Rapport No. 314
July 1971
LABORATORIUM VOOR
SCHEEPSBOUWKUNDE
TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT
Metingen aan boord van
S.S. "Fina Britannia
door
Samenvatting.
In dit rapport worden resultaten gegeven van enige stuurproeven en golfhoogtemetingen tijdens de eerste uitreis van S.S. "Fina Britannia" ter hoogte van Portugal.
Inhoud.
1.0 Lijst van figuren en symbolen. 2.0 Inleiding.
3.0 De "Weave Manoeuvre". 3.1 Instrumentatie.
3.2 Resultaat.
4.o
Roercommando's bij het varen op de automatische piloot. 5.0 Pull-out manoeuvre.6.0
Eindconclusies van de manoeuvres. 6.1 Instrumentatie.6.2
Meetresultaten 7.0 Golfhoogtemeting.7.1 Meetresultaat.
7.2 Afstandsbereik van de meetboei. 8.0 Naschrift.
Stuurwiel indicator voor "Weave Manoeuvre".
2 Run 1. "Weave Manoeuvre".
3/3
ballast diepgang39'06745'00".
3 Run 1. Vergelijk tussen stuurwiel indicator en de roerhoek.
4 Run 2. "Weave Manoeuvre"
3/3
ballast diepgang39'06745'00".
5 Run3.
"Weave Manoeuvre"1/1 ballast diepgang
43'00749'00".
6 Run
4.
"Weave Manoeuvre"1/1 ballast diepgang
43'00749'00".
7 Run
5.
Histogram van de roerhoeken, varend op de automatische piloot.8 Run
6.
"Pull-out Manoeuvre"15°
bakboord.9 Run
6.
Snelheidsverlies tijdens "Pull-out manoeuvre" 15° bakboord.10 Run 7. "Pull-out Manoeuvre" 150 stuurboord.
Run 7. Snelheidsverlies tijdens "Pull-out Manoeuvre"
150 stuurboord.
12 Run 6 en 7. Koershoeksnelheid tijdens de Pull-out manoeuvres (berekend).
13 Resultaat van Dieudonné spiraalproef voor beladen- en ballasttoestand van een 200.000 tons tanker.
14 Golfhoogte spectra behorend bij de tweede en derde snelheidsrun.
6 = roerhoek in graden.
tP = koershoek in graden.
U = scheepssnelheid in mijl per uur. = koershoeksnelheid in graden per sec.
S(w)
= energie spectrum van de golfhoogte in m2 sec. JJ= in radialen per sec.
2.0 Inleiding.
Zowel van de zijde van Petrofina als van Verolme-Rozenburg is aan het Laboratorium voor Scheepbouwkunde het verzoek gericht om naast enige manoeuvreerproeven, golfhoogtemetingen te verrichten tijdens de offici6le snelheidsproeven van een nieuw op te leyeren supertanker. Op 10 februari j.l. zijn vertegenwoordigers van Petrofina en Verolme ontvangen voor een gesprek in het Laboratorium voor Scheepsbouwkunde, waarbij het meetprogramma in details doorgenomen is.
Het meetprogramma is te splitsen in 2 gedeelten n.l.:
het onderzoek naar de koersstabiliteit waarbij alleen gebruik gemaakt wordt van de bij het schip behorende meetinstrumenten.
De metingen zouden bestaan uit het uitvoeren van de
weave-manoeuvre en de pull-out weave-manoeuvre.
3.0 De weave-manoeuvre.
3.1 Instrumentatie
Omdat het oplossend vermogen van zowel het stuurwiel als de roerhoek indicator te klein was om de weave manoeuvre met kleine roerhoeken uit te voeren is op het stuurwiel een wijzer ge-monteerd met een lengte van 65 cm.
Met behulp van een kistje dat achter de wijzer op degrond stond
is een schaalverdeling gemaakt voor roerhoeken tussen 50 stuur-en bakboord. (Zie fig. I)
Op de bestaande grove schaalverdeling op de stuurmachine is een lineaal aangebracht met eveneens een onderverdeling tussen 50 stuur- en bakboord.
Het aanbrengen van een dunnere wijzer gaf een goede aflees-nauwkeurigheid.
3.2 Het meetresultaat
Bij het varen op rechte koers is de gemiddelde roerhoek ge-schat op 2° S.B.
