EXPERT SYSTEMEN IN DE MARITIEME TECHNIEK
De ontwikkeling van een prototype
van een diagnostisch expert systeem
ten behoeve van de turbo-compressor
van een dieselmotor
RAPPORT OEMO 89/02
R.H.T.M. Overes Delft, april 1989.
Technische Universiteit Delft Vakgroep OEMO
Faculteit der Werktuigbouwkunde Maritieme Werktuigkunde
en Maritieme Techniek TNO IWECO
-OPDRACHT-OMSCHRIJVING
Recent is, als voorbereiding op de afstudeeropdracht, een onderzoek naar de (mogelijke) toepassingen van expert systemen bij de bediening, bewaking en onderhoudsbeheersing van machine-installaties verricht (Rapport OEMO 88/054). Uit deze voorstudie is onder andere gebleken dat:
Expert systemen in de toekomst een belangrijke rol bij de bediening, bewaking en onderhoudsbeheersing van
machine-installaties kunnen vervullen. Zij zullen daarbij fungeren als een beslissingsondersteunend hulpmiddel voor de maritieme
officier.
Een expert systeem shell te preferen is boven de
programmeertalen LISP of PROLOG, bij de ontwikkeling van een prototype van een expert systeem.
Aansluitend op deze voorstudie Merit als afstudeeropdracht een werkend prototype van een diagnostisch expert systeem ontwikkeld te worden.
Dit expert systeem heeft als domein de turbo-compressor van een dieselmotor. Net doel van een dergelijk expert systeem is tot een uitspraak te komen omtrent de performance van de turbo-compressor
en het doen van eventuele aanbevelingen ter correctie van instellingen en storingen.
De expertkennis omtrent de dieselmotor en bijbehorende
turbo-compressor dient in samenwerking met Stork Werkspoor Diesel expliciet gemaakt te warden, waarbij uitgegaan wordt van de
proefstand gegevens van een nader te bepalen motor.
Per bepaling van de waarden van de benodigde procesparameters als
functie van de belasting mogen de proefstand gegevens geinter-poleerd warden.
Net prototype client te warden ontwikkeld met het expert systeem shell "DELFI2+".
In de rapportage dienen de volgende onderwerpen te worden behandeld:
Een beschrijving van het expert systeem shell "Delfi2+". Een beschrijving van het applicatie-domein.
Het opstellen van een fouten/symptomen matrix m.b.v. FMEA. De bouw van het prototype aan de hand van een nader te bepalen ontwerpmethodiek.
Mening van experts met betrekking tot het gebruik van het prototype expert sys teem.
Conclusies en voorstellen voor toekomstig onderzoek.
De opdracht wordt uitgevoerd in samenwerking met TNO/IWECO en Stork Werkspoor Diesel, waar respectievelijk de heren Ir. B.W. Jaspers en Ir. G. Veenstra uw begeleiders zijn.
Deze opdracht is aangevangen op 2 januari 1989.
Het rapport met referentienummer 0EM089/02 dient ingebonden in TU-band 1 mei 1989 ingeleverd te worden.
VOORWOORD
keg
Dit rapport is het resultaat van het afstudeerwerk, uitgevoerd ten behoeve van de vakgroep OEM% sectie Maritieme Werktuigkunde van
de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek
van de
Technische Universiteit te Delft. Het onderzoek is uitgevoerd bij TNO-IWECO, in nauwe samenwerking met Stork Werkspoor Diesel, in de period& van januari 1989 - april 1989.Gaarne wil ik Dhr. B.W.: Jaspers van TNO-IWECO, Dhr% G. Veenstra van Stork Werkspoor Diesel en Prof. J. Klein Woud van de faculteit Werktuigbouwkunde en Maritieme Techniek bedanken voor hun begeleiding tijdens het onderzoek.
TeVens
wil. ik Si de medewerkers
van Stork Werkspoor Diesel,
afdeling research bedanken voor hun medewerking en bereidheid zich een aantal maal te laten interviewen ten behoeve van de kennis-acquisitie.
Deift, aPril 1389
Ovens
in
SAMENVATTING
Gedurende de laatste decennia is de dieselmotor voorzien van vele sensoren, met als doel de (scheeps)werktuigkundige informatie te verschaffen omtrent de conditie van de dieselmotor. De huidige toegepaste sensoren, registratie- en display-instrumentatieleveren real-time een grote hoeveelheid informatie omtrent de performance en conditie van de dieselmotor. De interpretatie en beoordeling van deze grate hoeveelheid diverse informatie ligt echter nog steeds
bij de (scheeps)werktuigkundige. Door samenvoeging van de
systeemkennis en de ervaringskennis in een kennissysteem1 is het
mogelijk een intelligent hulpmiddel te creeren dat de
werktuigkundige assisteert bij zijn werkzaamheden. Hiermee wordt diens werkbelasting gereduceerd, wat kan leiden tot een verdere optimalisatie van het aantal bemanningsleden.
Een tweede oorzaak die in de toekomst aanleiding kan geven tot de invoering van kennissystemen als beslissingsondersteund hulpmiddel is het felt dat de specialistische werktuigkundige met vele jaren ervaring van board dreigt te verdwijnen. Zijn pleats wordt ingenomen door
een meer
algemeen inzetbare Maritiem Officier(MAROF)2. Een kennissysteem met daarin opgeslagen kennis en
ervaring van de voormalige werktuigkundige alsmede kennis
vanleverancier van de werktuigen, kan als compensatie dienen voor het wegvallen van bovengenoemde specialistische kennis.
Een methode om de kennis omtrent de prestatie en de conditie van de dieselmotor in kaart te brengen is uit te gaan van de kennis omtrent de relaties tussen oorzaak en gevolg, ook wel de "cause-effect knowledge" genoemd. Deze kennis
is met behulp van een
"Storingen/Symptomen Matrix" op een overzichtelijke wijze te
presenteren. Een intelligent computer systeem dat in staat is de kennis uit deze matrix te manipuleren kan nu aangewend warden als
1 Alternatieve benaming voor expert systeem.
2
Een MAROF
doetzowel dienst op de long. als
in demachinekamer.
een ondersteunend hulpmiddel, welke de scheepswerktuigkundige
assisteert bij het interpreteren van de grote hoeveelheid motordata. Hiernaast heeft een dergelijk probleemoplossend systeem
een zekere didactische waarde voor de onervaren
scheepswerktuigkundige. Deze kan via het systeem veel leren van de ervaringskennis van zijn voorganaers.
INHOUDSOPGAVE
OPDRACHT-OMSCHRIJVING (
vooRwompt
SAMENVATTING , . R .S,;(
INLEIDING - 1
2 HET DELFI2+ EXPERT SYSTEEM . . : i
2-1 Inleiding 3
2.21 Be architectuur van DELFI2+ i
-
4 , 52.2.1 De knowledge-base . . . 5
2.2.2 Net consultatie-systeem
3 HET APPLICATIE-DOMEIN 11,
3.1 Inleiding , 4
- 4
.
113.2 Het fysieke systeem
3.3
Principes van de turbo-compressor ....
. 153.4 Thermodynamische relaties van turbo-compressor
4 BOUW VAN EEN PROTOTYPE' EXPERT SYSTEEM . , , 4 28
4.1 Inleiding
...
. «as
4.2 Structuurdiagram prototype expert systeem - 29
4,3 De identificatie fase ,
f 4
+. 304.3.1 De achterliggende oorzaken , 4
,
m 314.3.2 De waarneembare symptomen - _ , «. 32
4.3.3 De modulering van de kennis « « - . 32
4.3.4 De Interactie met de gebruiker . . 34
4,4 Be conceptie fase 35
4.4.1 Be functionele beschrijving - « 35
4.4.1.1 Het compressor systeem , « 36
4.4.1.2 Net turbine systeem . - « _ - - 316
4.4.1.3 Net koelwater systeem .
.. . 37
4.4.1.4 Net smeerolie systeem « « . 37
4,4.2 De evaluatiemethodieken . . . 381
4.4.2.1 De causale evaluatiemethode . .
4.4.2.2 Be anti-causale evaluatiemethode , 40
4.4.3 Relaties tussen storingen en symptomen 41
4.4.4 Be storingen/symptomen matrix . - - 56 4.5 De formalisatie fase . - . . . « r - 58 4.6 Be implementatie fase . - - . 601 1 4.7 Be evaluatie fase . . « - .. . 61 5 PROJECTVOORSTELLEN . « 4 63
5.1 Aanpassingen van 'knowledge-base - - -
-5.2 KwantiLice,efl de 3ymptomen, F5, 65
5.3 Interactie dieselmotor turbo-compressor
...
