• Nie Znaleziono Wyników

Het verleden als garantie voor de toekomst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het verleden als garantie voor de toekomst"

Copied!
6
0
0

Pełen tekst

(1)

3

Het verleden als garantie voor de toekomst. Een persoonlijke zoektocht naar duurzaamheid.

H. Zijlstra

®MIT, TU Delft

Inleiding

Ik ben in 1987 afgestudeerd aan de Technische Universiteit, faculteit Bouwkunde als Architect en ben vervolgens als zodanig aan het wek gegaan bij een aantal grotere bureaus. Bij Atelier PRO in Den Haag begon ik mijn loopbaan op 31 augustus 1988 met een excursie naar eigen werk in Amsterdam, met onder anderen het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis. Een verbouwing van het pakhuis Willem I van architect C. Wegener Sleeswijk (Klosterman & Van Beek 1989). Het project was in volle uitvoering. Kort daarna stond ik geruime tijd naast de 1e tekenaar op zaal aan de uitbreiding van de Van Ravesteinschool in Den Haag te tekenen en hoorde de telefoongesprekken aan. De leerschool die ik doormaakte bestond uit het besef dat: het resultaat van een opdracht zo goed is als de opdrachtgever, het uiteindelijk gaat om een goed idee, de techniek als eerste om de hoek komt kijken bij een verbouwing, je altijd moet ingrijpen op het bestaande en dat je moet kunnen improviseren om de dingen die zich in het werk aandienen op te kunnen lossen. Daarbij komt het er op aan de opgave en het gebouw goed te begrijpen om grip te krijgen en houden op de zaak.

In 1991 werd ik projectarchitect op het werk: ANDB Amsterdam. Het gebouw van H.P. Berlage uit 1901 was door het IISG gekocht als museaal object voor 1 miljoen gulden. Het moest verbouwd worden tot vakbondsmuseum voor een budget van 500.000,- gulden (uiteindelijk fl. 800.000,-) (Jansen & Zijlstra 1991). Hier ontdekten we, nadat het in gebruik was geweest als vergaderbolwerk van de industriebond FNV, verborgen schatten onder de grond, onder vloerkleden, onder stucwerk en achter het behang en de verlaagde plafonds. Helaas ging een groot deel van het budget op aan de regeltechniek voor de klimaatinstallaties. Het moest een museum worden ! We plaatsen een woningbouwrenovatielift, een noodtrappen-huis, we ontmantelden de lichthof naar de kelder en groeven zuilen van de erfafscheiding op uit de tuin. Het gebouw functioneerde bijna 20 jaar als museum. Het werd enige jaren geleden door Hendrick de Keyser aangekocht en echt gerestaureerd. De architect Ann Katrin Adolph concludeerde:

´Het is een enkelsteens gebouw, zonder

spouw, al zijn de muren gemaakt van dikke kloostermoppen. Berlage had gezorgd

voor goede ventilatie maar die is in de loop van de tijd weggestop achter

voorzetwanden. Dat heeft de vocht- en condensproblemen verergerd. Het voor zijn

tijd moderne ventilatie- en

verwarmingssysteem van Berlage heb ik kunnen

(2)

4

herintroduceren in de vorm van een modern klimaatsysteem. We houden

enkelsteens muren maar je kunt nu ventileren zonder dat dat het gevoel geeft dat

het tocht. En we hergebruikten de oorspronkelijke roosters. Onder de vloer van het

souterrain hebben we isolerend beton aangebracht om de constructie te

beschermen tegen verdere aantasting door vocht. Een van oorsprong goed

doordacht ontwerp blijkt gaandeweg duurzaam in zichzelf te zijn.´

(www.deburcht.nl, bezocht 4 april 2012). Ook hier komt het erop aan het gebouw te begrijpen voor het ingrijpen uit. In 1991 hadden we slechts de middelen om enkele zaken aan het licht te brengen en de rest met rust te laten om 20 jaar later pas te voor schijn te halen. Ook werden de twee ontbrekende zuilen op het trottoir opnieuw gemaakt nadat wij ze slecht in staal symbolisch hadden kunnen duiden.

Fig. 1. Het Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam. Fig. 2. Het ANDB gebouw in Amsterdam.

Sinds 2001 werk ik aan de TU, faculteit bouwkunde als docent en onderzoeker. In 2006 promoveerde ik op een onderzoek naar de architectuur uit de wederopbouwperiode in Nederland. De methode om bestaande gebouwen te analyseren werkte ik vervolgens uit tot de ABCD methode (Zijlstra 2010a). De matrix die hierbij als onderlegger dient kent naast de contextuele factoren (opdracht, locatie, architect, typologie, proces) en de meer object gerelateerde elementen (ruimte, structuur, materiaal en voorzieningen) drie lagen in de tijd: ontstaan, bestaan, en ver(der)gaan. Met name deze tijdsaspecten zijn belangrijk om te betrekken in het onderzoek naar bestaande gebouwen dat als uitgangspunt dient

(3)

5 om een gebouw te kunnen begrijpen. Het achterhalen waarom er in de loop van de tijd veranderingen hebben plaatsgevonden en om een inschatting te kunnen maken welke kwaliteiten in ogenschouw genomen dienen te worden bij toekomstige veranderingen zijn essentiële onderdelen van de ABCD methode.

