• Nie Znaleziono Wyników

Ontwerpen met roosters

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ontwerpen met roosters"

Copied!
68
0
0

Pełen tekst

(1)

él

?f

ir R. Sackman

'EN EN BOUWMETHODIEK -

deel 5

(2)

ONTWERPEN M ET ROOSTERS

Bibliotheek TU Delft

III~

I 11111

~

1i1

IIII~

1111 I I 111111

(3)

ontwerpen met roosters

DEEL 5 serie ontwerpen en bouwmethodiek

ir R. SACKMAN ir.C. vanMARRELO

(4)

Uitgegeven en gedistribueerd door:

Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1

2628 C N Delft

Telefoon: (015) 783254

In opdracht van:

Vakgroep AST

Architektonische en Stedebouwkundige Technologie Bouwmethodiek Prof.ir. A. van Randen

Technische Universiteit Delft Faculteit der Bouwkunde Berlageweg 1

2628 CR DELFT

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG SACKMAN, R.

Ontwerpen met roosters / R. Sackman - Delft:

Delftse Universitaire Pers - (Ontwerpen en bouw methodiek : 5) Uitg. in opdracht van de TU Delft, Faculteit der Bouwkunde, vakgroep AST Bouwmethodiek

Met lito opg.

ISBN 90-6275-405-8

SISO 692.1 UDC 69 NUGI 655 Trefw.: bouwkunde

(5)

inhoud

inhoud in beeld . . . blz. 5

een kijk op ontwerpen enet roosters,

of hoe beslissingen over plaats en maat van materiaal en ruimte

op roosters genoteerd kunnen worden ...•...•.••... blz. 7

zones en marges; t.b.v. plaats- en maatbepaling

van gebruiksruimten (op basis van bandrooster) ..•••..•.•••••••••••.••••.••....•••• blz. 23 stramien en gebouw,

plaats van bouwdelen t.o.v. het stramien ••••• blz. 31

voorbeeldprojekt Ede •••••.• . . . .. blz. 47

begrippen en definities ••••.• • • • •• blz. 57

literatuurlJjst . . . blz. 61

(6)
(7)

voorwoord

Dit boek "Ontwerpen met roosters" houdt zich even als "Ontwerpen met Draagkonstrukties" en "Ontwerpen van Bouwknopen" bezig met de uit-eindelijke samenstelling van een heel gebouw of gebouwde omgeving.

Werd in het boek "Ontwerpen met Draagkon-strukties" iets gezegd over globale ontwerpbe-slissingen (de keuze van de draagkonstruktie-principe) en hun gevolgen voor een gebouwen ging het in "Ontwerpen van Bouwknopen" over specifieke ontwerpbeslissingen (het bouwkundig detailleren) en de gevolgen daarvan, dit boek wil de inhoud weergeven van het kollege "Ontwerpstr ategie 11".

Het gaat er daarbij even als bij het kollege "Ontwerpstrategie I", dat handelt over het om-gaan (ontwerpen) met

principes/-principeoplos-singen, om een gereedschap/ -hulpm iddel m.b.t.

het ontwerp aan te reiken.

(8)

Ontwerplijnrooster is afgeleid van opstelschet-sen en is onafhankelijk van basismoduul.

mmm m w w w w r S:'SJ.'SS~

."

-

. L . . .i r- -,

.

: ,

.

L ., en en rn -ur-urw ,.1012S.7~~

_

.

.

..

"-r- -.,

.

.

L _~ I . , ~- -MATU,IAAL OP ONJWU,fJ\OOST[f\LIJN[N

=E=±±=

ba,i ,lijn,oosl~,

~t+--bd.;smod~Ul

, i

I

, I , o1'1twerphj - - 1 ' - 1 - - --_L...!_ - --

,

,

,

11Tooster ,

,

, , , , I 1 ~---4---~---m---~~ ~hd111jellmddt

.

..

( .

.

....

'J

"

. -.~..J--- .. -.

,

.

.

.

.

:

I'

,'. I . : ' I :'-}----i---

-

L--~_i

____

l__

-I 1 '

,

r . ---T-" ' . I

,

',. I , . I , --,---,-~. I . I I ' __ .L __ --1_':' I I : , I I ' i J I 1 . I I n I I . r- ....,

I

(9)

tv1ATU.IAAL IN MODULAIl\~ E>AND(N

inhoud in beeld

bandroosle.r <>-+-1---+-1---< v

roosters

- - - - - - - -- -

-

-

---I

\

I I ~

)

I I h I 0 I N

i

I -r -I 1 I .1

I

C

i

IJ

i

l

- -i !

~\.l

~

zones en marges

1 4-'10 I I ~ I ei) I ~ I I 0 I i N / I

I

I I - ... ~ _ 4

nämle i11 zones/ l11dt.e.rjaal in ntarg-es

stramien en gebouw

, .. , I t :---,---'---+--+-'.:...;.!I

I :

.1-~··::~ ;:r-t-,

I

-

'

~

.~

---

,

-~-

~-~I--'

+~+~l""

\

" : I : I : .

U

.

.

..

-':t~~

6"

~

i~";

5

(10)
(11)

een

kijk

op ontwerpen met roosters

of hoe beslissingen over plaats en maat van

materiaal en ruimte op roosters genoteerd kunnen worden

Wat is ontwerpen?

We definiëren ontwerpen als:

"Het nemen van beslissingen over plaats, maat en hoedanigheid van ruimte en materiaal".

afb.

j

- -

Lf\~Tm

e

en

Maie.rida.l

Wat onder hoedanigheid m.b.t. materiaal alle-maal verstaan kan worden kan men uit afbeel-ding 2 opmaken. Het nemen van beslissingen omtrent hoedanigheid wordt verder slechts terloops behandeld en dan hoofdzakelijk bij het voorbeeldprojekt Ede.

placds

:~'

r~-'~

I , : I , ' ':: :" '" " , ' I ' I' funklje

U

U

afb.2

7

(12)

Hoe bepaal je plaats en hoe leg je het vast? De plaats van een (bouwkundig) objekt wordt altijd in een ruimte bepaald. Zonder ruimte begrenzende (opper-)vlakken kan er geen spra-ke zijn van een ruimte. Om ruimte te vormen zijn er minimaal drie elkaar kruisende vlakken nodig: in de bouwkunde zullen in het algemeen vlakken zijn die elkaar onderling loodrecht kruisen.

De plaats van het objekt wordt nu bepaald door de afstanden van het middelpunt van het objekt tot deze drie vlakken.

Hoe leg je maat vast?

Ook de maten van een objekt (of ruimte) wor-den bepaald door afstanwor-den; de afstanwor-den tus-sen het objekt (of de ruimte) begrenzende vlakken.

Indien we nu de maten zien als de verschillen tussen de afstanden van het objekt (of de ruimte) begrenzende vlakken tot de drie voor-genoemde vlakken dan worden plaats en maat beiden op identieke wijze bepaald.

Deze afstanden worden dan gemeten in veel-vouden of delen van meters (km, cm of mm), of in een al of niet van de meter afgeleide overeengekomen andere maatsprong. Deze maatsprong is dan de eenheid van lengte, de zogenaamde moduul.

M aa tsprong en lijnrooster.

Indien we de ruimte d.m.v. een drie-dimensio-naal stelsel van elkaar loodrecht kruisende pa-rallelle vlakken in gelijke modulen verdelen dan kunnen plaats en maat van objekten en ruimte rechtstreeks in dit stelsel bepaald wor-den. De drie projekties van dit stelsel levert roosters van parallelle lijnen op, waarvan de h.o.h. afstand gelijk is aan de moduul:

(13)

Hoe kwam men tot de maat van de moduul? Deze vraag hangt samen met de vraag aan welke voorwaarden de maatsprong geacht word te (moeten) voldoen. De maat moet voor ieder. herkenbaar zijn als maat en moet als grootste gemeenschappelijke deelmaat van al-le andere herkenbare en bruikbare maten kun-nen gelden.

Herkenbaar is en was ten alle tijden het men-selijk lichaam als geheel en bepaalde delen er-van zoals de duim, de handpalmen enz.

