• Nie Znaleziono Wyników

Economische en Sociale Kroniek van Nederland, de Overzeesche Gewesten en het Buitenland, 1937.03, kwartaal 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Economische en Sociale Kroniek van Nederland, de Overzeesche Gewesten en het Buitenland, 1937.03, kwartaal 4"

Copied!
83
0
0

Pełen tekst

(1)

Economised on sociale M o t

VAN

NEDERLAND, DE O V E R ZE E S C H E GEWESTEN EN HET BUITENLAND

SAM ENGESTELD DOOR HET

CENTRAAL BUREAU VOOR DE STATISTIEK

A

UITGAVE VAN N.V. DRUKKERIJ ALBANI NIEUWE MOLSTRAAT 20

’S-QRAVENHAQE

V A U T E U R S R E C H T V O O R B E H O U D E N .

(Het overnemen van berichten, cijfers en grafieken uit deze publicatie is echter toegestaan met duidelijke bronvermelding).

(2)

I N H O U D

HOOFDSTUKKEN Neder­

land der!.We­

Indië.

Suri­

name Cura­

çao

interna- tionaal Buiten-en land

Grafieken.

blz. blz. blz. blz.

A lg e m e e n e l o e s t a n d ... 4 41 i V o o r t b r e n g in g . V e r b r u ik . V oo rrad en.

Bedrijfstoestand en arbeidsmarki... 5

Voortbrenging en verbruik... 10 42 47 49 50 Bedrljfsorganisatie en -concentrada... 12 52

Codperatie... 14

Landbouwvraagstuk... 15 53

H a n d e l en V erkeer . . . . 18 43 47 48 55

P rijzen. Kosten van le v e n s o n d e r h o u d . . . 21 44 48 59

F in a n c ie w e z e n .

Geld- en Credietwezen... 23 45 61 Openbare financien . ... 25 45 48 61 A r b e id s to e s ta n d e n . S oc iale zorg.

Werkioosheid en werkloosheidsverzekering. Arbeidsbe- middeling. Werkverschaffing en Steunverleening. Binnen-

en buitenlandsche trek. Vakopleiding en leerlingwezen. 27 46 48 65

Werkstakingen en uitsluitingen. Bemiddeling en arbitrage 31 46 70 31

Arbeidsvoorwaarden... 32 48 72

Qrganisatie van werkgavers en werknemers . . . . 34 46 73 35

Arbeidersbescherming... 36 47 75 Arbeidersverzekering... 37 77 B e v o lk in g . G e z o n d h e id s w e z e n . V o lk s hu is v es tin g.

Gezondheidswezen . . ... 39 Volkshuisvesting... 40

B ijv o e g s e ls : 1. EC O N O M IS C H E en SO CIALE KALENDER o v e r h e t 4 e k w a r t a a l 1936.

2. DE N E D E R LA N D S C H E C O N JU N C TU U R , F e b r u a r i 1937.

U I T G A V E N V A N N . V . D R U K K E R I J ; * A L ' B A N I ’ S - G R A V E N H A G E

Binnen- Tlulten-

land. land.

J aa re Ufers v o o r N e d e rla n d . V e rs c h ijn t om streeks M e i... r 4.25 f 4.50 S ta tis tis c h Z akboek. V e rs c liijn t om streeks N o ve m b e r... »» 1.70 44 1.80 M a a n d s e h rift v. h. C e n tra a l B u re a u v o o r de S ta tis tie k . J a a rab onn em e nt. . >» 7.— 94 8.85 E conoinische eu S ociale K r o n i e k ... »» 2.80 44 3.20 d ito losse a fle v e rln g - ... »> 0.85 44 1.—

E conoinische en S ociale K a le n d e r ... 44 1.10 De N ederlandsche C o n ju n e tu u r. V e r s c liijn t 4 X p e r j a a r ... »» 1.60 44 1.75 S ta tis tie k de r M o to rrijtu ig e n . V e rs c h ijn t om streeks J n n u a r l ... 1.40 M a a n d s e h rift va n den In -, H it- en D o o rv o e r. J a a ra b o n n e m e n t... 12— 44 13.50 J a a r s ta tis tie k va n den In -, H it- en D o o rv o e r. V e rs c liijn t om streeks M ei . . »» 3.35 44 3.75 S ta tis tie k va n de S che ep vaa rt op h e t B u ite n la n d . V e rs c h ijn t om streeks J u li »> 0.85 44 1.—

I’ rijz e n en koste n va n levensonderhoud. 12 A f le v e r in g e n ... »» 4.15 44 4.50 S ta tis tie k v. d. C o lle c tle v c A rh e id so ve re e n ko m ste n . V e rs c li. o m s tr. F e b ru a ri »» 1.46 44 1.60 S ta tis tie k de r W e rk s ta k in g e n en U its lu itin g e n , V e r s c liijn t om streeks M e i . »» 0.95 44 1.—

S ta tis tie k der V a k b e w e g in g . V e rs c h ijn t om streeks N o v e m b e r ... ** 1.06 *4 1.15 S ta tis tie k der In k o m e n s en V erm ögens in N e d e rla n d . V e rs c li. om str. A p r i l *♦ 0.70 44 0.75 S ta tis tie k de r S paar- eu Leenbanken. V e r s c liijn t om streeks Decem ber . . . 44 0.62 44 0.70 S ta tis tie k de r R ijk s fin a n e ie n . V e rs c h ijn t om streeks D e c e m b e r ... 44 2.10 44 2.20 S ta tis tie k der G em eentefinaneiün. V e r s c liijn t om streeks D ecem ber . . . . 44 2.40 44 2.50 B e la s tin g d ru k in N e d e rla n d . V e rs c h ijn t om streeks O c to b e r ... 4 * 1.10 '» 1.20 A rm e n z o rg s ta t ¡s tic k . V e rs c h ijn t om streeks D ecem ber... 44 0.70 44 0.80 B e v o lk in g en b e v o lk in g s d ic h th e id . V e rs c h ijn t om streeks J u l i ... 0.47 44 0.50 S ta tis tie k v. h. Gewoon- en U. L. OnderwUs. V e rs c h ijn t ongeregeld . . . . 3.15 44 3.25 M a rk ta n a ly tis c h H a nd boo k v o o r N e d e r la n d ... 4.— 44 4.75

B e ta lin g e n k u n n e n p e r g iro gesch ieden o n d e r No. 4 0 1 0 0 B o v e n s ta a n d e S ta tis tie k e n w o rd e n f r a n c o to e g e z o n d e n . N .V . D r u k k e r ij .A lb a n i, N ie u w e M o ls t r a a t 2 0 , D en

M y k a ? Q c

H a a g

to___ J________________________ Ó L Í á...f \ U 1 J ________________

(3)

Economische en Sociale K ro n iek van N ed erlan d, de Overzeesche Gew esten en h et B u iten lan d .

Samengasteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, Afdeeling voor Soclaal-economische Statistiek.

A U T E U R S R E C H T V O O R B E H O U D E N ,

(Het overnemen van mededeelingen en cijfers uit deze publicatie is. echter toegestaan met duidelijke bronvermelding.)

V IE R D E K W A R T A A L 1936. *)

D E A L G E M E E N E T O E S T A N D .

De verbetering der wereldconjunctuur breidde zieh in bet afgeloopen ja a r verder u it, en aan het eind van 1936 waren er van de landen, die in de wereld- economie een ro l speien, nog maar weinige, waar een opleving niet meer of m inder duidelijk viel waar te nemen. Zelfs vermeerderden de Symptomen, dat sommige landen aan de grens der hoogconjunctuur staan, indien zij deze phase niet reeds zijn ingetreden.

