• Nie Znaleziono Wyników

Werkloosheid, arbeidsbeiniddeling.

De gebruikelijke eijfers der Arbeidsbeurzen volgen hieronder:

A a n ta l n iou w inge- A a n ta i aanvragen schreven werkzuekenden. van werkgevers.

1936. September . . . 3 368 844

October . . . . 3664 878

Novem ber . . . 3300 841

A a n ta l plaatsingen.

530 646 623

De faeulteit der Rechtsgeleerdheid in de Rechts-Hoogeschool te Batavia besloot de arbeidsbemiddeling t. b. v. de afgestudeerden van deze hoogeschool zeit ter hand te nemen.

Arbeidsvoorwaarden.

In verband met de stijging van de kosten van levensonderhoud als gevolg van de depreciatie van den gülden, besloot de Regeering om met ingang van 1 Ja nu a ri a.s. het bepaalde in art. 20a der H. B. B. L. 1934 (versneld inloopen der overgangsbezoldiging) en dat in art. 17a van het Werklieden-Reglement 1934 (verdere verm indering van het overgangsloon) tijd e lijk buiten werkm g te stellen.

H et College van Cedelegeerden der Provineie Oost-Java besloot reeds aan- stonds een ontwerp-verordening ter vaststelling aan te bieden inzake toekon- ning van een duurte-toeslag aan het provinciaal personeel om te voorkomen, dat aan d it personeel niet tegelijkertijd een dorgelijke toeslag zou worden toe- gekend wanneer de Regeering een soortgelijke toeslagregeling in het leven

zou roepen. . , , , .

In opdracht der Regeering werd door het K antoor van Arbeid, na overleg met de verschillende ondernemersorganisaties, overgegaan to t invoerm g van een loonstatistiek voor de laagstbezoldigde arbeiders in de groot-landbouw- bedrijven. Lag aanvankelijk in de bedoeling dat deze gegevens kwartaalsge- wijze zouden worden ingediend, in verband met de depreciatie van den gülden werd to t maandelijksche indiening besloten.

De bedoeling van deze loonstatistiek is de beschikking te verkrijgen ovei gegevens, welke de Overheid in staat zullen stellen het loonpeil in de gxoo' landbouwbedrijven te controleeren en zoo noodig in te grijpen.

De verbetering van het bedrijfsleven als gevolg van de monetaire maat- regelen leidde er reeds toe, dat door eenige Engelsche cultuurmaatschappijen het nog resteerende gedeelte van een k o rtin g op de salarissen van de employe s ongedaan werd gemaakt. Ook kwamen in de pers reeds berichten voor om- tre nt loonsverhooging voor het lager personeel.

De voorgenomen kortingen per 1 Januari bij de Java China Japan L ijn zullen niet doorgaan; integendeel zal over de geheele lin ie een

salarisverhoo-ging worden doorgevoerd. . „ i x xv

Tenslotte .verdient nog vermelding, dat door de K om nklijke P aketvaart Maatschappij een nieuwe pensioenregeling werd vastgesteld.

Organisatie van werkgevers en werknemers.

Terstond na het bekend worden van het besluit der Nedeilandsche Regee rin g to t loslaten van den gouden standaard rich tte het Verbond van Over- heidspersoneel (V. V. O.) zieh to t de Regeering met het verzoek om te geräken to t een verhooging van salarissen en pensioenen in verhouding to t de te ver­

wachten stijging der kosten van levensonderhoud.

De Commissie van Georganiseerd-Overleg richtte zieh mede to t de Kegee- rin g met het verzoek om in verband met de stijging van den levensstandaard ten gevolge van de depreciatie de voor 1 Ja nu a ri 1937 beraamde maatregelen op het gebied van ambtelijke salarissen en pensioenen niet te doen doorgaan, alsmede de salarissen en pensioenen der ambtenaren te verhoogen.

Door de Vakvereenigingen werd een algemeen Comité opgericht voor be- w aking van het prijs- en loonpeil, welk Comité periodieke gegevens op d it gebied zal verzamelen.

Ook de Inheemsche vakcentrale (P. V. P. N.) rich tte zieh met een request in vorenstaanden geest to t de Regeering, te rw ijl het deelnam aan de actie to t bewaking van het loon- en prÿspeil.