Daarbij ging het niet slechts om de absolute af metingen maar ook om de als relevant ge-ziene verhoudingen tussen die afmetingen. M en veronderstelde een bepaalde harmonie in maatverhoudingen tussen verschillende li-chaamsdelen t.o.v. de totale lichaamslengte. In Egypte stelde men de lichaamslengte gelijk aan 18 keer de palm maat. M en tekende op een rooster met de palmmaat als moduul. Zo werd o.a. door Vitruvius het mogelijk geacht om de totale lengte in een aantal gelijke maten in te delen, in zijn visie 8.

Le C orbusier probeerde te komen tot bruikba-re afmetingen, die zowel zouden passen in het metrische als in het Engelse voetenstelsel en tevens gebaseerd was op de Gulden Snede.

r·· ---

-

_. --

---

Of ---- -- --

r

---

T

-

-

-

-

--

-

-f----

--

-

.

,

.

-

---

~-, I . " , I . " • I , I ,

; ...

---

-

·---·j--

-

----

-t---

----

-

;---

i---~-, ' , I , ' , I I , , I , ' , , ---·;--·---:..---·,---~----~---c---,-~-",~ j , : 1 ~~---~y

----J.

ol' 2 squarC's 6 handbreadths I I smalt cubit \ ) ~---~v~---/ :il I sqUdTCS 7 h"ndbrC'ddths aFk. 6. 1 H!ly.d / nlHI

J

]aa:?

arb.

7

10SK-y_ 11 5'0 - - - -

--

"-

-_

..

-

---

-10K-v.1090 670 5'0 9K+vc=100 \_ 6SO 670 5'0 llK+y_1220 S'O 670 S'O 670 2SK-v .. 2740

el. 0 "

T i l

I

I

~

I

,

I

I

,

I I , I

J

.. " ~

"

..i:!

"

0

"

=9

1[

I

I

8

[2]

~

a-

L

1\

/~U

'" I "

!.

f

~

I '" t

/1

i ;( 8 , t--: : - -;.

...

I '"

1---~

;. I", ,.. 8 ~ Ö !:: ft ~ 11!

~JI

0 ,.. -~ .;; lil

.

~ r -,.---:; nol 30J0 IlO 3130 110 3'10\ 27 ... " ::

rn[l

- r- \1/

...

+ f-- fl '" i 0

I.

~ ,.. ti . "

.

g

. " ~ .., ~ oe I ~ " I

w

J1

~ ~ I ti I i: i

I--"

I g .., ~ I

J

-

f-ö\J

~ j 'TT .., i<-' - f-!:. I I ~ .... '"

ö

"

~

:;l-~

l;r

LU

h.+l.kut I

voO

<

t>

~ 7:z:

-

~ " I I

!.

lil

N HSO IlO H20 IlO 3'10

;; + ... ~

!

...

~ 7< 1 +

co ti i

...

~ ~ ~

-

f -....

-

~ ~ S ~

0

lIJ

[]

'" S

<>

-

8 .--- ~ § I----' '" 7< e;- n I 7<

-

I

I-'-I

-1

i I i L - ... 1 I ClO IJ.IO

!~

ö

!!: 0 ~ .= 9K+y.l000

19K-y_20e0

.l

13K+y.l ua

J

18K-v.1970 19K+w.'100

r

36K-w_39SO

10SK-y.115'O 9 I j

I

I

i Ml"a" .... ,." h

(14)

Roosters en gebruik.

Naast de moduul, waarmee gemeten wordt (bijvoorbeeld in een moduullijnrooster) zijn er modulen waarmee men ontwerpt.

Deze ontwerpmodulen (of een kombinatie van

ontwerpmodulen) vormen dan de maatsprongen tussen de lijnen van ontwerplijnroosters. De modulen zijn dan al of niet een veelvoud van

de "meet" moduul.

Hiernaast een aantal voorbeelden van ont-werproosterS:

vierkant-j rechthoek-j driehoekvormige.

Natuurlijk zijn allerlei kombinaties roosters denkbaar. Afbeelding 10 geeft een voorbeeld van hoe op basis van een (vierkantvormig) mo-duulrooster er een rechthoekig ontwerprooster gekozen is, waarmee Berlage de verhouding van breedte en hoogte in de gevelindeling van

zijn Beursgebouw te Amsterdam regelde.

V

/

~

/

V

8

Il!l

~

aFb

8.

afb.

9.

f\-5

'\

\

(15)

---Hoe kwam men tot de maat van de moduul?

Deze vraag hangt samen met de vraag aan

welke voorwaarden de maatsprong geacht

word te (moeten) voldoen. De maat moet voor ieder herkenbaar zijn als maat en moet als grootste gemeenschappelijke deelmaat van al-le andere herkenbare en bruikbare maten kun-nen gelden.

Herkenbaar is en was ten alle tijden het men-selijk lichaam als geheel en bepaalde delen er-van zoals de duim, de handpalmen enz.

Daarbij ging het niet slechts om de absolute af metingen maar ook om de als relevant ge-ziene verhoudingen tussen die afmetingen.

M en veronderstelde een bepaalde harmonie in

maatverhoudingen tussen verschillende

li-chaamsdelen t.o.v. de totale lichaamslengte. In Egypte stelde men de lichaamslengte gelijk aan 18 keer de palmmaat. Men tekende op een rooster met de palmmaat als moduul. Zo werd o.a. door Vitruvius het mogelijk geacht om de totale lengte in een aantal gelijke maten in te

delen, in zijn visie 8.

Le C orbusier probeerde te komen tot bruikba-re afmetingen, die zowel zouden passen in het metrische als in het Engelse voetenstelsel en

tevens gebaseerd was op de Gulden Snede.

..

o lS ~ O · f

-o

-

8

1

13K+._l «0

1

18K-;'_1970 I :".----_. - --- -r ---. -- --i" ____ A --- : --- - - --~ -- - -- - -.,. - - . - - - --~ -- -I " , , I , I I , • , I I , , , I I I I , I , I I , ' I I I l ... _____ -

---t---t---j---

j---r-'-, " : : : ---:, ---:..--' ---,---:----I ,

,

i

[

:

, , • • I , ~ --- -~ ---- --_ ... --- -_.:.. ---1---.... _______ .J _____ _ ~~---~y

----J.

4' ',squares 6 handbreadths I

I small cubi{ I \..

)

---y~---~ 1 Hoy.tI (111111 I i...-f.I3M=[l==<11 r~r ~=-+'1~ h I-'-36K-._395O aFk. 6.

.'

J

1aa

'i!

..

§ c3Fb.

7

..

" I i ~

I

~

I

+ ; i 105K-._11 S40 9

(16)

Roosters en gebruik.

Naast de moduul, waarmee gemeten wordt (bijvoorbeeld in een moduullijnrooster) zijn er modulen waarmee men ontwerpt.

Deze ontwerpmodulen (of een kombinatie van ontwerpmodulen) vormen dan de maatsprongen tussen de lijnen van ontwerplijnroosters. De modulen zijn dan al of niet een veelvoud van de "meet" moduul.

Hiernaast een aantal voorbeelden van ont-werproosters:

vierkant-j rechthoek-j driehoekvormige.

Natuurlijk zijn allerlei kombinaties roosters denkbaar. Afbeelding la geeft een voorbeeld van hoe op basis van een (vierkantvormig) mo-duulrooster er een rechthoekig ontwerprooster gekozen is, waarmee Berlage de verhouding van breedte en hoogte in de gevelindeling van zijn Beursgebouw te Amsterdam regelde.

V

/

'"

/

V

8

I I

aFb

.

8.

afb

.

9.

1\

5

\

\

(17)

Hiernaast een voorbeeld van gebruik van een driehoekvormig rooster. Merk op dat, behalve

de ruimte allerlei voorzieningen zoals tafels, keukenblokken en trappen hierdoor in hun vorm (en maten) in aanzienlijke mate gedik-teerd worden.

Zij zijn daardoor tamelijk projektgebonden geworden; het wordt plaatsing van gangbare

rechthoekige voorzieningen erg moeilijk ge-maakt.

M aar zie ook dat de ontwerper de "vrijheid" genomen heeft zich van twee extra richtingen te bedienen, waardoor toch op natuurlijke wij-ze de rechte hoek in het rooster zijn plaats kan krijgen; zowel in het kruis van de dragende schijven als bij de gevelhoeken van het in

we-zen vierkante gebouw.

De uitbouwsels die op bepaalde plaatsen de gevel doorbreken, volgen de drie richtingen van het rooster daarentegen weer wel en ver-lenen het gevelbeeld zijn aparte spanning. Het vierkant van het gebouwen de uitbouwsels krijgen op deze wijze een eigen zelfstandig-heid binnen het totale beeld.

frank

lloyd Wyj ght.

