Verslag G-Groep 87-1 ONTWERP GLYCOLENFABRIEK deel. 1: glycolenreactor deel 2: ontwatering
deel 3: glycolenscheiding
Laboratorium Apparatenbouw Procesindustrie, Delft, mei 1987.
Verslag C-Groep 87-1
Ontwerp Glycolen fabriek voor Shell Moerdijk.
Technische Universiteit Delft
laboratorium Apparatenbouw Procesindustrie
Vakgroep Chemische Technologie
Leeghwaterstraat q4
2628 CA
Delft
Delft, 1 mei 1981.
Dit is het verslag van de G-groep februari 1987.
In ongeveer
drie maanden is het proces voor de fabrikage van glycolen opnieuw
doorgewerk t.
Bij het tot stand komen ven het resulterende ontwerp hebben de
volgende personen een rol gespeeld:
Drs.
F.A. Meijer
Prof.ir. A.G. Montfoort
Prof.dr.ir.
J. de Graauw
ir.
lol.Klapwijk
A. de Bruin
als begeleiders vanuit de TUD, en
ir.
D.J.Amesz en
i n9 A. J.
Te
Raa
als begeleiders vanuit Shell Moerdijk.
Alle bovengenoemde heren willen wij
hartelijk danken voor hun
inzet. De studenten
WB:
P.Y.F. Anderegg
R.M. van Dekkum
C.
Blom
A.A. Schul te
C.F.Stoter
r.J.E. Veldhuizen
E.J.Verhoeff
A.N. Vlug
en de studenten CT:
R.T.
Blomsma
M. Grimmon
J .H.Kerst jens'
J.P.M. Lommerse
P.
Rovers
J.de Wolff
Delft. lij mei 1987.
-Voor Shell Moerdijk is een fabrieks-voorontverp -geaaakt -voor de productie van Glykolen.
De grondstof ethyleen oxide (EO) tot:
reageert exotherm met water
Monoethyleen glykol Diethyleen glykol Triethyleen glykol
Hogere ethyleen glykolen
(HEG) • (DEG) • (TEG) • (HEG) •
De reactie vindt plaats in een ruime overmaat aan water. Dit water wordt uit het product mengsel verdampt en terug gevoerd naar de reactor voor hergebruik. De verschillende glycolen worden van elkaar gescheiden en op specificatie gebracht door des ti lla tie.
Twee procesvoeringen zijn met elkaar vergeleken. Een enkele buis reactor produceert alle. glycol. moet daartoe een volume hebben van 1.41 H3.
De reactor
Oe eerste reactor produceert 951 van de glycol. met een andere MEG/DEG/IEG verhouding dan specificatie. Wederom wordt een buisreactor toegepast maar met een volume van 1.33 H3. Een tweede reactor met een inhoud van 34 H3 (tank+buis) aan het einde van de procesketen brengt de processtroom op specificatie. Door toepassing van dit systeem wordt extra bedrijfs flexibiliteit verkregen. Ook wordt met deze methode een hoog ethyleen glycolen (HEG) produktie bereikt van 2.8 kt/jaar bovenop de gespecificeerde produktie voor HEG. DEG en rEG. Alleen deze procesvoering is volledig uitgewerkt.
De fabriek is opgedeeld in 3 secties:
1. De reactor sectie. bestaande uit een Sulzer menger en een kleine buis reactor.
2. Oe ontwaterings sectie. opgemaakt uit een flashvat. 3 verdampers en een destillatie toren. Voor de verdampers is geen verse stoom nodig.
-vergelijking massastromen (kton/jaar) van de een~ met de tweereaktoren fabriek.
\41.0:
~8b.b
/
Mt:::~:
34.1.
\-h.O:
4b.S
~...
bul..S:
, EO~'l4.•
...\ .4r
ro"A
~~
..
,.
,./DEQr:
t1-.<3
1,0:
q~.oH
4
/
ME"Gr:35'.1H2,O:
buis:
ME4:IS3.o ~b/3 "I, .....
1.
~ rt\~
peG-:
1'~~1EO:
~12.0,*'
TE'G~o.6HE6:o.o2.;
r/ r-l ~ "'HEil-: tank.~
8.l
MEq:S·l
\~
ro'
l>Eó;
DEG:\':f.<;)
HEG-: lSo.o ...
DE<:r:
\0.0,.TEC:r :
10.0 ~ kêq..~o.b
..
MEêr:
150.0
DEG: 10.0
,
TEG:
lO.O
t
HEq;2.8
,.J ),~ ,.,'"
1'.0,
TEó: 9.'i~
,
-~
,
~6\.tls:
EO:b,'
,....
..
...
!ti
m~
HEa:~.~ ~ ",-3. Oe glycolen scheidings sectie. die bestaat uit 6 gepakte kolommen. Voor elke scheidings stap: HEG/hoger. OEG/hoger en TEG/hoger zijn twee kolommen in serie geplaatst. Vanwege
de zeer lage druk waarbij het proces zich moet afspelen is gekozen voor gepakte boven schotel kolommen. Alleen de
eerste van de zes zou met schotels kunnen worden
uitgevoerd. Het blijkt dat gepakte kolommen veel korter kunnen zijn. Binnen deze sectie is ook de tweede reactor gevat.
Het twee reactor bedrijf brengt extra kosten met zich mee. Een vergelijkend schema tussen een en twee reactor bedrijf is gegeven in de figuur. Uit een gevoeligheids analyse van economische factoren blijkt dat de hoogte van de investering geen grote rol speelt in de opbrengst van het project
Bij de berekening van de massa balans zijn alle . massa stromen uitgedrukt in kg/sa De getalwaarden zijn afgerond op 2 decimalen nauwkeurig. De afwijking van de in en uitgaande stroom .van 0.5"
kan verklaard worden uit de limitering op de berekenings nauwkeurigheid. en mede door het niet geheel naadloos aansluiten van de destillatie sectie op de ontwaterings sectie.
In
de energie balans zijn alle energie stromen uitgedrukt in kW. Oe enthalpie van de stromen is berekend ten opzichte van het nulpunt van 0 C. Oe reactie warmte wordt apart toegevoegd.Bij de energie balans is de afwijking van de in en uitgaande stromen beduidend groter dan bij de massa balans. Het komt neer op 501 kW en dat betekent 2~. Dit verschil is grotendeels te verklaren uit het feit dat de volgende effecten niet meegenomen zijn in de berekening van de destillatie kolommen (zie deel drie) :
1. Het niet gelijk zijn van de moleculaire verdampingswarmte voor de verschillende componenten.
2.
3.
