r
I Ih,.
.
..;
4
IT L .5. Il*
''
.5 .5 IS-..' !.i
HR. MS. MARKUM EN OPVARENDEN CENTRAAL IN ZEEZIEXTE ONDERZOEK:
KOTSEN OP COMMANDO IN BELANG
VAN DE WETENSCHAP...
'Even een luchtje
schep-pen .
..'. Met een asgrauw
ge-laat en een hand angstvallig
voor de mond geperst haast het
'siachtoffer' zich, wat
veront-schuldigingen voor zich
uitsta-melend, in half ineengedoken
houding via de dichtstbijzijnde
trap zo snel mogelijk naar
bui-ten
. . .Eenmaal bovendeks op
bet zwaar stampende schip is de
valreepsnelgevonden
. .. en
voltrekt zieh het aloude
'ri-tueel'
. . .Ditmaal is het een
'nassi' van overigens
onbespro-Maar zeeziekte kan nog heel wat ande-re, rninstens even vervelende of nog
onaangenamerverschijnselen of ge-voelens oproepen. Angst,
benauwd-heid, slapte in de benen, ademnood,
draaierigheid, boeren, moeheid, tijde-lijkeslechtziendheid, snellere hart-slag, stijfheid van vingers of armen, orn ermaareenseen paarte noemen. Sommigezeezieken raken totaal van
slag en komen in een soort
droomtoe-stand te verkeren . . Kortom, de
ge-volgen van zeeziekte kunnen voor wie
er door wordt getroffen knap lastig zijn. Niet alleen trouwens voor het siachtofferzeif, maar ookvoorzijn
orn-geving, het schip en de bernarìning
waar hij of zij jeel van uitrnaakt. In het
ergste geval is iernand geruime tijd uit
ken kwaliteit die geheel tegen de
bedoeling van de 'consument'
zijn weg naar de vissdn
vindt
. . .\Vie zichzeif niet
on-middellijk in deze toestand van
malaise heeft herkend, is er
on-getwijfeld tijdens een vaartocht
wel eens getuige van
ge-weest
. . .Eén van de niet
al-leen voor het siachtoffer maar
ook voor zijn directe omgeving
niet altijd even smaakvolle en
meest in het oog springende
verschijnsel en van zeeziekte is
wel het braken, hei koisen
de roulatie. En aan boord van eenope-rationeelmarineschipteltdatdeste
meer. Onder bepaaldeomstandighe-den zou de verminderde inzetbaarheid van personeel verv&ende tot zelfs
fa-tale gevolgen kunnen hebben
Bewegingsziekte
Vandaar dat er, mede in opdracht van
de Koninklijke marine, wetenschappe-lijk onderzoekwordtverricht naar de
oorzaken en de gevolgen van zeeziekte en naar de mogelijkheden orn de effec-ten ervan te verminderen en de
gevoe-ligheid ervoor alineen vroeg stadium
te kunnen voorspellen. Zeeziekte is bij
het lnstituutvoor Zintuigfysiologie
van TNO in studie in het kader van een
breder onderzoek naar
bewegings-ziekten in het algemeen. Want zee-ziekte is een bewegingszee-ziekte. Net als
luchtziektewaarrnee bijvoorbeeld de
Koninklijkeluchtmachtwordtgecon-fronteerd en wagenziekte waardoorrneerijders in auto's of bussen wel
eens worden geplaagd..
Eigen lijk is iedereen er gevoelig voor
als de irriterende beweging maar sterk
gerìoeg is. Alle bewegingsziekten heb-ben gemeen dat zu ontstaan doordat
de visuele iriformatie, het
gezichtsver-mogen dus, en de informatie van de
evenwichtsorganen niet op elkaar zijn
afgesternd. En wie nooit gevaren, ge-vlogen of auto heeft gereden, heeft de
nare gevolgen daarvan wellicht ooit
opgedaan in kermisattracties als de 'Octopus' waarbij je maag zich door de
vele tegengestelde bewegingen in de
rondte, omhoog en omlaag het ene
moment in je keel en even laterinje schoenen lijkt te beviriden.