'.$

(18)

Hoe bepaal je een ontwerprooster? Zoeken naar een gunstig multimoduul.

Indien we de maten van een ruimte, hier

bij-voorbeeld de breedte maat van een slaapver-trek, baseren op een veelvoud van de interna-tionaal overeengekomen basis-moduul (Ia cm) zal 1,80 meter als minimum voldoende zijn.

Willen we het vertrek wat verbreden dan is de eerste mogelijkhied 1,90 meter. Dit levert echter weinig extra gebruiksmogelijkheden. [)eter wordt het als we de breedte 2,10 meter maken.

De breedte van het vertrek kan dus op een veelvoud van 30 cm ontworpen worden, de zo-genaamde "ontwerpmoduul". Indien we kleine-re ruimten zoals bijvoorbeeld een toilet met

behulp van het ontwerpmoduul ontwerpen lijkt een verbreding van een toilet van 90 cm met 30 cm tot 1 ,20 meter een te grote sprong. U i t een en ander blijkt dus dat men te maken krijgt met een zoeken naar een juist evenwicht bij het vaststellen van de kleinste maat als maatsprong. De Dui tsers hadden daartoe de 12,5 cm gekozen als basis moduul, gelijk aan 1/8 van 100 cm. (100; 50; 25; en 12,5) ,J;; I" ~

0

I I I I I I I I I I

I1

I1 I I" 1 1 11 TTTTT1 11111 T ~

ba.sisyooste..T

'10 X 10 ~ ~ 1?10 I.", I ~ '- o.~

"

- ~

-I 1·90 1Tl ~

,

1.80 1'''\, 7

-

~.

---•

on

twerpYoos~e:r 30X 30

aFb. 1 Z

I O~

(19)

Hoe noteer je ruimte en ruimtescheidend ma-teriaal op ontwerprooster?

Of: hoe reserveer ik plaats en maat voor ruim -tescheidend materiaal met het oog op behoud van de gewenste ruimtematen?

Een aantal verschillende funkties zoals deze in

de afbeelding 13 zijn weergegeven vragen een zelfde ruimte. De breedte maat is hier afge-leid van het ontwerpmoduul (30 cm) en kan als zodanig gemeten worden door het aantal

mo-dulen tussen de ontwerproosterlijnen te tellen (12 keer 30 cm).

Ruimten worden gevormd door ruimteschei-dend materiaal. Als we de gewenste ruimte

-maat willen behouden dan ligt het voor de hand dat het ruimtescheidende materiaal te-gen de ontwerproosterlijnen wordt gelegd.

In-dien we er van uitgaan dat er DIK en DUN ruimtescheidend materiaal is blijkt dat de hartlijnen niet meer eenduidig ten opzichte van de roosterlijn zijn aan te geven.

Dit is nadelig indien we meerdere van boven-genoemde ruimten willen schakelen op een doorgaand rooster.

o

I I

ILJ

2.

bedden

e-n

zjjruim-ten

ruimte

3.60 m' VOOT --~---~~~~--~

X1.dmten

Qn

4

kasten

nnnnn

b

kasten

11111111111

0 0 0 0

4

toi1etteJ1.

LJLJLJl)

afh j3

.

- I I I I 011

Lwerp

rooster-~OX30

111oclu-ul

I

I

~[tt~~{

:::»l'»

/rfm{lf-

v---+----+---~~t

.

..

:

.[

.

.

..

:

~

.

~

:

.

.

[:

.

...

:.~

.

.

.

:

~:

.

...

•.

:~

.

:

.~

•. :

.•..

..

:~

l! ...

..

:·~:

•...

:

~

....

::.

·

..

.

:

·

.•.

·

:

:: •..

:

:

..

..

:!.·

)~t.~

~

.•

.

9

r

....I .. .

I

Iv

••

~

••

:::p'll--f'

-I---+--~~

~l:::~·~.

·~.

l

.::~::: (~...-.::: ::~. ', .. 13

I

(20)

"" •••• u .. ,,.n'.'''''JIl'''''''·_

I I

I

I

I

ontwerprooster-~ox~o

moduu.l

Om dit te voorkomen plaatsen we het materi-

I

aal nu met het hart op de roosterlijn en kijken

<)

naar de diverse overblijvende ruimtematen / _______

.

L

_.

,

daartussen. -t---·-i,E---+-·- --

---r/--~f-Er blijkt nu een te groot verschil te onstaan

I

tussen de minimale (A) en maximale (C) ruim-temaat.

Om dit verschil lTlinder te doen zijn en vervol-gens een duidelijke uitspraak te kunnen doen over de minimaal aanwezige bruikbare ruimte onafhankelijk van de dikte soort van het schei-dende materiaal, heeft men het volgende be-dacht:

"Plaats hartlijn van DIK-materiaal midden tus-sen de ontwerproosterlijnen en plaats hartlijn van DUN-materiaal op de ontwerproosterlijn." Als je nu op basis van deze plaatsing op het ontwerprooster de h.o.h. maten van DIK-mate-riaal bepaalt weet je zeker dat die overblij-vende ruimte "voldoende" is. Deze hartlijnen van DIK-materiaal zullen in de praktijk vaak samenvallen met stramienlijnen, zie hiervoor het hoofdstuk: "stramien en gebouw".

c

rninhnac:ll ddn-wezige yuhnLe-Jneldt

D

j'

,/

/ '.'

'H

;;? --....

(21)

-i-r--Een en ander heeft geleid tot de introduktie

van een zg. band rooster zoals in het normblad

NEN 2883 van het Nederlands Normalisatie In

-stituut was voorgesteld •

Het rooster bestaat uit een stelsel van elkaar

loodrechtsnijdende 10/20 cm banden waarbij

de hartlijnen van de 10 cm banden samenvallen

met de 30 cm roosterlijnen.

Als

je bedenkt dat de·

1 0

cm band als een re-serveringsband qua plaats en maat voor het DUNNE materiaal is bedoeld ( en bovendien

zonodig als margegebied voor het DIKKE ma-teriaal) dan is de gegarandeerde rulmternaat hiermee bekend;

n keer

30

M

lO

cm

Verder in dit diktaat zullen we het nog gaan

hebben over het gebruik van zones voor de ge

-brulksrulmten. Voor nu zij er op gewezen dat

we met de Introduktie van het

I

0/20

bandroos~

ter in feite het DIK en DUN materiaal hebben

gezoneerd.

DH ngrmbl~d vormt een tY§§efHitadium in het

zoeken n~~r regeJ§ ygor het gntwerpen yan

rfH;>dyJ~ire ~g@rdlnatje. lflmiddellj is dlt nprm~

bl~d ifl mei 1 ~~6 gpgeyglgd dggr het flprfT1blgd

Ng;N

6000.

4>

:

1 1 ::::i~{:: I

.;,

/<

:

1,Jx!J

... ... ' " . " ... . . ... , ... .

.

. . . .. .. ...

.

;-:;:::::::::: 'jJe-gclYc3 n de-er-de T1..dm Le-,~ ... ................. ... . ... . ) :):':.;:)(/

)~.;K:--_m---1c3f-cl_t

_--+ _ _ ,.)::: I';

:;:»»:::

::~

'0

)

I

I

C)

-+--1'-+---+-+-+ g lob c3 dl on i wo r- +++-_-+---"I-+-- pen ru:imle- \-*'*-+--+-+L-+ J11 ddt

OIH---"-;----r--1

I r - t - - - H l

O

_:

_L __ _

ï - - - - -

,

, - - - r- - - - 1

,

, , 10/20-

bandToOSt.er

I

-

-,

-

- -

-

: 1

- -

-

-I' - - -

t

:

-

-

- -

i-'~

f

b

16.

~

(22)

Hoe noteer je materiaal van andere funktione-

coö:rdil1.dt.ie

Vdn

Ie elementengroepen op 10/20 bandrooster? We hebben gezien dat het er bij het ontwerpen

gaat om de ruimte voor zowel ruimte als

ma-teriaal te reserveren.

Naast de indeling van materiaal met

ruimte-vormende/ruimtescheidende funkties en DIK

en DUN materiaal en de plaatsing daarvan in het 10/20 bandrooster, is het ook van belang te kijken welke ruimte en plaats het materiaal van andere funktionele elementengroepen in dat rooster innemen.