De temperatuurs afhankelijkheid van verdampings warmte.
de moluculaire
Het niet lineaire
verdampingswarmte bij de zo verondersteld bij destillatie).
verloop van de moleculaire
kritische temperatuur. (Dit is wel de flash berekenigen van de
Verder zal een deel van de afwijking verklaard kunnen worden door een bepaalde onvolledigheid van de warmtebalans vergelijking. De vloeistof pompen en de vacuum pompen zijn niet meegenomen in de berekening. De resultaten van alle balans berekeningen zijn te vinden in de bijgaande tabellen.
Het totale energie verbruik komt op 15.826,0 k~.
Aan de hand van het processchema wordt een korte beschrijving gegeven van de produktie van HEG, DEG, TEG en HEG in stationair bedrijf. Kwantitatieve gegevens staan vermeld in de afzonderlijke hoofdstukken van het verslag.
De voedingsstromen EO en water worden samen met de waterrecyclestromen (98X water en 2% HEG) op hoge druk gebracht. Dit gebeurt door middel van de centrifugaalpompen P1 t/m P7. Vervolgens vindt menging plaats in de statische menger H8. Uarwtewisselaar H9 brengt de voeding op juiste ingangstemperatuur van buisreaktor RIO. Hierin wordt het grootste gedeelte van de gewenste produktie van de fabriek gerealiseerd door volledige conversie van EO met een overmaat water.
Het overtollige water moet vervolgens worden afgescheiden van de hete produktstroom. Door middel van een flash wordt in Fll hete stoom geproduceerd uit de. produktstroom. Deze stoom wordt gebruikt in de eerste van een reeks van drie verdampers: V13, V1S en V17. Het grootste gedeelte van het water wordt zodoende uit de produktstroom afgescheiden. De rest van het water wordt door destillatie onder lage druk in schotelkolom T20 afgescheiden. Al het afgescheiden water (welke een restje MEG bevat) van de verdampers en de destillatie wordt teruggevoerd naar de voorafgaande reaktorsektie.
De watervrije produktstroom gaat vervolgens de destillatiesektie in, waar MEG, DEG, TEG en HEG middels 6 gepakte kolommen in serie van elkaar worden gescheiden. In de eerste twee destillatiekolommen T30 en i3S wordt de HEG afgescheiden. Vervolgens wordt dan de DEG afgescheiden in de kolommen T39 en T44. Tenslotte wordt het TEG van de HEG gescheiden in de kolommen T48 en TS3. Derhalve bestaat het bodemprodukt van kolom TS3 uit de hogere glycolen.
Om de gewenste hoeveelheden HEG, DEG en TEG te produceren wordt gebruik gemaakt van een tweede reaktorsektie. Daartoe worden recyclestromen van MEG en DEG, afkomstig van de destillatieproduktstromen, samen met het andere deel van de EO-voedingsstroom, middels centrifugaalpompen P23, P24 en P2S op druk gebracht. Vervolgens vindt, na menging in statische menger M26, in de geroerde tankreaktor R28 een deel van de droge omzetting (dus zonder water) van EO plaats. De produktstroom van deze reaktor wisselt warmte met zijn voedingsstroom uit. De voltooiing van de omzetting van EO wordt gerealiseerd in buisreaktor R29. De stroom bevat dan MEG, DEG, TEG en HEG en wordt in de tweede HEG-destillatiekolom IJS ingevoerd.
-IN
M
Q
1
60
1151
5S~3 -, IVoor-waarts
M
-.,1.7 J Ib
6'
~ ~-.é. ---._-~--- .,..Massa -en
Retour
UIT
Warmtebal ans
M
Q
M
o
~J.
@
t.-_~
J.Jg
-@
-Fll
V1l
~. 7/.
-@ -@
' - - - - _._ .._-_---.:_--I I ~'-' - 9
Vl5
@)
" 26
~ ~-C,,4ó@
@
I 1./1 ---"-I...-....tVIT
®
'" '10I
:.. ..
-Ir'H/~
- - -#@
®
/2363
6.oa
r.
61
..
..J-
, " ~9
(~ ~,-L ...
_~
65
9
T20
J ~2Î--,
" . IT
". 9~.
12 )
5
1.s
.2t..
5.7-g
,e--@~@
..
SB27
-"-
.,
IT.30
" - ' " (J .'~o(jj)
®
o
5555'26
-
-.
1
o
ïC4@~--"*
'.-11124
~TJS
I 'l. '1 ".602
--
.... - , ~1
---t----f-J2:SJ'
---r--t-==-
-i - r - - l - = =
-
r -r~
-r-t---+-=-
-
r-t--+===-I0
.,
1
01.1
, II I.r
I
I
-r#- _ _ --y:--=-,~I@.L®.'
1-1 1----.T
3~
-- -ti
@
_ T
@_T
1 - - ...- - -fI
I--.T4f}
@
@
- _._~T
@
l---j
r53
-
-
~ --~ /2I I
_==t~2 .p°4-~
>----t---~ ,- _ _ I-==-r--l--o
34
I0-110
I . -L. --r@
-
--.
--
s
0, ,
-®
~l
IfH7-l..;.-~-4
-
--
-.1
'"
@J
j I J4Cf)
Rl~
J2'1
--~®
' 1 t. 1S.
2 R tel( f-I €T
375..
l
R2j
@
I ) '-. , r -• f " - ~ , , .-5
.
<1
'3
'1~77 9
'
~Totaal
~1.
S
279
6.0'2.
Massa in kg/s
Warmte in kW
Fabrieks vooront werp
No:
In dit verslag ·wordthet procesontwerp' voor de fabrikage van glycolen beschreven. Gebruik is gemaakt van de voorstudie "Glykolen -produktie Shell '-!oerdijk" geschreven door de Heren Gandasasmita en Hoek, hetwelke een reactiekinetiek en een mogelijke procesvoering behandeld.
Shell opdracht werken.
Moerdijk heeft reeds een was om het gehele proces
De tekst is ingedeeld in ij delen:
Glycolenfabriek staan, nog eens opnieuw door
de te
Deel 1 Reactorsectie, waarin reactor 1 wordt behandeld samen met de reactie kinetiek.
Deel 2 Ontwatering, waarin verschillende scheidings methoden
worden bezien,
en
de verdamping en destillatie alsuiteindelijke keuze worden uiteen gezet.
Deel 3 Glycolen scheiding behandelt verschillende taktieken van opstelling voor de scheiding, met het uiteindelijke resultaat. In dit deel is ook plaats gevonden voor het ontwerp van de tweede reactor.
Deel ij behelst de appendices betreffende de delen 1,2,3 en de economische beschouwing.
-Uitgangspunten van het ontwerp.