Mon dj es ma at
Als vorm van bewegingsziekte
iszee-ziekte het meest bekend. Het is altijd al als een nadeel ervaren, maar onder-zoek werd er tot nu toe maar
mondjes-maatnaargedaan.
'Dathadverschil-lende oorzaken, variërend van de ont-kenning van het bestaan van het pro-bleem onder het motto 'een echte man is niet zeeziek' of 'het gaat wel over',
tot de overtuiging dat hetveschijnsel
te complex is orn er een zinnig woord
over te zeggen',aldus mevrouw ir. M. Dijkstra van de afdeling Scheepsbouw van de directie Materieel Koninklijke marine, die hetzeeziekteonderzoek bij de marine coördineert.
Dat er wel degelijk een probleem be-staat wordt keer op keer onder de
aan-dacht gebracht door marine-artsen die betrokken zijn bij
afkeuringsprocedu-res op grond van chronische zeeziekte. En voor de Koninklijke marine als
or-ganisatie, maar ookvoor hen die zich
bij de KM aanmelden voor een zeeva-rend beroep zou het alleszins nuttig kunnnen zijn in een vroeg stadium te weten of ersprake is van zeeziektege-voeligheid. De organisatie zou het een
flink bedrag aan opleidingskosten
kunnen besparen, en de betrokken as-pirant zeevarenden een desillusie in
Hoe 'scheef' de zaken af en toe kunnen gaan laat deze opname zien vanaf het Iuchtverdedigingsfregat Jacob van
Heems-kercktijdens een proeftocht in noordelijke wateren
een te laat stadium van een carrière. En zeeziekte komt veel vaker voor dan men misschien zou denken, ook onder de echte zeebonken. Het zijn echt niet alleen de landrotten, die een dagje uit op een op de golven stampend schip met de nare gevolgen ervan moeten
bekopen, ookdoorgewinterde
marine-lui blijken er in veel gevalen niet
ge-heel ongevoeligvoor. Erzijn marinelui
die al dertig jaar bij 'de baas' zijn en er
toch elke keerdatzij hetzeegatkiezen
in meerdere of mindere mate last van hebben.
M i dde Itj es
De meeste mensen gewennen wel snel aan de zeeziekteverwekkende be-wegingen van het schip orn vervol-gens klachtenvrij verder te kunnen va-ren, maar die gewenning kan weer
verdwijnen wanneer de bewegingen
van
hetschipophoudenofverande-ren. De snelheid en de mate van
ge-wenning wisselen individueel ook
nogal. Minstens zo wisselend zijn de
middeltjes die onder het motto
'Voor-kornen is beter dan genezen' worden toegepast om aan de nare gevolgen van zeeziekte te ontkomen. Voor me-ni9 zeevarende is het gebruik van een
pilletje of ander middeltje eerder regel dan uitzondering. Voor mensen die
weten dat zij snel zeeziek worden is het
raadzaam ongeveereen
uurvoorver-trek medicijnen in te nemen en dat op gezette tijden te herhalen. Ook met eten en drinken kan er rekening mee
worden gehouden. Vrijwel alle anti-zeeziektemiddelen hebben echter weer slaperigheid en concentra-tiestoornissen tot gevolg. Maar ook de mentale instellirig waarmee men aan
boord stapt kan al doorslaggevend ziin.
Preventief
'Naastdefarmaceutische middelen
kunnen houding en gedrag van het
individu preventief werken', aldus
lui-tenant ter zee der derde klas der Ko-ninklijke marine-reserve ir. P. Vermeij die, geplaatst bij de afdeling Scheeps-bouw, eve neens is betrokken bij het zeeziekteonderzoek. Een onderwerp
waarop hij aan deTH-Delfttrouwens
afstudeerde. Het is een bekend feit dat sommige mensen al zeeziek worden bij het zien van de valreep. En dat ligt dan ook voor een belangrijk deel aan het idee dat men na de afvaart niet zomaar meervan het schip af kan. De flare gevolgen van zeeziekte kunnen
blijkens de praktijk ook 'omzeild'
wor-den door de aandacht op iets anders te richten dan de toestand van de maag
enactiefbezigteblijven.