Als elementengroepen (ingedeeld naar funktie) onderscheiden we: draagkonstruktie buitenwandkonstruktie binnenwand dak voorzieningen leidingen S G B D V L

Afbeelding 19 geeft voor een aantal elemen-tengroepen aan welke plaats en maat zij in het

10/20 bandrooster innemen. Hierbij valt m.b.t.

de elementgroep voorzieningen af te lezen dat

zij met de plaats en (gegarandeerde) maat van de ruimte samenvalt: b.v. trap in trapgat en

douchebak in doucheruimte.

ele.ment groepen

afb

.

j

6

I

I

I

I I

I

~ I , -:-:-:-:-:-:.:-:-:-:- I , \ :-:.'-:-: - - 1 - ::::::::::~:::::-: - , - \- , - :J~: I -... l :-:-:::: \ · . · . .......· . . . . . . . . . . .. . . . . .. . . . .. ... .. . .. . . . . · .. ., .. . . ... . . . ..· . .. .. .. . ... .. ... . . · .... . . ... . .... . . .. . . ... ....... ...· . . . .. .. . · . . .... . . ... . . . .· .. ... . .. ... . . . . . ............... ... · · . . . . . . . . . . . . . . . . .

d

- - -

.

,....r---I I I

,

,

(23)

Nadere uitwerking van plaats en maat van elementengroepen in detail:

produktsamenstelling in een aansluitsituatie. Dit is een aansluitsituatie in een plan waarvan de plaats en maat van de ruimte middels ban-den (van 30 cm) voor gevels, vloer- en dak pak-ket globaal is aangegeven.

Een nadere precisering van de plaats en maat van die pakketten worden aangegeven d.m.v. bepaalde afspraken m.b.t. de afstanden van randmateriaal tot de rand van de banden, wel-ke gevormd worden door de ontwerproosterlij-nen.

Zo wordt bijvoorbeeld bij de vloer eerst de

maat en plaats bepaald, door de bovenzijde te-gen de bandlijn te houden en de onderzijde 2,5 resp. 7,5 cm van de bandlijn te houden, in dit geval wordt de dikte dan 22,5 cm.

Daarna stelt men m.b.v. zulke koppelmaten

t.o.v. dezelfde ontwerproosterlijnen vast waar de rand van de vloer zich bevindt.

Een vergelijkbare werkwijze kan vervolgens

m.b. t. het gevel- resp. dakpakket gehanteerd

worden.

De manier waarop een gevel technisch aan de vloer vast zit staat daar natuurlijk allerminst los van; dient de vloer in het gevelvlak door te dringen of moet de gevel vrij voor de v loer langs?

In afbeelding 21 een tweetal voorbeelden van verdere uitwerking; uitspraken over welke ma-terialen in de diverse pakketten kunnen zitten en hoe de onderlinge aansluitingen daarvan er-ui t kunnen zien. - - - - 1 -:.:-:.-:.:.:.:-:.:.:.:.:-:.:.:-:.:. :-:.: ... ~ ... . •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••

-afb2o- I-L -,~---+-+~~~4H~~rt---~--1 -1- - - I

-afb 21

I 17

(24)

W Wen we er zeker van zijn, dat binnen de maatreservering tussen de bandlijnen alle pak-ketdikten mogelijk blijven, dan zal men de kruising tussen de banden neutraal moeten houden, waarvoor dan een apart "koppel-ele-ment" moet worden ontworpen. Elk pakket heeft dan een apart aansluitvak op dit ele-ment.

Natuurlijk zal naast de PLAATS en M AA T van dit, desgewenst te ontwikkelen, element de HOEDANIG HElD ervan goed bekeken dienen te worden •••

Voldoet het element aan de er aan te stellen eisen van mechanische aard; bouwfysisch dient er ondermeer de koudebrugwerking te worden tegengegaan.

Al met al zou het hier dus gaan om het ont-werpen van een:

-universeel produkt al of niet samengesteld -voor een specifieke aansluitsituatie

-toepasbaar in vele projekten, een zgn. "niet projekt-gebonden produkt".

Ook hier in afbeelding 23 twee voorbeelden van een aanzet tot uitwerking. In geen van beide gevallen is in een vrije plaats van raam op kozijndorpel binnen de pakketmaat voor-zien. De gekozen indringende aansluitvorm maakt vrije plaatsing onmogelijk.

t

-I:::::::::::::::::::::::::::::::::.::::

_1_

~,~---~~~~~~~~~~~~,

afb 22

-afb.23

-

-

-

(25)

,--Een kleine WIJZIging van plaats in zo een

aan-sluitsituatie en de mogelijke gevolgen daarvan.

Indien bij doorsnede I, waarin de plaats en maat van verschillende bouwonderdelen, en hun onderlinge relatie, gerelateerd zijn aan de

getekende ontwerproosterlijnen h.o.h. l,20 rn

(=maat van de vloerplaat), een kleine wijziging

wordt voorgesteld, kan dit tot zeer onaange-name/ onvoorziene gevolgen leiden •.••

Op de detailtekeningen bijvoorbeeld wordt voorgesteld de oplossing 1 m.b.t. deze aan-sluitsituatie te vervangen door oplossing 2: van apart gevormd bouwdeel A t.b.v. de ont-moeting vloer, gevel, dak, naar een "opschui-ven" van de vloerplaat (detail 2), waardoor op een meer voor de hand liggende manier het de-tail wordt "opgelost". Op doorsnede II zijn de mogelijke gevolgen van deze aktie geillus-treerd.

de keuken wordt als gevolg van de vaste re-latie vloerrand met binnenwand te klein - de schoorsteen schuift mee op, dak voet

blijft op zijn plaats

- vóór zowel als achter de schoorsteen passen de pannen niet meer

- het watercloset dient op te schuiven en daarmee de plaats van de doorvoerleiding

000

---fil--~ooo

CID

afh 24

19

(26)

M aar ook wat betekent een kleine verplaatsing van ruimte als gevolg van deze kleine wijzi-ging in een aansluit situatie elders ••••••

la

a a a a

allo

0 0 0

a

o~

I

I I

I

I

I

I

I

I

I . 0 0 0 0 0 0

oe

~

1

I

I

o

10

o

oe

J

I

I

I

I

afb

.

2.5

.

(27)
(28)
(29)

zones en marges

Zones en marges t.b.v. plaats- en maatbepa-ling van gebruiksruimten (op basis van band-rooster).

Naast de plaats- en maatreservering van dik en dun scheidend materiaal en al het overige materiaal uit de diverse funktionele elemen-tengroepen, kan het zinvol zijn hele gebieden te reserveren voor duidelijk te herkennen ge-bruiksfunkties, circulatiefunkties, gevelfunk-ties en distributiefunkgevelfunk-ties.

De maten van deze zones en of marges kunnen

daarbij bepaald worden op basis van

bijvoor-beeld het 10/20 bandrooster .

aFb. 26.

(30)

Bij het beoordelen van gebouwen naar de wijze waarop de totale ruimte is toebedeeld aan ruimten met enerzijds verkeers-, anderzijds verblijfsfunkties, komt men al gauw tot de ontdekking dat er zoiets bestaat als een typo-logie van gebouwen. Zo zijn er typische eenge-zinswoningen, schoolgebouwen, kantoren, zie-kenhuizen, enz. Ook andere funkties zoals bij-voorbeeld het verwarmen kan vaak een speci-fieke plaats krijgen; verwarmingstoestellen vlak achter de buitengevelwanden terwijl al-lerlei andere horizontale leidingen vaak ge-plaatst worden boven de verkeersgebieden. Omgekeerd is het natuurlijk ook mogelijk om tijdens het ontwerpen van een bepaald (be-kend) type gebouw, reserveringen te doen voor de desbetreffende te huisvesten funk ties. Het maken van zoneringen dus.

Hiernaast is een en ander in beeld gebracht. Van buiten naar binnen toe worden achtereen-volgens

01.-,.

D-'

f->-zones aangegeven.

... . .

.

.

::::::::::

," ....

:

:.:.:.

..

:

.

.: .. :.:::

.

.. :.:.:.

:

...

.

"'<"':--

'., ..

':':':

"

'

:

..

'

:::

..

:

.