Capac i tei t:
Mono Ethy leen Glycol
Di
Ethyleen Glycol
Tri
Ethyleen Glycol
Grondstoffen:
Ethyleen Oxide
"'a ter
Hulps toffen:
Hoge druk stOOIl
Midden druk stoom
Lage druk stoom
Koelwater:
in:
uit:
Produkten:
Produkt
HEG:
OEG
TEG
Zul verheid
mol~min.
99,8min.
min.
99,9MEG
150kt/jaar
OEG
10kt/jaar
TEG
10kt/jaar
EO
26C
3bar abs.
1"2 C 3,8bar abs.
500C
100bar abs.
330 C 18bar abs.
200 C 3bar abs.
max
23C,
min
0C
max
30C.
watergehalte moll
max.
0,10ander moll
max.
0,10OEG
max.
0,2HEG
max.
0,2max.
0,0- vll
o
-Voorwoord
• • • •• •
••
• •Samenvatting • • • • • • • •
Samenvatting.
• • • • • •
Massa en energie balans. •
Procesbeschrijving.
• • •
Inleiding
•• • • • •
••
••
• ••
•
• • • • • •• •
• •• •
• • • •• •
••
•• • •
•• • •
••
•
••
•·
..
"..
•• •
• • • ••
•
• • •
•
•• • • •
•
• •• •
•• • •
• ••
•• •
• • • .. e• •
.
..
.
.
• • • ••
deel 1: Glykolen reactor.
••
•
• ••
•
•
• • • • • ••
• •Inleiding en doelstelling reaktorsektie • • • • • • • •
Oplossingsmogelijkheden
• • • • • • • • • • • • • • • •
Uitwerking van de ideeen.
• • • • • • • • • • • • • • •
Grove berekening van een geroerde tankreaktor.
• • •
Algemene opzet tot het doorrekenen van een
buisreaktor •
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Berekening van de massastromen in de 2-reaktoren
fabriek.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Berekening van het reaktorvolume in de twee
reaktoren fabriek.
• • • • • • • • • • • • • •
Berekening van de massastromen in de eenreaktor
fabriek.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Berekening van het reaktorvolume in de eenreaktor
fabriek.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Reaktor met warmteuitvisseling. • • • • • • • • • • •
Resultaten van de warmtewisselende reaktor.
• • •
De heterogeen gekatalyseerde reaktor • • • • • • • • •
Resultaten van de heterogeen gekatalyseerde
reaktor. • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Conclusie.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Procesomstandigheden •
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Inleiding. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Voeding reaktor. • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Menging.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Druk in de reaktor. • • • • • • • • • • • • • • • • •
Propstroom. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Temperatuur.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Uarmteverlies.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Ap para ten. • • • • • • • •
.
• • • • • • • • • • • • • • •
Inleiding. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Menger. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De warmtewisselaar. • • • • • • • • • • • • • • • • •
Reaktoruitvoering •
• • • • • • • • • • • • • • • • •
viii
-•
ii
• lii
• iii
iv
•
• • v•
vi
• • 1 • • 2•
• 3•
·
"
•
·
"
• • • • 6•
• 1 ••
•
• • • • • 8 8 9 9 • • 9 ••
••
•
•
••
• • ••
••
•
10 11 12 12 12 12 13 13 13 13 lS lS 15 15 16Conclusie • •
• • • ••
• •• • •
•• • •
•
•
• • ••
••
•deel 2:
Ontwatering • • • • • • • • ; • • • • • • • • • • • •
Inleiding • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Inleiding meertrapsverdamper.
• • • • • • • • • • • • •
Ontwerpcondltles.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Randvoorwaarden.
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Berekeningswijze. • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Resultaten.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Flashvat en twee verdampers.
• • • • • • • • • • • •
Flashvat en drie verdampers.
• • • • • • • • • • • •
Tegenstroomverdampers. • • • • • • • • • • • • • • • • •
Verdampers.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Vallende-Filmverdampers • • • • • • • • • • • • • • • •
Verdamping vogens de methode van Sillet • • • • • •
Verdamping volgens de methode van Labuntsov.
• • • •
Verdamping volgens de methode van Chen.
.
. • • • • • •
Condensatie aan mantelzijde.
e • • • • • • • • • • • • •Kookpuntsverhoging in een verdampende filmlaag • • • • •
Kritische heatflux • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Co nden sor ontwerp. • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Destillatie. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Inleiding.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De eisen aan de destillatie. • • • • • • • • • • • •
Bepaling destillatieparameters. • • • • • • • • • • •
De fasen toestanden en diagrammen
• • • • • • • •
De q-waarde.
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
De druk.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Refluxverhouding • • • • • • • • • • • • • • • • •
Aantal schotels. • • • • • • • • • • • • • • • • •
Bepaling stromingen in de kolom • • • • • • • • • • •
Voeding
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Destillaat • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Bodemprodukt • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
G:gasstroming in de kolom • • • • • • • • • • • •
L:vloeistofstromen in de kolom.
• • • • • • • • •
flowparameter
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Vergelijking pakking-en-schatel kolom
• • • • • • • • •
.
De pakking kolom. • • • •
.
• • • • • • • • • • • • • •
De stripper: • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De rectifier: • • • • • •
,
• • • • • • • • • • • •
De schotel kolom •
• • • • • • • • • • • • • • • • •
De str ip per. • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De kolomdiameter •
• • • • • • • • • • • • • •
Oe drukval per schotel • • • • • • • • • • • • •
Het sChotelontwerp :
• • • • • • • • • • • • •
De rect ifi er :
.
• • • • • •
.
• • • • • • • • • • •
De kolomdiameter :
• • • • • • • • • • • • • •
De dukval per schotel: • • • • • • • • • • • •
Stromingsregime : • • • • • • • • • • • • • • •
Schotelontwerp :
• • • • • • • • • • • • • • •
ix
-•
•
•
•
• ••
••
•
•
• ••
••
••
•
•
• ••
•
••
•
•
••
•
•
••
•
•
•
••
•
•
•
•
•
••
•
•
18 19 20 23 24 24 25 28 28 30 33 34 35 35 38 39 42 "4 "5 46"a
48 4S "8 4S 48 "9 49 "9 50 50 50 50 50 50 50 52 52 52 53 53 53 53 53 54 55 55 55 56 56Berekening schotelrendeJllent:
• • • • • • • • • •
Schotelrendement stripper : • • • • • • • • • •
Schotelrendement rectifier: • • • • • • • • •
~armtebalans
over de kolom. • • • • • • • • • • • • •
Conclusie • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Dimensionering randapparatuur van de destillatiekolom • •
De reboiler:
• • • • • • •
.
