• Nie Znaleziono Wyników

Universeel plotprogramma

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Universeel plotprogramma"

Copied!
70
0
0

Pełen tekst

(1)

TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT

AFDELING DER SCHEEPSBOUW- EN SCHEEPVAARTKLJNDE

CENTRALE WERXGROEP WISKUNDE

Rapport No. 4

-

UNIVERSEEL PLOTPROGRANMA

- Ing. A.P.de Zwaan en ing. J.G.L.Pijfers

Herzien door ing. W.B.Tinbergen

Deift University of Technology Ship Hydromechanics Laboratory Mekelweg 2

2628 CD DELFT The Netherlands

(2)

INHOUD biz. 1.

ALGEÌEN

1. 1. Programma gegevens 1.2. Doel 1.3. Opzet

2. ORGANISATIE VAN HET PROGRAMMA

2.1. Assen - schalen en raster 2

2.2. Lijnen en punten in de grafiek 2

2.3. Tekst onder de grafiek 2

2.4. Benodigde randapparatuur 2

3. BE STANDSORGANISAT lE

3.1. Gebruik plotprograuuna 3

3.2. Betekenis en invoer van de formele parameters 3

3.2.1. Stroomdíagram 6

3.3. Invoer van tekst 9

3.3.1. Algemeen 9

3.3.2. Mogelijkheden van tekstinvoer 9

3.3.3. Betekenis van verschillende symbolen 9

3.3.4. Volgorde van opgegeven tekst bij grafiek 9

I. BESCHRIJVING VAN DE GEBRUIKTE PROCEDURES IN HET PROGR.AMMA CWWPLT

1.1. Procedure voor het plotten van tekst 11

T code List 43

1.1.1. Doel 11

1.1.2. Algemeen 11

1.1.3. Gebruik van de procedure 11

1.1.4. Stroomdiagram 12

1.2. Procedure voor het bepalen van minima en maxima 18

MINMAX List 47

1.2.1. Doel 18

1.2.2. Algemeen 18

1.2.3. Gebruik van de procedure 18

1.2.4. Stroomdiagram 19

1.3. Procedure voor Lineaire schaalverdeling van de as/Ixas

plotter 20

SCAL XI List 48

1.3.1. Doel 20

1.3.2. Algemeen 20

1.3.3. Gebruik van de procedure 20

1.3.4. Stroomdiagram 21

1.4. Procedure voor lineaire schaalverdeling van de as//y-as

plotter 23

SCAL Yl List 49

1.4.1. Doel 23

1.4.2. Algemeen 23

1.4.3. Gebruik van de procedure 23

1.4.4. Stroomdiagram 24

1.5. Procedure voor een lineaire gradenverdeling van de as//x-as

plotter 26

SCAL X2 List 50

1.5.1. Doel 26

1.5.2. Algemeen 26

1.5.3. Gebruik van de procedure 26

1.5.4. Stroomdiagram 27

1.6. Procedure voor een lieaire gradenverdeling van de as//y-as

plotter 28

SCAL Y2 List 51

1.6.1. Doel 28

1.6.2. Algemeen 28

1.6.3. Gebruik van de procedure 28

(3)

INI-IOUD

biz..

1.7. Procedure voor bet bepalen van de schaal

voor x- of y-as 30

TRANS List

30

1.7.1. Doel 30

1.7.2. Algemeen 30

1.7.3. Gebruik van de procedure 30

1.7.4. Stroomdiagram 31

1.8. Procedure voor het plotten van de waarden langs de x-as

32

XAS List 53

1.8.1. Doel 32

1.8.2. Algemeen 32

1.8.3. Gebruik van de procedure 32

1.8.4. Stroomdiagram 33

1.9. Procedure voor bet plotten van de waarden langs de y-as

34

YAS List 54

1.9.1. Doel

1.9.2. Algemeen 34

1.9.3. Gebruik van de procedure 34

1.9.4. Stroomdiagram 35

1.10. Procedure voor plaats van schaalwaarden

36

SCHUIF List 55

1.10.1. Doel 36

1.10.2. Algemeen 36

1.10.3. Gebruik van de procedure 36

1.10.4. Stroomdiagram 37

1.11. Procedure voor bepaling van aantal decimalen achter de komma 38

NDC List 56

1.11.1. Doel 38

1.11.2. Algemeen 38

1.11.3. Gebruik van de procedure 38

1.11.4. Stroomdiagram

39

1.12. Procedure voor het plotten van lijnen 40

LINPLT List 57

1.12.1. Doel 40

1.12.2. Algemeen 40

1.12.3. Gebruik van de procedure 40

1.12.4. Stroomdiagram 41

1.13. Gebruikers symbolenlijst 42

LISTINGS VAN DE GEBRUIKTE PROCEDURES IN HET PROGRAIINA CWWPLT 43

(4)

-1-i .ALGEMEEN.

1.1 Programma gegevens

a. Taal

:

Algol 60

b. Geheugen

160 K

c. Rekentijd

:

n.v.t.

d. Naam

proce-dure

:

CWWPLT

1.2 Doe]..

Het plotten van grafieken op een door de gebruiker op te

geven formaat. (Standaardformaat is A4).

Er wordt

zoda-fig rekening gehouden met de

inbiridrand en andere vrije

randen, dat de grafiek direct te

gebruiken is orn te

co-pieèren en in te binden in een rapport of publicatie.

Alle in

een grafiek

voorkornende

gevallen, zoals

bij-schriften bij de assen, verkiaring

van

lijnen en

symbo-len, figuurnummers met tekst onder de grafiek,

gestrook-te

]ijnen,

stippellijnen enz.

kunnen

geplot

worden,

zodat zonder latere aarivullingen met de hand of

met

let-termalleri

een complete

grafiek

verkregen kan

worden.

Een beperking

is echter, dat

voor bijschriften

bij de

assen

en tekst

onder

de

grafiek alleen

gebruik

kan

worden gernaakt van hoofdletters (zie bijlage:

symbolen-tafel).

In verband

met deze

beperkirig wordt

verwezen

naar een rapport van A.P. de Zwaan:

"Proposal

of Symbols

and

Quantities in

Shipbuilding"

Based

on

the

recommendations

of

the

I.T.T.C.,

the

I.S.S.C. and the International System of Units.

Hierin is in opdracht van de

commissie van

wetenschaps-beoefening

speciaal voor de computer

een symbolenlijst

opgenomen,

waarin

alleen hoofdletters

voorkomen.

Bij

gebruik van de plotter is deze symbolenhijst zeer aan te

bevelen.

1.3 Opzet.

De procedure "CWWPLT" is opgebouwd uit verschiliende

an-dere procedures, die

elk een specifieke

handeling

ver-richten.

Voor de beschrijving

van deze procedures, zie

de

bijiagen.

Procedure "CIWPLT"

maakt tevens gebruik

van procedures

uit de Fortranbibliotheek.

Voor het gebruik

van procedure

C%'WPLT" moeten

de

vol-gende bibliotheken worden aangesloten:

SBAL.LIBCWW

SYS1.FORTLIB

(5)

-2--2. ORGANISATIE VAN HET PROGRAMMA.

2.1 Assen, schalen en rasters.

De gebruiker heeft de volgende keuzemogelijkheden:

a) De x-as op de lange of korte kant

van het A4-formaat.

b) Voor

de

x-as

en y-as

onafhankelijk

van

elkaar

verkrijgen van:

lineaire schaalverdeling

schaalverdeling in graden (fasehoeken)

In voorbereiding zijn flog:

reciproke schaalverdeling

logarithrnische schaalverdeling

polaire schaalverdeling

(X-

en y-as

niet

onafhan-kelijk)

c) Men kan

zelf de schaal

opgeven of het

programma de

schaal laten bepalen.

d) Zowel bij de x-as als bij

de y-as kan een bijschrift

geplaatst

worden van

èèn

regel,

waarbij men

alle

symbolen

uit de

symbolenlijst

(zie bijiage) kan

gebruiken.

e) Men kan het

programma wel of geen

raster binnen een

grafiek laten plotten.

2.2 Linen en punten in de rafiek.

De gebruiker heeft de volgende keuzemogelijkheden:

Het

plotten

van punten

met

gecentreerde

symbolen

(codenummers i

t/m 13

uit de

symbolentafel) zonder

deze te verbinden.

Het plotten

van punten met gecentreerde

symbDlen en

deze punten verbinden met rechte lijnstukjes.

C)

Het plotten

van punten met gecentreerde

symbolen en

deze

punten

door

een

strokende

lijn

met

elkaar

verbinden.

Het piotten van niveaulijnen.

Een lijn

plotten, bestaande

uit rechte

lijnstukjes

tussen de punten, zonder plotten

van symbolen op die

punten.

Een strokende

lijn plotten

door een

aantal punten,

zonder plotten van symbolen op die punten.

Op een van de

bovengenoemde manieren een stippeliijn

plotten.

2.3 Tekst onder degrafiek.

Indien

de x-as

op

de lange

kant

van het

A4-forrnaat

gekozen

wordt, dan

is het rnogelijk orn

onder de

x-as

maximaal

5 regels

tekst

te

laten schrijven

van

elk

maxirnaal 100 karakters.

Indien

de x-as

op

de korte

kant

van het

A4-formaat

gekozen

wordt, dan

is het

rnogelijk orn

onder de

x-as

maxirnaal

9 regels

tekst

te

laten schrijven

van

elk

maxirnaal 75 karakters.

Men kan

deze ruimte

gebruiken voor

het verklaren

van

lijnen en symbolen in de grafiek, voor figuurnummers

met

bijbehorende

tekst, enz.

Alle

in

de

symbolentafel

voorkomende

symbolen

zijn hiervoor

te

gebruiken

met

uitzondering van de codenurnmers

62( ) , 63( )

en 125(')

(6)

2.1

-betekenis

gekregen.

