Themasessie 1
Sturing geven aan energiebesparing in vastgoedbeleid
en technisch beheer
Nico Nieboer
‘Best practices’ voor een vlotte verbetering van de energieprestatie
Maatregelenpakketten gericht op snelle uitvoering
Het realiteitsgehalte om met
maatregelenpakketten ambities te halen
Onderzoeksvraag: wat is landelijk te bereiken met aansluiting op mutatie-onderhoud, planmatig
onderhoud en renovatie? Dit betekent aansluiting zoeken bij natuurlijke investeringsmomenten en speciaal bij mutatie? Om deze vragen te beantwoorden zijn verschillende investeringsvarianten doorgerekend:
- Plaatsing isolatieglas en installatie van een HR-ketel bij mutatie (variant 1 bij mutatiegraad van 5%, variant 2 bij mutatiegraad van 8%).
- Variant 3: plaatsing isolatieglas, HR-ketel, isolatie van gevel en dak en aanleg van mechanische ventilatie bij alle woningen waar dit nog niet gebeurd is.
- Variant 4: verbetering tot label B van alle woningen gebouwd tussen 1966 en 1975. - Variant 5: verbetering tot label B van alle woningen gebouwd vóór 1966.
Conclusies uit deze vergelijking:
- Mutatie is een serieus te nemen moment om energetische verbeteringen door te voeren. Weliswaar wordt daarmee, landelijk gezien, de gewenste besparing op de CO2-uitstoot van 20% niet gehaald, maar deze betrekkelijk beperkte investeringsvariant levert redelijk wat op.
- Het uitgebreide pakket van variant 3 levert veel besparing op, maar is duur. Een efficiëntiewinst kan worden geboekt als in het voorraadbeleid voor een bepaalde deelvoorraad een vast streeflabel wordt aangehouden. De kosten per bespaard kilogram CO2 zijn dan aanmerkelijk lager.
Paul Tuijp (adviseur duurzaamheid bij Ymere) was tijdens de sessie de “sparring partner” vanuit een deelnemende woningcorporatie.
Omdat er bij mutatie relatief weinig tijd is om een woning verbeteren, moet het proces volgens een strakke aanpak verlopen. Ymere heeft een dergelijke aanpak ontwikkeld, de mutatieplus-aanpak genaamd, en past die in een deel van de vrijkomende woningen toe.
Wat houdt de mutatieplus-aanpak in?
Ingreep individuele woningen
Binnenzijde lege (gemuteerde) woning
Maken van minimaal 2 energielabelstappen
Realiseren maximale huursprong
Woning door-exploiteren voor 25 jaar.
Wat is de omvang van het programma?
De mutatiegraad is gedaald naar ca. 6% op jaarbasis. Op 79.000 woningen komen zo’n 4.750 woningen vrij en 500 woningen (een kleine 10% van de gemuteerde woningen) komen per jaar in aanmerking voor woningverbetering. Kosten per woning zijn gemiddeld €22.500, waarvan de
duurzaamheidsmaatregelen ca. 35% uitmaken. Er wordt een uniforme werkwijze gevolgd, waaronder ook eenheidsprijzen voor verschillende ingrepen (van keukens tot HR++ glas).
Het maatwerkadvies is leidend om maatregelen en de labelstappen te bepalen. De meest gebruikelijke maatregelen zijn: glasvervanging, ketelvervanging, plaatsen CV, vloer-, dak-, gevelisolatie (binnen) en verbeteren van ventilatie.
Is het werkelijk een duurzaamheidsimpuls?
500 verbeterde woningen per jaar vormen op een totale voorraad van 79.000 woningen weliswaar slechts 0,63%, maar de 1.050 behaalde labelstappen maken wel rond 15% uit van de doelstelling in het plaatselijke energiebesparingsconvenant.
Ter vergelijking: Ymere heeft de ambitie om via renovatieprojecten (NIW) minimaal 1.000 woningen en 4.000 labelstappen op te leveren in 2012. Nog niet de helft is gehaald, met name door de vertragende bewonerstrajecten.