• Nie Znaleziono Wyników

Woningbouw/netwerk van deelprocessen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Woningbouw/netwerk van deelprocessen"

Copied!
102
0
0

Pełen tekst

(1)

INFORMATIETECHNISCHE INFRASTRUKTUUR VOOR DE WONINGBOUW working paper 1

WONINGBOUW INETWERK VAN DEELPROCESSEN

ir H.L. Swe!s

Onderzoeksgroep prof. ir A.A.J. Pols prof. dr ir H. Priemus dr ir W.A.H. Thissen drs W.J. Stam ir H.L. Swets D. Buwalda ir P. Groetelaers Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurskunde Thijsseweg 11 2629 JA Delft

Delftse Universitaire Pers Stevinweg 1 2628 eN Delft tel. 015-783254 c::::LO 9..0 \ ~

\.3

Bibliotheek TU Delft

1111111111111

(2)

CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG

Swets, H.L.

Woningbouw: netwerk van deelprocessen / H.L. Swets ;

(red.) J. Onderzoeksgroep Informatietechnische infrastruktuur voor de wo-ningbouw: A.A.J. Pols •••• (et al.) - Delft: Delftse Universitaire Pers. - 111.-(Bouw informatica ; 1)

Uitg. in opdracht van het Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurs-kunde, Delft. - Met lito opg.

ISBN 90-6275-011-7

SISO 691.3 UDC (69:721.01:728.1) (492) Trefw.: woningbouw; Nederland; onderzoek.

Copyright 1987 by Delft University Press, The Netherlands

No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means, without writtenpermission from the pub-lisher: Delft University Press.

(3)

Dit rapport verschijnt in het kader van het Innovatiegerichte Onderzoeksprogramma Bouw. De Programmacommissie IOP-Bouw, voornamelijk samengesteld uit deskundigen afkomstig uit het bedrijfsleven en de onderzoekswereld, stimuleert de U niversitaire- en TNO-organisaties toepassingsgericht onderzoek uit te voeren.

Beoogd wordt daarmee de technologische vernieuwing binnen de bouw te bevorderen. Ter uitvoering van haar doelstellingen zijn aan de Programmacommissie de financiële middelen toegekend door overheid en georganiseerd bedrijfsleven die zij gebruikt om de uitvoering van dit onderzoek te subsidiëren.

De wetenschappelijke verantwoordelijkheid voor de inhoud van de rapportage ligt volledig bij de uitvoerders van het onderzoek.

Onder bronvermelding en slechts na goedkeuring van de uitgever mogen gedeelten uit dit rapport worden overgenomen.

Op grond van het belang voor de gehele bedrijfstak is dit rapport voor iedere belanghebbende verkrijgbaar bij de Delftse Universitaire Pers.

(4)
(5)

Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

2

2.1

2.2

3 3.1 3.2

3.3

3.4

3.5

3.6 3.7

3.8

3.9 3.10

3.11

3.12 3.13 3.14

3.15

4. 4.1

4.2

4.3

4.4 4.5 4.6 4.7 4.8

4.9

4.10

4.11

4.12 4.13 4.14 4.15 4.16 5 6 Samenvatting Inleiding

IOP-werkplan "Bouwinformatica en computergebeuren" OTB onderzoek "Informatietechnische infrastructuur voor de woningbouw"

Verder uitgebrachte working papers Doel en opzet van dit rapport Indeling van de rapportage Literatuuronderzoek

Eerste verkenning Begrippenafbakening Schematuur en procesweergave

Inleiding

Het bouwproces volgens Burie

Procesbenodigdheden volgens Priemus Ontwikkelingscyclus laagbouw

Het bouwproces in hoofdlijnen volgens de Nationale Woningraad Het besluitvormingsproces volgens DHV

Activiteitenoverzicht nieuwbouwproces volgens .ARO Het 'weloverwogen bouwproces' volgens Staadegaard De fasering van het bouwproces volgens De Bondt et.al.

Kennisoverdracht tijdens de stedebouwkundige planfase volgens Adviesgroep Partners

Informatieverwerking tijdens het bouwproces volgens de BNA Het bouwproces, planningstechnieken volgens Bibo et.al. Stap voor stap naar een woningbouwplan

Bouwproces volgens de SAR Conclusie

Het bouwproces: veertien deelprocessen Inleiding

Ruimtelijke ordeningsproces

Programmering van de volkshuisvesting Grondexploitatieberekeningsproces

Proces ontwerp civiele werken en uitvoering Ontwerpproces bouwplan

Grondverwervingsproces Bouwvergunningsprocedure

Financieringsproces, incl. subsidiëring Prijsvormings- en aanbestedingsproces Bouwuitvoeringsproces

Voorbereiding van de uitvoering Werk-en uitvoeringstekeningen Inrichting bouwplaats Directie Oplevering Toewijzingsproces Woningbeheersproces Bewonings-j gebruiksproces Grondexploitatieproces Conclusies Partijen en rollen Samenvatting en conclusies 1 1 1 2 3

3

5 5

5

9 9 9 11 13 16 18 19 21 23

24

26

27

29

31

33

35

35

37 41 45 47

49

53

55 55 58 59 59

60

60

60

60

61

62

66 66 67

68

73

(6)

Bijlage I Bijlage 11 Bijlage 111

Literatuur

Decompositie ontwerp-, prijsvonnings- en aanbestedingsproces Ruimte voor reactie

(7)

Samenvatting

De workingpaper 'Woningbouw, netwerk van deelprocessen' vormt één van de deelrapporten uit een reeks, in het kader van het door het IOP-bouw aan het OTB opgedragen hoofdlijnproject "Informatietechnische infrastructuur voor de woning -bouw". Doel van dit hoofdlijnproject is het voorbereiden en opstellen van een informatie structuurplan en het scheppen van een (theoretisch) kader voor de beschrijving van de informatievoorziening tussen partijen in de woningbouw, waarbij een systematiek ontwikkeld moet worden voor het identificeren van de relaties tussen de verschillende aspecten en onderdelen van het informatievoorzieningsproces in de woningbouw. Hierbij is het essentieel dat mede gewerkt wordt vanuit in de praktijk levende problemen.

Tijdens de eerste fase van het onderzoek wordt het accent gelegd op een drietal hoofdactiviteiten:

I Het inventariseren en evalueren van eerdere en lopende pogingen tot standaardisatie en structurering, met een accent op de bouw, maar ook op andere bedrijfstakken, TI Het ontwikkelen van een kader voor beschrijving van informatievoorziening en

informatie-uitwisseling in de bouw. Het accent ligt hierbij op de beschrijving van het bouwproces in termen van deelprocessen en informatiestromen daartussen, TIl Confrontatie van het onder (11) ontwikkelde kader met de praktijksituatie.

Een eerste stap op weg naar een informatietechnische beschrijving van het (woningbouw- )proces (11) is gezet in de onderhavige rapportage 'Woningbouw, netwerk van deelprocessen'. Dit rapport beschrijft aan de hand van literatuuronderzoek en interviewresultaten het woningbouwproces in termen van veertien aan elkaar gerelateerde deelprocessen.

Met betrekking tot de theorievorming in het kader van de beschrijving, de structurering, de organisatie, dan wel de besluitvorming in de bouw, valt uit de literatuur geen eenduidig beeld te vormen van de procesweergave.

Allereerst zien wij bij een aantal wetenschappelijke onderzoekers een theorievorming vanuit een beschouwing van het bouwproces als coalitievormingsproces (Burie), of vanuit een meer marktgerichte benadering (Priemus). Modelvorming bij de beschouwing rond de procesgang in de bouw staat daarbij voorop.

Anderen richten zich meer op planningsprocessen en -technieken, waarbij de aandacht gevestigd is op de samenhang, raakpunten en interacties van de verschillende ruimte -lijke en bouwkundige processen.

Een derde goep van schrijvers richt zich vanuit een management-achtige benadering meer op de organisatorische aspecten tijdens de verschillende planfasen.

Een vierde groep wordt gevormd door diegenen die ingaan op kleinere onderdelen van het proces, waarbij een sterke nadruk ligt op kostenbewaking, ontwerp en uitvoering. In een eerste verkenning wordt een nadere afbakening van het begrippenkader gegeven. Allereerst wordt het bouwproces in een breder kader geplaatst dan het gebeuren op de bouwplaats. Onderscheid wordt aangebracht in soorten markten, verschillende ruimte -lijke niveau's, projectgebonden en projectongebonden factoren, de tijdsfase waarin een project verkeert (nieuwbouw, verbouw), de mogelijke faseindeling van het bouw -proces, en het optreden van verschillende partijen in verschillende rollen.

Een uitgebreid overzicht wordt gegeven van in de literatuur voorkomende schematuur betreffende de weergave van het bouwproces. Wij zijn daarbij vooral geïnteresseerd in de gevolgde invalshoeken en de 'breedte' van het weergegeven bouwproces.

(8)

Het onderzoek wordt gestart bij Burie, die in zijn descriptieve model met name de nadruk legt op 'partijen en rollen' en het proces van coalitievorming. Priemus brengt een meer marktgerichte benadering naar voren door het onderscheiden van een aantal 'procesbenodigdheden', waarmee hij het bouwproces 'oprekt' vanaf het bestemmen van grondpercelen tot aan het nemen van een besluit tot sloop.

