• Nie Znaleziono Wyników

De kemrelatie tussen perceel en niet-natuurlijke persoon

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De kemrelatie tussen perceel en niet-natuurlijke persoon"

Copied!
80
0
0

Pełen tekst

(1)

M. Rietdijk

I

J. de Jong (red)

De kemrelatie tussen perceel

en niet-natuurlijke persoon

(2)
(3)

De kern relatie tussen perceel en niet-natuurlijke persoon

Bibliotheek TU Delft

1111111111111 1111111111/1111 111111

C

0083113889

2414

555

(4)

ORIËNTATIE OP

PLANOLOGISCHE EN JURIDISCHE GEODESIE

9

De reeks verschijnt onder verantwoordelijkheid van: Sectie Planologische en Juridische Geodesie Faculteit der Geodesie

Technische Universiteit Delft Thijsseweg 11, 2629 JA Delft telefoon: 015 - 2785094

(5)

De kernrelatie tussen perceel en niet-natuurlijke

persoon

Kadastrale registratie en Handelsregister

Verslag van de studiemiddag "Kadastrale registratie en Handelsregister" op 7 november 1996, georganiseerd door

Faculteit der Geodesie (Technische Universiteit Delft),

Vereniging voor Geografische informatie en Vastgoedinformatie (VGVI), Ravi Overlegorgaan voor vastgoedinformatie en

Vereniging van Kamers van Koophandel in Nederland (VVK)

M. Rietdijk en J. de Jong (red)

P.J.M. Jong (Vereniging van Kamers van Koophandel in Nederland) W.J.J. van der Lingen (Cap Volmac)

P. van der Molen (Kadaster)

E. Postmus (Koninklijke Notariële Broederschap)

(6)

De reeks Oriëntatie op Planologische en Juridische Geodesie wordt uitgegeven door:

Delftse Universitaire Pers Mekelweg 4

2628 CD Delft

telefoon:015 - 2783254 fax: 015 - 2781661

De studiemiddag is georganiseerd door de Faculteit der Geodesie (Technische Universiteit Delft), de Vereniging voor Geografische informatie en Vastgoedinfo r-matie (VGVI), de Stichting Ravi Overlegorgaan voor vastgoedinforr-matie en de Vereniging van Kamers van Koophandel in Nederland (VVK).

Vormgeving voorpagina: F.B. Rosman

CIP-GEGEVENS VAN DE KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK,DEN HAAG Rietdijk, M. en Jong, J.de (red)

De kernrelatie tussen perceel en niet-natuurlijke persoon / M. Rietdijk en J. de Jong (red); [met medew. van) P.J.M.Jong ... [et al.) - Delft: Delftse Universitaire Pers. -111

-(Oriëntatie op planologische en juridische geodesie ;9)

Kadastrale registratie en Handelsregister; verslag van de studiemiddag "Kadastrale registratie en Handelsregister" op 7 november 1996, georganiseerd door Faculteit der Geodesie (Technische Universiteit Delft), Vereniging voor Geografische informatie en Vastgoedinformatie (VGVI), Ravi Overlegorgaan voor vastgoedin-formatie en Vereniging van Kamers van Koophandel in Nederland (VVK) - Met lit. opg.

ISBN 90-407-1429-0 NUGI841

Trefw.: onroerend goed / registratie; handelsregister

Copyright~ 1997 by TU Delft

No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without permission from the publisher , Delft

(7)

Voorwoord

De ontwikkelingen in de informatietechnologie hebben de mogelijkheid tot het onderling relateren van bestanden de laatste jaren sterk doen toenemen. Met name de sterke opkomst van netwerken heeft de mogelijkheid doen ontstaan

om

op eenvoudige wijze onderling bepaalde mutatiegegevens uit te wisselen. Ook binnen de vastgoedinformatievoorziening spelen dergelijke "koppelingen" van bestanden een belangrijke rol. In dit licht en tegen de achtergrond van de Structuurschets Vastgoedinformatievoorziening uit

1992,

heeft de Ravi in het najaar van

1995

een onderzoek laten uitvoeren naar de vraag in hoeverre een relatie kan worden gelegd tussen het kadastrale perceel enerzijds en niet-natuurlij-ke personen anderzijds. Dit onderzoek heeft geresulteerd in het dit voorjaar verschenen rapport "Perceel en Rechtspersoon gerelateerd".

Vanwege het grote belang voor een efficiënte vastgoedinformatievoorziening binnen Nederland, werd door de Vereniging voor Geografische informatie en Vastgoedinformatie (VGVI) besloten in samenwerking met de Sectie planologische en juridische geodesie van de Faculteit der Geodesie aan de TU Delft, de Ravi en de Vereniging van Kamers van Koophandel in Nederland (VVK), een studiemiddag te organiseren over het onderwerp. Deze studiemiddag, getiteld "Kadastrale registratie en Handelsregister", vond donderdag

7

november

1996

plaats in Utrecht.

In deze uitgave wordt verslag gedaan van de studiemiddag. De hoofdstukken sluiten zoveel mogelijk aan op de door de inleiders uitgesproken tekst. Door onderstaande bewerkers is daaraan een verslag toegevoegd van de afsluitende discussie alsmede een samenvatting van de gehouden inleidingen en de discussie. Daarbij worden tevens enkele conclusies geformuleerd.

Delft, december 1996 prof. mr J. de Jong ir M. Rietdijk

(8)
(9)

INHO

UDSOPGAV E

1. INLEIDING ·· · · ··· · · ·

mw.prof. mr J. de Jong

2. PERCEEL EN RECHTSPERSOON GERELATEERD 7

drs ir W.J.J. van der Lingen

2.1 Inleiding 7

2.2 Soorten niet-natuurl ijke personen 9

2.3 Registratiesvan niet-natuurlijkepersonen , 10 2.4 Scenario 's . ... . . . .. . . .... . . . .. .. . . ... 13

2.5 Conclusies enaanbevelingen 19

3. STANDPUNT VAN KAMERS VAN KOOPHANDEL . ... .. . . .... 23 mr P.J.M. Jong

3.1 Inleidin g 23

3.2 De positie van de Kamers van Koophandel . . . . .. .. . . .. ... 23 3.3 Het karaktervan het Handelsregister . .. .. . . . ... . . . .. . . 25 3.4 Dekoppeli ng van het Handelsreg iste rmet de AKR 28 3.5 Uitwisseling adresgegevens rechtspersonen . . ... . . ... ... . . . 30 3.6 Conc lus ies. . . .. .... . ... . . .. . . ... . . .. ... 31

4. STANDPUNT VAN HET KADASTER 33

ir P. van der Molen

4.1 Inleiding 33

4.2 De positievan het Kadaster .. . . . ... . . . ... . .... . . .. .. .. 34 4.3 Het identificatienummer. . .... .. .. . .. . . .. .. .. . . .. ... .. 36 4.4 Naam- en adresgegevens . . . ... . .. . .. . . . ... .... . . . .. 37

4.5 Overige aandachtspunten 38

(10)

DE KERNRELATIE TUSSEN PERCEEL EN NIET- NATUU RLIJKEPERSOON

5. STANDPUNT VAN HET NOTARIAAT 41

mrE. Postmus

5.1 Inleiding 41

5.2 De hoofdlijnen van het Ravi-rapport 41

5.3 Enkele opmerkelijkheden in het Ravi-rapport 42

5.4 De positie van de notaris 45

5.5 Stellingen 46

6. VERSLAG VAN DE DISCUSSIE 49

ir M. Rietdijk

7. ENKELE KANTTEKENINGEN EN CONCLUSIES 55

ir M. Rietdijk

7. 1 Inleiding 55

7.2 Koppeling Kadastrale registratie en Handelsregiste r 56 7.3 Conclusies .. . . ... ... . . .. . .. . . . .... . . .. ... . .. . .. 61

BIJLAGEN .. . . . .. . . .. .. . .... . . ... ... . . .. . . . .. . . ... . .. 63

Bijlage A: Literatuur 65

(11)

1 .

INLEIDING

mw. prof. mr J. de Jong'

In deze inleiding wordt kort ingegaan op de achtergrond en betekenis van het onderwerp van de studiemiddag: de kernrelatie tussen perceel en niet-natuurlijke persoon.

Achtergrond

In het Besluit Informatievoorziening in de Rijksdienst uit 1990 (Besluit IVR 1990) wordt voor een aantal deelterreinen van de informatievoorziening een coördine-rend bewindspersoon aangewezen. Voor de vastgoedinformatievoorziening is dit de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer; in de praktijk de staatssecretaris van dit departement.In de hoedanigheid van coördine-rend bewindspersoon wordt hij vervolgens geacht een adviesorgaan voor het betreffende deelgebied van de informatievoorziening in te stellen en te bevorderen dat een structuurschets tot stand wordt gebracht.

De coördinerend bewindspersoon verzocht in 1989 de toenmalige Raad voor Vastgoedinformatie (RAVI) een structuurschets voor de vastgoedinformatievoor-ziening in Nederland tot stand te brengen.Deze structuurschets kwam in 1992 gereed. De staatssecretaris heeft deze structuurschets vervolgens vastgesteld, althans deze in positieve zin voor kennisneming aanqenomen". De structuurschets geeft een schets van de bestaande vastgoedinformatievoorziening in Nederland, een inventarisatie van geconstateerde knelpunten en een aantal oplossingsrichting-en. De schets is ook nu nog relevant en is nog steeds een belangrijke leidraad bij het werk van de Ravi, ook nadat dit adviesorgaan in 1993 werd geprivatiseerd en werd omgevormd tot overlegorgaan. Het onderhavige onderwerp moet tegen deze achtergrond worden gezien.