5.4 Uitbreiding naar expert systeem voor gehele motor 66
Automatische data-aquisitie . . _
- «
4 66 vi iv 1 3 8 12 19 . 63 65 5.511/11/6M
LIJST VAN BIJLAGEN
BIJLAGE A Algemene omschrijving van turbo-compressor . . . 71
BIJLAGE B Proefstandgegevens van de 18 TMS410 VL 72
BIJLAGE C Bepaling druk uitlaatgassen voor turbine 73
BIJLAGE D Bepaling polynomen van procesparameters 75
BIJLAGE E Acquisitie van expertkennis 86
BIJLAGE F Voorbeeld van consultatiesessie 89
BIJLAGE G Listing van knowledge-base file 90
BIJLAGE H Listing van externe programmatuur 91
vii
6 CONCLUSIES 67
7 LITERATUURVERWIJZING 69
SYMBOLEN LIJST 70
1 INLEIDING
Het steeds complexer worden van scheepsmachine-installaties, de vermindering van het aantal deskundigen op het gebied van
bediening, bewaking en onderhoudsbeheersing van deze installaties
en de onbevredigende resultaten van de tot nu toe
ontwikkelde automatische hulpmiddelen ten behoeve van de bovengenoemde aspecten, hebben ertoe geleid om de mogelijkheden van toepassing van de "Kunstmatige Intelligentie" te gaan onderzoeken.Expert systemen, de eerste praktische toepassing van de kunstmatige intelligentie, lijken perspectieven te bieden.
Een voorbeeld van een recent ontwikkeld expert systeem is DEEDS (Diesel Engine Expert Diagnosis System) ontwikkeld door Lloyds Registor of Shipping [Lit.1]. Hoewel dit systeem zich nog in de prototypefase bevindt, verwacht men dat het uitkomst aan de
bovengenoemde problematiek kan bieden.
Uit een voorstudie [Lit.1] naar de mogelijke toepassing van expert systemen bij de bediening, bewaking en onderhoudsbeheersing van machine-installaties, is
gebleken dat het ontwikkelen van een
diagnostisch expert systeem voor de (scheeps)dieselmotor in
principe haalbaar en gewenst is.
In dit hoofdstuk worden de uitgangspunten beschreven die hebben geleid tot de ontwikkeling van een prototype diagnostisch expert systeem voor de turbo-compressor van een dieselmotor.
Omdat het, in verband met de omvang en complexiteit, onmogelijk is direct voor de gehele voorstuwingsinstallatie een diagnostisch expert systeem te ontwikkelen, zal men zich in het begin moeten toespitsen op een (geschikt) subsysteem. In principe kan hiervoor elk goed afgebakend systeem voor worden geselecteerd.
In deze orienterende fase is gekozen voor de turbo-compressor van de dieselmotor. Dit omdat dit systeem aan al de eisen voldoet die
aan een mogelijke applicatie gesteia moecen wyrden om te kunnen beoordelen of toepassing van de expert systeem technologie aanvaardbaar is [Lit.1].
beze eisen zijn als volgt te formuleren:
Probleemgebied is niet te triviaal Mi Probleemgebied is niet te complex
Probleemgebied is goed afgebakend Expertkennis is expliciet te maken Experts willen participeren in project
M Probleem is niet op eenvoudige wijze met conventionele technieken op te lossen
Dear de implementatie van deze applicatie zal gesch±ieden met behulp van het expert systeem shell "Delfi2+", is in hoofdstuk 2 een,
algemene beschrijving van deze shell weergegeven.
In hoofdstuk 3 zal vervolgens de turbo=compressor in detail worden beschreven. Hierbij zullen de systeemgrenzen worden vastgesteld en zullen tevens een aantal vereenvoudigingen omtrent het applicatie-domein worden gemaakt.
Tot slot wordt nog de nodige aandacht
besteed aan de thermo-dynamische relaties van dit werktuig.In hoofdstuk 4 wordt aan de hand van een ontwerpmethodiek de bouw van het prototype besproken. Met behulp van de "Failure Mode and Effect Analyses" worden de verbanden tussen oorzaak en gevolg van de, mogelijke storingen in kaart gebracht, waarna deze gegevens in een "Storingen/ Symptomen Matrix" gepresenteerd worden. Deze matrix
als uitgangspunt voor het expert systeem
In hoofstuk 5. wordt tot slot een aantal Veorstellen. gedaan ter voortzetting van dit project In de
toekomst-2,
2 _HET_DELFI2+ EXPERT SYSTEM,
2-1 Inleiding
Uit een voorstudie [Lit.111 die uitgevoerd is ter bepaling van de haalbaarheid van expert systemen ten behoeve van de bediening, bewaking en onderhoudsbeheersing van machine-installaties, is
gebleken dat voor de bouw van een prototype van een expert systeerth een expert systeem shell een te prefereren hulpmiddel is.
Er is momenteel een grate keus op het gebied van shells. ten 'behoeve
van expert systemen fLit.2]. In essentie zijn al deze programme's qua opbouw identiek- De verschillen uiten zich in:
De gebruikte programmeertaal,
m De hardware en het operating systeem. Het inferentiemechanisme
De kennisrepresentatie,
De. uitlegfaciliteiten,
II, Het gebruikersinterface.
Voor de ontwikkeling van dit prototype is gekozen voor het expert systeem shell "DELFI2+" . Dit shell programma, dat ontwikkeld is
aan de Technische Universiteit te Delft,
is voor dit project
kosteloos beschikbaar gesteld, hetgeen een belangrijke reden, was am dit systeem te gaan gebruiken.
DELFI2+ is een gereedschap am expert systemen te construeren en raadplegen. In DELFI2+ wordt kennis gerepresenteerd door objecten
met hun attributen, en een verzameling productieregels. Samen
warden deze onderdelen aangeduid als de knowledge-base.
DELFI2+ beschikt over een redeneermechanismer waarmee op grond Van de kennis in de knowledge-base afleidingen kunnen warden gemaakt,
conclusies kunnen worden getrokken en aanbevelingen kunnen warden
:3
gedaan. Vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van extern opgeslagen gegevens en afzonderlijke programma's.
Het programma DELFI2+ is geschreven in Pascal en draait onder het operating systeem UNIX op een SUN micro computer. Er zijn eveneens versies van DELFI2+ te verkrijgen die geschikt zijn voor het 0S-2 operating system, en daardoor te implementeren op geavanceerde personal computers. Hierbij dient opgemerkt te warden dat de te gebruiken PC minimaal 2MB geheugencapaciteit dient te bezitten. Het Delfi2+ expert systeem shell, geschikt voor PC kost
fl 4950,-1 (excl. BTW).
1 Nadere informatie bij Dhr. H de Swaan Arons, Groep Knowledge Engineering en Expert Systems, Studierichting Informatica, Technische Universiteit Delft.
2.2 De architectuur van DELFI2+
Het DELFI2+ expert systeem is opgebouwd uit de volgende componenten:
De knowledge-base,
Het consultatie-systeem.
De specifieke eigenschappen van beide onderdelen warden in de
volgende paragrafen beschreven.
2.2.1 De knowledge-base
De DELFI2+ knowledge-base bezit de volgende structuur:
KBASE
Definities van objecten
Definities van sets en constanten Definities van tasks
De productieregels ENDKBASE
De objecten en de productieregels vormen de kern van de
knowledge-base en zullen in elke applicatie voorkomen. Zij representeren de kennis in een bepaald domein. In sommige applicaties dienen extern& programma's te worden uitgevoerd. De daarvoor benodigde aanwijzingen (welke procedure of functie moet worden uitgevoerd, welke zijn de argumenten en van welk
type zijn deze, etc.) vallen onder "tasks".
-7 r
In een kno*ledge-base kunnen en zullen ook vaak diverse taken zijn gedefinieerd. De, constanten en,
sets vormen hierbij
nuttige hulpmiddelen, die veel werk uithanden van
de knowledge-engineer nemen.Obiecteri en attributer':
Een object in DELFI2+ wordt gebruikt teneinde een entiteit uit het applicatiegebied te beschrijven. Een object staat voor een verzameling attributen (de kenmerken van het object), waarvan de waarden direct of indirect bepaald kunnen worden.
Zoals eerder gezegd dieneniobjecten als beschrijving van entiteiten uit een applicatiegebied. In het algemeen mai deze beschrijving van
de werkelijkheid zeer complex zijn. Teneinde toch een goed overzicht te kunnen houden
is het
mogelijk de objecten testructureren. Dit kan gebeuren door de objecten onder te verdelen in hoofd- en subobjecten.
Een attribuut is, een kenmerk van een, object..
Tijdens een
consultatie krijgen sommige attributen waarden toegekend- Het
vinden van waarden van sommige attributen (de goal-attributen) is
is het doel van de consultatie, de waarden van andere attributen zijn nodig om de waarden van de goal-attributen te kunnen bepaleh-Het bepalen van attribuutwaarden kan op de volgende vier manieren geschieden:
Via een vraag aap de gebruiker*
Via een afleiding uit de productieregels, Via een externe procedure (task),
MI Via het inlezen vanuit een data-base of file.