Vervolgens wordt ingegaan op de ontwikkelde schematuur van de zgn.Ontwikkelings -cyclus Laagbouw, een initiatief van BC, NWR, NCIV en het MVROM gericht op het systematisch ontwikkelen, voorbereiden en uitvoeren van woningbouwplannen. Eigen procesweergaven van NWR, DHV, ARO, Staadegaard, De Bondt e.a., Adviesgroep Partners, EGM, Bibo e.a., SBR en de SAR completeren deze literatuurbeschouwing. Uit de conclusies bij deze procesbeschrijvingen blijkt dat nauwelijks sprake is van één bouwproces. We hebben te maken met een aantal min of meer te onderscheiden processen, die op wisselende momenten wisselende, soms wederkerige relaties met elkaar vertonen. De produktcyclus van een bouwwerk dient allereerst ruimer te worden opgevat dan het ontwerp- en uitvoeringsproces. Burie en Prlemus geven daarbij zinvolle uitbreidingen zowel voorafgaand aan het ontwerpproces (bestemmen van gronden etc.), als volgend op, of in samenhang met het ontwerp- en uitvoeringsproces (financiering, toewijzing, beheer, gebruik).

Zowel de sociologische invalshoek van Burie (bouwproces als coalitieproces en de nadruk op partijen en rollen), als de meer marktgerichte en economische invalshoek van Priemus, dienen daarbij een rol te spelen.

Verder moeten de procesdelen die voorafgaan aan het bouwproces in enge zin, met de nadruk op de stede bouwkundige procedures, en het programmeringsproces van de volkshuisvesting, als externe randvoorwaarde voor elk bouwproces, daarbij worden beschouwd.

Hoewel sommigen het beschikbaar stellen van grond als een onmisbare produktiefactor benoemen, wordt het proces van grondverwerving, grondexploitatieberekening en proces van ontwerp en uitvoering van civiele werken niet of nauwelijks omschreven. Ook het beschikbaar stellen van kapitaal (financiering, subsidiëring) wordt als procesfactor genoemd, doch sterk onderbelicht, in de samenhang met de fasen van het ontwerp- en uitvoeringsproces.

Na uitvoering en oplevering (waar de meeste adviesbureaus stoppen in hun schema-tuur), dienen toewijzing, beheer en gebruik van de woning, de noodzakelijke aandacht te verdienen. Onderhoudsbeslissingen, beslissingen tot renovatie of afbraak behoren bij de produktcyclus.

Op basis van de literatuur, gevoegd bij bovenstaande conçlusies, worden een veertiental samenhangende deelprocessen omschreven.

Buiten het overzicht blijven: de toeleveringsindustrie (produktie van grondstoffen, materialen, materieel) en de factor arbeid.

Binnen het volkshuisvestingssysteem worden de volgende door ons onderscheiden deelprocessen nader uitgewerkt:

1. Proces van Ruimtelijke Ordening

2. Programmeringsproces van de Volkshuisvesting 3. Grondexploitatieberekeningsproces

4. Proces ontwerp Civiele Werken en uitvoering 5. Ontwerpproces Bouwplan

6. Grondverwervingsproces 7. Bouwvergunningsprocedure

8. Financieringsproces (incl subsidiëring) 9. Prijsvormings- en Aanbestedingsproces 10. Bouwuitvoeringsproces 11. Toewijzingsproces 12. Woningbeheersproces 13. Bewonings-/gebruiksproces 14. Grondexploitatieproces

(9)

11'1 I

In de navolgende paragrafen worden bovengenoemde deelprocessen nader ontleedt, waarbij de onderlinge verbanden en afbankelijkheden tussen de deelprocessen worden aangeven.

In deze omschrijving staan vooralsnog een globale decompositie en relatie-aanduiding voorop.

Met de definiëring en omschrijving van deze veertien deelprocessen is een descriptief model gegeven van het bouwproces. De produktcyclus van een bouwwerk is daarmee ruimer opgevat dan het ontwerp- en uitvoeringsproces. In elk van de deelprocessen is een globale omschrijving van de inhoud van de processen weergegeven. In grote lijnen is daarbij ook de globale inhoud van de produkten van elk deelproces aan de orde gekomen. In veel deelprocessen ligt echter de inhoud van deze produkten niet vast. In de beschrijving van elk van de deelprocessen zijn de relaties naar andere deelpro -cessen aangegeven. Deze zijn soms formeel en dwingend, soms niet formeel en minder dwingend. De wettelijke procedures zijn daarbij vermeld.

Verschillende gegevens komen in meerdere processen voor. Overdrachtsmomenten zijn echter veelal niet geformaliseerd.

Vanuit gegevenstermen bezien liggen tussen een aantal processen indringende relaties. Wij noemen daarbij de volgende clusters:

- Het verzamelen en verwerken van gegevens vanuit het Ruimtelijke Ordeningsproces, het Proces van planning en programmering van de Volkshuisvesting en het Grond -exploitatieberekeningsproces, naar de programmafase van het ontwerpproces, met inachtname van toetsingsmomenten uit het Financieringsproces en Bouwvergunnings -proces.

- De overgang van het Programmeringsproces naar het Ontwerpproces Bouwplan en de relaties tussen beide deelprocessen .

- De relaties tussen het Ontwerpproces en het Bouwuitvoeringsproces. - De relaties tussen het Bouwuitvoeringsproces en het Beheersproces.

Nader onderzoek zal zich ten minste moeten richten op bovengenoemde clusters. Verder zal onderzoek plaats moeten vinden naar een nadere defrniëring van de inhoud van de produkten in de verschillende deelprocessen, tesamen met voorstellen tot mogelijke formalisering van de overdrachtsmomenten.

In een slothoofdstuk wordt nader ingegaan op de verschillende partijen en rollen binnen het bouwproces.

Wat betreft de rolverdeling over partijen moet gewezen worden op de steeds weer wijzigende verdeling van procesfuncties over steeds weer verschillende betrokkenen. Uit de literatuur valt het volgende te concluderen:

- bij nieuwbouw-, verbouw- en nog in sterkere mate bij stadsvernieuwingsprocessen, is een veelheid van betrokkenen en deelnemers te onderkennen;

- deze deelnemers staan met elkaar in contact, hebben ten opzichte van elkaar verschillende rollen, streven verschillende (bedrijfs-) doelstellingen na, handelen daarbij volgens bepaalde oogmerken, houden er (verschillende) opvattingen op na over de te veranderen materiële, maar ook immateriële woon- en leefsituatie, trachten invloed uit te oefenen op de voorwaarden scheppende condities en omstandigheden;

- er zijn verschillende soorten voorwaarden, regels en omstandigheden, waaronder bouwproces sen verlopen. Dit maakt de uitgangsstelling bij planvorming sterk verschillend. Bovendien kunnen voorwaarden, regels en omstandigheden gedurende het planvormingsproces sterk wijzigen, mede ook door de "handelingsgerichte opvattingen en gedragingen" van de deelnemers.

Getracht is om de betrokkenheid van partijen bij bepaalde fasen van de procesgang te traceren en hun belang weer te geven. Hiertoe is zowel een onderscheid naar plan -niveaus als naar procesfasen aangebracht.

Verder is een zeker onderscheid gemaakt in de (gangbare) rol die partijen vervullen. Het rol-onderscheid blijkt een betere ingang te geven in het kader van gegevensoverdracht

dan de partijen.

(10)

In een bijlage wordt een nadere decompositie van het ontwerp- en uitvoeringsproces gegeven.

(11)

1 Inleiding

1.1 lap werkplan "Bouwinformatica en computergebeuren"

De bouw kent een sterk versnipperde structuur met zeer veel kleine zelfstandige bedrijven, die bij elk project in een andere combinatie moeten samenwerken. Veelal zijn de verantwoordelijkheden ten aanzien van ontwerp, planologische inpassing, uitvoering, beheer en onderhoud voor één en hetzelfde object bij verschillende partijen ondergebracht. Deze structuur maakt een veelheid van infonnatieuitwisseling tussen en soms ook binnen de betrokken partijen noodzakelijk. Hiennee zijn aanzienlijke kosten

gemoeid vooral in de sfeer van afstemming en vertaling van infonnatie, hetgeen ook in

de tijd vertraging oplevert, en in de sfeer van kwaliteitsverlies van het produkt, bijvoorbeeld als gevolg van misverstanden of ontbrekende infonnatie.

Ook bij de langzaam op gang komende toepassing van infonnaticahulpmiddelen in de bouw doet de geschetste problematiek zich nadrukkelijk gelden. Waar coördinatie en standaardisatie tot een efficiëntere communicatie en afstemming hadden kunnen leiden,

is in de praktijk eerder sprake van divergentie en "eilandvorming".

De behoefte aan verbetering van deze situatie heeft geleid tot een gezamenlijk initiatief van het bedrijfsleven en de overheid. Uitgewerkte plannen zijn neergelegd in het "Werkplan bouwinfonnatica en computergebeuren" van het IOP-bouw (IOP-bouw 1985).

