rijkswaterstaat
stormvloedkering oosterschelde l
deelrapport 8
behorend bij eindrapport
iiaar de mogelijklieicf
n de Oosterschelde
^t eeo gedeeltelijk
geprefabrlceerde stormvloedkering
Inleiding
Doel van het onderzoek
Het onderzoek, dat in deze nota behandeld wordt, is verricht in de periode tussen november 1974 en mei 1976. De konklusies van dit onderzoek zijn vermeld iri het eindrapport stormvloedkering Oosterschelde. Zoals bekend is besloten om 8 deelnota's te laten verschijnen die ieder een bepaald aspekt van het onderzoek behandelen.
Deze deelnota's zijn:
1 Milieu aspekten en morfologische ontwikkeling; 2 Hydraulische aspekten; 3 Grondmechanische aspekten; 4 Caissons op staal; 5 Pijlers op putten; 6 Caissons op putten; 7 Afsluitmiddelen; 8 Kostenschattingen en werkschema's.
Deelnota 8 geeft een overzicht van een prognose van de onderhouds- en beheerskosten van de stormvloedkering en van de werkplannen voor de uitvoering.
deelrapport 8
kostenschattingen en werkschema's
's-Gravenhage januari 1988INHOUD
BLZ.
1. PLANVORMING EN ORGANISATIE 5
1.1 Reden tot planvorming en kostenbenadering 5 1.2 Taakstelling kostprijszaken en werkschenna's, . 5
1.3 Betrokkenheid derden ' 5 1!4 Taakverdeling 5 .1.5 Kostenverdeling 6 1.6 Werkplanning . 6 2. WERKWIJZE EN RESULTATEN 7 2.1 Organisatiegfoei 7 2.2 Aantal benaderingen 7 2.3 Aanpassingen 7 9 9 9 9 9 9 9 9 11
n
11 11 115. KOSTENOPSTELLING EN FINANCIËLE PLANNING 13
5.1 Caissons gefundeerd op staal ' 1 3
'5.2 Caissons gefundeerd op betonnen putten en pijlers 13
5.3 Pijlers gefundeerd op betonnen putten 13
6. W^ERKSCHEMA'S 15
6.1 Caissons gefundeerd op staal 15 6.2 Caissons gefundeerd op betonnen putten en pijlers 15
6.3 Pijlers gefundeerd op betonnen putten 15
7. SLOTOPMERKINGEN 17 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 KOSTENRAMINGEN Algemeen
Hoofdgroep natte werken Hoofdgroep plaatsen Hoofdgroep staal Hoofdgroep beton
Hoofdgroep drijfmiddelen en transportmiddelen Hoofdgroep diversen
PRIJSOPBOUW
Natte werken en plaatsen Beton
Staal en drijfmiddelen Diversen
LIJST VAN BIJLAGEN
Caissons op staaJ
1. Kostenoverzicht
2. Financiële planning naar jaar en onderdeel 3. Netwerkplanning (geheel)
4. Netwerkplanning (natte werken)
5. Balkschema geheel (met kritieke onderdelen) 6. Hoeveelheden, prijzen en kosten naar onderdeel 6a. Vervolg bijlage 6
7. Kostenoverzicht beton- en staalwerken
Caissons op putten en palen
8. Kostenoverzicht
9. Financiële planning naar jaar en onderdeel 10. Netwerkplanning (geheel)
11. Netwerkplanning (natte werken)
12. Balkschema geheel (met kritieke onderdelen) 13. Hoeveelheden, prijzen en. kosten naar onderdeel 13a. Vervolg bijlage 13
14. Kostenoverzicht beton- staalwerken (préfabrikage) 15. Kostenoverzicht betonwerken (ter plaatse gestort)
Pijlers op putten
16. Kostenoverzicht
17. Financiële planning naar jaar en onderdeel 18. Netwerkplanning (geheel)
19. Netwerkplanning (natte werken)
20. Balkschema geheel (met kritieke onderdelen) 21. Hoeveelheden, prijzen en kosten naar onderdeel 21 a. Vervolg bijlage 21
22. Kosten materieel voor plaatsing putten en pijlers 23. Kosten beton- en staalwerken (préfabrikage) 24. Kosten betonwerken (ter plaatse gestort)
1.. Planvorming en organisatie
1.1 Reden tot planvorming en kostenbenadering 1.2 Taaicstelling Kostprijszakén en werkschema's
Tijdens het debat van de Tweede Kamer op 19 en 20 november 1974 omtrent het plan van de Regering omtrent de wijze van afslui-ting van de Oosterschelde, worden enkele maatgevende voorwaar-den gesteld:
de ontwerpen moeten technisch uitvoerbaar zijn;
. - de kosten mogen niet wezenlijk hoger zijn dan de raming van de afsluiting met een gesloten dam.