In de structuurschets wordt aanqeqeven dat voor de vastgoedinformatievoorzie-ning een aantal registraties van essentiële betekenis zijn. Het gaat daarbij om registraties op het gebied van de vastgoedobjecten, waarin gegevens zijn opgenomen over percelen (de Kadastrale registratie) en gebouwen (gemeentelijke registraties). Daarnaast gaat het om registraties waarin gegevens zijn opgenomen over subjecten, namelijk over natuurlijke personen (de GBA) en niet-natuurlijke

t. Hoogleraar onroerend-goed recht aan de Faculteit der Geodesie van de Technische Universiteit Delft

(12)

DEKERNRELATI ETUSSEN PERCEELEN NIET- NATUURLIJ KE PERSOON

personen (Kamers van Koophandel) . Deze essent iële regi straties worden in de Structuurschets aangeduid met het begrip kernen. Voor het onts luite n van deze verschillende registraties zijn een aantal zogenaamde kernidentificaties vastgesteld. De relatie tussen de verschillende kernident if icat ies wordt aang eduid met het begrip kernrelatie.Op de studiem iddag wordtenerzijds aanda cht best eed aan de kernidentif icatie voor niet-natuurlijke personen en ande rzijds aan de kernrelatie tussen perceel en niet-natuurlijke personen .

Kernidentificaties

Bij de kernidentificaties gaat het om een unieke en uni fo rme aanduiding van het object van registratie, die het mogelijk maakt gegevens uit de ene regi strati ete gebruiken binnen de andere registratie. In de structuurschets wordt aangegeve n dat een dergelijke identificatie kan worden gerealiseerd door midde l van een identificatienummer. Als te hanteren identificatienummers worden genoemd het A-nummer, het Kamer van Koophandel-nummer, het gebouw-nummer en het perceelnummer. De keuze voor deze verschillende ident if icatiegegeve ns is voor een belangrijk gedeelte ingegeven door het feit dat het tot stand breng en en onderhouden van deze verschillende nummers onderdeel uitmaa kt van een wettelijk vastgelegde taak van de betreffende instantie. Bovend ien washet niet de bedoeling nieuwe registraties op te zetten, maar gebruik te maken van gegevens die in bestaande regi st rat ies aanwezig waren.

Het doel van het vaststellen van de kernidentif icaties is in de Structuursc hets Vastgoedinformatievoorzien ing als volgt weergegeven:

het verbeteren van de onderlinge uitwisseling van gegevens en de gegevensverstrekking aan derden;

het vermijden van onnodige dubbele gegevensinwin ning en v erschil-len in schrijfwijzen ,door het wederzijds gebruikmakenvanonde rlig-gende gegevens;

het gebruik van kernidentificaties werkt structu rerend, niet allee n binnen de genoemde registraties maar ook binneneen veelvo ud aan andere registraties;

kernidentificaties kunnen dienen als ontsluit ing van onderliggende informatievelden voor beleidsdoel einden en een belangrijk gedeelte van de geconstateerde vraag.

Aan het einde van de jaren tachtigkwam het immers veelvuldig voor dat verschil-lende instanties ieder voor zichzelf dergelijke basisgegevens verzame lde n en onderhielden. Ter bevordering van de coördinatie en de uitwisselbaarh eid van gegevens is het daarom van belang te komen tot afspraken over een uniforme bron van gegevensinwinning en een duidelijke regeling van (mede)gebruik van deze gegevens.

(13)

INLEIDING

Sindsde totstandkoming van de Structuurschets Vastgoedinformatievoorzien ing in 1992,is de betekenisvan kernidentificatiesverder toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door technologische ontwikkelingen (zoals netwerken) en door ontwikkelingen in de wetgeving. Beide ontwikkelingen houden overigenssteeds meer met elkaar verband.

In hetzelfde jaar waarin de Structuurschets Vastgoedinformatievoorziening tot stand is gekomen,is de Kadasterwet" in werking getreden. Met de totstandko-ming van deze wet en de daarop gebaseerde regelgeving, werd ondermeer een wettelijke basis gegeven aan de Kadastrale registratie en het kadastraal perceel-nummer. Voor die tijd bestond er namelijk nog geen regeling waarin het kadastraal perceelnummer een wettelijke basis kende. De Kadasterwet en het Kadasterbesluit bepalen hierover:

Onder een kadastraal perceel wordt verstaan een deel van het Nederlands

grondgebied van welk deel de Dienst de begrenzing met behulp van

landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens

betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik en dat door

zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt

{art 1, lid 1, sub c Kadasterwetl.

De Kadastrale reg

istratie

bevat de kadastrale aanduiding van de

onroeren-de zaken en onroeren-de grootte van onroeren-de percelen alsmeonroeren-de onroeren-de kadastrale aanduiding

van de appartementsrechten

{art 48,lid 2, sub d Kadasterwetl

Onroerende zaken worden kadastraal aangeduid door vermelding van

achtereenvolgens de kadastrale gemeente en sectie, waarin de percelen

en gedeelten van percelen zijn gelegen waarvan het grondgebied tot die

zaak behoort, alsmede de nummers van die percelen

{art 2, lid 1 Kadas-terbesluit).

In tegenstelling tot het kadastraal perceel, bestond er bij de totstandkoming van de Structuurschets Vastgoedinformatievoorziening nog geen duidelijkheid over de kern en de kernidentificatie voor gebouwen. Dit werd op dat moment nog als een nader te onderzoeken probleem beschouwd. Intussen heeft de Ravi in 1995 een rapport het licht doen zlen", waarin zij tot de conclusie komt dat vooralsnog het WOZ-objectnummer van het WOZ-object de meest in aanmerking komende identificatie van gebouwen is. Deze keuze wordt voor een belangrijk gedeelte ing egev en door het feit dat het WOZ-objectnummer een wettelijke basis kent,

3. Wet van3mei 1989,Stb.186, laatstelijk gewijzigdop 26 april 1995,Stb.250 4. Ravioverlegorgaanvoor vastgoedinformatie - Grip op gebouwen,Amersfoort,1995;

Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie - Informatiebehoefte gebouwen, Amersfoort,1995

(14)

DEKERNRELA TI E TUSSEN PERCEEL ENNIET- NA T UURLIJK E PERSOON

waardoor er zekerheid bestaat over de stabiliteit van een dergelijkeidentificati e. Deze wettelijke basis wordt gevormd door de Wet Waarder ing Onroe rende Zaken, die begin 1997 volledig in werking zal zijn getreden.

Ten aanzien van de identi ficati e van natuurlijke personen is van belang dat in 19 9 4 de Wet Gemeentelijke Basisadrnin istrat ie" is ingev oerd. Met dekomstvan deze wet wordt de gemeentelijke bevolkingsadministra t ie feit elijk geheel opnieuw vormgegeven. In de wet is geregeld dat het inf or m ati ebeheer wor dtuitgevoerd door de gemeenten,terwijlhet systeembeheer van het zogenaam deGBA -net werk berust bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Verderis in de wet geregeld dat ten behoeve van de interbestuurlijke uitwisseling van persoonsgegevens het A-nummer kan worden gehanteerd. Dit A-A-nummer is ook van belang voor de identificatie van natuurlijke personen binnen vastgoedregistraties. Probleem met het A-nummeris dat het een niet openbaar nummer betreft(art 99 en art 108Wet GBA). Mede op grond van een rapport van de Ravi6

, heeft het Kadaste rintussen met behulp van een speciaal daarvoor gecreëerd landelijk subjec tenbesta nd een relati e aangebracht tussen de Kadastrale registratie en de Gemeente lijke Basisad-ministratie.Bijdie koppeling speelt het A-nummer een essentiële rol.

De laatste in de Structuurschets Vastgoedinformatievoo rzien ing genoe m de kernidentificatie is de identificatievan niet-natuurlijke personen. Dezeidentificatie vormteen van de onderwerpenvan deze studiem iddag .Van belang daarbij iste constateren dat ook ten aanzien van de registratie van niet-natuu rlijke person en de laatste jaren diverse ontwikkelingen op het gebied van de wetgeving hebb en plaatsgevonden, waarbij met name de drastische wijziging van de Hande lsreg ist er-wet uit 1996 van belang is", In deze wet wordt thans een basis gelegd voor een geheel electronisch register,waarin bovendien de nu nog afzonderlijk voork omen -de verenig ingen- en stichtingenregisters worden geïntegreerd . Van belang is verder dat in deze wet aan een landelijk uniform HR-nummer een wettelijkebasis wordt geboden.

Kernrelaties

Kernidentificaties kunnen dienen als ontsluiting voor een bepaalde registr ati e. Het structurerende gehalte van kernidentificaties wordt echter pas tast baar op het moment dat het mogelijk wordt om verschillende kernident if ica t ies aanelkaar te relateren. Deze essentiële relaties van kernidentif icaties worden in de St ruct uur-schets Vastgoedinformatievoorziening met het begrip kernre lat ie aange duid.De

5. Wet van 9 juni 1994,Stb.494.Verdere uitwerking wordt gegeven in het Besluit Gemeentelijke Basisadm in istratievan 8 september1994,Stb. 690,nadien gew ijzigd 6. Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie - Perceel en persoo n gerelat eerd,

Amersfoort ,1995

(15)

INLEIDING

relatiestussen de verschillende kernen met de daarbijbehorende kernident ificaties

is in de St ructuurschets Vastgoedinformatievoorzien ing weergegeven zoals in

figuur 1.

Figuur 1

S

~BJEdrEN

MARKT MA RK T

Natuurlijke TAAK TAAK Niet

personen natuurlijke

I

'-H'

I

KVK

~

personen

I

I

lJt'bouw-NR I

P.~.