In figuur 2 is het resultaat gegeven van run I, waarbij de roerhoekverandering + en -30 bedroeg.
Als roerhoek is de op het stuurwiel ingestelde waarde uitgezet.
Het weglopen uit de beginkoers kan enerzijds veroorzaakt zijn
doordat de run te snel begonnen is nadat vooraf een grote
roeruitslag gegeven is (t 25°) en anderzijds doordat de gemiddelde roerhoek (20 S.B.) verkeerd gekozen is.
Gedurende run I is ook de werkelijke roerhoek afgelezen van de
stuurmachine.
In fig. 3 zijn de ingestelde waarde van het stuurwiel en de daar-bij verkregen roerhoek volgens de stuurmachine uitgezet.
Uit figuur 3 kunnen de volgende 2 conclusies getrokken worden: de waarde van de op de brug ingestelde roerhoek dient met een faktor 7/6 vermenigvuldigd te worden om de werkelijke roer-uitslag te verkrijgen.
de reprod uceerbaarheid van de op de brug ingestelde roerhoek is beter dan 0,5 graad.
Op vrijdag 9 april is run 2 opgenomen.(Zie fig.)4) De twee veranderingen t.o.v. run 1 zijn:
het nulpunt van de roeruitslagen is gelegd op 00.
er is voldoende tijd gewacht om te kunnen vaststellen dat de hoeksnelheid C°/sec bedroeg alvorens de manoeuvre in te
zetten.
Bij run 3 en run 4is getracht de "weave manoeuvre" uit te
voeren met 1 graad roerverandering.
De resultaten zijn weergegeven respectievelijk in figuur 5 en in figuur 6.
Run 3 is afgebroken i.v.m. een te grote koersafwijking. Tijdens run 4 zijn extra roermanoeuvres gemaakt om de koers-afwijking niet te groot te maken.
4.0
Roercommando's bij het varen op de automatische piloot.Bij volle beladingstoestand is tijdens één van de snelheidsmetingen gedurende 25 minuten de roerstand opgenomen.
De instelling van de automaat was als volgt:
In figuur 7 is het histogram weergegeven van de op de stuurmachine afgelezen waarden.
rudder : 3
counter rudder : 3
5.0
Pull-out Manoeuvre.Direkt na de snelheidsmetingen is de eerste "pull-out manoeuvre" uitgevoerd.
Het roer werd op 150 B.B. gelegd en nadat de koersverandering 110° bedroeg op 1° S.B. terug gebracht.
Deze 1° S.B. zou de gemiddelde roerstand moeten zijn bij rechtuit varen.
In figuur 8 is de koersverandering tegen de tijd uitgezet bij de
150 B.B. "pull-out manoeuvre".
Het bijbehorende snelheidsverlies is uitgezet in figuur
9.
Nadat het schip opnieuw op snelheid gebracht was is de manoeuvre naar stuurboord uitgevoerd.
In figuur 10 is de koersverandering uitgezet tegen de tijd bij de
150 S.B.-manoeuvre.
Figuur 11 laat het bijbehorende snelheidsverloop zien.
In figuur 12 is voor beide manoeuvres de uitgerekende hoeksnelheid uitgezet tegen de tijd.
Omdat aan boord direkt na de 150 B.B.-manoeuvre de koersverandering tegen de tijd uitgezet is, kon een indruk verkregen worden over de kwaliteit van de opname.
De indruk bestond dat de hoeksnelheid bij het beeindigen van de manoeuvre nog niet constant was. De S.B.-manoeuvre is daarom langer
aangehouden.
6.0
Eindconclusies van de manoeuvres.6.1
De instrumentatieHet is mogelijk om met enige improvisatie en met gebruik van de aan boord reeds geTnstalleerde apparatuur een aantal een-voudige manoeuvres uit te voeren.
Er moet echter van uitgegaan worden dat het oplossend vermogen van de aanwezige instrumenten te klein is.
Met een fijnere verdeling en een dunnere naald op de lineaal van de stuurmachine is een goede aflezing mogelijk op
t 0,10.
Op de brug moet een oplossing gezocht worden om de aanwijzing
van de roerstand te vergroten.
Hiervoor dient of de originele roerstandaanwijzer uit het huis
genomen te worden om de wijzer te verlengen of er moet een
lange wijzer bevestigd worden aan de helmstok of het stuur-wiel.
