~ '-.,"'.,' i , ,
-il/~oil
L ".. , i.. " _ • \ ' , I ;;.) , B ERE I DIN G V A NPOL Y V I N Y LAL C 0 HOL •
. "
Deel 11 •
. f'
-.
.,j
INHOUD
I. Inleiding. pag.2
11. Polymerisatiemethoden voor vinylacetaa~. 3
111. Bereidingsrnethoden voor het polyvinylalcohol.
4
IV. De polyvinylacetaatfabriek. 6
a. De productiecapaciteit.
b. Beschrijving van de parelpolymerisatie. c. De drogers
d. Opgave der apparaten.
V. De polyvinylalcoholfabriek. 9
a. De productie.
b. Beschrijving van de alcoholyse. c. De stofbalans.
d. Opgave der apparaten.
VI. De berekening van de "fluid bed" droger.
13
VII. Enkele specifieke ~1genschappen en veel
voorkomende toepassingen van polyvinylalcohol. 18
Lijst van de gebruikte symbolen. 19
Literatuuropgave. 20
{\,
...
, ~.,..
2.
I. Inleiding.
In aansluiting op deel I van het verslag over de
be-re1d1ng van polyv1nylalcohol door J. van Goor, wórdt hier
de polymerisat1e van vinylacetaat en de alcoholyse van dit polymeer tot polyv1nylalcohol behandeld.
In deel I is reeds de structuur van het polyvinyl-alcohol besproken en aangetoond dat de enige bere1d1ngs-methode, de verzep1ng of alcoholyse van polyvlnylesters 1s, terw1jl 1n de techniek als polyvinylester het poly-vinylacetaat verre de voorkeur verdient.
In de volgende hoofdstukken zullen nu de verschillen-de technisch uitvoerbare methoverschillen-den worverschillen-den genoemd voor verschillen-de polymerisatie van het'vinylacetaat en de alcoholyse van dit polymeer, waarbij dan tevens de motivering volgt voor het gekozen proces. Daarna volgt aan de hand van het sche-ma, een bespreking van dit proces, destofbalans en opgave van aantal en grootte der verschillende apparaten. Een
"fluid bed" drooginstallatie is hier geheel doorgerekend. Geheel aan het eind van dit verslag vindt men nog de specif1eke eigenschappen van het polyv1nylalcohol en en-kele veel voorkomende toepass1ngen van d1t polymeer.
H1erbij dient nog te woden opgemerkt da~ men de eigen
schappen van dit product gedeeltelijk in de hand heeft door de ketenlengte der lineaire moleculen, de
polymeri-satiegraad en/of het aantal nog aanwezige acetaatgroepen, de verzepingsgraad, te variêren.
Bij de in de handel zijnde merken variee~t het mol.
gew. van het hiervoor verzeepte polyvinylacetaat v~n
20.000- 250.000 en de verzepingsgraad van 50%- ca 98%
1), 2), 3).
Met de in dit schema gekozen appa~atuur is het
mo-gelijk al deze ~s van het polyvinylalcohol te
produceren. Alleen bij de bespreking van de stofbalans is, overigens geheel arbitrair, gedacht aan een product met eenverzepingsgraad van 90% uitgaande van polyvinylw acetaat met een gemiddeld mol.gew. van 200.000. Dit komt ongeveer overeen met het door Farbwe,rke. Hoechst op de
markt gebrachte Mowiol
70-88
en het door du Pont de Ne~mours geproduceerde Elvanol 50-42. 1), 2) •
,,..
,-.
11. Polymerisatie methoden voor het vinylacetaat.
Men heeft in de loop der jaren
4
verschillendepoly-merisatie technieken ontwikkeld,
4),
nl:1. De blokpolymerisatie,
3.
waarbij zuiver onverdund monomeer onder teevoeging van een katalysator, verwarmd wordt tot de polymerisatie vol-tooid is. Het monomeer fungeert dan aanvankelijk als op-losmiddel voor het polymeer. Men krijgt op deze wijze wel een zuiver polymeer, doch apparatieve moeilijkheden, voor-al in verband met de afvoer van reactiewarmte en de rela-tief hoge viscositeit bij die polymerisatiegraden nodig voor de bereiding van polyvinylalcohol, maken deze methode niet ges'chill:t voor het hier gestelde doel.
In een van de Duitse rapporten
5).
wordt nog eendis-continue blokpolymerisatie voor vinylacetaat beschreven, waarbij het gemiddelde mol.gew. van het polymeer niet bo-ven de 20.000 komt.
2. Polymerisatie in oplossing.
Hier wordt het monomeer met katalysator in oplossing gebracht en verwarmd tot de polymerisatie plaats heeft gehad. Men heeft hier een beter te controleren afvoer van de reactiewarmte door refluxen, doch is ook beperkt even als bij de blokpolymerisatie in.de polymerisatiegraad. In het algemeen gebruikt men deze methode alleen wanneer het
polymeer in oplossing wordt gebruikt, in verband met de .
kosten voor volledige regeneratie van het oplosmiddel. Als voorbeeld, het polyvinylacetaat voor de productie vas lijmsoorten. In 6) vindt men een dergelijk continu poly-merisat1eproces van polyvinylacetaat beschreven.
3.
Emulsiepolymerisatie.Bij deze methode wordt het monomeer met behulp van emulgatoren, in water ge8mulgeerd en onder invloed van in water oplosbare katalysatoren gepolymeriseerd. Deze polymerisatie heeft nu plaats in de 'waterige fase en het
polymeer blijft hier eveneens ge~mulgeerd. Het kan in
deze vorm worden gebruikt of door coaguleren worden afge-scheiden •
. Deze methode wordt veelvuldig gebruikt bij de vinyl-acetaat polymerisatie, wanneer het polymeer in de emulsie vorm wordt gebruikt, o.a. als b1ndingscomponent in de verf en lijmindustr1e. Dit, vanwege de goede temperatuurcontrole en de nagenqeg onbeperkte mogelijkheden voor verhoging van de polymer1satiegraad.
, '.
r
4.
4.
Parel-polymerisatie.In principe hetzelfde als de blokpolymerisatie, doch het monomeer waarin de katalysator is opgelost wordt in water met behulp· van een dispersiemiddml en door roeren in fijne druppels verdeeld gehouden.
Men heeft hier weer het voordeel van een goed te controleren reactietemperatuur, door de reactie uit te voeren onder refluxen, een grote vrijheid in de gewenste polymerisatiegraad en bovendien kan op eenvoudige wijze nl. door filtreren of centrifugeren de polymeerdeeltjes
van de waterfase worden gescheiden.