(Kosten inclusief compartimentering f 2800 è f 2900 miljoen. De extra kosten mogen een bedrag van f 1750 miljoen plus 20% niet overschrijden).
- de werken moeten omstreeks 1985 gerealiseerd zijn. Een studie-periode, voor een nadere uitwerking van de voorstel len, wordt op één è anderhalf jaar geschat.
De opdracht tot realisering van deze studie werd opgedragen aan de Rijkswaterstaat.
Om aan deze wensen van de Kamer te kunnen voldoen (met tussen-tijdse, viermaandelijkse rapportage) wordt een strakke projekt orga-nisatielijn voor ontwerp van de stormvloedkering gecreëerd:
Stuurgroep (met adviseurs) Projektgroep (met adviseurs) Stafgroepen:
Sekretariaat
Planning (voor de studie-voortgang) Kosten-Werkschema's ( Redaktiecommissie
Integraal ontwerp Werkgroepen
17 werkgroepen ieder een facet van de technische benade-ring omvattend
De taken van de groepen worden zoveel en nauwkeurig mogelijk omschreven.
Een tussenrapportage per werkgroep wordt iedere maand vereist. Om de vier maanden volgt een uitzeving van de aanvaardbare ont werpen en benaderingen. Op de "laatste" ontwerpen wordt per groep verdere studie verricht.
Het doel van de stafgroep "Kostprijszaken en werkschema's" is: Adviseren aan projectgroep en werkgroep of nauwkeuriger:
Het verrichten van kostenvergelijkende onderzoeken t.b.v. de werkgroepen;
. Het opstellen van een kostenraming voor de storm-vloedkering;
Het opstellen van een prognose van de onderhouds- en be-heerskosten van de stormvloedkering;
Het maken van werkplannen voor de uitvoering van de storm-vloedkering.
1.3 Betrokkenheid van derden
Door Rijkswaterstaat worden WL, RWL, LGM en Aannemers ad hoc bij de studie betrokken ter versnelling van resultaatvorming. Bij de Aannemers waren twee groepen betrokken "Dijksbouw Oosterschelde"(DOS) en "Oosterscheldebouw" (OSBOUW). Door DOS waren werken vóór en tijdens de studie periode uitgevoerd in het kader van het raamkontrakt tot het maken van een afsluitdam In de mond van de Oosterschelde. Overige "grote" aannemers zijn verenigd in "OSBOUW", zoals ten tijde van de eerste aanbestedin-gen. Als werkverdeling heeft DOS zijn inbreng in de "stormvloedke-ring (nat)", OSBOUW iDehartigt de Inbreng in "stormvloedke"stormvloedke-ring (droog)".
Het natte gedeelte wordt geraamd door de Deltadienst (met supervi-sie op kosten- en tijdinbreng). De direktie Sluizen en Stuwen behartigt het betonwerk of "droge" gedeelte, terwijl de direktie Bruggen de af-sluitmiddelen en andere stalen onderdelen raamt in geld en tijd. De samenwerking komt voornamelijk tot zijn recht tussen Deltadienst met DOS en Sluizen en Stuwen met OSBOUW. Bruggen werkt in dit opzicht zelfstandig.
