• Nie Znaleziono Wyników

Het lossen van bulkschepen. Een simulatiestudie naar losstrategieën en invloedsfactoren (summary)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het lossen van bulkschepen. Een simulatiestudie naar losstrategieën en invloedsfactoren (summary)"

Copied!
1
0
0

Pełen tekst

(1)

Technische Universiteit Delft

Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen Transporttechnologie / Logistieke Techniek

C.J. van Nielen Het lossen van bulkschepen. Een simulatiestudie naar losstrategieën en invloedsfactoren. Doctoraalopdracht, Rapport 99.3.LT.5264, Transporttechnologie, Logistieke Techniek.

Ertsoverslagbedrijf Europoort C.V. (EECV) is één van de grootste ertsoverslagbedrijven ter wereld. Jaarlijks is EECV goed voor een totale overslag van rond de 50 miljoen ton erts. De belangrijkste doelstelling van EECV is ervoor te zorgen om de naast elkaar liggende schakels in de keten optimaal te bedienen. Aan de zeekade betekent dit dat de ligtijden van de schepen minimaal moeten zijn. Aan de binnenkade betekent dit dat de te beladen lichters volgens de verstrekte beladinggegevens worden beladen. In het kader van een afstudeeronderzoek aan de TU Delft is een onderzoek gedaan naar het losproces aan de zeekade bij EECV. Voor het onderzoek is als doel gesteld om verschillende losstrategieën te testen en een gevoeligheidsanalyse voor het losproces uit te voeren.

Nadat een beschrijving is gemaakt van de verschillende processen bij EECV, is het losproces gemodelleerd. Het lossen van een schip is aan meerdere voorwaarden onderhevig. Zo moet bij de lossing, om te hoge spanningen in het schip te voorkomen, er evenredig uit ieder ruim gelijke hoeveelheden erts gehaald worden. Voor de modelvorming is er veel aandacht besteed aan het zoeken naar een reële methode om aan kranen opdrachten toe te wijzen om hoeveelheden erts uit een ruim te halen. Deze methode moet een logische toewijzing van opdrachten aan kranen koppelen aan de voorwaarde dat bij de lossing van een schip er evenredig uit ieder ruim gelijke hoeveelheden erts wordt gehaald. Uiteindelijk geschiedt de opdrachttoewijzing in het model door middel van een activiteitennetwerk.

Van het losproces is een simulatiemodel gemaakt. Met dit simulatiemodel zijn verschillende losstrategieën getest. Voor schepen die één ertssoort meebrengen is getest of door een slimme manier van opdrachttoewijzing, in de laatste fase van de lossing voor een hoge vulling op de bandtransporteurs gezorgd kan worden. In de laatste fase wordt dan één kraan gereserveerd voor een ander schip. Voor schepen die twee ertssoorten vervoeren is de strategie om bij de lossing zoveel mogelijk één ertssoort tegelijk te lossen getest tegen de strategie om het liefst twee ertssoorten tegelijk te lossen. Naast deze losstrategieën, is de gevoeligheid van het losproces op de volgende invloedsfactoren onderzocht:

Capaciteit van de lostorens; Beschikbaarheid van de lostorens;

Beschikbaarheid van de bandtransporteurs aan de zeekade.

Bij het lossen van schepen die één ertssoort vervoeren blijkt er voor EECV een productiewinst te halen door in de laatste fase van de lossing één kraan naar een ander schip te sturen en op een slimme manier te zorgen voor een hoge vulling op de bandtransporteurs. De ligtijd van het schip dat als eerste behandeld werd en dat in de laatste fase één lostoren moet missen, gaat met ongeveer 15 uur omhoog. De totale productie van het losproces stijgt echter ook. Iedere keer zal er een afweging gemaakt moeten worden of het voor EECV mogelijk is om het ene schip wat langer te laten liggen, teneinde de productie van het eigen losproces te verhogen.

Voor schepen die twee ertssoorten vervoeren blijkt het verstandiger om zoveel mogelijk één ertssoort tegelijk te lossen. Doordat bij deze strategie de kranen en bandtransporteurs minder vaak een andere ertssoort moeten behandelen, zal de ligtijd van een schip dalen.

Het losproces bij EECV blijkt het meest gevoelig te zijn voor de capaciteit van de lostorens. Uit de gevoeligheidsanalyses is gebleken dat een verandering in de capaciteit van de lostorens een grote invloed heeft op de ligtijd van een schip. De beschikbaarheid van de lostorens en van de bandtransporteurs aan de zeekade hebben een kleinere invloed op de ligtijden van de schepen. Deze uitkomst pleit voor een verder onderzoek naar de te gebruiken grijpers tijdens de lossing. Door het gebruik van goede grijpers wordt de capaciteit van de lostorens verhoogd en zal de gemiddelde ligtijd van de schepen verlaagd kunnen worden.

De opdrachttoewijzing bij het losproces lijkt goed gemodelleerd te kunnen worden met behulp van een activiteitennetwerk. Er is gebleken dat deze manier van opdrachtentoewijzing de realiteit goed benadert. Met het activiteitennetwerk kan een logische opdrachttoewijzing gekoppeld worden aan de voorwaarde dat tijdens de lossing uit ieder ruim evenredig gelijke hoeveelheden erts gehaald moet worden.

Rapporten studenten Logistieke Techniek

Cytaty

Powiązane dokumenty

W tym okresie, zwłaszcza w IX–XI w., skarby zyskały specyficzną formę — zazwyczaj tym terminem ozna- cza się gromadne znalezisko przede wszystkim srebrnych, rzadko

Simulated and experimental EQEs of n-i-p a-Si:H solar cells deposited on the nanoparticles (a) and on the grating (b) reflectors, assuming different silver datasets.. Large and

Kiedy jednak Tomasz zaczy­ na mówić o funkcjonowaniu sumienia, to prasum ienie zaczyna się tam pojawiać jako najbardziej podstawowy sąd, który jest sądem

czano go zawsze na pierwszym miejscu postanowień dotyczących korporacji i rzemiosła. Za przykład mogą służyć wilkierze miast polskich: Rzemieślnicy i wszy ­ scy pospolici

wiedzią wydaje się być stwierdzenie, iż do celebracji liturgicznych, zwłaszcza Mszy Świętej w katedrze płockiej. Brakuje jednak w kodeksie podziału na perykopy,

A Second Order Perturbation Solution of a Non-Collinear Crack and Its Application to Crack Path Prediction of Brittle Fracture in Weldment. Yoichi SuMi 1

Figuur 11.7 Snelheidsprofielen gemeten door Nikuradse; gladde wandstroming (figuur ontleend aan

W dwóch sztukach akcję przeniesiono z antycznej Grecji do Polski: Argo Kochana dzieje się w Warszawie, która stała się swego rodzaju „nie-miejscem” 102 ; Łucja i jej dzieci