M elding werd gemaakt van nieuwe moeilijkheden tusschen het bestuur van de Vereeniging van Scheepswerktuigkundigen en van de Vereeniging van Gezagvocrders en Stunrlieden met de D irectie van de Kon. Paketvaart Maat- schappij in verband met kwesties betreffende arbeidsvoorwaarden en het erkenningsrecht der personeelsorganisaties.

A rb e i de rsbe scherm ing.

H et ontwerp der Aanvullende Plantersregeling werd door den Volksraad aangenomen na op verschillende punten gewijzigd en geamendeerd te zijn. De Regeering deqlde echter den Volksraad mede, zieh met een v ie rta l amende- menten niet te kühnen vereenigen. Naar aanleiding hiervan vond een tweede behandeling van de Aanvullende Plantersregeling plants, welke echter even- m in leidde to t overeen stemming tusschen Regeering en Volksraad op de be­

treffende punten.

Op 1 November trad in werking de nieuwe W ervingsordonnantie (Stbl.

1936 No. 208), waarbij o.a. de w erving van vrije arbeiders voor de Buiten- ge westen weder om on der Overheidstoezicht w ordt gebracht, alsmede de laukeh- w erving van de V. E. D. A. voor Noord-Sumatra.

Op 1 November trad mede in w erking de tweede herziening van de Koelie- Ordonnantie, welké een verdere afschaffing van de poenale sanctie heoogt, n.l. voor handels- en verkeersbedrijven, alsmede voor de re-engagements- contracten, te rw ijl de im m igratie-contracten van drie to t twee .iaar zijn terug- gebracht. Voorts bepaalt de nieuwe ordonnantie, dat voor de oudere onder- nemingen, opgericht vôôr 1921, de poenale sanctie op 1 Januari 1940 geheel kom t te vervallen. Voor de ondernemingen, opgericht in de jaren 1922 t/m 1930, moet d it eindpunt bereikt worden in 1946, te rw ijl de ondernemingen, welke in de jaren 1931 t/m 1941 zijn of worden geopend, op 1 Ja nu a ri 1942 50 pCt. vrijen arbeid moeten bereiken.

SURINAME. ' ) V O O R T B R E N G IN G .

Ten einde de k o ffie c u ltu u r op een gezonder basis te breiigen is in Augustus de „Surinaamsche K offiecéntrale” in het leven geroepen, welke instelling to t * taak heeft de eultuur, mede door geldelijken steun van Overheidswege, in de gewenschte ric h tin g te leiden.

De in 1932 to t stand gekomen Rijstuitvoerverordening is in 1936 vervangen door een verordening betreffende den uitvoer van landbouw-, tuinhouw- en boschproducten, eveneens strekkende tot verbetering van de hoedanigheid van het product met het oog op den uitvoer.

Aan binnenlandsche balata werd in het ja a r 1936 aangevoerd 121044 kg tegen 86853,5 kg in 1935; de goudaanvoer hedroeg in 1936 443 487 g legen 352 730 g in 1935.

H A N D E L E N V E R H E E R .

De uitvoer bedroeg als volgt;

1936. 1935.

Jan. t/m . Sept. Jan. t/m . Deo. Jan. t/m . Sept. Jan. t/m . Deo.

Hoeveel- W aarde in Heeveel- W aarde in Hoeveel- W aarde in Hoeveel- W aarde in

heid. guldens. heid. guldens. heid. guldens. heid. guldens.

Koffle, 1000 k g ... 3 072 524 539 4 028 686944 3375 690 607 4 480 898468

S uikei, 1000 k g ... 12411 828 903 16115 427 060 13711 438747 15065 482083

K ÿst, gepelde en ongepelde,

1 d00 k g ... 555 21902 1306 53 ß‘'3 4 277 5 285

Bai ata, 1000 k g ... 84 71261 161 142830 106 103301 144 135778

B auxiet, tonnen v. 1000 k g . . 176284 2203552 28.3 909 2923865 89 604 1120 052 115189 1439 865

339 078 481 492 478106 694 205 284 950 898930 398095 557:32

Overige a r tik e lc n ... 217872 252 772 372946 402931

w o . gemunt g e l d ... 1.3042.9 13042!) m m 271968

Totale w aarde v. d. u itv o e r . 8 849 521 5 181299 8124860 3916742

l ) D o liie re n d e r volgende gegevens z;in on tleend aan d o o r h e t G ouvernem ent v a n S urina m e w elw lU end sam engesteld o ve rzichten , h e t G o u ve rn e m e n ts-A d ve rte n tie b la d en andere bronnen.