Voor de

invoer

van

tekst

zie

hoofdstuk 3.

2.4 Benodigde randapparatuur.

a) Plotter De plotter wordt geactiveerd met de

stuur-kaart:

//GO. PLTDS DD SYSOUT=(I,

, $SPL).

3. BESTANDSORGANISATIE.

3.1 Gebruik piotprogramma.

De kop van de procedure ziet er als voigt uit:

'PROCEDURE' CWWPLT(I,J,K,X,Y,PAXY,PBX,PBY,PCX,PDX,PCY,

PDY, PEX,PXMIN,PXMAX, PEY, PYMIN, PYMAX, PPP,FAC);

'INTEGER' 'ARRAY' I,J,PAXY,PBX,PBY,PDX,PDY,PEX,PEY,PPP;

'REAL' FAC; 'INTEGER' K;

'REAL' 'ARRAY' X, Y, PCX, PCY, PXMIN, PXMAX, PYMIN, PYMAX;

Aan de declaraties van het programma moet worden

toege-voegd:

'PROCEDURE' CWWPLT; 'CODE';

De

procedure staat

in de

standaardbibliotheek van

de

"Centrale Werkgroep Wiskunde", genaarnd:

SBAL.LIBCWW.

De voigende twee bibliotheken moeten ook worden

aange-sloten:

yZ.VFORTLIB en SYS2.PLOTLIBF.

3.2 Betekenis en invoer van de formele parameters.

Alle parameters zijn invoerparameters

Pararneterdeci aratie Input

Omschrijving

I(/1:k,i:jm/)

Integer array

J'

I(/kk,jj/) met

kk = 1,2,...k

jj = 1,2,..j(/kk/)

jm is het

grootste

element uit

het array

J. I(/kk,jj/) is het

aantal x-y coördinateri

van de

jj-de lijn

in

de kk-de grafiek.

J(/1:k/)

Integer array

J(/kk/) met

kk = 1,2,...k

J(/kk/) is

het aantal

lijnen

in

de

kk-de

grafiek.

K

Integer

k

Aantal

te

piotten

grafieken.

X(/t:k,1:jm,1:im/)

Real array

X(/kk,jj,ii/) met

kk = 1,2,...k

jj = 1,2,..j(/kk/)

ii = 1,2,

...I(/kk,jj/) im is

het

grootste

element uit

het array

I.

X(/kk,jj,ii/)

is

de

x-waarde

van het

ii-de punt in de jj-de

lijn

van

de

kk-de

grafiek.

Y(/j:k,1:jm,1:im/)

Real array

/

Y(/kk,jj,ii/) met

kk = 1,2,...k

jj = 1,2,..j(/kk/)

ii = 1,2, .1 (/kk,jj/)

Y(/kk,jj,ii/) is de

y-waarde

van het

ii-de

punt in de

jj-de lijn

(7)
(8)

-3

Pa rameterdeci arati e Input

Omschrijving

PAXY(/1:k/)

Integer array

i

X-as van

de grafiek

op

de

lange kant

van het

A4-formaat.

2

X-as van

de grafiek

op

de

korte kant

van

het

A4-formaat.

PBX(/i:k/)

Integer array

i

X-as op lineaire schaal.

2

X-as met schaalverdeling

in graden.

PBY(/i:k/)

Integer array

Ç

i

Y-as op lineaire schaal.

2

Y-as met schaalverdeling

in graden.

PCX(/l:k/)

Real array

0 Het

programma

bepaalt

zelf de schaal van de

x-as. 0 De

ruimte

tussen

de

roosterlijnen

in de

x-richting in cm.

PDX(/i:k/)

Integer array

ç -IPDX(/kk/) I 0

' 0

Getal

dat het

maximale

aantal

vakjes

van

de

roosterlijnen in

x-richting

aangeeft

voor

de

kk-de grafiek.

Bij

een

negatieve

waarde

worden

de roosterlijnen

1/

x-as

weggelaten.

Alleen

toegestaan

als

PCX(/kk/)

=

0.

PCY(/l:k/)

Real array

0 Het

programma

bepaalt

zelf de schaal van de

y-as. 0 De

ruimte

tussen

de

roosterlijnen

in de

y-richting in cm.

PDY(/i:k/)

Integer array

IPDY(/kk/)I 0

i 0

Getal

dat het

maximale

aantal

vakjes

van de

roosterlijnen in

y-richting

aangeeft

voor

de

kk-de grafiek.

Bij

een

negatieve

waarde

worden

de roosterlijrien

//

y-as

weggelaten.

Alleen

toegestaan

als

(9)

-4-Parameterdeci aratie Input

Omschrijving

PEX(/1:k/)

Integer array

0

Programma

bepaalt

zeif

de minimum en maximum

x-waarde van de grafiek.

i

Minimum en

maximum

x-waarde

moeten

door

de

gebruiker

worden

o pg eg even .

PXMIN(/i:k/)

Real array

PXMIN(/kk/)

met kk = 1,

2, ...k

Minimum x-waarde

van de

x-as in

de

kk-de

gra-fiek. Als

PEX (/kk/)=0,

dan PXMIN(/kk/)=0.

PXMAX(/l:k/)

Real array

'I

PXMAX(/kk/)

met

kk = 1,

2, ...k

Maximum x-waarde

van de

x-as in

de

kk-de

gra-fiek. Als

PEX (/kk/)=0,

dan PXMAX(/kk/)=0.

PEY(/l:k/)

Integer array

0

Programma

bepaalt

zelf

de minimum en maximum

y-waarde van de grafiek.

i

Minimum en

maximum

y-waarde

moeten

door

de

gebruiker

worden

opgegeven.

PYMIN(/ì:k/)

¡

PYMIN(/kk/)

met

kk=l, 2, ...k

Minimum y-waarde

van de

y-as in

de kk-de

gra-fiek. Als

PEY (/kk/)=0,

dan PYMIN(/kk/)=0.

PYMAX(/l:k/)

PYMAX(/kk/)

met

kkl, 2,

...k

Maximum y-waarde

van de

y-as in

de

kk-de

gra-fiek. Als

PEY (/kk/)=0,

dan PYMAX(/kk/)=0.

PPP(/l:k,l:jm/)

Integer array

PPP(/kk,jj/)=

i0*m+n met

kk=i, 2, ...k

jj=i, 2, ..j(kk)

De woarde voor

de jj-de

lijn

in de

kk-de

grafiek.

n = 0

Er worden

geen symbolen

in de x-y punten geplot.

m = i

Elk

x-y punt

wordt

geplot door een

gecen-treerd

symbool.

Voor

jj=1 symbool code nr. 1.

Voor

jj=2 symbool

code

nr. 2 enz. Er zijn

maximaal 12 gecentreerde

symbolen.

(10)

-5-Parameterdecl aratie Input

Omschrijving

m = i

Elk i-de punt van het

x-y

array

wordt

geplot

d.m.v.

een

gecentreerd

symbool (verder

als bij

m=l).

n = 0

Er

worden

geen

lijrien

geplot

tussen

de

x-y

punten in de grafiek.

n = i

De x-y

punten

van de

lijn

worden

verbonden

door rechte iijnstukjes.

n = 2

Door alle punten

van de

lijn

wordt

d.m.v.

een

spline-fitting

methode

een

vloeiende

kromme

getrokken.

n = 3

Als n=2,

maar nu

wordt

de lijn van

het laatste

x-y

punt

doorgetrokken

naar

het

eerste

x-y

punt,

zodat

er een

gesloten kromme ontstaat

(b.v. niveaulijnen).

n = 6

De x-y

punten

van de

lijn

worden

orn en orn

verbonden

door

rechte

lijnstukjes,

zodat

er

een

stippellijn

ontstaat.

n = 7

Als n=2, maar

de punten

worden

orn en orn

verbonden, zodat

er een

stippellijn ontstaat.

n = 8

Als n=3, maar

de punten

worden

orn en orn

verbonden, zodat

er een

stippellijn ontstaat.

Geef voor een stippellijn altijd

een

even aantal punten op.

FAC real

De waarde

van FAC

Verkleiningsfactor

van

de totale grafiek t.o.v.

A4-formaat.

FAC=l

A4-formaat.

FAC= 2

A5-formaat.

(11)

3.2.1 Stroomdiagram.

Procedure CWWPLT

Specificaties

11

-6-Declaraties

kk =

=1

ohan = True

iohan = false

k! Plots (1, 5+12*k (1) nee

Plot(3,3,-3); Lees=ø; boolt=true;

'Integer' 'array' p(l:j(kk));

AXYPAXY(kk); BX=PBX(kk); BYPBY(kk);

CXPCX(kk); DXPDX(kk); EXPEX(kk);

KXsign(DX); DX=abs(DX);

CY=PCY (kk); DYPDY (kk); EY=PEY(kk);

KY=sign(DY); DY=abs(DY);

XMINPXMIN (kk); XMAX=PXMAX (kk);

YMINPYMIN (kk); YMAX=PYMAX (kk);

Bepaal als EX=ø de minimale en maximale

waarde van de x-as.

Bepaal als EY=ø de minimale en maximale

waarde van de y-as.

Bepaal voor elke lijn van de kk-de

grafiek, hoe deze geplot gaat worden:

p(jj) = ppp(kk,jj)

jj = 1 (1) j(kk)

Teken kader voor A4-formaat m.b.v.

procedure agrid.

De gebruiker

opent zeif de

pio td a ta set

(12)

-7-Bepoal afhankelíjk van BX en BY de waarden

voor

dex- en de y-as.

X-as op de lange kant van het A4-formaat

¡I

de

x-as van de plotter.

Teken m.b.v. de procedure AGRID de roosterlijnen

voor de grafiek, afhankelijk van de waarden van

KX en KY.

Bepaal afhankelijk van BX en BY de waarden

voor

de x- en de y-as.

X-as op de korte kant van het A4-formaat

/1

de

y-as van de plotter.

