• Nie Znaleziono Wyników

Universele definities voor hoofdafmetingen en coefficienten van vissersschepen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Universele definities voor hoofdafmetingen en coefficienten van vissersschepen"

Copied!
27
0
0

Pełen tekst

(1)

OnderafdeEÍ,

Hogeschol DOCUMENTATIE j:

/(

DATUM:

DIRECTIE VISSERIJEN

Afdeling Technisch Onderzoek

FISHERIES DIRECTORATE

Technical Research Department

Lab. y. Scheepsbouwkunde

Technische Hogeschool

Deift

2. 913

(2)

AFDELING TECHNISCH ONDERZOEK VAN DE DIRECTIE VAN DE VISSERIJEN

Universele definities voor

hoofd-afmetingen en cofficinten van

vissersschepen

F. de Beer

(3)

I N I-I O U D

Universele definities voor hoofdafmetingen en cofficinten vari vissersschepen

I Hoofdafmetingen 3

II Inhoud en opperviakken 7

III

Cofficinten

7

IV Dekken, bovenbouwen, enz. 8

Opmerkingen 11

Referenties 13

i3ijlage I: INCO-rapporten 14

Bijiage II: Figuren i tot en met 11 16 Pag.

(4)

-2-Ini ei ding

Op de 11e bijeenkomat van de

IMCO*

Subconamiasie voor de

Veiligheid van Vissersachepen werd

can vooretel met

be-trekking tot de universale definities

voor

vis.ersache-pen aanvaard.

De taak die de Subcommissie enige Jaren geladen

op zich

narn was niet eenvoudig. Dit werd onderinoer veroorzaakt

door hat grote aantal reeds bestaande definities n door

hat toit dat de vormparameters van eon visseraschip zich

nu eanmaal rnoeiiijk laat definiren. Daar echter de

internationale uitwisseiing van informatie over

vissera-vaartuigen de laatate jaren sterk toeneernt, bleak

duide-luk de noodzaak tot hat kornen

van universale definities

orn het de betrokkenen rnogelijk te znaken

gagavens an

programma'. van vissersachepen te vergelijken

en uit te

wisselon.

Door Nederiand werd ook een bijdrage geleverd.

Rekening

werd gehouden met bestaande definities.

Men denke alleen

maar aan de conventies, nationale voorachriften

en

cias-sificatiebureau's, maar ook aan de bestaande

praktijk

van werven en ontwerpbureau's (DICO-rapport PFV 1X15/1).

Hot uiteindelijk resultaat moet worden gezien als een

"optirnaa.i. compromis". Vele ideen zijn in

het

uiteinde-lijk aanvaarde rapport verwerkt.

Het is de wens en de verwachting van DICO dat de

defini-ties ingang zullen vinden bu

alle instanties die zich

bezighouden met de visserij in het algemeen

en met het

ontwerpen van vissersschepen in het bijzonder.

Ook FAO*

zal zijn lidataten adviseren de definjties

toe

te passen orn in de toekomat verzekerd te

zijn van

uni-versed

gebruik.

*

IMCO: Inter-governmental Maritime

Consultative Organizatiot

*

FAO :

Food and Agriculture Organization of the United

Nations.

(5)

-3

Unjversele definities voor hoofdafrnetingen en cofficinten

van vissersschepen

I. Hoofdafmetinen

Standaard waterlijn is de waterlijn op een diepgang

van 85% van de holte midscheeps en evenwijdig aan

de

constructie waterlijn van een vaartuig.

Indien de constructie waterlijn niet bekend is,

wordt de standaard waterlijn loodrecht genomen op

het v-lak van schotten en spanten.

Het waterlijnvlak gedefinieerd door de standaard

waterlijn moet worden genomen als de abscis voor

alle scheepsbouwkundige berekeningen, tenzij anders

is vermeld.