Voor de bereiding van polyvinylalcohol is nu water en oplosmiddelvrij polyvinylacetaat met een relatief hoge polymerisatiegraad nodig. Vandaar dat deze parelpolymeri-satie hier de voorkeur verdient en in navolging van de Duitse industrie, beschreven in de·geallieerde rapporten
3).
5),
is deze "batch"gewijze techniek gekozen.In deze rapporten wordt gesproken over benzoylper-oxyde als katalysator. De Farbewerke te Hoechst gebruikte bij deze polymerisatie als dispersiemiddel het Na zout van een malelne}ánhydride-styreen copolymeer terwijl de Alexander Wacker Werke te Burghausen hiervoor polyvinyl-alcohol gebruikte.-Verder verschilde bij deze twee indus-tr1eön de methode om de polymerisatiegraad te regelen. Farbwerke Hoechst regelde deze door de hoeveelheid kata-lysator te veranderen,
minder kat~- langere reactieduur- hogere pol. graad.
in Burghausen, door de. hoeve~ltt~,1:d katalysator constant
te houden maar een hoeveelheid· aceetaldehyde wat aan het vinylacetaat werd toegevoegd te varieren. Dit aceetalde-hyde is hier een "re tarder" d.w.z. het kan op een zodanige wijze met de snel aangroeiende polymoleculen reageren, dat de kettingreactie wordt stopgezet.
minder aceetaldehyde- hogere polymerisatiegraad. Noch in genoemde rapporten, noch in het meer recente
overzicht in
7),
van de productie van polyvinylacetaatin Duitsland, worden van deze twee methoden de voor- of nadmlen naar voren gebracht, zodat men geneigd is beide gelijk te waarderen. De polyvinylacetaat-productie in dit schema is·nu ook wat de apparatuur betreft, gebaseerd op de productiemethode van de Farbwerke te Hoechst.
lIl. Beredingsmethoden voor het polyvinylalcohol.
Zoals reeds in deel I naar voren is gebracht, kan het polyvinylalcohol niet bereid worden door polymerisatie van het monomeer,maar door alcoholyse van een polyvinylester, waarbij polyvinylacetaat verreweg de voorkeur verdient.
Dus:
-c
-C- \ ",nROB ---\~C
-C-\ '" ROCOCH3l
H2 H OCOCH3Jn - - H2 H -l
OHJn..
J .
~.
5.
Men kan ~deze reactie op twee wijzen katalyseren nl.
met zuur (HC~, ~gS04) of alkali (NaOH, Na-alcoholaten).
Zeer vele p~en zijn op deze werkwijzen geba8ee~
8),
ijl
9). Naast deze katalysatoren is 1n 1949 door du Pont deNemours, een patent verkregen op het gebruik van guanidine carbonaat als katalysator. 10). Deze zou het voordeel
I
hebben niet zo actief te zijn waardoor niettegenstaande\/~ de nogal visceuse oplossingen bij deze reacties, toch
~ nog een goed uniform product te verkrijgen is. Met de
hier gekozen uitvoering van de alcoholyse~ kan met het
gebruik van de goedkopere katalysatoren de homogeniteit van het polymeer worden verzekerd.
De aanwezigheid van water vertraagt de reactie en geeft moeilijk filtreerbare, slijmachtige producten. Verder zou de zure katalyse iets minder effectief werken dan de alkalische. Als oplosmiddel voor het polyvinyl-acetaat en tevens als reagerende component, wordt in alle uitvoeringsvormen methanol genomen. Veelal ,bij alcoho-lyse van hoog gepolymeriseerde vinylacetaten gebruikt men naast methanol nog methylacetaat als oplosmiddel. Dit om het gebruik van methanol te verminderen.
Van de volgende uitvoeringsvormen van de alcoholyse
is ons bekend dat zij op commerci~le schaal zijn toegepast.
Farbwerke te Hoechst, als besohreven in ll}. lost het poly
vinylacetaa~ op in een methanol- methylacetaat mengsel en
voert de alcoholyse, gekatalyseerd door geco H2S04,"batch" gewijs uit in een goed geroeràe ketel. Na verloop van12 tot 16 uur precipiteert he·t polyvinylalcohol, wat daarna gecentrifugeerd, gewassen en in een vacuumdroger van de resten methanol wordt ontdaan.
Een Amerikaans patent 12) beschrijft den dergelijke uit-voering met een alkalische katalysator.
Alexander Wacker Werke te Burghausen 11), l3} voerde een "batch"gewijze, alkalisch gekatalyseerde alcoholyse uit
in een geeà-gepeepàe-ke~e± grote kneder. Daar de reactie
producten tijdens de reactie een gelvormige massa vormen, tracht men met dit apparaat de uniformiteit van het pro-duct te bewaren. De totale reactieduur van een charge is ongeveer vier uur.
De vmlgende Amerikaanse patenten beschrijven een zelfde ui tvoeringsmethode 14), 15). .
De Shawinigan Chemicals Limited in Canada heeft in 1953 de volgende continue alcoholyàe gepatenteerd, 16), en uit een prive mededeling blijkt dat zij deze voorgestel-de werkwijze reeds op commerciäle schaal toepast.
Hierbij worden een polyvinylacetaatoplossing in methanol en de katalysatoroploss1ng, NaOH in methanol, tezamen b1j kamertemperatuur in een klein mengvat gepompt. Na hierin volledig.te zijn gemengd, stroomt het reactiemengsel op een langzaam lopende' band. Gedurende de tijd dat dit meng-sel op deze band b11jft, verandert het van dik vloe1baar via een gelvormig product, in een rubberachtige massa
6.
waarbij zich vloeibaar bijproduct, voornamelijk methyl-acetaat en wat methanol afscheidt.
n
Dit reactiemengsel, waarin de alcoholyse nog steeds• ; < ···~jnaats vindt, wordt nu van deze band gescljraapt, in
klei-~ ne partjes gehakt in een snijmachine, en op een tweede
; lopende band gebracht waar het een zekere tijd verblijft.
Deze verblijf tijd is dan afhankelijk van de gewenste ver-zepingsgraad. Aan het eind van deze band wordt het
pro-duct in een tank, gevuld met een niet-oplosmid~el gestort
en onmiddelijk met zuur geneutraliseerd. Het fijn maken van het product in de snijmaohine verzekert hier een
snelle, uniforme neutralisatie.
Als niet-oplosmiddel voor het eindproduct neemt men bijv. een methanol-methylacetaat mengsel. De totale reactieduur varieert van 40 - 200 minuten voor een verzepingsgraad
van 50 a 100%.
