• Nie Znaleziono Wyników

Verslag processchema: Aceton

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Verslag processchema: Aceton"

Copied!
17
0
0

Pełen tekst

(1)
(2)

, ,

Verslag Processchemao

,Onderwerp: Aceton.

G.J.Alders.

Prins Helldrikstraat 249. Hoek van Holland.

'\

(3)

r

-1-Belang van het product a (lit. 1 en 2 )

Aceton wordt op uitgebreide schaal als oplosmiddel toegepast. In 1958 werd 33% van de totale Amerikaanse productie aan aceton als oplosmiddel

gebruikt in de verfindustrie, de kunstoffenindustrie en voor acetyleen in drukflessen. Vooral de productie van cellulose-acetaat eist grote hoe-veelheden aceton, nameti~~ 0,12 kg per kilogram film of vezel.

Ook is aceton een belangrijke uitgangstof voor de synthese van een groot aantal weinig vluchtige oplosmiddelen, zoals isobutylketon,

methyl-isoputylcarbinol, m~sityloxide~ diacetonalcohol, isophorone en mesityleeri... ~)

30% ven de totalè acetonproductie in 1958 diende hiervoor. ~ dat zelfdé' jaar werd 10% van de productie toegepast foor de bereidine van grondsto:f!-fen voor plastics, zoals metacrylaatesters en digrondsto:f!-fenylolpropaan. ~ Kleine-re hoeveelheden aceton dienen voor de productie van Chloroform, azijnzuur en acetylaceton.

Mogelijke processen. ( lito 133.4.5 )

t 0 Het oudste proces voor de tecr...nische bereiding van aceton is de droge

destillatie van calciumacetaat. Dit proces vindt nu geen toepassing meer, daar de grondstof, vroeger bereid uit houtazijn en calciumhydroxide, te duur is.

2. Aceton werd ook als bijproduct verkregen bij de droge destillatie van hout. Het product was sterk met methanol en methylacetaat verontrei-' nigd. De zuivering ervan was moeilijk door het ontstaan van azeotro-pische mengsels.

3.

Gedurende de eerste wereldoorlog ontwikkelde Wei~mann in de Verenigmde Staten een gistingsproces voor de bereiding ~an aceton en butylalcohol. Als grondstoffen werden haver en maïs toegepast. Later werd het proces

zo gemodificeerd, dat ook melasse als uitgangstof gebruikt kon worden.

4

Q In Duitsland worden steeds grote hoeveelheden aceton uit azijnzuur

be-reid. Hierbij wordt het azijnzuur bij 400°C Over een ceriumoxide.kata-lysator geleid. Het gevormde aceton wordt van azijnzuur gezuiverd door het met loog te behandelen en daarna te destilleren. Dit proces

(4)

/

-2 ...

haaft zich, hoewel het duurder is dan de sYllthese ui isopropylalco-hol, doordat in.ÈE Duitsland de chemische ind.ustrie voornamelijk ge-baseerd is op steenkool en zodoende azijnzuur via acetyleen beschik-baar is .. Bovendien maakt de zuiverheid van het op deze manier bereide

aceto~et bijzonder geschikt voor farmaceutische en kosmetische doel-einden.

~I

If\~/

I

~i

In Canada wordt aceton bereid door bij 470°C een mengsel van acetyleen en stoom over ee 11. katalysator te leideno Dit proces is afhankelijk van de via waterkrachtcentrales verkregen e;oedkope electriciteit, waardoor acetyleen tegen een lage prijs beschikbaar iso

Als katalysatoren wordentoe,gopastferr:ioxide en zinkoxide. Ook in Duitsland wordt dit' proces op kleine 'schaal uitgevoerd.

6. Aceton wordt bij de volgende petrochemische processen

al~~

/

verkregen:

.

a) De bereiding van fenol uit be~-~ia cumeen. ---~

Benzeen wordt met behulp ~ een zure katal~sator met propeen geal-kyleerd tot cumeen. Dit wordt met lucht L~ een waterige soda-op-lossing geoxideerd tot cumeenperoxide ,. wat cehydrolyseerd wordt tot fenol en aceton. Per ton fenol wordt er 0,7 ton aceton gevormd. b) Bij het nieuwe , door de Shell ontwikkelde proces, voor de

berei-ding van glycerol.

