 1915 1940 1965 1990 2015 2040 Mannen Vrouwen 72 74 76 78 80 82 84 86 mannen vrouwen
vergrijzing
Een overzicht
• Hoeveel, waarvan, wanneer?
• Vergrijzing, of....?
• Ouderen en huishoudens
• Hoe lang zullen we (gezond) leven?
• Een paar conclusies voor het wonen
Een paar basisfeiten…
• De echte vergrijzing begint nu pas
• En neemt pas af na 2038
• 65+: Nu 1 op de 6 2040 1 op de 4
0 10 20 30 40 50 60 70 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 2020 2030 2040 2050 2060 % 0-20 20-65 65+Source: Eurostat.
Nederland in Europa 2007:
Ouderen: hoeveel?
• 65+: Nu 2,7 miljoen 2040 4,6 miljoen
• 80+: Nu 667 duizend 2053 1,8 miljoen
0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 2020 2030 2040 2050 2060 x miljoenRelatieve toename leeftijdsgroepen
65+ in 2010-2060
0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 65-74 75-84 85+ 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 500 65-74 75-84 85+ mannen vrouwenNiet westerse 65-plussers
2010-2060
0 100 200 300 400 500 600 700 800 2010 2020 2030 2040 2050 x 1000 In 2040 10% van de 65-plussersPyramid 1950
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
Pyramid 1955
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
Pyramid 1960
Pyramid 1965
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 1970
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 1975
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 1980
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 1985
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 1990
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 1995
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2000
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2005
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2010
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2015
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2020
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2025
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2030
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2035
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2040
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2045
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2050
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2055
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2060
150.000 100.000 50.000 0 50.000 100.000 150.000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Het had ook anders kunnen
lopen...
Pyramid 2010
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90Pyramid 2010
150,000 100,000 50,000 50,000 100,000 150,000 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 16,8 miljoen 25 miljoen• Vergrijzing is een gevolg van de baby bust
eind jaren 60 en 70er jaren
• Als dat niet was gebeurd hadden we nu
25 miljoen inwoners en een ernstig
Aandeel ouderen in
institutionele huishoudens
per leeftijdsgroep in 2010
0 10 20 30 40 50 60 65 tot 70jaar 70 tot 75jaar 75 tot 80jaar 80 tot 85jaar 85 tot 90jaar 90 tot 95jaar 95 jaar ofouder
mannen vrouwen
65+ naar positie in het
huishouden 1995-2011
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 x 100000 alleenstaand samenwonend in institutionele huishousensEen – en
meer-persoonshuishoudens 65+
2010-2060
0,0 0,2 0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0 2010 2020 2030 2040 2050 x miljoen eenpersoons meerpersoonsConclusies:
• Na 2030 meer oudere
eenpersoonshuishoudens dan
meerpersoonshuishoudens
– Mantelzorg door partners valt weg
• Geen recente groei in institutionele
woonvormen maar wel sterke toename
voorzien in intensievere vormen van zorg
door groei 80+
– Druk op zelfstandig wonen met
Source: Oeppen and Vaupel 2002
Ontwikkeling maximale
levensverwachting 1840-2040
Elke 10 jaar krijgen we er 2,5 jaar bij. Voor Nederland: 2 jaar per 10 jaar
De kans om tenminste 65 jaar
te worden 1850-2000
Jaar Vrouwen Mannen
1850 31% 28%
1900 48% 43%
1950 80% 75%
Aantal jaren te leven vanaf 65
1865-2060
0 5 10 15 20 25 Mannen Vrouwen• De invloed van medische doorbraken:
– Stel dat we een medicijn tegen bijna
alle kwalen op hoge leeftijd vinden:
Effect op levensverwachting van reductie van totale sterfte
Hoe lang zullen we gezond
leven?
Hoe meten we gezondheid?
• Ervaren gezondheid
• Aanwezigheid van chronische ziekten
• Lichamelijke beperkingen
– Horen, zien, lezen, dragen, bukken,
lopen
Is langer leven ook langer gezond leven?
Verandering levensverwachting en gezonde levensverwachting tussen 1983/85 en 2005-7
Is langer leven ook langer gezond leven?
• Ja: in goed ervaren gezondheid
• Ja: zonder lichamelijke beperkingen • Nee: maar wel met chronische ziektes • Hogere overlevingskansen leidt tot meer
chronische ziektes:
– We gaan er niet meer aan dood, maar zijn wel ziek
• Maar ondanks chronische ziektes leven mensen langer zonder beperkingen in goed ervaren
gezondheid
– Door betere behandelmethoden, hulpmiddelen
Maar het is niet voor iedereen
een succesverhaal:
Grote verschillen tussen
opleidingsniveau’s
Wat betekent dit nu voor wonen?
• Sterke toename ouderen alleenstaanden
– Minder mogelijkheden voor mantelzorg door partners
– Sterke toename intensievere zorgbehoefte – thuiszorg of verpleeghuizen?
• We leven steeds langer, maar wel met kwalen – Dat kan een hele gelukkige levensfase zijn
zonder beperkingen indien we onze woning en woonomgeving daar optimaal op inrichten
Wat betekent dit nu voor wonen? (2)
• Sociaal-economische verschillen tussen ouderen worden steeds groter
– Overheid moet zich vooral richten op de kleine maar hardnekkige groep kansarme ouderen
– Een groeiende groep allochtone ouderen kan wellicht speciale eisen stellen aan zorg en wonen
De toekomstige oudere
• Dat zijn wij...
• Gemiddeld zijn we tov onze ouders op latere leeftijd hoger opgeleid en dus:
– Gezonder, rijker, mobieler, en beter wonend • Zij (wij..) kunnen als senior nog heel veel
bijdragen aan de samenleving
– Langer (parttime) doorwerken – Vrijwilligerswerk
– Steun aan kinderen – mantelzorg