Doelstelling van het werkplan is het ontwikkelen en totstandbrengen van een goede en

algemeen aanvaarde infonnatietechnische infrastructuur voor de bouw in al zijn

geledingen. Daarbij wordt het begrip 'Informatietechnische infrastructuur' voor de bouw omschreven als een stelsel van afspraken, dat het mogelijk maakt dat partijen in het bouwproces beter met elkaar communiceren met behulp van (geautomatiseerde) informatiesystemen. Hiermee wordt tevens beoogd een stimulans te geven voor de versnelde invoering van automatische hulpmiddelen in de bouw. Nadere bijzonder-heden zijn te vinden in het aangehaalde werkplan.

Het werkplan onderscheidt "hoofdlijnprojecten" en "ondersteunende projecten".

De hooflijnprojecten zijn gericht op het ontwikkelen van een basisstructuur, een informatiestructuurplan, dat kan dienen als samenhangend kader voor het ontwikkelen van standaards, voor prioriteitsstelling en voor definiëring van de deelprojecten.

De ondersteunende projecten hebben zowel een toeleverende functie (observatie van de praktijk) als een experimentele functie (pilotprojecten).

1.2 aTB onderzoek "Informatietechnische Infrastructuur voor de

Woningbouw"

Het Onderzoeksinstituut voor Technische Bestuurskunde (OTB) van de TU Delft is in

april 1986 gestart met een onderzoek dat zich richt op de woningbouw, inclusief herstel

en verbouw. Het onderzoek wordt als hoofdlijnproject gesubsidieerd door het IOP-Bouw.

De opzet van het onderzoek is gebaseerd op een combinatie van een tweetal benaderingswijzen:

In de eerste plaats is het noodzakelijk, bij het voorbereiden en opstellen van een infonnatiestructuurplan, een (theoretisch) kader te scheppen voor de beschrijving van de infonnatievoorziening in de woningbouw.

In de tweede plaats is het essentieel dat gewerkt wordt vanuit in de praktijk levende

problemen, waarbij modellen en standaards ontwikkeld worden in nauwe samenspraak

(12)

Beide aspecten zijn essentieel: zonder het ontwikkelen van het kader (een globale informatiestructuur of informatie-architectuur) ontbreekt een systematiek voor het identificeren van de relaties tussen de verschillende aspecten en onderdelen van het informatievoorzieningsproces in de bouw, en is de kans groot dat slechts deeloplos -singen worden gecreërd, die onvoldoende op elkaar zijn afgestemd. Anderzijds is de probleem- en praktijkgerichte invalshoek essentieel voor het stellen van prioriteiten, voor het creëren van een draagvlak voor veranderingen en voor implementatie van de te ontwikkelen standaards.

Tijdens de eerste fase van het OTB-onderzoek, van april 1986 tot april 1987 , wordt het accent gelegd op een drietal hoofdactiviteiten:

I Het inventariseren en evalueren van eerdere en lopende pogingen tot standaardisatie

en structurering. Het accent ligt op de bouw, maar ook andere bedrijfstakken worden globaal beschouwd om te bezien in hoeverre daar opgedane ervaringen relevant zijn voor verdere ontwikkelingen in de bouw,

II Het ontwikkelen van een kader voor beschrijving van informatievoorziening en informatie-uitwisseling in de bouw. Het accent ligt hierbij op de beschrijving van het bouwproces in termen van deelprocessen en informatiestromen daartussen. De

informatiestromen worden gekarakteriseerd naar aard en inhoud,

m

Confrontatie van het onder (II) ontwikkelde kader met de praktijksituatie. Inzicht in

de stand van zaken m.b.t. automatisering in de bouwen in de in de praktijk levende

problemen op het gebied van informatieuitwisseling moet leiden tot:

- toetsing van het theoretische model van de informatievoorziening in de bouw; - beoordeling van de mogelijkheid en wenselijkheid van standaardisatie voor de in

het model geïdentificeerde informatiestromen;

- prioriteitsstelling voor verder onderzoek en ontwikkeling.

1.3 Verder uitgebrachte working papers

Het voorliggende rapport 'Woningbouw: netwerk van deelprocessen' beschrijft de eerste stap op weg naar een informatietechnische beschrijving van het (woning-) bouwproces.

Een tweede "working paper" met als titel 'Informatieverwerking in de besteksfase' gaat

zowel in op de besteksfase als onderdeel van het bouwproces, als op de pogingen die in het verleden zijn verricht tot standaardisering van besteksinformatie en de classificatie -problematiek.

Een derde rapportage met als titel: 'Informatiestructurering in de bouw; eerste verkenning en evaluatie van initiatieven', behandelt eerdere pogingen tot structurering en/of standaardisatie in het bouwproces.

Het vierde deelrapport, behandelt één van de gesignaleerde knelpunten in het bouw

-proces meer in detail en heeft als werktitel 'Van programma naar ontwetp'.

(13)

1.4 Doel en opzet van dit rapport

De modelontwikkeling die in het kader van het hoofdlijnproject plaats zal moeten vinden, dient een basis te verschaffen voor het functioneel ontwerp van de informatie -technische infrastructuur. Uiteindelijk dient een beschrijving te worden verkregen, die zo concreet mogelijk voor elke rol aangeeft welke soort gegevens de partij die de rol vervult in elke fase van zijn bemoeienis met het bouwproces als input toegeleverd krijgt, welke verwerkingsprocessen zich vervolgens afspelen en welke soorten ge-gevens tenslotte door hem afgeleverd worden (p.31 Werkplan).

Het in kaart brengen van de huidige structuur vormt daarbij niet alleen een hulpmiddel voor het opsporen van dergelijke gegevens stromen en verwerkingsprocessen, maar ook van de conflicten en obstructies die daarbij plaatsvinden.

De onderzoeksaanpak richt zich op literatuurverkenning en interviews bij voor het bouwproces belangrijke partijen en rolvervullers.

Identificatie en definiëring van de interfaces tussen gegevensverstrekker en gegevens -verwerker (of -systemen) is nodig om daarover in een toekomstige structuur afspraken te kunnen ontwikkelen. Een preciese beschrijving van activiteiten en gegevens stromen is dus geen doel op zich, en dient niet gedetailleerder plaats te vinden, dan noodzakelijk is om de belangrijkste interfaces op te sporen en te definiëren.

Het voorliggende rapport beschrijft de eerste stap op weg naar een informatietechnische beschrijving van het (woning-)bouwproces. Het bestaat uit twee hoofdonderdelen, te weten:

- een studie van verschillende in het verleden ontwikkelde beschrijvingen van het bouwproces;

- een eerste voorstel voor een informatietechnische beschrijving van het bouwproces in termen van 14 deelprocessen.

Het rapport heeft uitdrukkelijk het karakter van een werkdocument. Als zodanig heeft het enerzijds als doel reacties en commentaar uit te lokken, teneinde de beschrijving te verbeteren, anderzijds dient het als vertrekpunt voor verdere analyses. Deze betreffen zowel de verdere schematisering en definiëring van het proces op hoofdlijnen (o.a. harmonisatie van schematuur, definitie informatiestromen tussen deelprocessen en toetsing op consistentie) als de tentatieve verdere uitwerking van een deelgebied.

Deze rapportage heeft als werktitel: "Woningbouw: netwerk

Van

deelprocessen".

1.5 Indeling van de rapportage

In de rapportage wordt in hoofdstuk 2 een eerste verkenning gemaakt van een literatuuronderzoek en een begrippenafbakening.

In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de procesweergave en de daarbij ont -wikkelde schematuur, zoals wij deze in de literatuurverkenning hebben aangetroffen. In de conclusies worden de contouren geschetst van een veertiental deelprocessen, waartussen sterke onderlinge relaties bestaan.

Deze deelprocessen worden in hoofdstuk 4 gerelateerd aan de "bedrijfskolom van de produktie van woondiensten", zoals door Priemus geschetst en aan de "markten en rollen in het bouwproces in de bedrijfskolom voor de produktie van woondiensten", aangegeven door Burie in 'Informatie en besluitvorming in de Bouw', uitgebracht aan de programmacommissie IOP-Bouw.

Hoofdstuk 4 geeft verder een weergave van de veertien deelprocessen, de schematuur, de samenhang tussen de deelprocessen, de rollen en de voornaamste partijen die betrokken zijn bij deze deelprocessen.

Op deze rollen en partijen wordt nader ingegaan in hoofdstuk 5. De conclusies worden weergegeven in hoofdstuk 6.

(14)

In bijlage II wordt een nadere decompositie gegeven van enkele van de deelprocessen. Het betreft het ontwerp-, het prijsvonnings- en aanbestedingsproces.

(15)

2

Literatuuronderzoek

2.1

Eerste verkenning

Bij een beschouwing van de literatuur die is verschenen rond het begrip modelvorming met betrekking tot structurering, organisatie dan wel besluitvorming in de bouw, valt

een onderscheid aan te brengen in een aantal groepen van benaderingen.

Allereerst zien wij een aantal wetenschappelijke onderzoekers, die veelal in het kader van een bredere theorievorming rondom volkshuisvestingsprocessen en -theorieën, mede verbreding en verdieping geven aan de model matige beschouwingen van de

procesgang in de bouw.