Propeen wordt met zuurstof over een koperoxide katalysator bij

300-400oC geoxideerd tQt accroleine. Isopropylalcohol wordt eveneens met zuurstof in de vloeibare fase bij 90-140oC geoxideerd tot aceton en waterstofperoxide. Vervolgens wordt isopropylalcoh-ol met accrolei-ne bij 400°C over een magaccrolei-nesium-zinkoxide katalysator geleid, waar-bij allylalcohol en aceton ontstaan • Het allylalcohol wordt tenslot-:o te bij 60-70oC behandeld met een waterige waterstofperoxide-oplos-sing onder invloed van een wolfraamoxide katalysator, waarbij gly-cerol gevormd wordt.

Volgens lit.5 werd in 1961 waterstofperoxide ,voleens dit proces groot-technisch bereido De andere trappen van het proces waren, voorzover bekend" nog niet in 9Del:ati.e..-·

c) De partiele oxidatie van propaan en butaan.

Hierbij ontstaan een aantal zuurstofbevattende producten, zoals alcoholen, ketonen en zuren. Ven het totaal aan deze producten kan het gehalte aan aceton 10 tot 15 procent bedraGen.

(5)

Dit kan zowel door dehydrogeneren als door oxideren. Alleen de de~~­ drogelleringsreactie van isopropylalcohol wordt uitgebreid in de tech-niek toegepas~. Deze endotherme reactie wordt uitGevoerd bij tempe-.

raturen boven 350°C en bij normale druk. Als katalysatoren zijn voorgesteld metalen, sulfiden, oxiden en fosfiden (lit.7).

De oxidatiereactie is sterk exotherm. Bij 400°0 gaat de réactie vlot. Een groot aantal oxiden met promotors

x

zijn voorgesteld als kata-lysatpren (lit.6). Een groot nadeel van de oxidatiereactie is de moeilijke temperatuurcontraIe. Men heeft daarom ook de gecombillleerde dehydrogenering-oxidatie van isopropylalcohol voorgesteld.

Keuze proces (lit.

1,5).

Verreweg de meeste aceton, in 1956 ruim 80% van het totaal, wordt be-bereid door dehydrogenering van is'ppropylaJ.coho~. Het is te verwachten dat in de komende jaren dit proces het belangrijkste zal blijven voor de produktie van aceton, daar isopropylalcohol in voldoende mate via het propeen van de kraakinstallaties van de raffinaderijen beschikbaar zal zijn. Wel zal het aandeel in de acetonproduktie van het cumeenpro-ces geleidelijk stijgen. Ook de hoeveelheid aceton die beschikbaar komt via de nieuwe glycerol-route zal vermeerderen. Deze hoeveel-heid is echter ernstig afhankelijk van het economisch succes van

deze synthese. Als dit proces alleen toegepast wordt voor de produktie van waterstofperoxide, dan z~ de hoeveelheid aceton uit deze bron relatief klein blijven. Gaat men echter het proces uitvoeren tot glycerol, dan is te verwachten dat binnen enkele jaren een groot gedeelte van de benodigde aceton langs deze weg geleverd wordt. Nog steeds wordt een kleine hoeveelheid aceton via het gistingproces

geproduceerd. De fabrieken, die volgens dit procé dé werken

bezit-ten een grote capaciteit., maar de produktie is afhankelijk van de afzet van butylalcohol en de prijs van de melasse. Thans wordt butylalcohol

meer en meer synthetisch gemaakt, zodat de markt voor de gistings-alcohol afneemt. Daar melasse steeds in voldoende mate beschikbaar is, zal het als grondstof voor de produktie van aceton en butylal-cohol blijven dienen.

Op grond van bovenstaande overwegingen zal in de te bouwen fabriek aceton door dehydrogenerL"I"lg van isopropylalcohol e;emaakt worden. In de techniek worden aJ.s katalysatoren koper-zink alliages en

(6)

zink-

-4-oxide op een drager toegepast,. Volsens lit.4 wordt aan zink-4-oxide steeds meer de voorkeur gegeven, daar de koper-zink katalysator vlugger zijn activiteit verliest. Ook lit.S geeft zinkoxide als katalysator op. Als drager voor het zinkoxide gebruikte men in Duitsland puimsteen (lit.9). Daar voor het ontwerp van de reactor

de gegevens uit lit.9 gebruikt worden, zal als katalysator voor de fabriek zinkoxide op pu~steen gekozen worden. De katalysator wordt naar het voorbeeld van lit.8 en 9 als vast bed aangebracht

in smalle buisjes, die direct op een temperatuur van 400°0 verhit-worden.

Produktiecanaciteit van de fabriek,

De geschatte prodl~tie aan aceton voor de Verenigde Staten WaS vol~ gens lit.1 in 1956 230.000 ton. Volgens lito4 pagina 402 was de pro-duktie voor Engeland in 1995 circa 70.000 ton, Ruw geschat bedroeg de wereldproduktie aan aceton in dat jaar I Rusland buiten

beschou-wing gelaten, 400.000 ton. Uit bovenstaande literatuuropgave kan

geconcludeer~orden dat de Engelse productie voortkwam uit minstens

vijf fabrieken. De productie van de te bouwen fabriek wordt daarom gesteld op 100000 ton per jaar .• Dit komt neer op een produktie van

circa 1,30 ton per uur.

Plaats van de fabriek,

De grondstof voor de acetonfabriek, isopropylalcohol, wordt bereid uit propeen ( zie onder ). Deze laatstgenoemde stof ontstaat bij het thermisch en katalytisch kraken van aardoliefracties. Een isopropyl-alcoholfabriek xta" zal dus in het algemeen deel uit makem van een petroleumraffinaderij. Het grootste gedeelte van de isopropylalco-holproduktie, in 1957~volgens lit.4 pagina 13~~57

%,

wordt omgezet in aceton. Het ligt, dus voor de hand om een acetonfabriek te koppa;.;. len aan een isopropylal~holfabriek. ~"'QC. In llederland zou de fa-briek het best gevestigd klnUlen worden op een grote raffinaderij in het Botlekgebied.

(7)

\

, \

• ~/ '-. - '-..0.

-5-Overzicht bedrijf lit. 2,10 ).

De fabricage van aceton is op een petroleumraffinaderij de laatste stap in de reeks: kraakgassen_ propeenrijke fractie - isopropylalco-hol- acetono

Uit de kraakeassen , die zowel van thermische als katalytische kraak-installaties afkomstig kunnen zijn, wordt met behulp van gefraction-neerde destilili.atiemethodeh een propeenrijke fractie (> 50 mol

%

pro-peen) afgezonderd. Deze fractie wordt gevoerd naar de isopropylalco-holfabriek, waarvan hieronder een flow-sheet is getekend.

~ " ""

In de

absorpti~kolom

wordt;

ond~r

enige

a~tno~fer.en

druk

,?~j

groots,te gedeelte van het propeen in zwavelzuuroplossing ( 75-85 gew.%) geab-sorbeerd. Het restgas wordt gewassen met loog en kan daarna gebruikt worden als brandstof. Aan

EiX

de uit de absorptietoren stromende iso-propylsulf~toplossing wordt water toegevoegd waarna de oplossin~

ge-l/r'L

-leid wordt ~ een kolom wae.rin stoom onder lage druk geinjecteerd wordt. In deze kolom vindt hydrolyse plaats tot isopropylalcohol. Ook wordt hier een kleine hoeveelheid diisopropylether gevormd, na-melijk doordat bij de zwavelzuurabsorptie ontstaan diisopropylsulfaat reaeeert met isopropylalcohol. De onder uit de kolom stromende verdun-de zwavelzuuroplossing wordt geconcentreerd en dan weer teruggevperd

~aar de absorptiekolom. De boven uit de kolom ontwijkende dampen

wor-den geleid door een wastoren, waarin meegevoerde ~/avelzuur en zwavel-dioxide verwijderd worden met loogv

Flow-sheet isopropylal~oholfabriek. mf~M

n1S0~

J

(8)

,

.

. ,

....

6-De na condensatie verkregen vloeistof bevat circa 50 volumeprocent isopropylalcohol en verder diisopropylether en water • In een destil-latiekolom wordt de ether van de alcohol en het water gescheiden. De ether wordt vervolgens geleid door een kolom waarin met water meege-sleurde isopropylalcohol wordt uitgewassen. In een volgende destil-latiekolom wordt de binaire azeotroof isopropylalcohol-water gecon-centreerd. Ten~~otte wordt wat~rij~SOpropylalcOhol verkregen door iE. een kolom met behulp van een"entrainer", waarvoor bijvoorbeeld diisopropylether gebruikt kan worden, al het aanwezige water te bin~, den in een ternaire azeotroop. Deze azeotroop splitst zicg na conden-satie en afko~ling in twee ~{lgen. De, bovenst~, etherrijke laag wordt . teruggevoerd -:naar de kolom./De waterige laagJword1; afharJkelijk van •

het gehalte aan isopropylalcohol, teruggevoerd naar de kolom waarin de concentratie van de hinaire alcohol-water azeotroop plaats vindt of wordt gespuid.Oftder uit de laatste kolom komt watervrije isopro-pylalcohol, die kan dienen als uitgangstof voor de acetonfabriek.

Berekening reactor. (±ito 13)

Bij gebrek a~~ gegevens in de literatuur betreffende de kinetica van de dehydrogenering van isopropylalcohol tot aceton, werden de in'lit. 9 gegeven resultaten als uitgangspunt voor de berekening van de reactor gebruikt. Uit lito 11 en 12 zijn er wel gegevens beschikbaar over de reactiewarmte en de evenwichtsconstante van de reactie. De·;reactie-warmte bedraagt bij 400°C 66200 KJ/Kmol. De evenwichtsconstante is dan gelijk aan 100.

Stel nu in eerste benaderL~g de reactie isopropylalcohol~aceton

+

H 2 als een hOmogene aflopende reactie met een eerste orde snelheidsver-gelijking. De reactie wordt uitgevoerd in een buisreactor. Als V is -r het reactorvolume Ïl't m3 , F is de voedingsnelheid in mOl/uur en r ia de reactiesnelheid in kmol/ uur m3, dan geldt voor een omzetting dx:

Vr

=fdx

(1). Schrijven we voor de reactie

A~B

+ C, dan geldt

F r

o

op een bepaalde plaats in de reactor: A

=

F - Fx, B

=

Fx en C

=

Fx. De totale stroom is gelijk aan : F(1 + x). De concentratie van A, CA is dus gelijk aan : F - Fx

F( 1 + x)

E!:

p

1 -x P

:: 1+x

RT

• Voor de

(9)

snelheid is dan te schrijven: r=kC =k 1 - x p A -1-+-x- 1l.T I

(2).

(2) in (1) ingevuld geeft: Na integratie: V ..l: F :::\k

L

RT ; r;:: 1 p

];:t;dx

11 _+.. Xx k RT. o o

.t

-x -2 In ( 1 - x ) ~ •

Uit lito 9 volgt voor de molenstroom per buis: 58.1 km

1/

130 • 60 0 uur,

. -6 3

H,et volume v~ een buis J.S: 1 84 • 1.0 .m ,

. \ · - 6

Vullen we deze ge{3evensin (3). in : .184.10

-1 Uitgerekend: k

=

15000 uur • 58,1 130 • 60 de omzetting ) ... / 0-,082 •. 653 - k ' is 9~·%. 6,82·~

Als N de totale stroom door de buis en v het

1

volume per kilomo~ is

dan geldt voor de verblijf tijd t : t

=

F -=dx:::...-_

I N.v.r ~,

I

x dx

~

__

1..

lJdx

Of': t

=

F RT 1 _

x

L

=t

k (1 _

xl

o ~ F (1. + x)-p k 1 + x UT

Geintegreer~:

t

=

~ ~-~

(1 -

xl

0 (4)

De verblijf tijd In de reactor is nu te berekenen. Hiervoor nemen "

we, naar lito 8 , een omzetting van 75'

%

aan en stellen we de

reactie-'--'

---==---snelheidscanstante gelijk aan die we hierboven berekend hebben voor het voorbeeld :in lit.9. V\illen we deze gegevens in (4) in:

t

= -

~~~5-0-oo--

3600 In (1-0,75)

=

0,33 seco

Het aantal benodigde buizen is nu ook te berekenen. Per uur produceert de faoriek 1,28 ton aceton, hetgeen overeenkomt met 22 krool. Bij een conversie v~~ 75

%

moet aan de Ereactor dus 29,3 kmol/uur isopropyl-alcohol toegevoerd worden. Deze hoeveelheid komt overeen met 455 liter/seconde isopropylalcoholdamp bij 400°C. Stellen we de porosi-teit. van het katalysatorbed op 0,5 , dan is het totaal'benodigde vrije volume gelijk aan 2 • 0,33 • 455

=

303 liter. Bij toepassing van buizen met een volume van 0,2 liter/meter ( doorsnede 16 mm ), is dus het vrije volume per meter buis: 2. 0,33 • 0,2

=

0,13 1. De totaal benodigde buislengte is dan

8~13

=

2330 m. Máken we de buislengte gelijk aan 4 m , dan

zij~er

dus

2~30 ~~uizen

in de reactor nodig.

.

\

.

.

."

(10)

\ '

I LJ' L

-8-Beschrijving van het proces.

Ineen dubbelpijpwarmtewisselaar wordt isopropylalcohol tot het kook-punt verhit. Daarna wordt de alcohol verdamptjen verhit tot 350°C

door warmteuitwisseling met de uit de reactor komende gassen. De buizen ~ex inde reactor worqen di'EeKt verhit door branders

die-in een aparte verbrandi~gskamer zijn opgesteld. Deze kamer is geisoleerd met vuurvaste steen. Om een gelijke afname van de

katalysatoractivi-teit te bewerkstelligen, moet de drukval over iedere buis gelijk ziJ"n. DE:! bui'zen worden 'd',aarom

v~

onder en boven· voorzien va.Îl.eèh '

" . ' . ./~ " 'Ir.;'; ~

plaatje ~aárJ.n een klein, en voor ieder plaatje even groo\ gaatje ) is aangebracht. De drukval over de openingen in de plaatjes ~ep~t . . { dan de drukval over de totale buiso

Regeneratie van de katalysator is volgens lit.9 na tien produktie,... dagen noodzakelijk. Om de produktie continu te laten verlopen, zijn er dus ~ reactoren nodig. De katalysator wordt geregeneree:r;:d door

.'

) bij 500°C een mengsel van 98

%

stikstof en 2

%

zuurstof door de reactor te leiden totdat in het uittredende gasmengsel geen kooldioxide mder

I

voorkomt. Dit is na vier tot vijf uur het geval. De zinkoxide-kata~ lysator heeft een levensduur van circa zes maanden.

Nadat de reactiegassen een gedeelte van hun warmte hebben afgestaan

aan de intredende isopropylalcoholdamp worden de gassen Gekoeld en gecondenseerd. Het vloeistof-gasmengseL wordt opgevangen in een tar.L~. In dez~tank

",

wordt de waterstof gescheiden van het aceton en de niet omgezette isopropylalcohol. Door de relatief hoge dampspanningen van de vloei-bare componenten verdwijnt met de waterstof ook een gedeelte van de-ze stoffen. Het ontwijkendegasmengsel wordt daarom geleid door een absorptiekolom, waarin acetorr en isopropylalcohol uit het Ga~lengsel ~ met water gewassen worden. In de kolom zijn twee koel secties

aange

-bracht, daar anders teveel water nodig zou zij voor de absorptie. Het onder uit de absorptiekolom stromende water-aceton-isopropylalco-hol mengsel wordt sarnen met het aceton-isöpropylalcowater-aceton-isopropylalco-hol mengsel uit het 0Fvangvat gevoerd naox een wachtvat. De vloeistof uit dit vat wordt via een warmtewisselaar , waarin tot het kookpunt verhit wordt, gepompt naar een destillatiekolom. In deze kolo~omt vrijwe~ zuivere aceton over de top. Na afgekoeld te zijn tot 25°C kan het aceton opgeslagen worden.

(11)

waar--- . \

in de isopropylalcohol-water azeotroop geconcentreerd wordt. In de laatste destillatiekolom wordt met behulp van isopropylether de

ter-naire azeotroop diisopropylether-isopropylalcohol-water over gedestilleerd, ~ waardoor het water aan het isopropylalcohol onttrokken wordt. Na

condensatie en afkoelinB scheidt de azeotroop zich in twee lagen. De onderst~~de, waterise, laag wordt gespuid. De bovenste, etherrij-ke laag wordt terugBepompt naar de kolom. Daar zich ook nog een klei-ne hoeveelheid aceton in het topproduct bevindt en dit de klei-neiging heeft om in de scheider water van de onderste naar de bovenste laag te ~ringen, hetgeen zou resulteren in een ~rotere warmteconsumptie van de laatste kolom, wordt v66r de sche~deraan de azeo~roop wate.r

_" / . . • • \ / ; 'I

, toegevoegd, wat goed· met de azeotroop wordt gemene;d. Door het. toevoe-'-~ gen van water neemt het volume van de waterige laag toe, waardoor de nadelige werking van het aceton wordt tegengegaan.

De gegevens die nodig waren voor het ontwerp en de berekening v~~ de kolommen werden uit de volgende literatuuropgaven verkregen:

Absorptiekolom: lit.14, acetonkolom: lito 15, kolom voor concentre-ring isopropylalcohol-water azeotroop: lit. 16, kolom voor zuiveconcentre-ring isopropylalcohol: lit. 17,18:,19"

(12)

)

; , ... ,

-

-10-li;ii.~·;ttfj;,~ . .. ~1;~-;~~~~~~i Sto~- en warmtebalans.

In het hieronder getekende blokjesschema van het proces zijn de de stof - en warmtestromen aangegeven.

IJ ota tie: Inkt: Massastromen in lanol/uur. Potlood: Warmtestromen in kJ/seca . Rood: Temperaturen in C

---~---•

(13)

, ! ,

) " ;:/ L-'-J

Geeevens van de apparaten.

De nummering komt overeen mei~·~~~;:~n hft.t\;\'~}!i·'2!1jesschema.

1.

Voedingspomp-Centrifueaalpomp. Capaciteit: 30 l/min. Diameter: t50 mmo

2. Warmtewisselaar.

Dubbelpijpwarmtewisselaar.

2

Capaci.teit: 237 kW, Oppervlakte: 2 m , U

=

500 Wim 2

c.

Pijpen~ Diameter 5Q

mm,

lengte 2,5 m, aantal 6.

Stoommantel: diameter 75

mm,

lengte 2

m •

Temperatuur stoom: 130 C • 3. Verdamper.

-', :Capaci.tèit: 3,27 kW

;'~

oppervlakte: 6,80 rp.2, U

~

1000 W/m2 C . \ '.. ..' J '. \ \ ',-" . \ I,: . ; . '. ';',~ ) . I

~ '-u v v ~JVerwarming:_st'Qcim 130,oC:.:/ . . . _~ ~.-"" ..J ... - _ .. ~,

Pijpen: diameter 25

mm.,

lengte' 1 m J at>ntal 90.

Diameter romp: 450 mmo 4. Warmtewisselaar.

C apaci tei t: 273 kW, oppervlakte: 170 m 2 , U

=

25 VI/m 2 C

Pijpen: diameter 25 mm , lengte 6 IJl , aantal 360, aantal gangen 2

Diameter romp: 900 IDn.

5. Reactor.

2

Capaciteit: 410 kW, oppervlakte: 117 m •

Pijpen: diameter 1 G lJlIil , lene;te 4 m, aantal 582, materiaal: Cr-Ui-staal. diameter romp: 800 mmo

Verbrandingskamer: Diameter 650 mmo

Dikte bekleding vuurvaste steen: 250 mmo

6. Koeler-condensor.

Capaciteit: 407 kW, oppervlakte: 162 m2 ,

Pijpen: diameter 25 rum, lengte 6 m, aantal 345" Diameter romp: 800 ~~.

7. Opvangvat.

Volume 1700 1. Diameter 1 m, lengt.e: 2,2 m. 8. Absorptiekolom.

Bovenste se~nent pakking: diameter 350 rum , lengte 2,5 m. Raschig-ringen:

til.

Middelste segment: diameter 425 mm., lengte 2,5 m. Raschig-ringen:

til.