• • • • • • • • • • • •
Berekening benodigde vermogen:
• • • • • • • • •
Verdampingsenergie :
• • • • • • • • • • • • •
Benodigd hoeveelheid stoom:
• • • • • • • • •
Benodigd oppervlakte:
• • • • • • • • • • • •
Keuze constructie • • • • • • • • • • • • • • •
Controle recirculatie reboiler: • • • • • • •
De condensor:
• • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De over te dragen warmte : • • • • • • • • • • • •
Berekeningen
:
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Pomp. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Vaccuum pompen. • • • • • • • • • • • • • • _ • • • •
Alternatieve scheidingsmethoden • • • • • • • • • • • • •
Adsorptie.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Inleiding. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Vergelijking_
• • • • • • • • • • • • • • • • • •
Parametrisch Pompen • • • • • • • • • • • • • • • • •
inleiding. _ • • • • • • • • • • • • • • • •
.
• • •
Voordelen. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Een enkel stage parapomp. Theorie. • • • • • • • •
Partial reflux parapomp • • • • • • • • • • • • • •
Omgekeerde osmose.
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Inleiding. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Theorie. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Het model van Sourirajan. • • • • • • • • • • • •
Feasibility • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Destillatie met sleepmiddel. • • • • • • • • • • • •
Conclusie. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
•
•
•
• ••
•
•
••
••
•
•
•
•
•
•
.,
• • • • ••
•
•
•
••
•
•
•
•
deel 3:
Glykolen scheiding.
•
•• • • • • •
••
• • • • • •In leid ing. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
De kolomkonfiguraties. • • • • • • • • • • • • • • • •
Rekenmodellen destillatie. • • • • • • • • • • • • • •
Fractie • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Schatting • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Invoer • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Flasher. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
FUG • • • • • • • • • • • • • • • • •
.
• • • • • • •
Lewis Matheson
• • • • • •
.
• • • • • • • • • • • •
Drukval • • • • • • • • • • • • • • • •
~• • • • •
Dimensionering van schotelkolo.men met teefschotels • •
Stromingsverschijnselen op een schotel. • • • • • •
Maximale gasbelasting.
• • • • • • • • • • • • • •
Constructieve vormgeving. • • • • • • • • • • • • •
De heldere vloeistofhoogte (hold-up) •
.
• • • • • • •
x
-•
••
• • ••
•
•
•
•
•
••
•
••
••
• ••
•
•
••
•
•
••
56 57 57 58 58 59 59 59 59 59 60 60 60 61 61 61 62 62 63 63 63 63 64 64 65 67 68 70 70 70 71 72 73 75 76 77 79 82 83 83 83 83 84 84 84 86 86 87 88 90Het drukverlies.
• • • • • • • • • • • • •
De minimale gasbelasting. • • • • • • • • •
De maximale vloeistofbelasting. • • • • • •
De minimale vloeistofbelasting. • • • • • •
Het rendement.
• • • • • • • • • • • • • •
De hoogte van de destillatiekolom.
• • •
•Di mens ionering van gepak te
.
kolommen. • • • • •
Randapparatuur.
• • • • • • • • • • • • • • •
de condensor. • • • • • • • • • • • • • • •
de thermosyphon reboiler • • • • • • • • • •
de falling film verdampers. • • • • • • • •
de warmtepomp.
• • • • • • • • • • • • • •
de vacuum pompen. •
.
• • • • • • • • • • • •
de pompen.
• • • • • • • • • •
.
• • • • • •
Resultaten en conclusies.
• • • • • • • • • •
resultaten. • • • • • • • • • • • • • • • •
conclusies en aanbevelingen. • • • • • • •
De tweede reactor • • • • •
'
• • • • • • • • • •
Inleiding.
• • • • • • • • • • • • • • • •
De stromen door de tweede reactor.
• • • •
Het reactorontwerp.
• • • • • • • • • •
Combinatie van tank en buis. • • • • • • •
Al ternatieven.
• • • • • • • • • • • • • •
Algemene conclusies en aanbevelingen.
•
•• •
1
en 2 reactor systeem-kinetiek.. • • • •
Verdamper sectie. • • •
~• • • • • • • • •
Pakkingen en schotels.
• • • • • • • • • •
Algemene opmerkingen • • •
.
• • • • • • • • •
Appendix A:
De buisreaktor.
• • ••
•
• • • ••
• • • • •
• ••
•
• • ••
• • • • • • • • • ••
•
• • •
• ••
•• •
• ••
• • • • • ••
•
•
• • • •· ..
'..
••
•• •
• • • • •• •
•
• ••
•• •
•
•• •
••
• •
••
•• •
••
••
••
• ••
• • ••
• •
••
•
••
••
••
•• •
• •• • •
• • • • • ••
••
• • • • ••
••
••
••
• •
•• •
Appendix
B:
Relaties voor de warmtecapaciteit en dichtheid.
Dichtheden.
• • •
Warmtecapaciteiten.
• •
•
•
•
• •·
• •.
...
• •
• • •
• • ••
•
• • • •Appendix
C: De reaktor in de 2-reaktorenfabriek.
dub
.
bel)
• • • • • • • • • • • • • •
• •
•
• •• •
• • •(programma
• • •
•
•Appendix D:
De reaktor in de 1-reaktorfabriek. ( Programma
•
91 • 91 • 92 • 93 • 93•
95
• 96 • 98 • 98 • 98 • 98 • 99 • 99 • 99• 100
• 100
• 100
• 102
• 102
• 103
• 105
• 110 • 116 • 117• 117
• 117 • 117 • 118 • 119123
• 123
• 123
• 125
Enkel) • • • • •
.
• • • • • • • • • • • • • • • • 129
Appendix
E:
Programma interne warmte wisselende reaktor
(wwreac).
• • • • • • • • • • • • • • • • •
•
• 132
-Appendix F: Programma: Berekening van heterogeen
gekatalyseerde propstroomreaktor • • • • •
Uitwerking heterogeen gekatalyseerde reaktor.
•• •
•
•
• 136
•
•• 137
Appen dix G:
;;,lompen. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 11& 2
Appendix H:
Bijlage Mixer • • • • • • • • • • • • • • • • • • 11&5
Appendix I: Berekening warmtewisselaar.
• • • • • • • • • • 11&7
Appendix
J:Uarmtewisselaar gevolgd door buisreaktor.
(programma wwenbu) • • • • • • • • • • • • • • • 150
Appendix K:
Voor de dampdruk van een mengsel geldt bij
benadering:
• • • • • • • • • • • • • • • • • • 153
Appendix L: Yanddikte reaktor • • • • • • • • • • • • • • • • 155
Appendix H: Yarmte verlies. • • • • • • • • • • • • • • • • 157
Appendix N:
Programma uitrekenen van de verdampers.
