• Nie Znaleziono Wyników

Lustrumverslag 1992; Technische Universiteit Delft 150 jaar, bouwen aan de toekomst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Lustrumverslag 1992; Technische Universiteit Delft 150 jaar, bouwen aan de toekomst"

Copied!
62
0
0

Pełen tekst

(1)

Technische Universiteit Delft

150 jaar

Bouwen aan de toekomst

(2)

Voorwoord 7 1. Inleiding 9 2. De organisatie 15 3. Officiële activiteiten 23 4. Wetenschappelijke activiteiten 33 5. Interne activiteiten 43 6. Externe activiteiten 53 7. Een terugblik 65 8. Lijst van sponsors 67

(3)

Gezicht op de Tech-nische

Universiteit en de stad Delft.

(4)

Uitgegeven door:

Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1

2628 CN Delft telefoon 015-2783254 telefax 015-2781661

De tekst van dit verslag werd geschreven door Christian Jongeneel met medewerking van oud-rector-magnificus P.A. Schenck. Bij de totstandkoming werd dankbaar gebruik gemaakt van eerdere (deel)verslagen van Anthonie Dieleman, Constant Gras, Paul Reinshagen en de universiteitskrant Delta.

ISBN 90-407-1192-5/ CIP © by Delft University Press All rights reserved.

No part of the material protected by this copyright notice may be reproduced or utilized in any form or by any means, electronic or mechanical, including photocopying, recording or by any information storage and retrieval system, without permission from the publisher: Delft University Press, Ste-vinweg 1, 2628 CN Delft, The Netherlands.

(5)

In 1992 was het 150 jaar geleden dat de voorloper van de huidige Technische Universiteit Delft werd opgericht. Aan dit dertigste lustrum heeft de TU Delft in dat jaar op vele wijzen aandacht besteed.

Dit verslag tracht een overzicht te geven van de belangrijkste gebeurtenissen. Op de verschillende soorten activiteiten wordt zo evenwichtig mogelijk ingegaan. Volledigheid en gedetailleerdheid zijn niet nagestreefd; het verslag zou te omvangrijk zijn geworden.

Deze publikatie verschijnt later dan oorspronkelijk in de bedoeling van het toenmalige College van Bestuur heeft gelegen. Personele wisselingen en andere prioriteiten hebben vertragend gewerkt.

De huidige auteurs hopen dat dit boekje voor de organisato-ren en medewerkers van destijds alle gebeurtenissen nog eens doet herleven, voor bestuurders de zaken op een rij zet en wellicht in de (verre) toekomst een inspiratiebron zal kunnen zijn voor organisatoren van volgende lustra van de Techni-sche Universiteit Delft.

Voorjaar/zomer 1995 C.J.B. Jongeneel P.A. Schenck

(6)

Op 8 januari 1842 zette koning Willem 11 zijn handtekening onder Koninklijk Besluit nummer 73, dat in het eerste artikel stelde: 'Eene Koninklijke Akademie ter opleiding van Bur-gerlijke Ingenieurs zoo voor 's Lands dienst als voor de Nijverheid en van Kweekelingen voor de Handel, zal, zoodra mogelijk, worden opgerigt en gevestigd te Delft'. Derhalve was 1992 een heuglijk jaar voor de Technische Universiteit Delft, temeer daar het eeuwfeest van 1942 vanwege de Duitse bezetting geen doorgang kon vinden. Een bijzonder jaar dus, want of het nu onder de naam Koninklijke Akade-mie ter Opleiding van Burgerlijke Ingenieurs, Polytechnische School, Technische Hogeschool of Technische Universiteit was, al 150 jaar stond 'Delft' garant voor een gedegen ingenieursopleiding .

Inmiddels is de Technische Universiteit Delft uitgegroeid tot een internationaal gewaardeerde instelling. Aan dertien faculteiten worden in totaal vijftien studierichtingen ver-zorgd, waarvan er acht binnen Nederland uitsluitend in Delft bestaan. Deze dertien faculteiten zijn: Bouwkunde, Civiele Techniek, Elektrotechniek, Geodesie, Industrieel Ontwerpen, Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek, Mijnbouwkunde en Petroleumwinning, Scheikundige Technologie en Materiaal-kunde, Technische BestuursMateriaal-kunde, Technische NatuurMateriaal-kunde, Technische Wiskunde en Informatica, Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek, en Wijsbegeerte en Technische Maatschappijwetenschappen. De laatste heeft geen eigen studenten maar verzorgt service-onderwijs in vele niet-techni-sche vakken voor studenten van de andere faculteiten. De laatst ingestelde studierichting, die der Technische Bestuurs-kunde, werd in de loop van het lustrumjaar 1992 als dertien-de faculteit in het leven geroepen.

Hiernaast herbergt de TU Delft enkele gerenommeerde onderzoeksinstituten en verschillende dienstverlenende instel-lingen. Bovendien beschikt de bibliotheek over de grootste

(7)

Koninklijk besluit van 8 januari 1842

WIJ WILLEM 11,

BU OE GRAtiE GODS, KONING DER NEDERLA.NDKN, PRINS VAN ORA.NJE-NA.SSAU, GROOT-HERTOG VA.N

LUXEMBURG, DZ. , DZ., DZ.

a~7~~,é~~~

k/~

""' ...

~···~...".~t 7k ~7-<-- ~

....

~ p<-~ d<- ,...,."é.o<A.,.~.,u...~~ r.v~~ ";-/'''Yn-- "./pr;~~ ...;~ f~[ é~ / ~.../

0>-

~

;:Y rYrdr-,/C

I-?-~.",

. . / .A;... ,/"~~ÓÀ-- d~ ~m-n-~~_...-> "";...,.,...u~ dJ...v~ ~ .. ·,.4...v

6-/,

....

/--.-n.~

~~ t2/~~

!J':4~

.~.

/

~~

c

/

%"4

t!

/

w

jo' o<L<C/p-... ..-,,-n .p(" ~.,/ "'" ~ / f ~-t-#"'-,.,~....---:-. .?'Û:-"""""4"-,.-é-""",,,u... /,/..,.::';';"-_v j/""..,t'.,.tZ. --/ , / """"LL':~:3

.

/:7~

~~

~~r

'

~

c:7~'W

(8)

/~

r

'?L~

""

-

~a

t/

ar.{J/

~

-._-

~

,..;/Z,~;p

ZAL

/~;~

./

~.~ ~ ~.v.7..&~7 ,..:...->-. 1.--t'lhbn. / /~~ -~ / ~ ...

dil..,

-

~

c::?7~r

...

~

ha ~~ #~J~.#~_ / 1 '" u-~ 0'o?m-...,.,.~ ~~.-'

tarc3.

CZ/~

L::k

f~

r:" /....M' ...

~

?~

~~/

- $xt};vJ~

,ç::>" -r" ~..-tf6-

17

-

~ ~~...,.

.

...v "Ge'

dJJ/~~

w..../~~

'

~e...&-~/

G

aN~~~

·

eL

~

,n-7

ä

.h7

Á~~~-é -M'-~~ ,.t.,,-., ~r~é~ ,I<-~h Ä7/~/

,v

-;-/

"}7.-6.-dA':;'~, ~~

a..,

/--<e ---J"?~ ~~ p~,.../

~~...-é- ,3'

~ /,pr?u/k:-i· n-~ ,./--~

--/ ~ .~t.;;;Z:;~ .e~~. ~;:; --~~ .

(9)
(10)

collectie technisch-wetenschappelijke literatuur van Neder-land. De TU Delft onderhoudt vele contacten met universitei-ten in het buiuniversitei-tenland, zowel binnen Europa als daarbuiuniversitei-ten. Al met al speelde en speelt de TU Delft door haar omvang, haar kwaliteit en haar afgestudeerden een belangrijke rol in de technologische ontwikkeling van Nederland.

De TU Delft wilde het dertigste lustrum dan ook aangrijpen om haar belang voor de Nederlandse samenleving nog eens extra onder de aandacht te brengen. Daarom werd gekozen voor het motto 'Technische Universiteit Delft 150 jaar bou-wen aan de toekomst', een formulering die niet alleen doet terugblikken op een lange traditie, maar ook aangeeft dat toekomstgericht denken al die tijd het parool geweest is.

Doel en doelgroepen

Het lustrumprogramma, dat de periode van oktober 1991 tot en met november 1992 besloeg, werd niet vrijblijvend opge-steld. Voor de viering werd direct in het begin van de voor-bereiding, op 25 september 1990, een aantal duidelijke doelstellingen geformuleerd:

- Nederland en de buitenwereld moeten zien dat deze 150 jaar oude, maar jong gebleven technische universiteit een wetenschappelijke instelling van hoog niveau is. Zij moeten zien wat de universiteit aan onderwijs en onderzoek te bieden heeft en wat haar maatschappelijke functie is.

- Het jubileum moet een gelegenheid bieden om de banden met het bedrijfsleven te versterken en om de aandacht te vestigen op de wederzijdse afhankelijkheid als basis voor een duurzame relatie.

- De Nederlandse burger dient duidelijk te weten te komen hoe belangrijk techniek is geweest voor de huidige samenle-ving en hoe aanzienlijk de rol van de techniek, ook in de toekomst, zal blijven voor het in stand houden en verbeteren van deze samenleving.