::RJ

Gebouwen Percelen TAAK TAAK MARKT MARKT

0

3JECT EN

Kernen uit de structuurschets

Voor het onderhouden van elk van de kernrelaties wordt een verantwoordelijke inst anti e aangewezen:

re

latie

verantwoordelijke

perceel - persoon Kadaster

perceel - niet-natuurlijke persoon Kadaster

gebouw - persoon Gemeente

gebouw - niet-natuurlijke persoon Gemeente

gebouw- perceel Nader te bepalen

In dit verband is van belang te constateren dat het Kadaster zowel verantwoorde-lijk is voor de relatie van het kadastraal perceel met de natuurlijke personen,als voor de relatie van het kadastraal perceel met de niet-natuurlijke personen. Zoals eerder vermeld heeft het Kadaster de eerstgenoemde relatie reeds gerealiseerd,

ter wi jl de tweede genoemde relatie eveneens tot het onderwerp van deze studiem iddag behoort.

(16)

DE KERNRELATIE TUSSEN PERCEEL EN NIET- NATUURLIJ KEPERSOON

Inhoud studiemiddag

Het uitgangspunt van deze studiemiddag vormt het Ravi-rapport Percee l en rechtspersoon gerelateerd.In dit onderzoek stonden een tw eet al vraagstukken centraal. In de eerste plaats ging het daarbij om de vraag op welke wijze ni et-natuurlijke personen door middel van een kern identificatie kunnen word en geïdentificeerd; in de tweede plaats om de vraag op welke wijze een relat ietussen perceel en rechtspersoon kan worden aangebracht. Doel van dit alles is het verbeteren van de identificatie en de adresgegevens van rechtsperso nen in de Kadast raleregistratie. Op deze studiemiddag werd eerst een toelich t ing gegeve n

op het rapport , waarna verschillende betrokkenen bij de relatie tussen perce elen

rechtspersoon hun mening over het rapport kenbaar maakten.

In de eerste plaats gaf de heer Van der Lingen, één van de opstellers van het rapport, een korte toelichting op de binnen het onderzoek gehanteerde meth oden en de belangrijkste resultaten. Vervolgens ging de heer Jong, werkzaa m bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Alkmaar, in op de beteken is van het Handelsreg ister in het algemeen en de vastgoedinformat ievoorziening in het bijzonder. Ook verwoordt hij het standpunt van de Vereniging van Kame rs van Koophandel in Nederland. Daarna kwam de heer Van der Molen , direc te ur

Vastgoedinformatie en Landinrichting bij de concernstaf van het Kadaster,aanhet woord. Hij verwoordt het standpunt van het Kadasterover hetrapport enging in

op de wijze waarop het Kadaster het aanbrengen van kernrelaties wilaanpakken.

Als laatste spreker gaf de heer Postmus, als bestuurslid van de Koninklijke

Notariële Broederschap en als notaris in Hoorn, zijn visie op het rapport en

voorzag deze van enkele kanttekeningen. De bijdragen van deze verschillende

sprekers volgen hierna.

LITERATUUR

Raad voor Vastgoedinformatie -Structuurschetsvastgoedinformatie voorziening ,RA V I-rappo rt nummer 29,Apeldoorn, 1992

Ravi overlegorgaanvoor vastgoedinf ormat ie-Perceel en persoon gerelateerd;GBA persoonsidentificaties in de Kadastrale registratie ,Ravi-rapport94-3, Amersfoort, 1995

Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie- Grip op gebouwen;deregistratie en identificatie van

gebouwen , Ravi-rapport95-2,Amersfoort,1995

Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie - Informatiebehoefte gebouwen , Ravi-rappo rt 95-8,

Amersfoort,1996

Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie-Perceel en rechtspersoon gerelateerd;identifica tie van rechtspersonenin de Kadastrale registratie , Ravi-rapport96-3,Amersfoort ,1996

(17)

2

.

PERCEEL EN RECHTSPERSOON GERELATEERD

drs ir w.J.J. van der Lingen8

2.1

Inleiding

In het najaar van 1995 heeft de Ravi door de Faculteit Bestuurskunde van de Universiteit Twente onderzoek laten verrichten naar het onderwerp van deze studiemiddag: Kadastrale registratie en Handelsregister. Dit onderzoek maakt deel uit van het onderzoeksprogramma van de Kerncommissie van de Ravi naar:

kernbestanden (waarin de broninformatie over een bepaalde entiteit vastligt),

kernidentificaties (een unieke en éénduidige identificatie van een entiteit) en

kernrelaties (de relaties tussen kernbestanden omdat de gegevens van de één ook in de ander voorkomen).

Dit onderzoek legde de nadruk op de relatie tussen twee van deze entite iten ,

namelijk die tussen percelen en niet-natuurlijke personen (NNP's). Het onderzoek kende de volgende probleemstelling:

1. Welke mogelijkheden zijn er voor geautomatiseerde koppeling van bestanden van het Kadaster en de Kamers van Koophandel? 2. Welke gevolgen hebben deze mogelijkheden voor de direct betrokken

partijen, namelijk het Kadaster, de Kamers van Koophandel en het notariaat?

3. Welke voordelen biedt een eventuele aansluiting voor de efficiency en effectiviteit van (vastgoed-)informatiebeheer en informatiestromen tussen het Kadaster en de Kamers van Koophandel?

Deze hoofddoelstelling richt zich sterk op de Kamers van Koophandel en het Kadaster. Dit ligt voor de hand, omdat de Ravi deze partijen de bronhouders van de informatie over respectievelijk niet-natuurlijke personen en percelen in Neder-land noemt. Maar het onderzoek is iets breder opgezet. In het onderzoek is namelijk ook gekeken naar andere registraties van niet-natuurlijke personen in

8. Ten tijde van het onderzoek werkzaam bij de Faculteit Bestuurskunde van de Universiteitvan Twente; thans werkzaam als adviseur bij Cap Volmac

(18)

DE KERNRELATIE TUSSEN PERCEEL EN NIET-NATUURLIJKEPERSOON

Nederland .Ook is beperkt gekeken naar de problemen diegemeentenen wat er-schappenervaren in de informatieverstrekkingenvan het Kadaster.

Het onderzoek kende driefasen.In de eerste fase is een inv ent arisati euitgevoerd: wat zijn niet-natuurlijke personen (hierna beschreven in 2.2) en welke registrat ies

van niet-natuurlijke personen zijn er in Nederland (hierna beschreven in 2.3)?Dit

gedeelte beperkte zich voornamelijk tot bureauwerk. In het tweede deel van het

onderzoekis veldonderzoek uitgevoerd met behulp van int ervi ews bijeen groot

aantal inst ant ies. Bij de Kamers van Koophandel, het notariaat enhet Kadast erzijn gesprekken gevoerd met personen op drie niveaus:

a. medewerkers die verantwoordelijk zijn voor de beleidsvormi ng ten aanzien van hun registraties (zoals medewerkers op de concernstaf

van het Kadaster en van de Vereniging van Kamers van Koophandel);

b. medewerkers die betrokken zijn bij de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden van indi v iduele Kamers van Koophandel en bij

bewaringenvan het Kadaster;

c. medewerkers van de automatiseringsafdelingen of automatiserings

-bedrijvenvan deze instanties (bijvoorbeeld de NV Databank).

Tevens hebben interviews plaatsgevonden bij gemeenten en waterschappen . Het bet rof hierzowelindividuele gemeenten en waterschappen als hun overkoepe

len-de organisat ies. Tenslotte zijn interviews gehouden bij andere houders vangrote registraties van niet-natuurlijke personen zoals het CBS, het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Justitie. Het ging daarbij met name om het beheer,

de doelstelling en de inrichting van de verschillende registraties . In totaal zijn

interviews gehouden met 26 personen van 18 verschillende organisaties.

Uit de resultaten van de int ervi ew s zijn een drietal probleemgebieden en een int eressant "kans-terrein" naar boven gekomen. Voor het tackelen van deze problemen en kansen zijn elf mogelijke scenario's uitgewerkt. De scenario 's geve n

de verschillende mogelijkheden weer om de informatievoorzien ing ron dom vastgoed te stroomlijnen (hierna beschreven in 2.4.1). In een werksessie met

betrokkenen van de Kamers van Koophandel en het Kadaster zijn twee scenario 's

uitgekozen om nader onderzocht te worden (hierna beschreven in 2.4.2). Door middel van een steekproefsgewijze vergelijking van de bestanden van het Kadaste r

en de Kamers van Koophandel is geprobeerd een beeld te krijgen van de in span-ningen die nodig zijn om de scenario's te realiseren. Bovendien is hiermee een

beeld verkregen van de mogelijke verbetering in de informatievoorzien ing . Deze kosten/baten-analyse is hierna beschreven in 2.4.3. Tenslotte zijn enkele concl

(19)

PERCEEL EN RECHTSPERSOON GERELATEERD

2.2

Soorten niet-natuurlijke personen

Als je een bekende tegenkomt die je enige tijd niet gezien hebt, komt nogal snel de vraag naar boven: "Wat doe jij nou tegenwoordig". Met het antwoord:"Ik doe onderzoek naar de registratie van niet-natuurlijke personen" was niet iedereen meteen op de hoogte van mijn dagelijkse beslommeringen. En zo verging mij dat vóór de aanvang van het onderzoek ook. Vanuit mijn opleiding had ik al wel gehoord van rechtspersonen: deze kunnen net als een natuurlijke persoon aan het rechtsverkeer deelnemen. Maar het begrip "niet-natuurlijke persoon" had kennelijk een bredere betekenis.

Rechtspersonen zijn overigens wel een onderdeel van de categorie niet-natuurlijke personen. Belangrijkevoorbeelden daarvan zijn naamloze vennootschappen (NV's). besloten vennootschappen (BV's). verenigingen en stichtingen. Dit zijn waarschijn-lijk ook de meest bekende vormen van rechtspersonen. Zij zijn uitgebreid beschre-ven in het Burgerlijk Wetboek. Minder uitgebreid beschrebeschre-ven zijn de volgende rechtspersonen: kerken, gemeenten, waterschappen, provincies, de Staat en andere publiekrechtelijke rechtspersonen. Verder bestaan er rechtspersonen naar buitenlands recht.

