• Nie Znaleziono Wyników

Investeringspatroon waterbouw wijzigt komende jaren: Rijk investeert meer, andere overheden minder

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Investeringspatroon waterbouw wijzigt komende jaren: Rijk investeert meer, andere overheden minder"

Copied!
3
0
0

Pełen tekst

(1)

M E I 2 0

bouw' marktQ

F^Djk

investeert meer, andere overheden minder

Investeringspatroon waterbouw

wijzigt komende jaren

H o e w e l bezuinigingen op i n v e s t e r i n g e n

ook aan de w a t e r b o u w niet voorbij

g a a n , zal de o m z e t v a n w a t e r b o u w

-bedrijven de k o m e n d e jaren min of meer

op niveau blijven. B i n n e n de o p d r a c h t e n

v i n d e n ecinter w e l v e r s c h u i v i n g e n

p l a a t s .

Dirk Dubbeling

Tot medio 2011 zijn ondanks de economisclie crisis de opdrachten van gww-bedrijven aanvankelijk redelijk op peil gebleven. Daarna liepen de orderportefeuilles echter vrij sterk terug: van 7,8 maanden werk in juni 2011 naar 5,6 maanden eind 2012. Dat kwam deels door minder openbare aanbestedingen voor waterbouwkundige werken, voornamelijk minder aanbestedingen van gemalen en rioolwaterzui-veringen. Het aantal openbare aanbestedingen in andere catego-rieën blijft vooralsnog redelijk op peil. Dat blijkt uit een inventarisa-tie die het Economisch Instituut voor de Bouw maairte in opdracht van Bouwend Nederland en de Unie van Waterschappen. Op de wa-terbouwmarkt hebben de waterschappen een aandeel van ruim 35%, gevolgd door het Rijk met een iets kleiner aandeel. De overige investeringen worden gedeeld door gemeenten/provincies en ha-vens/industrie. Beide opdrachtgevers van het onderzoek waren ook benieuwd naar de bestedingen die in de periode tot 2020 zullen plaatsvinden.

De investeringen in waterbouwkundige werken zijn bedoeld voor bescherming tegen overstromingen, betere waterkwaliteit en ver-vanging en verbetering van de bestaande waterinfrastructuur en zijn van eminent belang voor de veiligheid van en gezondheid in Nederland. De waterbouw omvat aanleg, reconstructie en onder-houd van waterkeringen, watersystemen, waterzuiveringswerken en vaarweginfrastructuur. Voorbeelden zijn dijken, haven- en rivierwer-ken, zandsuppleties, oevers, beschoeiingswerk, baggerwerl<, slui-zen, stuwen en kademuren, rioolwaterzuiveringsinstallaties en rioolgemalen.

Beleidsbases voor de investeringen

Voor de middellange en lange termijn zijn voor de waterbouwsector vooral de voorstellen voor de verdere uitwerking van het Deltapro-gramma van groot belang. Dit proDeltapro-gramma bevat de plannen om waterveiligheid en zoetwatervoorziening te garanderen, waaronder de grote programma's als Ruimte voor de Rivier en hetTweede Hoogwaterbeschermingsprogramma {HWBP-2). In de Deltawet is de verplichting opgenomen om jaarlijks een Deltaprogramma op te stellen.

In de komende jaren moeten grote waterbouwprogramma's, tot uit-voering komen. Tot en met 2016 loopt het budget van het Deltafonds om deze reden flink op.

Tot de overige aanlegprojecten behoren onder meer het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP), de aanpak van de Afsluitdijk en projecten in de IJsseldelta. De Kaderrichtlijn Water geeft richting aan het nationaal en regionaal beleid voor de water-Icwaliteit in Nederland. Vanaf 2015 komen hieruit maatregelen aan bod die in het Werkprogramma Stroomgebiedbeheerplannen 2015 worden beschreven.