Ten tijde van de studie naar uitvoerbaarheid c a . werken de aanne-mers voornamelijk onder de "Studieovereenkomst Caissonsluiting Oosterschelde" (STUCOS).
1.4 Taakverdeling
Globaal overzicht taken
overheid aannemers derden
soort werk
Delta-Bruggen SI. & St. Dienst DOS OSBOUW WL LGM RWL
Grond-.weg/waterb. Betonwerken Bewegingswerken/ staalwerken
Opm.: Beide Aannemerscombinaties stemmen na afloop in met de begroting en gehanteerde normen en planningen waaraan zij hebben bijgedragen.
WL : Waterloopkundig Caboratorium RWL : Rijkswegenbouw Laboratorium LGW : Laboratorium voor Grondmechanica
1.5 Kostenverdeling
Kosten- en tijdverdeling naar aspekt
Door "kostprijs- en werkschema's" worden aan de hand van de in-stromende financiële en tijdgegevens van werkgroepen en gelijk-soortig werkende groepen totaalschema's opgesteld voor:
Doorstroomopening' Funderingsmethode Methodekering
(uF) dubbel enkel
11.500 m' + 1300 m^ reserve staal betonnen putten betonnen putten en palen X X 20.000 m^ staal betonnen putten betonnen putten op palen
Schema: Kostenbenadering varianten Stormvloedkering
De resultaten worden weergegeven in de toegevoegde bijlagen van dit deelrapport (zie aldaar).
Samenvattend kan gezegd worden dat de stalgroep het kostenas pekt vanuit de werkgroepen bundelt en naar totaalontwerp voor de stormvloedkering presenteert.
1.6 Werkplanning Werkwijze
Als onderdeel van de stafgroep "Kostprijs en werkschema's" wor-den de basisgegevens door de werkgroepen geleverd en door de stafgroep tot een geheel geformeerd.
Voor iedere kostenbenadering komt een werkplanning tot stand. De hiervoor gebruikte techniek is de netwerkplanning.
- Het aantal aktiviteiten blijft beperkt tot de hoofdzaken per onder-deel zoals die in de kostenoverzichten blijken.
Slechts enkele administratieve aktiviteiten worden toegevoegd (zónder financiële, mèf tijdkonsekwenties).
ledere wijziging in het ontwerp kan zodoende gelijk op konse-kwenties worden bezien in de tijd.
Gevolgen tijdens de studieperiode
Tijdens de studieperiode kan men, met venwjzing naat de uiterste rap-portagedatum aan de minister, een werkplanning van de studie en de definitieve ontwerpfase kreèren, deze zo nodig aanpassen, om te komen tot een in de gewenste tijd te realiseren ontwerp.
Beoordeling vindt slechts plaats op het aspekt "tijd". De evaluatie van de ontwerpen wordt steeds hieraan gerelateerd.
De "kritieke lijn" hierin is de lijn die aktiviteiten zonder "speling" in het schema verbindt van begin- tot en met eindaktiviteit.
Aktiviteiten zélf (op deze lijn) worden eveneens "kritiek" genoemd. Een voorbeeld hiervan is de aanleg van de bouwput(ten) voor de caissons ten tijde van de regeringsbeslissing.
De bouw werd doorgezet als kritieke aktiviteit die verantwoord was, aangezien deze moest worden aangelegd bij iedere mogelijke cais-sonsluiting (uitsel van een "kritieke" aktiviteit levert een later bereiken van het einddoel).
Enkele "toeleverende " werkgroepien hanteren een andere schemati-satie: balkschema's of andersoortige netwerken:
Het gevolg van de in eerste instantie genoemde planning is een strak werkschema voor iedere gepresenteerde mogelijkheid.