Met ingang van 27 September 1S)36 werd een verbod van uitvoer van goud ingesteld in verband met de monétaire p o litie k der Regeering. Consent voor uitvoer naar Nederland w ordt evenwel regelm atig verleend.

De totale waarde van den invoer beliep in de maanden Januari t/m Sep­ komen. P rijsopdrijving kwam evenwel niet voor.

FINANCIEWEZEN.

De opbren'gst der voornaamste middelen bedroeg als volgt.

In k o m s te n b e la s tin g ... vierde kw artaal in verschillende gevallen aanhield. A lle middelen tezamen brachten echter in de laatste 3 maanden van 1936 m inder op dan in het vierde door w erkverschaffing bij wegenaanleg, tew erkstelling in de goudindustrie en in het balatabedrijf, plaatsing op landbouwperceelen, het vormen van neder- zettingen (kolonisatie) en het verschaffen van leiding en werk aan de rijpere

De grootere invoer- en uitvoerwaarde op Curaçao en A ruba kom t hoofd- zakelijk voor rekening van de olie-industrie. De daling van het doorvoer- gewicht voor A ruba is een gevolg van het feit, dat goederen als gasoline en petroleum aldaar niet langer worden doorgevoerd, doch geïmporteerd om een bewerking te ondergaan, en weder worden uitgevoerd.

A R B E ID S T O E S T A N D E N .

In het derde kw artaal 1936 waren de arbeidstoestanden op het eiland Curaçao over het algemeen günstig te noemen, alhoewel het loonpeil door de economische omstandigheden gedrukt werd.

Op A ruba bleef het loonpeil in het kw artaal onveranderd en was t.a.v. de omliggende landen günstig te noemen.

Ten opzichte van de arbeiders op het eiland Bonaire werd bericht, dat velen werk vonden in de olie-industrieen en op de tankvloten op Curaçao en Aruba. E r heerschte geen werkloosheid.

B Ü I T E N L A N ,!).

V O O R T B R E N G IN G . V E R B R U IK . V O O R R A D E N .

V o o rtb re n g in g en v e r b r u ik . In d u s trie e le p ro d u c tie v r ijw e l algem een hooger dan een ja a r te vore n. Enkel© in d e x c ijfe rs b e tre ffe n d e de in d u s trie e le w e re ld p ro d u c tie in 1929, 1935 en 1936 P ro d u c tie in de v oo rna am ste in du striela nid en . De w e re ld p ro d u c tie v a n steen- ko le n r u w ijz o r en r u w sta a l in 1936. K w a rta a lo jjfe rs o v e r 1935 en 1936 b e tre ffe nd e de v o o rtb re n g in g dezer produoten in enkele landen. De w in n in g v a n P etroleum . Enkel© c ijfe rs be tre ffe n d e den wereldseheepsbouw.

De ornvang der i n d u s t r i e e l e w e r e l d p r o d u c t i e was volgens een door het In s titu t fü r K onjunkturforschung te B e rljjn gepubliceerd overzicht *) in 1936 niet onbelangrijk grooter dan in 1935 en overtrof die van 1929 met 6 pCt.

De wereldvoortbrenging van energie bewoog zieh als volgt.

Totaat. Steenkolen. 2) Petroleum. 2)

1923 = 100

1929 110 10« 112

1936 100 91 123

1930 ± 10« 99 136

E lectriciteit,

110

13«

± 160

T e rw ijl de totale energie-productie van 1936 nog iets achterbleef bij die van 1929, zijn de voortbrenging van electrischen stroom en de w inning van Petroleum in belangrijke mate toegenomen, nl. resp. met 36 en 21 pCt.; de steen- kolenproductie daarentegen bleef nog 9 pCt. bij die van 1929 achter.