In de hierna volgende tekst betekent "vertikaal" en

"horizontaal" loodrecht en evenwijdig aaii de

stan-daard waterlijn (zie fig. i en 2).

Achter- en voorloodlijnen zijn vertikale lijnen

welke een snijpunt hebben met de standaard

water-lijn:

op de binnenkant van de huidbepiating van bet

achterschip respectievelijk de voorsteven van

een vaartuig met een rnetalen huid, of

op de achterste sponning van de achtersteven

respectievelijk de voorste sponning van de

voor-steven van een vaartuig met een huid van elk

ander materiaal of van een compositie vaartuig.

(Zie figuur 3.)

Noot (vertaler)

Bij constructies van schepen die niet zijn gebouwd van

metaal of hout of van een combinatie van beiden, maar

van bijvoorbeeld ferro-cement of polyester, moet

de

ge-bruiker zeif een keuze rnaken van de toe te passen tekst

voor de bovengenoemde definitie.

(6)

Sub 2

Achter- en voorordinaten ziJn da loodlijnen van elke andere waterlijn, evenwijdig aan de atandaard achter- en voorlöodlijnen an ged.finieerd ala in bovengenoemde tekat (zie figuur

3).

Langte (L) la de afatand tusaen de eluden van eau vaartuig. Elke apecifieke lengte 'wordt voorzien van een index, te waten:

L3 - atandaard waterlijn lengte; horizontale afatand tusaen de loodlijnen.

- w-aterlijn lengte; de afstand tussen achter- en voorordinaten.

Loa- langte over alles; horizontale afstand tussen de extreme emden van een vaartuig.

(Zie figuur 1f)

Breedte (B) is de maximum breedte gemeten: op buitenkant spant van een vaartuig met een metalen huid; of

op de buitenkant van de romp van een vaartuig met een huid van elk ander materlaal of een compositie vaartuig (zie ook noot op pag. 3). Elke specifieke breedte wordt voorzien van een index, te weten:

B5

-

standaard waterlijn breedte; maximum breedte op de standaard waterlijn.

Bw - waterlijn breedte; maximum breedte op een 2)

waterli jn.

B - breedte midacheeps; breedte op een

water-111

2)

lijn midscheeps.

Boa - breedte over alles; grootste breedte van een vaartuig gemeten tot de buitenkant van het rompopperviak.

(Zie figuur

5.)

_1k

1) Zie opmerklngen.

(7)

-5

Holte (D) is de vertikale afstand in de zijde gemeten van de bovenkant van de dekbalken van het vrijboord deic tot de kiellijn, plus de minimum dikte van het dek met eventuele dek-bekleding.

Elke specifieke holte wordt voorzien van een index, te weten: D - minimum holte. min D - holte midscheeps. m Df - holte op de voorloodlijn. Da - holte op de achterloodlijn. (Zie figuur

6.)

Noot (vertaler)

In het ontwerpstadiuzn is in het algerneen de dekdikte en de dikte van de dekbekleding niet bekend.

Het is ook niet de gewoonte in Nederland orn de holte op deze manier aan te geven. De holte kan daarom worden aangegeven zonder deze waarde als:

H - minimum holte. min H - holte midscheeps. H - holte op de voorloodlijn. Ha - holte op de achterloodlijn. (Zie figuur

6.)

Diepgang (d en T) is de vertikale afstand van een waterlijn tot de kiellijn.

Elke specifieke diepgang wordt voorzien van een index, ta weten:

dm - diepgang midscheeps.

- diepgang op de voorloodlijn. da - diepgang op de achterloodlijn.

T1. - diepgalig op de voorordinast van een wateriijn. Ta - diepgang op de achterordinaat van een wateriijn.

(Zie figuur

7.)

(8)

-6

Vrijboord (f) is de afatand in de zijde gemeten van de onderkant van het vrijboorddek tot een waterlijn, plus de minimum dikte van het dek met eventuele dek-bekieding.