Om een gelijksoortige presentatie aan kosten te realiseren wordt, ten behoeve van de rapportage, uiteindelijk besloten de (te handhaven) netwerken om te zetten naar balkschema's.
2. Werkwijze en resultaten
2.1 Organisatiegroei
Gezien de taakstelling (het adviseren van stuurgroep en werkgroepen) wijzigt bij deze stafgroep de taakopvatting: werkgroepen die daar behoefte aan hebben krijgen direkte ondersteuning op de gebieden kostprijs en werkschema's. De technische aspekten blijven zo bij de vragende werkgroepen.
De stafgroep kostprijs en werkschema's beschikt over de meest recente kosten en tijdschema-informatie voor zowel gedachtenwisse-ling binnen de stafgroep als naar de stuurgroep.
Deze aanpak wordt nader afgesproken bij de eerste stafgroepvergadering.
Naar de werkgroepen toe, gaat zo het "adviseren" over in "dienstverlening". .
Binnen de stafgroep ontstaan zo de groepen "staal", "nat" en "be-ton" die per ontwerp de relevante informatie kunnen leveren in kosten en tijd.
Naar de Stuurgroep wordt deze informatie gebundeld en voorzien van kommentaar en konklusies.
2.2 Aantal benaderingen
Alhoewel een zeer groot aantal mogelijkheden bij de aanvang van • het werk wordt aangenomen blijkt de werkelijke omvang van het aan-tal kombinaties een aanaan-tal te bevatten van 324 stuks (en dat dan nog bij slechts twee,typen caissons).,Te weten:
- 9 afsluitvarianien (aanpak van sluiting): 3 typen wintersluitgaten:
• .6 typen waterkeringen (sluitmiddelen): 2 typen caissons (open bak, halve bak).
N.B. Overige typen caissons zijn in de voorbeschouwing reeds af-gewezen. (Zie de overige deelrapporten).
In samenhang met de technische aspekten kan een kosten en tijdve-rantwoorde keuze worden gemaakt.
Vooral in de beginfase van de studies wordt benadrukt dat het om voorlopige getallen gaat. Een stelling die pas bij het eind van de stu-dieperiode verlaten kan worden.
Na bepaling van de technische oplossing waarbij een getij amplitude van 2.30m bij Yerseke gehaald kan worden, staat min of meer de minimaal gewenste netto doorstroomopening bij de stormvloedkering vast. Deze wordt gesteld op 11.500 m^. De kosten bij deze effektieve doorstroomopening worden gerefereerd aan de doorsfroomopenin-gen van de wintersluitgaten en bijbehorende mogelijkheden bij uitvoe-ring. De referentie vindt aanvankelijk per groep (staal, beton, nat, plaatsing, overig) plaats, later volgt een totaaloverzicht van deze groe-pen met sommatie van ingeschatte kosten.
2.3 Aanpassingen
Zonder hier nader, gedetailleerd, op in te gaan kan gesteld worden dat vele herberekeningen, naar aanleiding van wijziging van techni-sche inzichten, nodig zijn. De kosten- en tijdaspecten worden geëva-lueerd tot benaderingen voor:
- caissons op staal (C.O.S.) - pijlers op putten (P.O.P.) - caisson op putten (C.O.P.)
Vooral de "pijlers op putten" komt in de aandacht.
Ivlen blijft voorstander van een "enkele kering", gezien de geringe kans dat bij sluiting méér dan één tot enkele schuiven van de meer dan zestig stuks niet funktioneert. Het gevolg hiervan kan slechts een beperkte schade aan de drempel omvatten.
De financiële benadering geschiedt met behulp van de noodzakelij-ke wijzigingen in de voorhanden zijnde plannen. Het tijdaspekt wordt in de netwerkplanning bijgehouden en gemodificeerd voor de diver-se mogelijke oplossingen.