Tegenover 1935 is voor alle drie energie-soorten een stijging der productie waar te nemen; deze varieert tusschen 8 en 10 pCt.

De wereldproductie van metalen vertoonde het volgende beeid.

1928 = 100

Totaal. IJzer. 2) Staal 2). Koper. Lood. Zink. T in. A lu m in iu m . N ikke i.

1929 109 115 110 112 103 102 106 114 m

1935 90 86 90 81 83 94 76 107 149

1936 109

* Onbekend.

107 113 89 87 104 100 * 190

De productie van ijzer, koper, lood en tin bleef in 1936 bij 1929 achter. W at de overige metalen betreft, komt voornamelijk de sterke stijging van nikkel (± 71 pCt.) naar voren.

Vergeleken met 1935 vertoont de productie allerwegen — deels s.terken — vooruitgang.

Tenslotte kunnen aan genoemde publicatie nog eenige indexcijfers nopens de voortbrenging van productie-goederen en verbruiksgoederen worden ontleend.

Productiogoederen. Verbruiksgoederen.

1928 = 100

Op Stapel gezatte handelsschepen.

Autom

o-bielen. Papier. Rubber.

Textiel-waren. Schoenen. Tabaks­

fab rikate n.

1929 129 120 109 118 105 106 105

1935 69 99 115 141 109 113 106

1986 116 117 122 151 114 119 116

Met uitzondering van handelsschepen en antomobielen, bereikte de

pro-1) W o ch e n b e rich t v. h. I n s t it u t f ü r K o n ju n k tu rfo rs c h u n g , 13 J a n u a r! 1937, no. 2.

2) Zic v o o r absolute cflfe rs de r p ro d u c tie in de vo o rn a a m ste land en h ie ro n d e r.

7

ductie der hier opgenomen goederen in 1936 een hooger peil dan in 1929. Tegen- over 1935 is de stijging algemeen.

T o tale In d u s trie lle productie.

(1928 = 100.) D . = D u its c h la n d . F . = F r a n k r y k . G. = G r.-B rita n n ie . V.S. — V or. S taten.

In d n s tr. productie.

(1928 = 100.) P. = p ro d u c tie -

m idd elen . V. — v e r b ru ik s -

goederen.

D . = D u its c h la n d . V.S. = V er. S taten.

De i n d u s t r i e e l e p r o d u c t i e i n D u i t s c h l a n d , F r a n k r i j k , G r o o t - B r i t a n n i e en de V e r o e n i g d e S t a t e n - w a s in 1936 algemeen hooger dan? in 1935: resp. 13, 5, 9 on 16 pCt.

Om trent de beweging dezer voortbrenging in den loop van het ja a r is het volgende op te merken.

In D u i t s c h l a n d vortoonde het indexeijfer der industrieele productie (telkens vergeleken inet dat’ van het vorige kw artaal) na eenige in zin kin g in het eerste kwartaal, in het tweede trim ester een stijging (van 11 pCt.), welke zieh, zij het vertraagd in de daarop volgende drie maanden voortzette (4 pCt.) en in het vierde kw artaal nagenoeg to t staan kwam. De industrieen der pro- ductiemiddelen gaven den toon aan (met een stijging van 16 pCt. in het tweede kwartaal). Ook de voortbrenging van verbruiksgoederen had — behoudens stilstand in het tweede kw artaal — deel aan de opleving; deze bleef bovendien in het vierde trim ester in dezelfde mate (met 5 pCt.) toenemen.

W at de industrieele productie in F r a n k r i j k betreft, vond in de eerste h e lft van het ja a r een in het laatst van 1935 begonnen stijging voortgang;

hierop is echter in het derde kw artaal een achteruitgang tot het niveau van eind 1935 gevolgd (invloed van uitgebreide arbeidsconflicten). In de daarop volgende drie maanden werd de achterstand echter ten deele (tot het peil v a ir het eerste kw artaal van 1936) ingehaald.