De wereldproductie van belangrijke goederen is eind 1936, ook indien men de produetie der Sowjet-Unie niet meetelt, weer nagenoeg gekomen op het peil van 1929; neemt men deze laatste wel in aanmerking, dan w ordt dat peil reeds belangrijk oversehreden. Het lig t voor de hand, een vergelijking te maken tus- schen den tegenwoordigen toestand en dien bij het begin der laatste crisis in 1929. De läge rente, de stijgende prijzen, de betrekkelijke consolidatie der goe- derenmarkten, die de huidige opleving kenmerken, steken günstig af bij den yeel meer gespannen toestand der geld- en kapitaalm arkt, de over het alge- meen dalende tendentie der prijzen en de ongebreidelde overproductie, die toen de hoogconjunctuur begeleidden. M aar er zijn Symptomen, dat de geldruim te hier en daar begint te verminderen; op sommige plaatsen doet zieh reeds gebrek gevoelen aan grondstoffen en aan geschoolde arbeiders. De stijging der industrieele productie gaat niet samen met een toeneming van de agra­

rische productie; de groote voorraden, die to t dusver een prijsstijging hebben tegengehouden, schijnen vrijw e l op te zijn. Bovendien is niet te ontkennen, dat een deel der opleving wordt gedragen door de toeneming der bewapening en door openbare werken van allerlei aard, en men vraagt zieh af, hoe de ontwik- keling zal gaan, wanneer deze factoren zullen zijn uitgewerkt. E r gaan dan ook meer en meer stemmen op ten gunste van maatregelen om de opleving niet haar vrijen loop te laten maar van hoogerhand te leiden.

Een belangrijke gebeurtenis, enkele dagen vóór het begin van het vierde kwartaal, was het einde van het „goudblok” , doordat F ra n krijk, Zwitserland en Nederland den gouden standaard verlieten. Een van de groote internationale scheidingslijnen op monetair gebied is daarmee vervallen en, hoewel tot de gehoopte monetaire ordening nog slechts enkele stappen zijn gedaan en in zekeren zin zelfs nieuwe elementen van onzekerheid zijn ontstaan, zijn velen toch van oordeel, dat een aanzienlijk beletsel voor een definitieve regeling op monetair gebied thans is weggevallen.

Verder moet gewezen worden op de voortgezette pogingen to t geleidelijke

*) ltu a r de v e rlio u d ln g e n op v e le rle i g e bied zieh snel o n tw ik k e le n , zpn de m ededeelingen n ie t s tre n g b e p e rk t to t h e t h ie r ve rm e ld e tijd v a k , m a a r hebben z ij v o o r een deel reeds b e tre k k in g op he t loopende k w a rta a l. D a a rte g e n o v e r Staat, d a t in s o m m ig e g e va lle n — en d i t g e ld t u ite ra a rd v o o ra l de Overzeesche Gewesten van h e t l t y k — h e t opheinen van recente gegevens n ie t m o g e lü k was. zoo dat de m ededeelingen dan op een v ro e g e r ttjd v a k b e tre k k in g hebben.

(4)

opheffing der handelsbelemmeringen, waarbij twee richtingen te onderschei- den zijn: terugkeer naar het stelsel van vrijhandel op de basis van algemeene toepassing der meestbegunstiging, en anderzijds een voorkeur voor het sluiten van bilaterale verdragen; in den laatsten tijd schijnt deze tweede rich tin g meer de overhand te hebben. De toeneming van het volume van den wereld- handel maakt, hoewel in een zeer langzaam tempo, geregelden voortgang.

De opleving u it zieh niet het m inst in een groote vraag naar scheeps- m im te. N iet alleen profiteeren hiervan de reedenjen, die aanzienlijk hoogere vrachten kunnen boeken bij günstiger benutting van haar capaeiteit, maar ook de scheepswerven, daar in de laatste jaren in grooten omvang verouderde schepen zijn gesloopt, zoodat er thans hier en daar een tekort aan scheeps- ruim te gevoeld wordt. U iteraard speien in de günstige eonjunctuur voor den seheepsbouw ook de opdrachten ten behoeve van de u itbreid in g en vernieuwing der oorlogsvloten een belangrijke rol.

Tegenover de vele omstandigheden, die de opleving bevorderen staan echter nog steeds enkele belemmerende factoren. Een van de belangrijkste daarvan is de onzekere politieke toestand. Een andere belemmering lig t in de scherpe scheiding, die nog steeds bestaat tusschen de crediteur- en de debi- teurlanden en de thans veelal daarmee samengaande ongelijkheid in de goud- verdeeling, die eerder toe- dan afneemt, de onvrijheid van het internationale geldverkeer en de stroefheid der internationale kapitaalbeweging.

Onder de landen, waar de opleving de phase der hoogconjunctuur schijnt te naderen, moet in de eerste plaats genoemd worden G r o o t - B r i t a n n i e . De industrie w erkt hier aan de grens van haar capaeiteit, vooral om te vol- doen aan de Eegeeringsopdrachten, welke voor een belangrijk deel verband houden met de bewapening. Deze opdrachten nemen de beschikbare krachten zoozeer in beslag, dat er geen ruim te b lijft om uitvoerorders aan te nemen;

de eonjunctuur is dan ook nagenoeg geheel bepaald door binnenlandsche fac­

toren. Het Engelsche productieapparaat is in veel opzichten verouderd; de actie to t moderniseering, die jaren geleden begonnen is, heeft pas in den laatsten tijd tot merkbare resultaten geleid en thans is de industrie meestal te zeer belast met orders om aan belangrijke wijzigingen van haar installaties te kunnen denken. Toch kan ook in den laatsten tijd gewezen worden op ver- schillende belangrijke gevallen van rationalisatie door het samenvoegen van ondernemingen en door het verdaten van oude installaties voor geheel nieuwe, moderne fabriekscomplexen. T erw ijl het geld nog goedkoop b lijft, stijgt in den laatsten tijd de kapitaalrente; in het nieuwe ja a r begonnen ook de loonen weer te stijgen. Verschillende eeonomisten, onder wie Keynes, meenen dat de tijd gekomen is, om ernstig maatregelen te overwegen ten einde te voor- komen dat de hoogconjunctuur in een crisis omslaat.

In de V e r e e n i g d e S t a t e n is in 1936 een wending in de conjunctuur- ontw ikkeling gekomen: waren de oplevingen der vorige jaren telkens weer afgebroken door nieuwe inzinkingen, thans zet de opleving krachtig door.

Alsnog w ordt deze ontw ikkeling als volkomen gezond beschouwd, maar er gaan toch stemmen op die waarschuwen tegen een herhaling van den „boom”

van 1929. De leidende financieele kringen beginnen zieh vooral bezorgd te maken over den aanhoudenden toevloed van buitenlandsche gelden en bera- men middelen om dien te beperken. De industrieele productie is aanzienlijk toegenomen, maar haar ontw ikkeling w ordt in de laatste maanden gestoord door de onrust onder de arbeiders. Het geld b lijft ruim , maar sinds nieuw jaar is er eenige stijging van de kapitaalrente waar te nemen.

Bewapening' en openbare werken waren in 1936 ook de dragers van de economische opleving in D u i t s c h l a n d , waar het geheele economische leven meer en meer ondergeschikt gemaakt w ordt aan de m ilita ire u itru stin g en de economische zelfgenoegzaamheid. Het feit, dat daardoor de productie in veel gevallen duurder wordt, speelt bij het ontwerpen van den economischen koers geen ro l; de wet verbiedt de prijsstijging van noodzakelijke levensbe- hoeften. Deze koers is nog geaccentueerd door het in werking stellen van het 4-jarenplan, dat Duitschland zooveel mogelijk onafhankelijk moet maken van den invoer. Daar de kapitaalm arkt ook hier praktisch geheel in beslag ge- nomen wordt door de behoeften van den Staat, zijn er voor de uitbreiä in g der industrie geen andere fondsen beschikbaar dan de winsten u it het eigen be- d rijf. De handelsbalans was veel actiever dan verleden jaar.

In B e l g i e maakte de opleving flin ke n voortgang, maar de sociale troe-

(5)

belen werkten af en toe störend. De productie van steenkool was in het vierde kw artaal van 1936 6,1 pCt., die van ruw ijzer 6,7 pCt. grooter dan in het vierde kw artaal van 1935; de kolenvoorraden nemen snel af. De stijging' der groot- handelsprijzen houdt gelijken tred met die op de wereldmarkten; de kosten van levensonderhoud zijn het laatste ja a r slechts weinig gestegen. In den kleinhandel nemen de omzetten toe. De werkloosheid is ongeveer een vierde minder dan een ja a r geleden; hier en daar doet zieh een tekort aan geschoolde werkkrachten gevoelen, vooral in den mijnbouw. Het spoorwegverkeer neemt toe, het geldverkeer eveneens, de fiscale positie van het land wordt bevredigend geacht. De geldm arkt b lijft 'zeer ruim . In - en uitvoer zijn in vergelijking met verleden ja a r rond 10 pCt. gestegen.