3. Kostenramingen
3.1 Algemeen
De kostenramingen, financiële planningen en werkschema's (staafdi-agrammen) zijn opgesteld voor:
a. Caissons gefundeerd op staal,
b. Caissons gefundeerd op betonnen putten en - palen 'c. Pijlers gefundeerd op betonnen putten.
Bijbehorende bijlagen zijn:
a. Eindraming 5e periode W2 - N.B- • 76061 - 76069 (koncept) en 76070 (koncept)
b. Financieel overzicht in de nota W3.Sub II - N.B. - 76005A (gew.uitv.).
c. Financieel overzicht in de nota W3.Sub II • N.B. - 76025.
Bij het opstellen van de kostenramingen zijn de volgende hoofd groe-pen te onderscheiden: A = Natte werken. B = Plaatsen. C = Staal. D = Beton. E = Drijfmiddelen c.q. Transportmiddelen. F = Diversen.
In de hoofdgroepen zijn, voor zover van toepassing per oplossing, posten opgenomen voor:
3.2 Hoofdgroep Natte Werken:
1. Verdichten ondergrond 2. Pylonen trekken 3. Drempel 4. Bodembescherming 5. Landhoolden 6. Damaanzetten
7. Bouwputten fase I en fase II
8. Inrichting werkterreinen Schelphoek c a . 9. Natte werken schutsluis
3.3 Hoofdgroep Plaatsen:
1. Baggeren toeleidingsgeulen 2. Doorbaggeren bouwputten 3. Baggeren verbindingsgeul
4. Onderhoudsbaggerwerk toeleidingsgeulen 5. Transport en plaatsen caissons
6. Plaatsingspontons met toebehoren 7. Ballasten
8. Voegkonstrukties tussen caissons 9. Overgangskonstrukties sluitvoegen 3.4 Hoofdgroep Staal: 1. Schuiven 2. Hydraulische bewegingswerken 3. Hydraulische installaties 4. Elektrische installaties 5. Energie-opwekking en voeding 6: Staalkonstrukties, bewegingswerken en
elektrische installatie schutsluis
3.5 Hoofdgroep Beton: 1. Definitieve caissons 2. Landhoofd-caissons 3. Dorpels 4. Verkeersweg 5. Reserve caissons
6. Putten en palen, inclusief ter plaatse gestorte beton, ballast e.d.
7. Pijlers
8. Reserve putten, pijlers én palen 9. Opleggingen
10. Betonwerk schutsluis
3.6 Hoofdgroep Drl|fmlddelen c.q. Transportmiddelen
- Drijfmiddelen:
1. Staalkonstrukties drijfschotten
2. Ivlachinewerken voor koppelen en afdichten 3. Hydraulische apparatuur 4. Afsluiters 5. Pompen 6. Energievoorziening 7. Lieren 6. Kranen 9. Hydrobuffers 10. Slingerschotten - Transportmiddelen:
1. Catamaran kompleet me hijs- en verankerings-installaties, kuipen, hulpbruggen, steltorens, hijsmiddelen, sleepboten, pontons
3.7 Hoofdgroep Diversen:
Werk 1974 Werk 1975
Ontwikkeling Nieuwe Werkmethoden (O.N.W.) Regieóvereenkomst voor studie en praktijkproeven J. Heymans
4. Prijsopbouw
De geraamde kosten zijn begrool mei prijspeil eind 1975.
4.1 De prijsopbouw van de hoofdgroepen Natte weriten en Plaatsen omvat:
Kosten voor materiaalaankoop en verwerking Kosten voor eventuele tussentijdse depotvorming
Kosten voor eventuele materiaalverliezen (met uitzondering van Rijksleveranties) t.b.v. depotvorming
Gebruik van hulpwerken
Direkt op de posten betrekking hebbende uitvoeringskosten Algemene kosten 5%
Winst 8%, behoudens voor de maleriaalleveringen hierover is een winst gerekend van 4 %
Post toeslag 5%
Deze post van 5% is bestemd voor verzekeringen, additioneel werk en schaden aan uitgevoerd werk.