'Eiji de bepaling van de attribuut-Waarden kunnen we de. volgende
"trace-klassen" onderscheiden:
LII TRACECLASS GOAL,
TRACECLASS KEY,
TRACECLASS INITIALDATA,
Door een attribuut be voorzien van, de trace-klasse "GOAL" worat aangegeveh dat het betreffende attribuut doelattribuut is. De
consultatie-sessie is er op gericht de waarde van dat attribuut te bepalen. De waarden van een. daelattribuut zullen nooit aan de gebruiker gevraagd worden.
De trace-klasse "INITIALDATA" geeft a&n. dat de waarde van het betreffende attribuut voorafgaande aan de consultatie vastgesteld dient te warden. Vaak betreffen deze attributen routine-gegevens. Tijdens de consultatie wordt het als hinderlijk ervaren wanneer op een willekeurig moment dergelijke gegevens aan,, de gebruiker
gevraagd warden.
De "KEY" trace-klasSe geeft aan dat de waarde van het betreffende attribuut uit een externe data-base gehaald dient te warden.
Constanten en sets
In pleats van in diverse productieregels,, steeds dezelfde getallen te gebruiken, kan gebruik warden gemaakt van "constanten". Het
gebruik hiervan is identiek aan het gebruik van constanten in
conventionele programmeertalen.
Met behulp van een "SET" kan de knowledge-engineer een verzameling
definieren. Zo,
kunnen
elle landen van de EEG in een SET EEG wardenondergebracht. Elke keer dat in een afleidingsregel aan de landen an de EEG wordt gerefereerd, kan warden volstaan met het gebruik van de set EEG.
Het voordeel van het georuik vao constanten eh sets is dat verandering van een waarde van een constante of van de inhoud van een set, iet elle praductieregels aangepast behoevep te warden.
bij
Tasks
Door middel van beschikbare standaard functies (sin, cos, etc) kan Delfi2+ intern berekeningen uitvoeren. Het is echter ook mogelijk om complexe functies of procedures te definieren met behulp van zogenamde "TASKS".
Deze tasks zijn externe executeerbare programma's. Ze kunnen in een willekeurige programmeertaal (Pascal, C, Fortran77) geschrevenzijn en vanuit DELFI2+ worden geexecuteerd.
2.2.2 Het consultatie-svsteem
Het consultatie-systeem is het domein-onafhankelijke gedeelte van DELFI2+ dat de knowledge-base file manipuleert, op grond van de inhoud van de knowledge-base redeneringen opzet, tot conclusies
komt en de resultaten prensenteert; dit alles al dan niet in
interactie met de gebruiker.
Het systeem bestaat globaal uit de volgende onderdelen:
Het inferentie-mechanisme, Het gebruikers interface.
Deze onderdelen zullen vervolgens apart beschreven worden.
De werkinq van het inferentie-mechanisme
Strikt genomen is het de taak van DELFI2+ om de waarden van een of meer vooraf gedefinieerde (doel-)attributen vast te stellen. Dit proces wordt de consultatie genoemd.
Het afleiden van deze waarden wordt verzorgd door het het inferentie-mechanisme.
Net inferentie-mechanisme kent twee methoden om attribuutwaarden vast te ateliers:,
Achterwaarts redeneren, Voorwaarts
redeneren-Beide methoden zijn beschreven in de vborstudie [Lit.1].
Het inferentie-mechanisme van DELFI2+ werkt met een combinatie van voor- en achterwaarts redeneren, Het gebruikt hierbiji 2 structuren:
De goal-stack,
r
De forwardqueue:OP de goal-stack staan attributen die hog getraceerd moeten warden en in de forwardqueue staan getraceerde attributen waarmee nog niet voorwaarts is geredeneerd.
Aan het begin van de consultatie 'warden an het hoofobject +(het eerste object in de knowledge-base) de GOAL-, INITIALDATA- en KEY-attributen op de goal-stack geplaatst. Het inferentie-mechanisme probeert nu in een aantal itteratieslagen de goal-stack leeg te maken door de daarin aanwezige attributen te traceren. In elke slag wordt afwisselend, backward- en forwardchaining toegepast.
Het aebruikersinterface
Het gebruikersinterface, welke de dialoog tussen de gebruiker eh het expert systeem mogelijk maakt, biedt de volgende faciliteiten:
s
De uitleg faciliteit- Deze geeft de gebruiker de mogelijkheid om tijdens de consultatie, de gebruikteafleidingsregels en de afgeleide feiten. te inspecteren_ In het bijzonder kan hierbij informatie worden verkregen over de reden waarom vragen worden gesteld en hoe feiten zijn. afgeleid.
De trace faciliteit. Deze faciliteit biedt de mogelijkheid, om met een vooraf in te stellen nivo van detaillering, alle
informatie waarover het consultatie-systeem tijdens de consultatie beschikt aan de gebruiker te tonen.
De antwoord modificatie faciliteit. Hiermee wordt de
gebruiker de mogelijkheid gegeven om zowel tijdens als na de sessie reeds gestelde vragen op te roepen en de
antwoorden daarop te modificeren, waarna gekeken kan worden wat de invloed van deze mutatie op de consultatie is.
De bovengenoemde faciliteiten zijn zowel een hulpmiddel voor de knowledge-engineer bij de constructie en evaluatie van de knowledge-base, als voor de uiteindelijke gebruiker van het
systeem.
3 HET APPLICATIE-DOMEIN
3.1 Inleidinq
Nadat in hoofdstuk 1 het teimplementeren probleemgebied is' gekozen zal in dit hoofdstuk het applicatie-domein warden gedefini&erd. Een van de meest voorkomende fouten bij de ontwikkeling van expert systemen is, dat men reeds in de prototypefase te hoge verwachtingen heeft van het gebruik van deze systemen. Hiertoe heeft de uitbundige publiciteit random dit thema aanleiding
gegeven. Het is raadzaam, juist in deze beginperiode de gestelde doelen eenvoudig te houden en niet meteen op een
""state of the art"-niveau te mikken- Haeronder zijn daarom nogmaals de richtlijnen gegeven,
welke van toepassingen zijn op de
teimplementeren kennis en de kens, op een succesvol prototype kunnen
vergrotem
Probleemgebied niet is te triviaal, Probleemgebied niet is te complex, Probleemgebied goed is afgebakend, j. Expertkennis is expliciet te maken,
,Experts willen participeren in project,
Probleem is niet op eenvoudige wijze met conventiOnele technieken op te. lossen.
Uit het bovenstaande blijkt duidelijk dat men bij het formuleren van het doel van het project rekening moet houden met de omvang van het probleemgebied.
Het doel van het project is de ontwikkeling van een diagnostisch expert systeem voor de turbo-compressor van een mieseimotor. Dit deelsysteem is echter nog dentate complex dat, wanneer met zich tot doel stelt het systeem direct in zijn geheel te implementeren, men
de kans loopt het overzicht te verliezen. Om deZe rat:len zal een vereenvoudigd probleemgebied gedefinieerd moeten worden,,, het
zogenaamde 'applicatie-domein".
Dit vereenvoudigen van het probleemgebiedtal enetzijds betrekking hebben op de fysieke grenzen van het systeem en anderzijds op de
te stellen diagnose. In een later stadium is het mogelijk het
systeem zowel in de breedte als in de diepte uit te
breiden-3-2 Net frsieke gysteelm
Het ontwikkelen van een expert systeem is een aangelegenheid die, naarmate het te implementeren systeem in omvang toeneemtb veelomvattender wordt. Er zal zeker bij de ontwikkeling van een, prototype een geschikt applicatie-domein moeten worden gekozen. Dit is de reden waarom in deze paragraaf fysieke grenzen aan het technische systeem gesteld worden.
In deze eerste fase beschouwen we de turbo=compressor als een van de dieselmotor geisoleerd subsysteem. Daar het echter onmogelijk is
de interactie tussen de dieselmotor en de turbo-compressor
geheel te verwaarlozen zullen we de dieselmotor als een "black-box" beschouwen met daarin een aantal vereenvoudigde relaties tussen vermogen, motortoerental en luchtverbruik. Hierbij gaan we er in eerste instantie van uit dat de motor volgens de schroefwet belast wordt.
Pe = C" * [3.1]
pet Pe = effectief vermogen [WI C = constante
n F toerental motor rsomw/s1
IIW.Ar
tier'
Gikalitqt).
-1.3frt . Km- \cartid
ossorpIn een later ontwikkelingsstadium
kuanen belastingen met een
constant toerental (generatorbedrijf) en eventueel een constant
jc pe.1.1 worden toegevoegd. In essentie maakt het geen verschil welke
belastingsvorm gekozen wordt.
Een tweede aanname in dit stadium
is dat we uitgaan van
een.kwalitatieve benadering- Net nauwkeurig kwantificeren van de
Tot slot nemen we de-h, dat de turbo-compressor 21ch in een
"stationaire toestand" bavindt. net prototype expert systeem verkrijgthierdoor een tijdsonathankelijk karaktere Dit impliceert,
dat men pas aan een consultatie met het systeem kan beginnen
-wanneer de de turbo-compressor zich in een evenwichtstoestand
1.3
symptomen die optreden als gevolg van een storing is een zeer
complexe aangelegenheid, daar er zeer weinig meetgegevens aanwezig
zijn. Kwantificeren is
slechts mogelijk door een uitgebreide
computersimulatie of door een systematische beproevingen van een motor op een proefstand, waarbij verschillende itoringen geintroduceerd vorden, waarvan vervolgens de effecten worden bepaald
Beide methoden zijn zeer tijdrovend en daarom in, het kader van dit afstudeerproject achterwege gelaten.
