r
,
} 1 J I II .}
" !.r
~
1 I it ".Fabricage-schema van ean snelle rOntgenfllm.
Delft ..
A •. J. Gu t tschal.
r i
I
.
II
I
r~
!
i 1 I i !4..
~l,~/A-",kt ~~~~
~
_
.t-~
A-J."Jk,!
J~
f
ti-
Jp
t
~
~ ~
irt
~
~ ~ ~
t ) .
~
f
f
i
~
;
r
~
1
t ;
t
~
r
f
r
~
r
~
'1
\1
~
!
~
f'
t~
t
f
t
f'
~. ~
~1
"
~ ~
~
~
r
~
~
~
t
~ ~
t
t-
~
f.
~
S.
t-'"t~
~
r'~ ~
.
s-.
~
~
t
.
~
t
~
,-
~
~
·
~
,
~.
~
~
.
.
t
~
~,
~.
,
~
~
.
~
t
f{
t
~
f
~ ~.. o..
•- - - - -
,
-~~ <:-:~ .c' .• ~ ' ~ .. _y. .... ~, ~ ---~.~ "':-~ r
-r
~~)->\trt
~
. f
~
r
r
r'
t~
t
~
f
~
~
~
~ "~\
~
.
.
~
t
~
~ ~
t
(J
~
?-
•
.,.
~
! " .
~
'-
~
~
.
t-
.s-,
t
~
~
.
"
.s
tJ
::'V~
t
"f
')~l-
,~
~
~ "" $ ' ' ' . . . ~1 ~~
t
r "\.
~
~
t
. -
.
,
_
.
~
I').
.
,
r
k
t
t
t
1
~ ~
r
t
~
'
l
f
~
J
-
t.
~
!
~I
_,
!:
t
!
~1
'
~
f-. " \~
~ ~
~
~ ~
~
~ ~;
~
f
~
l
t
~
r
~
I~- ~
f
f
f
"
f
~
)-
~
~ L~
t"
~ ~
~
~ ~
~ ~ ~ ~J
~
r
t
~ ~
t
t
{
~
t
~
t
I
~ ~
.
.
't
I.
y\ I"~\.
~ .. '~\-
,/
~(
0/ =!...:..
~
kf1-
.u.-.~
~
~
~ ~~
"-17.
r-)( IJ.tv = ././ m.,~
~.M
~
~ ~
).t.-.~
..1/ J(~6
'I n.... ,J~
~.
eX.
~
~
~
Yx J./.I(tol
~
=
&9,aJ
6~
t9y.s-tnJ ,.",., .3~~~~j
.
.
~
...~
~
~
tX.t.fA-
~
~
LP.v.
tX.4~~
.-z,~
t;4~j~' ~
~
~
~
/Jvd
~
~~47
.I~ ~ ~ ~~ /)/" ~ ~ t?&t... !HA. .iI<.<A.U ~ U ~ ~
~~ ~
~
~
fX.t.~
~t>d ~Vt~'
'f)~
/~)
~
=tb'lr-7L.
~-l '~~J ~ ~.~ ~i ~ Jv"...MA:- ~ :
~,J( J."I IC J,o 'i s-;: 6> Î I d) 0 ~!. dJ d'lro """" ~ )... ~ .
-, - - -
-~:
ytJi"
~I
\
v;:
;{
Inleiding ..
:
,
~\
Aan e,S'n fotografische film kan onderscheiden worden:
a. De filmbasis.
Voor de filmbasis, de drager van de lichtgevoelige laag, komen verschillende materialen in aanmerking. zoals, glas, papier, cellulose .. acetaat, cellulosenitraat'. De keuze wor(1t hoofdzakell jk bepaald doo r de aard der lichtgevoelige emulSie en het doel waarvoor de f'llm bestemd
Is.
b. De lichtgevoelige laag.
Deze wordt gevormd door een emulsie van lichtgevoelig materiaal in een collofd, zodanig samengesteld dat de emulsie homogeen en in samenhangende vorm op de drager kan worden gebracht.
Als collofd gebruikt men tegenwoordig bijna uitsluitend gelatine. Deze stof blijft na drogen poreus en hierdoor toegankelijk voOr
was-vloeistoffen, oplossingen van reagent ia e.d., terwijl de deel t jes die r"' et oplossen goed vast g&:>uden worden. Bovendien bezit gelatine de eigenschap de rijping van de emulsie te bevordere~.
De eisen welke aan fotografische gelatine worden gesteld zijn zeer verschillend. Deze staan in verband met het recept en de berei-ding van de emulsie. Voornamelijk hulden van kalveren en botten van
jonge dieren komen in aanmerking als uitgangsmateriaal voor de fotog
ra-~ flsche gelatine. Chemisc!1 meet deze gelatine minder dan O,OOt% aan lood
,
..