Nog 2 voorbeelden

In 2010 hield ik ook een verhaal voor dit gezelschap (Zijlstra 2010b). De woonwijk Jeruzalem in Frankendaal Amsterdam passeerde de revue. Ik voer dit project wederom ten tonele omdat er in de tussentijd aan is doorgewerkt (Zijlstra 2002). Het woningbouwcomplex uit 1952 van Merkelbach en Elling lag 20 jaren onder vuur met dreigende sloop en ingrijpende renovatieplannen tot het in 2010 tot Rijksmonument werd verklaard. Zes blokken werden veilig gesteld. Hooyschuur architecten nam de uitdaging aan om aan de hand van één proefwoning een restauratieplan te maken waarin zowel de monumentale waarden als de verduurzaming centraal stonden. De gevel werd geïsoleerd en van een nieuwe dunnere beplating voorzien, kozijnen werden vervangen, dubbelglas geplaatst en nieuwe afwerkingen aangebracht en aansluitingen bedacht . Binnen kwam er een warmteterugwininstallatie, vloerverwarming en zonwerende beglazing. De kosten van de restauratie bedroegen ruim 4 ton euro’s per woning indien men de gemaakte kosten omslaat naar 70 woningen. Op dit moment is er wederom een impasse in verband met dit kostenplaatje.

Fig. 3. Jeruzalem Frankendaal in Amsterdam tijdens en na de restauratie (linker woning) in 2011.

Bij de Rijksverzekeringsbank in Amsterdam van architect D. Roosenburg uit 1939 speelt geld een kleinere rol op dit moment. Allen en Overy advocaten heeft besloten in het pand te blijven en het grondig te verbouwen. Men streeft er hierbij naar om middels Diederik Fokkema een deel van de oude glorie en grandeur te herstellen. Hier vormde mijn onderzoek uit 2001 de vertrekbasis voor het herontwerp. Opvallend is dat naast de ruimtelijke kwaliteiten de laagtemperatuur verwarming in

(4)

6 de borstweringen teruggebracht wordt (Zijlstra 2003). De installatieadviseur W/E claimt dan ook het duurzaamste advocatenkantoor van Nederland te realiseren.

Fig. 4. De Rijksverzekeringsbank in Amsterdam van D. Roosenburg in 1939 en gedurende de verbouwing in 2011.

Vele dilemma’s

Hoe duurzaamheid het nieuws beheerst blijkt wel uit de berichten in een willekeurig dagblad op een willekeurige dag: De Volkskrant van 14 maart 2012. Het is eenvoudig om 14 berichten te tellen die gerelateerd kunnen worden aan: klimaatverandering, voedselproductie en de schaarste aan grondstoffen en fossiele brandstof. Het gaat daarbij naast de vermelding van mogelijke problemen ook over het nemen van verantwoordelijkheden, het signaleren van nieuwe ontwikkelingen. Verder constateer ik dat er sprake is van voortschrijdend inzicht. Hierdoor lijken berichten die eerst als positief werden beschouwd later net zo overtuigend als negatief geïnterpreteerd kunnen worden. Wat betreft de gebouwde omgeving zien we deze dilemma’s geëtaleerd worden met betrekking tot de leegstand van (kantoor)gebouwen en de drang van met name gemeenten en provincies om gewoon door te gaan met nieuwbouw terwijl om de hoek gebouwen te huur worden aangeboden, zoals op het Stationsplein in Den Haag en het Weena in Rotterdam. Bovendien worden er monumentwaardige gebouwen afgebroken om plaats te maken voor nieuwe gebouwde structuren die ruimte moeten bieden aan nieuwe snellere manieren van transport. Van Ravesteyn zijn station in Rotterdam moet plaats maken voor de Fyra, waarvan we nu eigenlijk niet willen toegeven dat die wellicht overbodig was. Op de nieuwe overkapping van de perrons worden echter wel pv zonnecellen aangebracht om onder de schijn van duurzaamheid de gemoederen te sussen.

(5)

7 Fig. 5. De sloop van de perronoverkapping van Van Ravesteyn in Rotterdam onder het

nieuwe dak in 2012.

Fig. 6. Het ROC in Hengelo in de voormalige Stork staalgieterij (IAA architecten).