Cy.
Een derde vereenvoudiging
ia
de aannaMe Van de zgn. "'Single FailureHypothese". Deze hypothese geeft aan dat er slechts
earl
storing'gelijktijdig 2a1 optreden en hiermee een unieke set symptomen
tentoonspreidt. Door aanname van deze hypothese is het mogelijk een kennisstructuur te construeren, die verbanden legt
tussen de
mogelijke storingen en de effecten daarvan op het systeemi zonder rekening te houden met complexe interferentie verschijnselen. Deze interferentie verschijnselen welke optreden doordat meerdere storingen op hetzelfde tijdstip optreden,
kunnen in een later
bevindt; dit wil zeggen dat de toerentallen van de turbo-compressor en de dieselmotor constant dienen te zijn.
Deze (beperkende) voorwaarde brengt de volgende voordelen met zich meet
De eenduidigheid van de waarneembare symptomen wordt hiermee bevorderd,
De procesparameters zijn eenvoudig met sensoren te registreren.
Samenvattend ziet het applicatie-domein er als volgt uit:
De turbocompressor is geisoleerd van de dieselmotor. De motor is belast volgens schroefwet.
De symptomen zijn gekwalificeerd. De "single failure hypothese" geldt.
De turbo-compressor bevindt zich in een stationaire toes tand.
Hiermee is het applicatie-domein gedefinielerd. Voordat begonnen kan worden met de werkelijke ontwikkeling van het prototype is het van belang inzicht te verschaffen in
de principes van
de turbo-compressor en de thermodynamische relaties tussen de proces-parameters. Dit teneinde in een later stadium gefundeerde uitspraken te doen omtrent de kwalitatieve relaties tussen deze parameters.3.3 Principes van de turbo-compressor
Het vermogen dat door een verbrandingsmotor wordt geleverd is:
z-Vsffipe.N
Pe
-met Pe : effectief vermogen (W)
pe : gem. effectieve druk (N/m2) z : aantal cilinders
Vs : slagvolume per ci1inder (m3)
N : toerental (omw/s)
i : aantal omwentelingen per procescyclus
Dit vermogen is bij een dieselmotor met gegeven afmetingen alleen te vergroten door verhoging van het toerental N of door toename van de gemiddelde effectieve druk Pe. Verhoging van het toerental leidt ,echter tot grotere waarden voor de gemiddelde zuigersnelheid, die
vanwege de optredende versnellings- en vertragingskrachten de waarde van 10 m/s zelden zal overschrijden.
De enige resterende mogelijkheid om het vermogen te verhogen is verhoging van de gemiddelde effectieve druk PC.
Uit vergelijking [3.2] [Lit.7] blijkt dat de te bereiken effectieve gemiddelde druk ongeveer evenredig is met de aanvangscompressie-druk, en omgekeerd evenredig met de aanvangscompressietemperatuur.
pi nt 273.H0-01 pe
= (1+a-131)ns*- *
Ti b ,000A-1VA~
15144
C) (W)[3.1]
(N/m2) [3.2]1 -Vc Figuur 3. 2c
_At
A.A.?
0.0.1>Fjpiur 31
Fig uur 3,2aVs
met: a = compressieruimte in % van Vs
01 = % van doorlopen slagvolume bij aanvang compressie As = spoeleffect - _
pi = druk bij aanvang compressie (N/m2)
Ti = temperatuur bij aanvang compressie (K)
nt
= motorrendement = luchtovermaatLib = theoretische luchthoeveelheid voor verbranding van brandstof (kg lucht/kg brandstof)
Ho = onderste verbrandingswaarde van de brandstof (J/kg)
al = soortelijke massa lucht bij 1 bar en 273 K (kg/m3)
In figuur 3.1 is het verband tussen Vs, a en pi weergegeven.
Het motorvermogen kan dus worden vergroot door het verhogen van de spoelluchtdruk en door het koelen van de spoellucht, die door het comprimeren een hogere temperatuur verkregen heeft (verg. 4.1).
Om drukvulling te verkrijgen kunnen we de volgende methoden onderscheiden:
m Mechanische drukvulling, waarbij de spoellucht op druk wordt gebracht met behulp van een zuigerpomp of roterende
compressor, die door de motor zelf, of door een afzonderlijk werktuig wordt aangedreven.
Afvoergassen drukvulling, waarbij de verbrandingslucht door middel van een turbocompressor wordt aangevoerd. Deze
compressor wordt aangedreven door een turbine waarin de uitlaatgassen van de motor expanderen en zo hun energie
afdragen.
Vooral de turbodrukvulling wordt momenteel op grote schaal bij dieselmotoren toegepast. Het grote voordeel van dit systeem is gelegen in het feit dat de conpressie-arbeid wordt verkregen uit expansie-arbeid die anders voor een groot deel verloren zou zijn
gegaan.
al=
De werkwijze is schematisch weergegeven in fig 3.2a
Een theoretisch p - V diagram is afgebeeld in fig 3.2b. In dit diagram is eenvoudigheidshalve aangenomen dat p2=p3 (druk na
compressor = druk voor turbine)
Oppervlak ABCDE stelt de arbeid verricht in de motorcilinder voor, terwijl het oppervlak begrensd door de punten 1-2-5-6 de in de compressor verrichte arbeid voorstelt.
Na expansie van het gas in de motorcilinder ken de toestand ervan worden voorgesteld door het punt E. De nog in het gas aanwezige expansie-arbeid kan, wanneer dit zou kunnen expanderen tot de druk voor de turbine pa, worden voorgesteld door het oppervlak 2-3'-E.
Omdat het gas vanuit de cilinder in een uitlaatgassenleiding
stroomt, gaat deze arbeid door werveling verloren en wordt omgezet in warmte. Net volume van het uitstromende gas wordt daarom niet aangegeven door het punt 3', maar door punt 3. De in de turbine verrichte arbeid wordt nu voorgesteld door het oppervlak 3-4-6-5. Het diagramoppervlak dat de (theoretische) turbine-arbeid voorstelt is groter dan het oppervlak dat de (theoretische) compressorarbeid voorstelt. Hiermee is de thermodynamische mogelijkheid van het systeem aangetoond.
Bij toepassing van turbodrukvulling worden twee systemen onderscheiden:
"Gelijkdruk"systeem, waarbij de uitlaatgassen van alle cilinders uitstromen in een gemeenschappelijke uitlaat-gassenleiding, waarin een nagenoeg constante druk heerst.
"Stoot"systeem, waarbij de cilinders op korte, relatief nauwe, individuele uitlaatgassenleidingen aangesloten zijn. Hierin ontstaat direct na het openen van de uitlaatklep een drukgolf.
In de hierna volgende thermodynamische beschouwing zal worden uitgegaan van het "gelijkdruk"systeem. Hiermee kan namelijk de essentie van het hele proces worden beschreven.
Deze beschouwing kan later worden uitgebreid voor het
"stoot"systeem, door een zgn. stootfactor 5 te introduceren.
3.4 Thermodynamische relaties van turbo-compressor
Voor een stationair draaiende turbo-compressor geldt:
Het door de turbine geleverde vermogen is gelijk aan het door de compressor opgenomen vermogen.
Pc ra PT
[3.3]
Hierbij is nog geen rekening gehouden met wrijvingsverliezen. Deze
verliezen kunnen we met het mechanisch rendement no
als volgtintroduceren:
Pc
n. =
[3.4]PT
De massastroom door de turbine is gelijk aan de som van de massastroom geleverd door de compressor en de massastroom
brands tof.
1+Ytot Lth
.
mT::-. 1.03 mc
IN0 t -Lt b
Wanneer we uitgaan van een stochiometrische luchthoeveelheid van 14.5 kg lucht/kg brandstof en een luchtovermaat van 1.8 (4 takt motor met directe inspuiting) volgt tilt vergelijking [3.5]:
19
[3.6]
(i(J/kg.K)!
Flguur 3.2c
hs diagram voor icentrifugaal, compressor
h
(kJ/kg)
Volgens de thermodynamica is de isentkopische arbeid die door een compressor wodt opgenomen gelij,k aan:
XL
(XL-11/XL
WinC = ptvi, /Pt) dolik
flea,
met: Wise = isentropische compressor arbeid (Nm) PI = druk bij aanvang compressie. (N/m2) Vi = volume bij aanvangcompressie, (m31 p2/p1= compressie verhouding.
EL = isentropische exponent = cp/c.