Het HWBP-2 is het belangrijicste investeringsprogramma van de wa-terschappen op dit moment. Op grond van het Bestuursakkoord Water zullen de waterschappen in 2014 € 131 miljoen bijdragen aan de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vanaf 2015 € 181 mil-joen per jaar. Deze gelden zijn ook beschikbaar voor het nHWBR De voortgang van dit programma is voor een belangrijk deel bepalend voor de waterbouwbedrijven in de komende jaren. Het programma omvat in totaal 89 projecten en de waterschappen zijn verantwoor-delijk voor 79 daarvan. In het totaal omvat het programma circa 370 kilometer dijk en 18 kunstwerken. Het overgrote deel van de projec-ten zal in 2017 zijn afgerond. Bovenop deze ontwikkelingen willen de waterschappen meer gaan investeren in zuiveringsinstallaties. Tegenover de toename in de investeringen in waterkeringen staat dat de uitgaven van het Rijk aan vaarwegen in 2015 gemiddeld op een wat lager niveau zullen komen te liggen.

Totaal aan investeringen

De totale productie door waterbouwbedrijven had in 2013 een om-vang van circa € 2.650 miljoen. In vergelijking met 2012 kromp de markt in dat jaar met 5,5%. Die daling had vooral te maken met het faseren van uitgaven door overheden en het gereedkomen van grote projecten als deTweede Maasvlakte.

(2)

Bij liet Rijl< zullen de Investeringen in de periode 2013-2016 toene-men. Bij andere opdrachtgevers, zoals gemeenten, staan de inves-teringen de komende jaren sterk onder druk. Na 2016 wordt een stabiel marktvolume verwacht, maar er blijven grote onzeicerheden over de beschikbare financiële middelen. De totale waterbouwmarkt zal in 2016 naar verwachting groeien naar € 2.825 miljoen; in 2020 wordt een marktvolume geraamd van min of meer gelijke omvang.

Investeringen van waterscliappen

Investeringen en onderhoud in opdracht van waterschappen leid-den in 2012 tot een aandeel van ruim € 1.000 miljoen in de totale productie, in de periode 2014-2016 nemen vooral de investeringen in waterkeringen sterk toe en de waterschappen spelen hierbij een grote rol: hun investeringen daarin liggen in 2015 en 2016 60% hoger dan in 2011. Verwacht wordt dat de totale waterbouwproduc-tie in opdracht van de waterschappen tussen 2013 en 2016 met 10% zal toenemen naar€ 1.160 miljoen.

In 2015 en 2016 worden nog belangrijlce uitgaven verwacht in de laatste fase van hetTweede Hoogwaterbeschermingsprogramma. De investeringen van waterschappen in waterkeringen liggen in 2015 en 2016 ongeveer 50% hoger dan in 2011. Het aandeel van wa-terkeringen in de waterbouwkundige investeringen is dan gestegen van 26% in 2011 naar 37% in 2015 en 2016 ten koste van watersyste-men en waterzuivering.

Na de productiegroei in de icomende jaren is na 2016 eerst een lichte teruggang mogelijk. Verwacht wordt dat de waterbouwpro-ductie in opdracht van de waterschappen rond 2020 op circa € 1.150 miljoen zal liggen. Dat is alsnog bijna 10% boven het niveau van 2011. in deze verwachting is geen rekening gehouden met eventuele extra bezuinigingen van het Rijk.

Niet alleen bezuinigingen, ook prioriteiten beïnvloeden de water-bouwproductie. In de komende jaren zal de verdeling van de inves-teringen van de waterschappen sterk veranderen.

Dijkversterkingsprojecten zullen in de komende jaren topprioriteit krijgen. De waterschappen zullen echter mogelijk projecten faseren in plaats van deze in één keer te laten realiseren.

Het aandeel van de waterschappen op de waterbouwmarkt zal de komende jaren toenemen, van 37% In 2012 naar 4 1 % in 2020.

Invulling bezuinigingen R\\k

De genoemde overheidsinvesteringen in de waterbouw staan onder financiële druk vanwege de taakstelling uit het Regeerakkoord van 2010: de bezuinigingen uit het Lente-akkoord (het akkoord over de rijksbegroting voor 2013) hebben de meerjarenbedragen voor hoofdvaarwegen en het Deltafonds verminderd.