In G r o o t - B r i t a n n i e bewoog de voortbrenging zieh — behoudens een seizoeninzinking in het eerste en het derde kw artaal — in stijgende lijn. De verhooging van het gemiddelde produetiepeil in vergelijking met een ja a r te voren was grooter dan in 1935 (resp. 9 en 6 pCt.). Nagenoeg alle industrie- groepen hadden in den vooruitgang deel.

De industrieele bedrijvigheid in de V e r e e n i g d e S t a t e n vertoont na eenige daling in het eerste kw artaal gedurende de volgende drie trim esters van 1936 een gelijkm atigen vooruitgang (van 6 ä 7 pCt. per kw artaal). De voortbrenging van productiemiddelen steeg in de bedoelde drie kw attalen met resp. 20, 8 en 7 pCt., die der verbruiksgoederen bleef aanvankelijk stabiel om in het derde en vierde kw artaal met resp. 7 en 4 pCt. toe te nemen.

Omtrent enkele afzonderlijke industrietakken diene het volgende.

s t a a 1 vertoonde in 1936 een belangrijken vooruitgang in vergelijking met

1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936

le k w . . . 11,8 18,1 8,9 4,0 19,7 20,7 2,2 2,4 2,4 2,3 37,3 38,2

D uitschland. 2) F ra n kryk. G r.-B ritannië. België. Luxem burg. V er. Staten.

1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936

Maandgem. le kw . . . 983 1215 476 509 520 005 239 270 164 150 1619 1968

n 2e » . 956 1208 474 508 538 645 267 235 168 153 1648 2546

3e » • . 1099 1320 472 484 540 661 250 264 150 167 1686 2679

» 4e « • 1177 1278 481 545 544 662 259 284 152 180 2050 3018

R u w !s t a a l (productie in 1 000 Eng. tonnen van 1016 K.G.). ')

D uitschland. 2) F ra n krÿk. G i.-B ritannië. België. Luxem burg. Ver. Staten.

1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936 1935 1936

Maandgem. le k w . . . 1254 1520 478 549 790 943 239 270 151 149 2839 8118 productie te eonstateeren. De drie voornaamste voortbrengingslanden de V e r­

eenigde Staten, llu sla n d en Venezuela boekten vermeerderingen van resp. 10,

per kw artaal op stapel gezette scheepsruimte (68 pCt. meer dan in 1935) boven die van 1928/1930 uit. Ook de gemiddelde cijfers der in aanbouw zijnde en der te water gelaten tonnage vertoonden belangrijke stijging (resp. 54 en 68 pCt.

bij 1935 vergeleken), doch bleven toch nog achter bij de overeenkomstige cijfers over 1928/1930.

Gem. in de kw a rta le n ra n In aanbouw.

1928/1980 2 798

1931/1983 1152

1934 1 214

1986 1 328

1936 2 033

W ereldtonnage X 1000 b ruto R.T.

Op stapel gezet. Te w a te r gelaten.

688 694

189 230

299 231

400 306

671 616

B e d ry fs o rg a n is a tie en -c o n c e n tra tie . I n t e r n a t i o n a a l : k o p e rre s trie tie opgeheven.

D u i t s c h l a n d : w ijz ig in g in de k a r te lp o litie k . O o s t e n r i j k : w e t op de corpo- ra tie s . F r a n k r i j k : w e ts o n tw e rp to t re g a lin g v a n de b e tre k k in g e n tussehen de la n d b o u w p ro d u c e n te n , h a n d e la re n en fa b rik a n te n in g o d ie n d . K a r te lv o r m in g in de

te x tie J in d u s trio i n E n g e la n d , T sjoe ko-S low a kije en O osten rijk.

De koperproducenten, aangesloten bij het internationaal kartel, hebben besloten het restrietie-schema buiten werking te stellen. In verband met de steeds toenemende vraag naar koper, achtte men het vaststellen van nieuwe restrictie-percentages overbodig. Zoodra d it noodig mocht blijken, zal de restrictie-overeenkomst weer in werking treden.