Met behulp van de gaswet voor een ideaal gas:
p-v=
£3.0
net: R = ugasconstante J/kg-X
Ran 13_7j omgeschreven Wotden tot
(tc-1)/TL
zwri
1(1- tpapii 1 Ulm) L3.9]tLl
'Dear
p2/pi
l
is de compressor arbeid negatief. DIt houdt in dater, arbeid dient worden toegeleverd,4
Door het irreversibele verloop van het proces is de werkelijke enthalpietoename h" groter dan de enthalpietoename huts in het
ideale geval: figuur 3.2c. Het verschil tussen de werkelijke enthalpietoename en de isentropische enthalpietoename.:
h"-
/"is
[3.10a]jis tewijten aan wrijving en turbulentie in het loopschoepenkanaal,
20
[1- [3.7]
Wisc =
>
-We definidren nu het isentropisch rendement als de verhouding van
de totale
enthalpietoename in het ideale geval
en de totale
enthalpietoename in werkelijkheid:h"
is
nit
=i 10b1h"
Met [3-10b] wordt de werkelijke compressor larbeidv
Wise
We = (Nm] [3.10c1
nt.ci
Indieh de massa ó ilit ergelijking 13-91 vervahgen wordt door de massastroom
I,
dan verkrijgen we een uitdrukkingvoor het cpgenomen-vermogeni van de compressor,
(tL-1)Itc
Pc = ILRTi [1= 1p2/p11 J
(in
E3.111tL-1 lust
Voor de turbine gelden dezelfde thermodynamische relatieeT
'CC (IG-1)/t
PT =
ICRT3 --- [1-(434/0)
1* ntsr
*On
13.12] ts-121
Combinatie van [3;4], f3.11] en (3-12] geeft.:
(Tc-1)/t4 7ti. (XL-104/XL.
1[1-
{p4/pa
jflFsT2fl.I1. te
1P2/pit 1*(,3.13).
met p =i stootfactor X 1 bij gelijkdruksysteem].We definieren vervolgenS:; ,nc c TIT = T3 "CL 6
=, nc
-fir - 13 Ti 'gubstitutie in p.131 geefti Pa ir (tc-l)/tc nc= 11+ 'it:Ll - 4134/P3)
t0.143
mcDit is de eerste basisvergelijking van een uitlaatgassen turbine. De drukverhouding pill% aan de turbine-zijde wordt verkregen uit de
tweeds basisvergelijking [Lit.6].:t
a-ATe q DT [3.15g
'EL
-\--7
Deze Vergelijking is als voagt verkregent
1 MGRT3 3.5.
-
1 3.5 =( 2 R T3 )
22'
/tot.
Figuur 3.2c
Stroming van een gas door een straalpijp.
Gas is afkomstig tilt een zeer groot reservoir
met constante reservoirdruk.
De door een gegeven doorsnede A gaande massastroom gas bedraagt op grond van continuiteits-overwegingen:
a-c-A (kg/s) [3.15a]
met :a = soortelijke massa gas (kg/m3)
A = oppervlak van doortocht (m2)
c = snelheid van het doorstromende gas (m/s)
De snelheid van gas dat vanuit een reservoir door een straalpijp stroomt (figuur 3.2c) kan bepaald warden met de energiebalans voor een open systeem:
q + wt the - ) (35co2 - %ci2 )
met : q = hoeveelheid warmte (J/kg)
wt.= arbeid (J)
--h
= enthalpie (J/kg )c = snelheid (m/s)
[3.15b]
/
6/AAA-4...e.4-4"fcIndien geen warmte of arbeid wordt toegeleverd en we de snelheid aan de inlaat verwaarlozen, onstaat de volgende vergelijking
voor c (formule van Zeuner)
c =
I 2(ho
-
[3.15c]Indien we uitgaan van een ideaal gas, dan is voor een willekeurige doorsnede met behulp van vergelijking [3.7] te schrijven:
(ts-1)
/Ts
c =
V12
-po -vo [1 (p/po) (Nm) [3.15d]"Cc
1
Met de bovengenoemde uitdrukking voor c kan worden uitgeschreven tot de volgende vorm:
23
+
It 2/x
(tc+1)/tG
24 MT =- Mite' 03R.T31(pe/p3X
(134/p3)]
13.15f]tG=1
1/toi
Poto
4xs-1)/xs
m =
Oo-IP/pol-io-H
2- 1P/Pot ] [3.15e]Co To-1
Met beh4lp van de gaswet is deze vergelijking, on te schrifve±t
tat.:
i(2-xc 2/x VCC +1) itCtl
in = A -oo 2-To-liP/P0) - (p/poD
[3.159
xc-1
Deze algemene vergelijking voor een stationair stromingsproces door een straalbuis kan als volgt worden gebruikt. voor de stroming van gassen door een uitlaatgassenturbine
Thy
(TG-1)/xs
'-: ---[1= (p/po)
1
Orim)uPAM
C. !='
Co
tc-1
Met behulp van de didrukkingein
o = 1/v p-v! = konstant.,
-Volgt
tut
(3.15a2 en [3.15d1;
-(1-== kwad rant 4 kwadrant 3 cm1:6 a. 0.4 0. s. 0.6 0.8
ERRATA bij "ontwikkeling di agnosti sch expert systeem ten behoeve van de turbo-compressor van
een dieselmotor"' 1.0 1.2 1.4 1.6 1.8 2.6 2.4 2.2 2.0
t
1.8 0: 1.2 1.0 0 0.2 bar 1.0 1.2 1.4 16 P3/ P4 Figuur 3.3" P2/Pi 26 2.24. 1,8, 14 v." (0 F4guur 3.4 1.0 07 2.0' I Q02 MilaAregj IAr
a 0.2 0.4 bar 0.6 "IT T3 (1)T.P -3 a AT" k2 - - -kwad rant 2 c-T-11C117Ti nPArra
FAME
CT/ AV-4/SaFr
SFr
Err
ArLiall
\10 I y-1.4Err
IIIW"
"C:-1,34 ' il. 1 .114h4SINIIIIIIIIIiiiIINN..glkiLki__
--___
... 1 P4-=0.6 bar 1 c--r -
-.4111/143..
itic 1 tPTP3 , 70 thy VT I-
, Ct ATea k3 2.8 13 I! rp,' -1c1143 ;1"k?,T:, kwadrant_ 12.4 2.0 to 16 1.2 = TrT P3/P 1.0 1.2 14 15 1:8 20; 1.8 1.2 0.8! 1Hierin is Mei, gelijk aan het oppervlak van de doortocht van de leidschoepen en loopschoepen in serie, inclusief een contractie-coefficient.
De factor a geeft de invloed weer bij het stootsysteem. (a = 1 bij gelijkdruksysteem).
Met OT, de "turbine flow parameter" die als volgt is gedefinieerd:
1 Ts 2/TG
(tc+1)/tc
[(P4/P3)
- (p4/p3)
)Ts
-is vergelijking [3.15] afgeleid. 133Met o3 = wordt vergelijking [3.15] It
ern
arm
metk2 =
/(21R) [3.17]a AT eq k2
De hierboven afgeleide thermodynamische relaties van de turbo-compressor kunnen op overzichtelijke wijze grafisch gepresenteerd worden in het zgn. "Zinner"-diagram.
Dit diagram
(figuur 3.3) beeld- kwalitatief het samenspel vanuitlaatgassenturbine en compressor uit onder invloed van alle
significante parameters.
In het diagram
is de drukverhoudingp2/pi
van de
compressor.:itgezot teen de drukverhouding
p3/p4
van de turbine, met 6 alsparameter.
Daar dit diagram, uitgezonderd de temperaturen, alleen maar
drukverhoudingen bevat, is dit diagram onafhankelijk van de
25
afmeting van de verschillende componenten en daardoor toepasbaar voor elke enkeltraps turbo-compressor.
Bij dit diagram is uitgegaan van:
j
3 ar /
MC = 1.03Uit het figuur blijkt dat uitgaande van evenwichtstoestand
Bij een toename van de rendements term ncenT van 12-5 % het, werkpunt verschuift van punt 1 naar punt 2. Uit het diagram blijkt dat de drukverhouding daarbij toeneemt.
u Bij een verhoging van de temperatuur 41'3[ de factor
Drep3
meteen factor 113 (punt3") toeneemt en daardoor een verhogiffd van de drukverhouding pilp, (punt 3') teweeg brengt. Als gevolg hiervan zal ook de drukverhouding pa/pi toenemen.
Bij een gegeven motorvermogen is de drukverhouding
p2/pt
afhankelijk van het het doorstroom oppervlak van deleid- en loopschoepen. Wanneer ATeq afneemt, zullen hierdoor
121.-p3 (punt 4") en pilp, (punt 4'1 en pill,' (punt 4) elle
toenemen,
FigUur 3.3 beVat
de Meest essentiele telaties van de
turbo-compressor, =ear ter vereenvoudiging van, de berekeningen kan het diagram met twee kaadranten worden. uitgebreid iffiguurKwadrant (3) met daarin de verhouding tussen
Mr/aAreq
en 0/1.3als functie van de turbine intree temperatuur Tas
Kwadrant 44Y met daarin de verhouding tussen de massastroom ,gas en de massastroom lucht. Dit kwadrant is vail belang
indien een tweede parallel geplaatste mechanische turbo compressor wordt toegepast.,
26
1:
Met behulp van dit diagram kan nu voor elke situatie op grafische wijze de evenwichtstoestand van de turbo-compressor bepaald worden. Hiertoe kan in elk willekeurig kwadrant gestart worden.