Wenden wij ons to t de landen, die eind September gedevalueerd hebben, dan zien wij in Z w i t s e r 1 a n d een belangrijke nieuwe implus. De devaluatie deed in den eersten tijd een groote vraag ontstaan naar artikelen, vooral meer duurzame. De prijzen begonnen snel te stijgen. De ßegeering verminderde de invoerrechten- voor een aantal waren en verruim de sommige contingenten.

Een algemeene prijscontrole werd ingesteld. Anderzijds kon de Regeering met de verlaging der invoerrechten niet heel ver gaan, omdat deze een belangrijk deel der Bondsinkomsten uitmaken; de ingevoerde verlaging was reeds zeer voelbaar. De kosten van levensonderhoud zijn nog zeer weinig gestegen. Daar de Bundesbank den goud-aankoopprijs met het bedrag der devaluatie ver- hoogd heeft was spoedig een belangrijke overheveling van goud van particu- lieren.naar de Bank waar te nemen. E r heerscht een groote geldruimte, waar- door de saneering der groote banken bevorderd w ordt; thans is zij nagenoeg voltooid.

E r a n k r i j k biedt echter een veel m inder günstig beeid. W el werden de zwakke teekenen van opleving, die reeds vroeger zichtbaar waren, door de devaluatie versterkt, rnaar verschillende factoren maken het — hier meer dan elders — onzeker, of de impuls w erkelijk zal doorwerken, of weldra zal dood- loopen. Deze liggen vooral op het gebied der arbeidsverhoudingen en van het Staatskrediet. De directe uitw e rkin g der devaluatie toonde zieh in een stijging der groothandelsprijzen (tot December 22 pCt.; grondstoffen 31 pCt.), een geringere der kleinhandelsprijzen (10 pCt.) en der kosten van levensonderhoud (7 pCt.). Deze laatste stijging is echter aanzienlijker dan in de andere landen w.aar het ru ilm id de l gedeprecieerd is. Een aanzienlijke hausse was op de aan- deelenmarkt waar te nemen. Naast een aanzienlijke stijging in de waarde, gaf het volume van den invoer een matige, van den uitvoer nauwelijks een stijging te zien. De sociale onrust — hoewel m inder dan in den zomer — en de verkorte arbeidsduur, die geleidelijk in meer en meer takken van bedrijf w ordt inge- voerd vormen een belangrijke oorzaak waardoor de productie alsnog weinig is gestegen. De wex-kloosheid was sinds November niet meer hooger dan een ja a r geleden. De devaluatie had aanvankelijk weinig stimuleerenden invloed op de investeeringen; pas in December en Januari begonnen deze te vermeer- deren. De goudvoorraad van de Banque de France is toegenomen, in hoofdzaak echter als gevolg van herberekening.

De geleidelijke verbetering der conjunctuur in N e d e r l a n d s c h I n d i e, die als gevolg van het oploopen der wereldmarktprjjzen reeds in de eerste negen maanden van 1936 — vooral in de buitengewesten — viel waar te nemen, heeft van de waardedaling van den gülden een nieuwen, krachtigen stoot gelcregen. Het prijspeil der exportprodueten kwam op een belangrijk hooger - niveau. Tegen overmatige prijsstijging der invoerartikelen tro f de Indische Regeering maatregelen o.a. door verlaging van de invoerrechten. Verder werd ingesteld de heffing van een extra-uitvoerrecht op verschillende export- producten, de opbrengst waarvan de Overheid in staat zal moeten stellen in die deelen van de gemeenschap, welke door de monetaire maatregelen schade hebben geleden, hulp te verleenen. In het belang van de loontrekkenden werd overgegaan to t instelling van een Overheidscontrole op het loonpeil der groot- landbouwbedrijven. Ook is ten behoeve van de inheemsche bevolking de zout- prijs verlaagd. Ten einde de suikerindustrie te steunen, nam de Nederlandsehe Regeering maatregelen ter verzekering van den afzet van een hoeveelheid Indische suiker in Nederland. Alles bijeengenomen ontw ikkelt het ingetreden economisch herstel in Nederlandsch-Indie zieh op veelbelovende wijze. De budgetaire positie was echter nog zeer zwak.

(6)

N E D E R L A N D .

De algeroeene toestand.

Yoor Nederland waren gedurende de eerste h e lft van 1936 sleehts zwakke teekenen van opleving te zien. De grondslagen voor een opleving waren echter in meer dan 6en opzieht belangrijk verbeterd ten opziehte van enkele jaren geleden. De spanning tusschen het binnen- en buitenlandsch prijspeil was veel geringer geworden, voor een deel als gevolg van de prijsstijging op de in te r­

nationale markten, voor een deel ook als uitvloeisel van de politiek van onze Regeering, die op verlaging van het peil der algeineene kosten gericht was.

In het bijzonder waren de loonen gedaald en eveneens de kapitaalrente. De saneering van vele ondernemingen had deze op een betere rentabiliteitsbasis gebracht en ten slotte bleef de economische opleving in Nederlandsch-Indie niet zonder invloed op het moederland.

Toen de verbetering van de wereldconjunctuur, die reeds geruimen tijd in een kalm tempo aan den gang was, in 1935/6 krachtig doorzette, waren de voorwaarden günstig, dat die verbetering ook in Nederland weerklank zou vinden. Toch bleef het hier aanvankelijk bij zwakke Symptomen van verbete­

rin g op sommige, nauw begrensde gebieden: de productie van kapitaalgoederen (behalve het bouwbedrijf) en sommige bedrijven, die, zooals de scheepsbouw, rechtstreeks van de verbeterde wereldconjunctuur, of, als de katoenindustrie, van de contingenteeringspolitiek in Nederlandsch-Indie konden profiteeren.

Verbetering in deze en enkele andere bedrijfstakken (o.a. de diamantnijverheid) compenseerde een verderen achteruitgang in de overige, waaronder vooral die, welke voor de binnenlandsche m arkt van consumptiegoederen werkten.

Het resultaat vertoonde zieh o.a. in het stationnair blijven — na correctie voor de seizoenfluctuatie — van de werkloosheidscijfers (waarbij te bedenken is, dat d it in verband met den groei der bevolking en de uitw e rkin g van adminis- tratieve maatregelen reeds als een verbetering is te beschouwen).

Omstreeks midden, en vooral in Augustus en September, 1936 zet nu de opleving in Nederland krachtiger door, in verband met een overeenkomstige wending in de wereldconjunctuur. Toen nu de gülden, nadat de gouden standaard was losgelaten, ongeveer 20 pCt. depreeieerde, bevond Nederland zieh dus duidelijk in een opwaartsche conjunctuurbeweging; deze kreeg thans een nieuwe impuls, welke zieh o.a. spoedig toonde in een toeneming van de bedrijvigheid. Van November af was deze over het algemeen günstiger dan een ja a r vroeger; de verbetering begon zieh bovendien u it te strekken over verschillende industrieen van consumptiegoederen.

Hoewel in het bouwbedrijf nog geen verm indering van de werkloosheid te zien is, zijn er wel andere eijfers, die op d it terrein op een omkeer in günstige ric h tin g wijzen: aantal „begonnen” woningen, aanbestedingssommen, hypo- theken. Deze eijfers wijzen ook wel eenigszins op hervatting van investeering;

in sterkere mate b lijk t deze u it de aanzienlijke stijging der aanbestedingen voor fabrieksbouw. Een günstige factor hiervoor is een vermelde daling der kapitaalrente, die thans voor overheidsleeningen en voor pandbrieven P/2 a 4 pCt. bedraagt; ook de hypotheekrente is gedaald.