- Het jubileum moet een blijvende meerwaarde voor de uni-versiteit opleveren, bijvoorbeeld een versterking van de internationale onderwijs- en onderzoeksrelaties.

- De banden binnen de universiteit en die van de universiteit met haar directe omgeving dienen versterkt te worden.

Uit deze doelstellingen blijkt al dat de TU mikte op een uiterst heterogene en omvangrijke doelgroep, variërend van

(11)

de eigen 14.000 studenten en 5000 wetenschappelijke en ondersteunende medewerkers tot de regionale en nationale bevolking en bestuurders, het bedrijfsleven en vakgenoten in binnen- en buitenland. De jeugd is niet meteen als aparte doelgroep opgevoerd, maar in de loop van het proces zijn veel activiteiten bewust op jongeren afgestemd, dit mede op aandrang van de Raad van Advies en Bijstand en verschillen-de sponsors.

De activiteiten

Logischerwijs, gezien de aard van de doelgroepen, kon de benadering van het lustrum niet uniform zijn. Uiteraard was er sprake van een aantal algemene, officiële activiteiten, waaronder de viering van de eigenlijke dies natalis het hoog-tepunt vormde. Een breed scala aan wetenschappelijke con-gressen bleek het beproefde middel om de banden met vak-genoten in universiteiten, onderzoeksinstituten en bedrijfsle-ven aan te halen. Externe activiteiten richtten zich in ver-schillende gedaanten, zoals tentoonstellingen en manifesta-ties, op het grote publiek, terwijl voor de eigen gemeenschap interne activiteiten georganiseerd werden in de vorm van onder meer muziek, cabaret, sport en feesten.

Dit verslag

Dit verslag beoogt een overzicht te geven van het lustrum als

geheel. In het volgende hoofdstuk wordt eerst nader ingegaan

op de organisatie die aan het lustrum ten grondslag lag. Daarna volgt een viertal hoofdstukken over de officiële, wetenschappelijke, externe en interne activiteiten. Ten slotte volgt nog een afsluiting in de vorm van een korte terugblik.

(12)

De organisatie van een omvangrijk evenement als een

lus-trum deed een groot beroep op het organisatievermogen van de TU Delft. De heterogeniteit van de doelstellingen en

doelgroepen vroeg om de betrokkenheid van een groot aantal

personen met verschillende achtergronden. Vanzelfsprekend compliceerde dit de gang van zaken aanzienlijk.

Voorbereidingen

De voorbereidingen voor het lustrum kwamen relatief laat op

gang. Bij het ingaan van 1990 waren slechts voor het

ge-denkboek en de postzegel de nodige stappen ondernomen. In

de loop van dat jaar werd een Centrale Lustrum Commissie

(CLC) in het leven geroepen die de feestelijkheden moest

gaan coördineren. Daardoor kon pas in januari 1991 een begin gemaakt worden met het organiseren van de

daadwer-kelijke activiteiten, afgezien van de wetenschappelijke

activi-teiten, waarvoor de basis in het voorjaar van 1990 werd

gelegd.

Wel was al in de eerste helft van 1990 door de CLC een brief naar alle studenten en medewerkers verstuurd met het

verzoek suggesties te leveren. In totaal leverde dat enkele

honderden ideeën op, die uiteraard niet allemaal uitgevoerd

konden worden. Een bundel met verhalen en een fotoboek over Delft kwamen er bijvoorbeeld niet. En het markante

gebouw van de faculteit der Elektrotechniek kreeg geen vaste

plek in Madurodam. Daartegenover staan de vele ideeën die

wel gestalte kregen en waarvan in de volgende hoofdstukken

verslag wordt gedaan. Voor hèt aanleveren van ideeën voor

externe activiteiten en communicatie werd in 1990 ook het

bureau Winkelman & Van Hessen ingeschakeld. Dit leverde

vooral algemene wenken op, maar geen concrete suggesties.

Nadat de eerste ideeën op papier gezet waren, werden de

uitgekozen evenementen met grote inzet van de grond getild,

(13)

_ _ _ ' ' '' ' "JI1IIIIIIlI

duurde het bijvoorbeeld nog tot mei 1991 voordat het lus-trumbureau een definitief onderkomen had gevonden. Een veelbesproken onderwerp was tevens het 'wij-gevoel' van de TU Delft, dat zich meer op facultair dan universitair niveau concentreert. Het bleek aanvankelijk moeilijk de afzonderlij -ke faculteiten bij de centrale organisatie te betrek-ken. In een vroeg stadium werd ook de Raad van Advies en Bijstand in het leven geroepen die als klankbord en later ook

als ondersteuning bij de sponsorwerving een belangrijke rol speelde. Verschillende prominente bestuurders uit het be-drijfsleven, vaak met een Delftse achtergrond, werden bereid gevonden hierin zitting te nemen.

Structuur

In 1991 kreeg ook de organisatie meer vorm. Besloten was die in eigen hand te houden, dus geen speciale stichting op te richten of een externe organisator in te schakelen. Deze beslissing betekende dat de feestelijkheden georganiseerd zouden worden door mensen wier dagelijkse werkzaamheden doorgaans op andere terreinen lagen. Verschillende TU-medewerkers werden geheel of gedeeltelijk vrijgesteld voor lustrum-werkzaamheden, met de garantie dat zij na afloop daarvan op hun oude plek zouden kunnen terugkeren. Voor studenten die door hun inzet voor het lustrum enige tijd niet aan studeren zouden toekomen, werd een beroep op het auditorenfonds mogelijk gemaakt.

Voor de algemene leiding van de activiteiten werd wel een pr-deskundige van buiten de universitaire gemeenschap aangetrokken. Deze lustrumcoördinator, H. de Graaff B.Sc., kreeg een uitgebreid takenpakket, dat naast de coördinatie ook de sponsoring, p~blic relations, promotie en publiciteit omvatte. Met het einde van de publiekelijke lustrumviering in zicht beëindigde de lustrumcoördinator met wederzijds goedvinden in mei 1992 zijn werkzaamheden.

De CLC, verantwoordelijk voor de bestuurlijke aspecten van het lustrum, ressorteerde direct onder het College van Be-stuur, terwijl de lustrumcoördinator en het lustrumbureau voor de algemene ondersteuning zorgden. De CLC kende drie subcommissies, te weten de Wetenschappelijke Activitei-ten Commissie (WAC), de Interne Activiteiten Commissie (INCO) en de Externe Activiteiten Commissie (EXCO). Voor de specifieke activiteiten, met name die van IN CO en EXCO, werden projectgroepen in het leven geroepen, waarin vooral vrijwilligers actief waren. Deze projectgroepen

(14)

kon-den rekenen op de ondersteuning van de twee projectbegelei-ders van het lustrumbureau. Het vinden van mensen die beschikbaar waren voor de tijdrovende projectgroepen bleek een zware opgave. Ook later vonden betrekkelijk veel wisse-lingen van de wacht plaats, omdat leden tussentijds hun groepen verlieten.

Begroting

Op verschillende begrotingen stelden het College van Bestuur en de Universiteitsraad in totaal 1,8 miljoen gulden beschik-baar voor de viering van het lustrum, terwijl de Universi-teitsraad zich voor nog eens 1,4 miljoen garant stelde. Daar-bij werd gerekend op ongeveer 1,4 miljoen aan sponsorgel-den. Per 9 januari 1992 werden de volgende budgetten vastgelegd (in duizenden guldens): lustrumbureau en -coördi-nator 1000, WAC 545, INCO 415, EXCO 615, dies-viering 100, benadering alumni 275, onvoorzien 250. De begroting kwam zodoende op een bedrag van ruim drie miljoen gulden uit.

Hoewel deze begroting in de loop van het proces meerdere malen werd bijgesteld, bleven de hoofdlijnen gelijk. Na tussentijdse meldingen aan het College van Bestuur en het Presidium van de Universiteitsraad moest in mei 1992 gecon-stateerd worden dat de begroting met 580.000 gulden was overschreden, maar daar stond tegenover dat voor 1,8 mil-joen gulden aan sponsorgeld was verworven, met name door de inzet van de Raad van Advies en Bijstand, CLC-voorzitter prof.dr.ir. I.F. Holtrop en een aparte sponsorcommissie die zich richtte op specifieke terreinen. De uiteindelijke totaal-uitgaven voor het lustrum hebben 4,393 miljoen gulden bedragen. Voor een gedetailleerder overzicht zij verwezen naar het Financieel Verslag Lustrum 1992, de dato 28-7-1993.

Aan de budgetten voor de verschillende activiteiten werd zeer strak de hand gehouden, dit vaak tot spijt van de uitvoe-renden die zich hierdoor regelmatig gedwongen zagen hun ideeën aan te passen. Een belangrijk nadeel was dat er geen speciale post voor promotie van de activiteiten was opgeno-men, zodat die versnipperd over de verschillende subcom-missies tot stand kwam. Een budget was ook niet gereser-veerd voor de Stichting Maatschappij en Onderneming, die veel van de activiteiten in het Techniek Museum organiseer-de en begeleidorganiseer-de. Voor al deze problemen werden echter oplossingen gevonden.