Deze methode bezit niet alleen het voordeel van een continue wekwljze met een gering gevaar voor grote sprei-ding in de verblijf tijd, maar spaart bovendien zware meng-apparaten uit. Ook in dit schema is de polyvinylalcohol-bereiding op dit patent gebaseerd. Het geheel of gedeel-telijk verzeepte polyvinylacetaat in de neutralisatieketel wordt hier ploegsgewijs door centrifugeren van het MeOH-Me-acetaat mengsel gescheiden en in vacuumkastdrogers van de resten oplosmiddel ontdaan.
IV. De polyvinylacetaat fabriek. a. Productiecapaciteit.
Geheel arbitrair is zij gesteld op 360t.p.v.acet./jaar
,(~ voor de p.v.alcohol bereiding. Eventuele verliezen niet
.
qÓ!~' meegere~end verkrijgt men bij -a:Q%)verzeping 202 tonp.v.alo~ jaar •. Dit is ca.3% van-á'e wereldproductie in1952
17). Bij deze capaciteit is gedacht aan twee charges per
(:\ dag gedurende vijf dagen in. de week. De laatste dag van
~~~de week kan worden gebruikt voor het schoonmaken van de
ketels. Hierin zou zich namelijk na verloop van tijd een dikke koek van het polymeer vasthechten.
b. Beschrijving van de parelpolymerisatie.
In de eerste mengketel wordt de katalysator in een ge-deelte van het monomeer opgelost. Om vroegtijdige poly· merisatie te voorkomen mag de temperatuur hier niet hoger
worden dan ca. 2500.De katalysatoroplossing laat men dan
m.b.v. N2 druk, via een zeeffilter in de tweede mengketel waar het aan de hoofdmassa monomeer wordt toegevoegd. Deze handelingen en de polymerisatie in de reaotieketel worden uitgevoerd onder een N2 atmosfeer om 02absorptie.
wat de polymerisatie zou beinvloeden, en even~ueel explo~
sies te vermijden.
In de polymerisatieketel wordt nu gedestilleerd water met het dispersiemiddel'gebracht en m.b.v. stoom in de
ketelmantel, verwarmd tot 8000. Daarna voegt men via een
rotameter, het monomeer met katalysator continu toe en wel met een zodanige snelheid dat de totale reactie in
.0- '.
~:
..
.è
-IT"ri.!~" ~ti":::r-:.-~.n'1'?Cv \':~iJf)o'1qttd '1l~~d:J'-.r\-" (~!.~ tf~>'f~Z~J t Tt ~;-:'i~::1~ I.or"~f. ~~._p t~~:7 r;*3 ~.~&. ~ o~s
~-'r.?;Jesjc t>-._ .... : :- -.y
r
c ~ -: ~ ~ L;...
't~;:·.·: .;..I , ,. " . ~ ~ r.. .. C:~~; Jt,J
_.
-.. -~ i II
•
I;~~T
:
J: .'~
•
:•
mm
I
;11
T~~ ;~-'
!..": ~, I!:';,V , :~~, .. :.. :.~ .: 1: . ), .... Q ' .-
.
,-
-0 . '-.
'.
",. .I .... ~""" . . ..
_. _.
..-'.
, .. , . c .~..;
..
" ~cJIJ'.f:.t __ "I ~",,~ .• :') :S'. il!.,.[S.a9-'·i~!;~.H"!j.:i':V "!50!:l"1l1cq
• ~l J JS~f~1~" ~ t[C~", [:;'"!n::l a~ !1J:\i ~~'; y' r ~* -:~:. ~- ~ • d
~:Jd n'90 rll 'la .... :~.:\L::;l.:}}l :;1 J.:;"'O~I r9j'~i::J[1:-'~. ~;:'1;: S·.; : :
-'lLC~; O~~.t
;·t
lj3?C'lV ',:J • jeC,,!9Ó::{O ",(:;S:-7.Ci.C7 ,1':: ' .~ '.J. J .rO:;;.~'19:0n jcla ~~td 'l~Uj~f=0~~j 9b aJ~ no~o:~OOV ,~ c1J~:1~~~
n "'·;" no" • IJ~""" J -_ '"' ,t~=>r _ . . . . .... _JiJ,.,;,lt..'-'''',.O·,or ... J..~ o."o. ,,., .... .. .,J~~. t . l , " " r.·jco._.l1 1 ",q 1iiJ\.,l- t"",'c:"'~ v _ . ~-'*"'" ,'~'" ,.-.:.. ,; ,~J ... , . ' \ . : _ ' f t f-, •• ""' .
rO+O~""N;'''' ~~'n"'l'" ... h ... t ,,,ji"X"'"""':-'s nCos ·.c.·v· .'., ... _. '" ,; ...
• ,., .... __ ... " J _ _ :;....l_ . . .,J _:.-vI ' . l " , . ' - .... t ooIt.JV <or t ( ' - ' .. "" ... "'"l." .. ., ... " .~
. r·c~("vcaJ'::.! J.f)<';071 'l:>O~CP.C:ri ~ae.sZ1lL'.to("rf 3:) .,.".,.:; ,·~'.f-'~.:
'!oj~n~o.1:,jo.c$'l 9D nt o!j.;;;e t'l:r."!-y;Loq ~r:: ~c:; IJS:;! (jbn -:.; ::~·~C
t :;l.:'C;'J.o.::d:"'. ') ;;'c '1=>01:;0-0;1:1 ~:,! 110!) "w!ino f;"r')Ç:~3·j ~,: .f~Ob'10:i "'OÜqc'J
.
.I!J~J;,J:13ve f:O tfl~!'~oIvn.t:;d IJO:S olj.c~· ~r; ~'~'. r~:".
o.IJ N:;.{~ f.r"}I,;L. ~ &t!::v ~""1.1 !:~le
"!'5':F.,1 i)'!r:sIL:: .~(.o:q ua ifYto.'i .roj$~r9!j!:::;1·1~:-:~Ic~: C' NI
0;; nt ILOC.rt. .V.C'.:-:" Ne j'f"O;l'Idö(3 iObbl:-:::::t3''::;7'::'t!:
J-:.:
":OP,.. ... ' "'lv' f.""" .'0. " "'-'1,,;,1"0"3 j + r"N-"N,,~r L··- -~'"'~ .