De rechtspersoonlijkheid van bepaalde samenwerkingsverbanden is voor niet-juristen (zoals ondergetekende). niet altijd duidelijk. Zo zijn maatschappen instituten zonder rechtspersoonlijkheid.Maar het Burgerlijk Wetboek kent wel een bepaalde mate van rechtspersoonlijkheid toe aan bijzondere samenwerkingsver-banden als vennootschappen onder firma (VOF's) en commanditaire vennoot-schappen (CV's). Niet-natuurlijke personen zijn het echter alle zonder twijfel. Verder zijn er binnen de vastgoed-registraties allerlei bijzondere vormen van n

iet-natuurlijke personen te onderscheiden. Neem de 'ambachtsheerlijkheid' of de 'beklemgroep' . Deze vormen van niet-natuurlijkepersonen komen in de Kadastrale registratie voor, maar daarbuiten zijn ze nauwelijks bekend, laat staan geregis-treerd.

In het kader van het onderzoek is een selectie gemaakt uit de niet-natuurlijke personen. Die selectie is uitgevoerd op grond van de volgende criteria:

a. Is de groep groot genoeg?

(voor kleine groepjes moet je geen grote oplossingen verzinnen)

b. Is de groep ergens geregistreerd?

(als er nergens een registratie is, heeft het weinig zin

om

in dit onderzoek verder te zoeken naar verbeteringen)

c. Is de groep veel aan veranderingen onderhevig?

(20)

DE KERNRELATIE TUSSEN PERCEEL ENNIET-NATUURLIJKE PERSOON

Uiteindelijk heeft dit geleid tot de volgende niet -natuurlijke per son en, die in het kader van dit onderzoek zijn meegenomen:

NV's en BV's; verenigingen ; stichtingen; VOF's en CV's ;

rechtspersonen naar buitenlands recht ;

maatschappen.

2.3

Registraties van niet-natuurlijke personen

In Nederland kennen we een groot aantal registraties van niet-natuurlijke per so-nen.De in het kader van dit onderzoek meest relevante registraties blijke necht er te zijn:

het Handels-, Verenigingen- en Stichtingenreg ister van de Kam ers van Koophandel (kortweg het Handelsreg ister of HVS);

de Automatiser ing Kadastrale regi st rati e van het Kadast er (kortweg de AKR);

het systeem Beheer van Relaties van de Belast ingd ienst;

het systeem VENNOOT van de afdeling Rechtsperso nen vanhet Min

iste-rie van Justitie.

Van elk van deze registraties wordt een overzicht gegeven van de beschikbare niet-natuurlijke personen en hun rol in het huidige proces.

2.3.1 Het Handelsregister

Het Handelsregister wordt gehouden onder de verantwoorde lijk he id van de Kamers van Koophandel. Ieder bedrijf in Nederland is verplichtzich hier telat en inschrijven. Daarnaast moeten enkele soorten rechtspersonen (NV 's , BV ' s, verenigingen en stichtingen) zich laten inschrijven bijde Kamers,op grond vaneen wettelijke verplichting. De registraties van de Kamers heten daarom off ic ieel Handels-, Verenigingen- en Stichtingenregister.

(21)

PERCEEL EN RECHTSPERSOON GERELATEERD

Buiten de registraties van de Kamers vallen een aantal niet-natuurlijke personen

die rechtspersoon zijn, maar geen bedrijf uitoefenen. Voorbeelden hiervan zijn

overheden en kerken. Maar ook maatschappen kennen geen registratieplicht,

omdat deze beroepsgroepen van oudsher meer op basis van een vertrouwensrela-tie met hun klanten werken.

Unieke identificatie in het Handelsregister vindt plaats met behulp van het

Handelsregisternummer (HR-nummerl. Het HR-nummer wordt toegekend bij inschrijving van de onderneming. Bij de identificatie is het goed om het

onder-scheid tussen een rechtspersoon en een onderneming in het oog te houden. Beide

worden ingeschreven: de rechtspersoon in de regio waar haar statutaire zetel is

en de onderneming in de regio waar deze gevestigd is. Zodoende kan één NV

meerdere HR-nummers hebben. Daarnaast kennen nevenvestigingen van onderne-mingen in andere regio's een inschrijving bij de desbetreffende kamer, opnieuw onder een ander HR-nummer. Het nummer kan wijzigen bij verhuizing van de onderneming naar een andere Kamerregio. De rechtspersoon heeft echter altijd één nummer.

Het ligt in de bedoeling op 1 april 1997 de nieuwe Handelsregisterwet in te voeren. Door deze wet zal er aan elke onderneming één uniek nummer worden

toegekend. Onder dit nummer zullen ook de eventuele rechtspersoon die de

onderneming drijft en alle nevenvestigingen worden ingeschreven.Dit nummer

blijft gedurende het hele leven van de onderneming bij deze onderneming.

Tegelijkertijd hebben de Kamers het GIGA-project onderhanden.Dit project moet

voorzien in één uniform automatiseringsplatform voor alle Kamers. De gegevens van de Kamers zullen in één centrale databank komen, waarbinnen elke Kamer

verantwoordelijk is voor de inschrijvingen in de eigen regio.Dit platform bevordert

bovendien de unieke identificatie van niet-natuurlijke personen.

Naast het HR-nummer registreren de Kamers een reeks van andere gegevens van

de ingeschrevenen.In dit verband zijn vooral van belang de adresgegevens, die

een betrouwbaarheid kennen van tussen de 97 en 99,5 procent. In het Handels, Verenigingen en Stichtingenregister zijn gezamenlijk ongeveer 1,1 miljoen niet-natuurlijke personen ingeschreven. De Kamers leveren veel inspanningen om te

zorgen dat hun registratie actueel blijft.

2.3.2 De Automatisering Kadastrale registratie

In de door het Kadaster gehouden Openbare Registers liggen miljoenen akten

opgeslagen.In deze akten is de rechtstoestand van alle stukken grond in Neder

-land vastgelegd. De belangrijkste gegevens uit deze akten zijn opgenomen in een

(22)

DEKERNRELATI E TUSSENPERCEELEN NIET-N ATUURLIJK E PERSOON

vastleggen van de rechtstoestand heb je objecten (percelen) en su bject en (meer-of minder natuurlijke personen) nodig . In de AKR zijn alle percelen gereg ist reerd . Van de subjecten heeft alleen registratie plaatsgevonde n voor zover deze subjecten rechten hebben op vastgoed. Ongeveer 20% van de subje ct en die voorkomen in het Handelsregister,zijn opgenomen in de AKR.

Het Kadaster kent 15 bewaringen. Deze bewaringen zijn geograf isc h verspreid over het land. Elke bewaring heeft een eigen subjectenbestand. Elksub ject in de AKR heeft een subjectnummer. Deze nummers zijn uniek per bewaring . Heefteen subject dus rechten op percelen in meerdere bewaringen , dan heeft dit su bje ct meerdere subjectnummers in de AKR.In de AKR zijn geen HR-nummersofandere externe identificaties opgenomen, zodat externe identificatievoornamelijkop basis van naam- en adresgegevens plaatsvindt.Het Kadaster wilechter op termijntot één landelijk subjectenbestand komen.

De AKR geeft per definitie de inhoud van de akten in de Openbare Registers weer. In principe komen mutaties in de AKR dan ook voort uit nieuwe akte n met gewijzigde gegevens. Een akte bevat de juiste gegevens op het mom ent van ondertekenen, maar de gegevens van een niet-natuurlijke persoon die wijzigen tussen het verlijden van twee akten, komen slechts incident eel bij het Kada ster terecht. Er zijn namelijk geen structurele voorzien ingen om het Kadaste r op de hoogte te brengen van naam-of adreswijzig ingen van ondernem inge n .

2.3.3 Het systeem Beheer van Relaties

Leuk maken ze het niet,wel steeds makkelijker; daarbijwordt de Belast ingd ienst geholpen door informatiesystemen. Beheer van Relaties is zo'n systeem . Het systeem bevat de gegevens van alle natuurlijke en niet -nat uurlijke per son en waarmee de Belastingdienst zaken doet of zou kunnen doen.Beheer van Relat ies is een landelijk bestand.Het bevat meer dan één miljoen niet-natuurlijke personen , waaronder een aantal die in vrijwel geen enkele andere registratie voorkome n . Gedacht kan worden aan de registratie en identificatie van 60.000 maatschappen en 10.000 kerken. Dat zijn gegevens waar weinig andere registerhouders ove r beschikken. Tevens beoogt de Belastingdienst alle verenigingen en stichtinge n te registreren.

AI deze subjecten hebben een uniek nummer gekregen van de Belastingdienst: het Fi-nummer. Dit Fi-nummer is omgeven met meer beperkingen dan het HR-num me r.

Het systeem Beheer van Relaties is niet openbaar, integenst elli ng tot de sys te me n van hun Zweedse collega's. Wel is het van belang om op te mer ken dat gemee n-ten de beschikking zullen krijgen over het Fi-nummer in hetkader van de uitvoe-ring van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ). Diezelfdegemee nte n

(23)

PERCEELEN RECHTSPERSOON GERELATEERD

zijntevensafnemervan grote hoeveelheden vastgoed gegevens uit de Kadastrale

registrati e (de zogenaamde MassaleOutput).

2.3 .4 Het systeem VENNOOT

De afdeling Rechtspersonen van het ministerie van Justitie moet toestemming verlenen bij de oprichting van een nieuweNV of BV. Hiertoe houden zijeen eigen

registrati e van NV's en BV's bij (het systeem VENNOOT). Dit systeem heeft verder een taak bij de opsporing van fraude met BV's. Daartoe is het systeem gekoppeld met informatiesystemen van andere opsporende inst ant ies. Ook worden in dit systeem andere gegevens van verdachte personen opgeslagen,

zoals de betrokkenheid bijandere rechtspersonen.