Teken m.b.v. de procedure AGRID de roosterlijnen

voor de grafiek, afhankelijk van de waarden van

KX en KY.

Plot de schaalverdeling bij de x- en de

y-as

m.b.v. de procedures XAS en YAS.

Teken de lijnen in de grafiek m.b.v. de

procedures LINPLT.

Lees het eerste symbool van de kaart, waarop

het grafieknummer of ##-tekens staan.

Is het

syrn-bool een getal of een

#-tekeri

(13)

Wijs de waarde van dit symbool

toe aan L(1)

Lees het tweede symbool

van de kaart en

wijs de waarde hiervan toe

aan L(2).

bool tfalse;

Bepaal grafieknummer waarbij de tekst

kamt: leesk

AXY=1

nee

(14)

kk-lus

-8-ALFX = 0; ALFY = 90; REG = O

Plot pij len bij de x- en y-as m.b.v. de

procedure AAROHD

Tekst bij piji x-as: TCODE(5.5,-.9,.3, ALFX,KLUS,L1,L5)

Tekst bij piji y-as:

TCODE(-1.6,5.5,.3, ALFY,KLUS,L2,L5

indien 4

REG = REG 1

Tekst onder de x-as: TCODE(0,-1 .6-(REG-1)

- - --Indien L

r. --.indien

ALFX=90, ALFY = 180, REG =

Plot pijien bij x- en y-as

Tekst bij piji x-as:

TCODE ( .9,5. 5, .3 , ALFX, KLUS , L3 , L5)

7, .22,ALFX,KLUS,L2,L5

--.4Vndiene

Tekst bij piji y-as:

TCODE(-5.5,-1 .6,. 3,ALFY,KLUS,L4,L5

-- --ndien

REG = REG +1

Tekst onder de x-as:

TCODE(1.6+(REG-l),.47,0,.22,ALFX,KLUS,L4,L5) indien

LV

'4

Fout in tekst. Herstel deze fout.

Sluit plot dataset m.b.v. LASPLO.

einde kk-lus

nee

'Gebruiker sluit

I zeif plot dataset

(15)

3.3.1 Algemeen.

De tekst moet op kaart worden ingevoerd. Elke nieuwe regel moet op een

nieuwe kaart beginnen.

Uit de symbolentafel (zie bijlageP42) blijkt, dat aan elk tekstsymbool een code nummer is toegekend. De symbolen die in de laatste vier kolommen

staan komen voor op de ponsmachine. 1-let programma is zo ingerícht, dat deze

tekens niet in code behoeven te worden ingevuld, maar gewoon als tekst op

kaart.

Deze leesbare tekst moet dan wel tussen quotes (') staan (zíe hoofdstuk 2.3).

De andere niet op de ponsmachine voorkomende tekens moeten in code getallen worden opgegeven (de bovenste getallen uit de symbolenlijst), met elk teken gescheiden door een spatie of komma.

Elke regel moet, of deze nu in code of tekst is opgegeven, worden

afgesloten met of

3 3.2 Mogelijkheden van tekst invoer.

Tekst in code cijfers op kaart met elk symbool gescheiden door een

komma of een spatie.

Tekst als leesbare tekst op kaart (tussen ') Tekst met een enkele of dubbele index.

De index rnoet tussen de code cijfers 63 gezet worden.

Voorbeeld.

Enkele index: ALFAEFF _ 'ALFA' 63 'EFF' 63

Dubbele index: ALFAwEFFT='ALFA'M'40,63 'EFF'63,63'T'63 Tekst met een exponent.

De exponent moet tussen de code cijfers 62 gezet worden.

Voorbeeld. ALFA2 -'ALFA' 62 '2' 62

Een combinatie van a, b, c en d. Voorbeeld.

ALFA,

\/ Px20 40, 63, 36, 63 ' ALFA' 62 '20' 62, 63 'EFF' 63, 63 'T' 63 57 'Px20' of 40, 63, 36, 63 'MALFA' 63, 'EFF' 63, 63 'T' 63, 62 '20' 62 57 'P20'

3.3.3 Betekenis van verschillende symbolen. - Nieuwe regel

- Einde tekst bij grafiek (afsluiting laatste regel)

- Bij volgende grafieken c.q. bij geen enkele grafiek tekst. - Begin c.q. einde leesbare tekst voorkomend op de ponsmachine.

b2E-t - Begin c.q. einde exponent

63E4- - Begin c.q. einde INDEX.

3.3.4 Volgorde van oegeven tekst bij grafiek.

Kaart 1) Grafiek voignummer 1 bestaande uit tenminste 2 cijfers.

Voignummer < 10: 01, 02, 03, 09.

Volgnummer 10: 10, 11, 12,

Kaart 2) Tekst behorende bij de x-as

Indien geen tekst: Ruimte benodigd voor I tekst

Kaart 3) Tekst behorende bij e y-as symbool is 3 mm.

Indien geen tekst: P

Kaart 4) Tekst onder x-as

Indien geen tekst dan moet de laatste regel afgesloten worden met

Ruimte benodigd voor I tekst symbool is 2.2 min.

5) Indien bij geen enkele grafiek meer tekst geef , vervoig

anders met punt I enz.

(16)

13

x-as y-as

Tekst onder de x-as

14

x-as y-as

Tekst onder de x-as. 10

-Opmerking

Alleen de invoer van de tekst behoeft te worden opgegeven voor de grafieken met

bijbehorerìde voignummer.

Voorbeeld. Stel van de 15 grafieken zijn er 3 voorzien van tekst.

Grafiek volgnummer 1, 13 en 14.

De invoer is dan als voigt:

UI

Tekst onder de x-as x-as

(17)

I. BESCHRIJVING VAN DE GEBRUIKTE PROCEDURES IN HET PROGRAN11A CWWPLT - T CODE 1.1 Procedure voor het plotten van tekst.

1.1.] Doel.

Het inlezen en plotten van n of meer regels tekst.

1.1.2 Algemeen.

De naam van de procedure is TCODE.

De procedure staat in de standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW van de

"Centrale Werkgroep Wiskunde".

Voor de mogelijkheden van tekst zie hoofdstuk 3. 1.1.3 Gebruik van de 2rocedure.

De kop van de procedure ziet er als volgt uit: 'PROCEDURE' TCODE (X,Y,Q,ALFA,KLUS,TEST,SPRING); 'VALUE' Q; 'REAL' X,Y,Q; 'INTEGER' ALFA;

'LABEL' KLUS,TEST, SPRING;

Aan de declaraties van het programma moet worden toegevoegd: 'PROCEDURE' TCODE; 'CODE';

Betekenis van de formele parameters:

X i X-waarde van het eerste symbool

Y i : Y-waarde van het eerste symbool

Q i : Grootte van bet symbool in cm.

ALFA i : De hoek die het symbool maakt met de x-as

(de horizontale as van de plotter:)

De hoek wordt gemeten tegen de wijzers van de kiok in.

KLUS i Spronglabel als tekst ten einde is.

Sprongopdracht reageert op # teken.

TEST i : Spronglabel als regel ten einde is.

Sprongopdracht reageert op teken.

(18)

1.1 .4 Stroorndjaram. (Procedure TCODE specificaties declaratiesi Deci. Real procedure L ri e e ne e p Dccl. Real procedure L2 Dccl .procedure

POSI

---IToewijzingsopdrachten voor teigrootbeden en lettrgrootten 1

pp;pp+I; intext (U, HT, 1)

ET(1):=H'l(1)+(64 als HT(1)<b4 anders -64)

HT(1)=64(LJ)1107(, )12s() 124( ) HTC(pp) :HTC(I)-I pp:pp-I I1T(1 )=123(# ) 124( p:p+I; TC(p):HT(1)

r:1

I

I

-

12

-Er zijn verschillende symbolen uit de symbolenlijst die minder ruimte nodip hebben dan de opgegeven waarde. Deze afmetinpen worden m.b.v. deze procedure aangepast.

Deze procedure zorgt ervoor dat een symbool in de index of exponent evenveel ruimte innneemt als een symbool dat op normale hoogte geschreven word t.

Verder hetzelfde als procedure L.

L

_-Procedure voor het bepalen van de plaats van een syrnbool in x- of y-richting.

De procedure intext kent andere 'aarden toe aan bet ingelezen syr-bool dan op de syrtibolenlijst vermeld

staat. Vandaar de herwaardering van HT(l).

a

De array HTC stelt n

symbool in code voor b.v. }ìTC E 40

FITC(1) E 4 en H'IC(2) E U

het lezen vali 123 (#) tia ceri komma of bet leze

van 124 () als erste

symbool op de kaart

(nieuwe repel) of na een komma. ( spring '\ foutmeld in t,00fdpro -gramma

J

'I

(19)

Ip:=p+1;C0de=0

I

1=1(1 )pp

(code:=codedO+btc (i)

ITC(p):=code I

nee

:p+I; TC(p):=I3T(1);

Leesbare tekst met behuip van intext.

Pas codering aan aandie van de symboienlijst.

Lees symbool in m.b.v. intext Pas codering aan aan die van de

symboleni ij st

iT(1 )=4(i) I I07(,)

fk:=k+1 J

-:p+l ;TC(p) :=FIT(1)

Jpp is het aantai inge1zen

Lkarakters

- 13

-nee

Na het laatst gelezen

symbool voigt een of

schrij f

Linde leesbare

teks t

Leesbare tekst en nieuw in te lezen syr'bool is gescheiden door een spatie of komma

spring foutmelding

h00f d pro-gramma

(20)

sc h rii f

- 14

-nee

E

Test of eerste symbool is een

gecen-treerd symbool of een lijn (200) of een streep-punt-streep-1ijn (20i) of een stippellijn (202). Indien ant-woord is ja plot dit symbool. Indien

antwoord is flee dan aanroep procedure L. Ylot sybool.

rr:=rr+(7 als 20UTC(1)E202 anders I

[ITC(1) :HTC(2) :=U

1r=2(1)p J

ne e

;r+1;bool.=bool+l i

Ltg

de positie vast van het

eerste symbool van de exponent Plaats de plotpen op bet begin-punt van bet eerste symbool

an de geschreven index.