.;.a_~,J..;) ._~ voJCJ. ,;,;,,11,*,,_,. ,..,v !)", ~':""'J.-"'J;.;._ .. , ",;#.,!. '_.J9,.,L
:l~ s~:d ;:'i.:..!noc '1oj.B~:Lz=(U j$:: 'loor=Of'lO.'! ';:.: t·L:;J~.::,.:jO'I
•'!1 ..,; ,.,1- ... < .. ttJ~ _.~ _ ",rt"t"J _ _~.I \ ; Y . I . } . , J _ _ C'.ë. +Qr, j.,! ·,')n'.r.".,..,., l . . j . . . c;, n .... i./(;' l.,~ ~ ... '- ... .. -..-JV1:;l. . . . . . ; _ "1.-, _ .~-_ _ v u
r ... :;..
... ;
L~~r"' .. ..
1
ongeveer twee uur is voltooid. Tijdens deze bewerking wordt zo geroerd dat het monomeer in fijne druppels ge-_ . dispergeerd blijft. Dit gebeurt met ngeveer 120 cmw/min.
Met stoom of koelwater in de ketelmantel wordt nu de polymerisatie in de hand gehouden. Het hiernaast gegeven
grafiekje, overgenomen uit
3),
geeft het verloop der-reactie aardig weer.
.f
Wanneer deze geheel is afgelopen, wordt perslucht door de suspensie geblazen, om de sporen monmeer te ver-wijderen. De inhoud van de ketel wordt hierna met de N2 druk in de koelketel overgebracht. Daarin wordt de suspensie met koelwater en later met een koude pekelop.
lossing, afgekoeld tot 500~ vervolgens worden de
poly-'meerparels met diameter van 0;1-2,0 mm.door de centrifuge
in ca. 10 porties van de waterige fase §escheiden. Tevens
vindt hier de wassing met koud water (
5
0) plaats om hetdispersiemiddel van het polymeer te verwijderen. De lage temperatuur vermijdt hier het aan elkaar vastplakken van de parels. Het water loopt via de bezinkbak in de riool, terwijl in deze bak eventueel meegesleurde polymeerdeel-tjes met diameter van ca. 0,1 mm zullen bezinken.
In de volgendè tabel staan de verschillende hoeveel-heden per charge aangegeven.
Inh .in kg _ lOmengketel 20mengketel pol. ketel kat.
1,3
1,3 1,300
631 631 water disp.middel 840 0,8De tijd verlopen vanaf het vullen der mengketels tot aan het overbrengen van de suspensie naar de koelketel is ongeveer-l';'cuur. Na deze tijd kan aan de vihgende charge worden begonnen. Het koelen, centrifugeren, wassen en transport naar de drogers duurt ca. lt uur, zodat beide
charges binnen de acht uur kunn~n worden afgewerkt •
; .;
J
" c. De drogers. l
Direct na het centrifugeren en wasswn worden beide cbarges ieder in een IIfluid bed "droger gestort. Deze be .. staan uit cylindrische tanks met zeefplaten bodems, waar
warme lucht van 4000 binnen wordt geblazen. Vier grote
stoffen zakken, aan de bovenzijde gemonteerd, filtreren de uitgaande luchtstroom.
Men heeft hier geen gebruik gemaakt van de
conventione-le drogers, omdat men met de hierbij pptredende wilde bew
weging het aan elkaar vast kleven van de polymeerparels
kan vermijden. Om deze reden is ook de luchttemperatuur
zo laag genomen. .
Om toch enige vergelijking te kunnen treffen met de
normale discontinue kastdrogers is in hoofdstuk VI de
droogsnelheid in dEl IIcons tant rate period" benaderd met
de aanname dat zij adiabatisch werkt. 'Men v.indt dan een
snelheid van
5
kg H20 / uur en een waarde van 2(4 kg stoo~_nodig om 1 kg water te verdampen. Volgens
18)
pag.8l4 ligtdeze laatste waarde voor de gebruikelijke typen tussen
8.
Alhoewel de droogsnelheid gedurende het drogen tot het gewenste vochtgehalte van <0,1 gew.% zeker niet con-stant zal blijven, is met deze vergelijking toch wel aan-getoond dat zij zeker niet oneconomiHcher werkt dan de normale discontinue drogers. Dat de totale droogtijd
hier-in korter is dan hier-in de normale typen werd reeds hier-in
3)
ge-meld en de totale droogtijd voor deze polymeerparels zou dan acht uur bedragen.
Via een lopend bandje worden de droge parels in een kaar opgeslagen.
d. Opgave der apparaten.
2. 20mengketel. 3. zeeffilter. 4. pol. ketel. 5. refluxcondensor.
6.
koelketel. 7. centrifuge. 8. bezinkbassin. 9. kiepkarretjes. 10. drogers( 2x ). 11. ,luchtverhitters ( 2x ) mat.- aluminium lnh: 0,130m3
met koelmantel, peilglas en roerder. mat.: aluminium
inh. 1 m-'
met koelmantel, peilglas en roerder. mat. aluminium
mat. geijma
3
11eerd staalinh. 1,9 m
met koelmantel en roerder. mat. van de pijpen: aluminium
aantal pijpen: 110. 1 D : 1 inch
hoogte: 2 m
totaal verw. opp.: 18 m2 condensaat in de pijpen. evenals de polketel.
type van verticale sulkercentrifuge. diameter bak ; 0,60 m hoogte: 0,30 m 1,50 x 0,55 x 0,30 m. mat. roestvr
3
j staal inh. 0,100 mmat. roestvrij staal
diameter: 1 m
hoogte: 1,80 m mat. staal
aantal pijpen: 75. I ~ : 1 inch
lengte pi j pen: U '"" l.. ~
totaal v. opp.:? \,.sS" \"\,\
"
9.
12. blowers.
(2x)
merk: Buffa13 Forgecap.
0,325
m lucht / sec.13. kaar. mat. roe~tvrij staal
inh. 3 m
maten; 1,25 x 1,25 x 1,50 m.
V. De polyvinylalcoholfabriek.
a. De productie.
Gerkkend wordt hier op een continue verwerking van
360 ton p.v.acetaat / jaar, of wel 990 kg / dag. Met een
drie ploegenstelsel wordt dan 24 uur per etmaal geprodu·
ceerd. Om de acht uur, dus iedere ploeg bereidt een p.v.
acetaat en NaOH oplossing in methanol en lost het door hun geproduceerde p.v. alcohol uit de ueutralisatietank
in de centrifuge. Op deze wijze kan eidere ploeg verant-woordelijk gesteld worden voor het door hun afgeleverde product.
b. Beschrijving van de alcoholyse.
In oplosketels wordt de polymeer en NaOH-methanolopl. klaargemaakt. Het p.v.acetaat wordt direct in de transport bak afgewogen, terwijl de methanol hoeveelheden voor beide
oplossingen in een op een bascule staande t~nk wordt
be-paald.