Het correspondentienummeris een uniek nummer dat te allen tijde bij de juridische entiteit (de NV of BV) blijft. Sommige Kamers van Koophandel hebben in het verledende beleidslijn gehanteerd dat bijeen splitsing van de vennootschap en de onderneming het nummer bij de onderneming blijft, in plaats van bij de vennoot -schap (de zogenaamde"door zakconst ruct ies" ; zie verder hoofdstuk 5). Hierdoor geven notarissen de voorkeur aan ident ificat ie van NV's en BV's met het correspo ndentienummer van Justit ie. Tegenwoordig volgen alle Kamers bij mut ati es dejuridische entitei t met het HR-nummer.

2.4

Scenario's

Naar aanleid ing van het onderzoek naar de verschillende bestaande registraties van niet- nat uurlijke personen, kunnen een aantal tussentijdseconclusies worden get rokken:

alle bestanden werken met een eigen nummering; geen enkel

nummer komt in de registratievan de ander voor;

er zijn geen structurele voorzieningen voor het actualiseren van de

inf orm at ie in de AKR; de informatie in de AKR geeft daarom niet altijd de actuele situatie weer van een subject;

de meest actuele adresgegevens komen voor in het Handelsregister;

de Belastingdienst registreert de meeste soorten niet-natuurlijke personen;

VENNOOT is verder niet bekeken omdat dit systeem alleen oplos-singen biedt voor NV's en BV's .

(24)

DEKERNRELA TI E TUSSEN PERCEEL EN NIET-NATUURLIJ KEPERSOON

Aan de hand van deze tussentijdse conclusies en een aanta l potentiëleprob

leem-gebieden, kunnen oplossings richtingen worden geformuleerd met behu lp van een

schets van een aantal alternatieve scenario's.

2.4.1 De verschillende scenario's

In principe zijn uit de eerste onderzoek een drietal potentiëleprob leemgebiede n

gebleken:

Deident if icerende gegevens van niet-natuurlijkepersonen in de AKR. Op dit moment kunnen bestanden alleen onderling worden vergele-ken op de naam; die wil nog wel eens veranderen en daarnaastis die zeer gevoelig voor typefouten.

Overige geregistreerde gegevens van niet-natuurl ijke personen in de AKR; de adresinformatie in de AKR is niet altijd actueel.

Verbetering van de kwaliteit van het HVS door het gebruik van mutatiesignalen uit de AKR door de Kamers van Koophandel;

adressen in aangeleverde akten zijn namelijk zeer actueel.

Daarnaast zijn er verdere mogelijkheden voor samenwerk ing tussen Kadaster en

Kamers van Koophandel door relatering van de AKR en het HVS, die geen

problemen bestrijden maar mogelijkheden voor nieu w e dienstverlening openen

voor beide partijen. Heirb ij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het maken van kaarten met daarop soorten bedrijvighe id via de SBI-codes van de gevest igde

bedrijven.

Zoals aangegeven bij de opzet van het onderzoek, moeten de scenario 's de oplossing gaan geven voor deze problemen. We hebben een elftal scenario 's

neergezet. Elk van deze scenario's scoorde op één of meer van de bo

vengenoem-de punten. De scenario's zijn in te vengenoem-delen volgens het volgenvengenoem-de schema:

naam HR-nummer Fi-nummer

geen adressen 0 2,2b 5, 5b evt. adressen

uit AKR

adressen uit 1, 1b 3,3b 6,6b evt. adressen

HVS uit AKR

(25)

PERCEEL EN RECHT SPERSOON GERELA T EERD

Horizont aal zijn de mogelijkheden voor verbe tering van de ident ifi cati e uitgezet: herzieni ng van deNAW- gegev ens, identif icati e van subjecten in de AKR met het HR-nu mmer enidentif icat ievan subjectenin de AKR met het Fi-nummer. Verticaal staa nde keuzen ten aanzien van levering van NAW-gegevens uit het HVS aan de AKR.De keuzen zijn: niet leveren,leveren viabulkleveringen of leveren via een on-line koppeling . Aan de rechterkant staan keuzen ten aanzien van levering van mutaties uit de AKR aan het HVS. Ook hiervoor bestaat de keuze uit: geen levering ,bulkle ver ing of on-line levering.

2.4.2 Keuze voor de scenario's

In deze fase van het onderzoek heeft terugkoppeling plaatsgevonden naar de meest betrokken instanties: de Kamers en het Kadaster. In een werksessie is gekomen tot een keuze voor de twee meest bruikbare scenario's. Die keuze is gemaakt aan de hand van de driedimensiesvan voorgaande tabel: het identifice-rende kenmerk en de wederzijdse levering van adresmutaties. Achtereenvolgens zijn er bij deze dimensiesde volgende keuzen gemaakt:

Alsident ifi cati e-met hode wordt gekozen voor het HR-nummer of het Fi-nummer. Identif icatie met de huidige set gegevens wordt te foutgevoelig geacht. Een typefout in een naam is zo gemaakt. Verbetering van de adresinformat ie in de AKR zal op korte termijn gaan plaatsvinden . Hiervoor kan in eerste instantiegebruik worden gemaakt van bulkleveringen omdat de infrast ruct uur daarvoor bij beide partijen aanwezig is.Deze optie is dus redelijk snel te real ise-ren,terwijlon-line koppeling veel meer invest eringen vergt.

Nieuwe structurele maatregelen ter verbetering van de kwaliteit van het adressenbestand van het HVS uit de AKR leek de betrok -kenen niet zinvol. Jaarlijks zijn er ongeveer 35.000 mutaties in niet-natuurlijke personen bij het Kadaster, waarvan slechts een klein deel relevant zal zijn voor de Kamers. Ten tweede wordt de juistheidvan de adressen in het HVS door alle bronnen in dit on-derzoek geschat tussen de 97% en 99,5%. Dit sluit overigens incidentele terugmelding door het Kadaster aan de Kamers van geconstateerde onjuistheden niet uit.

Hierdoor is tot een keuze gekomen van twee tamelijk realistische geachte scenario 's:

(26)

DE KERNRELATIE TUSSEN PERCEEL EN NIET-NATUURLIJKE PERSOON

Identificatie met het HR-nummeren levering van mutaties uit het HVS aan de AKR (scenario 3)

Figuur 2: Scenario 3

I

I

I

I

I

I

I

I

I

(27)

PERCEEL EN RECHTSPERSOON GERELATEERD

Identificatie met het Fi-nummer en levering van mutaties uit het HVS aan de AKR (scenario 6).

Kooer

(28)

DE KERNRELATIE TUSSENPERCEELENNIET- NATUURLIJ KEPERSOON

2.4.3 Kosten/baten analyse

Deze twee scenario's zijn nader onderzocht op kosten en baten. Hierbij is een schatting gemaakt van de kosten om het scenario te realiseren.De schatting van deze kosten is uitgesplitstin éénmalige invest eringen en lopende kost en . Bij invest eringen moet in de eerste plaats worden gedacht aande kost en voor het creëren van een extra record in de bestanden vande AKR voor hetidentificerende nummer, met de daarbij benodigde aanpassingen van de software. Ten tw eede moet initieel het identificerende nummer toegevoegd worden aan deAKR.Voor deze post geldt een 80/20-regel. Voor 20% van de kosten kun je 80% van de niet-natuurl ijke personen identificeren en andersom. Daarom zijn de koste n hiervoor als stelpost weergegeven en is aangegeven hoeveel niet- natuu rlij ke personen in de AKR daarmee voorzien zouden kunnen wor den van een HR-nummer.

Bij lopende kosten is vooralsnog uitgegaan van de geldende tarieve n voor de levering van informatie door de NV Databank van de Kamers van Koophande l. Hoewel dit een arbitraire keuze is, biedt deze voor beide partijen een nadeel: het is een prijsvoor eindgebruikers, terwijl het Kadasterdeze gegevens doorve rst rekt. Aan de andere kant zijn echter slecht 20% van de mutaties in het HV Svan belang voor de AKR, omdat de overige subjecten niet voorkomen in de AKR.

Aan de andere kant staan de opbrengsten. In het onderzoe k zijn 17 5 niet-natuurlijke personen gekozen uit de AKR, waarvan is geprobeerd deze terug te vinden in het HVS.Bij de identificerende gegevens zien we daarbijeen voorsprong voor het Fi-nummer. Doordat meer soorten niet-natuurlijke personen zijn opgeno-men in het systeem Beheer van Relaties kunnen aan 175.000 niet -natuurlijke personen Fi-nummers worden toegekend. Aan 158.000niet -natuurlij kepersonen kunnen HR-nummers worden toegekend. Doordat in 63% van de gevallen de huidige externe identificatie tussen de AKR en het HVS op enigerlei wijze verschilt, levert het Fi-nummereen verbetering opin 110.000gevallen en het HR-nummer in ~00.000 gevallen. Verschillen in de identificatie kunnen uitee nlope n van het al of niet toepassen van aanhalingstekens tot een totaal verschille nde naam van een rechtspersoon (bijvoorbeeld door een naamswijzig ing ).