Bepaal de grootte van bet symbool van de exponent m.b.v. de funktieprocedure

L2.

Plot symbool van de exponent z.d.d. de totale ruimte (mcl. extra spaties) die dit symbool inneemt even groat is als bet symbool dat op normale regel-hoogte geschreven is.

r is teigrootheid Toor

bet aantal geplotte sym-bolen. Als gebruik is

gemaakt van de lijn 200, 201 of 202 dan worden extra 7

symbolen in rekening gebracht

Begin of einde exponent

Begin exponent

.._.[Einde exponent

Jiiervoor is een

(21)

Leg de positie van bet laatste

symbool

van de exponent vast

rn.b.v.

procedure POS

r :=r+ I

R.=R-1 ;bool :=u

ne e

Zie A

:R+I ;bool .bool-1

Aanroep funktieprocedure L2 Plot symbool in de dubbele index. IiTC(2) :=}ITC(2)+1 nee pee nee nee eitide inde

'r

-__J

Teigrootheid voor bet - aantal syrbolen in de exponent Er voigt tekst na geplotte

Jexponent

Begin index na

L het einde van

de exponent

Syrnbool met

be-trekking tot de _irdex Symbool in de exponent

Symbool op

nor-male regelhoogte Symbool in de dubbele index HTC(2) is de teigroot-heid voor het

aantal symbolen in de index

fSyinbool m.b.t. lLdubbe]e index

(22)

Plaats de plotpen op het beginpunt van bet eerste symbool van de exponent

Leg de positie vast van bet eerste symbool in de index

Aanroep van de funktieprocedure

L2.

Plot symbool van de index HTC(2) :=HTC(2)+I

Bepaal de positie van bet laatste symbool van de index rn.b.v. procedure POS

jbool :=O;RR-I

e

liepaal aantal symbolen dat geplot is op normale regelhoogte plus het aan-tal symbolen van de index of expo-sent welk anntal het grootste is.

L

JHieryoor is een lexponent geplot

TiTC(2) is de teigroot heid van het aantal symbolen in de index L Begin dubbele index _[Eínde index zegin exponent 1na index Er voigt tekst na eplotte index

(23)

r- lus

- 17

-R:=R-1; bool;=0,

Plaats de plotpen op de positie van net geplotte symbool met de grootste x-waarde als tekst onder een hoek van 0° met de x-as staat of met de grootste y-waarde als tekst onder een hoek van

9(30 met de x-as staat of de kleinste

x-aarde als de tekst een hoek van 1800 maakt met de x-as van bet

plOt-papier.

geef een rlieuwe invoerkaart

J

nee

__J-__

geef een nieuwe invoerkaart

_[Einde tek _[Einde rege Kl us hoof dpro-gr a rnnia Tes t oofdpro-gramma r-lus einde

(24)

1.2.1 Doel.

18

-1.2 Procedure voor het bepalen

van minima en maxima

- Mirimax.

Met bepalen van de hoogste

en laagste waarde uit een

array van

ge tallen.

1.2.2 Aigemeen.

De naam van de procedure is MINMAX.

De procedure staat in de

standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW

van de

"Centrale Werkgroep Wiskunde".

1.2.3 Gebruik van de procedure.

De kop van de procedure ziet

er als voigt uit:

'PROCEDURE' MINMAX (X,MIN,MAX,I,J

,KK);

'VALUE' X; "REAL' MIN,MAX; 'INTEGER'

XX;

'ARRAY' X; 'INTEGER' 'ARRAY'

I,J;

Aan de declaraties van bet

progranmia moet worden toegevoegd:

'PROCEDURE' MINMAX; 'CODE';

Betekenis van de formele

parameters:

X

i : Array X(/1:K,1:JM,1:IM/)

waarvan de minimum en maximum waarde bepaaid

nioct

worden voor X(/KK,I:JM,IM/)

MIN o :

De minimum waarde van

array X voor de kk-de grafiek.

MAX o

: De maximum waarde van de array X

voor de kk-de grafiek.

I

i

:

Zie parameterlijst

van CWWPLT

J

i

:

Zie parameterlijst

van CWWFLT

(25)

19

-1.2.4 Stroomdiagram.

(Procedure

Specificaties

Deci a ra ti es MIN: =MAX=: 0; MAX: =x(kk ,jj ,i i)

(26)

20

-1.3 Procedure voor lineaire schaalverdeling van de as

¡I

x-as plotter - SCAL XI. 1.3.1 Doel.

De procedure verzorgt een as evenwijdig aan de x-as van het plotpapier

met een lineaire schaalverdeling en bepaalt tevens de positie van de

as//y-as van het plotpapier. 1.3.2 Alemeen.

De naam van de procedure is SCALXI.

De procedure staat in de standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW van de

"Centrale Werkgroep Wiskunde".

De procedure SCALXI roept de procedure TRANS op.

1.3.3 Gebruik van de procedure.

De kop van de procedure ziet er als volgt uit:

'PROCEDURE' SCALXI (A,MIN,MAX,NÌJL,DEL,NSP,SCL,N,CX,DX,CY,DY); 'REAL' MIN,MAX,NTJL,DEL,SCL,CX,CY;

'INTEGER' NSP,A,N,DX,DY;

Aan de declaraties van het programma moet worden toegevoegd:

'PROCEDURE' SCALXI ; 'CODE';

Betekenis van de formele parameters:

A i : A = PAXY(/k/) (zie CWWPLT)

Als A=1 dan verzorgt SCLAXI de x-as van de grafiek. Als A=2 dan verzorgt SCALXI de y-as van de grafiek.

MIN i De minimum waarde van de array X voortkomend uit de

procedure MINNAX of uit de parameter PXMIN(/k/) van CWWPLT

MAX i : De maximumwaarde van de array X voortkomend uit de

procedure MINMAX of uit de parameter PXMAX(/k/) van CWWPLT.

(Dit alles voor A1).

Indien A=2 geldt hetzelfde maar dan voor de array Y

resp. parameter PYMIN of PYNAX.

NUL o : De ruimte tussen de y-as (als A=1) of de x-as (als A2)

en de papierrand van het A4-formaat.

DEL o : De afstand in cm tussen 2 roosterlijnen van de x-as

van de grafiek (als A1) of y-as van de grafiek (als A=2). Als A=1:

Als PCX(/k/)=O dan DEL = 2 of 2.5 cm, voor de x-as. Als PCX(/k/)O dan DEL = PCX(/k/) voor de x-as. Als A=2:

Als PCY(/k/)=O dan DEL = 2 of 2.5 cm voor de y-as. Als PCY(/k/)O dan DEL = PCY(/k/) voor de y-as.

NSP o : Aantal vakjes van de roosterlijnen op de x-as (als A=1)

of y-as (Als A=2).

NSP = II als DEL = 2 Als PCX(/k/) of

NSP = 9 als DEL = 2.5 5 PCY(/k/)=O

NSP = PDX(/k/) (als A=1) of

NSP = PDY(/k/) (als A=2).

SCL d : Zie procedure TRANS

N o : Zie procedure TRANS

CX i : = PCX(/k/) zie CWWPLT

DX i : = PDX(/k/) zie CWWPLT

CY i = PCY(/k/) zie CWWPLT

(27)

1.3.4 Stroomdiagram.

CProcedure

SCALXI specificaties ec larat ies D:=22

:22

=CYDY

-s tap = max--min ¡D TRANS(stap, SCL,N,A,CX,CY)

i)LL:2.5 als SCL=4 anders 2

NSP:=1 I als DEL=2 anders 9

DEL:=CX als A=1 anders CY INSP:=DX als A=i anders DY

DEL:=-DEL ja nee - 21 -nee flee HN:= DEL x NSP/2

NUL:=-HN+(17 als A1 anders I2.75

-

--J

L__

1

flee

Programma bepaalt zeif de lengte van de x-as

¡I

x-as plotter

Programma berekent uit

opgegeven waarderi de len'te van de x-as //x-as plotter

Prograniiia bepaalt zelf de lengte van de y-as

¡I

y-as plotter

Programma berekent uit

Lopgegeven waarden de

lengte van de y-as //y-as plotter

Stap is de warde die

1 cm voorstelt

De procedure TRANS bepaalt SCikiuN

'Thepaling afstand tussen 2 roosterlijnen en bepaling - van het aantal vakjes

daarvan.

Aantal vakjes tussen roosterlíjnen is

opge-Igeven en zo ook de

afstand hiertussen.

(28)

Fig. la

Fig. lb.

Positie van de vertikale assen.

Opmerking: De maten die hierboven gegeven zijn gelden als bet programma zeit

de maten voor de grafiek bepaalt.

De gebruiker kan hiervan afwijken door zeif op te geven hoe groot

de grafiek wordt. De gebruiker moet dan wel op de volgende punten

letten.

le. De plaats van de hartlijn van de grafiek is

zoals hierboven gegeven.

2e. Blijft er genoeg vrije ruimte over voor tekst en inbindrand.

U) >ç

¿ Fo

FoMAT

22

-4Z.75 crn

,q

At

A= 2

x-

FLTTER

x-AS PLT

-z,

-J

p-I

__

ktt

I

_

N!LJL

12.7

C'rr

7crr

(29)

y 23 y

-1.4 Procedure voor lineaire schaalverdeling van de as//y-as plotter - SCAL Yl. 1.4.1 Doel.

De procedure verzorgt een as evenwijdig aan de y-as van het plotpapier en bepaalt tevens de positie van de as//x-as van het plotpapier.

1.4.2 Alemeen.

De naam van de procedure is SCALY 1.