In paragraaf 4.4.3 zullen de hierboven gevonden relaties gebruikt worden bij de bepaling van nieuwe evenwichtspunten bij een variatie van een of meerdere parameters ten gevolge van een storing.
SII11
4 BOUW VAN EEN PROTOTYPE EXPERT SYSTEEM
4.1 Inleiding
In de praktijk is de bouw van een (prototype) expert systeem een moeizaam en langdurig proces,
waarbij voor ieder probleem een
andere oplossing moet warden gevonden. Er zijn nog geen standaard methoden en technieken, die in elle gevallen tot het gewenste doel
leiden. Ondanks het feit dat voor de constructie van het expert systeem beschikt kan warden over een empty shell systeem, moet toch warden toegegeven dat veel energie geinvesteerd dient te warden am
tot een bruikbaar geheel te komen.
Het is daarom raadzaam am
systematisch te werk te gaan.
Het verdient de aanbeveling am bij de ontwikkeling van een computer-programma te beginnen met het opstellen van een globaal structuur-diagram, met daarin op schematische wijze aangegeven uit welke onderdelen het te ontwikkelen programma gaat bestaan en wat de specifieke taken van deze onderdelen zijn. Dit teneinde bij het verloop van het project de grote lijn niet te verliezen.
Verder kan terwille van een gestructureerde aanpak bij de
ontwikkeling van technische systemen, waaronder de expert systemen de volgende fasering warden aangebracht [Lit.4]:
De identificatie fase, De conceptie fase, De formalisatie fase, De implementatie fase, De evaluatie fase.
Deze fasen zullen in de volgende paragrafen beschreven warden.
Figuur 4.1
Structuurdiagram expert systeem
voor storingsdiagnose turbo-compressor
Proef stand
gegevens
huidige
toestand
correcties
diagnose
verwachting
Belasting
iso temp.
iso druk
kennis
4.2 Structuurdiagram
prototype
expert systeemIn figuur 4.1 zijn op schematische wijze de te ontwikkelen programma onderdelen in kaart gebracht.
We gaan hierbij uit van de proefstandgegevens van een bepaalde dieselmotor. (In dit geval van de 18 TMS410 VL, een 18 cilinder
V-motor gefabriceerd door
Stork Werkspoor Diesel) De gebruikte proefstandgegevens zijn in Bijlage B opgenomen.De proefstandgegevens, die verkregen zijn bij het testen van een nieuwe motor op de proefstand zullen bij dit prototype als
referentiewaarde dienen. Daar de beproeving van een motor op de proefstand onder omgevingscondities geschied, dienen de verkregen metingen genormaliseerd te worden near standaardcondities voor
temperatuur en druk. Dit om in een later stadium de referentie-waarden te kunnen vergelijken met andere genormaliseerde meet-waarden.
Als standaardcondities gaan we uit van de iso-condities:
tiucht = 27 °C
pi IICht = 1 bar
De voor de ontwikkeling van dit prototype relevante, genormali-seerde ref erentiewaarden, die in het proefstandprotocol gediscretiseerd naar vijf belastingstoestanden zijn weergegeven, worden vervolgens met behulp van curvefitting programmatuur getransformeerd naar polynomen, als functie van het motorvermogen. In Bijlage C zijn deze polynomen, met bijbehorende functievoor-schriften weergegeven.
Met behulp van externe programmatuur is het mogelijk deze polynomen te manipuleren teneinde bij elk willekeurig gekozen vermogen, de referentiewaarden van de procesparameters te bepalen.
nrn
Als alternatief voor het gebruik van de proefstandgegevens. is het mogelijk de waarden van de procesparameters te traceren met behulp van numerieke simulatie van het motor/turbo-compressor gedrag. Zen dergeljjke-Ranpak heeft als voordeel dat er een meer uniform systeem verkregen wordt. Hiertoe dient echter eerst een bruikbaar model van het gaswisselsysteem van de dieselmotor ontwikkeld te worden. In hoofdstuk 5,, "Projectvoortstellen" zal. hier nog nader op teruggekomen
worden-Me op hierboven beschreven wijze verkregen procesparameters, warden
vervolgens vergeleken met de momentane waarden van de
proces-parameters. Deze waarden, die met behulp sensoren en registratie-apparatuur te bepalen zijn, dienen echter eerst naar standaard omgevingscondities genormaliseerd te worden,
Wordat
ze inaanmerking komen om vergeleken te warden,
'Het verschil tussen de referentie waarden eh de atomentahe viiarden is een maat voor de performance van de turbo-compressor. Als gevolg van continu verlopende processen zoals slijtage en vervuiling -zullen na verloop van tijd de verschillen hier symptomen genoemd,
steeds groter warden.
Door deze symptomen te manipuleren met de geldende thermo= dynamische relaties (paragraaf 3.4) aangevuld met ervaringSkennig van experts,
zal het expert systeem in staat moeten 2ijn ten
diagnose te stellen.
Hierbij zijn we in eerste instantie vooral geinteresseerd in, het type storing. Later kan het systeem uitgebreid warden opdat hit aanbevelingen geeft over nieuwe motorinstellingen of te plegen toestandsafhankelijk onderhoud.
4.:3 De identificatie rasa
In deze paragraaf
zulleh
enkele belangrijke aspecten van het, in het vorige hoofdstuk gedefinieerde applicatie-domein worden vastgesteld- Teneinde dit te kunnen verwezenlijkenis het van
STORINGEN
Turbo-compressor
Turbine deel
straalpijpring vervuild
straalpijpring beschadigd
Ioopschoepen vervuild
loopschoepen beschadigd
afdekring vervuild
-afdekring versleten
Compressor deel
-compressor vervuild
compressor beschadigd
diffusor vervuild
-diffusor beschadigd
inlaatfilter vervuild
Smeerolie systeem
temperatuur storing
t;.druk storing
-lager storing
Koelwater systeem
temperatuur storing
druk storing
interne lekkage
Turbine sheeting storing
Compressor spoeling storing
aTcrk_
Tabel 4.2
SYMPTOMEN
Turbo-compressor
Turbine deel
-temp. gas turbine intree
ET_T_II
druk gas turbine intree
IT_P_II
temp. gas turbine uittree
1T_T_U]
druk gas turbine uittree
[T_P_UI
Compressor deel
drukverschil over
filter
-temp.
lucht na compresor
[C_T_Ul
druk lucht na compressor
[C_P_U]
Koel water systeem
temp. koelwater turbine intree
[K_T_I]
druk koelwater turbine intree
IK_P_II
temp. koelwater turbine uittree [K_T_U]
druk koelwater turbine uittree 1K_P_U1
Smeerolie systeem
temp. smeerolie voor turbo-compr[S_T_II
druk smeerolie voor turbo-compr IS_P_II
-temp. smeerolie na turbo-compr [S_T_U]
-druk smeerolie na turbo-compr
[S_P_Ll]
Algemeen
-toerental turbo-compressor
-trilingsnivo turbo-compressor
-geluidsnivo turbo-compressor
[n_turbl
C_P_F)
belang terug
te blikken naar het doel van het project:
"Hetontwikkelen van een prototype diagnostisch expert systeem". De volgende vraag is nu evident: Wat omvat een diagnose eigenlijk? Men dient een systeem aan een diagnose tc anderworpcn, indicn het
een ongebruikelijk gedrag vertoont, hetgeen kan worden vastgesteld omdat er waarneembare symptomen zijn; het systeem werkt niet naar behoren, er treedt een alarm in werking, er is geen reactie op de invoer etc. Deze waarneembare symptomen hebben achterliggende
oorzaken, die meestal in verband staan met bepaalde onderdelen van het systeem, die gereinigd, gerepareerd of vervangen dienen te warden am de genoemde symptomen te elimineren.
Diagnose heeft tot taak deze achterliggende oorzaken op te sporen. lilt deze beschrijving volgt dat het expert systeem, met behulp van de geimplementeerde kennis, eenduidige verbanden zal moeten kunnen
leggen tussen de waarneembare symptomen en de achterliggende oorzaken om tot een correcte diagnose te komen.
4.3.1 De achterliggende oorzaken
Zoals reeds vermeld zal een niet correct functionerend systeem een ongebruikelijk gedrag tentoonspreiden. Dit gedrag is in de meeste gevallen het gevolg van het falen van een (of meerdere) componenten van het systeem.
Een component heeft gefaald wanneer het zijn
specifieke functie niet meer kan uitoefenen. Een component kan op een tweetal manieren falen [Lit.5], het kan of zijn functie totaal niet meer vervullen (complete failure) of een van zijn tolerantie-intervallen overschreden hebben (partial failure). In beide
gevallen zal dit invloed hebben op functie vervulling van het
sys teem.