Nadat àa~ deze oplossingen op ca 200C zijn gebracht,
worden zij met perslucht in aparte voedingsketels gedrukt, die door watercirculatie in de koelmantels constant op
200C worden gehouden. Twee doseerpompjes verpompen beide
oplossingen met een constante en goed te regelen snelheid naar het mengtankje. Dit tankje dat met een roerder is geinstalleerd, heeft een zodanige inhoud dat de gem. ver-blijf tijd der beide stromen ongeveer twee minuten bedraagt. Via de eerste lopende band, de snijmachine en de tweede lopende band komt het reactiemengsel in de neutralisatie-ketel.
De totale reactieduu~ d.i. de tijd verlopen tussen de
menging in het tankje en de neutralisatie in de ketel, wordt door de snelheid van beide lopende banden bepaald.
In navolging van het U,S. patent is deze voor 10%
ver-zeping op
70
min.genomen. nl.30
min. op de eerste band .en 40 min. op de tweede.
Men heeft hier nu twee neutralisatieketels die elk op hun beurt het reactiemengsel opvangen. Om de acht uur wor-den zij omgeschakeld, waarbij de p.v.alcohol uit de volle
ketel in
3-4
porties, door een horizontale centrifuge vanMeOH- Me acetaat mengsel wordt gescheiden. In deze centri-fuge vindt tevens wassing met methanol plaats om de slurry van het nog eventueel aanwetge Na-acetaat , ontstaan door de neutralisatie met ijsazijn, te reinigen.
Het MeOH- Me acetaat filtraat wordt in een tankje op-gevangen en voor een gedeelte naar de lege neutralisatie-ketel teruggevoerd. Een kleinere portie wordt gebruikt om het zuur, ijsazijn, in het zuurtankje te verdunnen. Hier-door is bij het gebruik van de geringe hoeveelheden NaOH als katalysator, de zuurtoevoer voor de neutralisatie
10.
de fabriek. Daar deze vloeistof een azeotropisch mengsel 1s en de scheiding van de componenten zeker niet eenvou-dig is, kan het zo als oplosmiddel voor de lakindustrie verkocht worden. Ook kan het methanol in dit mengsel met azijnzuuranhydride worden omgezet in Me acetaat, waarna
dit Ma aceta~t na destillatie voor het zelfde doel kan
worden gebruikt. .
Na de centrifuge wordt de p.v.alcohol charge in een vacuumkastdroger gebracht. Het wordt in deze kasten op
platen uitgespreid'- die door water van
40
0-50
00 verwarmdworden. Een vamuumpomp zorgt hier voor de evacuatie van de methanoldampen, die dan in de condensors .condenseren. Dit methanol tezamen met de wasvloeistof kan nu naar de methanol- of de methanol- Me acetaat opslagtank worden verpompt. Om de productie bij te houden zijn hier twee van dergelijke kastdrogers geprojecteerd. De totale droog·
tijd in een dergelijk toestel zou v~lgens
11) 14
uurbe-dragen. Het p.v.alcohol kan nu in poedervorm of in wateri-ge owossinwateri-gen in de handel worden wateri-gebracht.
In dit schema wordt alleen het watervrije methanol als oplosmiddel gebruikt. De mogelijkheid is hier echter niet uitgesloten om vooral bij polymeer met hoge pol. graad, dit methanol gedeeltelijk te vervangen door het
methanol- Me acetaat mengsel. In hoeverre dit'de reactie
en de kwaliteit van het eindproduct beinvloedt is van hier uit niet geheel te voorspellen.
c. De stofbalans
Deze is gegeven op basis van stoechiometrische
neu-tralisatie, geen verliezen en bij
10%
verzeping.Inhoud ketèls. (k~)
voor de
8
urige prod. na8
u~.prod •-pol.opl. kat.opl • . zuur neutral. neutral.
ketel ketel ;tank .ketel. ketel.
Me OH
770
154
:-I
-
...
p.v.acetaa:b330
...
-
-
-NaOH-
3,12
...
1 ,-
-.p.v.alcohol-
-
"--
185,00
MeOH {Me OH-
-
40,70 271,30 1126,00
Me.acet mengsel Me acet.·...
-
12,75 85,00
352,75
ijsazijn.-
...
4,68
-
...
Na acetaat...
...
...
...
6,40
water...
-
..
...
1,40
1100
J157,12 58,13 356,30
_.
__
._~--.. . . .. -- _._.- -Totaal:1671,55
1671,55
.. . . . .,.,
,d. Opgave der apparaten. 1. weeg-transportbak. 2. p.v.acet. oplostank. 3. voedingstank p.v.acet. 4. thermostaat. tank: circulatiepompje 5. kat. oplostank. 6. kat. voedingstank. 7. MeOH opslagtank.
8. MeOH-Me acet.
opslag-tank. 9. Meettank voor
oplos-middel. 10. 2 doseerpompen.
11. mengtankje.
12. lopende band reactor:
10 band : ~::.,:;:-=--==:..~=-= -;;!~. / 2 2 2 " , ? < ) , , _ . ff::. - -- - .:=:::J . - , snijmachine 20 band
~71/l1?!I!
L __________
~~
.
.
•merk: Barlett enSnow mat: roestvrij 3taal inh. ca 0,400 m
11.
toelaatbaar max. gew.: 500 kg mat. roestvr,j staal
inh. 0,113 m
met roerder en koelmantel. ,evenals 2.
mat. staal
inh. ca 0,040 m3
met roerder en electrisbh verhit-tingselement, waarbij de aan- en uit regeling wordt bepaald door de temp. in de
3P .v .• acet. voedingstank •
cap.0,005 m / min. mat. roestvrij staal
inh.
0,189
m3met roerder en koelmantel. evenals 5.
mat. roestvrij staal
inh. 3 m3 .
evenals 7.
mat. roestvr
3
j staalinh. 0,'g50 m . merk: Mil ton Roy
een met cap. 2,5-
3
liter / min.ander met cap. 0,3-0,5 liter /min. mat. roestvr,j staal
inh. 0,005 m met roerder.
lengte 6 m
inw. rechthoekige doorsnede: 0,05 x 0,30 m.
snelheid: ca 0,20 ~ / min.
2 stel,op evenw. assen gemonteerde
messen, die in de plastische massa horizontaal zowel als verticaal hakken.
lengte 6 m.
max. doorsnede van het
reactie-mengsel hierop: 0,0765 m~
13. neutralisatietank 2x. 14. zuurtankje. 15. centrifuge. 16. filtraat ontvangtank. 17. centrifugaalpompje. 18. was- ontvangtankje. 19. centrifugaalpompje. 20. vacuumkastdrogers 2x. 21. 2 condensors 22. water-warmtewisselaar.
mat. roestvrij staal inh. 2 m3
met roerder
mat. roestvrij staal inh. 0,075 m3
met roerder.