Door het kabinet is een voorstel ingediend voor een Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet HOF) als gevolg waarvan ook de decen-trale overheden, waaronder de waterschappen, aan een maximale

EU-tekortnorm moeten gaan voldoen. Ze moeten vooralsnog aan de maximale tekortnorm van 0,5% van het bruto binnenlands pro-duct voldoen die begin 2013 is overeengekomen.

In de periode 2014-2016 hanteert Rijkswaterstaat een hoger dan ge-middeld uitgavenniveau, maar het is nog onduidelijk hoe hoog de investeringen daarna zullen zijn. De In totaal beschikbare middelen In het Deltafonds zullen volgens de huidige meerjarencijfers na 2017 op een lager niveau liggen dan daarvoor.

Gemeenten en provincies hebben te maken met bezuinigingen op het Gemeentefonds en het Provinciefonds en vermindering van subsidies vanuit het Rijk. Gemeenten hebben ook om een andere reden vaak minder te besteden: ze ontvangen veel minder middelen uit bouwgrondexploitatle dan tot circa vijfjaar geleden. Gemeenten en provincies krijgen bovendien, evenals de waterschappen, te maken met de Wet HOF.

In vergelijking met andere bouwsectoren is de marktpositie van wa-terbouwbedrijven niet ongunstig te noemen gezien de ambities van de infrastructuurbeheerders in de waterbouw. Op de middellange termijn is beperkte groei van de uitgaven aan waterbouw mogelijk. Op de langere termijn (2017-2020) is de ontwikkeling op de

water-bouwmarkt onzeker omdat er nog weinig duidelijkheid is over de fi-nanciële middelen; na de groei tussen 2013 en 2016 lijirt de markt te stabiliseren.

Voor het nHWBP zijn minder financiële middelen beschikbaar dan voor de huidige investeringsprogramma's. De voortgang in plan-ning en uitvoering van de nieuwe programma's ais het nHWBR re-gionale waterkeringen en de vervanging van kunstwerken zijn sterk bepalend voor de omzet van de waterbouwbedrijven. De marktont-wikkelingen in de waterbouw na 2017 zijn daarnaast sterk afhanke-lijk van de overheidsbudgetten en de besluitvorming over de invulling van de Wet HOF

Vormen van aanbesteding

Door de toenemende mate van uitbesteding door opdrachtgevers zijn bedrijven meer gaan doen dan alleen projecten uitvoeren. Ook wericzaamheden zoals ontwerp, vergunningaanvraag en communi-catie maken soms deel uit van hun opdrachten. Op het gebied van communicatie en onderhoud is een toenemende uitbesteding in ontwikkeling. Het zijn vooral de grote bedrijven die dit weten op te pal<ken. In de komende jaren zal de toepassing van geïntegreerde contractvormen verder toenemen, maar deze leiden volgens de be-drijven al met al niet noodzakelijk tot meer omzet of een hogere marge.

Uitvoering van projecten wordt altijd al aan de markt uitbesteed. Dit geldt zowel voor waterkeringen als watersystemen en waterzuive-ring.

Rijkswaterstaat besteedt inmiddels veel uit aan de marirt en ook de waterschappen maken de omslag naar meer uitbesteding. De meeste waterschappen streven bovendien naar een toename van innovatieve contracten. Door Rijicswaterstaat is in 2012 30% van het investeringsvolume via innovatieve contracten aanbesteed en in 2015 moet dit zijn toegenomen tot 35%. Vooral ontwerp en commu-nicatie worden meer uitbesteed. Grote bedrijven willen daarnaast voor hun opdrachtgevers ook meer aan beheer en exploitatie gaan doen. IVlet geïntegreerde contractvormen zien bedrijven meer mo-gelijkheden om eigen ideeën in de projecten in te brengen. Dat de prijs desondanks nog steeds een grote rol speelt in de aan-bestedingsprocedure, werkt wel belemmerend. Bedrijven in de wa-terbouw ervaren behalve prijs ook kwaliteit, risico en veiligheid als de belangrijl<ste aspecten die bij recente gunningen van de water-schappen een rol hebben gespeeld. Innovaties spelen nog niet echt een rol bij de gunning, evenmin als levensduurkosten en duurzaam-heid.