Het moge duidelijk zijn dat voor het stellen van een diagnose van een complex technisch systeem, kennis over de faalwijzen van de systeemcomponenten van essentieel belang is.
Teneinde dit te bewerkstelligen zijn systematisch al de mogelijke faalvormen die bij de turbo-compressor kunnen optreden achterhaald. Een lijst van de storingen is gegeven in tabel 4.1.
4.3.2 De waarneembare symptomen
Expert systemen dienen in voortdurend contact met bus omgeving te staan. Vanuit deze omgeving betrekken zij "on-line" dan wel "off-line" allerlei soorten gegevens als input. Deze input kan bestaan uit waarden van procesparameters, informatie over systeemcondities en/of andere waarneembare symptomen zoals trillings- en geluids-nivo.
Deza waargenomen symptomen, velke voortvloeien uit een Storing,
bezitten vaak eigenschappen die op verschillende
manieren teinterpreteren zijn. Met deze eigenschappen zal in de volgende fasen terdege rekening moeten warden gehouden, teneinde verlies van eenduidigheid van de diagnose niet te riskeren. Deze eenduidigheid
is
erg belangrijk in verband met
het beperken van het aantal
onnodige acties, zoals wijzigingen van instellingenr, reparaties of onderhoudswerkzaamheden.
In tabel 4.2 is een lijst weergegeven met
daarin systematisChvermeld al de waarneembare symptomen die relevant kunnen zijn bij de storingsdiagnose van een turbo-compressor. Bij het opstellen van deze lijst is rekening gehouden met haalbaarheid van de metingen.
Deze lijst impliceert echter niet dat al
de ,genoemde proces-parameters werkelijk geregistreerd worden,.APAA-Vvt
ttbt4d
/RA-4mt/L 4_3 3 De moduierIng van de ienni.32
Teneinde de overzichtelijkheid van het applicatie-domein te
vergroten zijn binnen het systeem de "turbo-compressor" de volgende subsystemen gedefinieerd:
Het compressor systeem Het turbine systeem Het koelwater systeem Het smeerolie systeem
tis
Deze subsystemen, die in de knowledge-base overeenkomen met de
objecten, bezitten allemaal hun specifieke storingsvormen en
symptomen. Het op deze wijze moduleren van kennis heeft de volgende voordelen:
De kennis in de modules is gemakkelijk tilt te breiden en te corrigeren, zonder dat dit consequenties heeft voor de structuur van de gehele knowledge base.
Een module behoeft slechts eenmaal te worden gedefinieerd om vervolgens meerdere malen in verschillende subsystemen
te kunnen worden toegepast.
koelwater
systeem
Figuur 4.3
Functioneel blok diagram
Turbo-compressor
koelwater
I KOE LE FlDieselmotor
It
smeerolie
smeerolie
systeem
4.3-4 I) anteractie met de gebruiker
tegenwoordig wordt bij het. diagnostiseren van storingen bij
complexe systemen gebruik gemaakt van onderhoudsboeken. In deze boeken zijn voor veel voorkomende storingen de relaties tussen de
symptomen en de storing vermeld.
Net is echter niet altijd direct mogelijk een eenduidig verbamd tussen symptomen en storingen aan te geven. Afhankelijk van de grootte en complexiteit van het systeem, client meestal een aantal vragen te worden beantwoord en/of testen te worden uitgevoerd, dit alles met het doel duidelijkheid te verkrijgen over de conditie van het systeem.
Het stellen van een diagnoSe
geschiedt sneller naarmate dete
beantwoorden vragen en de te verrichten tests simpeler van aafd
zijn.
Bij een expert systeem dienen de door de gebruiker te beantwoorden vragen en de uit te voeren tests eveneens simpel van aard te zijn.
Tevens dient de kwantiteit van de te
stellen vragen zo geringmogelijk te zijn, waarbij niet elk villekeurig gegeven geschikt is on gevraagd te worden. Men moet de gebruiker dus niet vragen een temperatuur te meten op een onbereikbare pleats of tern een test laten uitvoeren, waarbiji h&j eerst het gehele werktuig client te demonteren.
De constructeur van het expert systeem zal dus goed moeten weten wat hij wel en wat hij niet aan de gebruiker kan vragen.
Net behoeft verder geen betoog dat bovenstaande van invloed is pp mde structuur van de te implementeren kennis.
conceptie rase
_ _
In
de conceptie fase
zal met behu1p. van de gegevens uit de
identificatie fase een eerste concept van de
te implementeren kennisstructuur worden gemaakt.Hiertoe wordt allereerst een functionele beschouwing van de turbo-compressor, waarbij alle subsystemen besproken worden, gegeven.
Vervolgens zullen de relaties tussen de waarneembare symptomen en de achterliggende oorzaken met behulp van een nader te bepalen geschikte evaluatiemethodiek worden
bepaa1d-4-4.1 De functionele beschriiving
Na het bestuderen van een technisch systeem is
men
in staat een functioneel blokschema van het systeem op, te stellen. Het functionele blokschema is in feite een volgens de systeemhierarchieopgebouwde indeling van een technisch systeem. Het systeem is
daarbij volgens de te vervullen functies opgedeeld in subsystemen, weergegeven in een blokschema, waaruit tevens de functionele relaties tussen de subsystemen naar voren komen. Vervolgens worden
de functies van de subsystemen vastgesteld,
en kan van ieder
subsysteem een functioneel blokschema worden opgebouwd. Het is mogelijk hiermee door te gaan tot uiteindelijk het onderdelennivo is bereikt. Het doel van deze grafische, weergave is in de eerste pleats duidelijkheia. In figuur AR.3 is het functionele blokschemat van een turbo-compressor weergegeven.
Deze functionele benadering van het
technische systeem wordt tijdens de verdere ontwikkeling van het expert systeem alsbasisgegeven
beschouwd-35
Zoals reeds in paragraaf 4.3.3 is beschreven kunnen
we het systeemi
"turbo-compressor" opdelen
in vier
subsystemen,
die
elle
een
specifieke
functie
vervullen.
Deze
subsystemen,
met
hun
ter
vervullen functies en met de belangrijkste componenten waaruit zij
opgebouwd zijn, zullen in de volgende paragrafen worden beschrevem.
4 4 1 1
Het compressor systeem
Functie: Het via een roterende as arbeid aan een stroMehd medium
thier lucht) toeleveren
met als
doe eendrukverhoging
te bewerkstelligent. flit druknivo is afhankelijk van het
toerental van en de massastroom door de turbo-compressor.
Componenten:
De geluidsdemper
Net inlaat luchtfiltero
De impeller,
De diffusor.
Diverse sensoren,
4-4.1.2 Het turbine systeemi
Functiei:
Het er doorheen stromende medium Nitlaatgassen) arbeid
te laten afgeven aan een roterende as. Deze arbeid wordt
verkregen door expansie van, de uitlaatgassen. De op deze
wijze
verkregen
arbeid
vordt
aangewend
voor
de
aandrijving van de compressor.
domponenten:
De straalpijpringe
Het loopschoepen
De afdekring,
Diverse sensoren,
.36f) , wiel,&Ix)" °L62-L
()-0,Af\-
cvn'
r-'Ar1e--2lw-er?
4.4.1.3 Het koelwater
systeemU'AAA'
--GV\11-1/6;''
dtit"
CThpl,t4r1.01-
0/3 -bite,
Functie: Het koelen van het turbinehuis, dat door delangsstromende uitlaatgassen zeer warm kan worden. Het koelsysteem is normaliter een deel van het totale zoetkoelwater systeem van de dieselmotor.
Componenten: Toe- en afvoerleidingen.
Een netwerk van koelwaterkanalen door het turbine
huis.
Diverse sensoren.
4.4.1.4 Het smeerolie systeem
Functie: Het verlagen van de wrijvingsweerstand tussen rotoras en lagers teneinde slijtage te voorkomen alsmede het
afvoeren van wrijvingswarmte en reduceren van
cons tructiegeluid.
Net smeerolie systeem is even als het koelwater systeem, onderdeel van het smeerolie systeem van de gehele motor, doch met dit verschil dat er op een bepaalde hoogte boven de turbo-compressor een aflooptank is geplaatst, die er voor zorgt dat bij falen van het systeem, de lagers nog gedurende enige tijd (de uitlooptijd van de turbine) gesmeerd blijven.
De smeerolie wordt onder druk naar de lager toegevoerd, alwaar de olie na zijn smerende werking te hebben verricht atmosferisch afloopt.
Componenten: Toe- en afvoerleidingen,
De lagers aan de turbine- en compressorzijde. Diverse sensoren.