Elk specifiek vrijboord wordt voorzien van een index, te weten:

f - werkelijk minimum vrijboord. min

f - vrijboord midacheepa.

- vrijboord op de voorloodlijn. - vrijboord op de achterloodlijn. (Zie figuur

8.)

Midscheeps (index in) is het midden van de lengte van de standaard waterlijn.

(Zie figuur 9.)

Kiellijn is een lijn evenwijdig aan de kiel. De lijn gaat midscheeps door:

de top van de kiel of door het snijpunt van de binnenkant van de huidbeplating met de kiel (staf-kiel welke doorloopt boyen die lijn) van een

vaar-tuig met een metalen huid; of

de laagste sponning lijn van de kiel van een vaar-tuig met een huid van elk ander materiaal of een compositie vaartuig (zie ook noot op pag. 3). (Zie figuur 11.)

10. Basislijn is de horizontale lijn welke de kiellijn rnidscheeps snijdt.

(Zie figuur 10.)

(9)

7

1. Volum. van hot vaartuig

(V) is het totale volume

van de romp onder eon waterlijnvlak gem.t.n tot:

buitenkant spant van ecu vaartuig met eon metalen

huid, of

buitenkant huid incluai.f het volume van de kiel

van een vaartuig met een huid van elk ander

mate-riaal

2. Opperviakte volpens de mal la eon aanduiding voor

de wijze waarop gerneten wordt, te weten:

binnenkant huid van een vaartuig met een inetalan

romp, en

buitenkant huid van een vaartuig met een romp

van elk ander materlaal.

6)

3. G..rootspantoppervlak

(Am)

het opperviak van eon

vertikaal viak midecheeps loodrecht op de standaard

waterlijn, gemeten tot de waterlijn.

k. Waterlijn opperviak (Au) is het opperviak

van eon

waterlijn volgens de mal (zie 2.).

III Cofficinten

Blokcofficint

Cb

= L

d

w m ni

Indien het opperviak tot ceri waterlijn van een

andere doorsnede groter is dan hei opperviak

mid-acheeps, dan rnoet de diepgang van deze doorsnede

d

vervangen en de maximum breedie van die

door-anode 13

m

Grootspantcofficint

Cm

B.d

Indien het opperviak tot de waterlijn van eon

andere dooranade groter is dan hot midscheeps

oppervlak A_ dan moot dit grotere oppervlak

mot de daarbij bohorend. diepgang en maximum

(10)

V

-Prismatiech. cotficint C =

p A

.L

pC

fi w m

Indien het opperviak tot de waterlijn van een andere doorsnede groter is dan het opperv-lak mid-scheeps dan moet dit het opperviak van deze door-snede A vervangen.

ni

Waterljjncofficint

cw Ar

L

.B

w

w

Standaardcofficinten zijn de cofficinten welke

van toepassing zijn op de rompvorm bij de standaard waterlijn (L8).

IV Dekken bovenbouwen1 etc.

1. Vrijboorddek8 is in de regel hot bovenste door-lopende dek, blootgeateld aan weer en wind en voor-Zion van permanente middelen tot afeluiting van alle openingen in de aan weer en wind blootgestelde ge-deelten en waarbij alle openingen in de zijden van het vaartuig onder dit dek permanente iniddelen tot waterdichte afaluiting bezitten.

In een vaartuig met een verepringend vrijboorddek wordt de laagste lun van het blootgestelde dek en

de voortzetting van die lijn evenwijdig aan het hoogete gedeelte van dat dek beschouwd als het vrijboorddek.

Een lager gelegen dek kan worden besternd als het vrijboorddek, mite het een compleet en permanent dek is, doorlopend in langsacheepae richting en

ten minste aanwezig is tussen de voortetuwings-ruimten en de piakechotten en ononderbroken over de gehele breedte.

Wanneer dit lagere dek verspringt, wordt de laag-ate lijn ev.nwijdig aan hot hoogete gedeelte van het dek genomen als het v-rijboorddek.