Deze laatste oplossing is te zien in figuur 1. In alle gevallen moet de overdracht bepaald worden tussen het afleesinstrument
en de stand van de stuurmachine.
Opmerking:
Tijdens de manoeuvres is de aanwijzing van de koersgyro elke 10
seconden afgelezen.
6.2
De meetresultatenUit de resultaten kan de conclusie getrokken worden dat de beschreven manoeuvres nog goed uitgevoerd kunnen worden onder condities
waar-bij de windkracht 4 B.F. en de zeegang 4 bedraagt.
Voor de nauwkeurigheden van de opgenomen signalen kunnen de volgende waarden gehanteerd worden:
roerhoek : 0,5 graad
koershoek : 0,5 graad
koershoeksnelheid : 0,05 graad/sec.
Uit de "weave-manoeuvre" bij ballast blijkt dat het schip ook bij kleine roerhoeken goed reageert, zodat verondersteld mag worden dat het schip onder deze condities stabiel is.
Voor de beladen toestand zijn de "pull-out manoeuvres" beschik-baar.
Hoewel, zoals in figuur 12 te zien is, de bakboord-manoeuvre te wensen overlaat, kan de hoogte van de hysteresis-lus, die het verband aangeeft tussen de roerhoek en de koershoeksnelheid,
be-paald worden op + en -0,17°/sec.
Van de breedte van de lus zijn door het ontbreken van "weave-manoeuvres" in geladen toestand, geen gegevens bekend.
Als vergelijking zijn in figuur 13 de waarden gegeven van een
eerder gemeten supertanker.
Met het nodige voorbehoud kan een gelijkenis van het gedrag
7.0 De golfhoogtemeting.
7.1 Het meetresultaat
Tijdens de eerste officiële snelheidsrun op 10 april 1971 is om 9.51 uur de golfhoogteboei gelanceerd.
Doordat tijdens de opname van het meetsignaal de marconist van de Fina Britannia veelvuldig van de scheepszender gebruik maakte, waardoor de ontvangst van de meetboei onmogelijk werd,
zijn van de eerste snelheidsrun geen gegevens beschikbaar. Radiostoring is ook geconstateerd bij het begin van de tweede snelheidsrun.
Een bruikbare registratie werd gemaakt tussen 11.30 en 12.15 uur.
Het energie spectrum van deze run is weergegeven in figuur 14.
De waarde van de bijbehorende significante golfhoogte is 2,48
meter.
Gedurende de derde snelheidsrun kon een bruikbare opname ge-maakt worden tussen 14.20 en 15.05 uur.
Het resultaat is eveneens weergegeven in figuur 14.
De significante golfhoogte gedurende deze run was 2,12 meter.
Om 16.50 uur werd de boei opnieuw ontvangen maar uit het resul-taat moet geconcludeerd worden dat de batterijen in de golf-boei uitgeput waren.
Uit het resultaat van de opnamen tijdens de tweede en derde snelheidsrun moet geconcludeerd worden dat de verbinding van de stabilisatie-staart met de boei kort na het lanceren verbroken is.
Het gevolg hiervan is dat de voorflank van het energie spektrum
niet uit de meetgegevens bepaald kan worden.
In figuur 14 is i.v.m. bovenstaande de voorflank van het spektrum als onderbroken lijn aangegeven.
7.2 Het afstandsbereik van de meetboei
Bij het wegvaren van de meetboei waarbij de positie op de
Decca kaart geplot is, bleek dat het ontvangst bereik 8 mi ji
9.
Na de uitloop van de eerste snelheidsrun en een koersverandering van 1800 was een goede ontvangst mogelijk op een afstand van t 15 mijl.
Het verschil in bereik moet verklaard worden uit de plaats van de ontvangantenne en de schoorsteen van het schip t.o.v. de meetboei.
In het geval dat de schoorsteen zich tussen de ontvangantenne, die zich op het dak van de navigatie brug beyond, en de meetboei
beyond is de afscherming zodanig dat het afstandsbereik nagenoeg
gehalveerd wordt.
In voorkomende gevallen dient met de plaats van de ontvang-antenne i.v.m. bovenstaande rekening gehouden te worden.