Tot zover de verschillen tussen beide scenario's. De verbeteringvan adresinfor ma-tie is voor beide scenario's gelijk,omdat het Handelsregister in beide scenario 's de bron voor adresinformatie is. In beide gevallen kan aan 76.000niet- natuurlijke personen een actueler adres worden toegekend in de AKR. In het volgende schema wordt een overzicht gegeven van de kosten en baten:

(29)

PERCEEL EN RECHTSPERSOON GERELATEERD

Investeringen Lopende kosten Opbrengsten

Scenario 3 fl. 400.000,- fl. 150.000 nummers: 158.000

(HR-nummer) betere id. : 100.000

beter adres: 76.000 Scenario 6 fl. 575.000,-en fl. 150.000 nummers: 175.000

(Fi-nummer) wetswijziging betere id. : 110.000

beter adres: 76.000

2.5

Conclusies en aanbevelingen

In de AKR is verbetering mogelijk van zowel de nauwkeurigheid (identificatie), de volledigheid (ontbreken van adresinformatie) als de actualiteit (onjuiste naam- en adresinformatie) van gegevens over niet-natuurlijke personen. Het Fi-nummer geeft de beste identificatiemethode doordat het nummer aan meer niet-natuurlijke personen toegekend kan worden. Het geeft ook een oplossing voor maatschap-pen, publiekrechtelijke rechtspersonen en kerkgenootschappen.

Desalniettemin lijkt de meest realistische mogelijkheid voor verbetering van de kwaliteit van de subjectinformatie in de AKR, de toekenning van HR-nummers en verbetering van de adresinformatie in de AKR vanuit het HVS. Het HVS heeft bovendien de meest actuele informatie over niet-natuurlijke personen. Het gebruik van het Fi-nummer zal een wettelijke basis vereisen. Deze is er niet en zal er waarschijnlijk ook niet snel komen. Ten tweede is de vulling een probleem. Het notariaat heeft inzage in het Handelsregister en kan dus betrouwbaar een HR-nummer opnemen in akten. Notarissen hebben echter geen mogelijkheden om Fi-nummers te controleren. Door het HR-nummer als identificatie te gebruiken kan een verbetering van de identificatie van ongeveer 100.000 niet-natuurlijke personen gerealiseerd worden. Wanneer de adresinformatie uit de AKR geactuali-seerd wordt vanuit het HVS, zullen de adressen van 76.000 niet-natuurlijke personen verbeteren.

Naar aanleiding van het onderzoek en de hierboven getrokken conclusies, worden in het onderzoek de volgende aanbevelingen geformuleerd:

Verbeter de identificatie van niet-natuurlijke personen in de AKR in eerste instantie met het HR-nummer, waarbij speciale aandacht moet worden geschonken aan de zogenaamde "doorzakconstructies"; Het HR-nummer in de AKR kan eenvoudig worden vervangen door of aangevuld worden met het Fi-nummer wanneer het Fi-nummer is

(30)

DEKERNRELA T IE TUSSENPERCEEL ENNIET- NATUURLIJ KEPERSOON

opgenomen in het HVS. Toevoeging van het Fi-num mer heeft met

name zin wanneer er een methode is om in de AKR het Fi-nummer

ook toe te kennen aan niet-natuurlijke personen die niet geregist reerd

staan bij de Kamers van Koophandel. Ook vanwege juri di sch e

complicaties verdient het aanbeveling in eerste instantiete werk en met het HR-nummer.

Neem adresinformatie uit het HVS over in de AKR.Wanneergekoze n

wordt voor de opname van één adres per niet -na t uu rlijke persoo n

ontstaat een verbetering bij ongeveer 50% van de niet- natuurlijke

personen. Door opname van een woon- en een postadres ontstaan

verbeteringen bij een nog groter aantal niet-natuurlijke personen .

Het notariaat speelt een cruciale rol in zowel de identificatieals het

aanleveren van adresinformatie. In het kader van dit onderzoek zijn

daarom de volgende aanbevelingen relevant :

*

*

*

Door het hanteren van een uittreksel van het HVS bij het

opmaken van akten waarbij niet-natuurlijke personen zijn

betrokken, wordt steeds de meest actuele inf orm ati e ge

-bruikt. Uit het onderzoek is gebleken dat het raadplegen van

het HVS in deze situaties inmiddels gebru ike lijk is in het notariaat.

Terugmeldingvan eventuele geconsta tee rdeonju ist hede nop

het uittreksel van het HVS verhoogt de kw alit eit van het HVS.Ook ditis bij veel notariskantoren gebruikelijk.

Door onmiddellijk te beginnen met opname van het H

R-nummer in akten waarbij niet-natuurlijke personen part ij zijn,

zal de toekomstige identificatie van niet-natuurl ijkepersone n

vereenvoudigen.De AKR kan daarmee juridischbetrouwbaar

gevuld worden vanuit de akten in de Openbare Registers.

Het onderzoekis allereerst bedoeld om de registraties te beoordelen. Het is zeker

geen representatief onderzoek geweest naar de behoeften aan inf orm ati e van

afnemers van het Kadaster of de Kamers van Koophandel. Wanneer er echter

geïnvesteerd wordt in de informatievoorziening voor deze afnemers,is het nut t ig

daar bij stilte staan. Daarom de volgende aanbevelingen :

*

*

Representatief onderzoek naar de behoefte aan adresinformatie van

afnemers van Massale Output uit de AKR.Daarmee kunnen bet rouw

-bare uitspraken worden gedaan over de voordelen voordeze part ijen

van de verbeteringen.

Op de langere termijn is het nuttig te onderzoeken hoe kadastrale

inf orm at ie en informatie uit het HVS gecombineerd kunne n worde n

(31)

PERCEEL EN RECHT SPERSOON GERELATEERD

vraag is naar dergel ijke inf ormati eproduct en. Tevens bieden te taakst ellin gvan Kamers en Kadaster ruimte om zich met de ontwik-keli ng van hun prod uktenpakket bezig te houden. Maar of ze dat moeten gaan doen? Ze gaan bijvoorbeeld belangrijke klanten van zichzelf beconcurreren. In het bedrijfsleven is dat niet altijd een succes. "Schoenmaker houdt je bij je leest". Aan de andere kant biedt het wel mogelijkheden om de dienstverlening te verbreden en maatwerk te leveren. Het staat de partijen vrij om deze kansen te benutten.Maar ze zijn verplicht om een bewuste keuze te maken om ze alof niet op te pakken.

Tenslotte

De onderzoekers waren uitsluitend verantwoordelijk voor het als bijlage in het Ravi-rapport opgenomen onderzoeksrapport. Het eerste gedeelte van het Ravi-rapport betreft het standpunt van de Ravi over het Ravi-rapport. Daaruit blijkt dat de Ravi het eens is met de volgende conclusies van het onderzoek:

* * * * *

het Handelsregister hanteren als kern bestand en het HR-nummer als kernidentificatie.

het opnemen van het HR-nummer in de AKR; het aanleveren van het HR-nummer door de notaris;

het eventueel op termijn vervangen van het HR-nummer door of aanvullen met het Fi-nummer;

het overnemen van adresinformatie uit het HVS.

De Ravi heeft zich echter niet uitgelaten over de mogelijkheden om nieuwe informatieproducten aan te bieden. Dat vinden ze blijkbaar een taak van de partijen zelf: het is niet een onderdeel van de structuurschets.

LITERATUUR

Ravi overlegorgaanvoor vastgoedinformatie -Perceel en rechtspersoon gerelateerd; identificatie van rechtspersonen in de Kadastrale registratie,Ravi-rapport96-3, Amersfoort, 1996

(32)
(33)

3.

STANDPUNT VAN KAMERS VAN KOOPHANDEL

mrP.J.M.Jong9

3.1

Inleiding

In deze bijdrage zal een reactie worden gegeven op het Ravi-rapport 'Perceel en Rechtspersoon gerelateerd'. Het betreft hier het standpunt van de Kamers van Koophandel, zoals deze zijnverenigd in de Vereniging van Kamers van Koophandel in Nederland (VVK).

Hierna zal echter eerst in het kort de positie van de Kamers van Koophandel worden geschetst,mede naar aanleiding van een aantal recente ontwikkelingen. Ook zal het karakter en de inhoud van het Handelsregister nader worden bezien. Vervolgens zal nader worden ingegaan op de koppeling van het Handelsregister met de Kadastrale registratie (AKR). In aansluit ing op het Ravi-rapport wordt daarbij speciale aandacht geschonken aan de identificatie van niet-natuurlijke personen en aan de uitwisseling van adresgegevens. De bijdrage zal worden afgesloten met enkele conclusies. Daarbijwordt ook het standpunt van de Kamers van Koophandel verwoord.

3.2

De positie van de Kamers van Koophandel

Toen de Raad voor Vastgoedinformatie in april 1992 de Structuurschets Vastgoedinformatievoorziening publiceerde, werden de Kamers van Koophandel tezelfdertijd door de minister van Economische Zaken kritisch aangesproken op hun functioneren'", De minister signaleerde drie knelpunten. Het eerste knelpunt betrof het onvoldoende betrokken zijn van ondernemers bij het werk van de Kamers, als gevolg waarvan de Kamers onvoldoende inspeelden op de behoeften van het bedrijfsleven. Kortom:de afstand tussen de Kamers en het bedrijfsleven was te groot. Ten tweede stelde de minister de financiering van de Kamers aan de orde.De wijze van financiering miste prikkels om efficiënter en doelmatiger te werk te gaan. Tenslotte werd aandacht gevraagd voor de grootte van de werkge -bieden van de Kamers. Gelet op de schaalvergrotingstendensen op economisch

9. SecretarisKamer van Koophandel en Fabrieken voor Hollands Noorderkwartier 10. Brief 22 april 1992 van toenmalige minister van economische zaken, de heer

(34)

DEKERNRELA T IE TUSSEN PERCEEL EN NIET-NATUURLIJ KEPERSOON

en bestuurlijk terrein signaleert de ministerdat de gebieden van de Kamers teklein zijn om effectief de belangen van het regionale bedrijfs leven te behart ige n . Deze voorzetten van de minister hebben de Kamers niet onberoerd gelaten .Deels slotenzijaan bij reeds bij de Kamers in gang gezette verbeterprocessen. Na een consultatieronde in de kring van de Kamers en na overleg met werkgev ers- en werknemersorgan isatiesheeft de Verenigingvan Kamers van Koophande lOp 6 juli 1993 haar visie weergegeven in het rapport "Toekomst van de Kamers van Koophandel". Een en ander heeft tenslotte geleid tot een eind september19 9 6 bij de Tweede Kamer ingediend wetsvoorstel, waarbij de Wet op de Kamers van Koophandel en Fabrieken grondig wordt herzien. In het wetsvoorstelwordenals hoofdtaken genoemd de beleidsadvisering, de voorlichting aan het regionale bedrijfsleven, de loketfunctie en de uitvoering van specifieke wetten.Wat het laatste betreft moet dan voornamelijk worden gedacht aan de uitvoering van de Handelsregisterwet, de meest omvangrijke registratieve taak die de Kame rs in medebewind sinds 1921 uitvoeren. Het onderwerp van vanmiddagspeeltzichook in dit laatste onderdeel van het genoemde takenpakket af.