(15)

Uitvoering

De uitvoering van de werkzaamheden werd vooral in de beginfase gekenmerkt door de al eerder genoemde tijdsdruk. In juni 1991 ontstond hierdoor een soort crisisgevoel, waar-bij onder meer de voorzitter van de CLC geen mogelijkheid meer zag de geplande evenementen doorgang te laten vinden. Bovendien bleek de lustrumcoördinator, door de veelheid van taken in een hem onbekende organisatie, niet toe te komen aan verschillende van zijn werkzaamheden, zoals promotie en sponsoring, zodat ook hier achterstand was opgelopen. Naar aanleiding van dit alles werd besloten de bezetting en de verantwoordelijkheden van het lustrumbureau uit te brei-den. In concreto betekende dit dat het lustrumbureau de verantwoordelijkheid kreeg voor de uitvoering en daardoor zelfstandiger te werk kon gaan. Dit gebeurde onder leiding van Ir. H. van Iperen, secretaris-beheerder van de faculteit der Technische Wiskunde en Informatica, die daartoe tijde-lijk was vrijgesteld van zijn normale werkzaamheden. De lustrumcoördinator kreeg in deze constructie meer tijd om zich bezig te houden met zijn specialiteit, de pr.

Ondertussen werd het merendeel van het uitvoerende werk verricht door vrijwilligers, zowel medewerkers als studenten. Zij beschouwden eventuele crisis-gevoelens op hogere ni-veaus als bureaucratische verschijnselen en lieten zich daar-door niet uit het veld slaan. Op het hoogtepunt waren zo'n 150 vrijwilligers geregeld te vinden op het lustrumbureau. Gesteld mag worden dat mede door de bergen werk die zij verzetten, geen van de activiteiten op een organisatorisch fiasco is uitgedraaid.

Evaluatie

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er zowel voor- als achteraf binnen de organisatie geen consensus bestond over de juistheid van de aanpak. Duidelijk is dat de enigszins scheve verhouding tussen ambities en middelen (tijd, geld, menskracht) hieraan ten grondslag lag. In korte tijd werd van een beperkt aantal mensen op een krap budget een groot aantal daden verwacht.

Men kan zich in dit verband ook afvragen of het verstandig is geweest om een externe pr-deskundige aan het hoofd te plaatsen van een verder volledig uit TU-medewerkers en studenten bestaande organisatie. Verder bleek juist de promo-tie van de activiteiten een belangrijk extra aandachtspunt te

(16)

zijn. Een commissie hiervoor werd pas laat en op aandringen van studentenzijde in het leven geroepen. Hoewel het over-dreven zou zijn de nu en dan teleurstellende participatie van de TU-bevolking volledig hieraan toe te schrijven, heeft dit zeker meegespeeld.

Tevens valt niet te ontkomen aan de observatie dat de organi-satiestructuur gekenmerkt werd door een groot aantal (soms oplopend tot vijf) hiërarchische niveaus. Dit heeft de trage gang van zaken waarover nu en dan geklaagd werd, zeker in de hand gewerkt. Het was de daadkracht wellicht ten goede gekomen, indien voor de lustrumviering een plattere organi-satiestructuur met duidelijke verantwoordelijkheden en man-daten in het leven was geroepen.

Uit deze kritiek mag niet afgeleid worden dat de lustrumor-ganisatie gefaald heeft - het kan immers altijd beter. Zoals gezegd, het publiek bij het uiteindelijke resultaat, de tiental-len activiteiten, heeft weinig tot niets gemerkt van de interne twijfels, die tenslotte in iedere organisatie voorkomen. En iedere ingenieur weet dat alleen het resultaat telt.

Samenstelling van de commissies

Bij de organisatie van een evenement met zoveel activiteiten zijn uiteraard vele honderden mensen betrokken. Zij kunnen nu eenmaal niet allemaal genoemd worden, vandaar dat hier volstaan wordt met het geven van de samenstelling van de belangrijkste commissies en het lustrumbureau.

Centrale Lustrum Commissie

Prof.dr.ir. J.F. Holtrop (MP, voorzitter), ir. C. Boerman (voorzitter CvB), prof.dr.ir. Y.M. de Haan (CT), ir. H. van Iperen (secretaris-beheerder lustrumbureau), J. de Knegt (medewerker DIEC, toegevoegd secretaris), ir. K.M. van der der Laan (TN, vice-voorzitter), J.E.F. van Osch (student), ir. J.M. Ossewaarde (president KIvI), prof.drs. P.A. Schenck (rector magnificus), A.C.J. van Steekelenburg (TWI , penningmeester).

(17)

Wetenschappelijke Activiteiten Commissie

Prof. drs. P.A. Schenck (rector magnificus, voorzitter),

prof.dr.ir. E. Backer (ET), prof.ir. O.H. Bosgra

(Wb-MT), prof.dr.ir. O.H. Gerlach (LR), prof.ir. H.P.S. van Lohuizen (conrector), dr.ir. J.M. Oelderik (oud-associate-director Koninklijke/Shell Laboratorium Amsterdam),

prof.dr.ir. H. Priemus (OTB), prof.ir. B.P.Th. Veltman

(TN).

Ambtelijke ondersteuning:

mw. O. Gruijters-van der Hoff (secr. R.M.), mw. R. Ko-men-Zimmerman (Congresbureau ASD)

Externe Activiteiten Commissie

Prof.dr.ir. Y.M. de Haan (CT, voorzitter), prof.dr.ir. W.J. Beek (TN), mw. Y.E.M. Boshoff (medewerker DIEC), H.J.M. ter Braak (gemeentesecretaris Delft), mw. M. van Dijk (student), prof.dr. J.M. Dirken (hoogleraar 10), mw. A. van Haaren (student), mw. mr. C. Humme-len-Wassenaar (secretaris-beheerder Bk), drs. J. Maat

(hoofd DIEC), drs. J.S. Stokvis (directeur provinciale en

plaatselijke VVV), mw. drs. L. Timmermans

(medewer-ker DIEC).

Ambtelijke ondersteuning:

H. de Graaff BSc (lustrumcoördinator), A.P. Adams

(medewerker BU), mw. G.M. Elion (secretaresse),

ir. H. van Iperen (secretaris-beheerder TWI), mw. J. Landman (medewerker DIEC).

Interne Activiteiten Commissie

Ir. K.M. van der Laan (secretaris-beheerder TN, voorzit-ter), mw. V. de Bruin (student), E. Buijtendorp (hoofd

restauratieve voorzieningen Aula), mw. drs. J.P.R.B.

Daudt (onderwijsadviseur 10), G.J. Horsthuis (student), J. de Knegt (medewerker DIEC, secretaris), mw. A. More-lisse (student), J.E.F. van Osch (student), L.F.A.

Rijke-lijkhuizen (medewerker 10), mw. drs. L.W.M.

Timmer-mans (medewerker DIEC), dr. L.J.M. Waaijers

(biblio-thecaris), drs. K.H.A.A. Wolf (wetenschappelijk

(18)

Ambtelijke ondersteuning:

H. de Graaff BSc (lustrumcoördinator), ir. H. van Iperen (secretaris-beheerder TWI), mw. Y. Smits-IJsseldijk (medewerker ET).

Publiciteits- en Promotiecommissie

H. de Graaff BSc (lustrumcoördinator), ir. H. van Iperen (secretaris-beheerder lustrumbureau), R. Jacobs (student), ir. K.M. van der Laan (TN), J.E.F. van Osch (student), mw. drs. L. Timmermans (medewerker DIEC).

Raad van Advies en Bijstand

Ir. A.P.H. van Baardewijk (voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke Volker Stevin), ir. F.A.G. Baron Collot d'Escury (president Akzo Chemicals International), dr. R.J. van Duinen (lid Raad van Bestuur Fokker Aircraft), ir. P. van Duursen (president-directeur Shell Nederland), dr. S. van Houten (lid Raad van Bestuur Philips), dr. J. Nieuwenhuis (directeur Unilever Research Laboratorium), ir. E.E. van Rhede van der Kloot (voormalig plaatsver-vangend voorzitter Raad van Bestuur Verenigde Machine-fabrieken Stork), ir. H.C. Scheffer (voorzitter Raad van Bestuur Gist-Brocades), ir. R.E. Selman (vice-voorzitter Raad van Bestuur DSM), dr.ir. G.J. Wormmeester (voor-zitter Raad van Bestuur ECT).

Sponsorcommissie

Prof.dr. J.M. Dirken (IO), prof.ir. B.P.Th. Veltman (TN), prof.dr.ir. A. Verruijt (CT), ir. J.e. Zuidervaart (Rekencentrum) .

Lustrumbureau

Ir. H. van Iperen (secretaris-beheerder lustrum), H. de Graaff B.Sc. (lustrumcoördinator), mw. J. Landman (pro-jectbegeleider), mw. Y. Smits (pro(pro-jectbegeleider), mw. T. Elion (hoofd bureau), mw. L. van der Kam (secretaresse).

(19)

Enkele van de activiteiten van de jubilerende universiteit stonden los van de lustrumcommissie. Als officiële activitei-ten bleven zij onder de verantwoordelijkheid van het College van Bestuur vallen. Het betrof de dies natalis, het gedenk-boek 'De lange weg naar de Technische Universiteit Delft', de lustrumpostzegel en het personeelsgeschenk.