Ontwerpvrijheid is in de praktijk niet altijd heel groot. Bij de meeste waterschappen is uitbesteding van het ontwerp van waterzuive-ringsinstallaties al bestaande praktijk. Bij dit type werken is in som-mige gevallen sprake van vergaande uitbesteding van projecten, soms inclusief financiering en exploitatie.

De risicoverdeling in de nieuwe contractvorming is volgens de wa-terbouwbedrijven echter nog onevenwichtig. De waterschappen op hun beurt vinden de waterbouwbedrijven, vooral het midden- en kleinbedrijf, nog weinig proactief. Ook treffen de waterschappen nog onvoldoende nieuwe ideeën aan, zowel wat betreft techniek, projectaanpak als proces. Bedrijven vinden daarentegen dat zij een te groot deel van het risico moeten dragen en het inbrengen van nieuwe ideeën en het in een vroeg stadium betrokken worden bij

TABEL 2 CONTRACTVORMEN D e s i g n & c o n s t r u c t 5 0 % W a a r v a n 5 0 % bij g r o t e b e d r i j v e n , 3 3 % bij m i d d e n b e d r i j v e n , 10% bij k l e i n b e d r i j v e n T r a d i t i o n e e l / R A W 3 3 % V o o r a l kleine b e d r i j v e n (70% v a n h u n o m z e t ) E n g i n e e r i n g & c o n s t r u c t ( t o e n a m e v e r m a c t i t , 10% m a a r v o o r a l priis s p e e l t e e n rol) In 2012 3 0 % i n n o v a t i e v e c o n t r a c t e n , in 2015 3 5 %

(3)

M E I 2014 bouw'

ftiarktQ

TABEL 1 TYPEM WERK, OPDRACHTGEVERS, OMZETGROOTTE EW VERWACHTE OMZET Type w e r k Dijken en o e v e r s K a d e m u r e n e t c . W a t e r z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s en g e m a l e n O p d r a c h t g e v e r s R i j k s w a t e r s t a a t - R u i m t e v o o r d e Rivier - I V l a a s w e r k e n - V a a r w e g o n t w i k k e l i n g W a t e r s c h a p p e n G e m e e n t e n e n p r o v i n c i e s H a v e n b e d r i j v e n Omzetgrootte < 6 1 m i l j o e n W a a r v a n < € 0 , 5 m i l j o e n €1-20 m i l j o e n >e20 m i l j o e n V e r w a c h t e omzet 2012 2013 Tot 2016 2017-2020 5 0 % v a n de o m z e t 15-20% v a n de o m z e t 15-20% v a n de o m z e t 2014-2016 b o v e n g e m i d d e l d u i t g a v e n n i v e a u t o . v . 2011-2017. Na 2017 l a g e r n i v e a u . U i t v o e r d e r s : g r o t e w a t e r b o u w b o d r i j v e n . G e m a l e n , r i o o l w a t e r z u i v e r i n g s i n s t a l l a t i e s e n w a t e r k e r i n g e n . U i t v o e r d e r s : k l e i n e en m i d d e l g r o t e b e d r i j v e n ( 4 0 % v a n h u n o m z e t ) . 5 0 % v a n de o m z e t v a n b e d r i j v e n 9 0 % v a n de o m z e t v a n k l e i n e b e d r i j v e n , 2 0 % v a n de o m z e t v a n g r o t e b e d r i j v e n 15% v a n de o m z e t 1 5 % v a n de o m z e t € 2800 m i l j o e n 6 2650 m i l j o e n € 2850 m i l j o e n p e r j a a r S t a b i l i s a t i e (€ 2800 m i l j o e n p e r j a a r ) , a a n d e e l w a t e r s c h a p p e n n a a r 4 1 % . I n v e s t e r i n g e n in w a t e r k e r i n g e n o m h o o g . I n v e s t e r i n g e n in v a a r w e g e n o m l a a g . B e z u i n i g i n g e n L e n t e - a k k o o r d , D e l t a f o n d s n e e m t af. A f n a m e a a n b e s t e d i n g e n , o.a. d o o r f a s e r i n g , s a m e n w e r k i n g m e t a n -d e r e o v e r h e -d e n e n W e t HOF. 2013-2016: + 1 0 % a a n i n v e s t e r i n g e n n a a r € 1160 m i l j o e n ; na 2016 l i c h t e t e r u g g a n g t o t € 1150 in 2020. 2013-2014 b e z u i n i g i n g e n op g e m e e n t e - e n p r o v i n c i e f o n d s , m i n d e r rijkssubsidies, m i n d e r i n k o m s t e n u i t b o u w g r o n d . W e t HOF Na 2014 b e p e r k t e g r o e i . T w e e d e IVlaasvlakte a f g e r o n d . = 9 0 % v a n de o m z e t v a n k l e i n b e d r i j v e n . H W B P - 2 e n R u i m t e v o o r de Rivier. De g e n o e m d e i n v e s t e r i n g s b e d r a g e n b e t r e f f e n b r u t o b e d r a g e n e n h e b b e n n i e t v o l l e d i g b e t r e k k i n g op u i t b e s t e d i n g a a n m a r k t p a r t i j e n . Ook e i g e n k o s t e n v a n de w a t e r s c h a p p e n zijn in d e i n -v e s t e r i n g e n i n b e g r e p e n . D a a r n a a s t h e b b e n de w a t e r s c h a p p e n b e l a n g r i j k e u i t g a -v e n a a n b e h e e r en o n d e r h o u d -v a n w a t e r b o u w k u n d i g e w e r k e n . In de r a m i n g -v a n de w a t e r b o u w p r o d u c t i e is g e r e k e n d m e t 8 0 % u i t b e s t e d i n g v a n i n v e s t e r i n g e n a a n w a t e r b o u w b e d r i j v e n .