(11)

-9

Wanneer zo'n lager dek wordt besternd als vrijboord-dek, wordt het gedeelte van de romp boyen het vrij-boorddek beschouwd als een bovenbouw.

2. l3ovenbouw is een overdekte constructie op het vrij-boorddek welke zich van boord tot boord uitstrekt of waarvan de zijbeplating niet meer dan 4% van de breedte over alles naar binnen verspringt.

Een gesloten bovenbouw is een bovenbouw met:

waterdichte eindschotten van geschikte constructie, toegangsopeningen,

ten welke voorzien weer en winddichte

indien aanwezig, in die schot-zijn van permanent aangebrachte deuren met een sterkte gelijk-. waardig aan een ononderbroken constructie, welke aan beide kanten kunnen worden hediend, en

alle andere openingen in de zijden en de emden van de bovenbouw, voorzien van geschikte weer en wjnddjchte middelen ter afsluiting.

Een verhoogd achterdek wordt bescouwd als een bovenbouw. Een brug of een kampagne zal niet

bcschouwd worden als gesloten, tenzij het te allen tijde voor de bemanning niogelijk is via andere wegen voortstuwingsruimten en werkplaatsen te be-reiken wanneer de openingen in

ten zijn.

de schotten

geslo-Het bovenbouwdek is het complete of gedeeltelijke dek van de top van een bovenbouw, dekhuis of andere constructies, gesitueerd op een hoogte van niet minder dan meter boyen bet vrijhoorddek.

3.

iloogte van een bovenbouw of andere constructie is de kleinste vertikale afstand gemeten in de zijde van de bovenkant van de dekbalken van een boyen-bouw of constructie tot de bovenkant van de dek-balken van het vrijboorddek.

(12)

lo

-tf. Weer en winddicht betekent dat in wat voor zee-conditie dan ook geen water in het vaartuig kan doordringen.

5. Waterdicht is een afsluiting die voorkornt dat water in de bovenbouw dringt bij een druk die overeenkomt met een kolom water tot het boyen-bouwdek.

(13)

Oprnerkingen

De tekst van het INCO-rapport is vrij vertaald uit het Engels in hot Nederlands, behalve de diverse symbolen. Deze zijn niet vertaald orn het universele karakter van de defjnjtjes te behouden.

Opnierkingen bij de tekst

De definitfes van een achter- en voorordinaat zijn speciaal op verzoek van FAO aangebracht. Er kan ver-wacht worden dat de Nederlandae ontwerper deze

"ordinaten" niet zal gebruiken.

Op de standaard waterlijn is B8 gelijk can B. Indien op de standaard waterlijn de grootste br.edt.

aid-scheepa is, is B_ gelijk aan B1.

D. definities van Ta en T1 zijn ev-encens op versoek van FAO aan.gebracht. D. Nederlands ontw.rp.r zal doze echter niet gebruiken, doch hiervoor in de pleats de diepgangen volgens de diepgangsmerken

nemen naast d. diepgangen op de standaard loodlijn.n.

!) Net het "werkelijk min. vrijboord" wordt bedoeld:

het min. vrijboord van een schip bij een bepaalde beladingstoestand en niet het min. vrijboord van een vaartuig volgens de wet of conrentie.

Onder hot volume van een schip nioet worden verstaan de waterverplaatsing in zoet water (s.g. 1,0). Voor metalen schepen: zonder huid of aanhangsels.

In de Engelse tekst worden twee definities gegeven voor het grootspantoppervlak, te weten het groot-spantoppervlak tot het dek (geen symbool) en het grootspantopperirlak tot een waterlijn (Am)

De eerstgenoemde definitie is niet opgenornen in de telcst orn verwarring te voorkomen. In de Engelse tekst wordt de tweede definitie aangeduid als "immersed midship section area" orn onderscheid te kunnen maken.