Dies natalis

Vanzelfsprekend begonnen de lustrumactiviteiten officieel met de viering van de eigenlijke oprichtingsdag, de dies natalis. Om praktisch-organisatorische redenen vond deze plechtigheid plaats op 22 januari. Eregast was Hare Majesteit de Koningin. Ook de ministers van Economische Zaken, dr. J .E. Andriessen, en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Orde-ning en Milieu, J.G.M. Alders, waren aanwezig, evenals de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, mr. S. Patijn, en de burgemeester van Delft, mr. H.V. van Wal-sumo Onder de gasten bevonden zich tevens de president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, prof.dr. P.J.D. Drenth, en de rectores-magnifici van de andere Nederlandse en van een aantal buitenlandse universi-teiten.

Het evenement vond plaats in de Aula van de universiteit, nadat eerst ook de Nieuwe Kerk in de Delftse binnenstad was overwogen, omdat velen meenden dat dit uit publicitair oogpunt de voorkeur verdiende. Uit overwegingen van financiële en logistieke aard werd uiteindelijk toch besloten de dies in eigen huis te vieren. Degenen voor wie geen plaats in het auditorium van de Aula meer beschikbaar was, konden de gebeurtenissen volgen via een video-verbinding met het gebouw van de faculteit der Werktuigbouwkunde en Maritie -me Techniek.

Na een welkomswoord van de rector-magnificus, prof.drs. P.A. Schenck, sprak prof. S.J. Doorman MSc., hoogleraar

(20)

H.M. de Koningin met van links naar rechts de eredoc -tores (met kappa) porfdr.ir. l.F. Age-ma, dr. J.M.H. Levelt Sengers, dr.

l.M. Sengers en dr. P. Winsemius. Ge-heel links de

voor-zitter van het

Colle-ge van Bestuur, ir. C. Boerman; links van Hare Majesteit de Rector Magnifi

-cus, prof drs. P.A. Schenck.

aan de faculteit der Wijsbegeerte en Technische Maatschap-pijwetenschappen, de dies-rede uit. Hierin hield Doorman een pleidooi voor een ruime interpretatie van de 'praktijkge-richte' opdracht van de techniek. Volgens hem mag het begrip 'universiteit' niet uitsluitend bepaald worden door 'overwegingen die gericht zijn op efficiëntie en bureaucrati-sche beheersbaarheid'. Ook voor een brede ontwikkeling en de humaniora moet plaats zijn.

Na een muzikaal intermezzo, verzorgd door het Delftse Studenten Muziek Gezelschap 'Krashna Musika', volgde de overhandiging van het eerste exemplaar van het gedenkboek, getiteld 'De lange weg naar de Technische Universiteit Delft', door de voorzitter van het College van Bestuur, ir. C. Boerman, aan Hare Majesteit de Koningin; op dit gedenk-boek zal hieronder nader worden ingegaan. Hierna bedankte de rector-magnificus de voorgaande sprekers, om vervolgens over te gaan tot de ceremonie van de uitreiking der eredocto-raten.

Het College van Dekanen had besloten bij deze gelegenheid vijf eredoctoraten te verlenen. Helaas was een van de onder-scheidenen, dr. Renzo Piano, architect van onder meer het Centre Pompidou te Parijs, verhinderd te komen. Eind mei zou hij alsnog Delft bezoeken en aan de faculteit der Bouw-kunde een lezing verzorgen. Zijn erediploma werd uit han-den van erepromotor prof.ir. L.C. Röling in ontvangst

(21)

genomen door dr. A. Gasperi, wetenschappelijk attaché van de Italiaanse Ambassade.

Aan prof.dr.ir. l.F. Agema werd het eredoctoraat verleend op grond van zijn grote bijdragen aan waterbouwkundige werken in Nederland, in het bijzonder voor zijn inzet bij het invoeren van probabilistische technieken en kwaliteitsborging in de waterbouw. Agema geldt als een van de architecten van de Oosterscheldekering. Als erepromotor trad prof.ir. J.F. d' Angremond op.

In zekere zin uniek was de toekenning van de eredoctoraten aan dr. J.M.H. Levelt Sengers en prof.dr. J.V. Sengers. Voor zover bekend was het de eerste keer dat aan een Ne-derlandse universiteit een echtpaar deze eer te beurt viel. Mevrouw Levelt Sengers kreeg het eredoctoraat uit handen van erepromotor prof.dr.ir. J. de Swaan Arons voor haar verdiensten op het gebied van de thermodynamica. Haar echtgenoot kreeg door erepromotor prof.dr. J.J. van Loef de doctors-kappa omgehangen op grond van zijn werk aan niet-evenwichtsverschijnselen in verdichte fluïda.

Dr. P. Winsemius, onder andere oud-minister van Volkshuis-vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, werd onderschei-den voor zijn systematische en oplossingsgerichte inzet op milieugebied. De overweging daarbij was vooral dat hij een fundering legde onder huidig en toekomstig beleid. Erepro-motor was prof.ir. H.P. van Heel.

Na het slotwoord van de rector-magnificus volgde nogmaals een muziekuitvoering, ditmaal verzorgd door het Delftsch Studenten Muziek Gezelschap 'Apollo'. In de avonduren zaten de eredoctores, de minister van Onderwijs en Weten-schappen, dr.ir. J.M.M. Ritzen, de dies-redenaar, de recto-res-magnifici en de leden van het College van Bestuur aan aan het diesdiner van het College van Dekanen in het Hulst-kampgebouw te Rotterdam.

Gedenkboek

Tijdens de dies-viering werd, zoals gezegd, ook het gedenk-boek 'De lange weg naar de Technische Universiteit Delft, de Delftse Ingenieursschool en haar voorgeschiedenis' gepre-senteerd. De eerste plannen voor een dergelijk boek over de geschiedenis van het hoger onderwijs in Delft dateerden uit 1937. Toen was het komende honderdjarig bestaan de reden om terug te blikken. Helaas waren de omstandigheden er in 1942 niet naar om feest te vieren en ook van een gedenkboek kwam het niet. Weliswaar verschenen eerder in 1906, 1930

(22)

en 1955 gedenkboeken, maar deze waren relatief beperkt in hun onderwerpkeus. In 1987 besloot het College van Bestuur van de universiteit opnieuw tot het schrijven van een gedenk-boek, dat de geschiedenis van de TU Delft zo volledig moge-lijk moest behandelen. De opdracht werd gegeven aan dr. H. Baudet, emeritus-hoogleraar in het industrieel ontwerpen in het bijzonder de geschiedenis van de mens-produkt relaties, met het verzoek uit te gaan van de periode voorafgaand aan het niet gevierde lustrum van 1942.

Een belangrijk accent in het werk kwam daardoor te liggen op de oorlogsjaren, die onder meer de executie brachten (in 1942) van de hoogleraren dr.ir. J.A.A. Mekel en ir. R.L.A. Schoemaker en van een aantal studenten. Niettemin besteedt het boek ook uitgebreid aandacht aan de periodes voor en na de oorlog, doorlopend tot in de jaren tachtig van deze eeuw.

Het gedenkboek, met een omvang van bijna 600 bladzijden, werd begin 1993 aangevuld met een tweede deel. Behalve een verslag van de viering van de honderdvijftigste dies natalis bevat dit deel ook verschillende tabellen, bijlagen en reacties. Beide delen werden uitgegeven door Sdu Uitgeverij te Den Haag. De fotoredactie was in handen van ir. J.H.

Makkink.

Lustrumpostzegel

Ter gelegenheid van het lustrum bracht de Koninklijke PTT Nederland een speciale postzegel uit, net als bij het 125-jarig bestaan van de instelling in 1967. De zegel werd ontworpen door R.D.E. Oxenaar, hoofd van de afdeling kunst en vorm

-geving van KPN en deeltijd-hoogleraar aan de faculteit van het Industrieel Ontwerpen. Hij toont verschillende elementen uit de techniek, zoals een oscilloscoopbeeld en een afbeelding van enkele microchips. Ook de waarde-aanduiding (60 cent) is zodanig uitgevoerd dat het een belangrijk onderwerp uit de hedendaagse techniek aansnijdt: de 6 is opgebouwd uit vloei-ende lijnen (analoog), terwijl de 0 uit blokjes bestaat (digi-taal).

De beeltenis van de zegel op groot formaat werd op 7 janua-ri onthuld door de minister van Onderwijs en Wetenschap-pen, dr.ir. J.M.M. Ritzen, en de Delftse Collegevoorzitter, ir. C. Boerman. Aansluitend werd het eerste exemplaar van de zegel aan de minister uitgereikt door ir. W. Dik, voorzit-ter van de Raad van Bestuur van KPN. De zegel werd ook op een speciale briefkaart met eerste-dagstempel toegestuurd aan alle studenten van de TU.

(23)

Prof R.D. Oxenaar met de door hem ontworpen herde n-kingspostzegel.

Personeelsgeschenk

Een van de best bewaarde geheimen van de lustrumorganisa-tie was het feit dat ieder personeelslid een geschenkbon kreeg ter waarde van honderdvijftig gulden. Hoezeer dit gebaar gewaardeerd werd, mag blijken uit de vele mondelin-ge en schriftelijke reacties die het Collemondelin-ge van Bestuur naar aanleiding daarvan mocht ontvangen.

De eerste bonnen werden op 8 januari, de datum van de eigenlijke dies natalis, aan het College van Bestuur uitgereikt door ir. K.M. van der Laan, voorzitter van de Interne Acti-viteiten Commissie.