Burie (1973), Priemus (1984), de Wit (1973), Yap Hong Seng (1974) zijn hiervan voorbeelden.

Een tweede groep van literatuurbronnen richt zich in meer strikte zin op plannings -processen en -technieken. De rapportages van Steemers (1982) en Bibo et al. (1974) richten zich daarbij vooral op de samenhang, raakpunten en interacties van verschillende ruimtelijke en bouwkundige processen.

Een derde groep van rapporteurs richt zich voornamelijk op de organisatorische aspecten tijdens de verschillende planfasen. Het zijn met name de planorganisatoren en managers van bouwprocessen die daarbij ingaan op besluitvormingsmomenten en benodigde documenten. Publicaties van de Nationale Woningraad (1985) en het ingenieursbureau DHV (1983) vormen voorbeelden hiervan.

Een vierde groep wordt gevormd door diegenen die ingaan op kleinere onderdelen van het proces. Voorbeelden hiervan vormen publicaties, gericht op kostenbewaking, op het bouwuitvoeringsproces, het ontwerpproces etc. Kenmerk daarbij is veelal een isolering van het eigen beschouwde procesdeel, met daarbij een informatieve verdieping, maar veelal een negeren van relaties naar andere dan wel externe procesdelen.

De lijst met literatuur, welke zich bezighoudt met procesbeheersing, dan wel proces -structurering is lang, te lang om in een volledig overzicht te worden behandeld.

Onze beschouwing zal dan ook kenmerken van een grove selectie vertonen.

2.2

Begrippenafbakening

Wanneer wij een beschrijvend model willen genereren van de huidige structuur van het bouwproces, dat ten grondslag zal moeten liggen aan de verdere ontwikkeling van een informatietechnische infrastructuur, dan zal een aantal definities en begrippen moeten worden gehanteerd en afgebakend.

Burie (1973) definieert het bouwproces in een bredere context dan alleen het gebeuren op de bouwplaats, dat men wel als het bouwproces in de meest enge zin van het woord kan beschouwen. Gedoeld wordt op het omvangrijke complex van processen rond de planvoorbereiding, de planontwikkeling, de planuitvoering en het beheer van gereali -seerde bouwwerken, dat de gehele bedrijfskolom met betrekking tot produktie en exploitatie van bouwwerken beslaat.

Ook Priemus (1984) benadrukt het bouwproces als besluitvormingsproces: "Wanneer wij spreken over volkshuisvesting zien wij voor ons een proces waarbij door diverse partijen, geleid door de overheid en/of gecoördineerd door "de markt", besluiten worden genomen, die betrekking hebben op percelen grond, op woningen en woonattributen ".

Breder dan Burie analyseert Priemus "de bedrijfskolom produktie van woondiensten" in een aantal deelmarkten, waarin elke partij is opgesteld tussen een inkoopmarkt en een verkoopmarkt. Elke partij (subject) is daarbij te karakteriseren door een omschrijving van de goederen die worden ingekocht en worden verkocht en van de aard van de geldstroom waarbij de partij is betrokken. Het "produkt" wordt in de opeenvolgende fasen als het ware doorgegeven van de ene bedrijfshuishouding naar de volgende, waarbij steeds waarde wordt toegevoegd.

(16)

Onderscheid in soorten markten

Vooralsnog lijkt het aanbeveling te verdienen deze marktbeschouwing in te perken tot de woningbouwmarkt: de markt waarin woningcapaciteit wordt gevraagd en aan -geboden en met name: waarin woningcapaciteit wordt gerealiseerd, waarin de belangrijkste polen worden gevormd door de vrager (opdrachtgever) en de aanbieder (het bouwbedrijf).

Ruimtelijk niveau

Een tweede reden voor inperking van het onderzoek verkrijgen we bij een beschouwing vanuit het gezichtspunt van besluitvorming. In dit verband kunnen wij een viertal ruimtelijke niveaus onderscheiden waarop besluitvorming plaatsvindt:

- het nationale niveau - het provinciale niveau

- het gemeentelijke of locale niveau - het projectniveau

Een inperking tot het locale niveau (bestemmingsplan) en het projectniveau (bouwplan) lijkt vooralsnog verstandig.

Projectgebonden, projectongebonden

In elk bouwproces is sprake van een projectgebonden deel van het besluitvormings

-proces en een projectongebonden deel. Immers, in het projectongebonden deel worden de condities bepaald, waaronder in het projectgebonden deel geopereerd moet worden. Bij dit laatste moeten we denken aan condities in de vorm van normen of regelingen, aan voorschriften van een hoger ruimtelijk niveau, aan beschikbaarheid van arbeidskrachten, en bijvoorbeeld aan werkwijzen binnen bepaalde organisaties of proces -partijen. Projectongebonden is ook de toeleverende industrie.

Een benadering kan zijn het projectgebonden deel te omschrijven en

de

project

-ongebonden condities hierop te traceren.

Bouwprocessen worden ook wel onderverdeeld naar de tijdsfase waarin een bouwwerk verkeert: nieuwbouw, verbouwen beheer. Anderen (de Wit 1973) beschouwen dit als een continuüm: bij elk bouwproject is er sprake van beheer, (gedeeltelijk) herstel en

onderhoud en tot slot: afbraak.

Wij zullen deze laatste opvatting in ons onderzoek hanteren, onder de beperkende condities die wij hiervoor hebben aangegeven.

Fasen in het bouwproces

In tal van publicaties wordt het projectgebonden deel van het besluitvormingsproces

ingedeeld in een aantal fasen, waarbij een veel terugkerende indeling is (zie Bibo et al. 1974): - initiatief - onderzoek en programma - ontwerp -uitvoering - beheer

Anderen (zie Burie 1973) werken deze indeling verder uit tot:

- programmeringsproces - voorbereiding, tot aan programma van eisen

- ontwerpproces - ontwerperskeuze

- vervaardigen van voorlopig ontwerp

(17)

- overleg

- vervaardigen van definitief ontwerp - vervaardigen van het bestek

- aanbestedingsproces - voorbereiding - aanbesteding - gunning - uitvoeringsproces - voorbereiding - uitvoering -oplevering

Bovendien zijn hieraan voorafgaand of parallel verlopend processen van grond-verwerving en kapitaal verstrekking (financiering) te onderkennen en wordt de uitvoering gevolgd door een proces van bewoning en gebruik, instandhouding en beheer.

We zien daarbij dat een onderscheid in een aantal deelprocessen, die op veel punten in elkaar haken en onderlinge afhankelijkheden vertonen, door verschillende publicaties worden aangegeven.

Het blijkt dat er nauwelijks kan worden gesproken van één proces, maar van meer processen, die alle niet geheel en soms in het geheel niet, als fasen in een totaalproces te beschouwen zijn.

Sommige deelprocessen blijken wederzijds atbankelijke relaties te vertonen, waardoor er sprake is van interactieve gegevensuitwisseling.

In de praktijk lopen sommige fasen binnen een deelproces, zoals bij de fasen initiatief en ontwerp, nogal door elkaar. Veelal zijn dit niet geheel volgtijdig verlopende fasen, maar gedeeltelijk cyclisch verlopende processen. (Delen) van het ontwerp zijn vaak nodig om nadere prograrnmavonning te expliciteren.

Ook ontwerp en uitvoering zijn niet geheel te scheiden. Per slot van rekening wordt in een ontwerp een voorschot genomen op uitvoeringstechnische mogelijkheden. Door middel van een dergelijke fase-indeling lijken wel besluitvormingsmomenten gemarkeerd te zijn (die ook overeenkomen met bijvoorbeeld een honorariumverdeling van de architect), maar ook blijkt dat aan deze besluitvormingsmomenten weinig sanctie verbonden is.

Het verloop van de besluitvorming is in deze fasen zeer complex. De besluitvorming omvat tal van deelprocessen, waarbij bijna elk project weer anders in elkaar steekt, qua doelstelling, omvang, procespartijen, rollen, locatie, organisatie-omstandigheden, hulpbronnen etc.

Sinds Burie (1973) wordt daarbij het interorganisationele karakter van het bouwproces benadrukt, een besluitvormingsproces dat zich tussen meer partijen afspeelt, die elk op de realisatie van hun eigen doeleinden gericht zijn en waarbij het onderhandelen een voorname plaats inneemt.

In het bouwproces overheerst niet zozeer een probleemgerichte besluitvorming, als wel een marktgerichte besluitvorming. Immers, elk van de bij het bouwproces betrokken partijen heeft een of meer benodigdheden voor het bouwen (grond, kapitaal, ontwerp, bouwcapaciteit, opdracht, goedkeuringsrecht etc.) in handen en zal daarin naar minimalisering van de eigen verplichtingen en maximalisering van de realisatie van de eigen doelstellingen streven.

Geen enkele partij heeft alle procesbenodigdheden voor het bouwen in handen. Steeds zal er sprake zijn van coalitievormingsprocessen van meer partijen, een tijdelijk samenwerkingsverband, waarbij ieder in het algemeen zijn autonomie bewaart. Besluitvonning in het bouwproces is nauw verweven met deze coalitievonning.