De procedure Staat in de standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW van de

Centrale Werkgroep Wiskunde.

De procedure SCALYI roept de procedure TRANS op. 1.4.3 Gebruik van de 2rocedure.

De kop van de procedure ziet er als voigt uit:

'PROCEDURE' SCALY1(A,MIN,MAX,NUL,DEL,NSP,SCL,N,CX,DX,CY,DY); 'REAL' MIN,MAX,NUL,DEL,SCL,CX,CY;

'INTEGER' NSP,A,N,DX,DY;

Aan de deciaratie van bet prograimna moet worden toegevoegd: 'PROCEDURE' SCALY 1; 'CODE';

Betekenis van de formele parameters

A i : A = PAXY (/k/) (zie CWWPLT)

Als A=1 dan verzorgt SCALYI de y-as van de grafiek. Als A=2 dan verzorgt SCALYI de x-as van de grafiek.

MIN i : De minimum waarde van de array Y voortkomend uit de

procedure MINMAX of uit de parameter PYMIN(/k/) van

CWWPLT.

MAX i : De maximum waarde van de array Y voortkomend uit de

procedure MINMAX of uit de parameter PYMAX(/k/) van CWWPLT.

(Dit ailes voor A=1).

Indien A=2 geldt hetzelfde maar dan voor de array X

resp. de waarden PXMIN of PXMAX.

NUL o : De ruimte tussen de x-as (ais A=1) of de y-as (als A=2)

en de papierrand van het A4-formaat.

DEL o: De afstand in cm tussen 2 roosterlijnen van de y-as van

de grafiek (ais A1) of de x-as van de grafiek (ais A=2). Als A=1:

Ais PCY(/k/)=O dan DEL=2 of 2.5 cm voor de y-as

Als PCY(/k/)O dan DEL= PCY(/k/) voor de x-as.

Ais A=2:

Ais PCX(/k/)=O dan DEL=2 of 2.5 cm voor de y-as

Als PCX(/k/)O dan DEL = PCX(/k/) voor de x-as

NSP o : Aantai vakjes van de roosterlijnen op de y-as (ais A1)

of de x-as (als A=2).

NSP = 7 als DEL = 2 Als PCY(/k/) of

NSP = 6 als DEL = 2.5 5 PCX(/k/)=O

NSP = PDY (als A=1) NSP = PDX (als A=2)

SCL o : Zie procedure TRANS

N o Zie procedure TRANS

CX i : PCX(/k/) zie CWWPLT

DX i : PDX(/k/) zie CWWPLT

CY i : PCY(/k/) zie CWWPLT

(30)

1.4.4 Procedure SCALY I Specificat ies eklaraties

:CYDY

:=14 D:CXcDX STAP:=IMAX-MIN /0

TRANS(STAP, SCL,N,A, CY,CX)

DEL;CY als A=J anders CX NSP:DY als A=1 anders DX

MN: DELMNSP/2

NUL 12-MN

24

-1

Programma bepaalt zelf

de basislengte van de y-as

//y-as plotter

Programma berekent uit

L_

opgegeven waarden de basis

lengte van de y-as 1/y-as plotter

Programma bepaalt zeif de basislangte van de x-as

1/yas plotter

Frograma berekent uit

L

opgegeven waarden de

basis--- lengte van de x-as!!

y-as plotter

TAP is de waarde dLe

1 cm voorstelt.

De procedure TRANS bepaalt SCL x 10N

!Aantal vakjes tussen roosterlijnen is opge-geven en za ook de lafstand hiertussen

L---ie

fig. 2a en fig. 2b

Bepaling afstand tussen

DEL:=2.5 als SCL=4 anders 2 J2 roosterlijnen en bepalin5'

NSP:=7 als DEL=2 anders 6 fran het aantal vakjes

(31)

A.4

FRMAAT

-

25

-4: X wrL

Fig. 2b. Positie van de horizontale assen.

A=1

X-

PLÔTTR

Opmerking: De maten die hierboven gegeven zijn gelden als het programma

zeif de maten voor de grafiek bepaalt.

De gebruiker kan hiervan afwijken door zeif op te geven hoe groot de grafiek wordt.

De gebruiker moet dan wel op de volgende punten letten

Je. De plaats van de hartlijn is zoals hierboven gegeven.

2e. Blijft er genoeg vrije ruimte over voor tekst en inbindrand. ATTLU-,( 'J C'.

II

-ti

(32)

26

-1.5 Procedure voor een lineaire gradenverdeling van de as//x-as plotter - SCAL X2. 1.5.1 Doel.

De procedure verzorgt een as evenwijdig aan de x-as van het plotpapier met een lineaire gradenverdeling en bepaalt tevens de positie van de as/I y-as van het plotpapier.

1.5.2 Algemeen.

De naam van de procedure is SXALX2.

De procedure staat in de standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW van de "Centrale Werkgroep Wiskunde".

De procedure SCALX2 roept de procedure TRANS en de procedure SCALXI

op.

1.5.3 Gebruik van de procedure.

De kop van de procedure ziet er als voigt uit:

'PROCEDURE' SCALX2 (A,MIN,MAX,NUL,DEL,NSP,SCL,N,CX,DX,CY,DY); 'REAL' MIN,MAX,NUL,DEL,SCL,CX,CY;

'INTEGER' NSP,A,N,DX,DY;

Aan de declaraties van bet programma moet worden toegevoegd: 'PROCEDURE' SCALX2; 'CODE';

Betekenis der formele parameters.

Zie procedure SCALXI met de voigende verschilien:

DEL o : De waarde welke DEL kan aannemen als PCX(/kI)0 zijn

nu: DEL=2.25 of 1.8 cm afhankeiijk van max. bereik van de as.

NSP o Ret aantal vakjes is:

Als DEL = 2.25 NSP = 10

(33)

1.5.4 Stroomdiaram. (Proredure SCALX2 \ Speciricaties Dek1arties

A =

I A ICX!>I(YbV

A = 2/\CY>10'

DEL:=CX als A=I anders CY NSP:=DX als A=1 anders DY IiULP : = ¡MAX-MIN /(DELNSP) TRANS(HULP,SCL,N,A,CX,CY) :=1 ;SCL:=2;NSP:=10;DEL:=2.25 =0 ; SCL: =10 ;NSP : =10 ;DEL: =2. 25 27 -nee nee

Bepaal de gegevens voor de afmetinge van de grafiek m.b.v. SCALXI

ST

:=1;SCL:=5;NSP:=12;DEL:=].8

AP:=ABS(MAX-MIN)/21 .b TRANS(STAP, SCL,N,A,CX, CY) DEL:=I.8; NSP = 12

HN:= DELNSP/2

NUL:=-1N+(17 as A=1 anders 12.75)

ro7ramrna bepaalt zeif de gegevens voor de afmetingen

an de grafiek.

Ti1i is bet aantal

p,ra-en die 1 cm voorstelt.

ERANS bepaalt SCLxION

rogramrna berekent uit ie gegevens die de ge-_4bruiker opgegeven heeft

Id e gegevens voor de af-netingen van de grafiek

L_

Zie fig. la en Ic behorende

(34)

28

-1.6 Procedure voor een lineaire gradenverdeling van de as//y-as plotter- SCALY2. 1.6.1 Doel.

De procedure verzorgt een as everiwijdig aan de y-as van het piotpapier

met een lineaire gradenverdeling en bepaalt tevens de positie van de asl/xas van het plotpapier.

1.6.2 Algemeen.

De naam van de procedure is SCALY2.

De procedure Staat in de standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW van de "Centrale Werkgroep Wiskunde".

De procedure SCALY2 roept de procedure TRANS en de procedure SCALYI op.

1.6.3 Gebruik van de procedure.

De kop van de procedure ziet er als voigt uit:

'PROCEDURE' SCALY2 (A,MIN,MAX,NUL,DEL,NSP,SCL,N,CX,DX,CY,DY); 'REAL' MIN,MAX,NUL,DEL,SCL,CX,CY;

'INTEGER' NSP,A,N,DX,DY;

Aan de declaraties van bet programma moet worden toegevoegd:

'PROCEDURE' SCALY2; 'CODE';

Betekenis van de formele parameters:

Zie procedure SCALYI met de volgende verschillen:

DEL o : Als PCY(/k/)=O dan is de waarde die DEL kan aannemen 3,

3.6 of 1.8 cm afhankelijk van het max. bereik van de as.

NSP o : I-iet aantal vakjes is:

NSP=5

als

DEL=3

NSP = 4 als DEL = 3.6

(35)

I.b.4 Stroomdiaram. Procedure SCALY2 Specificaties Declarat ies A =

iAcYj>io6

V

A = 2AICXt>106

ja DEL:=CY als A=l anders CX NSP:=DY als A=i anders DX HULP:= MAX-MIN /(DELMNSP) TRANS(HULP, SCL,N,A,CY,CX)

SCL:=2.5;N:=1;NSP:=4;DEL:=3.6

SCL:=l0;N:=0;DEL:=8;NSP:=5

29

-Bepaal de gegevens voor de afmetingei van de 'rafiek m.b.v. SCALYI

SCL:=5;N:=I;NSP:=3;DEL:=l.8

FN: =DELNSP/2

NUL:=1 2-FiN

L-ne e

Programma bepaalt zeif de gegevens voor de afretingen van de grafiek

Huip is het aantal

gra-den die i cm voorstelt.

TRANS bepaalt SCLd0N

Programma berekent uit de gegevens die de ge-bruiker opgegeven heeft de geevens voor de af-metingen van de grafiek.

Jie fig. 2a en 2b behorende

ij SCALY]

ne e

1 50< MAX-MIN 360

(36)

30

-1.7 Procedure voor het bepaleri van de schaal voor x of y-as- TRANS.

1.7.1 Doel.

De procedure bepaalt een "ronde schaal" voor de assen.