Deze gebeurtenis vond plaats op het terrein voor de faculteit der Technische Natuurkunde. Het College, de voorzitter van de Universiteitsraad en de secretaris van de universiteit arriveerden per koets ter plekke, terwijl de komst van Van der Laan werd aangekondigd door de sirene van de politie-motor die hem vervoerde.

Per helikopter (zie foto op pagina 28) daalde het 'TUD promotieteam' in de TU-wijk neer, waar voor de gelegenheid ook een drietal draaiorgels speelde.

Omdat bovendien de bonnen in de loop van de middag aan alle personeelsleden werden uitgereikt, kon het op dat mo-ment niemand meer ontgaan zijn dat de universiteit enkele feestelijke maanden tegemoet ging.

(24)

8 Januari 1992: Het 'TU-promotie team' geland.

Aan de TU aangeboden geschenken

Tijdens de verschillende feestelijkheden kreeg de TU Delft ook een groot aantal geschenken aangeboden, waarvan er hier slechts enkele genoemd kunnen worden.

De gevolmachtigde minister van de Nederlandse Antillen,

E.A. V. Jessurun, schonk de universiteit een schilderij, dat

op 27 augustus tijdens een plechtigheid in het Antillenhuis werd overhandigd aan een delegatie van het College van Bestuur en de lustrumorganisatie. Het schilderij hangt tegen-woordig in de Lipkenszaal van het hoofdgebouw van de TU. De gevolmachtigde minister droeg ook bij aan het openings-feest en het midzomemachtsopenings-feest. Daar traden namens hem de steelband 'The Mentel Bats' en zanger Lou Prince op,

bijgestaan door de Afro Carribean Dancers.

Het Hoogheemraadschap Delfland deed de TU een kopie van een tien vierkante meter grote Crucquius-Iandkaart uit 1712 cadeau. Aangezien het handmatig inkleuren van de kopie meer tijd kostte dan was voorzien, zou het overigens tot oktober 1993 duren voordat de kaart zijn plaats kreeg in het gebouw van de faculteit der Civiele Techniek, een van de weinige plaatsen waar in een passende omgeving een wand van het juiste formaat gevonden kon worden.

Onder de meest opmerkelijke cadeaus bevond zich ook de Grotius-Ieerstoel, genoemd naar Delftenaar Hugo de Groot, die op 8 april werd aangeboden door de gemeente Delft. De leerstoel, die de eerste jaren door de gemeente gefinancierd

(25)

wordt, heeft als opdracht 'regionale bestuurlijke ontwikke-ling' en is ondergebracht bij de faculteit der Technische Bestuurskunde.

Daarnaast kreeg de TU Delft van het College van Bestuur van de TU Eindhoven een wandklok cadeau en van het bedrijf 'De Porceleyne Fles' 25 genummerde wandborden met het lustrumlogo en een afbeelding van de Aula (hiervan kocht de TU nog 75 exemplaren extra om te gebruiken als relatiegeschenk) .

Andere publikaties

In december 1991 vond de tweeduizendste promotie aan de TU Delft plaats, luttele weken voor de honderdvijftigste dies natalis. Voor de Bibliotheek van de TU Delft was dit aanlei-ding een boekje uit te geven, getiteld '2000 Delftse disserta-ties, een bibliografie'. Dit boekje bevat tevens een lijst van de tot en met 1992 verleende eredoctoraten. Door de ver-schillende ingangen (promovendus, promotor, chronologie) is deze uitgave voor velen een nuttig naslagwerk.

De eerste exemplaren werden door de bibliothecaris, dr. L.l.M. Waaijers, tijdens het symposium 'Techniek als bouw-steen voor een internationale toekomst' op 19 maart 1992 overhandigd aan rector-magnificus prof.drs. P.A. Schenck en aan ir. l.M. Ossewaarde, president van het KIvI.

Een initiatief van geheel andere aard was een architectoni-sche inventarisatie van de TU-wijk, die verschillende mar-kante gebouwen bevat. Omdat hierover veel meer te zeggen bleek dan de makers van tevoren ingeschat hadden, kwam dit overzicht pas eind 1994 gereed. Het boek, , Architectuurar-chief Technische Universiteit Delft', bundelde een groot aantal artikelen die merendeels door studenten werden ge-schreven. De redactie was in handen van dr. O. Mácel, ir. J.G. Wegner en mw. I. Schutten. Het werd uitgegeven door het Publicatiebureau van de faculteit der Bouwkunde.

Publiciteit en communicatie

Met name de dies natalis en alles wat daarmee samenhing, leverden de TU Delft behoorlijk wat publiciteit op. Zowel een groot aantal landelijke en regionale dagbladen als het NOS-journaal besteedden aandacht aan het evenement. Voor-al de aanwezigheid van Hare Majesteit de Koningin en het

(26)

eredoctoraat voor ex-minister Winsemius waren daarbij voor de pers aanleiding belangstelling te laten blijken. In de maand januari besteedden ook verschillende radiostations en week- en maandbladen in vrij algemene zin aandacht aan het jubileum.

Ook het gedenkboek kreeg de nodige aandacht. De schrijver,

prof.dr. H. Baudet werd onder meer geïnterviewd in het programma NOS-laat. Bovendien verschenen in verschillende bladen merendeels gunstige recensies.

Bij wijze van relatiegeschenk voor hooggeplaatste gasten en belangrijke relaties liet de TU door kunstenares mw. G.W.

Wilmink, medewerkster van de Faculteit van het Industrieel Ontwerpen, een glazen object ontwerpen. Zij werd hierbij bijgestaan door prof.dr.ir. H.l. Frankena van de faculteit der Technische Natuurkunde, omdat de vervaardiging van het object, bestaand uit een aantal gelijmde glasplaat jes waarin de tekst' 1842 - TU Delft - 1992' zichtbaar was, een tech-nisch ingewikkeld proces was. De uitvoering werd verzorgd door de glasslijperij van de faculteit der Technische Natuur-kunde. Van het object werden vijftig exemplaren vervaar-digd. Het eerste exemplaar werd tijdens het diesdiner over-handigd aan de minister van Onderwijs en Wetenschappen, dr.ir. J.M.M. Ritzen.

Voor het lustrum liet de TU het officiële logo uitbreiden tot een speciaal lustrumlogo. Behalve op het briefpapier, dat dus ruim een jaar lang het jubileum uitdroeg, werd het logo nog op vele andere produkten aangebracht. Enkele voorbeelden: sweatshirts, t-shirts, stropdassen, damesshawls, rollerpennen, memoblocs, sleutelhangers, lucifers, bierviltjes, horloges, paraplu's, plastic tassen, aanstekers, porseleinen mokken en flessenopeners. De verkoop van deze promotie-artikelen verliep boven verwachting goed. Uiteindelijk bleken alleen de shawls in een te grote hoeveelheid aangemaakt.

Het lustrumlogo verscheen ook op de bedrijfsauto's van de TU, reclamezuilen en gebouwen door heel Delft en trams van lijn 1, die Scheveningen met Delft verbinden. Speciale vermelding verdienen de 9000 schoudertassen die vervaar-digd werden ten behoeve van de congresgangers en waarvan geconstateerd kan worden dat ze ook nu nog veel gebruikt worden.

Het logo werd bovendien gedrukt op een aantal vlaggen, waarvan er een op het station van Delft kwam te hangen. Bij wijze van stunt werd een van de vlaggen eind januari door een tweetal Delftse student-bergbeklimmers via de buitenkant

(27)

Enkele Lustrum

artikelen.

van de gevel van de faculteit der Elektrotechniek naar boven gebracht om daar bevestigd te worden. Voor de studenten was het een laatste training voor hun vertrek naar de Hima-laya, waar zij in de herfst een achttal hoge pieken bedwon-gen. De lustrumvlag werd ook gehesen tussen de 24 sponsor-vlaggen, die in de top van speciale masten rondom de Aula kwamen te hangen. Ondanks het feit dat de fabrikant de vlaggemasten als 'vandaalbestendig' had aangeprezen, waren de vlaggen binnen een week allemaal gestolen, inclusief één mast. Hoe dit heeft kunnen gebeuren, is nog immer een raadsel.

(28)

De Rcctor

MagniJi-Cl/I, prof drs. P.A.

Sc!Jenck, opent het

o/fïcië/c

/ustrumcon-grcl 'Tracing

Tech-I'/%gy'

Voor een universiteit past het om de wetenschap een

belang-rijke rol te laten vervullen in de viering van een lustrum.

Vandaar dat in het lustrumjaar, ruim genomen van oktober

1991 tot en met november 1992, een groot aantal

weten-schappelijke congressen en symposia plaatsvond. Naast

enkele congressen van meer algemene aard betrof het hier

vooral specialistische bijeenkomsten, gericht op de vele

vakgebieden die de TU rijk is.

Tracing technology

Om de rol van de techniek als onderdeel van de maatschappij

te benadrukken, kreeg het algemene en overkoepelende

(29)

De voorzitter van

hef congres

'Tra-cing Technology',

prof SJ. Doorman,

M. Sc.

goed mogelijk voor te bereiden werd een aparte

adviescom-missie in het leven geroepen, bestaande uit prof. S.J.

Door-man M.Sc. (voorzitter), prof.dr. J.e. Arnbak, ir. W.A.

Koumans, prof. dr. H.J.J. Leenen, prof.dr.ir. H.W. Lintsen,

prof.dr. F.W. Rutten, prof.drs. P.A. Schenck (als voorzitter

van de wetenschappelijke activiteiten commissie) en

prof.dr.ir. K. Teer. Als secretaris trad op mw. drs. I.H.A. Kneip.