:

::

',

'

:':':':':':':':':

:

:

::

:::

:

::::

:

:::::::::::::::::

:

:::}::::::::::::::

:

::::::::::::

:

:::::

:

::::::

:

::::::::::

:

:::

:

:

:

::::::::

:

:::::::

:

:::

:

:::::::

&

:

... , ... '" ... , ... , ' ,. T

I

I I 1:·:·:·:·:·:·:·:·:·:·:·:·:·:·:·:···

1

•••••••••••••••••••••••

1:: ••••••••••••• 1 •• 1 •• 11 •• 1 ••••••..

~

~~~d~~!a{:7ai;:~~~ ~~:~nZ~~~i~:s

g

~~~;:~fs~~~:1

!

I

>

~

Voor een verdere bewerking en ui tleg, zie op de volgende pagina afbeelding 29 zoals deze is overgenomen uit het rapport C -15 van de

:

:

:::::::1::::::

::

:::::1:::::1:::

::

::::::::::::::

:

:::::

:

::::::::::::::::::::::::::::::::::::

:

:::

:

::::

:

:::::::::::

)

'6

I

I

I

I I

i

~:::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::.

E:

:::::

:

:

:

:::

:

:

:

::

::

:::

:

::::

::

:::

:

:::

:

::::::::::

:

:::::::

::

:"

Q( t:::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::.'

t

::::::::::::::::::::::::::::::::::

:::

::::::::

::

::::::::.

,

(31)

)~(': ~

~

~:r) ~ ~ ~

rr~ ~

~

"

'

rrt

n

~

.

.

.

.

:.~ ~

'

~'

:

'

> ~ ('~'~

'

~ ~

~ ~

'~'~r: ~H

MIJIHttRtllltHnmlHilnnllllJlliUHllilHIUnm

, 0<6 - mdrge gevelgebied o o o . o 0< l)- 111aY~e o-veTgangs~ebjed

,it!lml~~~~~f~~

It

~~f~~f~i~~

==

o(.)-rnayge oveTg'dItg'sge.bied

Z011es eJ1

marges

bjj

een

dYiebeukJg kameY]{dJ1toortype

::::;:;';";0;':'::::::::::::::::::::::::::::;:::::::::::;:::::;:;:.::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::;:::;:::::;:::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::::;:;:

(32)

Het is vanzelfsprekend dat de overgangsgebie-den tussen de onderscheidelijke zones geheel of gedeeltelijk toebedeeld kunnen worden aan één of beide aangrenzende zones.

Deze gebieden noemen we marges.

Naast marge gebieden voor de zones kunnen marges ook dienen voor het onderbrengen van draagkonstructies resp. leidingsystemen.

Zoals afbeelding 31 verder suggereert dienen

met name

0<

-zones nader onderverdeeld te

worden in "kamers".

Hierbij kunnen zones van draagconstructie vrijgehouden worden dan wel er juist door in-gedeeld in sectoren.

Deze indeling levert als het ware een kruising op tussen zones en sectoren, zie afbeelding 31

en 33. Niet alleen in de plattegronden is een

indeling mogelijk in zones en marges: dat is

ook het geval in vertikale doorsnedes.

Naast een mogelijke kruising van zones en sek-toren zijn er gebouwentypen waarbij sprake is van een gelijkwaardige kruising van zones en

zones. (zie afbeelding 32)

... ... · . . . ............... ... ...· . . .. ... . . . .. .. . . ... ... · .. ... . .. ... . .. .. .. . .. · .... . . .. ... . · .. .... . . .. ... . .. ... . ...

::

~:

~:

~:

~:

~ ~: ~:: ~:::

~:

... ...

::

:

::

:

:

:::::::::::::::

. ... . · . . .

~

~ ~ ~ ~ ~ ~ ~

~

~ ~ ~ ~

~

~

~

~ ~ ~ ~

~ ~

.:.:-:-:.:-:.:-:-:-:-: ... ~.:.:.:.:.; .. ~ .. .:.:. ... · · . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ................ .. ... .

1::

\::::

zones :::: ::~:;::::: verdeeld .... :. :.:.: :::.:::.':: :.:::

~.'

jl1 :::::::::::::::::oS e c i j ::::: es :.:::.:::.::' :.:.:.

::

:::::

{

CCClYY HC

-:

'

:-

g

u::nn:

:

n: ..

.

.

... ) 0

$:

----....

- - -

-7-:~::-::

7:

ar

h

.30.

:

:

}

:

:::::::::::

:

:

:::::

:

::

1

f:

:::::

:

:

:

::

.

...

H

»><

q

»:

:

:~~~~~~~

y

~:jF

:·:

·

~

~

·

~

e

::

~:~:::

~

:

)n

I····

··

·

···

·.

~~}) :::::::: :-... ~:-:-:-: ... ,':':':':':':':':':':' ~::.:.:.

:

::

:

::

:: (

?

1':-:-:-:-:-:-:':-:-:-: I

<

>::

~

.-:~-:.:-: -:-:.:-:-:-:-:.:-:-:-: ....

::::

:

:::::

:

::::::::

:

:

:

:::>>j-

:

+

I.

,..,.,

..

"':"':'

.

.

~

..

...,..

.

..

~

.

'-'

...

:

:::

:

:

:

::

:::::

::

:

:

)

~::-:-:­

::::::::

1

I :::::}:

::

:

::

:

::

taf

b.

31

. :

:

::

::

... :::::-:-:::::-:::-::::1 I::::::::::

(33)

... - , .... ..... .... ..., .......... . .. ........ .. .. . ..., ' ...... ... ... . ' ... . ............ ....... .... ..... .... .... .. .. ... ... ... . . . .. .. .... . . . ... . . . ... . . " . .

<H\)

jU

UC\j·:):

... .... . ... .. ' ... . •• • •• 0' 0 •• • ••• • • • ........ .......... ... . ..... ......... .... ... . " ... · . . .

................ ... .. .... . . .. ... ... . :::::::::::::::::::::::::::: :::::::::::::::::::::::::::::::::.:

::::j:::::j:j::Y

:j:::

::

:::

:::j::

· .. ... . . . .. ... . .... · ... . . . ... . . . ... . . . ..... ............... . .. . ............... ............ . · .. .... .. . . ....... .. . .. ... . ... . .... . . :

