Technische Universiteit Delft
Faculteit Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek en Technische Materiaalwetenschappen Transporttechnologie
D.C. Lampe Onderzoek naar de markt voor multibody Software in het kader van de ontwikkeling van BAMMS. Doctoraalopdracht, Rapport 91.3.2865-III.VT, Sectie Transporttechniek en Logistieke Techniek.
In het kader van de ontwikkeling van het programma BAMMS bij de afdeling Voertuigdynamica (VD) van het Instituut voor Wegtransportmiddelen TNO (IW-TNO) bleek het wenselijk om inzicht te krijgen in het gebruik van MBS (Multibody Systems) software, en de mening die gebruikers van zulke software hebben over de diverse opties. Hiertoe is een enquête verzonden naar 116 bedrijven en universiteiten die zich bezig houden met onderzoek op voertuigtechnisch gebied. Er werden 63 enquêtes teruggestuurd, waarvan er echt er 10 te laat waren om verwerkt te worden. Deze respons mag bijzonder goed genoemd worden, zeker gelet op de omvang van de enquête.
De respons is voor 75% afkomstig uit Europa, en bestaat voor twee derde uit commercieel opererende bedrijven. De overige antwoorden kwamen van universiteiten en andere niet-com-mercieel opererende onderzoeksinstellingen. Van de respondenten heeft 18% nog geen MBS programma, de overigen gebruiken vaak meer dan één programma (gemiddeld 1.3). ADAMS en DADS zijn de meest gebruikte programma's, waarbij opvalt dat de respondenten minder vaak ADAMS en vaker DADS gebruiken dan van tevoren was verwacht. Ook opvallend is de toename in het gebruik van andere pakketten dan de zojuist genoemde, met name sinds de laatste drie jaren.
De verwerking van de resultaten is in twee delen gesplitst: een analyse van het algemene gebruik van MBS software, en een bespreking van de aanwezigheid van en waardering voor de diverse opties.
Uit de enquête blijkt dat de groep respondenten op twee wijzen onderverdeeld kan worden. De eerste is de al genoemde verdeling in commerciële bedrijven en universiteiten, de tweede is die in gebruikers van relatief dure en professionele pakketten (met name ADAMS en DADS), en relatief goedkope en minder ver ontwikkelde programma's. Alle respondenten zijn redelijk tot goed geïnformeerd over multibody software, en in het algemeen redelijk tevreden over hun eigen programma. De belangrijkste wensen die ze hebben liggen op het terrein van gebruiksvriendelijkheid en meer geavanceerde grafische mogelijkheden. Meer technische opties worden beduidend minder vaak genoemd.
Een voor BAMMS belangrijke constatering uit de technische vragen is dat blijkt dat gebruikers veel waarde hechten aan de mogelijkheid om zelf modellen te kunnen definiëren, en het kunnen combineren van elementen uit verschillende domeinen. Op het gebied van voertuigtechniek blijken vrijwel alle
respondenten zogenaamde full vehicle modellen te maken, maar ook andere toepassingen komen vaak voor. De belangrijkste wensen die men heeft, zijn andere en/of betere bandmodellen, contactoppervlakken (zoals bijvoorbeeld MADYMO heeft), en diverse regelsystemen.
Op basis van diverse publikaties en de aanwezige kennis omtrent MADYMO, aangevuld met informatie verkregen uit de enquête, is een beschrijving gemaakt van de marktposities van de grote pakketten. Ook is op verschillende wijzen een schatting gemaakt van de jaarlijkse omzet op de markt voor multibody software. ADAMS blijkt in alle opzichten marktleider te zijn, met DADS als tweede. ADAMS kan zijn positie op de huidige markt niet meer verbeteren. Het beleid van MDI is dan ook gericht op consolidatie van de huidige positie, en het zoeken van nieuwe toepassingen voor het pakket, waartoe ook actief nieuwe modules worden ontwikkeld. De totale omzet op de MBS software markt kan geschat worden op ongeveer Mfl.65 per jaar, waarin ADAMS, mede door de hoge tarieven, het grootste aandeel heeft (±80%).