Het op 23 en 24 januari, dus direct volgend op de

diesvie-ring, gehouden congres trok ruim 500 belangstellenden, dit overigens niet dan nadat op het laatste moment besloten was

tot een drastische verlaging van de toegangsprijs voor

studen-ten. Naast de prijs bleken vooral de in dezelfde periode

gehouden tentamens een struikelblok bij het trekken van de belangstelling van de studenten.

De sprekerslijst omvatte een keur aan internationaal bekende

namen: prof. T.P. Hughes (University of Pennsylvania),

prof.dr. H. Lintsen (TU Eindhoven en TU Delft), prof. K.

Pavitt (University of Sussex), dr. R.J. van Duinen (Fokker), dr. A. Crane (Office of Technology Assessment, Washing-ton), mW.dr. J.C.M. van Eijndhoven (NOTA), mW.drs. M. Bijvoet (voormalige curator Media Arts, Long Beach

(30)

Laboratory, USA), ir. P.P. 't Hoen (Koninklijke PTT Ne-derland NV), dr. E. Vermeersch (Universiteit van Gent), prof.dr. A.J. Dunning (AMC, Amsterdam). Dagvoorzitter was prof. S.J. Doorman M.Sc. (TU Delft)

De hoofdlijn van het congres werd gevormd door de wissel-werking tussen techniek en maatschappij, die zich voor het eerst sterk uitte tijdens de industriële revolutie, en door de lessen die hieruit te trekken vallen voor de toekomst. Het is voor ingenieurs van het grootste belang dat zij bij hun ont-werpen en activiteiten oog hebben voor de maatschappelijke aspecten.

Vooraf was de bedoeling dat de lezingen gebundeld zouden verschijnen, maar doordat verschillende sprekers hun tekst niet of in slecht geredigeerde vorm afgaven, is het hier helaas nooit van gekomen. Ook het streven naar een unifor-me lay-out voor de proceedings van de andere lustrumcon-gressen is slechts in een beperkt aantal gevallen verwezen-lijkt.

Algemene congressen

Naast 'Tracing technology' werd aan de TU nog een aantal congressen georganiseerd met een algemeen karakter, dat wil zeggen gericht op een relatief breed publiek. In alle gevallen ging het om het leggen van verbanden tussen de techniek en bepaalde maatschappelijke aspecten.

Het symposium 'Techniek als bouwsteen voor een interna-tionale toekomst, Nederland in het toekomstige Europa' werd de TU Delft aangeboden door het KIvI, het Koninklijk Instituut van Ingenieurs. Zoals de titel al aangeeft was de op 19 maart gehouden bijeenkomst gewijd aan de gevolgen die de eenwording van Europa heeft voor de Nederlandse tech-niek en voor de technische universiteiten in het bijzonder. Vrijwel zonder uitzondering waarschuwden de sprekers voor het ontstaan van anti-technische sentimenten in Nederland. In de afgelopen 25 jaar is Nederland uit de top gevallen van landen die het meest investeren in technologie en de vrees bestond (en bestaat in technische kringen nog steeds) dat dit op den duur verregaande gevolgen zal hebben voor de econo-mie.

Na de opening door ir. J.M. Ossewaarde, president van het KIvI, spraken dr. J.E. Andriessen (Minister van Economi-sche Zaken), prof.ir. J.A. van der Bliek (Universiteit Twen-te), prof.dr.ir. A.W. Veenman (Lid Raad van Bestuur

(31)

VMF-Stork NV; TU Delft), ir. W.H.T. Adriaaens (DSM Resins BV), prof.ir. B.P.Th Veltman (TU Delft), dr. C. Ie Pair (STW), prof.dr. R. Prins (ETH Zürich) en ir. W. Dik (Voorzitter Raad van Bestuur Koninklijke PTT Nederland NV). Als dagvoorzitter trad op ir. W.l. Wolff, oud-president

van het KlvI.

Op initiatief van de drie christelijke studentenverenigingen CSR, CSFR en VGSD en het studentenpastoraat vond op 6 mei het symposium 'Geloof als inspiratiebron voor de ingenieur' plaats. De discussie richtte zich vooral op de relatie tussen de techniek en de (christelijke) ethiek. Daarbij bleek dat de sprekers, filosoof en socioloog dr. B. Kristen-sen, natuurkundige prof.dr. G. Nienhuis, ethicus dr. P. van Dijk en elektrotechnicus prof.dr.ir. l. Davidse, in hun denk-beelden vrij dicht bij elkaar stonden: ethische overwegingen mogen in de techniek niet buiten spel gezet worden. Met deze constatering haakte het symposium in op een al lang bestaande behoefte aan de TU Delft, die later omgezet zou worden in een besluit van het College van Bestuur om ethiek als verplicht onderdeel in het studieprogramma op te nemen. Het studentenpastoraat organiseerde ook het congres 'Over grenzen', dat op 2 oktober 1992 plaatsvond in de Vrije Academie te Delft. Op de sprekerslijst (kunstmatige-intelli-gentie-expert prof.dr. D. Hofstadter , new-age-natuurkundige G. Zukav, mathematicus en boeddhist prof. dr. H. Barendregt en natuurkundige dr. H. Casimir) kwam het onverwachte aantal van meer dan 600 belangstellenden af, zodat een video-verbinding met een belendend pand moest worden aangelegd.

De sprekers was gevraagd hun visie te geven op respectieve-lijk de thema's ratio, verbeelding, mystiek en ethiek, met de bedoeling dat zij hierover later in discussie zouden raken. Doordat de sprekers elkaar niet kenden, verliep de onderlin-ge communicatie echter niet altijd even soepel. Niettemin werd vanuit het publiek dermate massaal gereageerd dat het forum wegens tijdgebrek moest worden afgebroken lang voordat iedereen zijn prangende vraag had kunnen stellen. De teksten van de lezingen en de aansluitende discussie, aangevuld met enkele inleidende beschouwingen, verscheen in 1993 bij uitgeverij Lemniscaat onder de titel ' Balanceren op de rand van de rede' .

Het Studium Generale Delft vroeg in het lustrumjaar een aantal kunstenaars, wetenschappers en technologen hun licht

(32)

te laten schijnen over de vraag wat kunst en

weten-schap/techniek -tegenwoordig zo vaak als tegenpolen gezien-voor elkaar kunnen betekenen. Het project kreeg de titel 'Kunst en technologie: the beauty and the beast?' mee. Een viertal kunstenaars, Ewerdt Hilgemann, Urit Luden, Louise Sudell en Paul Goede, werd uitgenodigd in samen-werking met verschillende afdelingen van de TU een 'instal-latie' te maken. Het ontwerp van Hilgemann, een langwerpi-ge stalen doos, werd uitlangwerpi-gevoerd door de Centrale Werkplaats en op 29 oktober vacuüm gezogen door een puttenzuiger van de Delftse gemeentereinigingsdienst. Het 'geïmplodeerde' kunstwerk dat zo ontstond kreeg een plaats voor de hoog-bouw van de faculteit der Elektrotechniek.

In het kader van hetzelfde project vond op 3 december een symposium plaats met als sprekers kunstkenners Ans van Berkurn, Cor Blok, Bozena Kowalska en Kees Vuyk, kunste-naar Juan Geuer, hoogleraren alfa-informatica en natuurkun-de Remko Scha en Wiero Beek, en filosoof Maarten Pieter-son. Van het totale project verscheen nog in december 1992 een boekje bij uitgeverij Eburon.

Vakcongressen

In het lustrumjaar vond een groot aantal vakcongressen plaats, bedoeld voor specifieke doelgroepen. Het initiatief hiertoe was al in maart 1990 genomen, toen de rector-magni-ficus zich richtte tot alle hoogleraren met het verzoek te komen met suggesties. Bij de selectie van de onderwerpen uit de veertig voorstellen gold een aantal criteria. Bij voorkeur moesten de congressen over de grenzen van de afzonderlijke faculteiten heen reiken. Verder diende onderzoek aan de TU er een duidelijke rol in te spelen en moest het congres bij voorkeur ook internationale belangstelling trekken.

Om het lustrum-karakter van de congressen te onderstrepen, werd een aantal zaken zo uniform mogelijk geregeld. Alle congrespapieren kregen dezelfde lay-out en alle congresgan-gers kregen dezelfde lustrumtas (eventueel met extra opdruk van het congres in kwestie) met daarin naast de congresinfor-matie ook inforcongresinfor-matie over het lustrum van de TU. Hoewel het de bedoeling was de congressen zoveel mogelijk op de TU zelf te laten plaatsvinden, moesten sommige uitwijken naar Den Haag of Rotterdam. Wel zijn bijna alle geopend met een toespraak van de rector-magnificus of namens hem door de conrector.

(33)

Het CAD-CAM

congres in de Aula van de TU Delft.

verschillende congressen, waarvan sommige deel uitmaakten van een internationale serie waarvoor Delft zich bij deze gelegenheid als organisator opgeworpen had. Van de deelne-mers kwam de helft van buiten de TU en daarvan weer de helft van buiten Nederland. De belangstelling verschilde sterk per congres. De topper trok 800 mensen, terwijl maar op 400 gerekend was. Andere trokken minder geïnteresseer-den dan verwacht. Eén congres moest helaas wegens gebrek aan belangstelling afgelast worden.