::~~~ ~~~~~

~

~~~~~~

:~:~::: :~:~: ~:::

...... ... .. .. :.:::::::::::::::::-:-... . ... ... .... ... . · . . .

::

..

:::::::

..

:::::::::

. ...

:::.::

.. . . . . ... . . ... ... ... . . . ... . . . ........ ....••... . , ... . ... ... . ... . .. .. ...... ... ..... . . . . ... . . . . ... .

::::::

~ :~:~:~: ~:~:~:~: ~:~:~:~:~:~:~:~: ...•...••..•... ~ ... . . . . ... . :.;.:.:.:.:.;.:.;.:.:.:.:.:.:.:.:.: . . . . " ,.. . .. . .... ... . . . .... :.:.:.:.:-:-:.:-:-:.: ... . ...•.••... . ... . . . . . .... . . . . . . ..... . . . .. .. ... . ... . . . . . . . . . . ... . .... ... ....

::::::::::::::

:::;:

;

:::::::

::

:: :-:-~-:.:-: -:.:-:.:-:-: -: -:' .. ' .. '.

aFb

33

27

(34)

Een praktijkvoorbeeld van kruising van gelijk-waardige zones (en marges) is het gebouw Centraal Beheer te Apeldoorn.

Het "verweven" van de o(-zones heeft geleid tot de verblijfspiekken. Het distributiegebied (leidingen) valt hier samen met de -zone. De marge tussen de "vrije-hoogte"-zones wordt gedeeltelijk of geheel door konstruktie en/of leidingen ingenomen en vormt gedeelte-lijk boven de verblijfspiekken een uitbreiding van de minimaal benodigde vrije hoogte, zoals deze voor de

'0

-zone is vastgelegd.

Als introduktie tot het volgende hoofdstuk "stramien en gebouw" zijn in afbeelding 37 vloerhoogtelijnen en hartlijnen van het draag-konstruktiesysteem ingetekend.

Zij vormen tesamen een stelsel van referentie-lijnen in het vertikale v lak voor de doorsnede van het gebouw kenmerkende gebouwdelen: het stramien.

(35)

~ marge

marg-e

aFb. 37

.

(36)
(37)

stramien en gebouw

Afbeelding 38 geeft tabel 11 weer, uit

TEKE-NINGEN IN DE BOUW algemene regels NEN

2302. Het wit uitgespaarde stuk illustreert een

tweetal begrippen: stramienlijn en

stramien-lijnaanduiding. SYMBOLISCHE INFORMATIE NEN 2302

; ... :::::::::::::::::::::::::

.•

~~

••

~~

•.

"H~

... ,.:::: ... . ... (jjN~~Jl,g........k" ~ ...~Qür..tic....ëlàin:: :::: .. ... .... ::::::::::::::::::: :::: ... .... ... ... ... ... ... ... ... ... ... · . . . · . . . . ... . · . . . ::::::::::: !;:

arh 3

8,

31

(38)

Wat is een stramien en wat zijn stramienlij-nen?

Volgens het woordenboek van Van Dale wordt onder stramien o.a. verstaan:

••• een grof weefsel van stevige draden, die twee aan twee dicht bij elkaar liggen; te ge-bruiken als ondergrond voor een borduurwerk

Voor de bouwkunst geven we hier de volgende definitie voor het begrip stramien:

Een stramien is een totaal weefsel van paral-lelle lijnen, die elkaar in de regel loodrecht snijden, waarbij de stramienlijnen referentie vormen voor de plaats van bepaalde in het al-gemeen het gebouw kenmerkende gebouwde-len.

Zo worden in de verticale doorsnede de boven-zijden van vloeren gelegd tegen hoogte(stra-mien)lijnen zoals P(eil)

=

0; 280 + P; 540

=

P.

De maatsprong tussen de stramienlijnen is hierbij 280 cm resp. 260 cm. M et de stramien-lijnen

CD; CV;

enz. kunnen bijvoorbeeld de h.o.h.-lijnen van de dragende scheidingswanden van (geschakelde) woningen worden aangege-ven en is de maat sprong ~oorbeeld 510 cm. De stramienlijnen @en\Q) zijn dan de lijnen waarmee een nadere aanduiding wordt gegeven waar bijvoorbeeld dragende wanden (en/of vloeren) bij de gvel eindigen. Terwijl de

stramien1ijr@en~de referentie vormen voor

de plaats waar gebruikszones binnen het gebouw ophouden ••.•

1IIIIIIIfmili IIII111

geye1beeJd en hel horizontale .5lyamjen

::-::.~.l'-.. . ... ... ... :-. :-. . :-:-:-:-:<-:. . . . -::.:-. ., ... . . ,.:-:-:<.:- :.>

aFb. 39

afb

.

40

.

.............. .... '<.' ::::.:. :.:.; ~ ::::: :::\ '( :::::::::::\ .;.:::.;.;.:.~ ::::::::::::::~

(39)

Op de axonometrische projektie van het draag -konstruktiekonsept voor 2 Amsterdamse scho

-len van Herman Hertzberger stel-len de gete-kende stramienlijnen de hartlijnen van de ko-lom jukken voor, de systeemlljnen van de draagkonstruktie. Ook hier zijn de systeemlij-nen in twee richtingen van verschillende aan-duidingen voorzien: letters resp. cijfers.

Het rooster van deze systeemlijnen vormt dus

het horizontale, het gebouw kenmerkende, stramien.In dit geval geeft het stramien aan dat er bij het ontwerp uitgegaan is van een viertal vierkanten (de basisruimten voor de lo-kalen) waartussen zich kruislings de zones b en c bevinden. Zone b staat voor de maat vide en overstekken van vloeren die zich t.o.v. elkaar

in 'split-level~ositi~evinden. Zone c tussen

stramienlljn

l..V

en

\l)

vormt een koppelzone tussen de 2 klaslokalen.

afh 41.

Dat meestal zoals bij dit plan het stelsel van stramienlijnen identiek is met dat van de sys-teemlijnen van de draagkonstruktie, zal verder ook blijken uit de tijdens het kollege behandel-de voorbeelbehandel-den. Voorui tlopend op het hierna behandelde aspekt 'stramienlijnen en gevel-beeld: de hoek' kunnen we opmerken dat gelij-ke maatsprongen (a) in de twee richtingen op de hoeken niet zonder meer tot gelijke gevel-beelden terweerszijde van die hoek hoeft te leiden. Evenmin tot een zuivere vierkantstruk-tuur voor de draagkonstruktie.

5b-a m ien] jjnel1 en d/",ddgKonslruKhe

Stramienlijnen en gevelbeeld: de hoek

Bij gebouwen of kombinaties van gebouwdelen in schakelingen, verschuivingen en stapelingen kunnen we vanwege het veelal rechthoekige karakter ervan, natuurlijk overal hoeken ver- \

wachten ..• \

afb 42

.

Ze komen voor in zowel horizontale als verti- \ kale doorsneden en dan ook nog in de vorm van \ uitwendige en inwendige hoeken. .\ In dit hoofdstuk wordt verder uitsluitend

geke-ken naar hoegeke-ken genomen uit horizontale

door-snedes. Het zal echter duidelijk zijn dat voor ./ "komplete" beslissingen over hoeken het Ctll .... / \ d minatiepunt van de op de elkaar af te

ste<~)1

men beslissingen over hoeken uit horizontale

en vertikale doorsneden, de ontmoetingspunter. r;:;y/ .•

van die doorsneden zijn. ~ .

@)

tve.e ri en bn 6'"C:ru kb.rIü'

\

\ \ ... . / '0-\

\

(8

\

\

©

@

33

(40)

Er zijn verschillende "zwaartepunten" te noe-men, waarmee men naar hoeken kan kijken. Centraal staan dan bijvoorbeeld:

1. De ontwerpopvatting, de vormgeving van de hoek als gevelbeeld.

In het totale beeld van een gebouw speelt het beeld dat de hoeken opleveren nu een-maal een grote rol. Afgezien van het feit, dat het gevelbeeld (van de hoek) in eerste instantie van twee hoofdbeslissingen af-hankelijk is (a de plaats van de buitenwand t.o.v. de draagkonstruktie en b het materi-aal dat gebruikt wordt), kan de ontwerper m.b. t. het gevelbeeld zijn zin gezet hebben op:

a. symmetrie, gelijkwaardig om de hoek gaan, b. asymmetrie, ongelijkwaardig om de hoek

gaan.

2. Het karakter van de draagkonstruktie. Ontwerper kan bij zijn wens tot gelijk- of ongelijkheid zich desgewenst al of niet on-afhankelijk opstellen van het karakter van het gebouw: langgerekt, rechthoekig of kompakt en vierkant, in alle richtingen konstruktief gelijkwaardig ontworpen of niet.

Daarbij komt de aandacht te liggen bij "Hoe de draagkonstruktie eindigt en/of de hoek omgaat".

3. Plaats buitenwand t.o.v. de gekozen draag-konstruktie en de daarbij behorende stra-mienlijnen, (één van de twee hoofd beslis-singen zoals deze onder punt 1 worden ge-noemd).

4. Het serie-effekt.

Wat valt er te ontdekken van de invloed van onder 3. genoemde plaatsing op het se-rie-effekt van de buitenwandonderdelen?

",;0 fl.J ~fl.J ;;-r ,..\

(:f'

v-f-~v 04 . -<'- ' " ' : ' .• ,

:"''' GO

"

'.

'

0- .. ' ,', ... . ~~ ' , ' '

...

.

' ~rv

I.' -

:

...

.. .

I'

.}

.'

....

.

.

~ .' . ~"

..

.

..

.

'

'ij)

®

' .. .... ,'

.

',' ' . ' . ' ..

afb

.

43

DYàdgk011.StTl1

ktie en Hoek

I

;

'

.

y

ongelljkwadràjg 5'el jjkwaaYdi g

(41)

Hoe hoeken er zoal uit kunnen zien valt af te

lezen van de bij dit verhaal gevoegde foto's.

Hoe bovengenoemde "zwaartepunten" bij de

vorming van de hoeken bij die gebouwen van invloed kunnen zijn geweest, zal voor enkele daarvan nu nader besproken worden.

Het wegenbouw laboratorium te Delft is een

langgerekt rechthoekig gebouw, met een

draagkonstruktie van betonnen plaatvloeren over twee rijen betonkolommen. Bij één langs-gevel hebben de vloervelden een overstek. De ondersteuning van de eindvelden bestaat mede uit een eind wand.

De als gevolg hiervan ontstane ongelijke breedtemaat van het laatste element (b) kan op verschillende wijzen worden vermeden.

aFb.46

®

Bij zowel alternatief

CD

als

CD

wordt bereikt

dat de maatgelijkheid van de elementen, zo groot mogelijk serie-effekt, gehaald wordt.

Bij

CD

heeft dit voor het vloerveld in het

eindstramien tot gevolg dat de oplegging ver-der wegkomt te liggen, zodat er van een gro-tere overspanning sprake is, die de diktemaat van de totale vloer nadelig belnvloedt.

Alternatief

CD

houdt het voordeel van de

se-riematigheid en vermijdt het genoemde

na-deel.

T.a.v. de vormgeving van de hoek, ontwerpop-vatting, kan hiermee tevens de aanwezigheid van het vloeroverstek in beëindiging van het

gebouw tot uitdrukking komen •...

afb

.

15

.

(42)

Langs een schuin door een woningbouwplan lo-pende weg komt een rijtje woningen voor, waarvan er een aantal t.o. v. elkaar verschoven

. zijn. Hierdoor ontstaan er naast uitwendige

eveneens inwendige hoeken!

Van belang hierbij is m.b.t. de seriematigheid van de puien of er met de bekleding van de als kopgevel doorschietende draagwand rekening

is gehouden en zo ja!, hoe?, zie

CD

en

0

in

afbeelding 48.

afb

.

48

.

Ontwerpopvatting i.r. t. karakter van de draag-konstruktie.

Bij het gebouw voor de Rietveldacademie te Amsterdam is er sprake van een rechthoekig gebouw, waarbij de ontwerper, ondanks een duidelijk "rechthoekige", lineaire draagkon-struktie, zie afbeelding 51, buitenhuid gelijk-waardig de hoek om wilde laten gaan.

Om dit enigermate met succes te bereiken is de reeks langsgevelkolommen eveneens op de kopgevelpositie gekomen , die in plaats van een laatste dwarsbalk nu het eindveld dragen.

êlfb

.

49

.

(43)

afb.

51

.

Doordat de glas-gordijngevel voor de kolom-men gepositioneerd is, wordt het transparante effekt ook op de hoeken bereikt.