12.
merk: Sharples Super-D-Hydrator diameter bak : 0,60 m
hoogte: 0,30 m
mab: roestvr
3
J staalinh. 0,150 m
cap. 0,030 m3/ min. mat. roestv5ij staal inh. 0,10Om
cap. 0,010 m3 / min.
type:"Buflovak" vacuum shelf dryer. ·aanta1 platen: 20
totaal v. opp. 20 x 1,14:2,28 m2
hoogte prod. op de platen c~ 0,01 m
• 3
2v. opp.. m
v. opp.:0,084 m2 23. 2 condensaat opvangtanks.inh. 0,025 m3 24. vacuumpomp.
'9-·,,····
.. et. ~
J
VI. Berekening van de "f1uid bed" drogér.
D
:.
Deze berekening valt uiteen in vier gedeelten nl. a. De bepaling van de luchtsnelheid vo, waarbij de
fluidisatie begint.
b. Berekening van de porositeit van het gefluidiseerde bed onder bedrijfsomstandigheden, om de hoogte van de droger te bepalen.
c. Grootte van de luchtverhitter.
13 •
d. Schatting van de droogsnelheid in de "constant
rate-periodll
, bij de aanname dat hij adiabatisch werkt.
~
Voor de hier gebruikte symbolen wordt naar paginaIQ
~
/ ' verwezen. . I ,
" , . __ 1
Men veronderstelt de volgende constanten:
1,9.10- 5 N sec
Im.
1,2 kg
I
m3 •fb:
p.v.acet. deeltjes. 1300 kgI
m3•hier gelijk genomen aan die van p.v. alc. uit 2).
€ : 0,3
een·waarde voor losgestorte bollen uit 19) pag. 213.
16-3 m.
d :
À:
0,026 JI
m sec oe. 20) grafiek P 11100 J
I
m sec oe. 20) grafiek P 13.1011 J
I
kg oe. 18) pag.229.a. Bij beginnende fluidisatie geldt voor de drukgradi~nt
over het bed:
.:
f'
~
Vol.(1) (2)
cL
Stel vo~ 0,1 m
I
sec. ~3Dan is Re (betrokken op een dee1tje>.v~= 1x1,2x1EP' , 6,3
Uit 20),
gesubst.
grafiek P7 volgt vo0
2
~~0,3f':
7,5
10 • in (2) geeft . , 1,9 10-5 en Re.: 6,3~PI'o:'
7.5 102 x 1,2 x· (0,1)2__ 3 h ? 8990Nim
\1 ... 3 10 m.b.v. (1) krijgt men ~~/go='
9,81 (1300 - 1,2) (1-0,3)=
8950 NI
m3 zodat de snelheido
gestelde waarde van-Yà=o;;~ m
1
sec • de gevraagdezeer goe~ benadert.
!
....
-0
.
CIr
~\v;
, _.0
W ltJJ""
,.
-
1-=--- .. ,---0<' ;)'1:.~..
'tV -7 0 ~-
9 L 5 Ir E: i?! 1d -,.~~;''T.r
'1 6 9 0 , I . .,; -"''''_'''10 I 1 ob.
l~:)ti....
...
... • .u I '!.*#1·;[1 Ob'I6Ca : ~:.. - 1: • • IJ / ) - • .#. *--~ I.J=r.
G.3V S 1 ;n-I . \J I ~ p'!.b ai: I ;r JoC'";.~·.
,.' n. ~ ~ j"....r ~c ,b -a.r,E'! je I I ~ ....,.t.J" • j"'~'l9;11 C ~O''l-'"'' '.l. -Cl" , I ~ snlat; I...
b "-,f'\':' ... I • nCS!:.ï'10V I 5 r-;nO'IOV n-;;~::. 9·
, I L .. , , I ! 1 8 i-
J " I 6 I·
• t· 0 i / •-
I te ~,·
,1"1 r.
-·
-.
(s .t f.ur"
t • I"
·
·
it.
~r:.; ~ SJ'; ct I":':J 1 ~ ~ ~ a ~..
;'..1 11 I IIcr
;·:=?11.rn (·
"
·
1.cr
1: ~!;) t 1.-:'1~~. E:·
A
,·
r } .... '" I1 ... i : .\.~~4<-c; .* ! , ,t I1Ü I b .... 't:.li I 5 ~ , ... 1 pO 4 . ~:.
-9•
.
.I '"~:.
" i ~;:VO L " "-.. 8 1.4.(1
6 ... 0 (S 11 -1 . r ~:\--~ , r. \'r "
I 1:' ~ ;.~~rxs. -,-:'" " • --" .... ~ ....
..
(.-OL
~ a ~ t ~OS .) fU . 1-,...' C : .. ~.; -é~2 ~0 , . ... ( ...\
i :'1' 5 -9:
) . v. .1 1 -~..
trrr , L\
• .r' rj...
h ' 8-<f~
.'~
-o Óal.~.s'!v:::; !:. !..
.... } ... '".
~ . -.". .: ... "' .... " ; ;_
.. .7 ... ..:...-. ~'('--j
.0
" ..14 •.
b. Voor de gewenste snelheid in d'e~ drogers wordt
nu 3 x Vo Q 0,3 m / sec. genomen.
( . ) -3
Re betrokken op het deeltje ~0,3 x 1,2 x 10 : .19.
1,9xlQ-5
De porositeit van het gef1uidiseerde bed' kan nu benaderd worden door lineaire interpolatie op dubbel log. papier
tussen de volgende punten
t
v.b. in 19) pag 271 )Re bij beginnende fluidisatie - porositeit bij beg. fl. 0,3 Re bij het vrij vallend deeltje - porositeit 1,0
Wat ls Re_~ij een vrij va11endp,v. acetaat deeltje
met d=lO ?
Stel het is 3. 10+2 •
Ui t 20), grafiek P5 volgt dan voor ronde bollen Ow = (),62
~
.
J1'
] a[~
(1300 _1,2~.
x 9,8 x 10-3 =4,85 mlsec 3 0,62x 1,2 .R .. _
v~·C.d
__
4,85 X 1,2 X 10-3' - - 3.0710+~.
, . 1,9 10-5
=
hetgeen goed overeen komt met de aanname.
In nevenstaand grafiekje zijn bovengepoemde waarden
uitgezet en interpolatie bij Re = 19 geeft een waarde voor
de porositeit van het bed bij de gekozen snelheid
van 0,3 m
I
sec, nl. 0 43De inhoud van een charge, f1uidiseerde 'toestand is:
631 1300
631 kg,p.v.acetaat
x 1,43 ~ 6,695 m3 •
in
ge-Bij een diameter van de droger D
-=
1,0.ID. is de hoogtevan het bed:
h
=
0,695i''1:.
0,89 m."dl,O)
Om zeker te zijn dat W~ig materiaal in de zakken wordt
geblazen, neemt men voor de hoogte van de droger: 2 x h: 1,80 m.
c. Men veronderstelt hier dat lucht van 10°C met een rela-tieve vochtigheidsgraad van 80% in de luchtverhitter moet worden opgewarmd tot 40°0 door conàensatie van stoom van
100°0 om de pijpen. Men gebruikt hiervoor een lIone pass"
warmtewisselaar met 75 pijpen.
di -::. 0,0254 m. du
=
0,0317 m.De benodigde hoeveelheid lucht is:
----
i
-
3 x 0,1x~
x (1,0)2=
0,236 m3/ sec4
De hoeveelheid over te dragen warmte 'is:
3
. 'fIN':'
c.j~. e./~ . ;0. AT -= 0,236 xl0ll x 1,2 x 30:. 8,6 10 J/sec~j
---15.
~lm
=
(100 - 10) - (100 - 40) 2580C1n 100 - 10 ; ,
100 - 40
q"
per pijp=
0,236 / 75= 0,0315 m3/ sec,L
~~~4
Re 1n de pijp:. -e"P1(&.X
4.p--'?
=
10.~"d ...
Uit 21) pag 171 volgt dan voor het getal van Nussult:
Nu = ot. , di':. 33 ~ :.. 33 x 0,026 _ ~3 J /m2sec
°c.
~: ", ... ,- 0,0254
-De overdrachtscoäff. door de pijpwand wordt:
À
~
=
100=-
15900 J /m2sec °C.d u - di 0,0317 - 0,0254
Voor de overdrachtscoäff aan dè stoomzijde is gebruik gemaakt van het nomogram 1n 18) pag.477.
Voor het gemiddelde aantal pijpen onder elkaar (N) is
hier 8 genomen en het temperatuursverschil over de
condensaatfilm lOC. dan volgt:
2000 BTU / hr.sq.ft.oF= 11360 J /m2see. o
c
Bij de vergelijking van de 3 overdraehtseoäff. blijkt
duidelijk dat de warmte weerstand volkomen bepaald wordt door de overgang lucht - pijpwand.
Het totale oppervlak moet dan wezen:
A
=
4w _
8,6 103 _ 11 m20<., AT'L, - 33 x 25, 8
-De lengte der pi jpen worlit dan:'
11
=
=7=5-x-n=x-"""0-, .",.0=2=5 ... 4 h§2 m. d. Hier is het vo+gende aangenomen:
1. In de droger bestraat "ideale" menging in de gasfase 2. Gedurende de droging is het totale opp. van de
deel-tjes met water bevochtigd.
3.
Geen warmteuitwisseling met de omgeving.4.
De cone. van het water in gasfase komt overeen metde verzadigingsconc. behorende bij de "natte bol" temperatuur.
Deze laatste aanname zal hier aanne~elijk worden gemaakt.
Men kan de volgende materiaalbalans opstellen:
of: 2 . v o ItD (cl -4" c* - c -e~*-_-cl =
o
1 1 + ksh v o (3 )16.
Wat is k? ~/
VolgensjHeerden 22) passen de stofoverdrachtcoäff. bij een gefluidiseerd bed goed aan bij die voor een vast bed.
In 23) grafiek 10 zijn deae waarden met die van
Heerden in dl ~orm vfY3sh tegen Re / (1 -~) met
para-meter (1 -~) , • (Sc) • uitgezet. '
In dit geval: (1
_ë)1'~(sc)1/3:
(1_0,43)1,2.(0,6)1<: 0,43Sc voor H20 in lucht bij 25°C: 0,60 18) p,ag. 539.
Re /
(l-IJ~: y.o~::.
0,3 x 'I, 26x 10-3 '::. 35
Ll-~)'l 1,9 x 10'" x 0,57
Uit de grafiek 10 volgt dan:
Sh kd 6 k 6 x 2,5 10-:4· _ 0,15 t\ ..
(c:..i. ..
'0: ~~ - - ' > .. _ ... _
-3
10
~
2500 voor H20 in lucht: 2,5 10-4m2/see. 18) pag. 539. .Wat is S? d.:: 6 (l-~) S 20 ) _ ___.... S
=
6 x 0,57_ 3/.42 10 3 m2/m3 • - -10-3 1=
1 3--=-~ 1. O,15x 3,42 10 x 0,89=
-4 6,55 10 ,. «1 0,3Met aanname 1 en 4 kan men nu zeggen dat de lucht uit
de droger practisbh verzadigd 1s.
Dan kan men de droogsnelheid in de "constant rate period" berekenen m.b.v. de tabellen in 18) pag. 765, de psycho-meterd1agram, dewarmte en stofbalans.
~W\l
'« \"'=
4""...
(Ho- Hl) (4 )q
~, (5)0,a36
m3/sec~
0,236 x 35,5 cu ft./sec.het spec. vol. van deze lucht
=
14,4 cu ft/Ibs dr.l.dus -
~
-: 0,236 x 35,3=
Q,58 lbs dr.l/sec •..-r. "" 'I. 14 , 4
Voor.lücht van 100C (50oF) en 80%R.V. opgewarmd tot 400C (164°F) geldt:
Xo~ 0,0060 Ibs H20 /lbs dr.l.
Ho a 31,9 BTU / lbs dr.I.,
{Stel'-de.~ I teinp:S ra t uu:r:'~ y~n:
d:r
:y.J.:tga:~nde:' ,1 uCh,t:; -6~g:F:,.::,c-a:a'n
_il.~ (r.;u.060 BTU/lbs H20 18) pag.277en Xl ~ Q, 0110 lbs H20 / lbs dr.l. Hl C 26,4 BTU/lbs dr.l. ,-, ' -, ...
.
'. , .. 17. Gesub. in (5)
~~':.
,
0,58 (0,0110-0,0060) ':. 2,9 10-3 1bsJ{20/sec dit in (4) 2,9 10-3x 1060:0,58 (31,9-H1 ) ___ H1 - 27,6 BT!! Ibs dr.1u~tgaande lucht is dus te laag gekozen.
De temperatuur van de Stel 61oF. r: 1060 BTU/1bs H20 Xl: 0,0115 Ibs H20/1bs dr.1 Hl
=
27,15 BTU/1bs dr.1 (5)J ...