(14)

12

-Een definitie van het langsscheepsoppervlak (centre-line plane area, A) is in de Nederlandse vertaling weggelaten, omdat deze als zodanig nooitwoxdt ge-bruikt.

In Nederland wordt wel het "lateraal opperviak" gebr-ulkt. Dit is het langsscheepeoppervlak plus het roeropperviak, straalbuis, enz.

Indien cofficinten moeten worden gebruikt voor

statistisch onderzoek is h.t san te bev.len de z.g.

.tandaard cofticinten te gebruiken en waarbij de cotficinten zijn bepaald met de afmetingen

midscheeps. Dus niet ter plaatse van de grootate doorsnede tot de standaard waterlijn.

Bij vaartuigen met ¿n dek (kotters en de kleinere zijtrawlers) is dit dek het z.g. vrijboorddek. F3ij vaartuigen met twee dekken (hektrawlers) is tegenwoordig meestal het tweede dek het

vrijboord-dek.

Verhoudingen van hoofdafmetingen, enz. worden dus bepaald tot dit dek. Ter algemene informatie kan het ook belangrijk zijn bij vissersvaartuigen met twee dekken, het bovenste dek in de informatie te

verwerken.

(15)

-Referenties

Unified Definition8 of Main Particulars and Other Properties of Fishing Vessels.

INCO PFV XI/13, Annex IV (Report on the Maritime Safety Committee)

(Zie ook bijiage I)

13

(16)

-Bijiage I

IMCO "papera" wolke hebben bijg.dragen tot de totstandkoing 14

15 -van univsrs.le definitj.s voor viss.rssch.p.n

Suery of proposals on unified definitions PF'V Vu/lu U.S.A.

Rovisd proposal on unified definitions PFV VIII/9 U.S.A.

Proposed unified definitions PFV VIII/W.P.3

INCO Wrkgrop

Com.nts on unified definitions PF'V 1X/5

Zweden

Couients on unified definitions PFV 1X/5/1 Nederland

Comients on unified deflñitiona PFV 1X15/2 U.S.S.R.

Sumnuiry of comments received PFV IX/W.P.l

INCO Secretariaat

Redraft on unified definitions PFV X/3

U.S.A.

. Redraft on unified definitions PFV X/3/1 U.S.S.R.

Proposed amendments to redraft of unified

definitions PFV x/w.P.4

U.S.A./TJ.S.S.R.

Unified definitions of ¡nain particulars

and other properties of fishing vessels PFV XI/5 INCO Secretarjaat/Nederlarid Idem PFV XI/5/rev. i INCO Secretariaat/Nederland Idem PFV XI/5/l U.S. S. R. Idem PFV XI/.P.2 DICO Werlcgroep

(17)

15

-Unified definitions of main particulars

and other properties of fishing vessels PFV XX/V.P.2 corr. INCO Werkgroep

Comments on unified definitions PFV/89 Noorwegen

Comments on unified definitions PFV/89 corr. i Noorwegen

Comments on unified definitions PFV/123 Japan

Comments on unified definitions PFV/123 corr. ] Japan

Definitions for wooden and steel vessels PFV/l2 Zweden

Comments on unified definitions PFV/128 W. Duitsiand

Comments on unified definitions PFV/136 FAO

Comments on unified definitions PFV/156 Japan

Comments on unified definitions PFV/180

Noorwe gen

(18)

-Bijiage II

16

--

Het construeren

van

de standaard watarlijn

- Standaard waterlijn

'Achtsr- en voorloodlijnen en ordínaten

- Lengte - Breedte - Holte - Diepgang - Vrijboord - Midscheeps - Basislijn - Kiellijn 17 -Figuur 1

Fiunr

2 Figuur 3 Figuur ti Figuur 5 Figuur 6 Figuur 7 Figuur 8 Figuur 9 Fignur 10 Figuur 11

(19)

17

-Het construeren van de atandaard waterlijn (figuur i)

Bepaal de constructie waterlijn (of een lijn loodrecht op het viak van schotten en spanten);

Trek twee of drie lijnen evenwijdig aan deze waterlijn; Bepaal een 85% D- en een --L-kromme;

Een lijn getrokken evenwijdig aan de constructie water-lijn door het snijpunt van bovengenoemde krommen is de standaard waterlijn.