1.7.2 Algemeen.

De naam van de procedure is TRANS.

De procedure staat in de standaardbiliotheek SBAL.LIBCWW van de

"Centrale Werkgroep Wiskunde". 1.7.3 Gebruik van de 2rocedure.

De kop van de procedure ziet er als voigt uit: 'PROCEDURE' TRANS (STAP,SCL,N,AXY,CX,CY); 'REAL' STAP,SCL,CX,C?;

'INTEGER' N,AXY;

Aan de declaraties van het programma moet worden toegevoegd: 'PROCEDURE' TRANS; 'CODE';

Betekenis der formele parameters

STAP i : Het aantal eenheden per cm van de x-as of

y-as voordat de x- of y-as naar een "ronde schaal" is getransformeerd. By.: STAP = XMAX-XMINII (DELMNSP)

SCL o : Ret aantai eenheden ¡10N per cm van de x- of y-as nadat

deze naar een ronde schaai is getransformeerd.

Ais CXO of CY0 dan geldt voor de x-as of y-as.

SCL1ON = STAP want dan geldt:

SCLXION = IXMAX-XMINI/(CXNSP) (voor de x-as) (Idem voor

de y-as)

SCL = 2, 2.5, 4, 5 of IO.

N o : Exponent van IO nadat STAP is getransformeerd naar een

waarde

I < STAP < IO

By.: STAP = 2000 en CXO dan wordt SCL=2 en N=3. Voor de parameters AXY, CX, CY zie beschrijving CWWPLT met dien verstande dat voor de k-de grafiek geldt: AXY = PAXY(/k/)

CX = PCX(/k/)

(37)

1.7.4 Stroomdia8ram. Procedure TRANS Specificaties d =0 STAP : =STAP/ 10 N:=N+] SCL : =STAP STAP:=STAP3dO N:N-1 31 -nee AXY =

I ACX10v

AXY = 2 AJCYI10 anders 10

Trans formeren van STAP

naar I < STAP 10

- N is het aantal malen dat SlAP gedeeld is door of vermenigvuldigd met IO

_[Gebruiker bepaalt de

Lschaal van de grafiek

_jProgramma bepaalt zeif ide schaal van de grafiek

SCL:=2 als I <STAP 2

2.5 als 2 <STAP 2..

4 als 2.5 <STAP 4

(38)

32

-1.8 Procedure voor het plotten van de waarden langs de x-as- XAS.

1.8.1 Doel.

De procedure plot de waarden bij elke roosterlijn langs de x-as van

de grafiek. 1.8.2 Aigemeen.

De naam van de procedure is XAS.

De procedure staat in de standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW van de

Centrale Werkgroep Wiskunde.

De procedure roept de procedures SCHUIF en NDC aan.

1.8.3 Gebruik van de procedure.

De kop van de procedure ziet er als voigt uit:

'PROCEDURE' XAS (DEL,NSP,SCL,N,XXS,XMIN,XMAX,AXY, CODE);

'REAL' DEL,SCL,XXS,XMIN,XMAX; 'INTEGER' NSP,N,AXY, CODE;

Aan de declaraties van het programma moet worden toegevoegd: 'PROCEDURE' XAS; 'CODE';

Betekenis van de formele parameters

DEL i De afstand in cm tussen twee roosteriijnen van de x-as.

NSF i : Aantal vakjes van de roosterlijnen langs de

x-as van de grafiek.

SCL i : Zie procedure TRANS

N i : Zie procedure TRANS

XXS o : De x-waarde weike bij de eerste (iaagste) roosterlijn

wordt geplot. XXS KNIN

XMIN i : De laagste waarde van de array X(K, J, I) van de k-de

grafiek (zie 3.2).

AXY i : AXY:=PAXY (zie 3.2).

XMAX i : De hoogste waarde van de array X(K, J, I) van de k-de

grafiek (zie 3.2).

CODE i : Als code O, dan worden de punten op de x-as

gemarkeerd d.m.v. streepjes.

(39)

1.8.4 Stroomdiagram.

plusy=-4: plaats in de

y-richting van de te

plotten x-waarde.

k = 0

(1) NSP

33

-(Procedure

.pecificaties

Declara ties

Bepaal: het waardeverschil tussen twee

roosterlij-neri H2, beginwaarde

bij de x-as XH

en het aantal

decimalen achter de komma m.b.v.

procedure NDC.

x-as op de lange kant

van het A4-formaat

/1

x-as van de plotter.

_[_as

op de korte kant

van het A4-formaat

-as van de plotter.

Bepaal:

x-waarde,

die geplot moet

worden: XX,

en XXS = XX als k = 0.

De

waarde

Hi,

die de

plaats

in

x-richting bepaalt,

vari

de te

plotten

x-waarde.

Als code < 0, plaats dan een merkstreepje

op de as.

Plotde x-waarde m.b.v. procedure NUMBER,

1/

de x-as van de plotter.

plusx = .4

* plaats in x-richting

van de

te plotteri x-waarde.

Bepaal:

x-waarde,

die geplot moet

worden: XX,

en XXS = XX als k = 0.

De

waarde

Hi,

die de

plaats

in

y-richting bepaalt,

van

de te

plotten

x-waarde.

Als code < 0, plaats dan een merkstreepje

op de as.

Plot de x-waarde m.b.v. procedure NUMBER,

// de y-as van de plotter.

A

(40)

34

-1.9 Procedure voor het plotten van de waarden langs de y-as- YAS. 1.9.1 Doel.

De procedure plot de waarden bij elke roosterlijn loodrecht op de

y-as van de grafiek. 1.9.2 Algemeen.

De naam van de procedure is YAS.

De procedure staat in de standaardbibliotheek

SBAL.LIBCWW van de Centrale Werkgroep Wiskunde.

De procedure roept de procedures SCHUIF en NDC aan.

1.9.3 Cebruik van de 2rocedure.

De kop van de procedure ziet er als volgt uit;

'PROCEDURE' YAS (DEL,NSP,SCL,N,YYS,YMIN,YMAX,AXY

, CODE);

'REAL' DEL,SCL,YYS,YMAX,YMIN; 'INTEGER' NSP,N,AXY,.CODE;

Aan de declaraties van bet programma moet worden toegevoegd: 'PROCEDURE' YAS; 'CODE';

Betekenis van de formele parameters

DEL i : De afstand in cm tussen twee roosterlijnen

van de y-as.

NSP i Aantal vakjes van de roosterlijnen

langs de y-as van de grafiek.

SCL i : Zie procedure TRANS

N i : Zie procedure TRANS

YYS o : De y-waarde welke bij de laagste

roosterlijn wordt

geplot. YYS ThIN

YMIN i : De laagste waarde van de array Y(K, J, I) van de k-de

grafiek (zie 3.2).

AXY i AXY:=PAXY(k) voor de k-de grafiek (zie

3.2)

YMAX i De hoogste waarde van de array Y(K, J, I)

van de k-de grafiek (zie 3.2).

CODE i Als code O, dan worden de punten op de y-as

gemarkeerd d.m.v. streepjes.

(41)

35

-1.9.4 Stroomdiagram.

'Procedure YAS

Specificaties

Declaraties

Bepaal:

het

waardeverschil

tussen

twee

roosterlijnen H2, beginwaarde

bij de y-as

1H en het aantal decimalen achter de komma

m.b.v.

procedure NDC.

II

= 0 (1) NSP

Plot

de

y-waarde

m.b.v.

procedure

NUMBER,

1/

de x-as van de plotter.

A

y-as op de korte

kant van het

A4-formaat // y-as

Bepaal:

y-waarde,

die geplot moet

worden: XX,

en lYS = XX als k = 0.

De

waarde

Hi,

die de

plaats

In

y-richting bepaalt,

van

de te

plotten

y-waarde.

Als code < 0, plaats dan een merkstreepje

op de as.

Plot de y-waarde m.b.v. procedure NUMBER,

/1

de y-as van de plotter.

1/

x-as van

de plotter

van de plotter.

Bepaal:

y-waarde, die geplot

moet worden: XX,

en lYS = XX als k = 0.

De

waarde Hi,

die

de

plaats in

x-richting bepaalt,

van de

te plotten

y-waa rde.

y-as op de

lange kant

Ais

code

< 0,

plaats

dan een

merkstreepje op de as.

van het

(42)

36

-1.10 Procedure voor plaats van schaalwaarden - SCHUIF.

1.10.1 Doel.

De procedure zorgt er voor dat schaalwaarden bij

x- en y-as cnder of naast de roosterlijnen

op de goede afstand van de x- of y-as

geplot worden. 1.10.2 Algemeen.

De naam van de procedure is SCHUIF.

De procedure staat in de standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW

van de Centrale Werkgroep Wiskunde.

1.10.3 Gebruik van de 2rocedure.

De kop van de procedure ziet er als volgt uit:

'INTEGER' 'PROCEDURE' SCFIUIF (XX,N,NDEC);

'REAL' XX; 'INTEGER' N,NDEC;

Aan de declaraties van het programma moet worden toegevoegl:

'INTEGER' 'PROCEDURE' SCHUIF; 'CODE';

Betekenis van de formele parameters:

XX i De waarde die bij een roosterlijn

geplot moet worden

N i : Zie procedure TRANS.

NDEC i : Zie funktieprocedure NDC

NDEC:=NDC (DEL,SCL,N,XMIN); Enkele voorbeelden: XX schuif

-4.5

4 1000 4 -2000 5 .50 3 -.0008 6

(43)

1.10.4 Stroomdiagram. 37 -Procedure SCHUIF Specificaties Dec laraties J H:=IXX+106) schuif:=sch :1 F:= sch : sch+1 sch :=sch+I s ch : =s ch+NDEC-f- I J nee ne e

=0

Test op aantal cijfers voor de komma rTest op minteken Tvoor extra symbool

Test op aantal - decimalen achter

de komma

fi is extra symbool Lvoor decimale punt

chuif stelt totaal aantal karakters

(44)

38

-1.11 Procedure voor bepaling van aantal decimalen achter de komma - NDC.