\
arseni cum, koper, tin cf ijzer bevatte~, daar ander s sluier op kan trede
Zwavel, berekend als SO:-, moet minder dan 200 delen op een millioen zijn
Zwavelverbindingen spelen nl. een grote rol in de gevoeligheid van de emulsie. Een bepaalde hoeveelheid zwavelverbindingen l s zelfs nOèig, om de lichtgevoeligheid van de zilverhalogeniden te verbugen. Sheppard
/~H
toonde aan dat o.a. verbindingen met een
C
'
M_
groepering oorzaak zijn van deze verhogJng der gevoeligheid. Ook natriumsulfide kan hiervoor gebruikt worden. Te veel van deze stoffen veroorzaakt echter sl~ier.
"-Gelatine met een te hoog gehalte aan zwavelverbindingen is dan ook on-bruikbaar. Wel is het mogelijk geheel zuivere gelat1ne te Cverkrtjgen door de gel~ne eerst met alkali en zuur te bebandelen, daarna te was-sen met gedestilleerd water , om de stoffen die de gevoeligheid verhogen door dif'f'usie te verwijderen. Niet door diffusie te verwijderen senslbl-lisatoren kunnen worden weggenomen door oxydatie met permanganaat, hypo-chloriet cf natriumperoxyde. (Overmaat ûxydatlemiddelen kan verwijderd worden metb~ulflet. )
J.
2.
Door t~oeging van bepaalde hoeveelheden van sensibilisatoren kan de aldus geEuiverde gelatine geschikt gemaakt worden voor een bepaalde fotografische emulsie. Deze methode is echter alleen in gebruik voer
wetenschappelijke doeleinden.
Veel economischer is het, die grondstoffen uit te zoeken, welke tireet een gelatine opleveren die voldoet aen de voor een bepaalde fotografische emulsie vereiste kwaliteit. Een ervaring var tiental-len jaren hebben de gelatinefabriekan~iertce geleid.
Naast stoffen die de gevoeligheid verhogen, zijn in de gelatine
ook stoffen aanwezig , die de gevoeligheid verminderen, de zg. anti-sensib1lisatoren. Bij de bereiding van de gelatine weet men van te voren ni&t in welke hoeveelheden de sensibilisatoren en anti-sensi-bilisatoren aanwezig zullen zijn~ Deze hoeveelheden kan men aan de hand van een proefemulsie schatten. Door nu verschillende gelatine-soorten te mengen kan men tqt een uitstekende fotografi~e gelatine komen en kan men ook aan de eisen voldoen, die elk emulsierecept
af-zonderlijk aan de gelatine stelt.
Als lichtgevoelig materiaal gebruikt men in hoofdzaak
zilver-bromide. ZIlverchloride is minder lichtgevoelig als -bromida, zilver-jod..! de daarentegen tê gevoelig. Door iets jodide aan het bromide toe te voegen, verkrijgt men een snellere film. De kleurgevoeligheid van de film kan men beinvloeden door toevoeging van speciale verbindinger (pan- en orthochromatische films.)
c. De schutlaag.
Deze bestaat uit een dun gelatinehuidje,el1 dient om de gevo
e-lige laag te beschermen. Een weinig formalIne verhoogt de hardheid van dit laagje, evenals het smeltpunt.
- - - ---- -
-Gang van een emulsiebereiding.
De bereiding van een lichtgevoelige emulsie Is voornamelijk kwestie van ervaring en research. Het fundamentele chemisme en de verschillende bewerkingsstadia zijn vrij eenvoudig, doch de om-standigheden waaronder de emulsiebereiding verloopt zijn sterk te variëren en eerst een langdurige ervaring maakt het mogelijk de voor de kwaliteit van de bereide emulsie meest bevorderlijke omstandig-heden vast te stellen. De volgorde der bewerkingen, de verschillende werktijden en temperaturen zijn van directe invloed op deze kwaliteit Elk soort fotografische plaat of film heeft zo een eigen zeer spe-ciale bereidingswijze. De volgende bewerkingen zijn echter algemeen. Mengen •
Voor de bereiding van een lichtgevoelige zilverbromide-zilver-jodide emulsie in gelatine komen twee methoden in aanmerking.
t. De kookmethode. 2.
De
ammoniakmethode.In beide gevallen wordt een oplossing van zilvernitraat toege-voegd aan een oplossing va·n kaliumbromide en gelatine in
gedestil-leerd water. Bij de kookmethode wordt een w&terige
zilvernitraatop-o
lossing bij ruim
70
0 toegevoegd. Bij de ammoniakmethode gebruikt men een a~oniakale zilvernitraatoplossing welke bij ~45°0
in de kalium-bromideoplossing wordt gebracht.Het voordeel van de ammoniakmethode is hierin gelegen, dat door de aanwezigheid van ammoniak kristalgroei en gevoeligheid bevorderd worden. Door de grotere oplosbaarheid van zilverbromide in een ammo-niakaal milieu kan bij een lagere temperatuur gewerkt worden, hetgeen gunstig is voor de kwaliteit van de gelatine.
De ontstane zilverbromIde-deeltjes adsorberen broomionen afkom-stig van de overmaat kaliumbromide en vormen een hooggevoelige,hel .. dere emulsie.Voegen we daarentegen kaliumbromide' bij een zilvernitraa1 cplossing, dan ontstaan zilverbromide-deeltjes waaraan zilvericnen zijn geadsorbeerd: dit geeft veel minder gevoelige emulsies en kans op sluier.