8.0 Naschrift.
De schrijver is erkentelijk voor de assistentie voor en tijdens de metingen van de heer R. Onnink van het Laboratorium vcor Scheeps-bouwkunde en de prettige samenwerking die ontvangen werd van de
vertegenwoordigers van Petrofina, van Verolme Verenigde Scheeps-werven en van de officieren aan boord van de Fina Britannia.
340 320
o
oto
8 280 4 260 0 2400000
o HELM3° (W1EL)
o o 0 o 0 o 2 4 o o o o o o o o o o o o o KOERS 3 o o o 0 o 1312
Item 2. Bin 1. atisavomissosuvre"
3/3ballast, dlepitaniff
39/06"/43600,*minuten
o o o o O o o o o o o o o o o2
JI
ROER HELM (WIEL)-
t--6 ____L
Flour 3. Run 1. Vougolift tugs= stuurviel ludisator en de resthoft.
10
L
o
4
alinden
ilwar 4. RUIN 2. Nosve-manoeuvre" 3/3 balaste dimmag 39'06"/45'OOP.
220 cja. lh 200
o o o o
o o o o o..
KOERSso
o o o o oo o o o o o o
o.
o 10 e 4 o 104 220
o oto .9.
0 200
4 180
8 160 mi nut enNam 5. Rms ). '41save-mmioeuvre" 1/1 ballast, dioxin* 4)00°/49'00".
,_
1° HELM
I I I I1..1
o o I 0 0 0 -0 0 0 0 _ 0 KOERS0
o oo 000
minuten
rigs= 6. Rea 4. islissimimosem. 1/1 asilagia ainsers 43001/4900's
:2
0 4 8 200 180 160r1°
HELM 0000 o o o o 12 16 o oo.
o
o o o ° oKOERS o0o
6° B.B.
N=180
0
10
2.0
10
-el-
60S.B.
ileums 7. Run 5. Histogram an de roorhooken varsnd op do antosatiedbe
20 320
op %-240 160 80 o o o o 1. 4111 11== o o o. oL..
HELM o o o o o o o 12 o o o KOERS 20 24 2 o o of
Flom 8. Run 6. elitill.out misawouvre" l5h1P bakboord
minuten
8 o o o o o o12
8
o
nanuten
liguur 9. Run 6. 8nolhoidaverlies tijdona oPull.out ammeemin*
lebildment.
000
o os 0 0 00 0 o 0 000 40o
0.0
000
00"
0 00 o"0°000
e e 00
00 0 000 00
0 000
o 0 i v I I I I I I I 0 4 6 12 16 20 24 280 360
so
160240
320
40
111.F15° HEW
o o o o ,KOERS o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o o 3 o oIleum 3.0.. Run 7. "PoUolit manoinmea 150 stataboord.
nuten
2
2 6 24
2
o
16
z 1 2
4
o
----.r. minuten
Pipar 11. Run 7. enelheideverlias tijdons "Pull.out minonive
1,0 stuurboord.
0000
O00
0 0 00 a_
0 00 o o 010
o 0 0 o o po o ooo o
0°
0..
00
09
0000 i
o°
°Oo0.00)o
o o O
0.0
O e o 100 O O_
_
1 I I I I .I l I 0 4 8 12 - 16 20 24i-0.4 0.2 o O o o o o o o o o 0 0 o 0 o o 0 o O
Plasm 12. Run 6 en 9. Roerehoetandhold tljdons "Pall.out manoeuvres minuten
(berekend)s o 4 0.2 o o
-04
o 4o o
O D (1.6e
12 0 0 0 O 0 0O00
0 o o o 24e
O o oo o
o o o 6SPIRAL TEST FULL CONDITION.
SPIFIAL TEST BALLAST CONDITION.
Meer
13. Resultant van Diendonnd epirealproet roar baled's-on
ballast tosetand van een 200.000 tons tanker.o
--....DL_
00.
Or
i "sec _____I 0.1 0 . -12 -10 S. B. -9 -6 -4 1-2 i I I 49
ID PORT 12, I 1o
-a2
I I I0
o
lo00
-0.4 Oo
0.4 03 r 1:12 Vsec.o
Oa
0.1 o 12 -19 S.13. -9 -6-4
-2 0o 2
46 649
PORT 1i1-03
-Oh
0.10
o
snelheidsrun 2
H1h= 2.48 m
3 H343 = 2.12 m
04
08
1.216
2.024
flour U. Oolthooite spectra bohemia bij di tweeds en duds
inelheidarun.
2.8