(18)

Partijen en rollen

Een van de redenen waarom er telkens qua samenstelling geheel verschillende coalities gevormd kunnen worden, is dat niet alle partijen steeds dezelfde rol behoeven (of in staat zijn) te vervullen. Een gemeentelijke overheid kan opdrachtgever zijn voor het bouwrijpmaken, ontwerper zijn van een woningbouwplan, toetsende instantie m.b.t. een bepaalde subsidieregeling, maar ookilUisvester of beheerder.

Een bouwondernemer kan alleen bouwer zijn, maar soms ook ontwerper, kan opdrachtgever voor eigen risico zijn, of alleen het onderhoud verzorgen.

Conclusies

In het verlengde van Priemus en Burie en in aansluiting op het symposium "Informatie en besluitvorming in de bouw", zal het descriptieve model van het bouwproces worden beschouwd vanuit een combinatie van coalitievorming (partijen en rollen) en markten (de opeenvolgende fasen van het produkt in de verschillende deelmarkten).

Naast een beschrijving van het projectgebonden deel van het proces, zullen project-ongebonden invloeden worden aangegeven.

Het bouwproces zal worden beschreven aan de hand van deelprocessen, waarbij de essentiële relaties tussen de deelprocessen zullen moeten worden aangegeven.

De processen zullen zoveel mogelijk onafhankelijk van partijen dienen te worden beschreven.

(19)

3 Schematuur en procesweergave

3.1 Inleiding

In het navolgende geven we enkele indrukken van de wijze waarop een aantal onderzoekers en anderen het bouwproces hebben trachten weer te geven.

Wij zijn daarbij vooral geïnteresseerd in de gebruikte schematuur, de gevolgde invalshoeken en de "breedte" van het weergegeven bouwproces. In het volgende hoofdstuk willen wij een aanzet geven tot het structureren van het totale bouwproces.

3.2 Het bouwproces volgens Burie (1973)

Burie geeft in afbeelding 1. de relatie weer tussen de onderscheidene participanten, rollen, functies en benodigdheden.

De lijnen tussen procesbenodigdheden en functies geven aan welke benodigdheden bij het uitoefenen van een functie ter beschikking gesteld zullen worden. De lijnen tussen functies en rollen geven aan welke verwachtingen er bestaan ten aanzien van de functies die de vervuller van een bepaalde rol moet uitoefenen. De lijnen tussen participanten en rollen geven aan welke rollen door een participant vervuld kunnen worden.

Burie richt zich in zijn beschrijving van het bouwproces vooral op het karakter van de sociale structuur waarbinnen zich dit proces voltrekt. Het marktkarakter is daarbij veel duidelijker dan bij vele andere produktieprocessen. Op een markt heerst de ruilgerichte besluitvorming. Hoe groter de macht van een organisatie, des te meer profijt zal deze organisatie trekken van een ruilgerichte besluitvorming.

Het coalitievormingsproces gaat gepaard met een aantal verwervingsprocessen: het grondverwervingsproces, het kapitaalverwervingsproces, het ontwerpproces en het aanbestedingsproces. Het verlenen/verwerven van goedkeuringen kan ook daaronder begrepen worden.

Burie pretendeert in dit schema geen volledigheid. Het aantal procesfunkties zal uitgebreider zijn (o.a. de ruimtelijke planfase waarin gronden bestemd worden, en beheer en gebruik), er zijn meer participanten in het proces aanwezig, die meerdere rollen kunnen vervullen.

(20)

Afb. 1.

benocI . . .

twat moet er zijn71

opchc:ht8n

kapitaal

on-.,

bouwbpecittit

~ngen

De structuur van het nieuwbouwproces, volgens Burie

..-.funk_ ..

(WIlt moet er gedaln

worden71

gewn van opdrachten

'-hikbur "ellen vin grond financieren ontwerpen bouwen wn-.VIIf'I goedkeUl'ingen

F

10

'01 ...

tvan wie wordt det verwacht1l opdrachtgever ontwerper bestuurder pIrticipMtM (wie Qn

d._

doen 11 belepr WU'lingkOfJlOl'lltie bouwoodememer erc:hittkt Itedebouwkundige unnemer (gem.' owrheid

(21)

3.3 Procesbenodigdheden volgens Priemus

Priemus (1978, 1984) bouwt het model van Burie verder uit en betrekt daarbij o.a. beschouwingen van De Wit (1973), die zich bezig heeft gehouden met de vraag op welke punten het vernieuwbouwproces afwijkt van het nieuwbouwproces zoals Burie dat heeft beschreven, van Van der Schaar (1976), die verschillende soorten beheers-beslissingen onderscheidt, en van Yap Hong Seng (1974), die o.a. de procesfuncties "research" en "koördinatie", en in het kader van de "ontwikkelingscyclus" van een woning "de distributie", "het gebruik" en "de eliminatie" introduceert als proces -functies.

Priemus gaat uit van een onderscheid in "bestemming", ":inrichting" en "beheer" van de gebouwde omgeving en onderscheidt daarbij een aantal "procesbenodigdheden". In grote lijnen verloopt het woningbouw- en planningsproces volgens hem vanaf het bestemmen van grondpercelen, via het nemen van het initiatief, het programma en ontwerp, tot beheer en het nemen van besluiten omtrent sloop etc.

Loodrecht hierop is aangegeven: een permanent parallel proces van onderzoek (research), politieke en maatschappelijke besluitvorming en maatschappelijke/technische coördinatie. Toch vinden we naast het permanente van deze besluitvorming en deze research ook specifieke momenten of benodigdheden.

(Zie afbeelding 2: Procesbenodigdheden volgens Priemus).

Het schema is te globaal voor verder gebruik in het kader van het onderhavige onderzoek, maar legt wel de noodzakelijke nadruk op de fasen vooraf (bestemmen van grond en beschikbaar stellen) en achteraf (beheer, onderhoud en eventueel bestem-mingswijziging of afbraak).

Priemus (1978) beschrijft elders welke partijen in welke deelmarkten bij het woning-bouw- en planningsproces zijn betrokken.

Zijn conclusie: het is nagenoeg ondoenlijk om aan te geven op welke wijze de diverse procesbenodigdheden kunnen worden verdeeld over de verschillende partijen. Het aantal mogelijkheden is nagenoeg oneindig groot. Bovendien komen in elk proces in de loop van de tijd nog wijzigingen voor in deze verdeling.

(22)

Afb. 2. bi) .5 E ... 0 ~ . :; ~ Ol .>oe

~

0..

'"

.c u tl

'"

'"

..§. Ol .>oe Ol ~ 0 0..

Procesbenodigdheden volgens Priemus

.~ ; c::

:e

... :0 0 .>oe Ol .c u '" '2 .c u ~ Ol .>oe ... Q) 0.. 0..

'"

.c u '" ~ e

4. het bestemmen van grondpercelen;

5. het nemen van een bouw-initiatief/het geven van opdrach ten;

~

6. het beschikbaar stellen van grond; 40

~

7. het vervaardigen van het ontwerp; 41

~

8. financieren;

~

9. het goedkeuren van de plannen;

~

10. het uitvoeren (bundeling van produktiefaktoren en aanbieden van bouwkapaciteit); 42

.

...

..

..

~

..

.

...

..

...

..

... .

11. het initieel distribueren;

.l-12. het in gebruik stellen, resp. in beheer geven;

~

13. het gebruik, resp. het beheer van de woning;

~

14. het evalueren van het gebruik resp. het beheer;

~

15. het nemen van het besluit tot groot onderhoud verbetering

sloop (al dan niet met vervangende nieuw-bouw).

40. bij groot onderhoud en woningverbetering: de woning.

41. bij woningverbetering: ink!. eventuele herhuisvesting.

42. bij woningverbetering: ink!. opname van oude woning, bewonersenquête etc.

(23)

3.4 Ontwikkelingscyclus laagbouw

De OntwikkelingscyclusLaagbouw (OCL), een initiatief van de Stichting Bouw -centrum, de Nationale Woningraad (NWR) en het Nederlands Christelijk Instituut voor de Volkshuisvesting (NCIV), en de Centrale Directie voor de Volkshuisvesting en de Bouwnijverheid, is te beschouwen als een poging tot het ontwikkelen van een werkwijze, die gericht is op het systematisch ontwikkelen, voorbereiden en uitvoeren van woningbouwplannen.

In het 'Handboek OC-L' (Cowom 1974) worden een aantal communicatiemiddelen, spelregels, kostengegevens en voorbeelden gepresenteerd, bruikbaar bij het ontwik-kelen van projecten.

De OC-L is te beschouwen als een belangrijke, doch feitelijk mislukte, poging tot structurering van het woningbouwproces.

Op de inhoud van deze activiteit gaan wij op deze plaats niet in. Wij beperken ons tot de gepresenteerde schematuur.

In het basisschema van de OC-L zien we een onderscheid in procesfasen (van doelstellingenfase via programmafase tot gebruiksfase ) met daarbij een uitsplitsing naar een drietal aspecten (programmeren, beeldvorming c.q. ontwerpen en kosten bepalen), waarbij op de achtergrond een verwijzing naar rollen mag worden verondersteld (opdrachtgever, ontwerper/uitvoerder en kostenbewaker). Het schema beschrijft in algemene zin de documenten in de verschillende fasen, maar is zeer globaal. Anders dan Priemus en Burie beperkt de omschrijving zich voornamelijk tot het ontwerp -proces, waarbij de inhoud van de verschillende fasen door middel van een aantal omschrijvingen aan de orde komt, zonder dat daarbij de indringende onderlinge relaties en verstoringen worden behandeld.