Post overhead 15%
De totaalprijs volgens 4.2 is vermeerderd met: Algemene kosten 5%
-. Winst en risico 8,4%
Renteverlies + verzekering 1 % (over totaalkosten, algemene kosten, winst en risiko)
- Post B.T.W. 16%
4.3 Staal en drijfmiddelen c a .
de prijsopbouw van de hoofdgroep staal en de hoofdgroep drijfmid-delen c.q. transportmiddrijfmid-delen omvat de normale gangbare prijs hetzij per eenheid hetzij per kg waarin het gebruikelijke overhead percen-tage is ingekalkuleerd terwijl voor de B.T.W. 16% is gerekend behou-dens voor de onder de hoofdgroep transportmiddelen vallende cata-maran waarvoor aangenomen is dat het zgn. O-tarief geldt omdat de catamaran als een zeewaardig schip onder klasse zal worden gebouwd.
Hierin zijn begrepen: - Aan- en afvoerkosten
• Uitvoerings- en administratiekosten op het werk - Direktiekosten
Genoemde toeslagen zijn niet toegepast op Rijksleveranties
Post B.T.W. 16%
4.2 De prijsopbouw van de Hoofdgroep Beton omvat:
- Kosten per m^ beton inclusief in te betonneren staalwerk - Kosten per m^ beton voor bouwputinrichting en exploitatie - Kosten per m^ beton voor uitvoering en staf
4.4 Diversen
De prijsopbouw van de Hoofdgroep Diversen is geheel all-in. In de prijsopbouw is rekening gehouden met de restwaarden en de onderhouds- en exploitatiekosten van de hulpmiddelen en is over de stichtingskosten van de catamaran en de kuipen voor de putten geen rentederving in rekening gebracht.
Technische beschrijving voorzover afwijkend van de eindnota projektgroep stormvloedkering Oosterschelde d.d. mei 1976. maar wel als kriterium gehanteerd voor de begroting:
Bodemverdediging: in afwijking van de steenasfalt laag ad 1 me-ter is in de begroting gerekend met asialtmastiek, dik 0,4 meme-ter aan zeezijde en 0.625 meter aan Oosterscheldezijde.
5. Kostenopstellingen en financiële pianning
5.1 Caissons gefundeerd op staal
Netto doorstroomprofiel 11.500 m' + reserve 1.300 m^. Totale kosten f 2.720.000.000," met enkelvoudige kering (excl. onvoorzien).
Totale kosten f 3.077.000.000,- met dubbele kering (excl. onvoorzien).
Voor specifikatie van de kosten en de financiële planning zie bijlage 6 en 6a.
Netto doorstroomprofiel 20.000 m'
Totale kosten f 3.300.000.000,- met enkelvoudige kering (incl. onvoorzien).
Totale kosten f 3.860.000.000,- met dubbele kering (incl. onvoorzien).
5.2 Caissons gefundeerd op betonnen putten en - palen
Netto doorstroomprotiel 11.500 m* + reserve 1.300 m^ totale kosten f 3.220.000.000,- met enkelvoudige kering (excl. onvoorzien).
Totale kosten f 3.570.000.000.- met dubbele kering (excl. onvoorzien).
Voor specifikatie van de kosten en de financiële pianning zie bijlage 13 en 13a.
- Netto doorstroomprofiel 20.000 m»
Totale kosten f 3.710.000.000,- met enkelvoudige kering (Incl. onvoorzien).
Totale kosten f 4.210.000.000,- met dubbele kering (incl.. onvoorzien).