Bij besluit van 12 November 1936 zijn in D u i t s c h l a n d nieuwe grond- slagen gelegd voor de contróle op de karteis. De verhouding tussehen de officieele economische organisaties (ßeichswirtschaftskammer en de Eijks- groepen Handel en Industrie) en de karteis is hierbij nader geregeld en wel in dien zin, dat eerstgenoemde organisaties niet meer naast, doch boven de karteis geplaatst zijn. Het sluiten van overeenkomsten to t regeling van de m arkt en dergelijke maatregelen blijven, zoolang deze materie niet in anderen zin geregeld wordt, tot het terrein van de karteis en syndicaten behooren.1) Dat de karteis in Duitschland een steeds belangrijker plaats zijn gaan innemen, b lijk t u it het overzicht van den omvang van het kartelwezen, dat door het In s titu t fü r K onjunkturforschung'1 2) is gepubliceerd. T erw ijl naar schatting ongeveer de h e lft der industrieele productie aan het einde van 1933 gekartel- leerd was, kan men thans wel aannemen, dat de productie van alle in het binnenland geproduceerde industrieele grondstoffen en halffabrikaten en de productie van de h e lft der fabrikaten door kartelovereenkomsten geregeld is.

Op 24 November is in O o s t e n r i j k een wet gepubliceerd, welke betrek- king heeft op de eorporatieve organisatie. De wet is van toepassing op de industrie, den mijnbouw, het handwerk en den handel. Voor ieder van deze bedrijfstakken w ordt een eorporatieve commissie ingesteld, bestaande u it een gelijk aantal vertegenwoordigers van werkgevers- en arbeidersorganisaties.

De taak van deze commissies bestaat in het bespreken van alle vraagstukken op sociaal en economiscli terrein, waarbij ondernemers en arbeiders betrokken zijn, het bevor deren van het sluiten van collectieve contracten, het toezicht houden op de naleving der gesloten contracten, benevens het bijleggen van eventueele geschillen door arbitrage.

In F r a n k r i j k is een wetsontwerp ingediend tot regeling van de betrek­

kingen tussehen de landbouwproducenten, handelaren en fabrikanten. H ie rb ij zijn regelen vastgesteld voor collectieve overeenkomsten, w aarin de voor- waarden voor den verkoop der producten zijn vastgelegd. Deze contracted beoogen den,kleinen boer te beschermen tegen den economisch sterkeren handelaar of industrieel. Voor de landbouwers zullen uitsluitend de coöperaties als p a rtij kunnen optreden, te rw ijl voor handel en industrie de individueele ondernemers of organisaties van handel en industrie het contract kunnen teekenen. Ter voorbereiding van een te sluiten contract wordt een commissie gevormd, waarin, behalve de belanghebbenden, ook de betrokken departe- menten vertegenwoordigd zijn. B ij besluit van de M inisters van Handel en Landbouw kunnen de contracten bindend worden verklaard voor alle produ- centen, handelaren en industrieelen van een bepaalden tak van bedrijf. De M inister van Landbouw kan ook voor een bepaalden bedrijf stak,- waar nog geen contract bestaat, een verplichte regeling invoeren voor den geheelen bedrijfstak. De M in iste r kan, indien de meerderheid der producenten van

1) W irts c h a fts d ie n s t, 20 N ovem ber 1936.

2) W ochenbericht des TnfltltntR fü r KonjrnikturforNchung, Ö December IIW6.

haudel en industrie d it wenscht, het verplicht karakter aan een overeenkoinst ontnemen.

Tusschen 200 spinnerijen in Lancashire, die Egyptische katoen verwerken, is een prijsconventie gesloten. In Tsjecho-Slowakije is een v rijw illig kartel gevormd tusschen de katoenspinnerqen, die tezamen 97 pCt. der spindeis om- vatten. De verkoop van garen wordt geeontingenteerd en overtollige spindeis zullen worden opgekocht. Tevens zal een fonds worden gevormd ter bevorde- ring van den export. In Oostenrijk is een kartel van katoenweverijen tot stand gekomen, dat onder meer de productie zal regelen.