Voor landbouw, tuinbouw en veeteelt was de stijging der wereldprijzen, die nog door de depreciatie van den gülden geaccentueerd werd, voor de export- bedrijven uiteraard niet ongunstig. N iet alleen werden veelal hoogere prijzen ontvangen, maar ook grootere hoeveelheden uitgevoerd. Aan den anderen kant Stegen in vele gevallen ook de kostprijzen en deze stijging werd, vooral op de binnenlandsche m a rkt, niet steeds goedgemaakt door betere prijzen van het eindproduct. Ook kwam er nog geen duidelijke verandering in den toestand van depressie, w aarin deze bedrijven al sinds jaren verkeeren. W at de weers- gesteldheid betreft (die voor deze bedrijfstakken zulk een groote ro l speelt), deze was in 1936 ver van algemeen günstig, hoewel verschillende aanvankelijk ongunstige verwachtingen la ter bleken overdreven pessimistisch te zijn geweest.

In de vorige kroniek werd gewezen op de scherpe stijging der aandeelen- koersen; deze ging door, zij het in een iets rüstiger tempo; de stijging van het algemeen indexcijfer van September 1936 to t Januari 1937 bedroeg dooreen- genomen ca. 78 pCt.; voor dat der Nederlandsche industrieele waarden bedroeg zij nog iets meer, n.l. 82 Z2 pCt.

De groothandelsprijzen bleven ook oploopen, die van grondstoffen vooral

(7)

onder invloed van de stijging der wereldprijzen; de stijging van de prijzen van voedingsmiddelen en fabrikaten was veel geringer. De kosten van levensonder- houd waren in December slechts een paar punten hooger dan voör de depre-

ciatie van den gülden. De geldm arkt b lijft nog zeer ruim .

In - en uitvoer vertoonen na de depreciatie een duidelijke ombuiging, die niet alleen het gevolg is van prijsstijging (deze was over het algemeen geringer dan als compensatie voor de daling van den gülden kon worden verklaard) maar ook, vooral bij den uitvoer, van vergrooting van den omvang.

V O O R T B R E N G IN G . V E R B R U IK . V O O R R A D E N . Bedrijtstoestam l en arbeidsm arkt.

Beperken w ij ons, waar het bestek van deze K roniek daartoe noodzaakt, tot een aantal bedrijfstakken*) dan kan vooreerst de s c h e e p s b o u w worden genoemd onder de industrieen, waar de opleving belangrijk gevorderd is. De w erkverrruim ing. — tot zekere hoogte bevorderd door steun van overheids- wege — welke reeds in 1935 te eonstateeren viel, kreeg in 1936 voortdurend meer beteekenis. En zeker mag het verloop gedurende het laatste kw artaal, toen wederom aan versehillende ondernemingen belangrijke Orders ten deel vielen (w. o. ook voor buitenlandsche rekening, waarbij wel werd gewezen op het door de depreciatie van den gülden toegenomen concurrentievermogen) en verbete- rin g bij het scheepvaartbedrijf de wenschelijkheid van vernieuwing en aanvul- lin g van de vloot meer naar voren brachten, aanleiding geven om van een opklarenden toestand te spreken. Volgens L lo yd ’s Register was hier te lande eind Dec. 1936 in aanbouw ±151000 bruto-registerton (53 zeeschepen), tegen

± 104 000 (36) eind 1935, te rw ijl men to t eind 1930 moet teruggaan om een hooger eijfer te vinden (±160 000 t). Ook met betrekking to t het voor versehillende werven zoo belangrijke reparatie-werk kwamen vooral in de laatste maanden van het ja a r günstiger berichten in. Ter illu s tra tie van de ontw ikkeling der werkgelegenheid zij — in aansluiting met dienaangaande in vorige Kronieken reeds godane mededeelingen — vermeld, dat bij e lf belangrijke bedrijven, die personeelcijfers verstrekten, eind 1936 te zamen ±13 875 man werkten, d. i.

bijna 6 200 meer dan een ja a r te voren. A ls een nadeelige factor voor het bedrijf werd er van versehillende zijden op gewezen, dat reeds eerder. verkregen bouworders moesten worden afgewerkt met inmiddels sterlc in prijs gestegen

— en door de depreciatie nog duurder geworden — materialen. Ook maakte men bij het eind van het ja a r m elding van moeilijkheden met het tijd ig ver- krijgen van materialen.

De m a c h i n e f a b r i c a g e heeft haar deel in de opleving (waartoe o. a.

bovenvermelde Orders voor den scheepsbouw bijdroegen) niet gemist. W elis- waar getuigden de verslagen nog geregeld van een over het geheel in a lle rle i opzicht veel verbetering behoevenden gang van zaken, maar zij toonden toch tevens aan dat in v r ij wat ondernemingen de bedrijvigheid m in of meer toe- nam, te rw ijl de gevallen van aehteruitgang verminderden. In het bijzonder een flin k deel der over het 4e kw artaal verkregen rapporten (waarvan er ver­

schwende op behoorlijk werk of een zekere drukte wezen) vestigt, ondanks de ondernemingsgewijs niet uniform e ontw ikkeling, een opwekkender totaalin- druk dan in 1935. Meermalen bracht men verbetering gedurende de laatste maanden to t zekere hoogte in verband met het verlaten van den gouden standaard. Zoo wees men wel op meer Orders u it bedrijfstakken, welke van dien maatregel voordeel ondervonden, en ook op verbeterde export-positie. Van sommige zijden meldde men eenige belangrijke Orders u it Ned.-Indie (opleving der cultures). In de c o n s t r u c t i e - w e r k p l a a t s e n was het aantal Orders wel niet groot genoeg voor het totale productie-vermogen (meermalen ook Machten over de prijzen), doch naast ondernemingen, die m in of meer slapte ondervonden, stonden geregeld v r ij wat andere met een niet bepaald onbevre digende, hier en daar zelfs flinke, bedrijvigheid. Negen fabrieken, die perso­

neelcijfers verstrekten,' hadden eind 1936 1642 man in dienst tegen 1352 eind 1935 (in 5 samen 439 man meer, in 4 andere 149 minder). Onder meer heeft in 1936 de bouw van bruggen, waarvan er inmiddels versehillende zijn gereed- gekomen, aan vele handen werk gegeven. Teekenen van bijzondere opleving na het verlaten van den gouden standaard werden slechts bij uitzondering

i ) H e t o v e rs ic h t, w a a r ln u ltv o e rig e r mededeelingen z ijn opgenomen en w a a r ln ook veel meer b e d rijfs ta k k e n w o rd e n besproken dn n ln deze k ro n ie k , is opgenomen in de F e b ru a ri-a fle v e rin g van bet. M a a n d s c h rift,

(8)

gerapporteerd. W el wezen verschillende verslagen voor de laatste maanden op een m oeilijker geworden positie wat materialen betreft (duurder en moei- lijk e r te krijgen). B ij betrekkelijk schaarsche gevallen van opleving was de toestand in de i j z e r g i e t e r i j e n tot in September en wegens onvoldoende of te ongeregelde Orders en wegens te läge prijzen (scherpe onderlinge en ook buitenlandsche eoneurrentie) over het algeineen ver van bevredigend. Blijkens de meerderheid der verslagen bracht het 4e kw artaal een merkbare wen ding teil goede (grootere neiging tot plaatsing van Orders, o. a. wegens verwachte prijsstijging). Niettem in bleef in menig geval — zij het dan meestal afgeno- men — slapte bestaan, te rw ijl deels ook wel werd opgemerkt dat de prijzen, ondanks stijging door het duurder worden van grondstoffen, re la tief laag zijn gebleven. Voor het h o o g o v e n b e d r i j f werd gemeld, dat de vastere stem- m ing op de m arkt voor ruwijzer, waarop in het vorige overzicht werd gewezen, in den loop van het laatste kw artaal nog aanmerkelijk is toegenomen (gün­

stiger dan in 1935). De v l i e g t u i g i n d u s t ' r i e gaf, als geheel genomen, in de 2e h e lft van het ja a r aan v r ij wat meer handen werk dan in de le helft.

Voorzoover de personeelsterkte eind September nog bleef beneden die van een ja a r geleden, was het verschil reeds niet meer zoo groot als te voren, te rw ijl door toeneming van Orders in het 4e kw artaal de bedrijvigheid verder is ge- stegen, zoodat de totale bezetting aan het eind van het ja a r günstig afstak bij die van eind 1935. De personeelsterkte in het grootbedrijf der g l o e i l a m p e n - en r a d i o - i n d u s t r i e was, mede door verplaatsing van productie-onder deelen naar het buitenland, aanvankelijk terugloopende en geregeld lager dan hot vorige jaar, doch zij steeg in het 4e kw artaal met 1100 man tot 13 350, d. i.