De Re-cycle cyclus

Persoonlijk ben ik er een groot voorstander van om gebouwen meerdere levens te gunnen. Laten we gebouwen regenereren zodat er een Re-cycle cyclus ontstaat. Er zijn vele voorbeelden die aantonen dat het kan. Sommige invullingen zijn van tijdelijke aard, maar juist de combinatie van een bestaande structuur die onderdak biedt aan een tijdelijke invulling is vrijwel altijd een geslaagde combinatie. Voorbeelden die ik voor ogen heb zijn: in Hengelo waar de Stork staalgieterij tot ROC is omgebouwd door IAA, in Gent het Circus Maley dat tijdelijk onderdak bood aan de fantastische tentoonstelling van de foto’s van Vanvletteren in 2009, in Den Haag waar het Stevin college van Schamhart uit 1957 door Leon Thier en World of Wonders werd omgetoverd tot cultureel wijkcentrum Zuid57 inclusief een theater, de oude fabriekshallen in Arles die onderdak boden aan de foto biënnale in de zomer van 2011 en de C1000 in Delft die nu in gebruik is als bibliotheek (Aequo en Liesbeth van der Pol) sinds 2007, het tehuis voor bejaarde soldaten in Dublin dat het museum voor moderne kunst werd en de ruïne van een oud woonpaleis in La Tour d’Aigues uit de elfde en zestiende eeuw dat nu dienst doet als openluchttheater. Ik kan gelukkig nog veel meer geslaagde voorbeelden noemen. Ook in het onderwijs proberen we bij ®MIT projecten te kiezen die het verschil kunnen maken. In 2006 waren we bezig in Weert met De Lichtenberg, in 2010 werd het een Rijksmonument en tot op heden vinden er voorstellingen plaats en heeft de projectontwikkelaar het niet gesloopt voor een vakantieparadijs. Ook het sanatorium in Tombeek krijgt eindelijk een nieuw leven. In 2007 was het al meer dood dan levend, maar dankzij Docomomo België en een groep van zeer bevlogen Belgische studenten is de aandacht erop gevestigd gebleven en wordt het op dit moment gerestaureerd én vernieuwd.

(6)

8 Afb. 9. Het telefoon en geldkantoor van J. Couwel uit 1924. Opgave voor MSc1 studenten

RMIT in 2012.

Afb. 10. De ASR torens uit 1906 van Kropholler en Staal aan het Damrak in Amsterdam. De projecten waar ®MIT de studenten van de master 1 ontwerp studio’s in september 2012 mee belasten zijn in Amsterdam: het telefoon en geldkantoor van J. Couwel uit 1924 en de ASR torens uit 1906 van Kropholler en Staal aan het Damrak. Op de begane grond verhuurd maar daarboven al jarenlang leeg op toplocaties in de stad.

Conclusie

Mijn persoonlijke zoektocht naar duurzaamheid in de gebouwde omgeving besluiten ik met de conclusie dat indien wij bereid zijn de gebouwde omgeving te begrijpen, wij ons beseffen dat oorspronkelijkheid en veranderbaarheid essentieel zijn voor een gebouw om langdurig duurzaam te zijn: het verleden biedt garanties voor een duurzame toekomst.

Referenties

www.deburcht.nl (Bezocht 4 april 2012).

Jansen, E. & Zijlstra, H., 1991. De Burcht van Berlage. Nationaal Vakbonds Museum, Amsterdam. Klosterman, J. & Beek, H. van, 1989. Moving Marx. Stichting beheer IISG, Amsterdam.

Zijlstra, H., 2002. Integratie als uitgangspunt. Een voorbeeld van Nederlands bouwen in de twintigste eeuw, De Rijksverzekeringsbank van architect ir. Dirk Roosenburg. TVVL (2):22-29.

Zijlstra, H., 2003. Jeruzalem blijft! In: Vrolijk, M., red., Vijfennegentigste Jaarboek van het genootschap Amstelodamum anno MMII, Amsterdam, 215-237.

Zijlstra, H., 2010a. Analysing Buildings from Context till Detail in Time. The ABCD research method. IOS Press, Amsterdam.

Zijlstra, H., 2010b. Materialisatie van gebouwen 1940-1970: van maatpak naar confectie. In: Nijland, T.G. & Hacquebord, A., red., Nieuwe materialen: Vloek of zegen voor de restauratie ? Syllabus TNO-NVMz studiedag, Delft, 24 maart 2010, 26-30.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Skoro więc na Zachodzie, gdzie warunki rozwoju oświaty były zdecydowanie lepsze niż u nas, nie każda parafia posiadała szkołę, to trudno twierdzić, że w Polsce, która leżała

Figure  4.13(a)  shows  the  velocity  profile  of  the  gas  flow  from  the  CFD  simulation.  The  porosity  in  the  pellet  layers  is  lower  compared 

W tomie VI Studiów Lednickich z 2000 roku zamieszczono zinwentaryzowane do tego czasu kamienne detale pochodzące z lednickich budowli (szczególnie palatium) (A..

Без сумніву, складність наукових досліджень полягає в тому, що на такому етапі розвитку психології немає єдиного

Podstawowym warunkiem przyjęcia wspólnej waluty (euro) przez kraj członkow­ ski Unii Europejskiej jest wypełnienie kryteriów konwergencji, sformułowanych w

omówiona poniżej koncepcja „zagospodarowania” sił gockich z korzyścią dla armii rzymskiej, która miała być szczególnie żywo dyskutowana na dworze cesarza Walensa,

W antycznej Grecji uważano, że pycha jako największa z ludzkich wad przejawia się albo w przesadnym zadowoleniu z posiadanego bogactwa czy władzy (przypadek

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright