• Nie Znaleziono Wyników

Van Warder naar Zwitserland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Van Warder naar Zwitserland"

Copied!
4
0
0

Pełen tekst

(1)

Delft University of Technology

Van Warder naar Zwitserland

Op het spoor van de fluit

Huisman, Luc Hans; Bando, Roberto ; Clark, Kate ; Coenen, Thijs ; Frijhof, Willem ; Meijvogel-de Koning,

P.M.; Ngan-Tillard, D.J.M.; Opdebeeck, Johan

Publication date

2020

Document Version

Final published version

Published in

Tijdschrift van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Citation (APA)

Huisman, L. H., Bando, R., Clark, K., Coenen, T., Frijhof, W., Meijvogel-de Koning, P. M., Ngan-Tillard, D. J.

M., & Opdebeeck, J. (2020). Van Warder naar Zwitserland: Op het spoor van de fluit. Tijdschrift van de

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2020(4), 28-30.

https://www.cultureelerfgoed.nl/binaries/cultureelerfgoed/documenten/publicaties/2020/01/01/tijdschrift-

rijksdienst-voor-het-cultureel-erfgoed-nr.-4-van-2020/Tijdschrift+van+de+Rijksdienst+voor+het+Cultureel+Erfgoed+2020+4.pdf

Important note

To cite this publication, please use the final published version (if applicable).

Please check the document version above.

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download, forward or distribute the text or part of it, without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license such as Creative Commons. Takedown policy

Please contact us and provide details if you believe this document breaches copyrights. We will remove access to the work immediately and investigate your claim.

This work is downloaded from Delft University of Technology.

(2)

tijdschrift van de rijksdienst voor het cultureel erfgoed 4 2020

28

FOTO HERMITAGE, SINT-PETERSBURG

(3)

29

»

Van Warder naar Zwitserland

Op het

spoor van

de fluit

FOTO HERZOG AUGUST

BIBLIOTHEK, WOLFENBÜTTEL

FOTO RESTAURA

S

inds een paar jaar wordt een groot deel van de dijk langs het Markermeer versterkt. In 2017 stuitten archeologen daarbij onder water op een klein scheepswrak, in de buurt van het Noord-Hollandse lintdorp Warder. Het duik-team van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed stelde vast dat het om een rank, licht scheepje van veertien meter lang ging, dat kort na 1536 gebouwd is. Bij de opgraving zijn meer dan honderd voorwer-pen geborgen, wat erop duidt dat deze punter van een handelaar zal zijn geweest. Naast de gebruike-lijke scheepsonderdelen en gebruiksvoorwerpen bevonden zich hier drie persoonlijke zaken tussen, namelijk een beugel van een tas, een zaagje met inscriptie en een dwarsfluit. Dat is bijzonder, want dit soort dingen vinden archeologen vrijwel nooit. Vooral muziekinstrumenten niet.

De dwarsfluit is uit één stuk buxushout gemaakt, is 69 centimeter lang en heeft zes vingergaten. Die zijn allemaal bijgesneden, zodat ze binnenin breder zijn dan aan de buitenkant. Dit is gedaan om de into-natie, klank en bespeelbaarheid te verbeteren. Een lastig en precies werkje. Het is met zorg gedaan, met gespecialiseerd gereedschap. Het instrument is aan de kant van het mondgat met een kurk afgesloten. Tussen het mondgat en het eerste vingergat zijn zeven smalle banden van ijzerdraad aangebracht, waarschijnlijk om een scheur te repareren. Een messingen buis bedekt het stuk boven het mond-gat. Binnen in deze buis zit een papier waarop tekst gedrukt is. Aan het andere uiteinde heeft voorheen

en andere Duits-sprekende piekeniers. Vandaar dat de dwarsfluit in de achttiende eeuw als Duitse fluit bekend stond. Militaire muzikanten reisden vaak met hun koning of prins mee en speelden ook in hun vrije tijd. Op reis wisselden ze muziek uit met musici die ze aan buitenlandse hoven en in steden ontmoetten. Drie of vier fluitisten speelden vaak samen, ook in gemengde ensembles met snaar- en andere blaasinstrumenten, soms gecombineerd met zang. Maar veel illustraties uit de renaissance laten mensen zien die alleen spelen, wat suggereert dat ze het instrument ook in huiselijke kring gebruikten. En dat in verschillende sociale klassen.

Een dwarsfluit uit het begin van de zestiende eeuw.

Die doken archeologen op uit een scheepswrak in het

Markermeer. Alleen dat al is een extreem zeldzame

gebeurtenis. Maar van wie kan die fluit geweest zijn?

Een stuk papier bij het mondgat zet een gevarieerd

team van deskundigen op een spoor dat warmer

en warmer wordt.

hans huisman

ook een buis gezeten. Hoewel de fluit in ongekend goede conditie is voor een instrument dat een kleine vijfhonderd jaar onder water heeft gelegen, is hij toch wat beschadigd. Hij is kromgetrokken en CT-scans laten zien dat de doorsnede nu eerder ovaal dan rond is.

Typisch een tenordwarsfluit

Oude dwarsfluiten zijn nauwelijks bewaard gebleven. De oudste in Nederland, uit ongeveer 1590, komt van Nova Zembla en bevindt zich in het Rijksmuseum. De oudste andere renaissance-fluiten, die in Oostenrijk en Italië bewaard worden, dateren uit de eerste helft van de zestiende eeuw. Die andere exemplaren en ook prenten en schilde-rijen laten zien dat het Warderse instrument typisch een tenordwarsfluit uit de zestiende of zeventiende eeuw is. Zo’n fluit is cilindrisch en bijna altijd uit één stuk gemaakt. De zes gaten kun je eenvoudig met de middel-, wijs- en ringvingers van je beide handen bespelen, dus kleppen zijn niet nodig. Het instru-ment heeft een bereik van twee tot twee en een half octaaf en is perfect geschikt voor de muziekgenres uit de renaissance.

In eerste instantie gebruikten soldaten dit soort fluiten, om tijdens de strijd signalen te geven. Deze praktijk werd vooral geassocieerd met Zwitserse

De houten dwarsfluit uit het scheepswrak bij Warder telt zes vingergaten, zeven ijzerdraadjes, een mondgat en een buis van messing

Is de dubbele lijn in een boek van Agricola uit 1529 de grens van een metalen buis?

Archeologen vinden vrijwel

nooit muziekinstrumenten

(4)

tijdschrift van de rijksdienst voor het cultureel erfgoed 4 2020

30

FOTO RCE, HANS HUISMAN

»

FOTO RCE, HANS HUISMAN

FOTO KUNSTMUSEUM BASEL

Het papier in de buis is met een geïmproviseerde periscoop gefotografeerd

Vergelijkbare buizen

Wat tot nog toe niet bekend was bij renaissance-fluiten zijn lange buisstukken van messing, zoals het instrument uit het Markermeer die heeft. Bij andere exemplaren ontbreekt metaal volledig. Op schilde-rijen uit de zestiende eeuw staan alleen fluiten die helemaal van hout zijn, of die smalle metalen ringen aan de uiteinden hebben. De enige afbeeldingen van vergelijkbare buizen bevinden zich in twee boe-ken. In het eerste gedrukte boek over muziekinstru-menten, Musica getutscht van Sebastian Virdung uit 1511, staat een houtsnede van een tenorfluit met een dubbele lijn bij het mondgat. Die is eerder aangezien voor versiering, maar het zou de rand van een meta-len buis kunnen voorstelmeta-len. En in Martin Agricola’s

Musica instrumentalis deudsch uit 1529 zijn vijf fluiten met dubbele lijnen afgebeeld. Wel ontbreekt op deze prenten de kortere buis die de fluit van Warder

aan de andere kant gehad moet hebben.

Naar de functie van de messingen buizen kunnen we slechts raden. Misschien zijn ze bedoeld om de uit-einden van de fluit te beschermen, maar het zou ook kunnen dat ze de klank beïnvloeden, het gewicht uit-balanceren of puur voor de sier zijn. Het valt boven-dien niet uit te sluiten dat de buizen aangebracht zijn om de scheur te herstellen, net als de bandjes van ijzerdraad. In de huidige staat is de fluit niet meer bespeelbaar. Om toch vast te kunnen stellen hoe hij geklonken heeft, maakt fluitbouwer Roberto Bando twee replica’s. Eerst een van esdoorn, om de maten en vormen uit te testen. Vervolgens in buxushout, om een exemplaar te verkrijgen dat zo veel mogelijk het geluid van het origineel nabootst. Deze fluit kan verder voor musicologisch onderzoek en demonstra-ties worden gebruikt.

Een uitdaging

Stukken papier uit boeken of kranten zijn vaker in historische fluiten aangetroffen. Waarschijnlijk zijn die door de speler aangebracht als snelle oplos-sing voor lekkende of loszittende onderdelen. Bestuderen van de tekst op het papier uit Warder

was een uitdaging. Met het blote oog is deze maar beperkt zichtbaar. Daarom is de binnenkant van de buis stukje bij beetje gefotografeerd met een geïmproviseerde periscoop, samengesteld uit een digitale microscoop en spiegeltjes. De tekst blijkt Duits te zijn, in gotische letters gedrukt en helaas zwaar beschadigd. Het is het rechterdeel van een pagina met negentien regels, waarschijnlijk uit een boek. Het lettertype kan helpen bij het identificeren van de tekst, want in de zestiende eeuw had iedere drukker zijn eigen letters en die konden onderling sterk verschillen.

Uit een uitgebreide zoektocht kwamen twee

Neurenbergse uitgevers met vergelijkbare letter-types bovendrijven, Konrad Resch en Johannes Petreius. Maar ook de boeken over muziek van Virdung en Agricola hebben sterk lijkende letters, waarbij dat van Virdung bovendien een soortgelijke bladspiegel met negentien regels heeft. Daarbij komt dat Petreius ook muziek uitgaf. Het is dus goed mogelijk dat de fluitspeler een blad uit een van zijn muziekboeken heeft gescheurd om de buis beter te bevestigen. Uitgevers Resch, Petreius en Rhaw van Agricola hadden sterke banden met het opkomende protestantisme. Zij waren in steden gevestigd die daar een belangrijke rol in speelden, Bazel, Neurenberg en Wittenberg. We kunnen dus niet uitsluiten dat op het papier in de fluit een pro-testantse tekst staat.

Huurling

In ieder geval is duidelijk dat de tekst een Duitse of Zwitserse herkomst heeft. Dat maakt het ook waar-schijnlijk dat de fluit in bezit was van een militair, bij-voorbeeld een huurling, die in de eerste helft van de zestiende eeuw in West-Friesland was. Of lag alleen zijn fluit in het scheepje van de handelaar? De zoek-tocht naar de herkomst van het tekstfragment heeft door de corona tot nog toe online plaatsgevonden. Als bibliotheken met boeken uit de eerste helft van de zestiende eeuw weer toegankelijk zijn, kan het zoeken verder gaan. En hopelijk levert dat dan meer informatie op over de eigenaar van de fluit. Het is uitermate bijzonder dat onderzoek van één archeologische vondst zo veel verschillende aspecten van geschiedenis en cultureel erfgoed met elkaar verbindt. Van scheepsarcheologie tot het vroege protestantisme en van muziekwetenschap tot boekdrukkunst. We kunnen er zeker van zijn dat de fluit een prominente rol zal spelen in nieuw onderzoek en een plaats zal krijgen in basiswerken over renaissancemuziek in het algemeen en de geschiedenis van de dwarsfluit in het bijzonder.

Hans Huisman, specialist archeologische materialen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en bijzonder hoogleraar geoarchaeologie en archeometrie aan de Rijksuniversiteit Groningen, verrichtte dit onderzoek met medeauteurs Roberto Bando, Kate Clark, Thijs Coenen, Willem Frijhoff, Ellen Meijvogel, Dominique Ngan-Tillard en Johan Opdebeeck, h.huisman@cultureelerfgoed.nl.

Een bedrukt stuk papier in de fluit zou wel eens naar de eigenaar kunnen leiden

Twee Zwitserse burgers en twee soldaten spelen dwarsfluit op een prent van Urs Graf uit 1523

Dat maakt het ook

waarschijnlijk dat de fluit in

bezit was van een militair

Cytaty

Powiązane dokumenty

Bez włączania się w dyskusję wokół zagadnienia, czy przedm iotem tych badań ma być tylko istnienie aktualne, czy również możliwe, a może jeszcze i entia

[r]

[r]

Ta mroczność horyzontu (tj. ostatecznego „dokąd?”) faktu własnego bytowania jest dla myślenia człowieka brzem ienna.. Znaczenie to rzutuje głęboko na sposób

Fakt, że czas i przestrzeń są jednocześnie skończone i nies­ kończone, może wydawać się początkowo szokujący, lecz p rzy j­ rzawszy się różnym, klasycznym

Próby upraw iania dedukcyjno-norm atyw nej filozofii nauki cierpią, w edług Szkoły Edynburskiej, na ten podstawowy brak, iż usiłuje się w nich absolutyzować zasady

Rozdziały poprzedzone są wstępem (s. 1-7), w którym autor wyjaśnia genezę tytułu pracy oraz wprowadza w trudności dotyczące terminologii związanej z zagadnieniem

Popularyzacją naszego miasta i jego zabytków zajmują się także członko- wie sekcji krótkofalowców, kierowanej przez Mariusza Thomasa. nawiązano kilka tysięcy łączności