Onderste segment: diameter 475 rum, lenGte 1,25 m, Rasvhit.;-ringen: 1"~ Koeling: Twee koel segmenten met ieder een capaciteit van 28,5 kW.

Lengte secment: 1,2 m diameter 425 mmo

Pijpen: diameter 50 mm, aantal 25, buit~nopp. 4,75 Koelmiddel: Pekel

5°C •

2 m •

(14)

, , ; "

"

-. .J V . J '12 -9. Wachtvat.

volume: 1100 1- diameter 0,9 m , lengte 1,7 mo 10. Voedingspomp.

Centrifugaalpomp.' Capaciteit: 60 I/min. Diameter: 170 mmo 11. Voe~ingsvoorwarmèr.

Capaciteit: 111 kW. Oppervlakte: 2,67 m , 2

Pijpen: diameter 12 m:m., lengte 1 m, aantal 78, aantal gangen 6. diameter romp 250 mmo

12. Destillatiekalom •

.., Di~e~er:,~~a:!l!!l,. ~,choteJ".afs~~d 300 '~': a~l~al ~trotel~ 30. i ,

Inv.Qer.,v

7oeding:,· zesde, ·schotelJvan onderen.;.: I \ . ' t '_.' 1 _ . ,.:

~~ '- _ "V"~ l.t- ' - ' v ,-", ~_:..::.:::;;' '--... , - - - ' '. "-I - . /

Condensor.

2

capaciteit: 558 kW., oppervlakte: 28,2 hl

u

= 600 V'I/m2 C. Pijpen: diameter 25 mm, lengte 2 m , aantal 180, aantal gangen 4. Diameter romp: 650 mmo

Verdamper.

2

Capacitemt: 581 ~v

,

oppervlakte: 12,1 m

,

u

=

1000 W/m2 C. Pijpen: diameter 25 mm, lengte 1 m , aantal 154.

Diameter romp: 550 mmo

13.

Destillaatkoeler.

2 Capaciteit: 28 kVl, oppervlakte: 2,95 m

Buizen: dial'lleter 12 mm , lengte 1 m , aantal 78 J aantal passes 130

Diameter romp: 300 mm •

14. Wachttank.

Volume GOO 1 , diameter 0,7 m , lengte 1,6 m •

15. Voedingspomp.

Centrifue;aalpomp. Capaciteit: .35 I/min. Diameter: 170 nu,}. 16~. Destillatiekolom.

Diameter: 60Omm, sclj.otelafstand 300 liJm , aantal schotels ~ 25. Invoer voeding: zesde schotel van onderen.

Condensor.

2

C apaci tei t: 268 kV/., op,pervla.1de : 8 m

,

u

=

600 Vl/m2 C • pijpen: diameter 25·mm , lengte 1,5 m , aantal

75,

aantal gangen

3y

Diameter romp; :!b;:ö 425 mm. Verdamper.

Ca paciteit:

294 kW ,

Oppervlakte:

3,92

m

2

u

=

2500 W/m2 C • Pijpen: diameter 25 mm , lene;te 1 m , aantal 50.

(15)

,...

---""""'-) , . :.;

,

'

~ \\...~ L_~ \)

1:7. Destillatiekolom.

DiaIileter: 725 rrJIll, schotelafstand 300 ram J aantal schotels 20.

Invoer voedins: vijfde schotel van onderen. Condensor.

~ 2 2

Capaciteit: 188 kW , oppervlakte : 8,04

m

,U

=

600

Wim

C •

Pijpen: diameter 25 mm , lene;te 1,5 m, aantal 68 J aantal gangen 4.

Diameter romp: 400 mmo Verdamper.

2

Capaciteit: 228 ~N , oppervlakte: 6 m U

=

1000 W/m2 C. Pijpen: diameter: 25 mm , lenste 1 ra , aantal 77.

'\ DiameteJ;' romp: 429~,

•. ''',

# ... , ~ , - ' . ' ' . ) ' • • :0... ~

\ " . '. +: ) _

<.:. "',

~

'\..:';,

~,' t • ::. • ' : \ f

__

~,1.~ p'e~~J:.~llê-~k~~.><t'.

L'

j \ ... ,,--~J

.. \.

i .

,.-y

L" ~ .. ~: -: -.J ' .. - - . ; . - '.

-

~

2

2

Capaciteit: 44 leW oppervlak 4,3 m , U JE

=

500 Wim C.

Pijpen: diameter 12 mm , lenete 1 m " a.an.tal 112 , aantal Sangen 14. Diameter romp: 350 mm 0

19. Roertank.

Volume 600 1 . Dianeter 0,7 m , lengte 1,6

m •

20. Scheider.

Volume; 600 1 0 Diameter ~ 0,7 m , lengte 1,6 m •

21. Wachttank.

Volume 600 1 • 'Diameter: 0,7 m ,lengte 1,60 m • 22. Refluxporup.

Capaciteit.: 35 I/min. Centrifugaolpomp. Diameter 170 mm. 23. Recyclepomp •

(16)

)

'J , " i";""\ i \ ! I . . i '--' ; -.;\ 1 i~ ~' I •

-14-Literatuur.