Duidelijk is de poging het proces te structureren in een aantal deelfasen, waarin steeds sprake is van een afsluitend toetsingsmoment.

De schematuur komt in andere publicaties terug. Wij zullen zien dat ook in de publicatie van de Nationale Woningraad (NWR 1985) deze schematuur wordt toegepast.

(24)

Afb. 3.

.

tic .:r .;.. -ë co I l -o I

'"

I J,. "

"

e Cl & I) Cl Cl J,. ... l1li o lot Ilo Cl ti Ij l1li111

...

~e-.-<Q) lot ) 0 " 00:: > 0 Cl) Cl) > I) " Cl

...

"Ilo ... s. I: "

...

)

...

Q) I: 'ti ~ I I) .lC " " I) .. Cl 1)'"

"

J:l I I) l1li I:

...

'ti

" "

. . I) I) Cl

"

...

J:l ä Cl I " ..,

..

..

" I) I) ...

..

rl'"

Cl Cl J,. I I) ol( ... Q)

e:

J:llw

"

l1li

Schema Procedure Ontwikkelingscyclus laagbouw

PROGRAMMEER-ASPEKT 1 • 1 • randvoorwaarden gegevens doelstellingen ONTWERP ASPEKT 1.2. visuali~ering van 1.1 KOSTEN ASPEKT 1 . ) • raming stichtingskosten L...!!i~~koord _ _ _ - - ~

J

lR)+---~ akkoord ~ 2.~ 2.2. 2.). globaal programma

van eisen le ontwcrpvoorstellen~ ____ ~

globale kostenknn-sekwenties t....- - -

A," ..

---,v~e~rc.li!g.---!::2~'4-

)::.--!...1 :..' 1"-_ _ _

---'1

~

J.l ... nader uitgewerkt programma van eisen

L _ _ _ _ _ 4.~ deCinitieC programma van eisen 3·2. ).1. voorlopig ontwerp

J

voorlopig ontwerp Legroting

----~~---_~~~~

__

~~+-~----JJ

4.l. 4. J.

deCinitief ontwerp deCinitief

ontwerp begrnlll~

L- _ _ _ _ _ _

-~~

_ _

~4~.1~-~~1.~1.

_ _

~j

5.2. 5. J.

bestek t---t bestektekeningen direktiebegroting

~-

- - - . - - -

-~>---...J.2-'-.1LJ...~_'-4..!..!

• ..L:... 3.

---'L

I

I

I

L _ _ _ _ aanbesteding inschrijvings-begrotlnt~

-- - _

-1t>---....:::6..:...1L.!...~-'-"'-'5

.

..L:... 3. _ _

-,I

u i tvoe,' ing 8 distributie 9 bewon:(ng 10 evaluatie

14

(25)

Atb. 4. Schema Procedure Ontwikkelingscyc1us laagbouw formulerings-aspect beeldvormings-aspect kosten-aspect toetsing formulerings-aspect kosten -aspect toetsing 9gebruik

(26)

3.5 Het bouwproces in hoofdlijaen volgens de Nationale Woningraad

In een belangrijk nummer van de reeks Woningraad Extra (NWR 1985) wordt een uitgebreide beschouwing gegeven van de taken, rollen en verantwoordelijkheden van de woningcorporatie als opdrachtgever. Dit houdt mede in dat een uitgebreid overzicht van normering, regelgeving, documenten en checklists wordt verschaft. Een van de elementen is een procesbeschrijving. In het schema zoals dat door de NWR wordt gehanteerd ter visualisering van het bouwproces in hoofdlijnen, wordt zowel een fasering van de woningbouwprogrammering, als van de stedebouwkundig-ruimtelijke planontwikkeling geschetst. Voor de fasering betekent dit: onderzoek, planning en programmering, een fase uitvoering, beheer en gebruik.

Uit het schema valt een onderscheid tussen niet-projectgebonden fasen en activiteiten en projectgebonden fasen en activiteiten te destilleren.

De projectgebonden fasen spelen zich af op bouwplanniveau. Het schema volgt in zijn verdere uitwerking de procesgang zoals omschreven in OC-L (Ontwikkelingscyclus Laagbouw), maar voegt daaraan in de niet-projectgebonden fasen, die zich afspelen op gemeentelijk volkshuisvestings-, dan wel bestemmingsplanniveau, een aantal facetten toe. In elke fase wordt een onderscheid gemaakt naar een programmerings-, een ruimtelijk- (beeldvorming) en een kostenaspect.

Opvallende aandacht wordt besteed aan de verwerking van de opdrachtgevers-(corporatie-) doelstellingen en uitgangspunten in het bouwproces, waarbij ook de evaluaties in gebruik en beheer in het woningbehoefteonderzoek worden verwerkt. Opvallend is verder dat in de planvorming de scheiding tussen drager en inbouw als proceselement wordt gehanteerd. Hierbij wordt sterk de nadruk gelegd 'op een gefaseerd besluitvormingsproces met duidelijke besluitvormingsmomenten, volgens het principe:

programma verwerking evaluatie goedkeuring

formulering

...

.... in

...

.... vooral op .

...

.... per

uitgangspunten ontwerp kosten fase

(27)

Afb. 5. Schema NWR, Bouwproces in hoofdlijnen fase

~

onderzoek planning en programmering

~l

planning en programmering (instrumenteel) planvorming bebouwingsplan en bouwplan het programmatische

aspect van het

bouwproces

woningbehoefte-,..-

onderzoek

f----het ruimtelijk

aspect van het

bouwproces ruimtelijk onderzoek

T

I

streekplan gewestplan r;--- -----

--,

t

pro\:jfammering naar

1-

visie ruimtelijke

aantal, grootte en ontwikkeling

finar>r:ieringscategorie I structuurplan I I volks- I huisvestings- I plan I I I

programmering naar I doelstellingen

ruim-I telijke ontwikkelingen!

plaats en tijd en globaal

differentiatie I

L---r--'

bestemmingsplan corporatie

uit--

doelstel- werkings-lingen en plan uitgangs- -corporatie punten beleids-

,

be-plan bouwings-plan programma r -van eisen/ opdracht f--- bouwplan architect indieningltoetsing gunning uitvoering oplevering gebruik/beheer/ evaluatie niveau (gebied) gemeente bestemmingsplan bebouwingsplan bouwplan

(28)

3.6

Het besluitvormingsproces volgens DHV

In de studie 'Besluitvormingsprocessen in de sociale woningbouw', deelstupie A (DHV Raadgevend Ingenieursbureau 1983), wordt de nadruk met name gelegd op çie besluitvormingsprocessen en de fasering daarin.

Een onderscheid wordt aangebracht tussen een niet-projectgebonden deel in de

besluitvorming (beleidsnota's, streek- en gewestplannen, structuur- en bestemming~

-plannen) en een projectgebonden deel. Het projectgebonden deel omvat de fasen:

-programma

- ontwerp

-aanbesteding/gunning

- uitvoering.

In beschrijvende zin wordt daarbij vrij diep ingegaan op de stedebouwkllndige

procesgang als externe randvoorwaarde (niet projectgebonden deel) en het eige~lijke

ontwerpproces. Aandacht verdient daarbij de z.g. "regeling tot samenwerking" tussçn opdrachtgever en gemeente en de verwerking van woningbehoefteonderzoek tot

operationeel woningbouwprogramma. Het proces van programma tot uitvoering

verloopt conform veel andere gepubliceerde schematuur. .

r---:

I oonvull4?nd t

:1---,

op.rotloM'ttl I I morklondvr. ~ worungbouw. I , look I I programma , ' - - T - - - . , . . ., -'. ___ .. _ ::::_~::_:=_:.~

___ ':

~

_ _ __

6::; b.st.k pn Ms •• kt.k.nlngfln 11 Afb. 6. opdroc.ht V4?r· '0""'9 13

Het besluitvormingsproces volgens DHV

18

(29)

3.7

Activiteitenoverzicht nieuwbouwproces volgens ARO

Ook het schema van ARO (1984) geeft een onderverdeling van het ontwerp- en uitvoeringsproces in een aantal fasen, die sterk gekoppeld zijn aan de door de hOJ?orariumregeling opgeroepen fasering.Het overzicht is uitgewerkt voor een basisschool, waarbij deels sprake is van andere procedures en procespartijen dan in de woningbouw, maar het overzicht valt ook uit te werken voor de woningbouw.

Duidelijk is dat het proces vergelijkbare fasen vertoont met gegevens uit andere

literatuur. Initiatief, programmafase, besteks- en aanbestedingsfase, maar ook de fase I

van bouwvoorbereiding en bouwbegeleiding. De procesfasen zijn verder uitgewerkt in detail en ook de verschillende procespartijen komen hierin naar voren. In het tweede

schema (afbeelding 8) wordt dit met name toegespitst op de effecten op

1i.M

en op

kosten.