450 meer dan eind 19^5. Aan de f a . b r i e a g e v a n s p o o r - e n t r a m w a ­ ge n s vielen belangrijke Orders teil deel van de Nederl. Spoorwegen (aanzien- lijke u itbreid in g van personeel), te rw ijl zulke Orders ook voor de f a b r i c a g e v a n e l e e t r i s c h e w e r k t u i g e n en t o e s t e l l e n niet van belang ont- bloot waren.

In de k a t o e n i n d u s t r i e viel weliswaar reeds in het eerste h a lf ja a r eenige gedeeltelijke verbetering der vraag (günstige invloed van de contin- genteering in Ned.-Indie) te constateeren, waardoor de werkgelegenheid in verschillende fabrieken of afdeelingen op een iets hooger peil kon worden gebracht of gehandhaafd, xnaar anderdeels waren de gevallen van vrijw e l stationnaire of nog toegenomen slapte niet gering, al was de (deels sterke) b edrijfsinkrim ping niet a ltijd stabiel. Daarna nam, vooral in de laatste maan­

den, o. m. in verband met den gewijzigden monetairen toestand, de b e d rijvig ­ heid zoowel in de spinnerijen als weverijen over het geheel toe (o. a. meer personeel, deels ploegenarbeid' of overwerk; günstiger dan verloden jaar).

N iettem in werd, althans wat de weverijen betreft, voor sommige fabrieken of afdeelingen nog steeds slapte (deels niet geringe in k rim p in g ) geconstateerd en wees men er op dat de export zieh nog slechts teil deele hersteld had en (of) de binnenlandsche afzet na tijdelijke verbetering ten slotte weer een in- zinking vertoonde. Met de opleving ging, naar gemeld werd, een verbetering der prijzen gepaard, ofschoon zij volgens sommigen tegenover de gestegen bedrijfskosten over het algemeen nog steeds te laag waren. De algemeene toe­

stand in de w o l i n d u s t r i e ontwikkelde zieh tot omstreeks September in weinig günstigen zin, al wisselden berichten van slapte of achteruitgang ge­

regeld af met andere van voldoende en (of) meer werk dan in 1935. Na de muntdepreciatie ontstond, mede door het seizoen, over het geheel een groote drukte, die o. a. te T ilb u rg (meer personeel, toeneming ploegenarbeid, veel overwerk) zeer günstig afstak bij een ja a r geleden. De kooplust werd aange- wakkerd door een stijging der wolprijzen, waarvan nog een verdere stijging verwacht werd. In een groot aantal ondernemingen in genoemde plaats daalde het aantal gewerkte uren (in duizendtallen) in de eerste week der maand met eenige schommeling van 246 in Januari tot 217 in J u li, steeg vervolgens tot 297 in November, om daarna iets af te nemen to t resp. 289 en 294 in de beide volgende maanden; voor Jan., J u li en Dec. 1935 waren de cijfers resp. 234, 225 en 258. In andere centra was in het laatste kw artaal over het algemeen evenmin gebrek aan werk, ofschoon er toch enkele m inder bevredigende rapporten waren (hier b. v. eenige in k rim p in g eind November in de wollendekenfabricage door afloop van buitenlandsche en te weinig binnenlandsehe Orders; elders tot h alf December geen noemenswaardige opleving). W a t de prijzen aangaat, wees men er wel op dat zij ook aan het eind van het jaar, ondanks verbetering, nog ver van goed waren. In de k u n s t z ij d e i n d u s t r i e waren produetie en Personeelsbezetting over het algemeen beperkt en kon ook in de laatste maan-

(9)

den, hoewel toen de afzet kw a n tita tie f toenam, van vol bedrijf nog niet ge- sproken worden. Overigens werd opgemerlit, dat de prijsverhoudmgen na de monetaire maatregelen er aanvankelijk niet op verbeterden (kostprys steeg sterker dan de verkoopprijzeii verhoogd kondon worden), hoewel de toestand zieh la ter iets günstiger lie t aanzien. De totale personeelsterkte van een 2- ai ondernemingen was, door toeneming in de laatste maanden, emd 1936 — °<J grooter dan een ja a r tevoren. In de c o n f e c t i e i n d u s t r i e was aanvan­

ke lijk over het algemeen voldoende werk (deels meer dan m 1935) by de la b ri- cage van heeren- en kinderkleeding, waartegenover de fabrieken van danaes­

kleeding overwegend een v siechte bezetting van personeel hadden (v.n.l.

toegeschreven aan Duitsehe dumping), al bleef in sommige dezer de vooiyaars- verlevendiging niet achter by 1935. De zomermaanden gaven, althans voor <e meeste fabrieken, een v rij langdurige periode van abnormale slapte (belang- rijke in krim p in g ) te zien, doordat de nabestellingen uitbleven, waartoe ver- schillende, reeds in vorige kronieken vermelde, oorzaken samenwerkten, ln de laatste maanden onderging de toestand over het algemeen een belangry e verbetering (voldoende werk of drukte; günstiger dan verleden ja a r); de vraag werd gestimuleerd door vrees voor prijsverhooging (val van den gülden, s y- gende grondstoffenprijzen), ofschoon in December of reeds eerder gedeeltelyk weder slapte (siechte verkoop van wintergoederen, seizoen;_ m ko rtin g van w erktijd) ontstond, v.n.l. in de damesconfeotie. doch ook wel in sommige der rapporteerende fahrieken van heerenkleeding. Voor zoover over de pryzen van tijd tot tijd mededeelingen werden gedaan, luidden deze niet günstig (niet ot

nauweliiks loonend, deels verliesgevend). , , ,

De l e e r l o o i e r i j e n werkten voor het loslaten van den gouden standaard onder moeilyke omstandigheden, doordat de zeer gedrukte leerpryzen, o. a.

wegens scherpe onderlinge concurrentie der fabrikanten, geen gelyken tred hielden met de huidenpryzen en b. v. een in den zomer begonnen styging van deze aanvankelijk niet of bijna niet volgden. De depreciatie gaf echter den stoot to t een regelm atig oploopen der pryzen, waarmede groote vraag gepaaid oing van de zijde der lederhandolaren en schoenfabrikanten, w ier voorraden over het algemeen gering waren. In sommige fabrieken leed de bedryvigheid onder de verhooging van invoerrechten op enkele leersoorten in Engeland.

De totale export van leer bleef in 1986 naar het gewicht nog iets beneden dien van 1935 (1 917 tegen 19511), doch was naar de waarde grooter (resp. f 7 en f 6,o inillioen). In de s c h o e n f a b r i e k e n was de hoeveelheid werk alleen by het begin van het .iaar grooter dan in 1935 (overigens kleiner) en meestal sterk geschakeerd, ook nog na de muntdepreciatie, die de vraag tijd e lijk stimuleerde.

In verband met het läge pryspeil (scherpe onderlinge concurrentie) waren de financieele resultaten over het algemeen onbevredigend. De schoenprijzen volgden de opgeloopen leerprijzen slechts gedeeltelyk. De vraag naar zeer goed- koope schoenen (gedaalde koopkracht) bleef een groote ro l speien.

De toestand in de c h e m i s c h e i n d u s t r i e gaf nog vaak aanleiding tot weinig opgewekte heschouwingen, doch in een deel der bedrijven werd toch in meer of mindere mate vooruitgang geconstateerd. Zoo noemden de meeste verslagen over de o l i e f a b r i c a g e den gang van zaken bij het eind van het jaar beter dan bij het begin. De vraag naar olie werd bevorderd door de heer- schende schaarschte van vetten en olien op de wereldmarkt. V oor den afzet van veekoeken (in het binnenland) bleef de ongunstige toestand der veehouderij een remmende factor. Niettem in toonden sommigen, in tegenstelling met anderen, zieh over de vraag, gelet op de omstandigheden, niet ontevreden, ter- w ijl wat het aangevangen winterseizoen betreft eenerzijds eenisre toeneming van

d e n verkoop tegenover 1935 werd gemeld (sommige andere voedersoorten sterker

in priis opgeloopen dan koeken), anderziids van achteruitgang van den afzet door prijsverhooging (gevolg van prijsstijging der grondstoffen) werd gespro- ken. De binncnlandsche afzet van spijsolie werd o.a. gedrukt door een belang- ryke acciinsverhooging in het midden van het jaar, doch de huitenlandsche nam aanzienlijk ,toe. De personeelsterkte onderging deels uitbreiding. In d e s u p e r - f o s f a a t i n d u s t r i e werd met meerendeeis sterk ingekrompen bedrijf ge­

werkt. De verkoop in het binnenland bleef onbevredigend, doch de pryzen verbeterden. De export nam iets toe. De pryzen hiervan waren onvoldoende.

hoewel zij na de depreciatie hooger werden, waartegenover echter prijsstijging van grondstoffen en zeevraehten stond. H et grootbedrijf der z i n k w i t - en 1 i t h o p o n e-f a b r i c a g e werkte nog ver beneden de eapaeiteit. Echter bleef

(10)

de zinkwit-afdeeling, die in het laatst van 1935 was stopgezet en in M aart 1936 weer in w erking werd gesteld, eind 1936 in bedrijf, zoodat het personeel toen grooter was dan een ja a r geleden.