De Kamers zittenop dit moment volop in een proces waarbijde blik meernogdan voorheen op de buitenwereld (het bedrijfsleven) wordt gericht. Van aanbodgericht naar vraaggericht derhalve. Binnen de registratieve taak wordt veel aandac ht gegeven aan vermindering van de administratievelastendruk voorhet bedrijfs leve n en daarmee kostenreducties voor datzelfde bedrijfsleven . Bij dit alles wordt permanent een hoge kwaliteit van dienstverleningnagestreefd.Dat ditst reve nook inderdaad zijn vruchten afwerpt mag onder andere blijken uit de conclusies van het Havi-rapport!':"De kwaliteit van de bestanden van de Kamersvan Koophand el is goed. Dit wordt bevestigd door cijfers van afnemers. De vele vormen van actualisering borgen de kwaliteit". Kamers beschouwen zich daarom als de bronhouder bij uitstek van een substantieel deel (8 5% ) van de te regist reren gegevens van bedrijven en instellingen in Nederland.

Het streven naar vermindering van de administratieve lastendruk, de verhoging van de kwaliteit en de verminderde interne gerichtheid, brengt de Kamers ertoe te onderzoeken in hoeverre met andere beheerders van databestanden waarin bedrijfsgegevens zijn opgenomen kan worden samengewerkt en tot afstemming en uitwisseling van gegevens kan worden gekomen. Een door het CBS,Minister ie van financiën (Belastingdienst), Bedrijfsverenigingen en Vereniging van Kamers van Koophandel ingestelde stuurgroep heeft onderzocht in hoeverre eeni ntensie-vere samenwerking op het gebied van bedrijfsregisterskan leiden tot een verlagin g van de lastendruk voor het bedrijfsleven, een kwaliteitsverhoging van de bestaa

n-11. Ravi overlegorgaanvoor vastgoedinformatie- Perceel en rechtspersoon gerelatee rd.

(35)

STANDPUNT VAN KAMERS VAN KOOPHANDEL

de bedrijfsregistersen een efficiencywinst bij het onderhouden van deze registers.

Kort geleden heeft deze stuurgroep aanbevelingen gedaan die ertoe kunnen leiden

dat Op korte termijn resultaten worden geboekt.Omdat sommige aanbevelingen

niet zonder wetsaanpassing kunnen worden uitgevoerd, zijn de aanbevelingen aan

het Ministerievan Economische Zaken voorgelegd.

Het voorliggende Ravi-rapport, als uitvloeisel van de structuurschets, past in de door de Kamers nagestreefde samenwerking en afstemming met andere

authentie-ke bronhouders van gegevens. Het rapport legt in de aanbevelingen12 een relatie

tussen de geautomatiseerde Kadastrale registratie (AKR) en het Handelsregister, toegespitst Op het Handelsregisternummer als identificatie-middel van

niet-natuurlijke personen in de AKR.

3.3

Het karakter van het Handelsregister

Krachtens de Handelsregisterwet registreren de Kamers ondernemingen en

rechtspersonen. Doel van de registratie is het bieden van rechtszekerheid in het economisch verkeer. Daarnaast is het register een bron van feitelijke informatie

voor gebruikstoepassingen als beleidsondersteuning en fraudebestrijding.

Gebruikers zijn bijvoorbeeld (semi)- overheden en onderzoeksbureaus.Het register

is openbaar en sterk geautomatiseerd. Zeer recent hebben de gezamenlijke Kamers opdracht gegeven om een nieuw geautomatiseerd systeem te ontwikkelen (Gemeenschappelijke Informatievoorziening en Geïntegreerde Automatisering, afgekort GIGAI. dat als voertuig zal dienen voor een verdergaande efficiency- en kwaliteitsverhoging en een papierarm Handelsregister. Naast de inschrijvingen op grond van de Handelsregisterwet registreren de Kamers ook verenigingen en stichtingen (ingevolge boek 2 BW). De nieuwe Handelsregisterwet (verwachte

inwerkingtreding 1 april 1997) voorziet onder andere in een integratie met het nu

nog afzonderlijke verenigingen- en stichtingenregister. Deze nieuwe wet is eenvoudiger van opzet en zal leiden tot een nagenoeg papierloos register.

Het totaal aantal inschrijvingen in het Handelsregister bedraagt ongeveer

936.00013

, waarvan ongeveer 411.500 besloten vennootschappen en ongeveer

210.000 verenigingen en stichtingen. Het totaal aantal opgenomen vestigingen bedraagt ongeveer 1,1 miljoen. Per jaar worden 1,1 miljoen betaalde uittreksels en 300.000 kosteloze uittreksels uit het register verstrekt. Daarnaast vinden via KvK Online per jaar ongeveer 1,2 miljoen raadplegingen plaats. De gegevens die uit het Handelsregister kunnen worden betrokken zijn onder meer allerlei algemene

12. Ravi overlegorgaan voor vastgoedinformatie - Perceel en rechtspersoon gerelateerd, Amersfoort,1996,blz. 73

(36)

DE KERNRELATIE TUSSENPERCEELENNIET-N AT UURLIJK E PERSOON

gegevens van ondernemingen , zoals de handelsnaam, de dat um en plaats van vestiging, de adresgegevens, de recht sv orm, het nummer van inschrijving , de bedrijfsgegevens, gegevens over de vertegenwoordigingsbevoe gde personen en gegevens over het aantal in een ondernem ing werkzame perso nen .

Het beginsel van de lijdelijkheid dat in het huidige Handelsregisterbesluit nog als principe bij het beheer van het Handelsregister is vermeld, vatt en de Kamers gelukkig niet zo op dat lijdzaam wordt afgewacht welke muta t ies tothen komen. Er wordt actief gespeurd naar veranderingen die zic h hebb en voorgedaan (om gekeerde enquête, uitwissel ing gegevens PTT, meer amb ts halve mutaties enz.),terwijl een uitgekiend intern kwaliteitsprog ramma de Kamers de afge lo pen jaren steeds meerin de richting hebben gebracht van de eind no rme n die op het punt van kwaliteit in het komende jaar moeten worden behaald. Zoals gezegd geeft het Ravi-rapport een goed kwaliteitscijfer.Het kw alit eit szorg-pr oject, dat sinds 1992 door de Kamers wordt uitgevoerd ,heeft dus resultaat gehad.

Niet iedereen die op zakelijke basis aan het economisch verkee rdeelneemt is in het Handelsregister opgenomen.Vrije beroepen (buiten de BV vorm), agrarische en visserijbedrijvenin de vorm van een eenmanszaak en (semi l overheidsin st anties blijven erbuiten. Vanuit het oogpunt van het bieden van rechtsze kerheid wordt dit als een gemis ervaren.De Kamers blijven er naar streven om voor de regi str atie van deze zogenaamde witte vlekken een wettelijke basis tevinden. Alleendan -zo is uit een recent onderzoek van het Ministerie van Econo m isc he Zaken naar basisregistratiesin het buiten land gebleken - heeft zo'n regist rat iegezag,kwaliteit en continuïteit.

Bij de behandeling van de nieuwe Handelsregisterwet is onder meer gespro ken over de wenselijkheid van de totstandkoming van een basisregistra t ie maat schap-pelijke objecten. De minister heeft over de ervaringen die warenopgedaan het een en ander gezegd. Zijn reactie kwam er kortgezegd op neer dat er nog tal van problemen moeten worden opgelost voordat tot een basisregistrat ie maat sch appe-lijke objecten zou kunnen worden gekomen. Hij gaf er de voor keur aan voort te gaan op een andere weg en in samenwerking met andere partijeneen bedrijve nre-gistertot stand te brengen. De visie van de ministeris gestoeld op aanw ijzingen dat op grond van de rechtszekerheid er niet echt behoefte bestaataan regi stratie

van de zogenaamde witte vlekken. Naar mijn mening vervage n in toenem ende mate de grenzen tussen de witte vlekken en andere aanhet econo misch verkeer deelnemende natuurlijke en rechtspersonen die wél onder een wette lijke regi stra-tieplicht vallen. De witte vlekken nemen in meer of mindere mate deel aan het maatschappelijk economisch verkeer. In dit opzicht versch illen zij niet wezenlijk van ondernemingen. Bekijken we enkele witte vlekken nader, dan zien we het volgende.

(37)

~~--- - - -

-STANDPUNT VAN KAMERS VAN KOOPHANDEL

Beroepen

Steeds meerberoepe nworden inBV-vorm uitgeoefend en komen zo op grond van de gekozen recht sv or m in het Handelsregister voor. Het advocatenkantoor, de accountantsmaatscha p en de medisch specialisten gieten om uiteenlopende

redenen hun prakt ijk inde BV-vorm . Daarnaast kan worden geconstateerd datin moderne wetgev ing op andere terreinen het onderscheid tussen beroep en bedrijf niet langer wordt gehanteerd. Te noemen zijn de Wet op de Ondernemingsraden, de Wet Economische Mededinging en de Wet Bevordering Evenredige Arbeidsdeel-name Allochtonen.