.Degebon-den heid aan de persoon en de situatie hebben zeeziekte overigens altijd tot een vrij onvoorspolbare zaak gemaakt. Met actueel onderzoek probeert men nu het verschijnsel beter in de greep te
krijgen.
Tot nog toe verricht onderzoek heeft
Hr. Ms. Makkum en iìaaropvarenden speelden in november vorig jaar tij-dens flinke najaarsstormen op de Noordzee de boo fdrolin het weten-schappelijk 'drama'waarin
heton-derzoek naar de diepere oorzaken en de gevolgen van zeeziekte centraal
stonden. Hetdraaiboek voor dit 'stuk' was samengesteld door de
on-derzoekers van de Technische Ho
ge-school Delft, het lnstituut
voorZin-tuigfysiologie van TNO en die van de
afdeling Scheepsbouw van de direc-tie Materieel Koninklijke marine.
Een groot aan tal van de opvarenden
getrooste zich, groen en gee/van eilende, als proefpersoon een hoop nioeite in bet belang van de
weten-schap, diede die pere oorzaken van
het veelvuldig voorkomende ver-schijnselzeeziekte tracht opte
spo-ren, in het be/an g van zeeva rende organisaties èn van de aspirant
zee-varenden zeif...
opgeleverd dat de gevoeligheid voor
zeeziekte, en die voor de bewegings-ziekte in het algemeen, onder meer
samenhangt met gewenning, ziekte-verleden en leeftijd. Kinderen
bene-den de 2jaar zijn ongevoelig voor
be-wegingsziekten.Tussen2en l2jaaris
de gevoeligheid ervoor het hoogst.Omtussen de 12 en 21 jaarsterk af te
nernen,Tot hetvijftigstelevensjaar
kan men er last van hebben, maar bo-ven die leeftijd is het een zeldzaam
verschijnsel.Al bevestigtde uitzonde-ring uiteraard ook hierde regel. Het
zeeziektepercentage aan boord van een schip hangt ook sterk af van wie er
opmeevaren. 'Hetmaakteenenorm verschilofjeeen oversteek over de
Atlantische Oceaan maakt met een ge-mengd gezelschap aan boord van een
passagiersschip ofeen marineschip,
met een bemanning die waarschijnlijk ook aleen betere gewenning en moti-vatie heeft', aldus ir. Vermeij.
Onderzoek
Problemen met zeeziekte on der het
marinepersoneel vormden een paar jaargeteden deaanleiding orn ereen
nader onderzoek naar in te stellen. In
juni 1984 legde luitenantterzee arts G.
J. Boer van de Inspectie Geneeskundi-ge Dienst hiervoor contact met dr. W. Bies, verbonden aan zowel het
Insti-tuutvoor Zintuigfysiologie te
Soester-berg als aan de afdeling
Evenwichts-onderzoek van de Vrije Universiteit van Amsterdam.
Op dat moment werkte het IZF in
op-drachtvan de Koninklijke luchtmacht
aan de opzet van een onderzoek dat als
Proefpersonen bezig met de
'koptelefoon-test'
doe! had een betrouwbaartestmiddel te vinderi orn toekomstige
straaljager-piloten op mogelijke aan leg voor Iuchtziekte te kunnen selecteren. De
verwantschap van de problemen was duidelijk. Toen tegelijkertijd ir. J. A. Keuning van de afdeling Maritieme
Techniek van de Technische
Hoge-school Deift na een ontmoeting met
dr. Bies aan de directie materieel KM
voorstelde het enkele jaren daarvoor
gestrandezeeziekte-onderzoek op-nieuw opte pikken, was een
drie-een-heid snel gevormd. De belangstelling van DMKM enTH-Delftgaatvooraluit
naar de materiële kant van de
zoge-noemde 'mens-machine-interactie'.