Het aantal werkenden in de d i a m a n t i n d u s t r i e was, door ver- betering der werkgelegenheid van Mei af, bij het eind van het ja a r tot niet veel m inder dan het dubbele van eind 1935 gestegen. Gemiddeld over het geheele ja a r bedroeg het 1931 tegen 1439 in 1935 (laatste kw artaal resp.

2 630 en 1951). Bij een toenemende vraag naar het geslepen product kwam de günstige invloed van de depreciatie, welke de concurrentie-mogelijkheid tegenover buitenlandsche eentra bevorderde. De overheidsbijslag op de loo- nen werd verlaagd. In de t y p o g r a f i e bleek, bij m in of meer uiteen- loopende toestanden in de verschillende ondernemingen, de hoeveelheid werk geregeld te klein voor de totale capaciteit, waarbij niet uitsluitend om- standigheden, welke to t zekere hoogte de Orders remden, een ro l speelden, maar ook de in den loop der jaren sterke toeneming van het productie- vermogen (groote vooruitgang der techniek, een teveel aan ondernemin­

gen). Onder invloed van den werkhonger was de concurrentie vaak hevig, hetgeen zieh afspiegelde in ongunstiger prijsverhoudingen. De werkloosheid was over het geheel grooter dan in 1935, doch aan het eind van het ja a r iets kleiner. In overeenstemming met d it laatste meldde een deel der verslagen voor het einde van 1936 een m inder ongunstige stand der bedrijvigheid dan een ja a r tevoren, waarbij men soms wel den in d ru k of het vermoeden had dat de w ijziging van den monetairen toestand in zekere mate to t de vermeerdering van Orders in de laatste maanden heeft bijgedragen. Overigens lie t echter een aantal berichtgevers niet na te gewagen van moeilijkheden door de stijging der papierprijzen. In de b o u w v a k k e n nam de slapte vergeleken bij 1935 over het geheel nog toe (hetgeen uiteraard mede een ongunstige factor was voor verschillende daarmede nauw samenhangende bedrijven, als steenfabri- eage, houtzagerijen, enz.). D it bleek b. v. u it de cijfers van den woningbouw.

Het aantal woningen, waarvan de bouw begon, was maand voor maand kleiner dan het vorige jaar, behalve in December (grooter dan in December 1935^en dan in November 1936); in totaal bedroeg het 28 200 tegen 38 200 in 1935 en 47 800 in 1934. In verband met het gehrek aan werk heerschte een feile con- currentie-strijd met siechte prijzen. Door p rijsstijgin g van materialen, mede tengevolge van de depreciatie van den gülden, werden de houwkosten in den laatsten tijd hooger. Het percentage werkloosheidsdagen onder de georgani- seerde arbeiders kwam zelfs in de zomermaanden niet beneden 40 (tegen 33 in 1935). Rationalisatie, mechanisatie enz. hebben echter een zeker overschot van werkkrachten gekweekt, zoodat de omvang der werkloosheid geen juiste af- spiegeling van den stand der bedrijvigheid is.

De toestand in de k o l e n i n d u s t r i e vertoonde in het 2e h a lf ja a r (en vooral in het laatste kw artaal) een opklarend beeid, waartoe behalve de stij- gende vraag op de wereldm arkt bij oploopende prijzen en de grootere leve- ranties voor de scheepvaart, o. a. ook in zekere mate verbetering van de vraag naar industrie-kolen in ons land meewerkte. De personeelsterkte (excl. die der nevenbedrijven) daalde van 1 Januari tot 1 J u li van 27128 to t 26 718, doch steeg daarna to t 27 666 (1 Jan. 1937), welke vermeerdering gepaard ging met sterke afneming en ten slotte ophouden van verzuimdiensten. De totale productie van kolen (slik inbegrepen) beliep in 1936 12,80 m illioen t, d. i. bijna 8 pCt. meer dan in 1935 en slechts 0,77 pCt. m inder dan in het to p ja a r 1931, niettegenstaande het aantal ondergrondsche arheiders vergeleken bij dat ja a r met 30 pCt. daalde.

D it laatste is een bewijs van de sterke opvoering der productie per man. De totale uitvoer (steenkolen, -briketten en cokes) te zamen met de levering van bunkerkolen aan schepen bedroeg ± 6.18 m illioen t ad f 45,07 m illioen, d. i. resp.

ru im 10 en ± 12!4 pCt. meer dan in 1935, waarbij het 4e kw artaal tegenover dat van het vorige ja a r een stijging te zien gaf van resp. ru im 22 en 36 pCt. De invoer van genoemde brandstoffen, welke ook in 1936 gecontingenteerd bleef, beliep ± 5.58 m illioen t ad f 37,81 m illioen, d. i. 2(4 pCt. m inder naar het gewicht en 114 pCt. meer naar de waardo dan in 1935. In welke mate de depreciatie van den gülden, die tot op zekere hoogte de concurrentie-mogelijkheid bevorderde, tot de grootere bedrijvigheid in het 4e kw artaal bijdroeg, v a lt m oeilijk met zekerheid vast te stellen.

. In de v e e n d e r i j was, blijkens de in de vorige kroniek reeds vermelde cijfers, de productie, hoewel beneden het toegestane maximum, in 1936 grooter

(11)

dan in het vorige ;iaar. De voorraden van het product 1935 waren teil slotte grootendeels of vriiw e l geheel verkocht, te rw ijl inmiddels met de leveringen van het product 1936 werd aangevangen. De priizen lieten nog te wenschen over. al achtte men ze van verschillende zijden iets heter dan een jaar geleden, te rw ijl ook wel werd gewezen op reeds merkbare of verwachte priisstijging van steenkolen (het coneurreerende artikel), waardoor de vooruitzichten zieh wat günstiger lieten aanzien. W at haardbrandturf betreft (waarvan de pro- ductie belangriik grooter is geweest dan in 1935 en meer dan wenschelijk werd geacht) werd de afzet deels als niet onhevredigend geschetst. maar daartegen- over noemde men hem van'verschillende zijden achter ui tgaand of beneden normaal (tevens te läge of althans slechts zeer matige prijzen).

B ij den l a n d h o u w onderging — zooals nader in het uitvoeriger over- zicht in het M aandschrift is geschetst — de ontw ikkeling der akkerbouwge- wessen in 1936 den invloed van de v r ij wisselende weersgesteldheden. Kon de ophrengst der granen, hoewel ongeliik, toch over het algemeen v r ij günstig worden genoemd. de peulvruchten hebhen daarentegen slechts matige oogsten gegeven. De oogst van fahrieksaardappelen was middelmatig. De consumptie- aardanpelen leverden een normaal gewas. evenals de suikerbieten, te rw ijl men met de resultaten van de teelt van handelszaden over het algemeen tevreden kon zjjn. In de le ja a rh e lft lagen de priizen der akkerbouwprodueten bereden de overeenkomstige van 1935. doch in de 2e h e lft trad een verbetering op. Reeds vddr de monetaire geheurtenissen in Sept. vie l eenige verbetering van de no­

teeringen van granen op de wereldm arkt te constateeren. Na het hekend worden der Regeeringsmaatregelen hebben de prijzen van producten als haver, suiker. handelszaden, aardappelmeel en stroo v r ij snel gereageerd. te rw ijl ook de rogge en erwten aanvankeüik een v rij sterke stijging vertoonden, die even- wel weer spoedig door een daling is gevolgd.