TABEL 3 DELTAPROGRAMMA (GROEI T/M 2016)

W a t e r v e i l i g h e i d I n v e s t e r i n g e n g e s t e g e n Z o e t w a t e r v o o r z i e n i n g I n v e s t e r i n g e n s t e r k g e d a a l d - R u i m t e v o o r d e Rivier 39 m a a t r e g e l e n N o g v e e l p r o d u c t i e 1/m 2017. - H o o g w a t e r b e s c h e r m i n g s p r o g r a m m a / H W B P - 2 89 p r o j e c t e n : 367 k m d i j k e n e n 18 k u n s t w e r k e n . V a n a f 2013 € 2550 m i l j o e n . F i n a n c i e r i n g d o o r Rijk e n w a t e r s c h a p p e n . w a t e r k e r i n g e n e n z w a k k e s c h a k e l s . B e l a n g r i j k s t e i n v e s t e r i n g s p r o g r a m m a v o o r de w a t e r s c h a p p e n . A a n p a k A f s l u i t d i j k I J s s e l d e l t a N i e u w e H W B P ( v a n a f 2014) F i n a n c i e r i n g d o o r Rijk en w a t e r s c h a p p e n . O n t w i k k e l i n g s p r o g r a m m a s e c u n d a i r e w a t e r k e r i n g e n IVloet in 2020 op o r d e zijn. W a t e r z u i v e r i n g I n v e s t e r i n g e n d o o r w a t e r s c h a p p e n in i n s t a l l a t i e s . K a d e r r i c h t l i j n W a t e r ( w a t e r k w a l i t e i t ) ( f / m 2015). W e r k - O n d e r f i n a n c i ë l e d r u k g e t e m p o r i s e e r d . p r o g r a m m a s t r o o m g e b i e d b e h e e r - p l a n n e n ( v a n a f 2015). H H H H H H H H H H H H I H H I ^ ^ H I ^ H H H R H H H H H _____________________