(20)

Benaming

Auteursrecht voorbehouden volgen: de wet

('4Cr) Schaal Getekend Gecontroleerd Formaat

A4

Gezien Rangschikmerk FIG.1

18-D

-v

L.

T

(21)

STANDAARD WATERLIJN

19-midscheeps

midscheeps

B.naming Gecontroleerd Gezien Formaat Rangschikmerk Schaal

Auteurtrecht voorbehouden volgens de wet Getekend

(22)

Benaming

ACHIEREN VOORLOODLIJNEN

EN

ORDIN ATEN

achterordinaat

mefa len huid

huid van elk ander materiaal

Schaal

20-voorordinaat j Gecontroleerd Formaat

A4

Rangschikmerk FIG.3

Auteurirecht voorbehouden vogene de wet Getekend Gezen

(23)

LENGTE. (L)

21-Benaming BREEDTE (B) Form aat Rangschikmerk

FIG.4 EN5

A4

Schaal Gecontroleerd Gezien

(24)

HOLTE (D)

HOLTE (H)

22

Benaming

Auteursrechc voorbehouden volgens de wst

Schaal Gecontroleerd Getekend Gezien

Formaat

A4

FIG.6

(25)

Benaming

DIEPGANG (d)(T)

VRIJBOORD

(f)

23-Formaat Rangschikmerk

A4

FIG.7 EN 8

Auteursrecht voorbehouden voIgen de we Getekend Gezien Schaal Gecontroleerd

(26)

I MIDSCHEEPS

index

-m-Benaming BASIS L IJ N 1/2 Ls

24-midscheep 1/2 L Formaat Rangschikmerk FIG.9 EN1O

A4

Gecontroleerd Schaal Gezien

(27)

KIEL L IJ N

mefalen huid

huid van elk ander materiaQi

25-Benaming

Auteurirseht voorbeheuden volgens de wet

Schaal Getekend Gecontroleerd Gezien Formaat

A4

FiGli

Rangschikmerk

Cytaty

Powiązane dokumenty

Podejmując rozważania dotyczące Strategii Cyberbezpieczeństwa RP jako przejawu polityki administracyjnej, już na wstępie należy odnieść się do tego, czym jest owa

W celu sprowadzenia obliczeń do jednej wartości dla składowych rotacyjnych i jednej war- tości dla składowych translacyjnych, dla każdego z analizowanych wstrząsów wyznaczono

Standardowa chemioterapia jest wystarcza- jącą formą leczenia wtórnych chłoniaków oczodołu, zapewniającą u większości pa- cjentów trwałe ustąpienie nacieku w oczo-

Druga międzynarodowa konferencja, organizowana co trzy lata, z cyklu „Wczesne wieki chrześcijaństwa” odbędzie się na Australijskim Katolickim Uniwersytecie w Bris- bane

Drugim punktem spotkania był referat dr Adama Izdebskiego (UJ), który również w swych tytule zawierał pytanie: Czy Bizancjum było odporne na zmia- ny klimatu? Przegląd badań na

Organizacja oraz warunki pracy kancelaryjnej jednostek Policji Państwowej powiatu chełmskiego w latach 1919-19391.. Z akres poruszonego w tytule zagadnienia badawczego, w

In Paris, contemporary parks and gardens not only express new forms of nature, they also form part of a green infrastructure network in their own right.. As a series

With the advent of using flexible kites for extracting wind energy and propelling ships, kite design is moving out of the ”comfort zone” and certain design rules of thumb do not