• • • • 158
Appendix
0:Uitvoer van het programma
• • •
• •• •
•• •
•167
Verdamper
1 •• •
• • ••
•
••
•• • • • • •
• • • • ••
167
Verdamper
2 •• •
• • •• • • •
••
• •• •
••
•• •
••
169
Verdamper
3·
-.~. ••
••
• ,. • • • ~.
.•
.
.
.
.
.
• • • • • • • • • •170
Appendix P: Derekening van het aantal buizen bij een
bepaalde rompdiameter • • • • • • • • • • • • • • 173
Appendix
Q:
Fasendiagramen bij verschillende drukken.
• • • 175
Appendix R: Thermody namica.
.
• • • • • • • • • • • • • • • • 179
Appendix S: Simulatie programma van destillatie (PROCESS) • • 182
-Appendix
T:
Berekeningsmethode condensor.
• • • • • • • ••
183Appendix
Uz
De
thermosyphon reboiler.
• • ••
• • • • • • •184-Appendix
V: Derekeningsmethod~vacuumpompen.
•• •
• • • • • 185Appendix
U:Berekeningsmethode falling film verdallper.
• ••
186Appendix
X:
programma shortcut destillatie.
•
.
.
.
• • • • • 188Appendix
tz
programma rigoureuze destillatie
• • • • • ••
• 190Appendix
Z:
rekenmodel
• • • • • • • • • •
• • • • •• •
••
191Appendix AA:
Warmtepomp
• • •• •
•
• •
• ••
••
• •• • •
191Appendix AB:
computerprogramma destillatie. • • • • • • • •
199Appendix AC:
Bijlage 1 : Computerprogramma
reactievorderingsplaatjes • • • • • • • • • •
'
.
214Appendix
AD:
Bijlage
2 :
Programma voor het berekenen van
de voedingsstroom.
• • • • • • • • • • • • • •
215Appendix AE:
Bijlage
3·
·
Gebruikte
fysische gegevens.
•
••
216Appendix AF:
Bijlage
4·
·
Afleiding Buisformule.
•
••
• ••
211Appendix
.
AG:
Bijlage
5·
•Programma warmtewisseling in de
buis.
• • •
• ••
• ••
• • •• •
• • •• • • •
218Appendix AH:
Bijlage
6·
·
Druk van het reactie mengsel.
• • •
219Appendix AI: Bijlage
7·
·
Adiabatische buisberekening.
• • •
220-Appendix AJ: Bijlage 8 : Berekening en afleiding
tank/buis-combinatie. • • • • • • • • • • • • • • • • • • 221
Appendix AK:
Bijlage 9 : Berekening adiabatische
temperatuur.
• • • • • • • • • • • • • • • • • 222
Appendix AL:
Bijlage 10 : Berekening S-curve van de tank.
• 223
Appendix AM:
Berekening van de investeringskosten m.b.v. de
methode van Guthrle.
• • • • • • • • • • • • • 224
Inleiding • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 224
De Proceseenheid gas/vloeistof.
• • • • • • • • • • • •
.
• 225
Warmtewisselaars. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 225
Process Vessels.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • 226
Inleiding. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 226
Kosten van de vertikale Process Vessels. • • • • • • 227
Kosten van de horizontale Process Vessels • • • • • • 228
Pompen • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 229
Totale kosten van de proceseenheid gas/vloeistof • • • • 230
Offsite facilities.
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • 231
De totale plant. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • 232
Berekening van de uiteindelijke investeringskosten • • • 232
Resultaatbespreklng.
• • • • • • • • • • • • • • • • • 233
Appendix AN:
Berekening van de investeringskosten m.b.v. de
Lang methode. • • • • • • • • • • • • • • • • • 235
Inleiding • • • • • • • • • • • • • • • •
Berekening van de procesapparatuurkosten.
Berekening van de totale plant kosten • • •
• •
• •
• •
•• •
• •
• • • •• •
• 235
•
•
• 235
•
•• 241
Appendix AO:
Berekening van de investeringskosten m.b.v. de
Miller Methode
• • • • • • • • • • • • • • • • 242
Inleiding • • • • • • • • •
Bepaling Investeringsbedrag.
• •
• • • •
•
•
• • • • •
• •
••
•
• ••
••
• • •
• •
• 242
• 242
Appendix AP: Berekening van de investeringskosten m.b.v.
stapmethoden • • • • • • • • • • • • • • • • • • 244
Appendix AQ:
Gevoeligheids Analyse.
• •
••
•
•
•
••
•
•• 246
Componenten die in de kostenbepaling een rol spelen • • • • 246
De Netto Contante Yaarde (NCW) • • • • • • • • • • • • • • 248
Gevoeligheids Analyse.
• • • • • • • • • • • • • • • • • 249
-Literatuurlijst.
• •
•• • • •
••
• • •
• •• • • • • • •
• 250-deel 1
çtX~Q~~~_BEACTOH~
-Hoofdstuk 1
In de reaktorsektie van de glycolenfabriek moet de omzetting
van ethyleenoxide en water in ethyleenglycol plaatsvinden. De
reaktie vergelijking is als volgt:
CH2-CH2 + H20
' 0 .,.
===)
CH20H-CH20HHet gevormde ethyleenglycol kan met ethyleenoxide verder
reageren tot hogere glycolen.
EO
+MEG
===)
EO
+DEG
===)
EJ +TEG
===)
DEG
TEG
HEG (diethyleenglycol) • (trieethyleenglycol) • (hogere ethyleenglycolen).Belangrijke uitgangspunten bij het ontwerpen van de reaktor
die deze omzetting moet realiseren zijn:
1. Er moet door de fabriek 150 kton ethyleenglycol (93.8
mol~). 10 kton diethyleenglycol (3.6 mol~) en 10 kton
triethyleenglycol (2.6 mol~) per jaar worden geproduceerd.
2. Het gebruik van water moet geminimaliseerd worden. Het is
energetisch ongunstig om een grote overmaat water er later
weer uit te verdampen.
3. Het reaktorvolume moet geminimaliseerd worden. dit om de
materiaalkosten zo laag mogelijk te houden.
4. De conversie van ethyleenoxide moet nagenoeg volledig zijn.
5.
Er wordt gesteld dat dit minimaal 99.99% is.
De temperatuur
overschrijden. ontleden.
van het reaktiemengsel mag 225·e niet
Bij hogere temperatuur zal er teveel glycol
6. Er dient rekening te worden gehouden met een gehalte aan
ethyleenglycol in de recirculatiestroom van water.
-Hoofdstuk 2
Als mogelijke ontwerpen zijn een aantal ideeen naar voren
gekomen.