Yoor het v e e h o u d e r s b e d r i j f was het niet van belang onthloot. dat de weersgesteldheid in 1936 voor de ontw ikkeling van het gras- en Weideland dooreengenomen zeer günstig is geweest. In den herfst hleek de voedselvoorzie- ning voor het, vee grooter dan zulks in jaren het geval was. Dooreengenomen lagen de prijzen voor de meeste producten der veehouderij op een hooger niveau dan in het voorafgaande iaar. De uitvoer van boter nam zeer aanzien- lijk toe (nl. meT 28 pCt. naar de hoeveelheid en hijna 40 pCt. naar de waarde) en ook van gecondenseerde volle melk en van vette en magere melkpoeder werd. zoowel naar hoeveelheid als waarde, v r ij aanzienliik meer uitgevoerd dan in 1935. te rw ijl de kaasuitvoer naar de waarde vriiw e l hetzelfde was als toenmaals. doch naar de hoeveelheid met ± 7 pCt. is gedaald.

Voor den t u i n b o u w waren de weersomstandigheden niet onverdeeld günstig. B ij de fru itte e lt was de ophrengst van goede kw aliteiten zeer teleur- stellend. Hoewel in minder ernstige mate veroorzaakte ook bij de vollegronds- teelt de siechte weersgesteldheid algemeen veel schade. De oogst en k w a lite it van de onder glas geteelde producten kon echter hijna zonder uitzondering goed worden genoemd, evenals die van bloembollen, al was deze lager dan in 1935. Intusschen bleef over het algemeen de economische toestand van het tuin- bouwbedrijf ongunstig, niettegenstaande in enkele takken een kleine verbete­

rin g vie l te bespeuren. De waarde van den totalen uitvoer van groenten, f r u it en vroege aardappelen was ± 17 pBt. grooter dan in 1935. V ooruitgaeg ver- toonde de export van producten als bloemkool, komkommers, sla, aardbeien en druiven, te rw ijl die van koolsoorten en boonen m inder was dan in het vorige jaar. De — door den kleineren oogst — v r ij aanzienliik hij 1935 achtergehleven export van f r u it ging over het algemeen gepaard met goede prijzen. B ij een naar de hoeveelheid nagenoeg constant gebleven uitvoer van bloembollen ver­

tuende deze naar de waarde een stijging met, ± 7 pOt., te rw iil de producten van bloemen- en boomenteelt zoowel w at waarde als hoeveelheid betreft een aan- m erkelijk grooteren export dan in 1935 te zien gaven.

Als gevolg van de nog steeds groote belemmeringen van onzen visehuit- voer waren de uitkom sten van verschillende takken van v i s s c h e r i j onbe- vredigend. W at de zeevisscherij betreft zij vermeld, dat de uitkomsten der traw lvisscherij in Ju ni en J u li ongunstig beinvloed werden door de staking onder de bemanningen der stoomtrawlers te IJm uiden. Van bijna alle vaar- tuigsoorten waren bij genoemde visscherij de totaal van gsten grooter dan in 1935, die van de motorloggors echter kleiner. Gemiddeld per reis of reisdag werd door alle vaartuigsoorten meer hesomd dan in 1935, tuen echter dat gemiddelde

(12)

op een over Ixet algemeen laag peil stond. Voor de haringvisscherij (waaraan 4 stoom- en 27 motorloggers me6r deelnamen dan in 1935) werd van Regee- ringswege evenals in vorige ;jaren weder een regeling getroffen to t beperlring van den aanvoer van gezouten haring, in het bijzonder om een te grooten aan- voer in het begin van het seizoen tegen te gaan. De totale aanvoer van gezouten haring was (in tegenstelling met dien van versehe haring) aanmerkelijk grooter dan in het vorige jaar, te rw ijl voorts de prijzen zieh gedurende vrijw el het geheele seizoen op een nog loonend peil konden handbaven, hetgeen in de tweede h e lft van de teelt deels te danken was aan de a fs lu itin g van een vie rta l eontracten voor levering van in totaal 91800 ton haring naar Rusland. In v e r­

band met een en ander waren de geldeliike uitkomsten van het haringvissche- rijb e d rijf in totaal ru im 2.4 m illioen gülden hooger dan in 1935.

B ij de in uitvoering of onderhoud zijnde Z u i d e r z e e w e r k e n waren in de eerste maanden van 1936 over het algemeen minder, doch sedert Juni, dank zij de werken tot in d ijk in g en droogmaking van den N. 0. polder (waarmede in A p r il begonnen werd). belangrijk meer arbeiders betrokken dan in het vorige .iaar. Het gemiddelde van de aantallen arbeiders op het eind van elke maand bedroeg 394 tegen 205 in 1935.

Voortbrenging en verbruik. In 1936 in het algemeen merkbare opleving op het gebied de r v o o rtb re n g in g ; v o o ra l in h e t 4e k w a rta a l. E nke le c o n su m p tie cijfe rs, w e lke me er endeeis eenige daling tegenover 1935 vertoonen.

Het beeid, dat de v o o r t b r e n g i n g in het algemeen in 1936 vertoonde, was aanmerkelijk günstiger dan dat van het voorafgaande jaar. W aren er in 1935 naast een overwegend aantal gevallen van in zin kin g slechts enkele, waarin handhaving van het productiepeil of eenige stijging was waar te nemen, in 1936 wees het meerendeel der gegevens — waaronder eenige belangrijke — op verbetering.

H et indexcijfer van het invoersaldo van grondstoffen voor productie- middelenindustrieen steeg met 21 pCt. B tegenover 1935 en kwam 3 pCt. u it boven het in 1933 en 1934 bereikte niveau. De a fg ifte van electrischen stroom nam in een sneller tempo toe dan in de laatste jaren het geval was (met 6 pCt.

na 2 ä 3 pCt.). Het ve rb ru ik van benzine steeg met ongeveer 20 pCt., het in ­ voersaldo van andere minerale brandstofolien met 7 pCt.

De beweging in een aantal afzonderlijlte industrieen vertoonde eenzelfde beeid. De productie van steenkolen was 8 pCt. hooger dan een ja a r tevoren en bereikte een stand, welke slechts door dien van het topjaar 1931 werd over­

troffen. De gemiddeld in de v ie r kw artalen van 1936 op stapel gezette scheeps- ruim te kwam 6 pOt. u it boven het overeenkomstige cijfer voor 1935. Na 1929 was een dergelijke hoogte niet weder bereikt. Overige stijgirigen betroffen o.a.

de productie van cement (+11 pCt.). het invoersaldo van balkijzer (+24), dat van p y rie t (+16), ruwe aardolie (+ 68). ruwe katoen (+ 20) en dat van eacao- boonen (+ 8): den invoer van houtcellulose (+21), van kapok (+17), van ruwe, ongetwijnde. katoenen garens (+ 19); den uitvoer van aardewerk (+15) en dien van m argarine (+ 21).

Opleving in bedrijven op het gebied van visscherij, landbouw enz., bleek o. in u it: stijging van den aanvoer van h aring ( +46 pCt.), den uitvoer van melknroducten (+17), eieren (+ 5 ), versch vleesch (+10), boter (+29).

U iteraard was de opleving nog niet algemeen; geen of weinig verschil met 1935 is op te merken, o. a. voor het indexcijfer van het invoersaldo van grond stoffen voor verbruiksgoederenindustrieen, het indexcijfer van den uitvoer van een aantal belangrijke fabrikaten (— 3 pCt.). de aflevering van gas aan de industrie (+ 3 pCt.) en aan gemeenten (— 2 pCt.), het bedrag der gehouden aanbestedingen (+ 4 pCt.).

Tenslotte vertoonden nog een aantal gegevens een — deels belangrijken - - achterstand tegenover 1935. Hieronder zijn te noemen: de uitvopr van lijno lie (— 17), van wollen weefsels (— 15), van kunstzijden Weefsels (— 5), de invoer van ko ffie (— 12) en soda (— 8) en voorts den uitvoer van kaas (— 7), gezouten vleesch (— 10), uitgesmolten spek en reuzel (— 39) en de productie van aard- appelmeel (— 44).