Door het ontbreken van de kolom op de hoek wordt dit nog versterkt; er is inmiddels dus sprake van een vloeroverstek daar ter plekke ... Op de interieurfoto is goed te zien hoe gevel de hoek omgaat, en hoe het plafond dat niet kan doen. (zie stippellijn in afb •. 53)

Indien we horizontaal geschakelde buitenwand-elementen, i.v.m. het serie-effekt, met behoud van hun breedtematen om de hoek willen voe-ren is de positie van de wand t.O.V. de ont-werproosterlijnen van belang. De breedtema-ten zijn daarbij vastgesteld op een enkel- of meervoud van de (ontwe);I(rooster)moduul.

Bij uitwendige hoeken ~ dient de totale

bui-tenwand buiten (en tegen) de ontwerprooster-lijnen en hoek daarvan te liggen. Bij

binnen-hoeken

0

is dit net andersom. Komen in een

gebouw zowel buiten- als binnenhoeken voor

o

dan zal het hart van de buitenwand samen

dIenen te vallen met de ontwerproosterlijnen.

CD

aFb. 54

.

(44)

Om bij 3. in afbeelding 54 gelijke breedte-maten te krijgen dient wel de horizontale doorsnede van de buitenwandelementen te veranderen.

Op het rechte stuk van de gevel levert deze

. vorm moeilijkheden m.b.t. werkelijk

funktio-neel aansluiten.

afh

55

Een voorbeeld waarbij met elementen zowel op het rechte gevelstuk als om de buitenhoek geschakeld kan worden, geeft het hiernaast afgebeelde gebouw (afbeelding 56).

De elementen daarvan zien er in beginsel uit als in afbeeldinÀ 54 en lijken op de principe

elementen bij

Cj.

Daarbij is voor de

binnen-hoek een aparte horizontale doorsnedevorm nodig.

Wel worden er aan meerdere oppervlakken van de elementen aansluitvoorwaarden gesteld, wil deze schakeling naar behoren kunnen funktio-neren.

Indien ontwerper van de voorwaarde "alle ele-menten gelijk van maat" af kan zien, kan in de kombinatie van binnenhoek en buitenhoek het schema in afbeelding 58. gebruikt worden; naast gelijke elementen komt een extra "scha-kelelement", die naast het schakelen ook nog eventueel de functie van "dragen" kan worden toegemeten •.•

De maten van deze elementen zijn inmiddels wel ongelijk geworden aan een (veelvoud van) ontwerpmoduul.

(45)

De wijze waarop MIES von der Rohe (meestaJ)

zijn buitenhoèk ontwierp, toont afbeelding 59.

In feite haalt hij het hoekprobleem uit de sfee:'

van de buitenhuidelementen en ziet het meer als een bekledingsopgave voor de hoekkolom. Op deze wijze vormen de hoeken een aparte benadrukking van die hoekkolom en wordt de

serie van standaardelementen niet"verstoord"

met een extra funktioneel element op de hoel(.

De kombinatie van deze oplossing voor een buitenhoek met een oplossing voor de

binnen-hoek die van dezelfde kriteria uitgaat ziet er

dan uit zoals afbeelding 61 weergeeft.

Bij gebouwen, waarbij de begane grond

open-baar gelaten is, hetgeen in Amerika bij

"wol-kenkrabbers" veel voorkomt, levert dit een nogal opvallende beëindiging van het buiten-plafond op in de binnenhoek; waar en hoe houdt de vloer eigenlijk op, bij stramienlijn?

Er zal ook nog een extra stuk buitenplafond

geplaatst moeten worden.Zie gerasterd deel in afbeelding 62. e.v.-leidingen bijvoorbeeld kun-nen ook niet meer gewoonweg omgevoerd wor-den! $tTcilnüenhjnen Ydl1en !Sànten md onlwe:rproosleT. ]jjnen.

afb

,

62

39

(46)

Een vergelijkbaar idee van het beëindigen van de elementen bij een hoekkolom is bijvoor-beeld te vinden in een kantoorgebouw te Den Haag vlak bij het spoorweggebouw van de PTT. De hoek wordt hier alleen veel minder scherp, omdat er om de hoekkolom ruimte wordt ge-vormd t.b.v. standleiding van de c.v.

De invloed van driedimensionaal gevormde elementen op het ontwikkelen van hoeken is goed te zien aan afbeelding 65 en 66.

De gevelelementen van het kleine gebouwtje zijn van kunststof en moeten in mallen worden vervaardigd. De elementen zijn duur; dus het is zaak om vooral bij zo'n kleine serie de typen zo veel mogelijk gelijk te houden. Er werd dan ook niet overwogen om een apart hoekelement binnen de serie te ontwikkelen.

De oplossing wordt daarom gezocht in een toevoeging van een geheel ander materiaal (hout).

Bij het gebouw in Heerlen is de konfrontatie van de zeer plastisch gevormde elementen in de binnenhoek vermeden. De binnenwanden worden hier dan ook gevormd met vlakke bin-nenwanden.

(47)

Hoogeveen

Bij het gebouw voor een huishoudschool te

Hoogeveen, wenst de ontwerper bij een

recht-hoekig langgerekt gebouw met daarbij passen-de draagkonstruktiestruktuur passen-de gevelbeelpassen-den

van de langsgevel resp. de kopgevel wisselend

de hoek om te voeren.

Door de manier waarbij de buitenwandelemen-ten in de langsgevel in de vertikale doorsnede als het ware 'gepotdekseld' zijn, moeten de vloeren daar een overstek leveren van naar boven toe toenemende maat.

Als men i.v.m. het gelijkwaardig de hoek

om-voeren van deze "gepotdekselde" buitenwand-elementen ook de aansluitvoorwaarden van de-ze elementen gelijk wil krijgen, "hoe

konstru-eert men dan de in dat geval benodigde over

-stekken op de kopzijde?"

Zoals ook al zichtbaar werd, bij de Rietveld-academie vormt een zuiver lineaire draagkon-struktiestruktuur een zekere beperking een gevelbeeld gelijkwaardig de hoek om te voe-ren.

Bij dit plan echter waar de draagkonstruktie bestaat uit platte plaatvloeren op kolommen is het maken van overstekken, t.o.v. de ook op de koppen van dit rechthoekige gebouw een van-zelfsprekende mogelijkheid.

~

afb

.

68

.

, , ~L

_

_

,...--- ---, , , I ,--

T

-..:-..:-.::-.::-.:1=

::.-I

I

---r--41

(48)

Hieronder vergelijken we drie schema's van draagkonstrukties met vierkantstruktuur. Uit-gangspunt was een benodigde vierkant v loer-veld met de wenselijkheid tot uitbreiding in de

twee richtingen.

\

'- / . -1

,

"

. " / /

,

,

,

,

,

, / , '-

,

'- /

,

"- /

,

/

,

,

,

,

/

,

/

,

,

/ '-

,

,

"

/ / '-

,

/

,

, / " / "- /

,

. . y / ' , / , /

,

/ /

,

/

,

'- /

,

/ / '- /

,

/ /

,

/ ., , / " / , / /

,

~ I / /

,

I / ,

Hebben we tot nu toe gekeken naar de plaat-sing van de buitenwandelementen t.o.v. de ontwerproosterlijnen, hier gaat het er om te zien hoe de kombinatie van plaats van de draagkonstruktiekolommen met plaats van de buitenwandelementen t.o.v. de stramienlijnen uitpakt.

Als we van de veronderstelling uitgaan dat de buitenwanden in alle gevallen buiten tegen ko-lommen worden omgevoerd dan zien uitwer-kingen van stukken schema's er als volgt uit:

/ / / /

,

/

,

,

/ / / / / / / / / / / /

,

/ ~/ / "-,

,

'-,

'-

,

,

, / / /

afh

69

'- / /

,

'-"

,,/

/"

/ / / / /

,

,/

'-,

afb

.

70

(49)

Let op de invloed van de plaats die de buiten-wand inneemt t.o.v. de ontwerproosterlijner,

op lIl.n. vorm- en maattype van buitenwand

-hoekelementen bij zowel buiten- als binnen-hoek.

Indien de dragende kolom men onderdeel mogen en/of kunnen zijn van de binnen-buitensche

i-ding kan schema A overgaan in Al.

Dit leidt tot maattype beperking, maar levert in beginsel wel twee verschillende aansluitin-gen op zie afbeelding 71 ••.

CG

intern en

CD

extern .

.schema

A1

afb

.

7"1

Merk op dat m.b.t. het gevelbeeld de kolom in de binnenhoek nog steeds onzichtbaar blijft. Als voorbeeld van dit verschijnsel de binnen-hoek van het bejaardencentrum IIDe drie Ho-ven" te Osdorp. Door plaatselijk in binnenhoek een logia 'voor te schrijven' wordt de expressie van de draagkonstruktie ter plekke in het

ge-velbeeld weer hersteld.

Overigens is de draagkonstruktie van dat plan niet uit vierkant vloervelden samengesteld

(50)

Indien we bij schema B de 'dilatatie' tussen de vloervelden de maat geven van de dikte van de buitenwand dan valt het hart van deze buiten-wand samen met de stramienlijnen. Nu zijn ge-lijke maattypen van de buitenwandelement mogelijk. Zie schema BI.

5Cnel11d

e,

.

1

dfb.

74

.

Dan wel kan schema B in B2 overgaan door ge-bruik van een extra type buitenwand-elemen-ten.

schema

E>

2

afb.

75

.

(51)

C.,(

4, ••

,..j-'-'"

~ . :~:.:"9.:. / '\. / / / / / /

aFb 78

.

Bij het schema C, heeft het er alle schijn van dat binnenhoeken hier vermeden kunnen wor-den.

Voor de hoofdvorrn is dat ook zo, maar er

komt natuurlijk wel een andersoortige binnen-hoek terug: bij de aansluiting van de "bruggen" tussen de hoofdmassa's.

Het plan Centraal Beheer te Apeldoorn volgt in beginsel schema C, maar merk wel op dat ook bij dit praktijkvoorbeeld de werkelijke

konstruktie anders is. M en heeft hier met

na-me de buitenhoeken kolom vrij gehouden.

aFb. , ,

"'.

'"

45 ,

.

. , \

(52)
(53)

voorbeeldprojekt Ede

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op een bestaand projekt, het raadhuis te Ede van ar-chitektengemeenschap Van den Broek en Ba-kema, dat in een voormalige serie van projekt-kollegediktaten van prof. Dijkstra behandeld werd.

Aan de orde zullen komen welke modulen, zones, marges en sektoren gebruikt zijn en in welke onderlinge samenhang, en tot welk stramien een en ander heeft geleid.

aFb 8j

.

(54)

9

I

o

0

I I

[

-Laag 3 REGiSTRATUUR

o

I

(55)

Pag. 48 geeft een gevelbeeld van het projekt en enkele plattegrondtekeningen, waarop dui-delijk de maatsprongen A en B zijn aange-geven.

De maat A vertegenwoordigt de maatspronlj tussen de draagkonstruktiesysteemlijnen, zoals deze binnen de duidelijk herkenbare plandelen gebruikt zijn.

Maat B geeft de maat-sprong tussen de buiten-ste sybuiten-steemlijnen van de verschillende plande-len aan. Uitgaande van het ontworpen kantoor-gebouw, het tweebeukige kamerkantoortype, komen nu twee vragen aan de orde:

- IIHoe werden de maatsprongen tussen de draagkonstruktie systeemlijnen bepaald?1I De draagkonstruktie vormt hij dit plan ten slotte een vaste indeling van de gebruikszo-ne in sektoren ••.

- IIHoe werden de minimale maten van de

verblijfszones bepaald?1I ~: (lJ' Q,l: ~+-.l . 1)'). ? ... ',/j : :~/ 1--, . ~.

w:

'r-1 '

E:

.-.:

Beginnend met de laatste vraag kan gezegd worden dat de maat van deze zone voorname-lijk te begrijpen is, vanuit de in deze zone

on-der te brengen II wer kplekkenll

• De werkplek

bestaat het een burostoelopstelling en neemt 1.60 x 1.60 mi in beslag. ~~-~~~

..