Terwijl het KLU-projekt stuk hep op problemen door gebrek aan proefper-sonen werd vanuit de
IZF-TH-KM-combinatie een projektteam
samen-gesteid dat, zoals mevrouw ir. Dijkstra
het schertsenderwijs formuleert
'be-halve fantasieën over proefreizen naar
Hawaïook een concreet projektvoor-stel formuleerde'.
Doe! van het onderzoek, zoals dit in het
projektvoorstel staat beschreven, is 'hetverschaffen van inzicht in
hetver-schijnsel bewegingsziekte en de
uit-werking ervan op de effectiviteit van
menselijk handeien, alsmede het vast-leggen van het verband tussen hetop-treden van bewegingsziekte en de
be-langrijkste parameters (invloeden)
zo-als bijvoorbeeld verticale
versnelhin-gen en frequenties'.
'Zeevastheid'
'Deze informatie moet de ontwerper in
Staat stellen in de ontwerpfase van een
schip tot'een verantwoorde
optimali-satie te komen van scheepsgeometrie en scheepsindeling orn de inzetbaar-heid van het schip zo maximaal moge-hijkte maken binnen de grenzen van
hettechnischenfinancieel haalbare',
aldus mevrouw Dijkstra. Door ook de
fysiologische eigenschappen van
on-derzochte proefpersonen vast te leg-gen en deze af te zetten teleg-gen de mate
van optreden van bewegingsziekte bij deze proefpersonen hoopt men
uitein-dehijk selectiecriteria en proeven te
kunnen ontwikkelen waarmee het
mo-gehijk is opva renden van schepen op
voorhand te selecteren op zeevast-heid'.
In deeerste plaatsdienden hiervoor vragen beantwoord te worden alswat,
hoe, aan wie en onderwelke
omstan-digheden moesterworden gemeten.
Terwijl ook de vraag opkwam of er aan
boordvaneenschipdanwel met een
simulator moest worden gemeten.Zo-weh het een als bet ander heeft zijn
voor- en nadelen. Simulatoren hebben
het voordeel dat elke gewenste
bewe-ging of combinatie van bewebewe-gingen
ermee kan worden opgeroepen en zo-veel keer herhaald als nodig is. Maar een schip heeft als piuspunt weer dat
allernindergoedtedefiniëren
invloe-den aan boord aanwezig zijrì. Wat bij-voorbeeld te denken van de fatale
combinatie vankombuisluchtjes en dieseloliegeur uit de machinekamer
waarover menigeen ai 'gestruikeld' ¡s. Aan de andere kant is men voor het vinden van voldoende 'meetpunten'
op een schip echterweer afhankehijk van het weer en het type schip dat ter beschikking staat.
Hoe lang moet er met het oog op de
meestal optredende gewenning
wor-den gerneten? Mensen die gewend zijn te varen of juist weer niet? Kortom voldoende vragen die orn een
ant-woord vroegen orn te besluiten één of
meer 'proefonderzoeken' te hou den aan boord van een marineschip. De
voor deze eerste proefneming door de KM beschikbaar gestelde mijnenjager
Hr. Ms. Makkum, de op een na jongste teIg van de Alkmaarklasse, stond
ge-durende twee perioden van drie dagen
geheel in hetteken van bet weten-schappelijk onderzoek. Zestien van de
veertig bemanningsleden stonden-op vrijwilhige basis permanent ter
beschikking van de wetenschappers
voor het uitvoeren van allerlei
op-drachten en tests onder miserabele
omstandigheden, op momenten dat
het hoofd daar bepaand niet naar
stond . . .om te kotsen opcommando
als bet ware .
Schat aan gegevens
In de betrekkehijk korte tijd die het we-tenschappehijk team was gegund ver-gaarde bet bij alle mogelijke
bewegin-gen van bet schiptijdens de najaars-stormen van novembervorigjaareen
schat aan geg evens die het mogehijk
moeten maken hetverschijnsel zee-ziekte diepgaanderte determineren. 'We hebben erveel van opgestoken,
maar bet bleef natuurhijk een beperkt
onderzoek, omdat we uitsluitend af
konden gaan op de bewegingen van één type schip, aldus mevrouw ir.