Als eerste wordt een opsomming van de uitvoeringsvormen. met
de ongekatalyseerde reaktie gegeven; met de mogelijke voor- en
nadelen.
1. De geroerde tank.
Voordeel: Isotherm bedrijf bij 22S·C is mogelijk. Nadeel
te halen.
.
.
Zeer moeilijk om conversie van EO van 99.99~2. De adiabatische buisreaktor.
Voordeel: Beste manier om conversie van EO van 99.99% te bereiken.
Nadeel buis.
.
.
Relatief lage temperatuur in het begin van de3. De interne warmtewisselende reaktor.
Voordeel: Opwarming heenstroom. afkoeling terugstroom.
Nadeel : Plaatselijk te hoge temperatuur in de reaktor.
Verder is een zuurgekatalyseerde reaktie met cen
ionen wisselaar mogelijk. Voordeel is dat er geen katalysator in
de produktstroom komt en dat er gewerkt wordt bij 'milde
condities. Een nadeel is het vele water dat nodig is wegens een
snelle deactivering van de katalysator.
-Hoofdstuk 3
De vol~ende balans kan opgesteld worden over het EO in de tank.:
De 1120/EO verhouding is 10 (mol/mol).
K, de reaktiesnelheidsconstante, is bij deze temperatuur
ongeveer 0.01 (hierbij is de Shell kinetiek gebruikt).
De conversie is 99.99%, dus
~O]jn- ~O];::[EDln
(OI2~
+ [r1CGJ + [DEG] + [lEG] ) = 40 mol/l bi j 225oe.
~o]
/ (EoJ
tau = --- =10000/(0.1*40) = 25000 s
k
*
~20J
+[HEg
+[oEGJ
+~E<}
Dit is ongeveer 7 uur. Met een volumestroom van 25 1/5 (zoals
later blijkt) is een reaktorvolume van 600 ~ nOdig. Dit is
onaanvaardbaar groot.
J~ alg~.~ne_QQl§t_lot bel_~2QXI~he~n_Yê~~n_~yi~[e2tlQI~
De reakties die optreden zi jn:
H (KJ/mol)
1. EO + H20 ===> ~ 1· HEG -79.4
2. EO +
MEG
===>kl
DEG -81.83. EO + DEG ===>
k3
TEG -84.84. EO + TEG ===>
kit
HEG -86.9-De ~inetiek die Shell heeft bepaald werd gebruikt[lO]
kl = k2
=
k3=
k4=
9.39 EE 5 ~ exp (-18134/RT)Hierin is R=1.987 cal/molK
Alle optredende reakties zijn exotherm.
Uitgaande van een buisreaktor kunnen uit de verschillende
massabalansen differentiaalvergelijkingen naar de plaats worden
opgesteld. Voor een stukje dx in de axiale richting van de buis,
met de aanname van een stationaire toestand, kunnen voor de
verschillende komponenten de volgende vergelijkingen worden
opges teld:
Transport
= -
Omzetting (of: + Produktie)H 20:
~v
(H20)udï'T"
(H20)~
= -
r (1120)*
A*
dxmet: A : doorstroomd oppervlak (m'!).
- r (1I20): omzettingssnelheid water
=
k :',.: (H20)*
(EO).~" : volumestroom (~/s).
H ierui t volgt:
d(H20)/dx = -r(H20) ~ A/~v
Analoog geldt voor de andere komponenten:
. _.'
d(MEG)/~x = r(MR.G)~/~v ' r(MEG)= k~(EO)~«H20)-(MEG»
d(DEG)/dx = r(DEG)~A/~v ' r(DEG)= k~(EO)~«MEG)-(DEG»
d(TEG)/dx = r(TEG)~A/~v ' r(TEG)= k~(EO)z«DEG)-(TEG»
d(HEG)/dx = r(HEG)~A/~v ' r(HEG)= k~(EO)z(TEG)
Verdere omzettingen
verwa ar loosd.
naar hogere glycolen k.unnen worden
Het warmte-effekt van de optredende reakties kan worden
samengevat in de warmtebalans. Ook hierin wordt een stationaire
toestand verondersteld. Bovendien woi·dl er nu met een
adiabatische buis gewerkt.
Transport = Produk.tie.
-"
r
)I.C
p*
~v
f.: T (x+dx) -f
*
~v
;': Cp*
T (x)=
~r.*IlH.
*
A*
dx L! 1 ! Hierin zijni: I
P :
dichtheid mengsel (kg/ml ) . Cp: warmte capaciteit (j/kg K). T : temperatuur (K)r· àH : het warmte ef fect van de i-de reak tie (J/mls).
1
Hieruit volgt:
met
~1l1
.
.
massastroom (kgIs)en
&1
*ÖH, = k :) (EO) .,....
(H20)...
.... AH, + k...
.... (EO) .*
(HEG) :) ÖHl,i: ,
*
6
H)*
AHi+ k
...
y (EO) .... .... (DEG) + k :) (EO)*
(TEG)+
In appendix A is een programma beschreven,
differentiaal vergelijkingen simultaan door de
integreerd m.b.v. een Runga Katta procedure.
die deze
buis heen
Door de sterke toename van de temperatuur blijkt het
reaktiemengsel uit te zetten. Hierdoor veranderen de
concentraties (mol/l) en de volumestroom (~/s). Een ander gevolg
is dat de warmtecapaciteit, die afhangt van de temperatuur en
concentratie wordt vergroot.
Bij het berekenen van de stromen door de eerste reaktor moet
met drie voorwaarden rekening worden gehouden:
1. Het recyclewater van de waterafscheiding bevat 2~ MEG (en
een verwaarloosbare hoeveelheid DEG) •
2. Er moet na de waterafscheiding 83.87 molls HEG overblijven.
3. Er moet genoeg DEG overblijven om de stroom TEG tot de
gewenste waarde aan te vullen door omzetting in de tweede
reaktor. Dit betekent dat er 5.585 molls DEG + TEG
geproduceerd /Doet worden, wat uiteindelijk tot 3.273 molls
DEG en 2.312 molls TEG omgezet wordt.
-2..0
.fo
o
80 90 100Figuur 3.1
Het reactorvolume van de t · van het reactiemengsel" , v'
110 120 130
'eactor als functie van de ingangstemperatuur
Om aan deze drie voorwaarden té voldoen, worden de stromen EO en wa ter (en dus HEG) de reaktor in, gevarieerd met een iteratief
programma(zie appendix L). In tabel 1 zijn de berekende
. molenstromen weergegeven. Hieruit volgt dat de benodigde H20/EO
verhouding 11.036 is.