Een belangrijk doel van de enquête was het krijgen van informatie voor de verdere wenselijke ontwikkeling van BAMMS. Dit is gedaan door de vermeende sterke en zwakke eigenschappen van BAMMS te vergelijken met de antwoorden van de respondenten. Als resultaat daarvan is een overzicht gemaakt van de relatieve sterke en zwakke punten van BAMMS, dat wil zeggen ten opzichte van ADAMS, DADS en de overige programma's. Ten opzichte van die laatste groep lijkt BAMMS nauwelijks of geen zwakke punten te hebben. De eigenschappen van BAMMS die ten opzichte van alle concurrenten sterk uit de vergelijking komen, zijn de mogelijkheid en methode om zelf elementen te maken, het snel kunnen herhalen van een simulatie met gewijzigde parameters, en de mogelijkheid om, op basis van de bondgraaftheorie, elementen uit verschillende domeinen te combineren. Een ander sterk punt zijn de mogelijkheden op het gebied van voertuigdynamica, en de kennis die op dit gebied nog gegenereerd en geïmplementeerd kan worden door het samenwerkingsverband tussen het IW en TU. De eigenschappen die verbeterd moeten worden zijn vooral de postprocessing opties en de algehele gebruikersinterface. Deze verbeteringen zijn noodzakelijk om bij te blijven bij de concurrentie, en leveren dus in principe geen extra concurrentievoordeel op. Wel kunnen ze bijdragen aan het beter naar voren komen van de genoemde sterke punten van BAMMS.
Wanneer besloten wordt om BAMMS daadwerkelijk op de markt te brengen, is het nodig daarvoor een strategie te ontwikkelen. In het laatste hoofdstuk is daartoe een aanzet gegeven door het model van Michael Porter toe te passen op de verzamelde informatie over de MBS software markt. Dit model is bedoeld als assistentie bij het ontwikkelen van een concurrentiestrategie. In dit rapport is vooral gebruik gemaakt van het gedeelte dat handelt over het analyseren van een bedrijfstak.
Uit de analyse volgt dat de belangrijkste concurrentiekrachten gevormd worden door de gevestigde leveranciers (met name ADAMS en DADS), en de grote groep van potentiële toetreders, waaronder BAMMS. Met het toenemende aanbod zal ook de invloed, die kopers kunnen hebben, toenemen. Uit een analyse van de concurrenten blijkt dat met name over de groep 'overige' pakketten nog niet zoveel bekend is, terwijl dat waarschijnlijk toch de voornaamste concurrenten van BAMMS zullen zijn. Nader onderzoek is dus gewenst, wa
De hier gedane toepassing van het Porter model is geenszins volledig, deels omdat voor een meer diepgaande studie geen tijd meer was, deels omdat er daarvoor nog extra informatie verzameld moet worden, maar ook omdat nog geen duidelijke beslissing is genomen over de verdere ontwikkeling van BAMMS binnen het IW.
De belangrijkste conclusie is dat er zeker marktkansen zijn voor andere pakketten dan ADAMS of DADS. BAMMS heeft een aantal sterke
eigenschappen waar volgens de enquêteresultaten zeker belangstelling voor kan zijn. Hierbij biedt het geplande samenwerkingsverband met de TU ook kansen; het programma BAMMS kan dienen als drager van door beide instituten ontwikkelde expertise.
Tot slot zijn een aantal aanbevelingen gedaan. De belangrijkste is de wenselijkheid van een snelle besluitvorming omtrent de verdere ontwikkeling van BAMMS, omdat de marktontwikkelingen momenteel ook snel gaan; met name het aantal toetreders neemt sterk toe.
Rapporten studenten Voertuigtechniek