Dijk-stra. 'We bevondenons nu steeds op hetzeifde schip, op dezelfde
(Noord)zee en in posities vrij dicht
on-Mevr. ir. M. Dijkstra en ir. P. Vermeij buigen zich over enige zeeziektegegevens.
derdekust'.
Maarelktypeschiprea-geert in feiteweer anders, zodat men er met dit eerste 'proefonderzoek' nog
lang niet is.
Het onderzoek met medewerking van
de 'siachtoffers' was geconcentreerd
op het 'sona rplein', de verbred ing van
dewalegang n hetvoorschip en de
daaraan gelegen hutten. Op het
'so-narplein' was de apparatuur geplaatst
waarmee de conditie van de
proefper-sonen voortdurend werd
gecontro-leerd en de bewegingen van het schip werden geregistreerd. De onderzoe-kers kregen de meest optimale 0m-standigheden, dus veel zwaar weer, voorgeschoteld. De eerste middag al was iedereen zeeziek die zeeziek kon
worden inclusief de projektleiding.
'Fris'
De moeilijke weersomstandigheden in
de loop van het projekt maakte het niet steeds gemakkelijk om de mensen ge-motiveerd te houden. Met het oog op
eventuele gewenning werden steeds
dagtochtjes gemaakt, zodat zeezieken de andere ochtend weer 'fris' konden aantreden. De gang near het schip
werd hierdoor niet altijd met evenveel
enthousiasme gemaakt. En eenmaal op zee werd aan het door de intercom gepraaide verzoek van de weten-schappers 'Alle kotskoppen
verzarne-lenophetsonarplein ..
.'doormenig-een met ood in de schoenen gevolg
gegeven in hetvooruitzichtspoedig
weer zeeziek te zijn. Want pilletjes of poedertjes of wat dan ook tegen zee-ziekte waren uiteraard niet toege-staan
KweI lingen
In het voorschip, waar de scheepsbe-weg ingen het hevigst zijn, werden de
'slachtoffers' gekweld met quizjes, tests met koptelefoons en
compu-terspelletjesopmomentendatzij het
ha rt u it h et Iijf d reig den te kotsen.
'Zee-ziekte in de Koninklijke marine is alge-meen, maar 90 procent groeit er wel overheen. ledereen kan zich nIeven in
de omstandigheden waarbij jein feite
met één handje voor de baas en één handje met jezeif bezig bent, waarbij je
zonder uitzondering toch wel
dood-moe van wordt', schildert Den Holla
n-der de situatie.
De kok kan volgens hem een hoop doen om zeeziekte tegen te aan. Die
zou met heteten moeten 'inspelen' op de situatie. Lichtverteerbare, maar
toch maagvullende maaltijden op ba-sis van rijst kunnen veel goed doen.
'Het is een kunst orn ook wan neer het schip op zijn kop staat een warme, zeeziektewerende hap voor te zetten
die niet te vet is en luchtig'. De logis-tieke dienst zou zich daar volgens hem
eens in moeten verdiepen. Voor het
overige heeft hij voorwat
betreftvoor-koming van zeeziekte de goede raad: geen alcohol, goed uitgerust zijn, goed eten, geen koffie.' Maar de anecdote
over de matroos die nergens meer last van had toen hij door de bootsman gefopt werd met zogenaamd
zee-ziektewerende 'commandostickers' opzijn lichaam die in feite niets anders
waren dan stukjes NBCD tape wil hij in dit verband toch nog wel even
kwijt...
Positief 'uitje'
'Het kotsen was niet leuk maar de ex-cursie die we erna kregen naar de TH en het IZF was wel leuk', is de nuchtere
reactie van mijnenjachtofficier
luite-nant ter zee derde klas E. J. G. Hekkers
op de ontberingen tijdens de
proefne-ming.ln
hetbelangvandeweten-schap zou hij het zonodig nog wet een
keertje over willen doen.
Matroos I. J. van derWens is iets
pes-simistischergesternd. 'Hetwaseen
nare ervaring. Toen ik me aanmeldde voor de dienst bij de marine had 1k nog
nooit bij zeeziekte stilgestaan. De eer-ste de beeer-ste dag was het al raak'. Het
verplicht liggen of zittentijdens de
proef was hem ook niet meegevallen.