Alle vakcongressen worden hier kort opgesomd. Tussen

haakjes staan de congresdata, de plaats van handeling, de

(34)

1. CAD/CAM (28 januari, Aula, prof.dr.ir. F.W. Jansen, TWI)

2. Delft control (2 april, Elektrotechniek, prof.ir. G.

Hon-derd, ET)

3. Instruments for and from physics - the interaction between

universities and industry (2-3 april, Aula, prof.

dr.ir. P. Kruit, TN)

4. Universiteit en regionale kennisinfrastructuur (9 april,

Aula, J.E. Rijckenberg, Liaison Office)

5. European eities; growth and decline (13-16 april,

Congres-gebouw Den Haag, prof.dr.ir. H. Priemus, OTB)

6. Industriële kristallisatie (27-29 april, Aula, dr. O.S.L. Bruinsma, WbMT)

7. International conference on computer systems and sofware engineering / CompEuro '92 (4-8 mei, Congresgebouw Den

Haag, prof.dr.ir. P.M. Dewilde, ET)

8. Ontwerp end onderzoek in de architectuur (13-15 mei,

Bouwkunde, ir. LLM. Zijlstra, Bk)

9. ABCDE / Automation Based Creative Design Education

(15 mei, Aula, prof. A. Tzonis, Bk)

10. Surface Layers (14-15 mei, Aula, prof.dr. J. Schoonman, prof.dr.ir. E.J. Mittemeyer, prof.dr. LH. de Wit, STM,

prof.dr.ir. M. de Bruin, IRI)

11. Transboundary river basin management and sustainable

development (18-22 mei, Aula en Doelen, Rotterdam, prof.

mr. J. Wessel, mr. A.C. Kramer, WTM)

12. KNCV katalyse symposium (21-22 mei, Aula, dr.ir. M.

Makkee, prof.dr.ir. H. van Bekkum, prof.dr. J.A. Moulijn,

STM)

13. Aegee Space-4 (24-27 mei, Aula, R.A.M. van Dijk,

Aegee)

14, Marine safety and environment / Ship production (1-4

juni, Aula, prof.ir. S. Hengst, WbMT)

(35)

15. Analysis, design and evaluation of man-machine systems (Ifac, Ifors, Ifip, Iea) (9-11 juni, Congresgebouw Den Haag, KIvI afdeling regeltechniek, prof.dr.ir H.G. Stassen, WbMT) 16. Artificial intelligence in real-time control (16-18 juni, Elektrotechniek, prof.ir. H.B. Verbruggen, ET)

17. Third European conference on the mathematics of oil recovery ECMOR '92 (17-19 juni, Aula, prof.ir. H.J. de Haan, MP)

18. Fourth European turbulence conference (30 juni - 3 juli, Aula, prof.dr.ir. F.T.M. Nieuwstadt, WbMT)

19. Fifth international conference on underground space and earth sheltered structures (2-5 augustus, Aula, prof. ir. H.P.S. van Lohuizen, CT)

20. Visions and structures; urbanism industry ecology (23-26 augustus, Aula, ir. T.W.C. Dekker, Bk)

21. City, architecture and journalism (1-2 oktober, Aula, prof. dr. F. Bollerey, Bk)

22. Course: training and innovation in materials engineering (5-8 oktober, Aula, prof.dr. J.H.W. de Wit, STM)

23. Automation and logistics in precast concrete (22-23 okto-ber, Civiele Techniek, prof.ir. J.N.J.A. Vambersky, CT) 24. Precision process technology; perspectives for pollution prevention (27-29 oktober, Aula, dr.ir. M.P.C. Weijnen, Interduct)

25. Symposium: 'Zicht op bagger en bulk' (29 oktober, Werktuigbouwkunde, prof.ir. J. de Koning, prof.ir. M. van Holst, ing. J,.Brouwer, WbMT)

26. Naic/ Ait Nederlandstalige AI conferentie / AI toepassin-gen (18-20 november, Aula, dr.ir. H. de Swaan Arons, TWI) 27. Safety of transportation (26-27 november, Aula, prof.ir. J.L. de Kroes, WTM)

(36)

Publiciteit en communicatie

Door hun aard beperkte de aandacht voor de

wetenschappe-lijke congressen zich voor een belangrijk deel tot de vakpers,

zoals het dagblad Cobouw, het Polytechnisch Weekblad en verschillende meer gespecialiseerde vakbladen. Ook de regionale pers wijdde echter met een zekere regelmaat

artike-len aan een of meer van de congressen. Vooral het CAD/

-CAM symposium mocht zich in de nodige belangstelling

verheugen.

De algemene congressen kregen doorgaans breder aandacht,

hoewel die voor 'Tracing technology' enigszins tegenviel, vermoedelijk omdat bij de media vanwege de voorafgaande

dies-viering een zekere 'TU-moeheid' was opgetreden.

'Techniek als bouwsteen' werd uiteraard behandeld in het

orgaan van het KIvI, de Ingenieur. Het Reformatorisch Dagblad, dat over de hele linie veel aandacht besteedde aan het TU-lustrum, had uiteraard oog voor 'Geloof als inspira-tiebron' en het dagblad Trouw trok een halve pagina uit voor

'Over grenzen'. Ook andere bladen, zoals de Delftsche

Courant, deden verslag van een of meer van de algemene congressen.

Met het oog op het internationale publiek dat op de meeste

wetenschappelijke congressen te verwachten viel, werd een

overzicht van die activiteiten samengebracht in een Engels boekje, 'Lustrum conferences'. Op deze manier werden de bezoekers van de congressen duidelijk gewezen op het

(37)

Zoals de naam al aangeeft, richtten de interne activiteiten zich vooral op hen die op de een of andere manier recht-streeks bij de TU Delft betrokken waren, namelijk (oud-)medewerkers en (oud-)studenten. Van het openings- tot het slotfeest ging de aandacht daarbij met name uit naar het versterken van de onderlinge banden. De TU is immers een grote instelling, waardoor enigszins de neiging bestaat het 'wij-gevoel' binnen een kleinere groep, bijvoorbeeld de faculteit, te zoeken.

Openingsfeest

Het openingsfeest van het lustrum besloeg twee avonden,

namelijk donderdag 30 en vrijdag 31 januari. Voor deze

constructie was gekozen, omdat men vreesde dat de

capaci-teit van de Aula anders onvoldoende zou blijken. Hoewel de

kaartverkoop voor donderdag aanvankelijk stroef verliep, bezochten uiteindelijk zo'n 3000 personen de avonden, die het motto 'Pech in de Mekelweg' hadden meegekregen. Dit laatste was een toespeling op de ruimteschip-achtige vorm van de Aula.

Voor de gelegenheid was een groot aantal attracties inge-richt. De hal was omgebouwd tot kermis, terwijl elders

gelegenheid was om film te kijken of bingo te spelen. De

senaatszaal was verbouwd tot een casino, waar fiches van een kwartje beschaafd over tafel schoven. De drie commis-siekamers herbergden respectievelijk een cocktailbar, een bistro en een zigeunerorkest. De disco in de Van Hasseltzaal had moeite om de toevloed van mensen te verwerken. Klach-ten kwamen vooral van studenKlach-ten die de sluitingstijd van half twee (de volgende ochtend moest het gebouw immers weer aan kant zijn) te vroeg vonden. Zij besloten dan maar elders

(38)

Het geheim van Delft

De dinsdag na het openingsfeest begon ook de verkoop van de diskette 'Het geheim van Delft', waar een viertal studen-ten, Victor Derks, Jan Maurits Faber, Elisabeth Visser en Mattijs Visser, meer dan een jaar aan gewerkt had. Het betrof hier een zogenaamd 'computer adventure' , waarbij de speler met vijftig gulden op zak arriveert op het station van Delft en zich vervolgens in het studentenleven wegwijs moet maken. De prijs van de diskette was laag gehouden om illegaal kopiëren tegen te werken.

Vast staat dat zeker in de eerste weken verschillende studen-tenhuizen dag en nacht bezig zijn geweest met het kraken van de verschillende raadsels in het spel. Velen strandden al in het begin. Op degene die als eerste de oplossing achter-haalde, lag een bedrag van 235 gulden te wachten, indertijd de maandbeurs voor thuiswonenden. De tien volgende finis-hers konden rekenen op een kratje bier.

Zingende hoogleraren

De zingende hoogleraren begonnen ooit als een grap tijdens de Thea dagen in 1991, de speciaal voor meisjes bedoelde voorlichtingsdagen. Onder begeleiding van de Delftse Stu-denten Dans Harmonie, de dixieland-ondervereniging van het Delftsch Studenten Corps, trad toen een aantal professoren zingend voor het voetlicht.

Dit initiatief werd dermate gewaardeerd dat het idee ontstond twee liederen, 'Techniek is muziek' en '!ce cream', uit te brengen op een cd. Het initiatief hiertoe werd genomen door lustrumbureau-medewerker mw. J. Landman, die samen met mw. N. van Kleef ook tekende voor de tekst van het eerste lied. De zang werd daarbij verzorgd door acht hoogleraren: dr.ir. W.J. Beek (TN), ir. H.P. Van Heel (WbMT), dr.ir. J.F. Holtrop (MP), dr.ir. J.L. Jansen (WbMT), ir. J.H. Kop (CT), dr.ir. P. Kruit ( TN), ir. E.E. Laddé (Bk) en ir. B.P.Th. Veltman (TN). Van de cd werden 750 exemplaren vervaardigd. De verkoop vond plaats via het lustrumbureau.