Land- en tuinbouw

Agrarische bedrijvenmet derecht svor m eenmanszaak komen niet in het Handels-register voor. Steeds meer bedrijven in deze sector opereren echter in een samenwerkingsverband , alsgevolg waarvan een registratieplichtontstaat. In het afgelopen jaar heeft onze Kamer een rechterlijke uitspraak ontlokt omtrent het karakter van delandbouw maat schap. Naar de mening van de (lagere) rechter werd na advies van een gezaghebbende deskund igein de branche uitgesproken dat de zich naar buiten presenterende land bouw maat schap doorgaans als een vennoot-schap onderfirm a kan worden beschouwd en dus inschrijf plicht ig is.Daarnaast

is in de agrarischesector een tendens naar een verbreding van de bedrijfsactivite

i-ten te signalere n.Niet alleen de primaire productie, maar ook de verwerking, de handel en het transport worden als bedrijfsact iviteiten toegevoegd. Dit leidt eveneens tot inschrijvi ngin het Handelsregister van deze sector.

Publiekrech telijke instellingen

Onder meer priva t ise ringen lat en steeds vaker het ontstaan van afzonderlijke rechtspersonen (met name overheidsstichtingen) zien waarbinnen activiteiten in het economische verkeer worden ontplooid.

Kortom, de traditionee l onderscheide nde kenmerken tussen ondernemingen en witte vlekken verv agen meeren meer. Het is niet goed te begrijpen waarom de witte vlekken wel winst uit onderneming kunnen boeken, zonder onderneming te zijn. Er is naar mijn mening reden om door middel van extensivering van het Handelsregister tot een landsdekkende basisregistratie van aan het economisch verkeer deelnemende maatschappelijke objecten te komen. Reeds 85% van deze "objecten" (eigen lijk subjecten) is reeds in het Handelsregister opgenomen.

In de regio Noord-West Holland hebben de Kamers hierop een voorschot geno-men. Dit is voortgekomen uit de behoefte van (overheids)organisaties aan eenduidige informatie over alle entite iten waar betaalde arbeid wordt verricht, alsmede de wens om de enquête-druk voor het bedrijfsleven te verminderen. Dit heeft geleid tot een samenwerking tussen de Kamers van Koophandel Alkmaar en Hoorn en vier WGR-gebieden bijde opbouw van één register,waarin gegevens uit

(38)

DE KERNRELATIE TUSSEN PERCEEL EN NIET-N ATU URLIJK EPERSOON

het Handelsregister zijn aangevuld met die van witte vlekken . Voor deze opzetis financiële steun ontvangen van de provincie Noord-Holla nd en het RBA . Zij zijn groot-afnemers van informatie en ontvangen als tegenpresta t ie eencompleet en kwalitatief uitstekend product.

In het project is maximaal gebruikgemaakt van bestaande st ruct uren.De Kamers hebben daarvoor de omgekeerde enquête gebruikt, die ineen perm anentecyclus wordt uitgezet. Door samenwerking te zoeken met anderen is het in dezeregio mogelijk gebleken tot een basisregistratiete komen,die mededoor stee ds beter wordende kwaliteit van de registergegevens , een waardevo lle informatiebron is voor alle participanten en de enquête-druk voor het bedrijfs leven aanzienlijk vermindert. Deze basisregistratie heeft zijn beperkingen. Zo is deze voor wat betreft de witte vlekken niet openbaar en voor derden niet herle idba ar tot individuele vestigingen. Het biedt geen rechtszekerheid. Voor een opt ima al en duurzaam resultaat is een wettelijk fundament onontbeerlijk.Recent onderzoek in het buitenland toont dit, zoals eerder gezegd,aan.

Los van de uit een oogpunt van inf ormati ev oorzieningte bereiken meerwaardedie een basisregistratie oplevert, is het ook vanuit de waarborge n voor een goede rechtszekerheid geredeneerd, steeds minder goed verklaarbaarwaarom het voor de buitenwereld niet altijd kenbare juridische jasje van de witte vlek, bepalend is voor een eventuele wettelijke verplichting tot registratieen niet de inho ud van die witte vlek, die steeds dichter tegen die van de onderneming aanleunt. Met andere woorden: het zou niet om de verpakking, maar om de inhoud moeten gaan . Zou een dergelijke basisregistratie, betrekkelijk eenvoudig te realiseren doorexte nsive-ring van het Handelsregister,een wettelijkfundamentkrijgen, dan zou mijn inziens een koppeling tussen niet-natuurlijkepersonen in bredezin uit het Hand elsregister met de AKR een nadere studie waard zijn.

3.4

De koppeling van het Handelsregister met de AKR

Ten aanzien van de in het Ravi-rapport voorgestelde koppeling kan word en opgemerkt dat het hierbij dus een koppeling van de Kadastraleregistratiemetni et-natuurlijke personen in enge zin betreft. Ik heb begrepen dat samenwerkings ve r-banden als vennootschappen onder firma en commandita ire venn oot schappen in de Kadastrale registratie als zelfstandige entiteiten/zakelijk gerec ht igde n te boek staan. Zou het daarom niet voor de hand liggen de voorgestane kop peling uit te voeren met rechtspersonen en personenvennootschappen

?

Inbeeld kom endan een koppeling aan:

a. het nummer van inschrijving in het Handelsregister als middel tot identificatie in de AKR;

(39)

STANDPUNT VAN KAMERS VAN KOOPHANDEL

b. adresgegevens van de rechtspersoon/personenvennootschap.

De zorg die de Kamers besteden aan de wijze van registratie van rechtspersonen en de eventueel daarmee verbonden onderneming in de registers, rechtvaardigt de verwachting dat deze koppeling een betrouwbaar middel tot identificatie zal opleveren. Net als bij het kadaster zijn het in veel gevallen de notarissen die bij de oprichting en statutenwijziging van rechtspersonen daartoe het basismateriaal aan de registers van de Kamers leveren. Namens zijn cliënten vervult de notaris meestal de inschrijvingsformaliteiten.Dit gebeurt direct na de oprichting.Daarbij wordt een authentiek afschrift van de akte van oprichting of van statutenwijziging (waaronder naamswijziging) overgelegd. Aan de hand hiervan kan worden gecontroleerd of de officiële naam van de rechtspersoon juist op het inschrijvings-formulier is ingevuld. Er kan dus van worden uitgegaan dat de in het databestand van de Kamer opgenomen benaming van een rechtspersoon exact zo in de oprichtingsaktevoorkomt. Naar verwachting zal de notaris binnen niet al te lange tijd de inschrijving op elektronische manier kunnen aanleveren. Nu reeds hebben de meeste notarissen voor raadplegingsdoeleinden een on-line verbinding met het Handelsregister.

Het nummer van inschrijving dat aan de rechtspersoon/onderneming wordt toegekend, zal vanaf 1 april 1997, de datum waarop naar verwachting de nieuwe Handelsregisterwet in werking zal treden, een landelijk uniek nummer zijn. Hiertoe zijn reeds de nodige voorbereidingen getroffen.Het aardige is dat er een wettelijke verplichting bestaat voor alle in het handelsregister inschreven ondernemingen om op uitgaande brieven, offertes en dergelijke het nummer van inschrijving te vermelden. Het is dus steeds gemakkelijk herkenbaar en traceerbaar. Ik denk dat (onder bepaalde condities) de mogelijkheid kan worden gecreëerd om bij de oprichting van nieuwe rechtspersonen de instrumenterende notaris in een zo vroegtijdig stadium een nummer van inschrijving aan te reiken dat dit nog in de akte van oprichting kan worden meegenomen.

In het Ravi-rapport is de mogelijkheid geopperd de identificatie te koppelen aan het BV- nummer, zoals in het kader van het preventieve toezicht bij de oprichting van nieuwe vennootschappen door het Ministerie van Justitie wordt toegekend. Het ministerie voert een juridisch-technische toets en een misbruiktoets uit en voert de bij de oprichting beschikbare gegevens in een geautomatiseerde registratie {VENNOOT} in. Dit systeem wordt meer en meer geraadpleegd door opsporings-diensten bij de bestrijding van criminaliteit. Voor mutaties moet dit systeem van buitenaf worden gevoed, waaronder het Handelsregister van de Kamers van Koophandel. Zou het,voor een soepele interactie tussen het Handelsregister, de AKR en het systeem VENNOOT, niet aanbevelingswaardig zijn dat eenzelfde identificatienummer wordt gebruikt, namelijk het Handelsregisternummer

?

Cytaty

Powiązane dokumenty

Drugą możliwością jest interdyscyplinarność, która „opiera się na pojęciu 

Dla  bezdomnych  mężczyzn  TERAZ  to  często  BRAK  PIENIĘDZY,  który  uniemożliwia  im  niezależną  pod  względem  finansowym  egzystencję. 

Poniew aż pierw ociny m łodych poetek nie zawsze są drukow ane, nie m ożna z całą dokładnością spraw dzić tej praw idłow ości.. Nie

również podpisy należące do przedstawicieli ziemiaństwa, jednak nie w tak dużej ilości jak to miało miejsce w księdze gości zwiedzających pałac w latach 1887-1935,

In this paper, we performed a case study of the “BalticMuseums 2.0 – Joint development of cross-border information products for South Baltic Oceanographic Museums” project to show

Krzysztof Pietraszkiewicz, prezes Związku Banków Polskich 17 , podkreślił: Spadkowy trend akcji kredytowej jest niewątpliwie wynikiem zaostrzenia regulacji przez Komisję

Studia Philosophiae Christianae 14/2,

Moim zdaniem dowodzi to, że tak zwane „nowe chrystologie”, rodzące się w celu przełożenia w nowoczesny sposób dawnej prawdy o Chrystusie, usankcjonowanej przez sobory,