L a n d b o u w v ra a g s tu k . I n t e r n a t i o n a a l : w e re ld ta rw e p o s itie g ü n s t i g ^ I n t e r n a t io ­ n a le S n ik e ro o n fe re n tio in A p r i l a.s.; uitvo erp eree ntag es ru b b e r en thee. D u i t s c h - l a n d : B ijk s b e m o e im g m et te e ltp la n ; zw akke ra n ts o e n e e rin g v e tv e rb r u ik ; v rijh e id to t o v e rd ra e b t v a n g ro n d b e p e rk t; nieuw e ru ilv e rk a v e lin g s w e t. B e l g i e : steun aan b ie te n te le rs ; m engpercentage binn enlan dsche ta rw e beperkt. E n g e l a n d : streven n a a r u itb r o id in g a g ra ris c h e p ro d n e tle ; p la n to t re g e lin g m e lk p rijs ; c o n tra c t ^ voor le v e rin g bacon varken s ge an nn lee rd; w e t v e rp lic h te a a n e e n s lu itin g b ie ts u ik e rfa b ri- kan ten. F r a n k r i j k : o n tw e rp -P a c h tw e t; u itv o e r in g w e rk e n ten bä te v a n la n d b o u w ; o n tw e rp -a fz e t a g ra ris c h e produeten. D e n e m a r k e n : fin a n c ie e le p o s itie boeren g ü n s tig e r. V e r e o n i g d e S t a t e n : o ve rs tro o m in g e n ; m aa tre ge len tegen erosie, p la n n e n in z a k e oogstverze kerin g, p a c h tre g e lin g , c re d ie tv e rs tre k k in g .

De statistische positie van t a r w e wordt thans in het algemeen als günstig beschouwd. In verband met achtereenvolgende siechte oogsten in de Yereenig- de Staten en verminderd aanbod u it Canada raken de wereldvoorraden u it- geput en stijgen de prijzen aanmerkelijk boven die van verleden jaar. De nieuwe uitzaax, voor den oogst van 1937, is echter veel ruim er geweest dan in tal van jaren het geval was, zoodat gerekend moet worden met de mogelijk- heid van een w ijziging van den toestand in den loop van d it jaar. ’ )

Nadat de Internationale S u ik e r c o n fe r e n tie in Augustus 1935 het besluit nairi de Chadbourne-overeenkomst, welke einde 1935 afliep, niet te verlengeu, wenl aan de Engelsche Kcgeering verzocht een nieuwe wereldconferentie bijeen te roepen in het belang van een internationale regeling van productie en atzet.1 2) De omstandigheden voor het welslagen van een dergelijke confe­

rentie schijnen geleidelijk günstiger te worden: de wereldvoorraden beginnen af te nemen; de prijzen gaan in stijgende lijn ; de neiging tot autarkie op het gebied van suiker verm indert. Onder de auspicien van den Volkenbond zijn dan ook tegen 0 A p r il a.s. vertegenwoordigers van een 20-tal productielanden uitgenoodigd voor een conferentie, welke te Londen zal worden gehouden.

°Het Internationale R u b b e r regelingscomitd heeft in zijn December- en Januari-zittingen het uitvoerpercentage voor het eerste h a lfja a r 1937 — aan- vankelijk bepaald op 70 pCt. der basisquota3) — verhoogd tot 75 pCt. voor het le en 80 pCt. voor het 2e kw artaal 1937, te rw ijl voor het 3e kw a rta al 1937 een percentage van 85 werd vastgesteld. In verband met de omstandigheid, dat er in Nederlandsch-Indie aanmerkelijk meer bevolkingsrubber kan worden voortgebracht dan bij het aangaan der internationale overeenkomst was ver- ondersteld, werden de basisquota verhoogd van 443 000, 467 000 en 485 000 long

°Het Internationale R u b b e r regelingscomitd heeft in zijn December- en Januari-zittingen het uitvoerpercentage voor het eerste h a lfja a r 1937 — aan- vankelijk bepaald op 70 pCt. der basisquota3) — verhoogd tot 75 pCt. voor het le en 80 pCt. voor het 2e kw artaal 1937, te rw ijl voor het 3e kw a rta al 1937 een percentage van 85 werd vastgesteld. In verband met de omstandigheid, dat er in Nederlandsch-Indie aanmerkelijk meer bevolkingsrubber kan worden voortgebracht dan bij het aangaan der internationale overeenkomst was ver- ondersteld, werden de basisquota verhoogd van 443 000, 467 000 en 485 000 long

Powiązane dokumenty