De korrelgrootte en de homogene verdeling hiervan worden bepaal. door de snelheid waarmee het zilvernitraat onder rOeren wordt toe-gevoegd. Te snel toevoegen veroorzaakt inhomogene menging; to lang-zaam toevoegen veroorzaakt een te grote differentiatie in korrel-grootte.
Voo r.!'.iJping.
•
- - - -~ - ---~---~
enige tijd bij een bepaalde temperatuur, waarbij de korrel snel aan-groeit.
De
korrelgrootte is, afgezien van aanwezige sensibilisatoren en anti-sensibillsatoren e.d. , direct bepalend voor d~ gevoeligheid. Daar door een te grote korrel het oplossend vermogen afneemt, dient de rijping op het juiste tijdstip afgebroken te worden door de emul-sie snel af te koelen in koelbakken op 0à
4
°
C. Het verdient aanbe-veling tijdens deze eerste bewerkingen zo weinig mcgelijk gelatine te gebruiken, wegens de schadelijke invloed van een hoge temperatuur of ammoniak op de kwaliteit der gelatine. BOvendien belemmert veel gelatine de korrelgroei. Een bape.ald minimum aa.n gelatine is ,rereist om sedimentatie van zilverbrcmide~deeltjes te voorkanten.Wassen •
De vaste emulsie bevat nu nog verschillende zouten (kalium-nitraat, kaliumbromide, e.d.) welke na droging op de filmdrager zouden uitkristalliseren en een slecht beeld veroorzaken. Deze zou-ten worden daarom eerst door een wasproces verwijderd. De vaste emul-sie wordt daartoe machinaal verbrokkeld en vervolgens gewassen met gefiltreerd leidingwater. Een contr$le op voldoende wassen kan be-staan uit een bepaling van het ammoniakgehalte, de geleidbaarheid van de emulsie, e.d ••
Narijping.
Na het wassen dient de emulsie gietklaar gemaakt te worden. De emulsie wordt opgesmolten en enige tijd gedigereerd bij een bepaalde temperatuur. De korrel groeit hierbij nog een weinig; de gevoeligheid neemt toe door vorming van gev0elige plaatsen bv. van zilversulfide in het zilverbromide rooster.(Bij de ammoniakmethode heeft deze vor-ming al voornamelijk plaats tijdens de voorrijplng.} De resterende gelatine wordt toegevoegd en nog enige andere stoffen( harder, sta-bilisator, conserveringsmiddel enz.) • Tenslotte wordt de emulsie gefiltreerd, op juiste visccsiteit gebracht en naar de gietmachine geleid.
In verband met de hoge eisen welke aan de zuiverheid van een fotografische emulsie worden gesteld, is het noodzakelijk de bereidi~
uit te voeren in stofvrije rU.imten. In moderne fabrieken wordt dan ook wel air-conditioning toegepast. De verlichting wordt bepaald
----
-- - - ,
5·
Chemicaliën.
De chemicaliën die voor een emulsie gebruikt worden moeten zee'll" zuiver zijn, daar verontreinigingen direct sluier veroorzaken. Daarom wordt, zolang er nog zilverionen in de emulsie aanwezig kunnen zijn, gewerkt met gedestilleerd water. Het uitwassen kan geschieden met ge-filtreerd leidingwater, aangezien dan alle zilver omgezet is in zil-verbromide.
Daar gelatine. een rijke voedingsbodem vormt voor micro-organis-men, moet zo steriel mogelijk gewerkt worden en voegt men
conserve-J)..n -/
ringsmiddelen toe ,418 bv. phenol om de film zo lang mogelijk houdbaar
I
te maken.
Zowel de filmdrager als de chemicaliën,:met de vereis te zui ver-heid, zijn in de handel verkrijgbaar. Dit geldt ook voor de gelatine, welke in opdracht van de fotografische industrie aangep\t wordt aan een bepaalde emulsie.
Röntgenfilm.
Eigenlijk meer uit interesse, dan om enig andere reden, viel onze aandacht op de röntgenfilm en bleek alleen de medische röntgen-film snel te zijn. Daarom werd besloten e~n fabricageschema op te
zetten van rO'ntgenfilm voor medische doeleinden.
De productiecapaciteit is hier gebaseerd op de Nederlandse
im-port aan medische röntgenfilMs~ Deze import bedraagt 129.000 kg film per jaar ter waarde van f.4.o00.1i55,-. De inkoopsprIjs Is omstreeks
2 2
f.25,80 per m film; totaal wordt dus 160.000 m film per jaar
inge-2
voerde Om deze import te dekken is dus een productie van ruim 600 m film per dag nodig.
Filmbasis.
Als drager gebruikt men een cellulcseacetaat film. De cellulose film bevat naast celluloseacetaat een klein percentage aan stoffen , zoals bv. verschillende organIsche fosfaten, welke de film soepel maken. Deze film is als zodanig in de handel verkrijgbaar. (tr~ cm breed en 0,18 mm dik.~De celluloseacetaatfilm wordt dan nog van een hechtingalaag voorzien om een goede hechting van de lichtgevoelige laag te waarborgen.
Lichtgevoelige laag.
Daar de lichtgevoelige laag aanzienlijk minder gevoelig ia voor
. kortgolviger licht word~ bij de medische röntgenfilm de filmdrager aan beide zijden voorzien van een gevoelige laag om het aantal geab-sorbeerde röntgenquanten per eenheid van oppervlak zo groot mogelijk
-6 •
.
, ,
te maken. Een extra dikke laag aan een zijde Is om mechanische
rede
-nen niet toelaatbaar.
Eveneens Gm de gevoeligheid te verhogen verwerkt men soms in de emulsie stoffen met fluorescerende eigenschappen zoals wolframa-ten e.d •• Het bleek echter economischer te z1jn opnamen te maken met behulp van een fluorescerend scherm. (een verst er ki hssfolie.)
• Te samen met de schutlaa&- krijgen we nu onderstaande figuur,
11
waarin is afgebeeld een doorsnede van een ró'ntgenfilm.
Receptuur.
(BlO S '~62
Oplossing voor de hechtlngslaag. / / bandside methanol 2250 mI azijnzuur 5 0 mI stcck:solution J
"
,
700
mI aceton7400
mI f'ormaline 25 lt.l , ,po6ü
/
airside 2500 mI 50 mI11800
mI7600
mI25
mI Voor gebruik wordt deze oplossing eerst gefiltreerd. solution wordt als vrolgt samengesteld:450
g gelatine wcrdt opgelost In54
0
mI gedestilleerd water540
mI azijnzuur en3500
mI methanol.De
stock-Deze oplossing wordt tenslotte nog verdund met
3750
mI methanol. Voor 600m2 f'ilm is 30x de hoeveelheden "bandside:' en "airside::'oplossing nodig.
Lichtgevoelige emulsie. (Ixo.)
Reeds enkele malen is gewezen op de ervaring, welke zo'n grote rol bij een emulsiebereidlng speelt. In verband hiermee ls het ln het algemeen onmogelijk een gedetailleerde emulsiereceptuur te verkrijger (fabrieksgeheim.) De hier gegeven recepbuur voor medische röntgen-films ls door de Agfa-fotograflsche industrie ontwikkeld. (Ixo).
o
I.
4
800 mI gedestilleerd water}&i
33
001200 g zilvernitraat
Aan deze oplossing wordt onder roeren 1200 mI ammonia (sg. 0,91)
toegevoegd tot de aanvankelijke bruinkleuring volledig is ver-dwenen. Van de totale oplossing wordt 1250 mI achtergehouden.
11.
45°0
ml gedestilleerd water750
g kaliumbromide 140 g ammoniumbromide200 mI kaliu.mjodid'e-oplossing (lO%-ig) 90 g gelatine A 90 g gelatine B 111. 160 mI gedestilleerd water 80 g kaliumbromide IV. 700 g gelatine A
70
g gelatineB
Per emulgeerketel worden ongeveer
6
á
7
maal deze hoeveelheden verwerkt. Oplossing 11 wordt in een ketel gebracht en de temperatuur word t gedurende het gehele emulgeerproces op4
~
8°
C
gehouden. Oplossing 1 wordt door een treohter in4-4,5
minuut toegevoegd; daarna direct oplossing lIl. Na 65 minuten laat men de van oplossing I achtergehou-den 1250 ml door een trechter in 1 minuut toelopen en voegt direct daarna de gelatine IV toe. Na 85 minuten vanaf het begin wordt deemulsie uitgegoten in k~lbRkken. (koelend medium
0
°0).
De stoltijd is ongeveer3
uur.De vast geworden emulsie wordt vervolgens ~e--iiudeld n gewassen.
De temperatuur van het waswater is 9-1000. Was tij · . -5,5 uur.
Oontrele op voldoende wassing bestaat uit een bepaling van het ammo
-niakgehalte in de emulsie. De nudels l aat men 2-2,5 uur uitdruipen. Het totaal gewicht tot hier 1s ca 16,5 kg per ~~.
Onder roeren worden de nudels vervolgens gesmolten en op een temperatuur van
46°c
gebracht (binnen een half uur). Zodra na enigetijd de gewenste gevoeligheid is bereikt wordt per liter emulsie 65 g gelatine A toegevoegd en goed doorgeroerd gedurende 30 minuten.
Per
3
0
kg wordt tenslotte toegevoegd10 mI glyoerine }
5
ml ohroomaluin (IOfo-igeOPl~ssing)
.tg!I
toesl~g
"
.)
10 ml phenolalc~ \
~
\ I'utNv
....
~
\
l'"
"
vY
\~
J
~
""or
- - -
-,
, ~f.' /~,~
'}
'
.8.
,
:t
,;
,
~
Vijf minuten hierna voegt man door\~
\
f,
stabilisatorO) (lO%-ige oplossing).dezelfde trechter toe 2,25 mI
1-U
.
)I
~
treerd en gietkl qar gemaakt door de te brengen
(<J8)
bi j 38°C).De emulsie wordt vervolgens
gefil-viscositeit op de juiste waarde Voor een d~gproductie van 600 m2 film is 16,8 m~al de in boven-staande recept vermelde hoeveelheden benodigd. Dit komt neer op oa
23
g zilver perm
2 film.Oplossing voor de schutlaag.
I.
200 mI phenolalcohol37500
mI water 150 mI formaline(3~fo) 150 ml chroomaluin (10%) 1°50 g gelatine A } bij7
00b6000
mI leidingwaterII.
Oplossing 11 wordt in
5
minuten bij oplossing I gevoegd en de totale vloeistof vóór gebruik gefiltreerd.Voor 600 m2 film is 5,2 maal de gegeven hoeveelheden nodig.
Apparatuur.
I Voor de hechtingslaag.
De ketels welke in deze fabriek gebruikt worden zijn allen van roestvrij staal.
De ketel voor het aanmengen van de "stock"-oplossing is voorzien van een verwarmingsmantel, roerder en terugvloeikoeler, en kan een hoe-veelheid van deze vloeistlbf bevatten genoeg voor
4
dagen. Na menging wordt de oplossing opgeslagen in een wachttank.De airside en de~andside-oplossingen worden per dag gemaakt.
Het ~acuumfilterapparaat is eveneens van roestvrij staalf.~nhaeft een aardenwerken filterplaat waaroverheen een Ma~n filterdoek gespannen is.
De machine voor het opbrengen van de hechtingslaag is van zodanige oonstructie, dat de film in dezelfde machine in achtereenvolgende bewer-kingen van een heohtingslaag aan de beide zijden wordt voorzien. De weg die de film aflegt in de gehele machine is ca
6
0
m en de snelheid van de film is ca 200 meter per uur. De heohtingslaag wordt aangebracht bij kamertemperatuur. (oa 24°C). Alvorens de tweede. hechtingslaag aan te0)
De stabilisator is een hydrazineverbinding en wordt bereid volgens/ een recept uit BIOS 262 p.
55.
-9·
brengen wordt de eerste laag bij
4
0°0 gedroogd. Nadat de tweede hech-tingslaag is aangebracht doorloopt de film deze zelfde droogtunnel in tegengestelde richting en wordt tenslotte zig-zags gewijs door een laatste droogtunnel geleid. De temperatuur aan het begin van deze tun-nel is 50°0 en aan het eind 60°0. .De gehele machine is omgeven door een kast van pijnhout. Ëij de eerste droogtunnel (die op
4°0
0 ) zijn voorzieningen getroffen om de ontwijkende dampen, voornamelijk van aceton en methanol, terug te win-nen. Bij de droging in de l aatste tunnel worden de laatste resten water verwijderd.Het oppervlak van de rOllers) waarmee de heohtingsvloeistof aan-gebracht wordt op de film}is vernikkeld. De bakken vanwaaruit deze rol-lers gevoed worden zijn van vernikkeld koper. Het vlak door de assen van de opbrengroller en de roller welke de film hierlangs voert, maakt een hoek van
45
0 met de verticaal.De vloeistof voor de eerste hechtingslaag (airside) bevat een fractie meer aan gelatine, aJeton en methanol dan de vloeistof voor de
----.
tweede hechtmngslaag (bandside) daar na het opbrengen van de tweede hechtingslaag de eerite hechtingsln.ag over rollers komt te lopen.
11 Voor de lichtgevoelige laag.
Oplossing
Ir
uit het recept voor de emulsiebereiding wordt bijdaglicht vervaardigd in kiepbare ketels voorzien van een verwarmings-mantel en roerder.Hierna vérloopt de verdere verwerking in speciaal
verlichtte localiteiten. (Groen licht. i
De eigenlijke emulsiebereiding wordt uitgevoerd in emulgeerketels voorzien van een verwarmingsmantel en ankerroerder. De ammoniakale zil-veroplossing wordt appart bereid en in de emulgeerketels gebracht via grote glazen buretteL.
Na de eerste rijping, welke in dezelfde ketels verloopt, wordt de inhoud overgebracht in koelbakken met gietijzeren koelmantels. De vast
geworden emulsie ( lagen van 100- 300- 3 cm ) wordt
aa~
/
;epen
gesnedenmet behulp van houten messen. Deze repen worden over rollers geleid in een continu werkende nudelmachine. Deze machine bestaat uit een roteren-de oylindrische zeef, waarvan roteren-de ranroteren-den aan de buiten kant scherp zijn geslepen. De mazen van deze zeef zijn vierkant met afmetingen van 1-1 cm Door middel van rubber rollers die achtereenvolgens dichter bij het op-pervlak van de roterende zeef geplaatst zijn, worden de emulsierepen
in de zeef gedrukt. Met behulp van waterstralen wordt de verbrokkelde emulsie door de zeef heen geblazen en via. een trechter afgevoerd naar de wasbakken.
roestvrij-- -
-10.
stalen geperforeerde dunwandige bak waardoorheen in opwaartse riohting gefiltreerd leidingwater gevoerd wordt.
Na het wassen laat men de nudels uitdruipen, w~arna ze worden overgebraoh t in kleine smeltketels, waarin de emuls'ie snel op tempera-tuur gebraoht kan worden.
Na het beëindigen der narijping wordt de emulsie gefiltreerd in vaouumfilters of in koelbakken opgeslagen zo dit gewenst mooht zijn.
De gietklare emulsie wordt opgeslagen in waohttanks, waarin de emulsie op temperatuur gehOUden wordt
(33°C,
dit is enkele graden boven het stolpunt) en van hieruit gevoerd naar de maohines waar de emulsie-laag aangebraoht wordt op de film.111. Voor de sohutlaag.
Oplossing I voor de J~ohutlaag wordt voor
4
dagen te gelijk ge-maakt. Oplossing 11 wordt per dag gemaakt in een kiepbare ketel, voor-zien van een verwarmingsmantel en roerder. Deze oplossing wordt gegoten in een tank, waarin men de afgemeten hoeveelheid van oplossing I toe-voegt.Na filtreren onder vaouum wordt de gietklare oplossing opgeslagen in een waohttank, waarin zij op temperatuur gehouden wordt en van waar-uit men de maohine voedt waar de film voorzien wordt van de sohutlaag.
Met deze zelfde maohine wordt de liohtgevoeligelaag aangebraoht. (Double-ooating maohine, Dixon type.) In aohtereenvolgende bewerkingen worden de liohtgevoelige laag en de sohutlaag op één zijde van de film aangebraoht. Tussen deze bewerkingen in wordt de film gekoeld om te voorkomen dat beide lagen zioh mengen. De snelheid waarmee de film de maohine doorloopt is oa 200 m/uur. Via een droogtunnel van oa
70
mlengte wordt de film op een tweede Dixon maohine aan de andere zijde van beide lagen voorzien en daarna weer gedroogd. De film doorloopt één droogtunnel zig-zags gewijs in oa
2,5
uur.De reservoirs, van waaruit de liohtgevoelige emulsie en de vloei-stof voor de sohutlaag op de film wordt aangebraoht, zijn evenals bij de maohine voor de heohtingslaag, uitgevoer~an vernikkeld koper, dooh bovendien voorzien van een verwarmingamantel.
De verwarming van alle apparaten gesohiedt met behulp van warm water en waar nodig gemengd met stoom.
Het transport van de vloeistoffen gesohiedt overal door middel van de zwaartekracht. De leidingen welke in contact zijn met de licht-gevoelige emulsie worden zo kort mogelijk gehouden en zijn vervaardigd van plastic of rubber.
•
- - _ . - -- - - _ . _
-11.
De gereed gekomen röntgenfilm wordt bij kamertemperatuur opge-rold in een ruimte met
70%
relatieve voehtigheid, daar anders kans be-staat op electrische ontladingen.Tenslotte wordt de film in snijmachines in handelsformaten gesne-den en verpakt.
Verwerking van filmafval.
Het weer opwerken van niet te vermijden fabrioageafval en produo-ten met fabrioage fouproduo-ten kan gerioht zijn in twee riohtingen.
1. Die, waarbij de oelluloseaoetaat-film gereinigd wordt en weer bruikbaar gemaakt voor filmdrager.
2.
Die, waarbij de oelluloseaoetaat geschikt gemaakt wordt voor de. 1
vervaardiging voor lakken. J
-~!f In beide gevallen wordt het Zilver. ui t de emulsielaag terugge~
y
wonnen. Dit doet men ook bi j afval van de emulsie·
/----
1
r
.
r
if
In het eerste geval moet de film.drager in zijn oorsp:r,'.0nkelijke\
jV~~~
staat behouden blijven, opdat deze weer in een smalfilm-maohine opnieuw I ;\_~> voorzien kan worden van de verschillende filmlagen. Hi"ertoe brengt men IV·
de afvalfilm in een oplossing van5
g handels"degomm.a/~
op 1 li ter waterI
I
?
.
waarbij de film. niet aan elkaar mag kleven. De "degomma"oplossing mag; / 0
~ niet aangemaakt worden met water warmer dan
40
C, daar anders dewerk-1
zame bestanddelen van de "degomma"oplossing ontleed worden. De film
blijft ongeveer
24
uur in deze oplossing hangen. Dan zijD de opgebrachte gelatinelagen makkelijkat
te spoelen. De hierna gewassen en gedroogde filmbasis is weer te gebruiken.I
~
De achter gebleven oplossing bevat nu alle: zilveuverbindingen welke in de emulsielaag aanwezig waren. Na afzetting van deze zilver-verbindingen filtreert men ze af, droogt ze en ~, waarna het verkregen zilver weer verwerkt wordt op zilvernitraat.
In het tweede geval worden de afgewikkelde films in een vat met zoutzuur gedurende een half uur gekookt door middel van toevoeren van stoom. De gelatine ontleedt hierbij. De zich afgezette zilverhalogeniden filtreert men af en verwerkt men op zilver. De troebel geworden en ver-schrompelde films (of stukjes film) vormen een afvalproduct, dat weer
1.2.
Materiaalberekening. Voor de hecht~ngslaa~.
Een rol celluloseacetaat-basis is 110 cm breed &n 600 m lang~
Voor een dagproductie van ruim 600 m komt di t neer op een rol per ;2 dag. Di t is 600X11,10=660 m2 film.