5.3 Pijlers gefundeerd op t>etonnen putten
- Voor de enkelvoudige kering geldt, dat het beweegbare gedeel te kerend is tot N.A.P. -i- 1,50 m. Van N.A.P. + 1,50 tot N.A,P. -I- 5,30 m vi/ordt de kering verkregen door een niet beweegbare betonkonstruktie.
Voor de dubbele kering geldt, dat de tweede beweegbare kering (zijde Oostersctielde) kerend is tot N.A.P. + 5,30 m.
Netto doorstroomprofiel .11.500 m' + reserve 1.300 m^. Totale kosten f 2.660.000.000,- met enkelvoudige kering (excl onvoorzien).
Totale kosten f 3.120.000.000,- met dubbele kering (excl. on voorzien).
Voor specifikatie van de kosten en de financiële planning zie bijlage 21 en 21a.
Netto doorstroomprofiel 20.000 m'.
Totale kosten f 3.170.000.000,- met enkelvoudige kering (incl. • onvoorzien).
Totale kosten f 3.780.000.000,- met dubbele-kering (incl. on voorzien).
In de kosten van een enkelvoudige kering met een netto doorstroomprofiel van 11.500 m^, zijn geen kosten begrepen t.b.v. de geleiding voor de tweede kering.
6. Werkschema's
6.1 Caissons gefundeerd op staal
Uit de schema's blijkt dat het plaatsen van de caissons pas in 1985 mogelijk is en de dubbele kering pas eind 1986 bedrijfsklaar is. Uitgangspunt hierbij was dat de natte werkzaamheden zouden aan vangen op 1 april 1977 en dat bij dubbel ploegensysteem van 88 werkuren per week voor de natte werken in het geheel geen speling aanwezig is (behoudens een reserve van 9 maanden vlak vóór het plaatsen van de caissons in 1985).
Voorts dient de bouw van het verdichtingsschip uiterlijk 1 april 1977 aan te. vangen. Bij de opzet van de schema's is geen rekening ge-houden met hel optreden van aanzandingsproblemen.
In de betonwerken en de staal- en bewegingswerken, bij een normale dagproduktie van 40 werkuren per week, is een speling aanwezig van. . minimaal 9 maanden. Er kan dan ook worden gesteld dat de natte werken in het werkschema kritiek zijn. Hierbij zal ten gevolge van tegenslagen bij voorbereiding en/of uilvoering overschrijding van 1986 als einddatum waarschijnlijk optreden.
6.2 Caissons gefundeerd op betonnen putten en - palen
Bij .de schema's is er vanuit gegaan dat het plaatsen van de putten en deels de palen geschiedt met behulp van één catamaran. Voor het plaatsen van de resterende palen is uitgegaan van een aparte plaatsingseenheid in de vorm van een drijvende bok, waarbij het mo-gelijk is de caissons in 1984 te plaatsen.
Deze aparte plaatsingseenheid dient omstreeks 1980 bedrijfsgereed te zijn. Als op 1 januari 1979 met het plaatsen van de putten en deels de palen wordt begonnen zal de bouw van de catamaran op 1 mei 1977 moeten aanvangen.
Zoals uit de schema's blijkt is het plaatsen van de putten en palen
kritiek. Ook de natte werkzaamheden zijn uiterst kritiek.
De uitvoering van de natte werken dient 1 april 1977 aan te vangen waarbij alle belangrijke werkzaamheden in een dubbelploegen-systeem moeten worden uitgevoerd.
De bouw van het verdichtingsschip dient uiterlijk 1 januari 1977 aan te vangen.
Voor de beton- en staalwerken kan met normale produktie worden gerekend met een enkel ploegensysteem. Zoals reeds vermeld is met deze opzet plaatsen van de caissons In 1984 mogelijk, waarbij de kering eind 1985 bedrijfsklaar kan zijn.
In de natte werkzaamheden is geen speling aanwezig. Indien kom plikaties in de uitvoering moeten worden opgevangen zal met een uit-loop van één uituit-loop vam één jaar rekening moeten worden gehouden.
6.3 Pijlers gefundeerd op betonnen putten
Bij de schema's is er vanuit gegaan dat het plaatsen van putten en pijlers geschiedt in het tijdvak van 1-1-1979 tot 1-3-1984; de uit-gangspunten van de natte werken zijn gelijk aan die van de caissons gefundeerd op staal Hierbij is de dubbele kehng begin 1985 gereed. De bouw van de catamaran ligt hier op het kritieke pad. Indien 1 ja-nuari 1979 met het plaatsen van putten en pijlers wordt begonnen dient de bouw van de catamaran op uiterlijk 1 mei 1977 te worden gestart.
Voorts is het werkschema van het plaatsen van putten en pijlers met , één catamaran kritiek. Ook de aanvang van de natte werken is kritiek en daarbij zal met de bouw van het verdichtingsschip op 1 januari 1977 moeten worden begonnen.
Voldoende speling is aanwezig voor de staal- en bewegingswerken uitgaande van een normale dagproduktie en 40 werkuren per week.
7. Slotopmerkingen
Bij het opstellen van de kostenbegroting voor de caissons op staal en op putten is er vanuit gegaan dat de werkweg op NAP + 7nn zodanig aangepast kan vi'orden dat deze als verkeersweg kan wor-den gebruikt. Gedurende een aantal dagen (ca 10) per jaar zal de weg gestremd zal zijn, hetzel door weersomstandigheden het-zij door onderhoudswerkzaamheden aan de schuiven. Bij het opstellen van de kostenbegrotingen van de schuiven met bewegingswerken is voor de drie oplossingen uitgegaan van sta-len hefschuiven en bewegingswerken met zgn. laag geplaatste cardanhuizen.
De totale kosten van de schutsluis bedragen f 54.000.000,- van dit bedrag is een post van ongeveer f 18.000.000,- in de kosten-raming opgenornen. Dit bedrag komt overeen met de extra
kosten die met de werkzaamheden aan de kering gemoeid zijn, als men ter plaatse niet over een schutsluis zou kunnen beschikken.
Een post onvoorzien wordt in het eindrapport opgenomen. Deze is bedoeld als marge, gezien
a. Onduidelijkheden die nog in de ontwerpen aanwezig kunneri zijn en die kunnen voortvloeien uit onvoldoende bekend zijn-de resultaten van onzijn-derzoeken, proeven, enz,
b. Onzekerheden in de uitvoeringswijze bij de bouw van de hui-dige ontwerpen.
De marge is echter niet bedoeld voor grote wijzigingen in de rand-voorwaarden, inflatoire korrekties van lonen, materiaal, materieel, enz.
BIJLAGEfSI
Totale kosten Caissons gefundeerd op staal (11.500 m^ + 1.300 m^ reserve) Nr . 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Omschrijving Verdichten ondergrond Pylonen trekken Drempel Bodembescherming Landhoofden Damaanzetten en buitenhavens Bouwputten fase I en fase II Plaatsen caissons Schuiven, bewegingswerken en elektrische installaties Betonwerken caissons Reserve caissons Verkeersweg Sluis Dr ij fmiddelen Diversen 'Totaal zie blz 32 32 32 32 32 32 32 33 * 34 13 ** 33 Kosten in miljoenen guldens 120 7 239 300 32 153 135 183 370 605 23 12 18 178 345 2.720 Opmerkingen Uitgegaan is van 2 plaatsingspontons en sleepboten voor transport Incl. landhoofd caissons, d o r p e l s , centraal bedie-ningsgebouw Uitgegaan is dat werkweg geschikt is als verkeersweg Uitgegaan is van 2 stel dr ijflichamen met gemiddeld 3 m lift
* = zie koncept nota Direktie Bruggen W2 - N.B. - 76069 •* = Zie nota Direktie Bruggen W 3 . Sub II - N.B. - 76005A