TABEL 4 OPDRACHTEN VAN WATERSCHAPPEN

W a t e r k e r i n g e n ( d i j k v e r s t e r k i n g e n ) I n n o v a t i e v e c o n t r a c t e n . T o p p r i o r i t e i t v o o r d i j k v e r s t e r k i n g s p r o j e c t e n I n v e s t e r i n g e n o m h o o g , 5 0 % m e e r in 2015-2016 t o . v . 2011 ( 3 7 % v a n h e t (o.a. in H W B P - 2 ) . W a t e r z u i v e r i n g : m e e r f a s e r i n g . b u d g e t ) . W a t e r s y s t e m e n I n n o v a t i e v e c o n t r a c t e n , m e e w a r i g e o n d e r h o u d s c o n t r a c t e n , s a m e n - I n v e s t e r i n g e n o m l a a g w e r k i n g m e t a n d e r e o v e r h e d e n e n m a a t s c h a p p e l i j k e o r g a n i s a t i e s . W a t e r z u i v e r i n g A a n d e e l i n n o v a t i e v e c o n t r a c t e n al hoger, m e e r D B F M . I n v e s t e r i n g e n o m l a a g N a 2016 l i c h t e t e r u g g a n g t o t € 1150 m i l j o e n in 2020 (+10% t . o . v 2011, e x c l . R i j k s b e z u i n i g i n g e n e n W e t HOF).

projecten is volgens de meeste bedrijven nog lang geen gemeen-goed. De l<ennis bij de opdracfitgever is daarnaast ook een punt ter verbetering, vinden de bedrijven.

In de afgelopen jaren zijn door veranderingen op de markt ook nieuwe en andere samenwerkingsvormen binnen en tussen water-bouwbedrijven ontstaan. Dit betreft onder meer samenwerking bin-nen het eigen concern bij projecten met een multidisciplinair karakter, samenwerking met andere bedrijven op projectbasis

van-wege schaalvoordelen of gebrek aan de juiste disciplines, en sa-menwerking met andere partijen buiten de uitvoerende bouw, zoals met installateurs en toeleveranciers.

Dit a r t i k e l is g e b a s e e r d op h e t r a p p o r t ' W a t e r b o u w en w a t e r s c h a p p e n t o t 2020. M a r k t o n t w i k k e l i n g e n , r o l v e r d e l i n g e n c a p a c i t e i t ' (P.J.M. G r o o t , K, A f r i a n , H.S. S u i s k i n d & IVl.H. V r o -lijk), u i t g a v e v a n h e t E c o n o m i s c h I n s t i t u u t v o o r de B o u w , A m s t e r d a m , 2013.

Cytaty

Powiązane dokumenty

W ydaje się jednak, że metoda ta jest bardziej użyteczna w psychologii literatu ry bądź też socjologii literatu ry pomyślanej jako socjologia

De eerste hypotheken moeten via de vrije markt verkregen worden en voor zover het gaat om door de stad of gemeen- telijke maatschappijen te bouwen woningen, moet

próbek zgrzewów wykonanych w warunkach minimal- nych i maksymalnych do dopuszczalnej wartości naprę- żeń wzdłużnych w ściance rury polietylenowej poddanej działaniu

Przede wszystkim więc niech czerpie się ją z czytania i roz- ważania Pisma Świętego, ale także karmi się przez studium świętych ojców i doktorów Kościoła oraz

Nałeży więc ustanawiać przez nałożenie rąk tego, którego wspólnota wybierze jako biskupa, nawet jeśłi jest on wyznawcą^.. Różne funkcje duchownych i

Zofia Szmydtową intereso­ wała się całym jej obszarem, ale najbardziej umiłowała dwie jej epoki: Renesans i Romantyzm, być może dlatego, iż naród polski

Nie można ustrzec się przed ryzykiem, ale można je minimalizować i w tym celu należy ustalić, jakie rodzaje ryzyka dotyczą podmiotu, które z nich będą najbardziej ciążyły

At the same time, this encyclical challenges conventional applications of these concepts in local and global affairs, offering an ethics perspective with minimal palatability in