~~, 0,58 (0,0115-0,0060) '= 3,18 10-3 Ibs H,..,Ol'sec. c ~ (4) 3,18 10-3x 1060= 0,58 (31,9-H 1) - Hl = 26,08 BTU/1bs dr.1De temperatuur is dus te hoog gekozen.
r
=
1060 BTU/1bs H20 Xl=
0,0113 1bs H20/1bS dr .1. Hl: 26,8 BTU/lbs dr.l. (5)~"':.
3,07.10-3 Ibs H20/seo • I (4) Hl = 26,5 B.TU/1bS Cl.r.1.In het licht van de hierbij gemaakte veronderstellingen kan men wel zeggen dat de gevraagde droogsnelheid
~W\\
-::. 3,07 10-J
1bs H20/seoof: 3,07 10-3x 3,6 103x 0,454:
~
H20/uurHoeveelheid stoom nodig:
~W\1rlr
C!p~
êT 0,58 x °4241 x(104-50) :: 7,25 10-3 1bS stoom/sec •• '& 10 2,3
r\Q.
Wc:.Dus 7,25 10
-3
-::. 2,35 Ibs stoom om 1 Ibs H20 te verdampen.
..
18.
VII. Enkele specifieke eigenschappen \en veel
voor-komende toepassingen van polyvinylalcohol. 1),
3),
24).Als· specifieke eigenschappen van dit polymeer
kun-nen genoemd worden, de weerstand tegen op~osmiddelen
en oplosbaarheid in water, de weerstand tegen opwekken van 'statische electriciteit, ondoorlaatbaarheid voor gassen, grote flexibiliteit en hoge trek- en scheur-sterkte •
Deze en nog enkele andere ~igenschappen hangen,
sterk af van de polymerisatie, en verzepingsgraad. Zo zal de gevoeligheid voor water afnemen en het dispergerend vermogen, flexibiliteit, trek- en scheur-sterkte groter worden bij toenemende polymerisatiegraad.
Bij groter wordende verzepingsgraad neemt de flexi-biliteit en "plasticizer receptivity" af, terwijl de trek- en scheursterkte en de weerstand tegen oplos-middelen toeneemt.
De gevoeligheid voor water zou een maximum hebben .bij een verzepingsgraad van 90%.
Het polymeer wordt al naar gelang van zijn eigen-schappen veel toegepast bijv:
in lijm en plakmiddelen.
als appret in de textielindustrie •.
bij het impregneren van vele papiersoorten.
voor allerhande geperste of gespoten gebruikswerpen zoals handschoenen, slangen, films enz. voor-namelijk bij gebruik van vetten en oplosmiddelen. en als emulgator.
---~--..
Lijst van .de gebruikte symbolen.
VoLuchtsnelheid betrokken op de lege droger
~~ vrije val snelheid van de p.v. acet.bolletjes
e
dichtheid van luchtfb
dichtheid van p.v.acetaat deeltjes:'1
viscosi tei t van luchtd gem. diameter p.v.acet. deeltjes
dl inw. diameter pijp luchtverhitter
d_ uitw.diameter pijp luchtverhitter
D diameter droger
f'
gemodificeerde frictiefactor bij gepakte beddenCw weerstandsgetal bij vrij vallende bollen
~ . porositeit van het bed bij beginnende fluidisatie
~ versnelling zwaabtekracht
6 p ~rukverschil over het bed
~o hoogte bed bij beginnende fluidisatie
~ hoogte bed onder bedrijfsomstandigheden
~ warmte gel. co~ffici~nt van lucht
À.s. warmte gel. co~ffici~nt van staal
ot, warmte overdr. co~ff. lucht - pijpwand
~~warmte overdr. co~ff. stoom - pijpwand
Cp s.w. van lucht ~" volumestroom lucht ~w warmte stroom 19'. N m/sec mlsec kg/m3 kg/m3 sec/m m m m m m/sec 2 N/m2 m
m.
J/m sec oe J/m 2sec ~e J/m sec C J/m2sec oe J/kgOe
m3/sec J~sec m~ verwarmd opp. van de luchtverhitter
Co conc. H20 damp inkomende lucht
C· adiab. verz.conc. van H20 damp a/h opp.v/d C, conc. H20 damp lucht in de droger ~ stofoverdrachtco~ff.
~ specifiek opp. van het bed
kg H20/m3
deeltjes kg H2o/m~
kg H20/m 2m7~ec
m /m
~~ getal van Schmidt
~M, hoeveelheid H20 wat verdampt
~~'"- hoeveelheid droge lucht
Ho enthalpie inkomendê lucht
H, 'enthalpie uitgaande lucht
~o vochtigheid inkomende lucht
~, vochtigheid uitgaande lucht
r
verdampingswarmte van H20 ~ diffusieco~ff. lbs lbs lbs H20/sec Ibs dr.l/sec BTU/lbs dr.l BTU/lbs dr.l H20jlbs dr.l H20/1bs dr.l BTU/lbs H20 m2/secJO.
•
20.
Literatuuropgave.
l~ Brochure van het door du Pont de Nemours in de handel gebrachte p.v. alcohol, onder de naam van "Elvanol" Importeur: R. Stokvis
&
Zonen N.V. Rotterdam.2~ Brochure van het door Farbwerke Hoechst in de handel gebrachte p.v. alcohol onder de naam van "Mowiol". Importeur: Hoechst- Holland N.V. Amsterdam.
3J Fiat F1na1 Report no. 1102.
4~ Chemisch Weekblad. 46 (1953).
5~ Bios Report no. 756.
6.) Ind. Eng. Chem. 40 (650) '48.
7~ Modern Plastics 28 (113)Sept. '50. S
8J F. Kainer Polyvinylalcohole (1949).
9~ C.E. Sch1ldknecht: Vinyl and Related Polymers (1952). 10J U.S.P. 2,481,388.
ll~ Bios Fina1 Report no. 1418.
l~. U.S.P. 2,109,883. 13 J Modern P1as:bics 23 165 (1946) • l4J U.S.P. 2,227,997. 15J U.S.P. 2,266,996. 16J U~S.P. 2,643,994. 17~Modern Plastics 31 103 (1953).
18~
perry- Chemica1 Engeneers Handbook 3:d• 19J Brown- Unit Operations20J Dictaat Physische Werkwijzen I.
21~ Mac Adams- Heat transm1ss1on. 2§Q 22) J. App1.Chem.
g
(1952)23) B.O. college 1953 Prof.Kramers.
• I . ' .~ • ·1 .' "'--~