Techniek en muziek

Ook op een iets grotere schaal, namelijk een volle week van 8 tot en met 15 februari, maakte muziek deel uit van de lustrumactiviteiten. Op verschillende faculteiten en in het

(39)

Techniek en Muziek: een heel bijzonder instrument (bruik-leen van het mu-seum 'Van Speelklok tof Pierement'.

Aula-restaurant werden lunch-concerten gegeven. Een be-langrijk aandeel daarin werd geleverd door het Muzisch Centrum, het culturele centrum van de TU Delft. Tegelijker-tijd waren in de Aula verschillende zelfgebouwde instrumen-ten te bezichtigen, waaronder de glazen trompetten van instrumentenmaker J. Nieuwland van de faculteit der Techni-sche Natuurkunde en een cello en een viool van architect prof.ir. L.C. Röling van de faculteit der Bouwkunde. Bij enkele gelegenheden leverde de Vereniging van Gepensio-neerden van de TU Delft belangrijke bijstand, onder meer als suppoosten bij de tentoonstelling van mechanische instrumen-ten.

Het technische pièce de resistance van de muziekweek werd gevormd door een onbemand orkest bestaand uit een violina, een pianola, een klein en een groter orgel. Drie van deze instrumenten werden tijdelijk afgestaan door het Utrechtse museum 'Van Speel klok tot Pierement'. De vier automati-sche instrumenten moesten samen een voor deze gelegenheid door componist Joop Voorn gecomponeerd lied ten gehore brengen, waarbij ze gesynchroniseerd zouden worden door een speciaal hiertoe door ir. G. van der Linden geschreven computerprogramma. Organisator dr.ir. J. Versteeg moest echter erkennen dat de mechanische instrumenten zich weer-barstiger toonden dan gedacht. Het probleem was vooral dat de muziekrollen handmatig in de instrumenten moesten worden ingebracht; als dat niet precies tegelijk gebeurde,

(40)

ontstonden er problemen. Bovendien bleek het grote draaior-gel zo onredraaior-gelmatig te lopen, dat het voor de computer bijna onmogelijk was de andere drie instrumenten tijdig bij te sturen. Niettemin verbeterde bij iedere uitvoering het geluid, zodat uiteindelijk een acceptabele versie ten gehore kon worden gebracht.

Lustrumcabaret

Delft was ooit de bakermat van het Cameretten-festival, waar vele inmiddels landelijk bekende cabaretiers, zoals Herman Finkers, Birgitte Kaandorp en Paul de Leeuw, doorbraken.

Cabaret mocht dan ook niet ontbreken in het lustrumpro-gramma. TU-talenten toonden hun kunnen op 14 maart in de Aula. De bijdragen van de Delftse student-cabaretiers ging over typische studenten-zaken als gezelligheidsverenigingen, studiepunten en de hardnekkige rivaliteit tussen de Delftse en Leidse universiteiten. Onder de optredende hoogleraren viel vooral hoogleraar grondmechanica ir. A. Verruijt op, wiens colleges overigens ook een reputatie op het gebied van humor hebben. Voor de tweede helft van de avond was professional Mark van de Veerdonk ingehuurd, die enkele afleveringen van Delta bestudeerd had om naast zijn algeme-ne repertoire ook enkele op de TU spelende zaken op de hak te kunnen nemen.

Lustrumballet

Een andere culturele activiteit was het ballet 'Paperworks',

speciaal voor de gelegenheid gemaakt door een aantal profes

-sionele choreografen en uitgevoerd door dansers die nage-noeg allemaal studeerden aan de TU. De voorstelling vond op 17 maart in de Aula plaats. 'Paperworks', zo genoemd vanwege het volledig uit papier bestaande, vrij sobere decor, bestond uit drie delen waarvoor respectievelijk Ingeborg Wolff, Yvon Koopmans en Leila Kester, en Norbert Taatgen tekenden. De muziek varieerde van Afrikaanse drums tot de computertonen van 'The Art of Noise'. Ook de projectie van diabeelden op de witte pakken van de dansers in het derde deel van 'Paperworks' zorgde voor een ongewoon effect. Hoewel de dansers, die immers een belangrijk deel van hun tijd in andere dingen dan ballet moesten steken, af en toe een steekje lieten vallen, was de voorstelling een unieke gebeur

(41)

Alumnidag

Als datum voor de reünie van oud-studenten werd 20 maart gekozen, de dag na het KIvI congres, waarvoor toch al de

nodige alumni in Delft verwacht werden. Ruim 4000 mensen

begaven zich op deze dag naar de TU-wijk, sommigen zelfs

voor het eerst, omdat zij al afgestudeerd waren op het mo-ment dat de toenmalige hogeschool zich nog in verschillende

panden in de Delftse binnenstad bevond.

Voor het eerst werd de alumnidag vanuit de universiteit als

geheel georganiseerd. Toch bleek uit de verschillende maten van opkomst dat sommige faculteiten nauwere banden met hun afgestudeerden onderhouden dan andere. Zo nam de faculteit der Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek een kwart van het totale aantal reünisten voor haar rekening. Niettemin bleek de grootste aantrekkingskracht toch uit te gaan van de mogelijkheid oude bekenden te ontmoeten. In de

woorden van een van de aanwezigen: 'Die goede oude tijd

komt niet meer terug, maar erover praten zouden we vaker moeten doen.' Velen namen overigens ook de gelegenheid te baat om hun oude studentensociëteit met een bezoek te

vereren.

Post -actievendag

Naast de gewezen studenten wilde de TU ook met de

voor-malige medewerkers de banden aanhalen. Dat gebeurde

gespreid over een viertal middagen in mei op het terrein van de Wereld Tuinbouw Tentoonstelling 'Floriade' in Zoeter-meer. Voor de ontmoeting waren alle ex-medewerkers

aan-geschreven, waarvan er ruim tweeduizend reageerden, vele

malen meer dan waar de organisatie op gerekend had.

Hier-door vielen de kosten fors hoger uit dan begroot, maar gezien het getoonde enthousiasme achtte de TU dit alleszins verantwoord .

. In noodgedwongen grote groepen werden degenen die zich

hadden opgegeven, rondgeleid over de Floriade, waarbij bleek dat het bijeen houden van mensen niet alleen bij reisjes van de lagere school een probleem is. Na afloop van de rondgang over de tentoonstelling kregen de post-actieven

door hun voormalige werkgever een diner aangeboden,

tijdens welk de verhalen en herinneringen pas goed los

(42)

Excursies voor oud-medewerkers.

Multiculturele dagen

Aan de TU Delft studeren circa 1100 buitenlandse studenten,

dat is bijna tien procent van de totale studentenpopulatie.

Traditioneel zijn vooral de Indonesiërs en Noren onder hen

goed georganiseerd. Daarnaast bestond er de Werkgroep Buitenlandse Studenten (Webust), die in 1993 opging in de internationale studentenvereniging DISS (Delft Internatial

Students' Society). De Webust organiseerde op 7 mei van het

lustrumjaar een symposium, 'Delft zonder grenzen', over de

positie van buitenlanders aan de TU en op 8 mei een

multi-culturele avond met klederdracht, muziek en dans. Op het symposium benadrukte zowel de Surinaamse

oud-minister van Opbouw dr.ir. H. Adhin als dr.ing. W.

Djojo-negoro van de Indonesische beurs verlenende

overheidsin-stantie BPP het wederzijdse belang dat universiteiten en buitenlandse studenten hebben bij hun symbiose. Ook de

Nederlandse sprekers, prof.dr. S. Theunis, ir. G. Pichel en

ir. B. van Hemert, legden de nadruk op de relatie met de

derde wereld. De Noorse telecom-deskundige ir. A.

Johan-nessen koos ervoor te spreken over zijn tijd in Delft. Ook de multiculturele avond een dag later bestond voor een

belangrijk deel uit 'exotische' bijdragen, zoals de Indiase

stokkendans, de Vietnamese modeshow en de Balinese dans

'Manuk Rawa'. De avond sloeg dermate goed aan, dat

Cytaty

Powiązane dokumenty

Dotychczasowe edycje spuścizny pamiętnikarskiej Henryka Bogdańskiego ob­ jęły jego wspomnienia z powstania listopadowego (Lwów 1882) oraz z konspi­ racji

Quandoque bonus dormitat homerus / Quandoque bonus dormitat home-..

In Paris, contemporary parks and gardens not only express new forms of nature, they also form part of a green infrastructure network in their own right.. As a series

With the advent of using flexible kites for extracting wind energy and propelling ships, kite design is moving out of the ”comfort zone” and certain design rules of thumb do not

‘Building with nature’: the new Dutch approach to coastal and river works de Vriend, van Koningsveld and

sakraliów, dla której na ekspozycji zarezerwowano specjalne miejsce (skupione wokół nawiązującego do chrześcijańskiej symboliki ośmiobocznego miejsca centralnego),

It should be mentioned as well that the studied burial ground was located in the place of the prehistoric place o f worship which most probably was intentionally not

The unbundling factor score thus consists of the share of the trip length where cyclists ride along distributor roads, the number of grade-separated intersections