Bij erg slechtweer had hij geprobeerd
af en toe weg te komen uit het voor-schip, maar hij werd dan weer mooi
teruggestuurd. Hijwaserwel achter gekomen dat het actief lichamelijk of
geestelijk bezig zijn de kwaal wel tegen kan gaan. 'Nietdat je erdan geen last
van hebt, maarje gaat erwel minder
ondergebukt'.
OokVanderWenser-voer het door de wetenschappers
aan-geboden 'uitje' als positief. Alte 'slachtoffers' van de Makkum hadden voorafgaand aan hetonderzoekal
ken-nis gemaakt met de 'draaitrommel' in
het ziekenhuis van de VU in
Amster-dam,waar men iedereen binnen een
kwartierzeeziek krijgt. Dr. Bies consta-teerde een zekere 'correlatie' tussen de zieken in deze draaitrommet en de zeezieken later aan boord.
De 'siachtoffers' waren gespiitst in
twee groepen, de actieven en de niet actieven. Beide groepen, de een actief bezig en de andere luierend, ondergin-gen dezelfde tests. Voor iedereen was er ook het nodige papierwerk, het
in-vullen van formulieren metvragen op
medisch gebied. Tests en schrijfwerk ging de een ook beter ai dan de ander.
Wetenschappers en siachtoffers gin-gen samen door 'de hei
Soepele samenwerking
'Desamenwerking met de weten-schappersveriiep uiterstsoepei',ai-dus commandant G.den Holianderdie
het commando inmiddeis heeft
over-gedragen aan luitenant terzee i. P. Visser. 's Ochtends inventa riseerde hij de wensen van het 'meetteam' orn
ver-volgend koerste zetten n de gewenste richting en omstandigheden. En die
had men in dit jaargetijde met veel kans op siecht weer en een stevige noordoosten wind maar voor het uit-kiezen. Het uit wetenschappers en
proefpersonen bestaande
'kotskop-penteam' kwam hierdoor behoorlijk
aan zijn trekken.
Aan echte operaties kwam de Makkum
onderdezeomstandigheden niet toe.
'Maar dat was ook niet de bedoeling.
Wij waren helemaal ter beschikking
van de wetenschap', aldus Den Hoilan-der. 'Als je zestien man van de veertig
kwijt bent kun je met een schip als dit
uitstuitend nog varen. Aan operaties
korn je dan echt niet meer toe'. Voor de
'vrijwiiiigers' die zich aan hetonder-zoek onderworpen heeft hij het groot-ste respectai liet men het hieren dear
at en toe ondanks de'heilige phcht' afweten. Maar ook het 'meetteam' lag
ai en toe geel en groen 'op straat' en
sommigen hingen ook als robotten n
hun stoei', aldus Den Hollarider. Aan
een lange deining kunjewennen,
maar de Noordzee met zijn korte
knob-Zwoegen achter de PC.
beuge goifslag s funest, ¡s zijn me-ning.
Wet mati g
'Hetvóórkomen van zeeziekte hangt bijna wetmatig samen met de
bewe-gingen van het schip in die zin dat meer bewegingen meerzeezieken op-leyeren en de zieken in de meeste ge-vallen ook dezelfde personen zijn', al-dus Bies. Het is rnoeilijk orn nu ai aan te geven wet voor tests bij selectie
moeten worden gedaan. 'In grove tes-ten in het laboratorium korn je aleen eind, maar het gaat erom subtielere testen te krijgen. Volledig immuun is
eigenuijk niemand', aldus Bies. Met het
proefonderzoekaan boord van Hr. Ms.
Makkum ¡s niettemin een goede step gezet in de richting van zeeziektebe-heersing, waar in de toekomst na enig
vervoig onderzoekzekerdevruchten van geplukt zullen kunnen worden. Tekst: J. L. van Zwet
Foto's: Hr. Ms. Makkum/IZF-TNO/ AVDKM