4.4.2 De evaluatiemethodieken
Sinds de laatste jaren toont de gebruiker grote belangstelling in de bedrijfszekerheid van technische systemen. Aan de onderhoud-baarheid en de veiligheid warden ook steeds hogere eisen door de gebruiker gesteld. In de jaren 40 is men dan ook begonnen met het ontwikkelen van evaluatiemethoden voor de analyse van de
beschikbaarheid en veiligheid van technische systemen. Met deze methoden is men in staat in een vroegtijdig stadium ontwerpfouten
aan te tonen. Deze methodieken zijn in wezen niets enders dan
procedures die de mogelijke storingen achterhalen en deze koppelen aan de optredende symptomen.
Dergelijke methoden kunnen hierdoor oak een bruikbaar hulpmiddel zijn bij het construeren van een diagnostisch expert systeem. De evaluatiemethodieken zijn op te delen in twee groepen:
De eerste groep doorloopt de relaties tussen oorzaak en gevolg in causale richting. Vanuit de veroorzakende
gebeurtenis wordt de gevolggebeurtenis bepaald, hierdoor wordt deze evaluatiemethode ook wel de 'causale' of
'forward' methode genoemd.
Be tweed& groep van evaluatiemethoden heeft een deductief karakter. Men stelt hier eerst vast dat het systeem gefaald heeft en noemt dit voorval de "topgebeurtenis". Vervolgens wordt systematisch teruggeredeneerd tot aan de gefaalde component die de ongewenste togebeurtenis heeftveroorzaakt. Deze methode wordt ook wel de "anti-causale", "backward" of "top-down" methode genoemd.
Seidel evaluatiemethodieken zullen in de volgende paragrafen warden besproken, waarna de meest bruikbare wordt geselecteerd.
4.4.2.1 De causale evaluatiemethode
Een causale evaluatie is
een systematische evaluatie van een
systeem of subsysteem die begint met elementaire gebeurtenissen die plaatsvinden op het laagst zinvolle systeemnivo. Een van de
bekendste methoden van deze groep is de "Failure Mode and Effect Analyses" (FMEA). Het betreft hier een kwalitatieve benadering (wat
zijn de gevolgen van een storing?)
met het doel de mogelijke
storingsvormen of faalwijzen (failures modes) van een systeem te catalogiseren en de effecten daarvan op de systeem functie na te gaan. Over het bestaan van verschillende soorten faalwijzen is reeds in paragraaf 4.2.1 gesproken.
Bij de FMEA-methode warden achtereenvolgens de volgende stappen doorlopen:
Ontleed het beschouwde systeem in een functioneel blokschema en geef een
beschrijving van het doel en de werking van ieder blok.
Maak per blok een lijst van alle onderdelen en de bijbehorende storingsvormen.
Beschrijf de relaties van een falend onderdeel ten opzichte van het totale sys teem.
4.4.2.2 De anti-causale evaluatiemethode
De anti-causale evaluatiemethode gaat ervan uit dat het systeem heeft gefaald, dit falen wordt de topgebeurtenis genoemd. Deze topgebeurtenis wordt deductief opgesplitst in alle andere gebeurtenissen die tot deze topgebeurtenis hebben kunnen leiden.
Een voordeel van deze methode is
dat gecombineerde storingen verwerkt kunnen worden, dit in tegenstelling tot de causale evaluatiemethode en dat de relaties tussen oorzaak en gevolg vanaf systeemniveau tot componentniveau gevolgd kunnen worden.Een nadeel van deze methode is dat er mogelijk oorzaken die tot de topgebeurtenis leiden, vergeten worden.
Een zeer bekende anti-causale evaluatiemethode is de "Fault Tree Analyses" methode (foutenboomanalyse).
Voor de ontwikkeling van een diagnostisch expert systeem ten
behoeve van de turbo-compressor van een dieselmotor blijkt dat de hierboven beschreven "FMEA" evaluatiemethode zeer doelgericht
werkt. De met deze methode verkregen relaties tussen
storings-vormen en symptomen zijn rechtstreeks in de knowledge base te
implementeren.
In de volgende paragraaf is systematisch aangegeven wat de effecten van de in paragraaf 4.3.1 vermelde storingen zijn.
Ter verkrijging van de relaties tussen storing en symptoom is
gebruik gemaakt van de thermodynamische relaties welke beschreven zijn in paragraaf 3.4. Deze feitenkennis is zonodig aangevuld met ervaringskennis van een aantal experts op het gebied van turbo-compressoren.
De methode die is toegepast ter acquisitie van deze ervaringskennis is beschreven in bijlage C.
o
,;) r_0
co OFa
gllh
0111111 911111fill
1111111II 110111 11/10/11 111 1 1 '11111
lilli
ill1111011 11111 01;10141111II
11111101111111 IlliIl NO 11100Mil
ill III 11111111111[1.1i1;t1illillfilh' Ill II
Iii Nil 111011 NI II
1111,.. _
, 1P
im ilimer-L1F0 ars
trill 9
orI
l'ill I 111111"n441tIll's'ifri 14/11/1110 I'11 616 11 IlioNoSIARIhillt,i
I, f 1ilii ii i1111
1111111 III 11ill
1111 11 11111 11/11/11 1,111141111$111411111 'POI I i m 0 1111 II III!lid 111,,it Iti tlitikirt.i : IN
III 11h1 11 :hi iegliill 111v h14 Ilt
illiill
'hill III 1011 1
Hi 1 OM 11/11/11 11 IIIII" 911 111 Ili till 0 1 101111111110111111111111 liiiiiiiii 11r;1r111 11811) 11111111111 1111111 111114 . Ii iiiiiMill 14141i Pkilqt14111111111.111111111likplii
Ilkhlivibd1141114111111114111PYItr III 1:11111 11111 11101111111111 III 11 111h '
1Ili
11 III' IIIIiilliiiiplogllishitihiro.11.11,111
iminiiiii 1 1,19ditmoiniiiim
Hi Mil 1111 IN8:111111
dill Inl
II III .1
'
1-_z_ 110111 11/11/00 filillitootimuili iiili ill
....11.3__, ri; 7.,
1111
Irooliiill
Ill 1111111 Ho ollilillimorioliiil
god
IIIlirsiliiliiimpliloiliihill
oillo
idol
iliiiiiq
lolltd
inigiol goo Hirai
1111101/ 11°1110111111H11 11 11 ill 11 1111 Iii 11/11/11 Ill 110ffl 111110 III 11 III RH I II 11 1 1 MEI 11111111101111111111 11/11/11 11191111114
ii !fide NI
111111111.:11:"111:1111111MI I I TIM Wel
1111 NMI hi
1111 11 NI
3 11/11/1Iii
11oi wool
11U11 !Med IN I I II!!!! "tit
III 111 I U1III1 111011 II 1 II IIUI 11 111111111 111101 1 1 111 01/11/1111 11 11110 11111011111 11/11/11111d1 bill
II 011 II HAniIiuhiiiioQi
11/11/11illiilorrAnn
IINIIIIIUHI!IIIIO! 1011111 IIMUIIIIH I 1101111 hill II liflIllIllhull
iiiLIMON
111111111111 IIor
.1
in
eu 111hIG:11'11;111 nI11111I111011111111 1E/11/11M" 1111101 111111 II fill Ui II Il NI UI 111 111 III NB 0011 ii II III Ii I 11111 11111 II Illconsequenties:
H toerental van de turbo-compressor /etal afnemen.
ViCtjM s
4.4.3 Relaties tussen storinaen en symptomen
Straalpijpring slijtage
Ten gevolge van de schurende werking van gassei door de straal-pijpen zal op den duur de doortocht door slijtage toenemen.
Deze vergrote doortocht heeft voor de turbo-comi,ressor de volgende
oorzaak: continuiteitsformule : m = c-A-)= constant
dus minder kinetische energie in gassen.
met
1 :
massastroom (m3/sec): soortelijke massa (kg/m3)
A : oppervlakte van doortocht (m2)
c : snelheid (m/s)
Een verlaging van het toerental zal bij een constant
-compressorrendement leiden tot een lagere drukverhouding nc
en een geringere massastroom lucht.
bewijs: Volgt uit compressorkarakteristiekl. (fig 4.5a)
Een lagers drukverhouding nc leidt bij een constante inlaatdruk pi tot een lagere eindcompressiedruk
p2.
Een lagere p2 leidt bij constant motortoerental en vermoaen en dus bij een constante inwendige wrijving tot een
(r
,..._ evenredige verlaging van
pa.
?el wow (AA
JZ/V CAir. f 2. lo'
De compressorkarakteristiek is gegeven in volumestromen die genormaliseerd zijn naar aanzuigcondities. Daar de massastromen ook genormaliseerd zijn is de verhoudino tussen beide een constante waarde voor c.0 1-rii1J1
ck,frA kr)
Up\ t\QA,
v,\,661PAil
5
1t 2,0,440411_
41
Al--.
0,C I Figuur 4.5b I Srraaipijpring slijtage ? hiL, 0 1
,
4?0 , ril r ' ` m C r, at il 3,2 Ti n = 11 P Ti C T AII4
.A.44
KO
_n1
kikl.
II Iri-,
2,8 Ir
,
.4 Ars
IF
Arampw
-AliraPAPararS
wiri-asois
-aill .---.a.1 2t4