~~~~ \IJ "û) ;:S. ~:

Samen met wat ruimte tussen werkplek en

ge-vel enerzijds en tussen werkplek- en kasten 1'.,

aan gangkant anderzijds komt de minimale:\.,_)

-maat voor deze zone op ca. 4.50 mi.

I I - - 1 - - - _ - ---,---

--I I

r11vloeq1

maceria611

d.e.nk ook

c3éH1. biJ1Y1en Wàl101e:n.

[j

r -

--1

~i;4':S:;i;}4. : 160/ I

1/1ÓO:

.!---I

ontwerp .

.

mod1A.1L1

afb.

83.

49

Cytaty

Powiązane dokumenty

Przed- stawiono pojawiające się propozycje powołania regionalnych Trybunałów Praw Człowieka, stanowiących swego rodzaju filie Trybunału z Strassbourgu, wprowadzenia sui

Wiążą się one z pomiarem instytucji na gruncie różnych teorii i zjawisk: zarządzania, wzrostu i rozwoju gospodarczego, nowej ekonomii instytucjonalnej oraz konkurencyjności..

Jest to pierwsza tak pełna m onografia ukazująca postawę różnych warstw społeczeństwa Polski odrodzonej po stu przeszło latach z niewoli, wobec najazdu Rosji sowieckiej..

Prawdopodobnie powoduje to zwiększenie się odporności na pękanie i wytrzymałości w szczególności dla większych ziaren, gdzie to odchylanie się pęknięcia od linii prostej

KOŚCIÓŁ WOBEC INNOWIERCÓW W DE SYNODIS HILAREGO Z POITIERS 705 Obok rzeczownika damnatio napotykamy wielokrotnie pokrewny czasow­ nik damnare.. Omawiając piąty anatematyzm

Eschatologiczny, metafizyczny, religijny, m isteryj- ny, mistyczny, egzystencjalny i esencjalny w ym iar człowieczego bytu może znaleźć się jako m otyw (temat)

Žiadali od Vatikánu čo možno najváčšiu mieru samostatnosti cirkvi v Čechách a na Morave podla vzoru pravoslávnej cirkvi, zdobrovolnenie celibátu, volbu biskupov

This paper presents an improved setup that significantly reduces the photon noise level down to 2×10 -19 W/√Hz and reports the measured electrical NEPs of