In het eerste schema (afbeelding 7) wordt duidelijk wie welke handeling verricht en wie

mede betrokken is (bestuur neemt initiatief, gemeente is mede betrokken; bouwer voert uit, architect houdt toezicht). Het schema is tevens snel te wijzigen voor andere dan traditionele processen (bouwteam, turn key, herhalingsplan). De inhoud van de activiteiten is echter nog voor velerlei uitleg vatbaar. Niet duidelijk wordt verder welke beïnvloedingsprocessen optreden (externe niet projectgebonden factoren).

I

bH~

I

G"chH~tll ~

.'

-rIl adv.Nt

·

11

~

II gMWnt·11

~t~

I

IInHlatwf

IIWOCT. I,aods-

J--I boHMt

I opdracht

archit.cl

I ontwwp II ontw.rp II

consIr . ~tw.rp IIISI.

I

I~'

ontwwp

J~'I

lontwwp

Ilopotracht

bHt/t.k

lbHt .... t ...

.

·~-

ontw.rPj

...

.

r ...

in9

insl

.

...

I~_d ~f. plan

...

.

... ... ...

1cdcW-

bt5

lI~wn'11~

gunniNJ

~f. plan

·

I

1~1

ICJUMiNJ

lopt'fIin9

I Afb. 7. Ivoorbr

J

Lnidlng

Jbouw

J

l '~~m-I 1'1119

Schema ARO, Activiteitenschema in een traditioneel bouwproces

19

(30)

tv

o

_ICI'I' ,.-;n 1I1m.11 lCIIl8I I 1EFtMNf1(

-

""11. IIITIATIIF IIUIT _111111_ 'I\OB MlLllIET _ _ IMIUI 118_11 ' •. I.U ... ,.ncJUar.(l •• n.n.M MIUI_L.'.m 1I.'-.CIIC._U.15l

_

...

_.

OISImu .. MmJ . .

---_ ..rm.uN _ ... tI . . MIE " i i K i - * , I0Il. . . _ . _ _ _ _ m:. • _ _ I . _ l n

--...

~

...

MlLllUI_._

-.IIITIIF _ _ . _

_ IMIUI ..mIl ca.I.U

-

.-IIJ

_

.

....

.

-

....

.. C._.~

...---

-_

_

...

...

.

_-_.

__

-

..

..".8 lMnIII ' • • l11li.1 _ _ 111._ ....

--.ma. ",UiU S . . . PI.IfMIU

..sTr-CNII.IN MWJ.._

,

__

_

..

MIUI '11 tal • • • e _ . . . . MI _ .. _.CU."".I,!)

--.. ,n,--..,.,(_--..--...,

OM ...

----

.1llIIII_.

- . n ... U.II. MN!S'T JMa!I PlIJS

_

..

~

I<t

_

.III"'",,",

._.,

. _u.m

..

""

1T _ _ u.m . .

_.,"

/IIX.IET_1Il

.

--

---• umM.lfJrrMI'_ _111 _ _ _IIUT _ IE-.. . . lED na ..

..

.

U 1 12 IJ 13 IJ 14 1I 'S 14 .. IS 17 I' I' 17 I' 17 a .. n 11 2! 11 D 12 14 D 25 D 24 14 71 24 I U. J I •• I I •• 4 I."

••

"

17 J •• I I .• I .• I ••

I ••

I .• I ••

Ilil a 1N S1I

n.

lil 1 .. 1711 ... . . ... , . . . 5611 • n •.• I I I •• 11 a I Jt 2." I JI I .• I •• I .•

..

...

111

,.

14 JI IJ.. 1.11 '.M .... ••• 2." ••• 2511 D ••• I M 4 •• I •• I J5 I •• 2 •• 1.11. I •• I 11 '''' ••• 2 " I •• I •• I • 2.. •.• I." 4 4J 12.. 2.. J •• lI 41 2 .. , •• J." •. ,. •. ,. a I •• I." .. I •• '.SI I . . . . ,. I." U • I , •.•

.

.

.

.

..

....

•.• 1

.

.

."

.

I .•

..

...

....

.

.

"'

"

..

... • 11 . . lil • I,.. • lil

1- .

·

-J2II 1111 • 4lt

..

.

• 1111

---• J1 II 71 a • 11 a 11'" D 11 J4 D JI D J4 J4 11 D • J4 .. JI .. 11 .. a 41 .. a 41 .. a 45 a .. a 41 .. • • 17.. ••• J..

J.. .

.

..

11.31 12.. . . .711. . . , 11 •• • IJ I . • •.• I D S." ••• 2" , .••.• I n J . . . 2 •• I H I." I." I 15 U. I •• I " '.SI I." S • I " I." I." I 11 •••• J' ft J." '.St , ti 11 1." ... U •

.. I

.

"

1..

I."

ti I •• I." nl." I."

"

..•

I.

111 I •• •••

,

.

..

.

.

.

.

I.St

.

.

.... 1." '.SI 11." S." ••• 12 .• I •• I • • ••• I .• I .• I •• 1 ....

,I

--

-

,jU

"

..

ratt

..

lil I _

Ittl

IS.

,

..

1111

,

..

-,.,

,.

,.

1N lil

...

I. a 'Il 14." .,.. 14.. ... 14.. n.. .... _ _

lil lil SI.. ,... 'I.. u.. 14.. .... D."

f t 1_ , _ 1_ I"" _ 1_ nDII 410 ..

...

,

HUH ... H ... H . . . HH . . . HHH . . . . H ... " H . . . H . .

'.'T'JI" TIJI.'STI.I"SI" "STI"

_ "'1"" _IIUT _ 11- .. _ - . . . NN. __ IE- _ . ·mOll . ....

-_ " . _ _ IIICU.II,

_

-

"

.

'I11III:

.

_"

CLI •• ' IE""_~

.n'III'_""

..--

---

IE ....

-

----

.,... . .

-MI'IE OCIM-111181

-

---_JO

-

-"1011" - ' T _ _ TlI

--. --. --. --. 81 . .. fIIIIIII _IFRIIIII"CIII . . _ I .. _ . . m l l MIIIn.mtllclf'fllr!D

....f ...

I' ..

_ l U I T . " IDUIT IIIIIILIN

-".m

.

MlOIIIN_ NIDmIf TmI.,", ot

...

..

-1PS1IUII1_

---

1IIM.TII _ _

--- _"-11-_IE -11" _ _ _IB-II_ IIIIIJ -11" _ _

. . . . LW om IT" TlCT CN!' IMIl. D . IUCTI IIIIITIN lIKIf

..

..

..

.. • 41 " 41 "a .. 1 . . . . · . . . 121 _ lil I .• I •• IM , . 45." I." I. I." UI UI

...

I •• S •• • • • a." 2." 111 Ilil I DIl _ DIl

1- I.

---SI 41 SI 41

,.

"

" ,.

,.

51 ,. " • 51

,

.

.. s,

..

"

Q " IJ " .. a IS .. .. IS D .. .. D

"

"

..

..

11 " 11 " 11 11

, I. I'" .,.. I.. I.. IS.. 'I." I." ,.,. 1111

JI '11 ••• JI 111 4 lil I 111 12 111 • 'J4 • IU

·

'"

.. 141 I '41

I."

I."

...

,

...

I .• I."

,

.

.

,

.

.

/.11 /.11 I." I."

I

.

. •

.

• •

.

I .• I .• I .• I .• ,.. I.H

...

I .• I'" I .• I .•

,.

1

-....

....

--

,

..

" .

,.

,.

I lil

I.

Inl lil MI

...

I 4lt " 141 J..

11

.

.

7." , . . .... 14.31 I.. .,... fJII " 10 I •• 4 112 J •• I 111 I •• , 11. 11' JM 114 124 I'" J5J , •• I" I •• ISJ 11 •• ISI , . . 152 ... I." I ••

,

..

I .• I .• I .• I .• s .• I .•

,

..

I." I .• Uil I I

I I

I I

-

»11

'H lil

'"

,

..

...

I" ,., 111

-

11.

,.

" ISJ ••• ••• I.. I.. ••• I.. I.. . . I"a

" JU _ .... ••• ••• " . . IC.SI I." 1 _ mil

111 . . 17.11 1... 21.. .... lil.. H.. u .•

f t

'''lil _

1 _

IJ.

41. It1II _ 151.

4IJG 1."11" _ 1_ 1_ I I

••

nrm

-_."

... . I . Uil" _ ''''' "'Il 1_ I mttr

""'lIJ_MIl.

.. un _ _ IIIII.

_111-- _111-- ' . 0 _111-- . . . ... 1 aMa.JU .. _ _ _ •••••••••••••• 1 _ _ lIaI ... I "" I I J4t2 • • IJ4l1 mo I . . 111 I _ 11111 "" • 'UM 'ON /lOM 111,"

-11_-

-

11 _ _ _ 1 1 a I

-I 1_ DlSJI IU . . lIMITICIII_ n_

~

00 Cl) (")

[

p)

~

9

~ ~. (") ::T

....

a

(t'

a

=' J:!.