1. J.M.Weiss. Chem. Ene. News. 36 9 juni p 79 (1958). 2. P.W.Shervvood. Petr. Ref. 33 december p 1 44 (1954). 3. L.C .Cooley. Ind. and Eng. Chem. 29 1399 (1937).

4.

R.F.Goldstein. The Petroleum Chemicals Industr# • 2e druk. E.& F.Spon, Londen. 1958. p 303.

5. H.Steiner. Introduction to Petroleum Chemicalso Perewlon Press Oxford. 1961. p 54.

~~'~,.

C •. Eltis~' ?;h$mistry •

of

Pe~~olèum l?~r~Y8:tives I.q,hem. çat~dg.' Co~

v'...; ..: ,..)

~~,-'J

Y

u.

k

:"1"9\3,~,j

u \\04 408" '; " I , '. \ , \ " " "') '... ' l'I ew or. 'öt. p 4 - '. ,.~..,. - ~

-7. CoEllis. Chemistry of Petroleum Derivatives 11. Reinhold. 1J ew York. 1937. p 419-421.

8. Petr. Ref. 38 november p 272. (1959). 9. B.I.O.S. Final Heport 131.

10. L.F.Hatch. Isopropylalcohol. Mc Graw-Hill Rook Comp. Inc. lJew York. 1961. p 7~9 •

11. G.S.Parka, H.M.Huffman. The Free Energies of Some Inorganic Compaunds. Chem.Cataloe.Co. New York 1932. p 22~

12. H.J.Kolb, R.L.Burwell. J. Am. Chem. Soc. 67 1084. (1945).

13. S.M.Walas. Reacton Kinetics for ChemicaJ. Engineers. McGraw-HilI Book Comp. Inc. New York. 1959. p 101.

140 J .H.Perry. Chemical Engineers' Handbook. 3e druk. McGraw-Hill Book Comp. Inc. New York. p 6ti8.

15. Rev. InSt. Francais Pétrole et Ann. Combo Liqo

11

948-960 ( 1956). 16. A.S.Brunjen, M.JoP.Bogart. Ind. Eng. Chem. 22,=255-260 (1943). 17. H.C.Miller, H.Bliss. Ind. Eng. Chem. 32 123-125 (194Q).

18. M.C.Fuqua. U.S. Patent 2.481.211 (1949). 19. E.H.Amick. Fr. Patent 914.790 (1946) •

(17)

I

I

~, I I I--- I--- I---I---I---I---IL-_-+--L-M-~ ROOKGAS

I

I

jlA

r

!:: ~PEKEL

\ I

!\

.wJ

~el - .

---r--

:rti=:============:3J

1

I

~~

~

e,>-

.R~'~'

f----

c'-~--T

~

I

I

I

-1

~

Y

4-l---...,r-4. ___ f .

~'-~

r-

I~

___

~-=--·!-1

.

001_

Ji.

r

LJ;.

r

ISOPROPYLALCOHOL BRANDSTOF r-CI==~~~---.J

. ---.

I

I

- - '

-J

~j . I !!l-'

o

-.. -_ .. { ACETON ---.[

.!

- .1

-~-r-"~

I_~

.

~ SPUIVLOEISTOF ACETCll G.J./ILDERS. H,O JUNI 1962 SCHAAL 1:25 o 1 2m ,-I

,

,

/!Jlj,~

Cytaty

Powiązane dokumenty

The main finding of this research is the different urban areas each have a specific history, landscape basis, urban typology, transformation pace and appearance.. The existence of

Liczna grupa uczestników projektu miała możliwość spotkania się i wymiany doświadczeń w czasie kwietniowego dwudniowego konwersatorium, które odbyło się w Łochowie

Celem tych badań było udzielenie odpowiedzi na pytanie czy możliwe jest zwiększenie stopnia udziału firm ochrony osób i mienia w systemie bezpieczeństwa publicznego 1..

In the case of a uniform rolling motion the elements of the wing are moving in a helical path through space with a common axis of rotation, and because a circular movement in

[r]

Źródłem tych w artości jest, oczyw iście, osoba sam ego Naruszewicza, który dał się poznać nie tylko jako literat, ale rów nież — w sposób nie m niej

Z DYDAKTYKI HISTORII NAUKI I TECHNIKI WE FRANCJI Na Wydziale Nauk Społecznych Sorbony istnieje Instytut Historii Nauki i Techniki, który ma prawo nadawania stopni

Był on też autorem publikacji Papier i jego znaczenie, jednej z nie­ licznych na ten temat, które ukazały się w Polsce w okresie międzywojennym *.. Mniej może