In de "stock"oplosslng bevindt zich 450 g gelatine in 8,33 L.
In de oplossing die op de film gebracht wordt is per recept dus aan-wezig
§:~3
x45 0 g gelatine.De hechtingslaag wordt ca 0,003 mm dik genomen. Het sg. van gelatine is 1,35-1,41 (Zie Zsigmondy). Dan'hebben we per m2 film voor
é
·
én
zijde nodig:. lOOOOXO,0003xl,38 = 4,14 g gelatine.DÛ8
~
voór
660 m2 film is nodig: 660x4,14 g gelatine. Per dag moet dan:8.31~~~4;%'JJL.
:: 29,8xde hoeveelheden van een recept voor air-side en bandair-side genomen worden,plus nog de benodigde hoeveelheid vloeistof in de bak van waar uit de film voorzien wordt van de hech'IJ tingsvleolstof. Dit Is ca 5 1. en komt overeen met 0,5 x de recept-hoeveelheden.Dus tctaal moet per dag
30,3x
de hoeveelheden van de recepten voor airsida en bandside genomen woràen.Voor de emulsie~~~
Na het cpbrengen van de emulsie wordt aan w.eerszijden van de film de emulsie,met behulp van twee mechanische vingers,ter breedte van
3
cm weer afgestreken. De afgestreken emulsie valt terug in het reservoir van waar uit de vleeistof op de film gebracht wordt. (Defilm wordt nl. door de droogtûnnsl gevoerd op twee kettingen zonder eind voorzien van pinnen. De film wordt aan de randen op deze pinnen gedrukt.)
2
Per rol filmbasis behoeft dus ~aar 600Xl,04=624 m voorzien worden van een emulsielaag en een schutlaag.
Gegeven is, dat 7x de hoeveelheden van het emulsierecept vol-doende is voor 250 m2 film, aan beide zijden voorzien van een licht-gevoelige laag.
Voor 624 m2 is dus
*x7 ::
17X de hoeveelheden van het gegeven recept nodig.Voor de Bchutlaag.
Per .recept bevindt zich 1,05 kg gelatine in de oplossing voor de schutlaag.
12 a.
van 1,38 bevat deze laa.g per .m2 film, aan beide zijden voorzien van
deze laag: 2XIOOOOx~,OOO3Xl,38 = ~ 8,28 g aan gelatine.
Per' dag moet dus
624x8,28
Literatuur. Neblette.C.B, Wa'll. E. J. Eder.J.M. - - -
-(:
",>~~i
,'.-:l:
.
,)tVvVi~
\
Photography, i ts ma teriala and processfls. (1952)
Photographlc emulsion technlqu~. (l94I) Photo graphic emuls ions>o (1929)
Handbuch der Photographle (1930)
Band II1.])eel 1. Wentzel. F. ,Die Fabri-kation der photographischen Platten,
Fi~e und Papiere.
Kenneth Mees.C.E. The theory 01' the photographic process. (.1945 )
Ullmann. Shreve. Bogue. R. H.
Enzyklopädie der technischer Chemie. Deel 8. (1928)
Chemical ProceS3 Industries. (1945)
The Chemistry and Technology of Gelatine and Glue. (1922)
GerngJrO 8'S.0. and Goebel.,E. Chemie und Te'chnologie der Lelm- und
G~latinerabrikation. (I9~)
HeIIendoorn.E.W. Eigenschappen van photographische emulsies
in verband met de bereiding en samenstel-Zaigmondy. R. 3105 262 BIOS 252 BIOS 658 FIAT 354-360 BIOS 1212 CIeS' XXVI-6I CIOS XXX-I5 BIOS 1355 BIOS 1041 li.ng. (1941) Kolloidchemie.(I918),2° Aurl. 8.363. Photographic Fllmbase Industry.
Photographic Filmmanufacture. German Pbotogra~hlc Industry.
German Photosensitlve products manuracture. GSP.man Gelatine and Hideglue Industry.
Filmproduction of Jgfa. Agfa-fllmfactory.
Agfa Filmfabriek.
The German Papermaking Industry.
De'lrt ,2 Juni, 1953. /
(J
ffi::;
(Mej. C. L. D. Kooy) ~' (A.J.Gottschal), - - -
~-fJJ
~
~
~ U~
~~~
n:,
~ ~~.
L~u~~~
~~
~
~ ~ ~d..A~r ~
~
~
~~~
~
1:~-;
oe
L;'.,. ..
I_~ Ar..L.~
~
~
k
~
4.rrl
1~t1c. ~~
... -
~ f~
~..e..c....-
~- ~ ..u... ~~ ~~~~~J..
p=J2
=
=-
=
-
=
--==-
---
-
---
-
----
-
-
-
-
:
=~"
.----~=~"
l~
D
---
>
t3
A-1- - - - -
-\,~.
.
.
'
~\-'
~~~~:S-~~~
tr
rt)OO
0 '
f
r
~
r-
f
f.
1.