.g

~

(1) ti> S.

g

i

~ ~ ::T

~

(31)

3.8

Het 'weloverwogen bouwproces' volgens Staadegaard

In 'Het weloverwogen bouwproces' geeft Staadegaard (1984) een voortreffelijke beschrijving van de verschillende benodigdheden en partijen en rollen, wetgeving en normering en gebruiken in het bouwproces. Het boek lijkt echter voornamelijk geschreven ten behoeve van opdrachtgevers en architecten. In zijn in het boek getoonde schematuur (afbeelding 10) staat de opdrachtgever centraal in het bouwproces, maar wordt het bouwproces verengd tot het ontwerp- en uitvoeringsproces. Ook hier een vergelijkbare opsplitsing van het 'bouw'proces (van initiatief tot opleveren) met per fase een korte omschrijving van de inhoud van de processtukken. Niet of nauwelijks wordt ingegaan op het cyclische karakter van sommige procesonderdelen. Begroten vindt plaats na besteksgereedmaken, ontwerpen na programmeren etc .. Het schema is bedoeld om tot toetsbare onderdelen te komen voor de opdrachtgever. Een verwijzing naar A.R. en RV.O.I. is dan ook opgenomen. Andere partijen buiten opdrachtgever, ontwerper en bouwer komen in het schema niet voor.

Dit overzicht vinden we wel enigermate in het schema in afbeelding 9, echter vooral toegespitst op soorten partijen maar niet op hun plaats of rol in het proces.

ond ~raQnr'W'fTW'(

~

I wat.r'.td bC"dr t---rl och' ,0nl\O'"

,

I IOOdg'f't.r Ir-l I

\

I" , I I brondwHr I -1 .I~ t"dSbeodr J--I goSo.drrJf t-lot t ~ I gem"."t. J l p"O .. /lnc.f' ~ , I riJks.ovf',.hf'ld

1L-" I I'-/ Afb. 9. \j v

1 act" ,N'tcl'U.inq I I \tol f • • "df''' I r l

J

, I I " './ ( I ~

I

f--I I I " ( 1 ~

I

H

J

, " V

-1\

!

:

~:]

l tu,nore".t .. , t J" I I nO'o'f'n,. r I r--1 KI'I,ld.rwt'rk I

11\\\\

I "

, I

-I

I.-I adv lron50POt"l l ' I I In50 tol I tron~ I r-1 t~l~rk

1\ \ \ \ \ \ 1 / , I 'l V L adv \ff'f'ltC"" , I . / :n50\oll..,.,I"", I rl stucodoor

\ \I

\I

\I

, I I " './ V

I oe.... kllmaot I I In~toll kil moot I -i m.t50f'lwf'rk

, I I " \j V I adv cons.truc t I , , ".'w.,. .. I " ~

,

,

~

,

, ,

,

.,ehll..,t ol , , Ingenleurob.

'

i

h

I / bouwwerk

'"

( 1 I

I

j<JI'

,

" I I

I

~:

, 1 I , 1 opd,.cht. , I'r --- - - -.J_ _J ge .. , I ~ I

,

~ I 1 ) - --- kont,. okti.," - - organlsotte'IIJn Hprog,.ommo 1 H f'JtplOlollr I H o"gonrloO"f' I

Y

ondf>,.nOUd I

Partijen in het bouwproces, volgens Staadegaard

I I I I be'ton I Y st •• n I L.{ hOut

J

L-.1 kun"to1 I L---f ho ng & Jlultw I ~"onltQu· I L-...{

J

(32)

Afb. 10 . . CHECK POINTS: INITIATIEF .... R.: Fa . . A R.V.O.LF . . . '" PROGRAMMA Q) .... A.:F . . . a RV.OJ.~ F ... 8 ONTWERPEN @ A.B .. F . . . C.O.E. R.V.O.L; F . . . C-l UITWERKEN ® A.R.:F ... F R.V.O.l: h . . C-2 PRIJSVORMEN

®

A.ft:' ... F R.V.Ol.: F . . C-2 UITVOEREN A.A,F_O A.V.oJ,O·' (2) OPLEVEREN

Het weloverwogen bouwproces, volgens Staadegaard

I(i" ~' ,I

OPDRACHTGEVER

FiNgB]

BOUWI<UNOIG INSTAll. TEe ...

22

I ~._~.~~ c--.. OIEALEG In ... It8tie-tlChnilCh voorontwerp om.,.t In ... -TeehNlCh detiniMI ontwerP 0ftW8t • cWinitlewe ontwerJ)tI«eningen -"nltieve keW . . . ,atuur

• IOehChttng tventueIe unpaulngen

• ramIngen

Installatie· Techniech

bettIk gerNdmaken omV.1.

- bet . . . . entngen completefen

'

0_110_

• bogrOIongon

• kwaliàl ... kwanUtatteve

con_

• 1Inonc;tlo . . - ; n g

.

(33)

3.9 De fasering van het bouwproces volgens De Bondt et al.

Een benadering van het bouwproces vanuit de bedrijfskunde vinden we in een publicatie van De Bondt et al. (1983). Hierin wordt een overzicht gegeven van de hoofdactiviteiten in de procesfasen 'initiatief tot 'oplevering'.

In één schema wordt daarbij het werkgebied van de participanten in het bouwproces, de bouwprocesfasen, de hoofdactiviteiten en het beschikbaar komen van gegevens tijdens de procesfasen weergegeven.

Vooral de gegevensweergave in deze matrix geeft een aanvulling op eerdere schematuur. z

I

~

r!~:

o _ _ •

uthll

"

I

1

-

ft-h

"

liJf

I

PI"! "

rit .

,!n

t

I~~;

J~

.uo:::t _ . _ . _

• • •

Afb. 11. Overzicht hoofdactiviteiten volgens De Bondt et al.

(34)

3.10 Kennisoverdracht tijdens de stedebouwkundige planfase volgens Adviesgroep Partners

In het 'Onderzoek naar kennisoverdracht tijdens de stedebouwkundige planfase' beschrijft Adviesgroep Partners (1985) een stappenmatrix in de stedebouwkundige planfase.

Deze matrix is met name bedoeld ter structurering van de kennishuishouding tijdens de stedebouwkundige planfase. Met behulp van het stappenschema wordt aangegeven welke kennis in het plannings- of ontwerpproces beschikbaar moet zijn, op welke wijze die kennis wordt verstrekt en op welk tijdstip die kennis wordt verlangd.

De matrix richt zich op een aantal gezichtspunten:

*planobject *planorganisatie - gebruikersgroepen - onderlinge relaties - organisatiestructuur -tijd - kosten

*planproces - opbouw in fasen: probleem, analyse,

oplossings-varianten, keuze uit oplossingen, toetsing.

Kaders kunnen verschillen in dwingend karakter: - overwegingen

- doelstellingen - richtlijnen

-randvoorwaarden

Mweeing vindt plaats op: - maatschappelijke

- financiële - technische

- ruimtelijke overwegingen. De matrix omschrijft naar de genoemde sectoren de procesbehoeften, maar geeft geen inzicht in het procesverioop, de (afhankelijke) relaties etc.

De matrix omschrijft wel in extenso de voorwaardenscheppende activiteiten voor programmavorming en ontwerpproces, maar omschrijft nauwelijks de goedkeuring en uitvoering van de stedebouwkundige werkzaamheden. Verder is het schema sterk op stedebouw gericht, waarbij wel mogelijkheden bestaan tot transponeren naar bouwprocessen. In die zin kan verwezen worden naar de BNA-publicatie 'Informatieverwerking tijdens het bouwproces', waarop wij in par. 3.11 ingaan.

Het is denkbaar dat de matrix verder uitgebreid wordt naar: soorten partijen en rollen, soorten informatie (tekst, tekeningen, data-informatie etc.).

Cytaty

Powiązane dokumenty

Rocznik Instytutu Europy Środkowo-Wschodniej, „Instytut Europy Środkowo-Wschodniej” [online, dostęp: 1 IX 2019], dostępny w internecie:

Rozpatrując opisane wyżej przejawy dyplomacji krykietowej pomię- dzy Indiami i Pakistanem, należy stwierdzić, iż przyjmowały one różne formy: obejmowały

Lecz przez to właśnie, przez co nie usłuchaliśmy Boga i nie uwierzyliśmy Jego słowu, przez to samo wprowadził posłuszeństwo i ule- głość Jego słowu, przez to właśnie

Jedną z wiodących postaci tego ostatniego nurtu jest Leo Treitłer, który jest również twórcą tzw. Według niej, kantor nie odtwarza oryginału, łecz ostatnią, zapamiętaną

Razumevanje tovrstne odsotnosti ustreznice leksikografa pripelje do povsem konkretnih rešitev v slovarju, kjer mora zaradi narave njegove zgradbe za vsako geslo vedno

While many blackouts are caused by accidents best described as systems failures, network failures due to inadequate energy – whether it be depletion of resources such as oil and

gubernator lubelski Michaił Andriejewicz Buc- kowski poinformował unickiego biskupa chełmskiego Jana Mikołaja Kalińskiego o przejęciu majątku znoszonych klasztorów

Znany był jednak jako leśniczy i to zostało odnotowane nie tylko w metryce jego śmierci, ale również w zapisie metrykalnym dotyczącym jego córki..