Tabel: 1 !101enstromen in de 2-reaktor fabriek (mOlis) •
REAKTOR IN REAKTOR UIT RECYCLESTR. DESTILLATIE IN
EO 95.25 0.0095 0 0 H20 1051.244 961.808 961.808 0 HEG 19.629 103.499 19.629 83.87 DEG 0 5.4012 0 5.4012 TEG 0 0.1838 0 0.1838 HEG 0 0.0062 0 0.0062
De ingangstemperatuur van het reaktiemengsel is bepalend voor
het reaktorvolume (zie fig.
3.1 ).
De adiabatischetemperatuurstijging met de berekende ingangsstromen bedraagt
7SoC. Hieruit volgt dat de maximale ingangstemperatuur van het
ongeconverteerde reaktiemengsel niet hoger dan 147°C mag zijn, om
de maximale temperatuur van 225°C niet te overschriijden.
De starttemperatuur van 92°C van het mengsel blijkt een
reakt orvolume van 24
rJ
op te leveren. tegen eenreaktorvolumevan 1.33
J
bij 147·C. Een warmtewisselaar vooraf is dus gewenst.In fig.~2zijnde concentraties en temperatuurprofielen, die
berekend zijn met het programma buisje (apendix A), door de
buisrcaktor heen weergegeven. Hieruit blijkt de sterke
afhankelijkheid van de omzettingssnelheid van EO met de
tempera,tuur. Om een minimaal reaktor volume te bereiken moet de
temperatuur van het mengsel steeds zo hoog mogelijk z1Jn.
Hiervoor werd een interne warmtewisselende reaktor ontwikkeld,
die de geproduceerde reaktiewarmte gebruikt om de voeding op te
warmen. Deze is beschreven in paragraaf 3.7.
-schema 3.1: vergelijking massastromen (kton/jaar) van de een~ met de tweereaktoren fabriek.
\-h.O: 48b.b / Ml::.q: 34.:1..
\-hP: 46.s
It ....b\...lL5:
.
EO:\l.4.t ....
\ .41-
rra3.
..
, ~DE<=.:
t1-.<3
110 :
q~lo\1
4
/
ME'Gr:3S.1H
1O:
buis:
ME4:15.10 ~bl3 ' f ,.1.
~ rn~
peGr: 1~.1EO: ..
12..0,*
r TE6-~o.6 HE6:o.01 r'" ..J ~ "'MS::r: tank~ MEq:S·l
8.l
\~ rn~l>E6~
~". DEG: 11·<;)ME6-:
\5'0.0
DEC;f< \0.0-TEGr '.
10.0-l-\E
c:r ..
o.b
I I iMEér:
15Q(.
DE'G:
10.0 ...-!TEG:
lo.
d
It
HEq:2.8
.
,J )r- ,. 11.0 ~ TE'ó: 9,Yl
,
~
r ~Eo:
b,t
6\..llS:
r'" r!ti
m~
HEa: 2.'A~
-Bij het berekenen van de stromen moet nu met vier voorwaarden rekening worden gehouden.
1. Het recycle water bevat 2% HEG.
2. Na de waterafscheiding moet 83.87 molls HEG overblijven.
3.
"
"
"
3.27 molls DEG"
4. : "
"
"
2.31 molls TEG..
Dit kan alleen bereikt worden door een DEG rec1cle te
intr~duceren. Een HEG recycle is eveneens noodzakelijk. hieraan
wordt de HEG in het recyclewater dienstbaar gemaakt. Het is nu
noodzakelijk zowel de DEG- als HEG recycle te optimaliseren. Dit
gebeurt met het programma enkel (appendix 0). waarin een dubbele
iteratie wordt uitgevoerd.
In tabel
2
zi jn de berekend e molenstromen weergegeven. DeH20/EO verhouding is dan 10.51.
tabel 2 molenstromen in de 1-reaktor fabriek (molIs) •
REAKIor~ REAKTOR RECYCLESTR. DESIILL. RECYCLESTR.
IN UIT NA H20 AFSCH. IN NA DEST.
EO 97.78 0.0098 0 0 0 H20 1027.5 937.86 937.86 0 0 HEG 19.14 103.01 19.14 83.87 0 DEG 25.48 28.75 0 28.75 25.48 rEG 0 2.31 0 2.31 0 HEG 0 0.105 0 0.105 0 J~§ a~X~k§Dln9-Xên_hel_x~9tt2X~QlYm~!D_~~_~~nx~äk1Qx-1sQx~~
De adiabatische temperatuurstijging bedraagt 75°C. Dit
bete~ent dat de ingangstemperatuur van het reaktiemengsel niet
meer dan 150°C mag zijn om de maximale temperatuur van 225°C niet
te overschrijden. Bij deze starttemperatuur is een rea~torvolume
van 1.4 7 ~ nodig.
In fig. 3.3 zijn de concentratie- en temperatuurprofielen door
de buisreaktor heen weergegeven (berekend met programma buisje).
-3 o ~
,
/. Figuur 3.2 I ./ / / ,,' .;'t
"l(°C) ---,------"",,"'--- Teap. _ - - - -":l10 (tCI -110 -2~ - 18"
Concentratie- en temperatuurprofielen van de adiabatische reactor in het twee reactorenbedrijf.
3
Aangezi~n de reaktiesnelheid behoorlijk afhangt van de
temperatuur is gekeken naar een ontwerp van een reaktor, waarbij
de voeding wordt opgewarmd door het produkt. De voeding komt
onderin de reaktor binnen, stroomt om de buizen omhoog en door de buizen naar beneden. Hierbij wordt de stroom om de buizen door de stroom door de buizen opgewarmd. Hiermee wordt gestreefd naar een
klein reaktorvolume. De max imale temperatuur (= 225 oe) za 1
ergens in de buizen optreedt. De temperatuur aan de uitgang is
dus lager dan 225
oe.
De ingangstemperatuur moet dus lagergekozen worden dan 147 °C. Hoe groter de bobbel in f ig • .}."
(Tmax-Tu) des te lager moet Ti worden gekozen. Dit werkt het door ons
beoogde effect weer tegen.
Deze bobbel wordt des te groter naarmate de
warmteoverdrachtcoefficient groter is.
Het \HlREAC (appendix E) programma is met een aantal
verschillende UAW/L doorgerekend, waarbij Ah=At= 0.5 ~
aangenomen. Uit fig. 3·~ blijkt, zoals we verwachten, dat bij
toenemende U-IHI/L Tin omlaag moet, om Tmax niet boven 215 -C te
laten komen. Het beoogde voordelig effect gaat hierdoor verloren.