1.11.1 Doel.

De procedure is een huipprocedure voor de procedure SCHUIF en zorgt er

voor dat de decimale punten van de schaalwaarden recht onder elkaar

komen te staan en, dat er per as (x- of y-as) voor alle schaalwaarden

een

gelijk aantal cijfers achter de decimale punt komen te staan.

1.11.2 Alemeen.

De naam van de procedure is NDC.

De procedure staat in de standaardbibliotheek SBAL.LIBCWW van de Centrale Werkgroep Wiskunde.

1.11.3 Gebruik van de procedure.

De kop van de procedure ziet er als volgt uit: 'INTEGER' 'PROCEDURE' NDC(DEL,SCL,N,MIN); 'REAL' DEL,SCL,MIN;

'INTEGER' N;

Aan de declaraties van het programma moet worden toegevoegd:

'INTEGER' 'PROCEDURE' NDC; 'CODE'; Betekenis van de formele parameters:

DEL i : Zie parameterlijst SCALXI

SCL i : Zie parameterlijst TRANS

N i : Zie parameterlijst TRANS

MIN i : De waarde X MIN of Y MIN afhankelíjk

(45)

-

39 -1.11.4 StroomdiaZrarn. ' Prç'cedure NDC Specificaties d Declaraties Bepaal:

Verschil in waarde tussen twee rooster-lijnen NUM E:=-1 E=E+1 F=IOE Test op resterende d Cimalen Aantal decirnalen achter de komma is NDC nee

(46)

40

-1.12 Procedure voor bet plotten van lijnen- LINPLT.

1.12.] Doel.

De procedure verzorgt de piotuitvoer van de iijnen en/of punten in de grafiek.

1.12.2 Aigemeen.

De naam van de procedure is LINPLT.

De procedure staat in de standaardbibiiotheek SBAL.LIBCWW van

de Centrale Werkgroep Wiskunde.

De procedure LINPLT roept de procedure ASMOOT op.

1.12.3 Gebruik van de Lrocedure.

De kop van de procedure ziet er als voigt uit:

'PROCEDURE' LINPLT (I,J,K,P,X,Y,SX,NX,SY,NY,

XXS,YYS,AXY,JJ,KK); 'REAL' SX,SY,XXS, YYS;

'INTEGER' NX,NY,AXY,K,JJ,KK; 'ARRAY' X,Y;

'INTEGER' 'ARRAY' I,J,P;

Aan de declaraties van bet programma moet worden toegevoegd:

'PROCEDURE' LINPLT; 'CODE';

Betekenis van de formele parameters:

I i : Zie 3.2

J i : Zie 3.2

K i : Zie 3.2

P(JJ) = PPP(kk,jj) voor de kk-de grafiek, zie 3.2.

X

i:Zíe3.2

Y i Zie 3.2

NX

SX i : Het aantal eenheden per cm/lO

van de x-as.

(wordt in de procedure TRANS bepaald door SCL).

NX i : Zie parameter N bij procedure TRANS;

NX = N voor de x-as.

SY i : Het aantai eenheden per cm/lO

van de y-as.

(wordt in de procedure TRANS bepaaid door SCL).

NY i : Zie parameter N bij procedure

TRANS; NY = N voor de y-as.

XXS i : Zie procedure XAS.

YYS i : Zie procedure YAS.

AXY i : AXY:= PAXY (kk) zie 3.2.

JJ i Lijnnummer van de kk-de grafiek.

(47)

. 41

-1.12.4 Stroomdiagram.

(Procedure

.Specificaties

Dec 1 a ra ti es

Bepaal:

Aantal eenheden per cm voor de x-as: SCX.

Aantal eenheden per cm voor de y-as: SCY.

= 1 (1) j(kk)

m = entier((p(jj)/1ø): Bepaalt of de lijn

al of niet met gecentreerde symbolen wordt

gemarkeerd. Zie 3.2, PPP.

n = p(jj) - 1ø*m

: Bepaalt of de x-y

punten al of niet verbonden worden m.b.v.

lijnen. Zie 3.2, PPP.

m -= 0

ja

II = 1

(m) I(kk,jj)

Markeer

het ii-de

punt van

de

jj-de lijn met

symbool code nr.

jj

& II -'= I(kk,jj)

S = 11+1 (1) (IF II+rn >

I(kk,jj)

THEN

I(kk,jj) ELSE

II+m).

Verbindt

ten

hoogste

m x-y

punten m.b.v. rechte

lijnstuk-j es.

nee

nee

(48)

Verbindt de

x-y punten

d.m.v. rechte

lijnstuk-ken

ja

41.1

-Verbindt de

x-y punten

orn en orn

met een recht

lijntje,

zodat er

een

stippellijn ontstaat.

nee

Verbindt de

d.m.v.

een I ijn

x-y punten

st ro kend e

Verbindt de

d.rn.v. eeri stippell ijn.

x-y punten

st ro kend e

(49)
(50)

-13 SymboleniHst

If) Il (3D 12 3 C 13 (ni ¿

*

15 0F

EHPRqCTE.RS PVqILPfLE IN

THE IBM 3GO SYMBOL

BOUlINE

COQES NE)1 TO ERCM SYMOOL 438E;

1. 14TLr,rP. CO)E USED IN 5PECIqL

SYM8UL CflLL.

2. 1E8NL MxP0ECIMqL CODE

([BCOIC MODULO 128) SEE IHE J8i 360 REFERENCE 434318 C8RD FOIl

COIThESPCNDJNG PUNC1EO CR80 COGES.

o 16 32 90 SO 60 70 64 80 c 96

-

112 00 10 I 20

j

30 33

f

49 65 Pl

J

U BS

L 5)

R

K

A

H

19 35 51

> 67

13

- 23

33

-

143 ?3 --f-- 3D 1/

- 27

o

NUL.

26 42 In 243 p' 27 '13 'C 29 In 56 '-'i 38 e t::) 05

\

71 37 \ 47

J

57 39 St) Sn SD

T

f

L

97 61

/

i 99

Q

2

62 _) 72

T

IIS

3

63 I 73 100 l 116

[4

64

L

135 IN JO) 117 1 so 65 V 75

0

IOZ i I9 66 A' 76

P103

67

V

77

7

1O' I

120 8

53 I 7U

P1436

50

L 79

121 C)'_J 91

$ 107

48 o 53 - 66 9 J23 78 a / 23 ) 44 .c: ì 76 92 Z )09 / 129 IC 2G

-

SC 9G SC 6G

la

7G 29 'IS 61

X 77

1 3 :I 109 'V 20 / 30 'iO '- 50 60 743

45 çjp 62

,Ç 7)

±

94 a

110 >

)2C lE

2E 3

4E 6E 6E 7E 3)

47 c'ß G3

79 95 1))

l"

127 1F 'x-' 2F J '-F S 6F

1131ES: I - TIE F1ST 19 SYMBOLS Il) ThE 1P43E 438E CENTEllEO SThDOLS.

2. 43f11 J?TECCíi (1i l;.X GOOF 01 3 ti TPi43G SMGI. HILL 8 CONS lOGrEO

IIOÛULG

TClE

¡ T-LP. C' 7)0 PUNCIED CR80 C1)OES FFICI

TPI SEO

8EFL6ENCC C4380 t:P.T LIC JSEO U0I ElCH S'UIEIOL.

-44

2036

1h52

A

24 '4-' 34 6Ei 84 44 -, 59 37 .1:4- ;3 25 's-' 35 22 3e -.1 70 Cl, 41) I SC 46 2G 3G 72

I

IB 443 4 SE) 73 1 e 149 .1 S!) 74 r.-' 9 48 '--'

; CO

122 -18 a 3 03 (N sr 5 CG ¿

i

01 40 28 87 s-7 69 'IS

(51)

FAST ALGJL LJMPILrR DF D CT,E1ASE F II /l75 PCR.NR..SOuRCE L1STIIG PAGE L CJ'JLR VES1O :FAT4 OPTJO4S IN E CT:ilZ(KYtE-c)=I4,IDLr 6,SEGSEGM, tREALIX,y,Q; colo 3

'1'1TER 'LFA:'L43EL 'LJS,1ST,SRIG;

0020 ,RX,RYO,°Y1,aY2,RY,2,L3,L4,LK,LK2,F,A,b,Al,B1, 0030 7 4z,2,LL,LL2,-sp,FsP1,2,Es3; 0040 i 0050 9 I,,,800L,'(; 0060 9 E4L'''0cEOUE'L; 0070 0080 11 54'TdE'l' 0090 11 'G1'L:=L;ES=S°3'1F' A1FA=9a'THEN''0EGIN'AAlSY'EN0' 0100 19 0110 24 0120 26 'G14'L:=0;4:=X;:Y;EW:=0 0130 31 0140 32 ,:c4LIp1CFr)OEt12; 0150 33 0160 34 0170 3 0180 42 0190 47 0''LSE' 0200 49 0210 54 ND' ¡ 0220 5 '0ÇE0U'P0(!,.,C); 0221 55 0222 59 00223300 63 -1'FLE1) 00224000 53 0230 70

;L4:0ì/. ;L/.L.<2Q2/.25A1X+.1915*CA2X+.1975*0?