B ij afzonderlijke beschouwing van het laatste trim ester van 1936 büikt, dat de in voorafgaande maanden hie r en daar merkbare zwakke_ teekenen van verbetering overgingen in een meer algemeene opleving. Het is dan ook d it

i ) D e onder h e t h o o fd „V o o rtb re n g in g en v e r b ru ik ” verm elde percenttiges hebben, tenzÜ he t tegendeel lm d r iik k e lijk b lijk t, a lle op hoevoelheden b e tre kkln g .

(13)

kw artaal geweest, dat de balans voor hei geheele ja a r 1936 zoozeer in günstigen zin deed doorslaan. De beweging der beschikbare gegevens van het vierde kw artaal vertoonen overeenkomst met het hierboven geschetste beeid van het jaar.

Tot de belangrijkste veranderingen tegenover het derde kw artaal van 1936 kunnen de volgende worden gerekend. H et indexcijfer van het invoersaldo van grondstoffen voor de productiemiddelenindustrieen steeg naet 31 pCt. en kwam op een hoogte, welke na 1930 niet meer is bereikt. Ook het indexcijfer betref­

fende de grondstoffen voor de vervaardiging van verbruiksgoederen liep, na een in zin kin g in het derde kw artaal van 1936 belangrijk op (met 14 pCt.) en kwam 12 pCt. boven dat van het vierde kw artaal 1935 uit. H et indexcijfer van den uitvoer van fabrikaten stond 17 pCt. hooger dan een kw artaal tevoren en bereikte den hoogsten stand sedert 1931. Het indexcijfer der werkloosheid in de industrie, dat gewoonlijk in d it seizoen een stijging aanwijst, bleef in Oc- tober en November v rijw e l gelijk aan het cijfer over het derde kw artaal van 1936 en stond ± 1 punt lager dan in Oetober/November 1935.

Voorts bereikte de productie van steenkolen een maximum, dat 7 pCt.

hooger was dan het in 1931 bereikte vorige hoogtepunt. De a fg ifte van elec- trischen stroom nam met 31 pCt. toe tegenover het voorafgaande kw artaal (deels aan seizoeninvloeden toe te schrijven) en overtrof die van het vierde kw artaal van 1935 met 11 pCt. De eind December 1936 in aanbouw zijnde scheepsruimte beliep 45 pCt. meer dan die van een jaar tevoren en was grooter dan aan het eind van eenig kw artaal sedert 1930 het geval is geweest.

Betreffende de c o n s u m p t i e van een aantal artikelen is het volgende te vermelden.

Binnenlandsch verbrulk.

lew. gern.

1934.

S i n k e r ...X 1000 1 52 B o t e r i ) ... „ 12 B oter i) (onvolledig) 2). 9,9 M argarine 2) 3). . . . ¡, 14,4 K a a s ... „ 14,3 Tarwebloem en -meeUngeslagen

i/d bakkeryen 0 X m ilj. kg 140 Sinaasappelen X m ilj. kg. bruto. 13,0 Citroenen . . „ 1,7 Bananen . . „ 7,7 K offle (ongebrand) „ 7,2 T h e e ...„ „ netto. 2,4 5) B i e r ...X 1000 h l. 364 Sigaren. . . . X m ilj. stuks. 357 Sigaretten... 982 fa b a k (rook- en pruim -)

X m i l l kg. 2,6 Runderen (goedgekeurd voor

binnenlandsch verb ru ik)

X 1000 stuks. 119 6) K alveren (idem) 180

Varkens (idem l 429

3e kw . 4e kw . kw . gern. le k w .

1935. 1935. 1935. 1936.

68 56 54 49

* 11 *

10,6 9,6 9,9 8,9

14,5 14,5 14,2 13,6

* * 14,5 *

152 146 144 141

6,6 6,4 15,4 28,7

1,2 1,7 1,6 1,1

10,4 7,8 9,9 6,8

* 8,9 *

2,7 3,4 2,8 2,1

* * 323 *

377 363 357 360

1087 970 1002 964

2,6 2,6 2,6 2,8

102 6) 118 6) 114 6) 106 6)

149 153 213 304

280 439 357 391

2e k w . Sekw. 4e kw . k w . gam. Jan.

1936. 1936. 1936. 1936. 1937.

53 58 56 54 15

* * * « *

9,8 11,3 9,0 9,7 2,5

11,9 14,6 13,6 13,4 4,2

* * * * »

145 § 154 * * *

34,9 6,6 5,0 • 18,8 10,7

1,0 1,3 1,3 1,2 0,7

8,5 8,6 7,1 7,8 1,8

* * 8 ,0 *

2,5 2,5 2,6 2,5 0,7

* * * * *

352 376 371 365 117

975 1030 998 992 314

2,6 2,9 2,7 2,7 0,9

99 6) 103 96 100 *

263 130 136 209 *

304 343 548 397 *

h Zonder de boter, w elke m et m argarine is vermengd. 2) Ontleend aan gegevens van de Ned. Zuivelcentrale resp.

sedert medio J u n i 1936 he t Landb.-Crisis-Bureau van he t Dep. v a n Landbouw en V isschery. 3) Inch de bÿgemengde boter.

Inbegrepen is de onvermengde m argarine voo r behoeftieen e.d. en van Jud 1933 i f de ritu eele en plaritaaroigeonverm engde m argarine (te voren i 5 000 kg per week). O Gegevens van de Meelcentiale. 5) Invloed van de invo e rin g van de emzet- belasting op 1 Jan uari 1934. 6) l acl de voo r de Regeering in ge blikte runderen. M et behulp van de cijfers van productie en aflevering van het Regeeringsvleesch in h lik , v in d t men voo r de aantalien runderen. w aarvan he t vleesch in consumptie gebracht is resp. 104 000 als kw artaalgem iddeide voor 1934 en vervolgens 129000, 155000 (127 000 als kw artaalgem iddelde van 1935), 147 000 en 108 000. In h e t tweede kw a rta a l van 1936 zfln de nog aanwezige voorraden Regeeringsvleesch m h lik geheei gedistribueerd. § Voorloopig cijfer.

De gemiddeld per kw artaal in 1936 voor binnenlandsch v e rb ru ik beschik haar gekomen hoeveelheden der hie r opgenomen artikelen vertoonen voor het meerendeel achteruitgang bij 1935 vergeleken.

Yoor m argarine is de achteruitgang (6 pCt.) sterker dan te voren. De con­

sumptie van bananen vie l na een zeer hoogen stand in 1935 terug tot het peil van 1934. Het theeverbruik, dat in 1935 iets omhoog was gegaan, was in 1936 weder even laag als in 1934. H et v e rb ru ik van sigaretten liep met 1 pCt. terug maar bleef nog iets boven het ve rb ru ik van 1934. Voor zoover dat u it de accijns- cijfers kan worden afgeleid is ook het ve rb ru ik van hier, w ijn en gedistilleerd afgenomen. H et ve rb ru ik van suiker handhaafde zieh op het peil van 1935.

V ooruitgang vertoonden daarentegen de consumptie van sinaasappelen (22 pCt.), sigaren (2 pCt.) en rook- en pruim tabak (4 pCt.), te rw ijl er aanwii- zingen bostaan voor een vordere stijging van het hroodverbruik.

Cytaty

Powiązane dokumenty

Fatigue, Ship Structural Details, Design, Reliability, Loading History, Random Loading, Fatigue Data, High Strength

Light rail may combine strengths of several systems (train, tram, metro) Service reliability is key quality aspect..

La pedagogie et les grands courants philosophiques, Paris 1960, cytowana również w tekście (s. Jest to niewątpliwie pozytywna strona pracy, aczkolwiek zawiera ona

Dynamic behaviour and heat transfer characteristics of droplets impinging on the hot surface with Leidenfrost condition were studied using the high speed

Drugą możliwością jest interdyscyplinarność, która „opiera się na pojęciu 

Teksty : teoria literatury, krytyka, interpretacja nr 5 (11),

Sądzę jednak, że otwierając się na nowe ho- ryzonty badawcze, niepotrzebnie czasami rezygnuje ze swego ogrornnego dorobku na polu badań szfuki starożytnej, i to wypracowywanego

[r]