Uit fig. ).Sblijkt dat er een klein optimum optreed bij U~W/L van
5000, maar dat voordeel is ongeveer 0.03 ml• Hierboven neemt het
benodigde volume zelfs toe. Toepassing van een warmtewisselende
reaktor lijkt dus zinloos.
UA~/L houdt in de overall warmte overdrachts coefficient
vermenigvuldigd met het warmtewisselend opp. per lengte eenheid.
De reaktie van ethyleenoxide met water kan gekatalyseerd
worden door waterstofionen. Een homogene katalyse met
bijvoorbeeld zwavelzuur levert problemen op bij het zuiveren van
de geproduceerde glycolen. daarom ligt het gebruik van een
heterogene katalysator voor de hand.
De sulfon zuur ion wisselaar
programma
HETERO
(appendixF).
Hetdie optreden, is: (10]
1. EO +
H
===> EOH2. EOH + H20 ===>
HEG
+H
3. EOH +
RSO
===> SE19
-werd doorgerekend aet het
mechanisme, van de reakties
(kl) (k2)
• 1 concentratie
1
(,""liL) TCt=]--- ---1
..---Temp. ~ID
---
([G;''''
~--~~~=-____________________
~~---~~---1~ (0[(') o (TEG) ,1./ alet,
I.D 1.1 /.2. I. J 1,1(... Vrm.J
Figuur 3.3Concentratie- en temperatuursprofielen van de adiabatische buisreactor in het één reactor bedr~jf.
T. =150 C, V=1.47 m .
4. EOH + SEl ===> 5. EOH + SE2 ===> SE2 + H SE3 + H (k3) (k4)
R-SO
is de aktieve sulfongroep in de ionenwisselaar. SE1,SE2 en SE3 z1Jn respektievelijk gebonden ethyleenglycol.
diethyleenglycol en triethyleenglycol aan de ionzuurwisselaar.
De desorptiesnelheden van deze glycolen wordt verwaarloosd. De
Instelling van het evenwicht van EO met H wordt snel
verondersteld. Door de gebonden glycol deaktiveert de
katalysator.
tabel 3. Resultaten van de heterogeen gekatalyseerde reaktor.
pH EO T MEG uit SE1 SE2 SE3 t
(mol/l) (K) (mol/l) (mol/l) (mol/l) (mol/l) ( s)
4 5 298
-
-
-
-
157 4 5 373-
-
-
-
158 4 1 298-
-
-
-
157 4 1 373 0.003-
-
-
158 2 5 298 0.002-
-
-
158 2 5 373 0.349 0.004-
-
324 2 1 298 0.003-
-
-
158 2 1 373 0.987 0.035 0.010 0.005 710pH : start -
pH
van de reaktorEO : concentratie ethyleenoxide in de ingaande stroom
MEGuit: concentratie ethyleenglycol in de uitgaande stroom
bij doorbraak van ethyleenoxide.
SE1 : idem voor DEG
SE2 : idem voor TEG
SE3 : tijd van doorbraak. d.w.z. de uitgaande stroom bevat
meer dan 1~ aan ethyleenoxide van de ingaande stroom.
De drie belan~rijkste parameters.nl. de initlele
zuurconcentratie. de ingaande ethyleenoxideconcentratie en de
temperatuur waarop de reaktor bedreven wordt. werden met een
hoge en een lage waarde gevarieerd. Hiermee werd getracht inzicht in het systeem te verkrijgen.
Voor de verblijf tijd wordt een waarde van 300 s gekozen. Bij
een ingaande ethyleenoxideconcentratie van 1 molll levert dit
waarden van =100 lIs en V = 30~op. om de geeiste productie te
halen.Resultaten staan vermeldt in tabel 3. 1. De pH-invloed.
Om enig katalytisch effect te bereiken moet de pH laag genoeg
zijn. Een pH=4 voldoet niet.
2. De ingaande concentratie van ethyleenoxide.
-200 I 190 110 170 160 1" (sj
t
IJ,
o.~ o.~ 0.6 U.1
0.'
0.'1Figuur 3.4 1.0 1.1
o
5000 10000 15000 20000 1.3 1.3 V (ollTemperatuursprof~elen door de warmtewisselende reactor heen,
met Ah=A
t= 0.5 m , en variërende UAw/L.
Figuur 3.5
De ingaande concentratie van EO moet laag genoeg ZlJn om
een
snelle doorbraak te voorkomen. Een snelle doorbraak heeft tot )evolg dat de ethyleenglycol productie nog niet goed op gang gekomen is.
3. De temperatuur moet hoog genoeg zijn, om de snelheid van de omzetting hoog genoeg te maken. De deactiveringssnelheid neemt echter snel toe bij verhoogde temperatuur.
Voor het ~unsti9ste geval (pH=2,EO =lmol/l en T=100 oe) zijn de resultaten nader uitgewerkt in appendix F.
Heterogene katalyse heeft twee grote voordelen:
1. Er kan gewerkt worde bij tamelijk lage temperaturen. Hierdoor hoeft de druk in de reaktor niet al te hoog te zijn, om het mengsel in de vloeistoffase te kunnen houden.
2. De selectiviteit naar ethyleenglycol is gunstig. Het is geen probleem om hiervan verhoudingsgewijs voldoende te produceren.
Echter de nadelen zijn veel belangrijker:
1. De deactivering van de katalysator is vrij snel. Om dit tegen te gaan moet er veel water worden gebruikt in de voeding. Dit betekent wel dat een groot reaktor volume nodig is en dat de scheiding van water en glycolen veel duurder wordt.
2. Bij het regenereren van de katalysator komen nog Jlycolen vrij die veel moeilijker te zuiveren Zijn, omdat het mengsel veel 100'J bevat. . Hierbi j moet worden opgemerkt da t het voorversla~ (10] melding maakt dat 70% van de productie uit de regeneratie stroom moet worden gewonnen. De berekeningen wijzen echter aan dat dit nog geen 1~ is.
De heterogene katalyse valt af om genoemde redenen. Van de ongekatalyseerde reaktoren is de adiabatische buis met warmtewisselaar vooraf waarschijnlijk de beste oplossing omdat: De conversie van 99.99% op deze manier met het kleinste reaktorvolume gehaald wordt op een relatief simpele manier.
De reaktor is doorgerekend voor het 1-reaktor en het 2-reaktoren bedrijf. Het 2-reaktoren bedrijf is flexibeler dan het l-reaktor bedrijf, maar heeft als nadeel dat een extra reaktor nodig is. Het 1-reaktot bedrijf heeft als nadeel, dat een flinke DEC-recycle stroom vereist is, die in de destillatiesectie een grote DEG kolom noodzakelijk maakt. De tweede reaktor heeft echter ook zo'n recycle nodig • In de benodigde volumina zit niet veel verschil.