~
f,
r
f
--l
r
{l
.
r
0 ' \ -~
0~
f
~
1"
ft
r {
.-
~ ~
~
ril ft
Y
f
t
~
f
f
~
,
~
f
~
T
{
f
r :
1
,~
1
~
i'
t
~r ~
t
t
~
F)'
i ~
~ ~\
.i \~~
'"~ ~~
.Ä-~r
~~
o _ _ "~~o ~
~
~
~
tI
{ r
•.
tt
f
t
f :
0tJ~ frt~
rtrt
!t~)
lf
0ft
~}f
t~f
~•
t,
~~
~~
(
91 ___
3)
c.. ~~ ~ (C~/"oc)
?
I~~~
(~
•.k.c./~~)
)..
rrv-~~~~~
(
Cd/~,~.t#C)
0(
I
1")v-~~~~./'-~jf:CA·,....
-I(
Ce...l.Ic...I.,rkc...
CIC)V ~""-
(c-lrf4..)
dh-t
l-4~
~
eu.,1 ~
(
'--
)
ol~H,
~
~
~'-i
~J
~7'~
-LJ
)"tUt,itrf't~~ ~
-LA
~rX.~--' ~
·
-t.~1
(c.-...)ti
,
~r'r~~~
( PC ) tol. ~~~trr
~ ~~ .~ do ( oG)tb
,
~~
~r:--~~
d<-.~
( CIC)e,
-A-;'d
(~) (J :- I!/c....-
3 ~., :: (J. Ole
~. ,;.c.c./c:... z.À • : /J.;. 0 ~ X 10 -I(
c.e...P/e...-
tico .~, C. =. I c.e...l..
'l.
oe
~~
jl:'.
1.,1 6>1/4-.:1
Î
/
/\ :.
,JJ/
~ c:. :.. 0 , t9• .il )(
Y1e.
-0 ..
~
~
~
~L
v:
/lo'-10'«
(fl...~
31"0)
y~
~ ~~
~~o--u.. ~~
~
~
~
~~iA
~
IJl.<.~
~
~~i
"J,
N"'-<,
=
~ ~ JV~..d-I = C><.D À ÇJ~ :~
~cr
~fÄANo&?l .:'l.c.
.x
q~
::~
~~.
rr~
-LA
-L
4~~
~~'r
~
~
~U), (~)-~
=
I
(f?4!..).
()y<..
~~
~
(;je.
=
31
f r l ) Ifvt.c.).
('j)
"'r.)-'h::
I~,
s,
t.1()o( /3 0, (71 ti> x I 3 b6
~/ /1)/ ) ( - ~i
l't'0'llf /1) - 't . Ilt.D
't~
IU-'()
-=
I , :r.I
0(=
I{,,~~
x I " - 3c J /
/~ ~ • rI<..< ,~
~
~
r;LL~4~~~
~.~
~
~ ~
~
-t.J
~OÛ- ~
.
..
f
i.
f
}
·
~
t~~~.t
*
~ ~~~!t
i
~
I'l
~
'0
y
t-
i
~
r
f
l
'
"
1 1~, ~
1
"'-""-j
I
_
~
. . 1."~~
f
r
f
1
~
r
~
J
r-
~-l
_
'I'
~
I
~
S
C:
,pu
...
~
f
t,
v· r (
~ ~
j
"
1,
·~t
1!
~
t
r }
f
t
t [
f
~ '-t ~'.
..
i·t{rJ~t
l
r
r
f
1
~
tJr
f
t-i
f
f
t'
f
~~~lr1:~f~r
'i:
r
~
r "
,
~
f.~
f
H.~\ )..~
~
t.
~
t
f~.
,
tt~rlJ
t
J
t
f
r
·r
1{
~
î
ft.
~
f
'
t
i
1
~
:
rt
'
r f
t;
~
~
- - - -- - - - -" -• ---"~
-6
,
~,
.
~
~~
~
~~
~eL.e-..
~;.,...., ~h.' h=
ol./
ol "'" . h'J-::o,~~~
~
~~~oJ".
~~k~~i
n.,=
ov, ~~ ~ ~~~ot. ' h : o ,~o~~~,
h =1,~J.
~
4 '
)/fXr1--tJ
~
/
~
~
~
Oe 4<--~ ~
7~ ~
~
~
~
r~
7,
cP,
9
..e.- Ill,.:3)~
~L;
.
h ; : 0 1 ~·d~J.)op
=
3 ?t'.3 6---0 .H-<..,(
r~~
~J.
y=-X ::.
/2. JI{ 10-"'1 1< 3 1<. .3 {,o-o=
I , ~ t9 ~ 0, cP X' cl ~/MA
f~
J~
rv-<-, ~~ x,y.e...n... ~ /2.,7 . ol.~ It-> ~ ~ d,(~ Je-...,4-
d-J,~~.
y-=
000'/7x
=
I, 'Y ho.., = () 00,
~/~.
'
~~
'"Jo
~r~
~
~
~
~
~
l~h~rX. ~
~
~
~~~
04.,-1c6.
~~~3
~
~
~r~~
.</oc~
.
~~
04.~~~
~et.-K~~
\3
~
\
rxJ,
t:-. 0• _l _ _ _ _ _ _ _