0240

I.q7*L975ESP1.l*QESP2.06*CESD3.3*0

0250 81 9?N:P:=0; 0260 83 0270 87 '-LS-'-s41; 0280 !T 0290 cl Tt,1,)=1o1ITt,1,p=Lz3I1Tc,1/)=124IHT(/1/)=125'HENs'GcTu'occ3oE; 0300 HT(/"/):T(/1/)-l12'3TU'LtES 0310 94 jJ:P?:)_t;*Ií?P=011HEN' 0320 C7

'G1N''I1(/1/)=3IHT(/1/)14'TEl'

0330 9.? 0340 1C4 oiso 1C7 030 112 113 0380 11! 0390 11 T(/?/):rCJ;1J1.sr(/1/)=1!HT(/L/)r124THEN1 0'f00 11 0410 12A 0420 130 -T(/l/):H1(/I/)s( 'IF'HT(/1/)(64'THEN'64'ELS'-4); 0430 133 tIC /1/)12.'ThN 0440 0450 13'i TU: I1T'I(),r,T,1);1Ï(/1/):=HT(/L/)+('IF'I1T(/1/)<Ó4'THEN'4'ELSE'-64) 0460

(52)

F?&$T ALZJL PIL L1,ELEAS 1/ 9/1975 1NCR.N.+0URCE L1STP PASE 2 13?

IC1Hr(/1/)(",I4T(/1/)=I071TH41

0470 14 0480 0490 14'

'p';)P4I;TC(/P/):i-lT(/1/);'G'1T3'JEXT;

0500

1;'

,-4UJF: '1'Tt/l/)124'THEi''GOTh'S4;'1F'rC(/1/)<=13'THE'4'

osio

i

119P1F'ALrA=Ç(.'T.1.4MK(X_*.5,Y,0,TC(/1/),ALFA,-1)'FLSF'

0520

t3

0530 1(2 0540 165

M(,y,!.54,10',ALA,-1)'EL5E''IF'TC(/1/)=2O1'PEN'

0550

'G1:'MR((X,Y,c.,7,P)9,A1F,-1); 'IF'ALFA=OO'lHLN'

060

171 '1:TN'4A((X,Y43.57,'J.2,1C9,ALFA,-1)M'Ç(X,Y+3.97,0.57,109,A1FÂ, 0570 174

-1);

0580 174

'3''LSE'

C590 176

'3EI''1A!(t(.Ü.67,Y,D.,109,ALFA,-l);

0h00

17-SAÇl X.0.97 ,v,0.57. IC'9, ALFA,-1 )

0510 0620 150

'Et0''-LSE''I'TC(/1/)202'THEN'

0b30

i3

'1Gt'M.(X,Y,G.4,109,ALFA,-1);'IF'ALFA90'T1EN'

0640 i36 0650 133 MAK(x,v41.l4,r.4,109,ALFA,_1); 0660

19

-N)''ELSE 0670 191

'r0I'MAK(X+0.57,Y,D.',1c.ì,ALFA,-1)

0680 193

MA(X+1.14,Y,3.4,1C,ALFA,-[);

0690 194

'';

oioo 195 'EN0''iLSE' 0710 197

GINULL=L;t1C,ES>.0O301flEN

00719000 200

':'I'((A,,P,64,4LF4+100,1P;

00720000 202 F'ALFA=9)'T-1E'' 0721 2C3 0722

M4(4,9.9.0,ESP,64,ALFA,i0,-j);

00724000 206

'EiJ''ELSE'

00725000 209

'EIN'MA(999.0,!,LL,TC(//),ALFA,-1);

00726000 210 MARKt 9.0,,ESP,64,ALFA+180,-1); 00727000 211 'ENJ'; 0728000 212

'[''ELSE'MAK(A,,LL,TCt/'l/),ALFA,-1);

C0729U00 215

'D';:=R+('1F'T2t/R/)>=2C0TC(/R/)<=202'THEN'7'ELSE'1):

0730 217 I.4Tc(f1/):=4TC(/2/):=C; 0731 218 'F G '

2' STE° '1 'UNI IL'

'30' 0760 21 0750 223

'3CIN''1F'533L0'THEN'

0760 225

'BEr,LN':.1;300L:=00L+1;'IF'TC(/R-2/)=63'TH[l'

0770 229 '6ES1N''I'ALFA=90'fl-$EN'MARKtX,RY0-Q,Q,64,ALFA,-I) 00780000 232 00790000 234

64,LFA,-1);

03791000 '34 'END''ELSE'PoS(IXO,RYO,RR); 080G 237

sI:

LL2:rL2;S1FALFA=9oSTHENl OSlO 240 'BIN'MAR'.tA,999.0,A6S(ESP),64,ALFA+('IF'ESP<0'THE'i'180

020

242 'ELSE'0),-1P;MARK(A-L3,999.0,LL2,TC(/R/),ALFA,-1); 0830 243 MAR<(A,9.0,4S(E5P),64,ALFA+('IF'ESP<0'THE'180'ELSE'0) 0931 244

,-1);

0832 244 'FNO''F.LSE' 0833 246 EN'MMKt99.0,F,ABStESP),64,ALFA+('IF'ESP<0'THEN'I8C 0834 248 'ELSE'0),-1);MARK(999.0,3+('IF'ALFA180'THEN'-t3'E1SE'131 0835 247 ,LL2, T(/f ),ALFA,-j1 ;MARKt999.o,8,ASESP),64,ALFA+('IF' 0636 75') ESp<C'T-IEN'llO'ELSF'o),-I); 0937

(53)

3 FAST AL.,JL ,1MPX1F UF DELF1,RE1EAS 1/ '/1975 INCR.NR.+SOURCE LISTING PA,E 2 J 0838 253 :NL,I;csIRx1,y1,+I1Ioc/1/});R:+1;uIFspspPTI.4ENtJGoTosS4; 0840 258 'IF'tC(//)53'!HEN' 0850 2 59 0850 263 0870 265

r',k)I; '1'TC/Rf)-.63'THEN'

0880 267 0890 'IF'8o3L=1'T'-4''' JT0'S1;'1F''303LC'THEN' 0900 271 'r,IN''IF'Tc(Il)<=13'THEN' 0910 2 73 tG1,1''F'4LFA=9C'T'-EN'MARK(x-Q*.5,999.0,3,TC(/R/},ALFA,-1) 0920 276 'LSh'M.K(9'9.0,YQ*.5,Q,TC(/R/),ALFA,-1); 0930 273 'NO' 0940 279 0950 2 u2 )E1SEtS1FJ//)=(1ITHFNI 0960 284 0910 207 ItF'AL*9C'TH,S' 0980 2i3 '3E1N'MAc,(X,RY.O.b7,0.2,109,ALFA,-1); 0990 293 1000 291

'E'

'LE' 1010 293 'jJ'RK(X+J.67,RY,O.2,109,ALFA,-1); 1020 2 ?5 MA.((X+Q.97,RY,0.57,L09,ALFA,-1) ; 1030 296 1040 297 F)ELSEI11iTC(//)202*THEN1 IOSC 3 (O 1060 303

'IF'LA90'THEi'

1070 304 j?IMARK(X,RY4O.57,C.4,1U9,ALFA,1); 1080 306 MAç(Á,.Y+1.14,0.4,1o9,ALFA,-1); 1090 307 'ENO' 'ELSE' 1100

09

,!3EsI,MA«t+o.r7,Ry,0.4,109,ALFA,_1); 1110 311 Rx+1.1,Y,0.4,109,ALF,-1); 1120 3 12 1130 313 'E'IJ''ELE' 1140 315 ''G1N'LL:=L;'1'ALFA90'T-1E' 115G 313 '9ESIN''IF'ESP>.CÇO01'THEN' 01159000 32) R*(A,99.3,E5P,s4,ALFA+19o,-1); 01160003 321 MAR((A,999.C,L1,TC(/R/),ALFA,-1); 1161 322 '1F'cS7>.000t 'THEN' 01162000 323 l°JA,)99.Q,SP,b4,ALFAi-180,-1); 0116300C 324 'tD' 'ELSF' 01164800 326 ,r.['jI,F.c;p,00001eHENl 01165000 323 01166000 329

I.\-<( #5? .3 ,-i ,L1,TC(/R/),ALFA,-1);

01167000 3 30 '1 ) .00(,01 'P-N' 01158000 321 011t9000 2 32 'rn' ; 01170000 _j -'IF'TC(/R/)>=z0E1.TC(/R/)<=2O2'THEN'7'ELSE'1); 01171000 3 3 ')TJ'IN.)E: 1178 3 _) C' ; ' 1F' r,3L--1' TNErJ 1180 3 3E

3") s:

, 1190 1200 342 '1N'MA(A,799.O,45S(ESP),&4,ALF4('1F''SP(0'tHN'180 110 44 1220 345 MAR(4,99.C,46S(ESD),64,ALFA+(hIF'ESP<01THEN180IELSEI0) 1230 7

-1231 3 4,

'''LEE'

1232

Cytaty

Powiązane dokumenty

In this case, the intervention of the “vítima-testemunha” (victim-witness) is passive. Even so, the victim has several rights: i) she may ask for compensation for

In this Letter we study the critical current as a function of the magnetic field and gate voltage in nanowire Josephson junctions tuned to the mesoscopic few-mode regime.. The

Wielokrotnie powracający w rozmowach z kilkoma uczonymi problem „wielkiego podzia- łu” między oralnością i piśmiennością znajduje w Rodaku zwolennika, znającego książki

Janusz Giera Spostrzeżenia na temat funkcjonowania zespołów adwokackich Palestra 21/6(234),

Nieco odmienne stanowisko zajmuje w tej sprawie J. Wywodzi je on z cytowanych wyżej dwóch przedwojennych orzeczeń Sądu Najwyższego formu­ łując tezę, że w

As far as the date of Thomas is concerned, both the Named Testimonia, where Thomas is mostly mentioned in the apocryphal context and the fact that the Coptic GThom was

Jakkolwiek pojawiają się w doktrynie prawa postulaty nadania robotom specjalnego statu- su prawnego oraz stworzenia możliwości ponoszenia przez roboty odpowiedzialności

Odtąd w całym utworze nurt liryczny staje się niepodzielną, logicznie zwartą dominantą treści wtórnych utworu, zaś w-arstwa prymarna, to jest warstwa